Interlingua Wiki

v.a. ZN

1 (Afk.: vanaf) de, desde, ab, a partir de
2 (Afk.: volgens anderen) secundo alteres


vaag BN

1 vage, confuse, imprecise, diffuse, indistincte, indeterminate
--e aanwijzing = indicio vage
--e ongerustheid = inquietude vage
--e herinnering = memoria confuse
--e contouren = contornos imprecise
-- antwoord = responsa vage
--e woorden = parolas imprecise
--e ideeën = ideas vage/imprecise/diffuse
--e plannen = projectos vage/nebulose
-- gebaar = gesto evasive
in --e bewoordingen = in terminos approximative
-- blijven = restar/remaner vage/evasive
-- doen denken aan = recordar vagemente a


vaagheid ZN

1 character vage, imprecision, indetermination, indistinction
-- van een tekst = indetermination de un texto


vaagjes BW

1 vagemente, indistinctemente, indeterminatemente
-- antwoorden = responder evasivemente, dar un responsa evasive


vaaglijk BW

1 vagemente


vaagweg BW

1 vagemente


vaak BW

1 sovente, subinde, frequentemente, con frequentia, multe vices, plure vices
hoe --? = quante vices?
iemand -- bezoeken = frequentar un persona
-- ergens heen gaan = frequentar un loco
dat gebeurt niet -- = isto es assatis rar
-- genoeg = bastante vices
niet -- = pauc/poc vices
ontzettend -- = multissime vices
vrij -- = con bastante frequentia
zo -- als = tante vices como
het komt heel -- voor dat = il non es rar que


vaak ZN

1 somno
de -- uit de ogen wrijven = fricar se le oculos pro chassar {sj} le somno


vaal BN

1 discolorate, pallide, (mbt gelaatskleur) livide
--e spijkerbroek = blue-jeans (E) discolorate
een --e huid = un pelle livide
er -- uitzien = esser pallide


vaalachtig BN

1 alco pallide, alco livide


vaalblauw BN

1 blau pallide/grisastre


vaalbleek BN

1 livide


vaalbruin BN

1 brunastre


vaalerts ZN

1 cupro gris


vaalgeel BN

1 jalnastre


vaalgrijs BN

1 grisastre


vaalgroen BN

1 verdastre

vaalheid ZN

1 pallidessa, pallor, (van gelaat) lividitate, livor


vaalrood BN

1 rubie pallide


vaalt ZN

1 cumulo/amassamento de stercore, stercorario


vaalwit BN

1 blancastre


vaam ZN

1 Zie: vadem


vaan ZN

1 bandiera, standardo, (GESCH) (krijgsvaandel) insignia, oriflamma, gonfalon, vexillo
de -- der opstand planten = levar/displicar le standardo del rebellion
2 (wimpel) bandierola
3 (windwijzer) monstravento


vaandel ZN

1 bandiera, standardo, (GESCH) insignia, oriflamma, gonfalon, vexillo
met vliegende --s en slaande trom = a bandieras displicate e tambur battente
onder iemands -- strijden = combatter/luctar sub le bandiera de un persona
zich onder iemands -- scharen = rangiar se/aggruppar se sub le bandiera/le standardo de un persona
het -- groeten = salutar le bandiera
het -- planten = levar le standardo
iemand hoog in het -- hebben = haber un profunde estima pro un persona


vaandeldrager ZN

1 portabandiera, portastandardo, insignia
2 (GESCH) gonfalonero, vexillario


vaandelschoen ZN

1 portastandardo


vaandelstok ZN

1 palo del bandiero


vaandelwacht ZN

1 guarda del bandiera


vaandelzwaaien WW

1 displicar/agitar le bandieras


vaandrig ZN

1 aspirante


vaantje ZN

1 (kleine vaan) bandierola, (op lans) pennon
2 (windwijzer) monstravento


vaar BN

1 non fecundate
een koe -- houden = guardar sterile un vacca


vaarbaar BN

1 navigabile


vaarbelasting ZN

1 taxa pro naves de recreation


vaarbereik ZN

1 radio de action


vaarbewijs ZN

1 permisso de navigation


vaarboom ZN

1 gaffa, pertica


vaardag ZN

1 die/jorno de navigation


vaardiepte ZN

1 profunditate navigabile/de immersion
-- van de Rijn bij Straatsburg = profunditate navigabile del Rheno a Strasbourg


vaardig BN

1 (behendig) habile, dextere, dextre, industriose
-- zijn met naald en draad = esser habile al maneamento del agulia e del filo, esser multo habile con le filo e le agulia/aco
-- met de pen = haber un penna facile
2 (vlug) alerte, agile, prompte, vive
-- brein = spirito vive
-- geheugen = memoria rapide/agile
3 (tot iets bereid) disposite (a), preste (a/pro)
-- tot de reis = preste al/pro le viage
-- tot de strijd = preste al/pro le combatto


vaardigheid ZN

1 (behendigheid) habilitate, dexteritate, arte, facilitate, practica, aptitude
zeer grote -- = virtuositate
-- in het schrijven = facilitate a scriber
technische --en = aptitudes technic
sociale --en = aptitudes social
-- krijgen = acquirer dexteritate
2 (vlugheid) agilitate, promptitude
-- van geest = promptitude de spirito
-- van begrip = agilitate de comprehension


vaardigheidsbewijs ZN

1 certificato de aptitude


vaardigheidsproef ZN

1 test (E) de aptitude


vaardigheidstest ZN

1 Zie: vaardigheidsproef


vaardigheidstoets ZN

1 Zie: vaardigheidsproef


vaargeld ZN

1 derectos/taxa de navigation


vaargeul ZN

1 canal (de navigation), parte navigabile (del canal/laco)


vaarkoe ZN

1 Zie: vaars


vaarplan ZN

1 plano de navigation


vaarroute ZN

1 route (F) de navigation, itinerario


vaars ZN

1 vitella


vaarschema ZN

1 schema de navigation, horario


vaarschroef ZN

1 vite con passo simple


vaarseizoen ZN

1 saison (F)/periodo de(l) navigation


vaarskalf ZN

1 Zie: vaars


vaarsnelheid ZN

1 velocitate (de un nave)


vaart ZN

1 (snelheid) velocitate, rapiditate, celeritate, marcha {sj}, tempo (I)
-- geven = dar velocitate
-- nemen = prender velocitate
-- krijgen = ganiar velocitate
-- zetten = accelerar le marcha
zijn -- minderen = diminuer/moderar/limitar/reducer su velocitate/marcha, relentar
vermindering van -- = reduction del velocitate, (re)lentamento
zijn -- meerderen = augmentar su velocitate/marcha
-- zetten achter een zaak = activar un cosa
veel -- hebben = ir a grande velocitate
weinig -- hebben = ir a pauc/poc velocitate
een -- hebben van zoveel knopen = navigar tante nodos per hora
in vliegende/volle -- = in plen marcha, a tote velocitate
de -- erin houden = mantener le rhythmo
iets in zijn -- stuiten = frenar le marcha de un cosa
2 (het varen) navigation
de vrije -- = le navigation libere
grote -- = navigation de alte mar, (over de oceaan) navigation oceanic
kleine -- = (navigation de) cabotage
wilde -- = navigation libere/irregular
de -- stremmen = interrumper le navigation
de maatschappij heeft 30 schepen in de -- = le compania ha un flotta de trenta naves
uit de -- halen/nemen = retirar del navigation
3 (zeereis) viage de mar
behouden -- = bon viage, viage prospere/secur
4 (kanaal) canal
5 ((vaar)route) route (F) (de navigation), cursa, direction
6 (koers) itinerario


vaartabel ZN

1 Zie: vaarplan


vaartijd ZN

1 durata/duration del transversata/del viage


vaartje ZN

1
een aardje naar zijn -- hebben = haber le character de su patre


vaartocht ZN

1 Zie: boottocht


vaartpand ZN

1 Zie: kanaalpand


vaartschouw ZN

1 inspection (del canales)


vaartuig ZN

1 nave, batello, imbarcation, vascello


vaartuigtype ZN

1 typo de nave/batello


vaartvermindering ZN

1 reduction del velocitate, (re)lentamento, deceleration


vaartwal ZN

1 ripa del canal


vaarverbod ZN

1 prohibition/interdiction de navigar


vaarwater ZN

1 (water waarin men vaart) aqua(s) (navigabile)
in rustig -- komen = attinger aquas tranquille/calme
2 (waterweg) via navigabile
3
(FIG) in gevaarlijk -- komen = mitter se in le bucca del lupo
iemand in het -- zitten = contrariar le planos/intentiones de un persona


vaarweg ZN

1 via navigabile


vaarwel TW

1 adeo, adieu (F), vale
iemand -- zeggen = dicer adeo a un persona


vaarwel! ZN

1 adeo, adieu (F)
het laatst -- = le ultime adeo


vaarwelzeggen WW

1 dicer adeo a
zijn geloof -- = renegar su fide, renunciar al fide
het toneel -- = abandonar le theatro
de studie -- = abandonar su studios
de wereld -- = retirar se del mundo, renunciar al mundo
dat idee kun je wel -- = tu pote renunciar a iste idea, tu pote oblidar iste idea


vaas ZN

1 vaso
sierlijke -- = vaso elegante
antieke = vaso antique
-- met bloemen = vaso de/con flores
(REL) uitverkoren -- = vaso de election


vaasdecoratie ZN

1 decoration de vaso


vaasvorm ZN

1 forma de vaso


vaasvormig BN

1 in forma de vaso


vaat ZN

1 (af te wassen vaatwerk) plattos
een grote -- = un pila de plattos a lavar
de -- doen = lavar le plattos
helpen bij de -- = adjutar a lavar le plattos


vaataandoening ZN

1 affection/maladia vascular


vaatborstel ZN

1 brossa pro le plattos


vaatbundel ZN

1 fibra vascular


vaatcel ZN

1 cellula vascular


vaatchirurgie ZN

1 chirurgia vascular


vaatdoek ZN

1 panno/pannello de cocina


vaatgezwel ZN

1 angioma


vaathout ZN

1 ligno pro le fabrication de dovas


vaatje ZN

1 barriletto
uit een ander -- tappen = cambiar de tono, cantar un altere melodia


vaatkramp ZN

1 crampo/spasmo vascular, angiospasmo


vaatkwast ZN

1 brossa pro le (lavage del) plattos


vaatnet ZN

1 Zie: vaatstelsel


vaatplanten ZN MV

1 plantas vascular


vaatstelsel ZN

1 rete/systema vascular, vascularitate


vaattonus ZN

1 tono/tonicitate vascular


vaatverkalking ZN

1 arteriosclerose (-osis)


vaatvernauwend BN

1 vasoconstrictive, vasoconstrictor
-- middel = vasoconstrictor


vaatvernauwing ZN

1 constriction vascular, vasoconstriction, coarctation


vaatverwijdend BN

1 vasodilatator
-- medicijn = vasodilatator


vaatverwijding ZN

1 dilatation vascular, vasodilatation


vaatvlies ZN

1 membrana vascular
2 (van het oog) membrana choroidee, choroidea
het -- betreffend = choroidee
3 (buitenste vlies van de dooierzak) chorion


vaatvorming ZN

1 vascularisation


vaatwand ZN

1 pariete vascular


vaatwasmachine ZN

1 machina lavaplattos, machina a/de lavar plattos


vaatwasser ZN

1 Zie: vaatwasmachine
2 Zie: vatenwasser


vaatwater ZN

1 lavatura


vaatweefsel ZN

1 texito vascular


vaatwerk ZN

1 (vaten) barriles
2 (tafel/keukenservies) utensiles de cocina, plattos, pottos e casserolas
3
liturgisch -- = vasos de altar, vasculos sacrate


vaatziekte ZN

1 angiopathia, maladia vascular
hart- en --n = affectiones/maladias cardiovascular


va-banque

1 toto o nihil
-- spelen = jocar toto o nihil


va-banquepolitiek ZN

1 politica de toto o nihil


vacant BN

1 vacante, libere, aperte
--e betrekking = posto vacante, vacantia
--e zetel = sede vacante
-- zijn = esser vacante, vacar


vacatie ZN

1 (het vakant zijn van een ambt) vacantia
2 (gerechtelijke handeling) presentia


vacatiegeld ZN

1 honorarios de presentia


vacature ZN

1 (openstaande betrekking) posto/empleo vacante, vacantia
aangeboden --s = offertas de empleo
voorzien in een -- = provider a un posto vacante
2 (het onbezet zijn van een betrekking) vacantia


vacaturebank ZN

1 banca/bursa de empleos/postos (vacante)
2 registro de empleos/postos (vacante)


vacaturenummer ZN

1 numero de vacantia


vacaturepost ZN

1 posto/empleo vacante


vacaturestop ZN

1 clausura de offertas de labor


vaccin ZN

1 vaccino
-- tegen tuberculose = vaccino antituberculose
-- tegen hondsdolheid = vaccino antirabic
-- tegen difterie = vaccino antidiphteric
-- tegen allergie = vaccino antiallergic
oraal -- = vaccino per via oral, enterovaccino
-- dragend = vaccinifere
-- vormend = vaccinogene


vaccinaal BN

1 vaccinal, vaccinic
--e verschijnselen = symptomas vaccinal/vaccinic
--e reactie = reaction vaccinal


vaccinateur ZN

1 vaccinator


vaccinatie ZN

1 vaccination, inoculation
verplichte -- = vaccination obligatori
hernieuwde -- = revaccination
-- tegen tuberculose = vaccination antituberculose/contra le tuberculose (-osis)


vaccinatiebewijs ZN

1 certificato de vaccination


vaccinatiedwang ZN

1 vaccination obligatori


vaccinatiemethode ZN

1 methodo de vaccination


vaccinatiepen ZN

1 vaccinostilo


vaccinatiereactie ZN

1 reaction de vaccination


vaccinator ZN

1 vaccinator


vaccine ZN

1 (entstof) vaccino
2 (koepokken) vaccinia


vaccinelancet ZN

1 vaccinostilo


vaccineren WW

1 vaccinar, inocular
iemand die vaccineert = vaccinator
instrument waarmee men vaccineert = vaccinator
opnieuw -- = revaccinar
het -- = vaccination
het opnieuw -- = revaccination


vaccinering ZN

1 Zie: vaccinatie


vaccinifeer BN

1 vaccinifere


vaccinofobie ZN

1 vaccinophobia


vaccinogeen BN

1 vaccinogene


vaccinotherapie ZN

1 vaccinotherapia


vaceren WW

1 (onbezet zijn) esser vacante, vacar


vacht ZN

1 pilo, (pels) pelle, (vlies van schaap) tonsion, (geprepareerde schapehuid) pelle de ove


vachtluis ZN

1 mallophago


vacuolair BN

1 vacuolar
-- systeem = systema vacuolar
-- membraan = membrana vacuolar
--e degeneratie = degenerescentia vacuolar


vacuole ZN

1 vacuolo, cavitate del protoplasma


vacuoom ZN

1 vacuoma


vacuüm ZN

1 vacuo
-- van Torricelli = vacuo de Torricelli
politiek -- = vacuo politiek
een -- in verstand en hart = un vacuitate mental e affective, un manco total de comprehension e sentimento
een -- trekken = facer le vacuo
(FIG) in een -- terechtkomen = cader in un vacuo


vacuümafsluiting ZN

1 Zie: vacuümsluiting


vacuümapparaat ZN

1 apparato a/de vacuo


vacuümbuis ZN

1 tubo a/de vacuo


vacuümdistillatie ZN

1 distillation sub vacuo


vacuümfles ZN

1 bottilia a/de vacuo


vacuümglas ZN

1 vitro a/de vacuo/de Dewar


vacuümkamer ZN

1 camera a/de vacuo


vacuümlamp ZN

1 lampa a/de vacuo


vacuümmeter ZN

1 vacuometro


vacuümoven ZN

1 furno a/de vacuo


vacuümpan ZN

1 caldiera a/de vacuo


vacuümpomp ZN

1 pumpa a/de vacuo


vacuümrem ZN

1 freno a/de vacuo


vacuümsluiting ZN

1 clausura sub vacuo


vacuümverpakking ZN

1 imballage sub vacuo


vacuümverpakt BN

1 imballate sub vacuo


VAD ZN

1 (Afk.: vermogensaanwasdeling) participation in le augmento de capital


vadem ZN

1 (lengtemaat van zes voet) fathom (E)


vademecum ZN

1 vademecum, guida (basic)
-- voor de toerist = vademecum pro le tourista {oe}
elektrotechnisch -- = vademecum de electrotechnica


vademen WW

1 (een aantal vademen bedragen) mesurar (in fathoms (E))


vader ZN

1 patre, (vertrouwelijk) papa
van de -- = paterne, paternal
biologische -- = patre biologic
natuurlijke -- = patre natural
wettelijke -- = patre legal/legitime
vermeende -- = patre putative
2 (grondlegger) patre, creator, originator, inventor, fundator
geestelijke -- = patre spiritual, inspirator
de -- van de scheikunde = le patre del chimia
3
de vroede --en = le ediles


Vader ZN

1 (REL) Patre
de Hemelse -- = le Patre Celeste
de Heilige -- = le Sancte Patre
(gebed) het Onze -- = Pater Noster (L) patrenostre
in naam van de --, de Zoon en de Heilige Geest = in nomine del Patre, del Filio e del Sancte Spirito


vader-abt ZN

1 patre abbate


vaderbeeld ZN

1 imagine paterne/paternal/del patre


vaderbinding ZN

1 fixation paterne/paternal/al patre


vadercomplex ZN

1 complexo paterne/paternal


vaderdag ZN

1 die/jorno/festa del patre(s)/papa


vaderdier ZN

1 patre


vaderen ZN MV

1 patres, ancestres
het erf onzer -- = le solo del patria, le terra de nostre ancestres
tot de -- vergaderd worden = ir ad patres


vaderen WW

1 servir de patre (a un persona), ager como un patre, haber le rolo de patre
hij vaderde over zijn jongere broer = ille esseva un patre pro su fratre cadette


vaderfiguur ZN

1 figura paterne/paternal/del patre
het is echt zo'n -- = ille es le figura typic del patre


vaderhand ZN

1 mano paterne/paternal/de(l) patre


vaderhart ZN

1 corde de patre


vaderhuis ZN

1 casa paterne/paternal


vaderimago ZN

1 imago paterne/paternal/del patre


vaderinstinct ZN

1 instincto paterne/paternal


vaderland ZN

1 patria
het lieve -- = le patria amate
het hemels -- = le patria celeste
aangenomen/tweede -- = patria adoptive/de adoption/de election, secunde patria
zijn -- dienen = servir su patria
het -- verdedigen = defender le patria
zijn -- verraden = trair su patria
voor het -- strijden = combatter pro le patria
iemand het -- uitzetten = expatriar un persona
verdrijving/uitwijking uit het -- = expatriation
naar zijn -- terugkeren = repatriar se
naar het -- terugzenden = repatriar
voor het -- vallen = cader pro le patria
zijn leven voor het -- geven = dar su sanguine pro le patria
Nederland is het -- van de godsdienstvrijheid = Nederland es le patria del libertate religiose
voor het -- weg = sin hesitar, spontaneemente


vaderland(s)loos BN

1 sin patria


vaderlander ZN

1 patriota


vaderlandlievend BN

1 Zie: vaderlandslievend


vaderlandminnend BN

1 Zie: vaderlandslievend


vaderlands BN

1 (nationaal) national
--e bodem = solo national
--e vlag = bandiera national
--e geschiedenis/historie = historia del patria, historia national/nederlandese/francese, etc.
--e staatsinstellingen = institutiones national
--e politiek = politica national
2 (vaderlandslievend) patriota, patriotic
--e liederen = cantos patriotic
--e daad = acto de patriotismo


vaderlandsgezind BN

1 patriota, patriotic


vaderlandsliefde ZN

1 amor del/al patria, patriotismo
overdreven -- = chauvinismo {sjo}


vaderlandslievend BN

1 patriota, patriotic
--e gevoelens = sentimentos patriotic
een --e daad = un acto de patriotismo


vaderlandslievendheid ZN

1 Zie: vaderlandsliefde


vaderlandszin ZN

1 patriotismo


vaderlief ZN

1 patre amate, car patre


vaderliefde ZN

1 amor paterne/paternal/de patre


vaderlijk BN

1 paterne, paternal
-- huis = casa paterne/paternal
-- gezag = autoritate paterne/paternal
-- erfgoed = patrimonio paterne/paternal
een --e vriend = un amico (qui es) como un patre
iemand -- toespreken = parlar a un persona paternalmente
hij doet erg -- tegen me = ille me tracta como un patre


vaderlijkheid ZN

1 amor/sentimento paterne/paternal


vaderloos BN

1 sin patre
die kinderen zijn -- = iste infantes ha perdite lor patre


vadermoord ZN

1 parricidio


vadermoordenaar ZN

1 parricida
2 collo/colletto alte e appunctate


vader-overste ZN

1 patre superior


vaderpaard ZN

1 stallon


vaderplicht ZN

1 deber paterne/paternal/de patre
zijn -- verzaken = negliger su deber de patre


vaderrecht ZN

1 (recht op de kinderen) derecto paterne/paternal
2 (patriarchaat) patriarchato


vaderrechtelijk BN

1 patriarchal


vaderrol ZN

1 rolo paterne/paternal/de patre


vaderschap ZN

1 paternitate
de plichten van het -- = le deberes del paternitate
ontkenning van het -- = negation/denegation del paternitate
het -- van een geschrift loochenen = negar/denegar le paternitate de un scripto
er is twijfel over het -- van een kind = il ha confusion de paternitate


vaderschapsonderzoek ZN

1 recerca de paternitate


vaderschapsverlof ZN

1 congedo de paternitate


vaderskant ZN

1 Zie: vaderszijde


vaderskind ZN

1 preferito/a del patre


vadersnaam ZN

1 nomine patronymic, patronymico


vaderstad ZN

1 urbe natal


vaderszijde ZN

1 latere paterne/paternal
voorgeslacht van -- = ascendentia paterne/paternal
van -- was hij nogal rijk = ille esseva assatis ric del latere paterne/paternal
halfzuster van -- = soror consanguinee
grootvader van -- = granpatre paterne/paternal


vadertrots ZN

1 orgolio/feritate paterne/paternal/de patre


vadervreugd ZN

1
-- smaken = gustar le joias/gaudios del paternitate


vaderzegen ZN

1 benediction paterne/paternal


vaderzorg ZN

1 sollicitude paterne/paternal


vadoek ZN

1 Zie: vaatdoek


vadsig BN

1 indolente, pigre, inerte, inactive


vadsigheid ZN

1 indolentia, pigressa, pigritia, inactivitate, inertia


V.A.E.

1 (Afk.: Verenigde Arabische Emiraten) EAU (Emiratos Arabe Unite)


va-et-vient ZN

1 ir e venir
een voortdurend -- = un ir e venir perpetual/constante


vagant ZN

1 goliardo
poëzie van de --en = poesia goliardic/del goliardos


vagantenleven ZN

1 vita goliardic/de goliardo


vagantenlied ZN

1 canto goliardic/de goliardos


vagantenliteratuur ZN

1 litteratura goliardic/de goliardos


vagantenpoëzie ZN

1 poesia goliardic/del goliardos


vagantisch BN

1 goliardic
Maerlants --e tijd = le periodo goliardic de Maerlant


vagebond ZN

1 (zwerver) vagabundo
2 (schurk) vagabundo, ruffiano


vagebondage ZN

1 vagabundage


vagebonderen WW

1 vagabundar


vagebonderend BN

1
--e stroom = currente vagabunde


vagelijk BW

1 vagemente
iets -- vermoeden = conjicer/conjecturar vagemente un cosa


vagevuur ZN

1 purgatorio
het -- betreffend = purgatori


vagina ZN

1 vagina


vaginaal BN

1 vaginal
-- slijmvlies = mucosa vaginal
--e ontsteking = inflammation vaginal


vaginaalspeculum ZN

1 speculo vaginal


vagina-uitstrijkje ZN

1 frottis (F) vaginal


vaginectomie ZN

1 vaginectomia


vaginisme ZN

1 vaginismo


vaginitis ZN

1 vaginitis


vaginoscoop ZN

1 vaginoscopio


vaginoscopie ZN

1 vaginoscopia


vaginovulvair BN

1 vaginovulvar


vagotonie ZN

1 vagotonia


vak ZN

1 (begrensd vlak) compartimento, quadrato, (paneel van plafond) pannello, (van speelbord) quadrato, casa
--jes van een schaakbord = quadratos/casas de un chachiero {sja}
het --je openlaten = lassar le quadrato in blanco
het --je rood maken = rubificar le quadrato
alleen in de --ken parkeren = parcar solmente in le spatios marcate
2 (deel van een kast/doos, etc.) compartimento
in --ken verdelen = compartimentar
een kast met geheime --ken = un armario a compartimentos secrete
3 (beroep) mestiero, profession
vertalen is een -- = le traduction es un profession
zijn -- kennen = dominar le materia, esser un experto
een -- leren = apprender un mestiero
zijn -- verstaan = cognoscer su mestiero
een man van het -- zijn = esser del mestiero, esser un professional/experto/specialista
4 (tak van wetenschap, leervak) disciplina, materia, branca
interlinguïstiek is mijn -- = le interlinguistica es mi specialitate
verplicht -- = materia obligatori/compulsori
5 (perk) parterre (F)
een -- rozen = un parterre de rosas
6 (afgeperkt deel) section, portion
de --ken van een brug = le sectiones de un ponte
wij zaten in -- E = nos esseva (sedite) in section E


vakantie ZN

1 vacantias, ferias, (korte --) congedo
betaalde -- = vacantias pagate
een paar dagen -- = alicun dies/jornos de vacantias
de grote -- duurt zes weken = le grande/longe vacantias/le vacantias de estate dura sex septimanas
ik neem -- in september = io prende mi vacantias in septembre
de -- doorbrengen in Bilthoven = passar le vacantias in Bilthoven
met -- zijn, -- houden/hebben = haber vacantias, feriar, vacar
de --s spreiden = scalonar le vacantias


vakantieadres ZN

1 adresse (F) de vacantias/durante le vacantias


vakantiebaan ZN

1 travalio/labor/empleo pro/durante le vacantias


vakantiebestemming ZN

1 destination pro le/de vacantias


vakantieboerderij ZN

1 ferma de vacantias, ferma pro passar le vacantias


vakantiecursus ZN

1 curso de vacantias


vakantiedag ZN

1 die/jorno de vacantias


vakantiedorp ZN

1 village de vacantias


vakantieganger ZN

1 feriante, tourista {oe}, ('s zomers OOK) estivante


vakantiegeld ZN

1 paga extra de vacantias


vakantiehuis ZN

1 casa de vacantias


vakantiehulp ZN

1 adjuta pro le periodo del vacantias


vakantiekamer ZN

1 camera del vacantias


vakantiekamp ZN

1 campo de vacantias


vakantiekleding ZN

1 vestimentos de vacantias


vakantiekolonie ZN

1 colonia de vacantias


vakantieland ZN

1 pais del vacantias


vakantiemaand ZN

1 mense del vacantias


vakantieoord ZN

1 loco/centro touristic {oe}/de vacantias, villegiatura


vakantieperiode ZN

1 Zie: vakantietijd


vakantiepiek ZN

1 puncta del saison (F) touristic {oe}/de vacantias


vakantieplan ZN

1 plano de vacantias


vakantieregeling ZN

1 ordinantia del vacantias


vakantiereis ZN

1 viage touristic {oe}/de vacantias


vakantiereiziger ZN

1 tourista {oe}


vakantieseizoen ZN

1 Zie: vakantietijd


vakantiespreiding ZN

1 regulation/scalonamento del vacantias


vakantiestemming ZN

1 spirito/atmosphera de vacantias
ik ben in -- = io me senti in vacantias


vakantietijd ZN

1 tempore/saison (F)/periodo del vacantias


vakantietoeslag ZN

1 Zie: vakantiegeld


vakantietrip ZN

1 excursion de vacantias


vakantieuitstapje ZN

1 Zie: vakantietrip


vakantieuittocht ZN

1 exodo del vacantias


vakantieverblijf ZN

1 Zie: vakantieoord


vakantieweek ZN

1 septimana de vacantias


vakantiewerk ZN

1 labor/travalio de vacantias/que on face durante le vacantias


vakarbeid ZN

1 labor/travalio professional


vakarbeider ZN

1 obrero/laborator/travaliator specialisate/qualificate


vakbekwaam BN

1 competente, qualificate, experte


vakbekwaamheid ZN

1 competentia/habilitate professional


vakbeweging ZN

1 movimento syndical/syndicalista, syndicalismo


vakbibliotheek ZN

1 bibliotheca specialisate


vakblad ZN

1 revista/jornal professional


vakboek ZN

1 libro professional


vakbond ZN

1 syndicato (obrer), trade-union (E), association de obreros
van verschillende --en = intersyndical
vergadering van verschillende --en = reunion intersyndical
in een -- bijeenbrengen, bij een -- doen aansluiten = syndicar
zich in een -- verenigen = unir se un un syndicato
zich bij een -- aansluiten, lid worden van een -- = syndicar se
lid van een -- = membro de un syndicato, trade-unionista


vakbondsbestuur ZN

1 executiva del syndicato (obrer)


vakbondsbestuurder ZN

1 Zie: vakbondsleider


vakbondsbonze ZN

1 bonze del syndicato (obrer)


vakbondsfederatie ZN

1 federation syndical/de syndicatos (obrer)


vakbondsideaal ZN

1 ideal syndicalista


vakbondsleider ZN

1 dirigente/leader (E) syndical/del syndicato (obrer)


vakbondslid ZN

1 membro de un syndicato (obrer)


vakbondsman ZN

1 syndicalista


vakbondsvertegenwoordiger ZN

1 representante syndical/del syndicato (obrer)


vakbondswezen ZN

1 syndicalismo, trade-unionismo


vakbonze ZN

1 Zie: vakbondsleider


vakbroeder ZN

1 collega, confratre


vakcentrale ZN

1 central/federation syndical/syndicalista, union de syndicatos (obrer)


vakchauvinisme ZN

1 chauvinismo {sjo} professional/de mestiero


vakcongres ZN

1 congresso de ... (+ naam van specialisme)


vakdidactiek ZN

1 didactica specialisate


vakdiploma ZN

1 diploma (de aptitude) professional


vakdocent ZN

1 inseniante specialisate in ... (+ naam van specialisme)


vakerig BN

1 somnolente


vakerigheid ZN

1 somnolentia


vakfederatie ZN

1 Zie: vakcentrale


vakfotograaf ZN

1 Zie: beroepsfotograaf


vakgebied ZN

1 campo de studio, specialitate, branca, disciplina


vakgeleerde ZN

1 specialista


vakgenoot ZN

1 collega, confratre


vakgenootschap ZN

1 corporation


vakgericht BN

1 specialisate


vakgroep ZN

1 (onderdeel van een faculteit) section, departimento, gruppo/unitate de studio/de recerca
2 (deel van een vakvereniging) gruppamento professional


vakhistoricus ZN

1 historico professional


vakidioot ZN

1 maniaco de su profession, deformato professional


vakidiotismo ZN

1 deformation professional


vakjargon ZN

1 jargon (F) professional


vakkennis ZN

1 cognoscentias/cognoscimentos professional/special/specialisate


vakkenpakket ZN

1 pacchetto/insimul de materias/subjectos seligite, programma de studios/de disciplinas


vakkleding ZN

1 vestimentos de labor/de travalio


vakkring ZN

1 circulo professional
in --en = in circulos professional, inter expertos


vakkundig BN

1 competente, professional, experte
iets -- aanpakken = facer un cosa de maniera professional
onder --e leiding = dirigite per un experto/per expertos


vakkundigheid ZN

1 habilitate professional, competentia, maestria


vakleerkracht ZN

1 Zie: vakdocent


vakliteratuur ZN

1 litteratura special/specialisate/professional
de -- bijhouden = leger le litteratura specialisate


vaklokaal ZN

1 sala de ... (+ naam van vak)


vakman ZN

1 homine/persona del mestiero, specialista, professional, experto
wetenschappelijk geschoolde vakmensen = specialistas habente un formation scientific


vakmanschap ZN

1 habilitate professional, competentia, maestria


vakonderricht ZN

1 Zie: vakonderwijs


vakonderwijs ZN

1 inseniamento/instruction/education professional


vakonderwijzer ZN

1 Zie: vakdocent


vakopleiding ZN

1 instruction/formation professional


vakorgaan ZN

1 Zie: vakblad


vakorganisatie ZN

1 Zie: vakvereniging


vakpers ZN

1 pressa specialisate


vakscholing ZN

1 Zie: vakopleiding


vakschool ZN

1 schola special (technic), schola (de formation) professional


vakstudie ZN

1 studios specialisate/special
zich op een -- toeleggen = specialisar se


vaktaal ZN

1 jargon (F)/linguage professional/technic, technolecto


vaktechnisch BN

1 specialisate, technic, de mestiero


vakterm ZN

1 termino technic/professional/de mestiero, technicismo


vakterminologie ZN

1 terminologia technic/professional


vaktheoloog ZN

1 theologo professional


vaktheorie ZN

1 theoria del profession


vaktijdschrift ZN

1 Zie: vakblad


vaktraditie ZN

1 tradition del profession


vakuitdrukking ZN

1 expression technic/professional/de mestiero


vakverbond ZN

1 Zie: vakcentrale


vakvereniging ZN

1 syndicato (obrer), trade-union (E)
van verschillende --en = intersyndical
vergadering van verschillende --en = reunion intersyndical
lid van een -- = membro de un syndicato, trade-unionista
in een -- bijeenbrengen, bij een -- doen aansluiten = syndicar
zich bij een -- aansluiten, lid worden van een -- = syndicar se


vakverenigingsbestuurder ZN

1 Zie: vakbondsbestuurder


vakverenigingscentrale ZN

1 Zie: vakcentrale


vakverenigingsman ZN

1 syndicalista


vakverenigingswezen ZN

1 syndicalismo, trade-unionismo


vakvrouw ZN

1 specialista


vakwerk ZN

1 (werk van een vakman) labor/travalio professional/de un specialista
2 (BOUWK) muro travate


vakwerkbouw ZN

1 construction con muros travate


vakwerkcontructie ZN

1 Zie: vakwerkbouw


vakwerkhuis ZN

1 casa a/de muros travate


vakwerkmuur ZN

1 muro travate


vakwerkwand ZN

1 pariete travate


vakwetenschap ZN

1 disciplina, branca (special) de scientia


vakwijsheid ZN

1 sagessa {zj} specialisate


vakwoord ZN

1 Zie: vakterm


vakwoordenboek ZN

1 dictionario special/specialisate/terminologic/technic, thesauro


vakwoordenlijst ZN

1 lista de terminos special/technic


vakzoldering ZN

1 plafond (F) a pannellos


val ZN

1 (het door de lucht omlaag gaan) cadita
de -- van Icarus = le cadita de Icaro
de -- van lichamen in het luchtledige = le cadita de corpores in le vacuo
de -- van sneeuwvlokken = le cadita de floccos de nive
vrije -- = cadita libere
2 (het onvrijwillig op de grond terechtkomen) cadita
hij maakte een -- = ille ha facite un cadita
te -- komen = cader
-- van het paard = cadita del cavallo
-- van de fiets = cadita del bicycletta
noodlottige/dodelijke -- = cadita mortal
3 (ondergang) cadita
de -- van Berlijn = le cadita de Berlin
-- van het Romeinse Rijk = cadita/collapso del Imperio Roman
-- van de regering = cadita del governamento
de regering ten -- brengen = reverter/facer cader le governamento
4 (zondeval) cadita
Adams -- = le cadita de Adam
5 (daling) cadita, descendita
-- van de dollar = cadita del dollar (E)
-- van een rivier = cadita de un fluvio
6 (fruit) fructos cadite del arbore
7 (toestel om dieren te vangen) pedica, trappa
--len zetten = poner pedicas/trappas, trappar
ratten in de -- vangen = attrappar rattos in le pedica/trappa
iemand die --len zet = trappator
8 (FIG) (hinderlaag) pedica, trappa, insidia
in de -- laten lopen = trappar
in de -- lopen = cader in le pedica/trappa/insidia


valabel BN

1 valide
--e reden = ration valide
--e kennis = cognoscentia valide


valappel ZN

1 pomo/malo cadite (del arbore)


valavond ZN

1 crepusculo


valbeweging ZN

1 movimento (de un corpore cadente)


valbijl ZN

1 Zie: guillotine


valblind ZN

1 trappa


valblok ZN

1 bloco, massa


valbrug ZN

1 ponte levatori


valdeur ZN

1 (scharnierend luik) trappa
2 (sluisdeur) porta de esclusa


Valdo ZN EIGN

1 Valdo


Valencia ZN EIGN

1 Valencia


Valenciaan ZN

1 valenciano


Valenciaans ZN

1 dialecto valencian, valenciano


Valenciaans BN

1 valencian


valentie ZN

1 valentia
(SCHEI) elementen met dezelfde -- = elementos de mesme valentia
(TAAL) morfologische -- = valentia morphologic


valentieband ZN

1 (SCHEI, NAT) banda de valentia


valentie-elektron ZN

1 electron de valentia


valentiegetal ZN

1 numero de(l) valentia


Valentijnsdag ZN

1 die de Sancte Valentin (le 14 de februario)


valentiniet ZN

1 valentinite


valeren WW

1 valer


valeriaan ZN

1 (plant) valeriana
2 (drank) valeriana
-- innemen tegen de zenuwen = prender valeriana pro calmar su nervos


valeriaanextract ZN

1 extracto de valeriana


valeriaanfamilie ZN

1 valerianaceas


valeriaantinctuur ZN

1 tinctura de valeriana


valeriaanwater ZN

1 aqua de valeriana


valeriaanwortel ZN

1 radice de valeriana


valeriaanzuur ZN

1 acido valerianic


valeta ZN

1 (dans) valeta


valetudinair BN

1 (ziekelijk) valetudinar


valgordijn ZN

1 persiana


valgusstand ZN

1 (voetafwijking) valgo


valhelm ZN

1 casco protective/protector/de protection


valhoek ZN

1 angulo de incidentia


valhoogte ZN

1 altor/altura de cadita


validatie ZN

1 validation


valide BN

1 (gezond) valide
minder -- arbeidskrachten = travaliatores handicapate
2 (rechtsgeldig) valide
-- argumenten = argumentos valide


valideren WW

1 (geldig verklaren) dar validitate a, validar
het -- = validation


validiteit ZN

1 validitate
de -- van de test = le validitate del test (E)


valies ZN

1 valise (F)


valig BN

1 discolorate


valine ZN

1 valina


valium ZN

1 valium


valiumtablet ZN

1 tabletta/comprimito de valium


valk ZN

1 falcon
een -- africhten = dressar un falcon


valkachtigen ZN MV

1 falconides


valkenblik ZN

1 reguardo de falcon


valkendressuur ZN

1 falconeria


valkenei ZN

1 ovo de falcon


valkenet ZN

1 (ouderwets kanon) falcon


valkenier ZN

1 falconero


valkeniershandschoen ZN

1 guanto de falconero


valkenjacht ZN

1 falconeria
op de -- gaan = falconar


valkennest ZN

1 nido de falcones


valkenoog ZN

1 oculo de falcon


valkenveer ZN

1 pluma de falcon


valkenvlucht ZN

1 volo de falcon


valkerij ZN

1 falconeria


valkruid ZN

1 arnica (montan)


valkuil ZN

1 trappa, (FIG ook) pedica


vallei ZN

1 valle, vallea, vallata


vallen WW

1 (neervallen) cader
de bladeren vallen = le folios cade
het -- van de bladeren = le cader del folios, le defoliation
een kopje laten -- = lassar cader un tassa
een steek laten -- = lassar cader un malia
bommen laten -- = laxar bombas
het doek valt = le cortina cade
het doek laten -- = bassar le cortina
zijn masker laten -- = levar le masca/mascara
er valt regen = il pluve
er valt sneeuw = il niva
het anker laten -- = jectar le ancora
kapot/stuk -- = cader in morsellos
uit de handen -- = escappar del manos
dood -- = cader morte
overboord -- = cader de bordo
het voorstel viel in goede aarde = on ha recipite le proposition favorabilemente
de vereniging is uit elkaar gevallen = le association se ha disintegrate
het huis valt in elkaar = le casa (col)labe
2 (omvallen) cader
op de grond -- = cader a/per terra
op zijn aangezicht -- = cader le facie contra le terra
zich laten -- = lassar se cader
van de trap -- = cader del scala
van zijn fiets -- = cader de su bicycletta
de scheidsmuur doen -- = abatter le muro de separation, (FIG) facer cader le barriera
over een steen -- = cader contra un petra
-- en opstaan = cader e levar se
(FIG) met -- en opstaan = con altos e bassos
voor de verleiding -- = succumber/ceder al tentation
van de graat -- = morir de fame, haber un fame de lupo
3 (terechtkomen) cader, venir
zijn blik laten -- op = poner su reguardo super
het licht valt door een opening in het vertrek = le luce/lumine penetra in le camera per un apertura
op elk aandeel valt een dividend van dertig gulden = cata action recipe un dividendo de trenta florinos
de verantwoordelijkheid valt op mij = le responsabilitate incumbe a me
het kasteel viel aan hem = ille hereditava le castello
haar aandacht viel op die man = iste homine ha attrahite su attention
waar valt het accent? = ubi cade le accento?
met de deur in huis -- = ir directemente al thema
4 (plaatshebben) cader
het bezoekuur viel net in de schafttijd = le hora del visitas cadeva exactemente al momento del repasto
kerstmis valt op een woensdag = Natal es un mercuridi
5 (los neerhangen) cader, pender
haar haar valt in krullen op haar schouders = su capillos cade in buclas super su spatulas
in plooien -- = cader in plicas
die rok valt niet goed = iste gonna non pende ben
6 (tot stand komen, ontstaan)
het besluit viel om in te grijpen = on ha prendite le decision de intervenir
er vielen doden = il ha habite mortos
er vielen klappen = on excambiava colpos
7 (op een bepaalde manier zijn)
-- onder de bevoegdheid van = esser del competentia de, competer de
daar valt niet aan te denken = il non ha question de isto
met hem valt te praten = ille es un homine rationabile
8 (in een situatie terechtgekomen zijn)
in een bepaalde categorie -- = cader in un certe categoria
binnen iemands bereik -- = esser al portata de un persona
buiten iemands bereik -- = esser foras del/foris del portata de un persona
dat valt niet onder het contract = isto non es coperite per le contracto
9 (sneuvelen) cader
voor het vaderland -- = dar su vita/morir pro le patria, cader al campo de honor
-- als slachtoffer van zijn plicht = cader victima de su deber
10 (van zijn macht/invloed beroofd worden) cader
het kabinet doen -- = facer cader le cabinetto
de vesting is gevallen = le fortalessa ha cadite
het toneelstuk is gevallen = le pecia de theatro ha cadite
11 (in een toestand/omstandigheden terechtkomen) cader
in een hinderlaag -- = cader in un imboscada
in het oog -- = retener/attraher le attention
hij viel van de ene verbazing in de andere = ille cadeva de surprisa in surprisa
in slaap -- = addormir se
in onmacht -- = suffrer un syncope, evanescer
in ongenade -- = cader in disgratia/in disfavor
in handen -- van = cader in/inter le manos de
in vijandelijke handen -- = cader in manos inimic
dit plan valt buiten het kader van de algemene hervorming = iste plano non entra in le quadro del reforma general
12 (gewaardeerd worden) cader
dat valt goed = isto cade ben
dat valt verkeerd = isto cade mal
al naar het valt = secundo le caso/le circumstantias
13 (verloren gaan) cader
iets van de prijs laten -- = dar/conceder un rebatto
14 (zich aangetrokken voelen tot) esser attrahite per
zij valt op donkere mannen = illa es attrahite per homines brun
niet op elkaar -- = non esser facite le un pro le altere
15 (zakken) cader, descender, bassar
het water is sterk gevallen = le aqua ha bassate multo
--d tij = marea descendente, refluxo
de hoed viel hem over de oren = le cappello cadeva super su aures
de aandelen zijn 10 procent gevallen = le actiones ha cadite/bassate dece per cento
om nog meer wind te vangen laat hij de mast iets -- = pro prender un pauco/poco plus de vento ille inclina un pauco/poco le mast
16 (mbt wind) cader
de wind valt = le vento cade
17 (uitmonden) jectar se (in)
De Maas valt in de Rijn = le Mosa se jecta in le Rheno
18
iemand om de hals -- = jectar se al collo de un persona
iemand in de armen -- = cader in le bracios de un persona
ten offer -- aan = esser sacrificate a
iemand lastig -- = importunar/enoiar/molestar un persona
ten prooi -- aan = devenir le preda de
iemand in de rede -- = interrumper un persona
je valt over de standbeelden = il ha un abundantia de statuas
de avond valt = il se face nocte
bij het -- van de nacht = al approche {sj} del nocte
de tijd valt mij lang = le tempore me pare longe


vallend BN

1
--e ster = stella cadente
-- water/tij = refluxo, marea descendente
--e ziekte = epilepsia, mal caduc


vallenzetter ZN

1 trappator


vallicht ZN

1 (raam in het dak) fenestr(ett)a de tecto
2 (bovenlicht) imposta, lunetta


valling ZN

1 inclination, declivitate, gradiente


vallisneria ZN

1 vallisneria


valluik ZN

1 trappa


valnet ZN

1 rete


valorisatie ZN

1 valorisation


valoriseren WW

1 valorisar
het -- = valorisation


valpartij ZN

1 cadita, caditas (multiple/in serie), (massaal) cadita in massa


valproef ZN

1 essayo/test (E) de resistentia al caditas


valput ZN

1 fossato, pedica
-- voor tanks = pedica antitank


valraam ZN

1 fenestra a bascula


valreep ZN

1 (afhangend touw) corda
2 (trapje) scaletta de bordo
3 (loopplank) passarella
4
op de -- = al ultime minuta/momento


valrichting ZN

1 senso de cadita


vals BN

1 (bedrieglijk) false, fallace, spurie, fraudulente
-- alarm = alarma false
--e getuige = teste false
--e getuigenis = testimonio false
--e handtekening = signatura false/contrafacte/falsificate
een --e handtekening zetten = falsificar un signatura
--e naam = nomine false
--e schijn = apparentia false
--e vlag = bandiera spurie
--e aanklacht = denunciation calumniose
--e aantijgingen = imputationes calumniose
--e verklaringen = declarationes false
--e beschuldiging = accusation false
--e beloften = promissas false/fallace
-- beschuldigen = accusar falsemente
een --e eed afleggen = perjurar se
2 (ongegrond) false, fallace, sin base
--e bescheidenheid = modestia false
--e hoop = sperantia false/fallace
--e schaamte = vergonia false
3 (onjuist) injuste
--e beschuldiging = accusation injuste
4 (foutief) false
(SPORT) --e start = partita false
--e lucht = aere entrate accidentalmente, aere parasite
-- licht = luce/lumine false
(FIG) iets in een -- (dag)licht plaatsen = poner/mitter/monstrar un cosa in un mal luce/lumine
5 (MUZ) false, discorde, discordante, dissonante, mal accordate, (van instrumenten OOK) disaccordate
--e aanhef = intonation false
--e toon = tono/sono false/discordante
--e piano = piano false/disaccordate
--e stem = voce discordante
-- zingen = cantar false
-- zijn/klinken = discordar, dissonar
6 (gemeen) false, vitiose, malitiose, (trouweloos) perfide, perfidiose
-- beest = animal vitiose
-- spel = joco disloyal
7 (vervalst) false
-- goud = auro false
-- persoonsbewijs = carta de identitate false
-- cheque = cheque (E) false
--e Vermeer = Vermeer false
--e sleutel = clave false
--e munt/geld = moneta false
8 (kunst-, namaak-) false, posticie, facticie, spurie, artificial
--e tanden = dentes posticie/artificial
--e wimpers = cilios posticie
-- haar = capillos posticie
--e juwelen = joieles false/spurie
--e baard = barba facticie
9 (onecht) false
--e profeten = prophetas false
--e tranen = lacrimas de crocodilo
--e vrienden = amicos false
10 (onwaar) false, spurie, fallace, mendace
--e leer = doctrina false/spurie/fallace
11 (uiterlijk gelijkend) false
--e ribben = costas false/asternal/spurie
--e kiezen = premolares
--e pokken = varicella


valsaard ZN

1 persona perfide/perfidiose, Judas


valscherm ZN

1 (parachute) paracadita
2 (scherm bij een steigerwerk) grillia de protection
3 (vlieghuid van vleermuizen) membrana alar


valschermspringer ZN

1 paracaditista


valschermsprong ZN

1 salto con paracadita


valschermtroepen ZN MV

1 truppas paracaditistas


valselijk BW

1 falsemente
iemand -- beschuldigen = accusar un persona falsemente


valsemunter ZN

1 monetero false, falsario/falsificator de moneta


valsemunterij ZN

1 (handeling) fabrication de moneta false, falsification de monetas, monetage false
2 (plaats) officina de moneta false


valserik ZN

1 Zie: valsaard


valshartig BN

1 disloyal, perfide, perfidiose


valshartigheid ZN

1 disloyalitate, perfidia


valsheid ZN

1 (het vervalst zijn) falsitate
de -- van een dokument aantonen = demonstrar le falsitate de un documento
2 (het vervalsen) contrafaction, falsification
-- in geschrifte = falsification de signaturas/de un documento
3 (oneerlijkheid) falsitate, disloyalitate, duplicitate, fraudulentia
4 (oneerlijke handeling) perfidia
5 (het schijnbaar/onecht zijn) falsitate, fallacia
6 (gemeenheid) vitiositate, malitia


valsmunter ZN

1 Zie: valsemunter


valsnelheid ZN

1 velocitate de cadita


valsspeler ZN

1 jocator fraudulente/fraudante


valstrik ZN

1 pedica, trappa
2 (FIG) pedica, trappa, insidia
een -- zetten = poner un pedica/trappa/insidia, trappar
iemand in een -- lokken = attraher un persona in un pedica


valstrikbom ZN

1 booby trap (E)


valtijd ZN

1 durata/duration del cadita


valuatie ZN

1 valutation


valueren WW

1 valutar


valuta ZN

1 (geldig betaalmiddel) moneta
harde -- = moneta forte/pesante
zachte -- = moneta debile
zwevende -- = moneta flottante
2 (vervaldag) valor
3 (dag vanaf welke men rente ontvangt/betaalt) valor
4 (koers) cambio, curso
5 (deviezen) valuta, devisas
buitenlandse/vreemde -- = valuta extere, devisas estranie
inwisselbare -- = valuta convertibile
onderlinge inwisselbaarheid van --s = convertibilitate de valutas


valuta-aankoop ZN

1 compra de devisas


valuta-arbitrage ZN

1 arbitrage de devisas


valutabezitter ZN

1 possessor de devisas


valutaclausule ZN

1 clausula de reimbursamento in devisas


valutacrisis ZN

1 crise/crisis monetari/de moneta


valutadekking ZN

1 copertura de un moneta


valutagebied ZN

1 area monetari


valutahandel ZN

1 mercato del devisas


valutakoers ZN

1 taxa de (ex)cambio


valutamarkt ZN

1 mercato del devisas/de cambios


valutapolitiek ZN

1 politica monetari


valutaspeculatie ZN

1 speculation monetari


valutaverkeer ZN

1 excambios monetari


valutaverkoop ZN

1 vendita de devisas


valvulair BN

1 valvular


valwind ZN

1 (neerslaande landwind) vento catabatic
2 (wind door een dalende beweging van de lucht) vento descendente


vamen WW

1 Zie: vademen


vamp ZN

1 vamp (E), femina fatal


vampier ZN

1 (DIERK) vampir
2 (FOLKLORE) (bloedzuigend nachtspook) vampir


vampierachtig BN

1 vampiric


vampirisme ZN

1 vampirismo


van VZ

1 de, ab, ex
het huis -- mijn broer = le casa de mi fratre
hij is -- Bilthoven = ille es de Bilthoven
een schilderij -- Van Gogh = un pictura de Van Gogh
de universiteit -- Utrecht = le universitate de Utrecht
sterven -- honger = morir de fame
rood -- woede = rubie de furor
-- zijn pen leven = viver de su pluma
misbruik -- vertrouwen = abuso de confidentia
-- voren af aan = ab initio


van BW

1 de ...
wij nemen er drie -- = nos prende tres de illos
wat zeg je daar nu --? = que dice tu de isto?
hij weet er alles -- = ille cognosce le thema


vanachter BW

1 (van een achterwaarts gelegen plaats weg) de detra
zij komt -- uit de tuin = ille veni del fundo del jardin


vanadiniet ZN

1 vanadinite


vanadium ZN

1 vanadium


vanadiumzuur ZN

1 acido vanadic


vanaf VZ

1 de, desde, depost, ab, a partir de
-- het jaar 1900 tot aan zijn dood = de 1900 (usque) a su morte
van kindsbeen af = desde le infantia
van zijn geboorte af = desde su nascentia
van toen af = desde ille momento
-- hier is het nog vijf kilometer = desde hic il ha ancora cinque kilometros
de winkels zijn -- negen uur open = le magazines aperi a partir de novem horas
-- de tijd dat = depost que


vanavond BW

1 iste vespera/vespere
-- laat = hodie a ultime hora


vanbinnen BW

1 al interior
-- is de buis verroest = le tubo es coperite de ferrugine al interior


vanboven BW

1 (aan de bovenkant) supra
-- zit een knop = supra il ha un button
2 (van een hoger punt) de supra


vanbuiten BW

1 (van de buitenzijde) del exterior
2 (aan de buitenzijde) del exterior
3 (uit het hoofd) de memoria
-- leren = apprender de memoria


vandaag BW

1 hodie
-- nog = hodie mesmo/ipse
-- over acht dagen/een week = de hodie in octo dies
van -- = hodierne
met ingang van -- = a partir de hodie


Vandaal ZN

1 Vandalo
van de --en = vandale, vandalic
invasie van de --en = invasion vandale/vandalic


vandaal ZN

1 (vernieler) vandalo, devastator


vandaals BN

1 vandale, vandalic
--e vernielingen = destructiones vandalic


vandaan BW

1 de ..., de hic, de ci, de la, de illac
waar kom je --? = de ubi veni tu?
waar haal je dat -- = de ubi prende tu isto?


vandaar BW

1 (mbt plaats) de la, de illac
-- is het nog een uur lopen = de la/illac il ha ancora un hora de marcha {sj}
2 (mbt oorzaak) in consequentia


vandalenstreek ZN

1 acto de vandalismo


vandalisme ZN

1 vandalismo


vandalistisch BN

1 vandale, vandalic, vandalistic


vandehands BN

1 de dext(e)ra
het --e paard = le cavallo de dextra


vandoor ZN

1
er -- gaan = fugir, discampar, escampar, monstrar su talones
er met de kas -- gaan = partir con le cassa
hij is er met de vrouw van een ander -- gegaan = ille ha partite con le spo(n)sa de un altere
ik moet er weer -- = io debe partir nunc


vanessa ZN

1 (vlinder) vanessa


vang ZN

1 (rem mbt windmolens) freno del rota


vangarm ZN

1 tentaculo, bracio
--en van een inktvis = tentaculos de un sepia


vangbal ZN

1 balla attrappate


vangen WW

1 attrappar, capturar, sasir, prender
de kat vangt de muizen = le catto attrappa le mures/muses
vis -- = attrappar pisces, piscar
vogels -- = attrappar aves
dieven -- = capturar robatores
de aandacht van de lezers -- = capturar le interesse del lectores
2 (verdienen) ganiar
een geeltje -- per uur = ganiar vinti-cinque florinos per hora
3
twee begrippen onder één woord -- = exprimer duo notiones per un sol parola


vanger ZN

1 persona qui attrappa/sasi/captura/prende


vanggaas ZN

1 rete metallic/protective


vanghaak ZN

1 croc


vanghandschoen ZN

1 (SPORT) miton


vanghek ZN

1 barriera de securitate


vangkuil ZN

1 pedica, trappa


vangnet ZN

1 (om mensen op te vangen) rete de securitate
2 (mbt vogels/vissen) nassa
3 (mbt jacht) rete
4 (mbt torpedo's) paratorpedos


vangrail ZN

1 rail (E)/guarda/barriera de protection/de securitate


vangst ZN

1 captura, (prooi) preda
een goede -- doen = facer un bon captura
2 (van een visser) pisca
een goede -- doen = facer un bon pisca


vangstcijfer ZN

1 total de capturas


vangtijd ZN

1 saison (F) del pisca/de chassa {sj}


vangverbod ZN

1 prohibition/interdiction de captura
2 (van vis) prohibition/interdiction de piscar/de chassar {sj}


vangzeil ZN

1 tela de salvamento


vanhier BW

1 de ci, de hic


vanille ZN

1 (plant) vanilla, (vrucht) vanilla
het smaakt naar -- = isto ha le gusto de vanilla


vanilleachtig BN

1 vanillate


vanillebiscuit ZN

1 biscuit vanillate/al vanilla


vanillebloem ZN

1 flor de vanilla


vanillebloesem ZN

1 flor(es) de vanilla


vanilleboom ZN

1 vanilla


vanilleborstplaat ZN

1 fondant (F) vanillate/al vanilla


vanillechocola ZN

1 chocolate vanillate/al vanilla


vanillecrème ZN

1 crema vanillate/al vanilla


vanille-extract ZN

1 extracto de vanilla


vanillefabriek ZN

1 fabrica de vanilla


vanillegebak ZN

1 pastisseria vanillate/al vanilla


vanillegeur ZN

1 odor de vanilla


vanilleglazuur ZN

1 glacie vanillate


vanillehauw ZN

1 siliqua/silica de vanilla


vanilleijs ZN

1 gelato vanillate/al vanilla


vanillekwekerij ZN

1 (interprisa de) cultura/cultivation de vanilla


vanillelikeur ZN

1 liquor vanillate


vanillemelk ZN

1 lacte vanillate/al vanilla


vanilleplantage ZN

1 plantation de vanillas


vanilleplanter ZN

1 plantator de vanillas


vanillerijst ZN

1 ris vanillate/al vanilla


vanilleroom ZN

1 Zie: vanillecrème


vanillesmaak ZN

1 gusto/sapor de vanilla
met -- = vanillate


vanillestokje ZN

1 siliqua/silica de vanilla


vanillesuiker ZN

1 sucro vanillate, vanilla sucrate


vanilletaart ZN

1 torta vanillate/al vanilla


vanillevergiftiging ZN

1 vanillismo


vanillevla ZN

1 crema dulce vanillate/al vanilla


vanillevrucht ZN

1 fructo de vanilla


vanillewafel ZN

1 wafla vanillate/al vanilla


vanilline ZN

1 vanillina


vanillinefabriek ZN

1 fabrica de vanillina


vaniteit ZN

1 vanitate


vankrachtwording ZN

1 entrata in vigor


vanmiddag BW

1 iste postmeridie


vanmorgen BW

1 iste matino


vannacht BW

1 iste nocte


vanochtend BW

1 iste matino


vanonder BW

1 de sub


vanouds BW

1 desde longe tempore, desde longe annos, traditionalmente
als -- = como de habitude, como semper/sempre, como de vetule tempores


vanuit VZ

1 de, ab, desde, a partir de, (op grond van) super le base de
ik keek -- mijn venster naar beneden = de mi fenestra io reguardava/mirava in basso
-- een gedachte verder denken = disveloppar un pensata/pensamento
-- zijn standpunt gezien is het logisch = desde su puncto de vista illo es logic


vanwaar BW

1 (van welke plaats) de ubi
-- komt hij? = de ubi veni ille?
2 (om welke reden) porque, proque, perque, quare
-- die onzekerheid? = porque iste incertitude?


vanwege VZ

1 (door) per
-- een raadsbesluit = per un decision del consilio
2 (namens) in nomine de, del parte de
3 (wegens) a causa de


vanzelf BW

1 (uit zichzelf) de se
het gaat -- = il va de se
2 (automatisch) automaticamente, spontaneemente
veranderingen die -- plaats vinden = cambiamentos que occurre automaticamente
dat spreekt -- = isto es evidente, isto va sin dicer
3 (natuurlijk) naturalmente, evidentemente


vanzelfsprekend BN

1 natural, evidente, obvie
iets als -- beschouwen = considerar natural un cosa
het is -- dat = il es obvie que


vanzelfsprekendheid ZN

1 naturalitate, evidentia, obvietate


vaporisator ZN

1 vaporisator, pulverisator, nebulisator, atomisator


vaporiseren WW

1 vaporisar, atomisar


V.A.R.

1 (Afk.: Verenigde Arabische Republiek) R.A.U. (= Republica Arabe Unite)


varaan ZN

1 varano


varactor ZN

1 varactor, diodo parametric


varekoe ZN

1 Zie: vaars


varen WW

1 (ALGEMEEN) navigar, ir in nave/barca, vogar
naar Amerika -- = partir/ir a America con le nave
twee uur -- = duo horas de navigation
voor de wind -- = navigar con le venta in poppa
tegen de stroom op-- = navigar contra le currente
in konvooi/onder geleide -- = navigar in convio/convoyo
het schip voer langzaam de haven uit = le nave sortiva lentemente del porto
onder water -- = subnavigar
-- om = circumnavigar, contornar
ten hemel -- = montar/ascender al celo
2 (per schip vervoeren) transportar
hout -- = transportar ligno
3 (zich begeven) ir
ten hemel -- = montar al celo
4
laten -- = lassar cader, abandonar, abdicar, renunciar (a)
een plan laten -- = abandonar/lassar cader un projecto
een idee laten -- = abandonar un idea
alle hoop laten -- = abandonar tote/omne sperantia/spero
5
met een luchtballon -- = viagiar in ballon
6
ergens wel bij -- = trovar su avantage in/a un cosa
7
de duivel is in hem gevaren = ille ha le diabolo in su corpore
8
hoe vaart U? = como sta (vos)?


varen ZN

1 (PLANTK) filice


varenachtig BN

1 filiciforme


varenachtige ZN

1 pteridophyto


varenbed ZN

1 lecto de filice


varenblad ZN

1 folio de filice


varenextract ZN

1 extracto de filice


varenkas ZN

1 estufa de filices


varenkrans ZN

1 corona de filices


varenloof ZN

1 folios de filice


varenprothallium ZN

1 prothallio de filice


varensgast ZN

1 marinero, nauta


varensman ZN

1 Zie: varensgast


varenspore ZN

1 spora de filice


varenstengel ZN

1 pedunculo de filice


varenvormig BN

1 filiciforme


varenwortel ZN

1 rhizoma del filice


varia ZN

1 (mengelwerk) varia, miscellanea


variabel BN

1 variabile, cambiante, instabile, inconstante
--e kosten = costos variabile
-- budget = budget (E) variabile
--e werktijden = horario(s) de labor/de travalio flexibile
lenzen met --e focus = lentes a foco variabile


variabele ZN

1 (WISK, STAT) variabile
afhankelijke -- = variabile dependente
onafhankelijke -- = variabile independente
stochastische -- = variabile stochastic
gecontroleerde -- = variabile controlate
vrije -- = variabile libere
lokale -- = variabile local
2 (COMP) variabile
numerieke -- = variabile numeric


variabelheid ZN

1 variabilitate


variabiliteit ZN

1 variabilitate
genetische -- = variabilitate genetic


variant ZN

1 (afwijkende vorm) variante, variation, (versie) version
een -- op = un variante de
vrije -- = variante libere
stilistische --en = variantes stilistic
dialectische --en = variantes dialectal
2 (gewijzigde lezing) variante, version differente/alternative
3 (dammen, schaken) variante


variantie ZN

1 variantia


variantie-analyse ZN

1 (EC) analyse (-ysis) del variantia/del variationes


variatie ZN

1 (het veranderen, verandering) variation, cambio, cambiamento, modification, (afwijking) deviation, divergentia
biologische -- = variation/deviation biologic
genetische -- = variation genetic
magnetische -- = variation magnetic
(TAAL) combinatore -- = variation combinatori
2 (afwisseling) variation, cambio, cambiamento, diversitate, diversification, varietate
voor de -- = pro variar
ergens -- in brengen = variar/diversificar un cosa
3 (verscheidenheid) variatate, forma, typo, sorta
er is een grote -- aan Franse kazen = il ha un grande variatate de caseos francese
lampen in allerlei --s = lampas de tote sorta de typos/formas
4 (MUZ) variation
--s op een thema = variationes super un thema
thema met --s = thema variate/con variationes
5 (omschrijvende herhaling) variation


variatiecoëfficiënt ZN

1 coefficiente de variation/de deviation


variatiekromme ZN

1 curva de variation


variatierekening ZN

1 calculo de variationes


variëren WW

1 (veranderen) variar, cambiar, diversificar, modificar
zijn voorbeelden -- = diversificar su exemplos
sterk --de prijzen = precios multo variabile, precios subjecte a grande variationes
2 (MUZ) variar


variété ZN

1 varietates


variétéartiest ZN

1 artista de varietates


variétégezelschap ZN

1 compania de varietates


variëteit ZN

1 (verscheidenheid) varietate, diversitate
-- aan kleuren = varietate de colores
2 (BIOL) varietate


variéténummer ZN

1 numero de varietates


variétéprogramma ZN

1 Zie: variétévoorstelling


variététheater ZN

1 theatro de varietates


varietévoorstelling ZN

1 spectaculo/programma de varietates


variola ZN

1 variola


varioliet ZN

1 variolite


variometer ZN

1 variometro


varken ZN

1 porco
zich als een -- gedragen = comportar se como un porco
het -- is op een oor na gevild = le labor/travalio es quasi finite/ultimate


varkensachtig BN

1 porcin


varkensbiefstuk ZN

1 beefsteak (E) de porco


varkensblaas ZN

1 vesica de porco


varkensborstel ZN

1 scopa de seta


varkensdarm ZN

1 intestino de porco


varkensfilet ZN

1 filet (F) de porco


varkensfokker ZN

1 elevator de porcos


varkensfokkerij ZN

1 (het fokken) elevamento de porcos
2 (bedrijf) porcheria


varkensfricandeau ZN

1 fricandeau (F) de porco


varkensgebraad ZN

1 rostito de porco


varkensgehakt ZN

1 carne hachate {sj} de porco


varkensgras ZN

1 polygono avicular


varkenshaar ZN

1 setas de porco


varkenshaas ZN

1 filet (F) de porco


varkensham ZN

1 gambon de porco


varkenshoeder ZN

1 porchero


varkenshok ZN

1 Zie: varkenskot


varkenshouderij ZN

1 Zie: varkensfokkerij


varkenshuid ZN

1 pelle de porco


varkenskarbonade ZN

1 cotelette (F) de porco


varkenskers ZN

1 coronopo


varkenskervel ZN

1 peucedano


varkensklaver ZN

1 Zie: beemdklaver


varkenskop ZN

1 capite/testa de porco


varkenskot ZN

1 porcheria


varkenskotelet ZN

1 cotelette (F) de porco


varkenslapje ZN

1 trencho {sj} de porco


varkensleer ZN

1 pelle de porco


varkensleren BN

1 de pelle de porco


varkenslever ZN

1 ficato de porco


varkensmaag ZN

1 stomacho de porco


varkensmarkt ZN

1 mercato de porcos


varkensmest ZN

1 stercore de porco


varkensmester ZN

1 Zie: varkensfokker


varkensmesterij ZN

1 Zie: varkensfokkerij


varkensoogjes ZN MV

1 oculos porcin/de porco


varkensoor ZN

1 aure de porco


varkensoortje ZN

1 (zwam) peziza onotic


varkenspest ZN

1 peste porcin


varkenspoot ZN

1 pede de porco


varkensras ZN

1 racia porcin


varkensreuzel ZN

1 grassia de porco, axungia


varkensrib ZN

1 costa de porco


varkensrollade ZN

1 carne rolate de porco


varkensslachter ZN

1 Zie: varkensslager


varkensslachterij ZN

1 Zie: varkensslagerij


varkensslager ZN

1 macellero porcin/de porcos


varkensslagerij ZN

1 macelleria porcin/de porcos


varkenssnuit ZN

1 muso de porco


varkensstaart ZN

1 cauda de porco


varkensstal ZN

1 Zie: varkenskot


varkensstapel ZN

1 numero de porcos


varkenstong ZN

1 lingua de porco


varkenstrog ZN

1 alveo/trogo/mangiatoria de porco


varkensvet ZN

1 Zie: varkensreuzel


varkensvlees ZN

1 (carne de) porco


varkensvoer ZN

1 alimento/nutrimento de/pro porcos


varkensworst ZN

1 salsicia


varkensziekte ZN

1 maladia porcin


varmeter ZN

1 varmetro


varsity ZN

1 regata(s) interuniversitari


Varus ZN EIGN

1 Varo


vasculair BN

1 vascular, vasculose
het -- zijn = vascularitate


vascularisatie ZN

1 vascularisation


vasculariseren WW

1 vascularisar


vasectomie ZN

1 vasectomia


vaseline ZN

1 vaselina
met -- insmeren = vaselinar


vaselinepot ZN

1 potto de vaselina


vasocompressor ZN

1 hypertensivo


vasoconstrictie ZN

1 vasoconstriction


vasoconstrictor ZN

1 vasoconstrictor


vasodepressor ZN

1 vasodepressor


vasodilatatie ZN

1 vasodilatation


vasodilator ZN

1 vasodilatator


vasoligatuur ZN

1 vasoligatura, ligatura de un vascello sanguine


vasomotie ZN

1 vasomotion


vasomotoren ZN

1 nervos vasomotor


vasomotorisch BN

1 vasomotor


vasopressine ZN

1 vasopressina


vasotomie ZN

1 vasotomia


vast BN

1 (niet beweeglijk/verplaatsbaar) fixe, immobile
--e brug = ponte fixe
--e katrol = polea fixe
--e as = axe fixe
-- punt = puncto fixe, (TECHN) puncto fiducial
-- zitten = esser fixe
2 (niet van plaats/richting veranderend) fixe, stabile, stationari
-- kapitaal = capital fixe
--e pariteit = paritate fixe
zonder --e woon- of verblijfplaats = sin domicilio fixe, ambulante
--e sterren = stellas fixe
--e satelliet = satellite stationari
met --e blik aankijken = fixar le oculos/reguardo super
het schip ligt -- op het water = le nave ha un grande stabilitate
niet meer -- op zijn benen (kunnen) staan = non plus tener super su gambas, esser instabile super su pedes
3 (niet gemakkelijk te onderbreken, niet vervloeiend) fixe, firme, definite, determinate, continue, persistente
--e slaap = somno profunde
-- omlijnd = ben definite
--e gedragslijn = linea de conducta determinate
het plan begint --e vormen aan te nemen = le projecto comencia a profilar se/a prender forma
4 (niet weifelend) firme, decidite, resolute
met een --e hand = con un mano firme
met een --e stem = con un voce firme
die tandarts heeft een --e hand = iste dentista ha un mano secur
-- in de leer = firme de fide
5 (onwankelbaar) firme, immutabile
-- geloof = fide firme
-- besluit = resolution firme
het --e voornemen hebben om = haber le intention firme de
ik ben er -- van overtuigd dat = io es firmemente convincite que, io ha le conviction firme que
iets -- geloven = creder firmemente un cosa
iets -- beloven = promitter firmemente un cosa
hij rekende -- op succes = ille esseva certe de successo
6 (onbetwijfelbaar) incontestabile, indubitabile, secur, certe
hij komt -- = ille veni certemente/securmente
7 (onveranderlijk) fixe, invariabile, firme, durabile
--e feestdag = festa fixe
-- salaris = salario fixe
--e kosten = costos fixe
-- bedrag = amonta fixe
-- tarief = tarifa fixe
--e datum = data fixe
--e halte/stopplaats = halto fixe/obligatori/compulsori
--e prijs = precio fixe
--e kleuren = colores firme/durabile
-- weer = tempore stabile
--e markt = mercato firme
--e maten = mesuras determinate/standard (E)
met --e tussenpozen = a intervallos regular/determinate
dat gebeurt op een -- uur = isto ha loco a un hora fixe
--e verbinding = (vervoer) linea/servicio regular
8 (permanent) permanente, fixe, constante, stabile
--e correspondent = correspondente permanente
--e aanstelling = appunctamento permanente
in --e dienst zijn = haber un appunctamento permanente
-- betrekking = empleo fixe/permanente/stabile/regular
-- personeel = personal permanente
--e commissie = commission/commitee (E) permanente
-- adres = adresse (F) fixe
--e gewoonte = habito fixe
--e klanten = clientes fidel/regular
--e bezoeker = frequentator regular
--e schuld = debita fixe
--e rente = interesse fixe
--e woonplaats = domicilio fixe
-- werk = labor/travalio regular
--e gast = hospite regular
--e verkering = partner (E) fixe
--e planten = plantas perenne
--e uitdrukking = expression consecrate
dat behoort tot zijn --e aardigheden = isto pertine a su repertorio constante
9 (compact) firme, consistente, compacte, solide
--e massa = massa compacte
--e stof = substantia compacte/solide, solido
--e lichamen = corpores solide
--e toestand = stato solide
-- voedsel = alimentos solide
--e korst van de aarde = crusta solide del terra, lithosphera
10 (goed houdend) solide, firme, bon
-- geheugen = memoria retentive
hij heeft een --e greep op de zaak = ille maestra le situation
iets -- in handen hebben = haber le cosas ben in mano
11 (stevig) solide, firme, resistente
--e constructie = construction solide/firme
--e grondslag = base solide/firme
een --e greep houden op = haber un prisa firme super
12 (goed bevestigd) fixe, ben attachate {sj}
--e banden = ligamines solide
(DRUKK) --e rug = dorso fixe
aan iets -- zitten = esser attachate a un cosa
13 (niet slap) solide, firme, dur
(FIG) --e grond onder de voeten hebben = (op bekend terrein zijn) cognoscer le terreno
de teugels -- in handen hebben = tener le redinas
14 (van kracht blijvend) indissobubile, permanente
--e afspraak = accordo permanente/indissolubile
--e regel = regula fixe


vastbakken WW

1 (aanbakken) attachar {sj} se (al fundo)
2
(FIG) vastgebakken zitten aan = non poter liberar se de


vastberaden BN

1 firme, resolute, decise, decidite, determinate, adamante
-- toon = tono firme
-- antwoorden = responder resolutemente/con determination
zich -- tonen = monstrar determination
-- handelen = ager con firmessa


vastberadenheid ZN

1 firmessa, resolution, decision, determination


vastbesloten BN

1 Zie: vastberaden


vastbeslotenheid ZN

1 Zie: vastberadenheid


vastbijten WW

1
(ook FIG) (zich vasthechten) zich -- = attachar {sj} se (a), non laxar


vastbinden WW

1 attachar {sj}, fixar, ligar, alligar, nodar, (SCHEEP) ammarrar
een hond -- = attachar un can
iets met touwen -- = fixar con cordas, cordar un cosa


vastbouten WW

1 bulonar


vastdraaien WW

1 (draaiend vastmaken) stringer, serrar, vitar, fixar
schroeven -- = stringer/serrar vites
2 (dichtdraaien) clauder


vastdrukken WW

1 serrar
het -- = serramento


vasteland ZN

1 (landmassa) continente
het -- van Europa = le Europa continental
2 (de vaste wal) terra firme


vastelander ZN

1 habitante del continente


vastelands BN

1 continental


vastelandsklimaat ZN

1 climate continental


vasten ZN

1 (R.K.) quaresima
van de -- = quaresimal
eerste zondag van de -- = quadragesima
2 (het zich onthouden van voedsel) jejuno, abstinentia


vasten WW

1 (zich onthouden van voedsel) jejunar, privar se de nutrimento
het -- = jejuno
stoppen/ophouden met -- = disjejunar
2 (R.K.) jejunar, facer quaresima, quaresimar


vastenavond ZN

1 martedi grasse/de carnaval


vastenavond(s)feest ZN

1 festa de martedi grasse


vastenavond(s)gebruik ZN

1 uso/more de martedi grasse


vastenavond(s)klucht ZN

1 farce (F)/farsa de martedi grasse


vastenavond(s)vermaak ZN

1 amusamento de martedi grasse


vastenbrief ZN

1 littera pastoral de quaresima/al occasion del quaresima


vastendag ZN

1 die/jorno magre/de jejuno/de quaresima


vasten- en onthoudingsdag ZN

1 die/jorno de abstinentia e jejuno


vastenmaand ZN

1 mense del quaresima


vastenprediker ZN

1 predicator de quaresima


vastenpreek ZN

1 sermon de quaresima


vastenritueel ZN

1 ritual de quaresima


vastentijd ZN

1 tempore de quaresima, quaresima


vastentrommel ZN

1 cassa de quaresima


vastenweek ZN

1 septimana del quaresima


vastenwet ZN

1 lege del jejuno


vastenzondag ZN

1 dominica del quaresima


vaster ZN

1 jejunator


vastgehecht BN

1
-- zitten = adherer


vastgespen WW

1 buclar, attachar {sj}/serrar con un bucla
een autogordel -- = buclar un cinctura de auto(mobile)


vastgesteld BN

1 definite, determinate


vastgeworteld BN

1 multo radicate
-- vooroordeel = prejudicio establite, prejudicio solidemente/multo radicate


vastgoed ZN

1 benes immobile/immobiliari


vastgoeddeskundige ZN

1 experto de benes immobile/immobiliari


vastgrijpen WW

1 sasir
iets stevig -- = sasir un cosa firmemente
de drenkeling greep zich aan de reddingsboei vast = le necante ha sasite le boia de salvamento/salvation


vastgroeien WW

1 junger se, unir se, attachar {sj} se, adherer se


vasthaken WW

1 agrafar, attachar {sj} (con un agrafe/con un croc)
een caravan aan de auto -- = attachar un caravana al auto(mobile)


vasthechten WW

1 fixar, figer, affiger, affixar, attachar {sj}, (vastplakken) collar, (naaien) suer


vastheid ZN

1 firmessa, (compactheid) consistentia, (onveranderlijkheid) fixitate, invariabilitate, permanentia, (stevigheid) soliditate
-- van stem = firmessa de voce
-- van een blik = fixitate de un reguardo
-- van karakter = firmessa de character
-- van een pudding = consistentia de un pudding (E)
-- van de wind = stabilitate del vento, vento stabile
-- van traditie = permanentia/durabilitate/soliditate de tradition


vastheidsproef ZN

1 essayo/test (E) de resistentia


vasthouden WW

1 (beethouden) tener, retener, (in arrest houden) detener
iemands aandacht -- = retener/caper le attention de un persona
iemands hand -- = tener le mano de un persona
houd het touw goed vast = tene ben le corda
2 (SPORT) blocar
3 (in zijn bezit houden) guardar, conservar, detener
4 (vast blijven zitten) attachar {sj} se (a), adherer (a)
5 (FIG) persister (in), perseverar (a), attachar {s} se (a), restar/remaner fidel (a)
aan een beginsel -- = attachar se a un principio
hardnekkig blijven -- aan zijn plannen = persister in su projectos


vasthoudend BN

1 (volhoudend) perseverante, persistente, tenace, obstinate
2 (conservatief) conservative, conservatori


vasthoudendheid ZN

1 perseverantia, perseveration, persistentia, obstination, tenacitate


vastigheid ZN

1 stabilitate, securitate
-- hebben = haber un sentimento de securitate


vastkakigen ZN MV

1 plectognates


vastketenen WW

1 attachar {sj}/alligar con un catena/con catenas, incatenar


vastkitten WW

1 attachar {sj} con mastico, masticar, (met lijm vastmaken) collar


vastklampen WW

1 fixar con crampas, crampar
zich aan een traditie -- = attachar {sj} se a un tradition


vastklemmen WW

1 (vastzetten) serrar, pinciar
de deur was vastgeklemd = le porta esseva serrate
2
zij klemt zich wanhopig vast aan haar familie = illa se crampa desperatemente a su familia


vastkleven WW

1 (klevend aaneenhechten) collar, fixar con colla
2 (plakken) collar (a), adherer (a), attachar {sj} se (a)


vastklinken WW

1 rivetar
het -- = rivetage
iemand die vastklinkt = rivetator


vastkluisteren WW

1 incatenar, ligar, attachar {sj}


vastknijpen WW

1 Zie: vastklemmen


vastknopen WW

1 (knopend vastmaken) attachar {sj} con buttones, buttonar
2 (met een knoop verbinden) nodar
3 (door middel van een touw vastmaken) attachar {sj} con un corda, ligar
4
(FIG) er een dagje aan -- = restar/remaner un die de plus, prolonger su sojorno de 24 horas
(FIG) ergens geen touw aan vast kunnen knopen = non comprender/intender nihil de nihil


vastkoeken WW

1 attachar {sj} se/collar (al fundo del casserola)


vastkruien WW

1 obstruer se


vastlakken WW

1 Zie: dichtlakken


vastleggen WW

1 (vastmaken) attachar {sj}, fixar, figer, affixar, affiger, (vastmeren) ammarrar
een hond -- = attachar un can
duinen -- = stabilisar dunas
een schip -- aan de kade = ammarrar un nave
2 (mbt kapitaal) investir a longe termino, immobilisar
zich nergens op -- = tener su optiones aperte
zich niet -- = restar/remaner evasive
3 (registreren) registrar, notar, fixar
op een plaat/band -- = registrar super/in un disco/banda
iets in zijn geheugen -- = fixar un cosa in su memoria
4 (door omschrijving bepalen) fixar, determinar, definir, establir, (bedingen) stipular
vooraf -- = predeterminar, predefinir
beginselen -- = establir principios
schuld -- = determinar culpabilitate
regels -- in wetten = fixar/establir regulas in leges
iets schriftelijk -- = fixar/stipular un cosa per scripto
in het contract was vastgelegd dat = il ha essite stipulate in le contracto que
de vastgestelde tijd = le tempore/hora fixate


vastliggen WW

1 (aan een touw gebonden zijn) esser attachate {sj}, (mbt schip) esser ammarrate
het schip ligt vast aan de kade = le nave es ammarrate
2 (zo liggen dat verplaatsing moeilijk is) esser immobilisate
het schip ligt vast in het ijs = le nave es immobilisate in le glacie
3 (vastgelegd zijn) esser fixate/determinate/stipulate
mijn geld ligt vast = io ha investite mi moneta a longe termino


vastlijmen WW

1 fixar con colla, collar


vastlopen WW

1 (in zijn beweging gestuit worden) blocar se
de motor is vastgelopen = le motor se ha blocate
het schip is vastgelopen = le nave ha naufragate al litore, le nave ha arenate
de onderhandelingen zijn vastgelopen = le negotiationes es in un impasse (F)


vastmaken WW

1 attachar {sj}, fixar, affixar, figer, affiger, alligar, (met veter --) laciar, (van schip) ammarrar
weer -- = reattachar {sj}
het weer -- = reattachamento {sj}
iets aan een spijker -- = fixar un cosa a un clavo
iets aan een touwtje -- = attachar un cosa a un funiculo
zijn schoenen -- = laciar se le scarpas/le calceos
maak uw gordels vast! = attacha vostre cincturas!


vastmaking ZN

1 fixation


vastmeren WW

1 ammarrar
het -- = ammarrage


vastmetselen WW

1 fixar con masoneria, cementar


vastnaaien WW

1 suer insimul


vastnagelen WW

1 clavar, fixar con clavos, (met klinknagels) rivetar
hij stond aan de grond vastgenageld = ille esseva rivetate al solo


vastnieten WW

1 agrafar


vastomlijnd BN

1 precise, ben definite, ben determinate, univoc
--e plannen = planos/projectos univoc/ben definite


vastpakken WW

1 impugnar, sasir, prender


vastpinnen WW

1 incaviliar


vastplakken WW

1 (met kleefstof vastmaken) collar
een postzegel -- = collar un timbro postal
2 (vast blijven kleven) collar (a), adherer (a)


vastpraten WW

1 reducer al silentio
zich -- = contradicer se, cader in contradictiones


vastprikken WW

1 (met spelden) attachar {sj} con spinulas, (met punaises) attachar {sj} con cimices


vastraken WW

1 Zie: vastlopen


vastrecht ZN

1 tarifa base/basic/fixe, amonta fixe


vastrijgen WW

1 attachar {sj} con lacias, laciar


vastroesten WW

1 coperir se de ferrugine, adherer per ferrugine, oxydar se


vastschroeven WW

1 vitar, fixar con un vite


vastsjorren WW

1 ammarrar, cordar


vastsnoeren WW

1 stringer
het -- = strictura


vastspelden WW

1 attachar {sj}/fixar con un spinula/con spinulas


vastspijkeren WW

1 clavar, fixar con clavos


vaststaan WW

1 (niet wankelen) esser ben fixate, esser firme, esser stabile
die ladder staat niet vast = iste scala non es ben ponite
2 (zeker zijn) esser certe, esser secur, constar
dat staat voor mij vast = io es certe de isto
3 (onveranderlijk zijn) esser fixe, esser definitive
mijn besluit staat vast = mi decision es definitive


vaststaand BN

1 (niet betwist wordend) certe, secur, indisputabile, incontestabile
-- feit = facto secur
--e uitdrukking = expression consecrate
2 (definitief) certe, definitive
--e datum = data certe
--e prijzen = precios fixe
3 (permanent bevestigd) permanente
een -- net = un rete permanente


vaststampen WW

1 fullar


vaststeken WW

1 attachar {sj} (con un spinula/con spinulas)


vaststellen WW

1 (afspreken, bepalen) fixar, establir, stabilir, determinar, assignar, appunctar, taxar
een datum -- = fixar un data
een prijs -- = fixar/establir/stabilir un precio
de waarde van een huis -- = taxar le valor de un casa
de voorwaarden -- = fixar/stipular le conditiones
een norm -- = fixar un norma
een dividend -- = fixar un dividendo
de schade -- = fixar/establir/stabilir/determinar le damno
de tijd -- = fixar le tempore
een termijn -- = fixar un termino
vooruit -- = preestablir, prestabilir, prefiger, prefixar
de vastgestelde tijd = le tempore appunctate
2 (constateren) constatar, establir, stabilir
3 (zich zekerheid verschaffen) establir, stabilir, determinar, definir
de doodsoorzaak -- = establir/stabilir/determinar le causa del morte
de identiteit -- = establir/stabilir le identitate


vaststelling ZN

1 (afspraak, bepaling) fixation, establimento, stabilimento, appunctamento, (beschrijving) definition, determination
-- van de feiten = establimento/stabilimento del factos
-- van de voorwaarden = fixation del conditiones
2 (voorschrift, besluit) decision
3 (constatering) constatation


vaststrikken WW

1 attachar {sj} con lacios, laciar, nodar


vasttrappen WW

1 fullar


vasttreden WW

1 fullar


vastvriezen WW

1 gelar, congelar se
2 (ingevroren raken) esser blocate in le glacie


vastwording ZN

1 solidification


vastzetten WW

1 (vast doen staan) fixar, figer, affiger, affixar, attachar {sj}, (met spijker) clavar, (van schip) ammarrar
zich in het geheugen -- = fixar se/gravar se in le memoria
de remmen -- = blocar le frenos
zijn fiets aan een paal -- = ligar le bicycletta a un palo
2 (GELDW) deponer, immobilisar
3 (in de gevangenis zetten) mitter in prision/carcere, imprision, incarcerar
4 (schaakspel, damspel) blocar
5 (klempraten) reducer al silentio
6 depositar se
het sediment heeft zich vastgezet = le sedimento se ha depositate


vastzitten WW

1 (niet verder kunnen) esser fixate, esser immobilisate, esser blocate
in de modder -- = esser blocate in le fango
die spijker zit behoorlijk vast = iste clavo es ben fixate
het schip zit vast op een bank = le nave es insablate/arenate
in het verkeer -- = esser blocate in le traffico
2 (vastgehecht zijn) esser fixate, esser attachate {sj}
het vruchtvlees zit om de vrucht vast = le carne del fructo adhere al nucleo
(FIG) daar zit heel wat aan vast = le cosa es multo complexe, le cosa non es simple
(FIG) met alles wat er aan vastzit = con tote su implicationes
daar zit een groot risico aan vast = isto involve un grande risco
3 (in gevangenschap zitten) esser in prision/in carcere
hij heeft een jaar vastgezeten = ille ha passate un anno in prision
4 (in moeilijkheden zitten) esser in difficultates, esser in un impasse (F)
5 (gebonden zijn aan) non poter disfacer se/disdicer se de
aan die belofte zat hij nu eenmaal vast = ille non poteva disdicer se de iste promissa


vastzuigen WW

1 attachar {sj}/adherer per suction
zich -- = attachar se per suction


vat ZN

1 (greep, houvast) prisa
-- hebben = haber prisa
-- op iets krijgen = comenciar a comprender/intender un cosa
-- hebben op iemand = haber influentia super un persona
2 cupa, barril, barrica, tonna, tonnello, vaso, vasculo, botte, recipiente, reservoir (F)
-- bier = barril de bira
-- boter = barril de butyro
-- haring = barril/barrica de haringos
bier uit het -- = bira de barril
-- petroleum = barrica/barril de petroleo
uitverkoren -- = vaso de election
heilige --en = vasos sacrate
communicerende --en = vasos communicante
bodemloos -- = botte sin fundo
in --en doen = invasar
-- van een distilleerkolf = recipiente de un alambic
hij is een -- vol tegenstrijdigheden = ille es un persona plen de contradictiones/un cumulo de contradictiones
3 (inhoudsmaat voor olie: 158,98 liter) barril
-- olie = barril de oleo
4 (BIOL) vaso, vasculo
verstopte --en = vasos clause
verwijde --en = vasos dilatate
capillaire --en = vasos capillar


vatbaar BN

1 (gemakkelijk aangetast kunnende worden) sensibile, susceptibile, subjecte, propense, pron
-- voor wijzigingen = subjecte a modificationes
hij is zeer -- voor kou = ille es multo sensibile/propense/pron al frigido
2 (ontvankelijk) sensibile, receptive, accessibile, subjecte (a), aperte (a)
-- zijn voor rede = esser accessibile/aperte al ratio, esser rationabile
voor tweeërlei uitleg -- = ambigue
deze feiten zijn maar voor één interpretatie -- = iste factos admitte un sol interpretation
-- voor indrukken = impressionabile
3 (geschikt) susceptibile, capace (de), apte (a), propre (a)
voor verbetering -- zijn = esser susceptibile/capace de (a)melioration, esser corrigibile/perfectibile/(a)meliorabile
-- voor beschaving = civilisabile
-- voor beïnvloeding = influentiabile
-- voor genezing = sanabile
-- voor verwezenlijking = realisabile


vatbaarheid ZN

1 (gevoeligheid) sensibilitate, susceptibilitate, pronitate
2 (ontvankelijkheid) sensibilitate, receptivitate, predisposition
-- voor indrukken = impressionabilitate
3 (geschiktheid) aptitude


vatbier ZN

1 bira del/in barril


vatboter ZN

1 butyro del/in barril


vatduig ZN

1 dova de barril/tonna


vaten WW

1 mitter in barriles/tonnas, intonnar


vatenfabriek ZN

1 fabrica de barriles/tonnas


vatenmaker ZN

1 Zie: kuiper-1


vatenrijkdom ZN

1 (BIOL) vascularitate


vatenwasser ZN

1 lavator de plattos


vathout ZN

1 ligno pro barriles/pro tonnas/pro dovas


Vaticaan ZN EIGN

1 Vaticano
specialist inzake het -- = vaticanista
het verdrag met het -- = le tractato con le Vaticano, le concordato


Vaticaans BN

1 vatican
--e bibliotheek = bibliotheca vatican
-- concilie = concilio vatican
--e heuvel = Vaticano


Vaticaanstad ZN

1 Citate Vatican/del Vaticano


vaticanist ZN

1 vaticanista


vatkraan ZN

1 valvula de barril/tonna


vatkurk ZN

1 corco de barril/tonna


vatsleutel ZN

1 clave de barril/tonna


vatsmaak ZN

1 gusto de barril


vatten WW

1 (aangetast worden) attrappar, prender
kou -- = prender frigido
vuur/vlam -- = prender foco, inflammar se, incendiar se
2 (beetpakken) sasir, prender, impugnar
iemand in zijn kraag -- = prender un persona al collo
iemand bij de hand -- = prender un persona per le mano, prender le mano de un persona
de koe bij de horens -- = prender le tauro per le cornos
er eentje -- = prender un vitro
moed -- = prender corage
vuur -- = prender foco
de slaap niet kunnen -- = non poter trovar le somno
3 (begrijpen, doorzien) comprender, sasir, penetrar
4 (vangen) attrappar, sasir, capturar, prender
dat zeil wil geen wind -- = iste vela non prende le vento
5
een edelsteen -- = incastrar un petra preciose
een schilderij -- = inquadrar un pictura
dat is niet in woorden te -- = isto es indicibile/inexprimibile


vatting ZN

1 incastratura, montatura


vaudeville ZN

1 vaudeville (F)
schrijver van --s = vaudevillista {oo}


vaudevillist ZN

1 vaudevillista {oo}


vazal ZN

1 (leenman) vassallo
staat van -- = vassalitate


vazallenplicht ZN

1 deber del vassallage


vazalliteit ZN

1 vassallage


vazalschap ZN

1 vassallage


vazalstaat ZN

1 stato vassallo/tributari, satellito


vazencollectie ZN

1 collectie de vasos


vazenverzameling ZN

1 Zie: vazencollectie


v. Chr.

1 (Afk.: voor Christus) ante Christo


vechtarend ZN

1 polemeto bellicose


vechten WW

1 luctar, combatter, battaliar, batter se
tegen de slaap -- = defender se/luctar contra le sopor/le somno
tegen de vijand -- = combatter le inimico
man tegen man --- = luctar corpore a corpore
-- als een leeuw = batter se como un leon


vechter ZN

1 battaliator, luctator, combattente


vechterij ZN

1 Zie: vechtpartij


vechtersbaas ZN

1 battaliator, luctator
2 (ruziezoeker) querelator, disputator


vechtfilm ZN

1 film (E) de action/plen de violentias, film (E) de guerra


vechtgraag BN

1 zie: strijdlustig


vechtgroep ZN

1 gruppo de combatto


vechthaan ZN

1 gallo de combatto


vechthouding ZN

1 position de combatto


vechtjas ZN

1 Zie: vechtersbaas-1


vechtlust ZN

1 combattivitate, aggressivitate, pugnacitate, bellicositate, spirito combattive/bellicose


vechtlustig BN

1 combattive, bellicose, aggressive, pugnace


vechtlustigheid ZN

1 combattivitate, bellicositate, aggressivitate, pugnacitate


vechtmethode ZN

1 methodo de combatto


vechtpartij ZN

1 battalia, combatto, rixa
de discussie eindigde in een -- = le discussion finiva con un rixa


vechtsport ZN

1 sport (E) de combatto/de lucta


vechttechniek ZN

1 technica de combatto


vechtwagen ZN

1 carro de combatto/de assalto, tank (E)


vector ZN

1 (grootheid) vector
vrije -- = vector libere
axiale -- = vector axial
covariante -- = vector covariante
coplanaire --en = vectores coplanar
magnetische -- = vector magnetic
orthogonale -- = vector orthogonal
polaire -- = vector polar
magnetische -- = vector magnetic
-- van de eerste kromming = vector del prime curvatura
norm van een -- = norma de un vector
2 (drager van besmetting) vector


vectoralgebra ZN

1 algebra vectorial


vectoranalyse ZN

1 analyse (-ysis) vectorial


vectordiagram ZN

1 diagramma vectorial


vectorgolf ZN

1 unda de vector
magnetische -- = unda de vector magnetic


vectorieel BN

1 vectorial
--e ruimte = spatio vectorial


vectorprodukt ZN

1 producto vectorial


vectorrekening ZN

1 calculo vectorial


vectorruimte ZN

1 spatio vectorial


vectorsom ZN

1 summa vectorial/de vectores


vectorstroom ZN

1 fluxo de vector


vectorveld ZN

1 campo vectorial/de vectores


vectorvergelijking ZN

1 equation vectorial


veda ZN

1 veda


vedel ZN

1 viella


vedelaar ZN

1 sonator del viella, persona qui sona le viella


vedelen WW

1 sonar le viella


vedelspel ZN

1 musica de viella


veder ZN

1 pluma


vederachtig BN

1 plumose


vederbal ZN

1 volante


vederbed ZN

1 lecto de plumas


vederbedekking ZN

1 copertura de plumas


vederbekleding ZN

1 revestimento de plumas


vederbont ZN

1 pellicia de plumas


vederbos ZN

1 plumage, (op helm) pennachio


vederdistel ZN

1 circio palustre


vederdos ZN

1 plumage


vedergewicht ZN

1 (SPORT) (categoria) peso pluma
2 (SPORT) (bokser) boxator de peso pluma


vedergras ZN

1 stipa pennate


vederhoed ZN

1 cappello a pluma(s)


vederkleed ZN

1 Zie: vederbedekking


vederkruid ZN

1 myriophyllo


vederkussen ZN

1 cossina de plumas


vederlicht BN

1 legier como un pluma, legierissime


vederloos BN

1 sin plumas, displumate


vedermot ZN

1 pterophoro


vederstapelwolk ZN

1 cirrocumulo


vedertooi ZN

1 ornamento de plumas


vedervlieg ZN

1 volucella


vedervormig BN

1 (PLANTK) penniforme, pennate


vederwolk ZN

1 cirro


vederwolkachtig BN

1 cirriforme


vedette ZN

1 star (E)


vedisch BN

1 vedic, del vedas
--e godsdienst = religion vedic, vedismo
--e periode = periodo vedic


vedisme ZN

1 vedismo


vee ZN

1 bestial, bestias
kudde -- = grege de bestial/de bestias
gehoornd -- = bestial cornute
gewold -- = bestial de lana
-- houden = elevar bestial
het houden van -- = elevamento de bestial
het -- drenken = abiberar le bestial
vijftig stuks -- = cinquanta testas/capites de bestial


veearts ZN

1 medico veterinari, veterinario


veeartsenijkunde ZN

1 medicina veterinari


veeartsenijkundig BN

1 veterinari


veeartsenijschool ZN

1 schola veterinari


veeauto ZN

1 camion (pro le transporto) de bestial/bestias


veebedrijf ZN

1 ferma de bestial


veebeslag ZN

1 (tote le) bestial (de un ferma)


veebezetting ZN

1 Zie: veebeslag


veeboer ZN

1 fermero de bestial


veeboerderij ZN

1 ferma de bestial


veeboot ZN

1 nave pro le transporto de bestial/bestias


veedief ZN

1 robator/fur de bestial/bestias


veediefstal ZN

1 robamento/furto de bestial/bestias


veedieverij ZN

1 Zie: veediefstal


veedrijver ZN

1 vacchero, bovero


veefokken WW

1 elevar bestial


veefokker ZN

1 elevator de bestial


veefokkerij ZN

1 (het fokken) elevamento de bestial
2 (bedrijf) ferma de bestial


veeg ZN

1 (het vegen) (van bezem) colpo de scopa, (van borstel) colpo de brossa, (met penseel) colpo de pincel
geef hier nog een --(je) = da ancora un parve colpo hic
2 (klap) colpo
3 (vlek) macula
vuile --en op het papier = maculos super le papiro
4
een -- uit de pan krijgen/geven = reciper/dar un reprimenda


veeg BN

1 (de dood nabij) periculose, critic, fatal
het --e lijf redden = salvar le vita/le pelle
2 (onheilspellend) de mal augurio
-- teken = mal omen (L), mal indicio


veegmachine ZN

1 machina a/de scopar


veegsel ZN

1 scopatura


veegwagen ZN

1 Zie: veegmachine


veehandel ZN

1 commercio de bestial/bestias


veehandelaar ZN

1 mercante/commerciante de bestial/bestias


veehoeder ZN

1 guardiano/conductor de bestias, vacchero, bovero


veehouder ZN

1 Zie: veefokker


veehouderij ZN

1 Zie: veefokkerij
2 (bedrijf) ferma de bestial


veehoudersbedrijf ZN

1 ferma de bestial


veekering ZN

1 clausura


veekoek ZN

1 torta de forrage/de lino


veekoekenfabriek ZN

1 fabrica de tortas de forrage/de lino


veekoopman ZN

1 Zie: veehandelaar


veekoper ZN

1 Zie: veehandelaar


veekraal ZN

1 corral


veel BN

1 multe, plure, numerose
te -- = nimie
niet -- = pauc, poc
zeer -- = plurime, multissime
--e jaren = multe annos
zij had -- geduld = illa habeva multe patientia
zeer -- boeken = multissime libros


veel BW

1 multo
te -- = nimis, troppo
niet -- = pauco, poco
zeer -- = multissimo
ik lees -- = io lege multo
-- bekritiseerd = multo criticate


veel ZN

1 multo
er bleef niet -- over = il non ha restate/remanite multo


veeladerig BN

1 plurifilar
--e kabel = cablo plurifilar


veelal BW

1 (gewoonlijk) in general, generalmente, communmente
2 (grotendeels) le plus sovente, in grande parte, in major parte


veelarm ZN

1 polypo


veelarmig BN

1 a/de multe/plure bracios


veelassig BN

1 a/de multe/plure axes


veelatomig BN

1 polyatomic


veelbeduidend BN

1 significative


veelbelovend BN

1 que/qui promitte (multo), promittente, promissori, auspiciose
een --e toekomst = un futuro promissori
--e student = studente promittente
--e leerlingen = alumnos promissori
een --e skiër = un promissa del ski
-- zijn = promitter


veelbemind BN

1 Zie: veelgeliefd


veelbesproken BN

1 multo discutite, multo commentate
een -- boek = un libro multo discutite


veelbetekenend BN

1 significative, significante, significator, eloquente, evocatori, expressive
-- zwijgen = silentio expressive/eloquente/significative, (slecht voorteken) silentio ominose
-- gebaar = gesto evocatori/expressive


veelbetwist BN

1 multo disputate


veelbewogen BN

1 accidentate, agitate, turbulente, movimentate
-- leven = vita accidentate/agitate/movimentate


veelbezocht BN

1 multo visitate, (multo) frequentate


veelbladig BN

1 multifoliate, (kroon) polypetale, (kelk) polysepale


veelbloemig ZN

1 multiflor
-- salomonszegel = polygonato multiflor


veelbroederig BN

1 polydelphe


veelcellig BN

1 (PLANTK) multicellular, pluricellular, polycellular
-- organisme = organismo multicellular
2 (PLANTK, DIERK) multilocular


veelcelligheid ZN

1 (PLANTK) multicellularitate, pluricellularitate


veelcijferig BN

1 a/de multe cifras


veeldelig BN

1 que ha varie/multe partes, multipartite


veeldoornig BN

1 (PLANTK) polycanthe


veelduidig BN

1 plurivoc


veelduidigheid ZN

1 plurivocitate


veeleer BW

1 plus tosto, potius
hij is -- zwak dan slecht = ille es plus debile que mal
hij zou -- armoe lijden dan iemands gunst te vragen = ille prefereva esser in le miseria plus tosto que de demandar un favor a un persona


veeleisend BN

1 (multo) exigente, incontentabile, difficile de contentar
een -- publiek = un publico exigente
een --e klant = un cliente incontentabile
wat mannen betreft is se erg -- = con le homines illa es multo difficile


veeleisendheid ZN

1 exigentia, incontentabilitate


veelfasensysteem ZN

1 systema polyphasate


veelfasig BN

1 polyphasate, polyphase, polyphasic, multiphase


veelgebruikt BN

1 multo usate


veelgehoord BN

1 multo audite


veelgelezen BN

1 multo legite
-- auteur = autor multo legite


veelgeliefd BN

1 multo amate, amatissime


veelgeprezen BN

1 multo laudate


veelgeroemd BN

1 multo laudate


veelgevraagd BN

1 multo demandate


veelgodendom ZN

1 polytheismo
het Griekse -- = le polytheismo grec


veelgoderij ZN

1 Zie: veelgodendom


veelheid ZN

1 (WISK) multiplicitate
2 (groot aantal) multiplicitate, profusion, grande numero, abundantia, pluralitate
een -- van oorzaken = un multiplicitate de causas
-- van woorden = profusion/abundantia de parolas
-- aan invalshoeken = multitude de aspectos
3 (het samengesteld zijn, samengesteld iets) multiplicitate, pluralitate, complexitate, (verschillende dingen) diversitate
-- van meningen = pluralitate de opiniones


veelhelmig BN

1 polyandre, polyandric


veelhelmigheid ZN

1 polyandria


veelhoek ZN

1 polygono
ingeschreven -- = polygono inscripte
omgeschreven -- = polygono circumscribite
gelijkzijdige -- = polygono equilatere/equilateral
(on)regelmatige -- = polygono (ir)regular
tienvoudige -- = polygono decagone/decagonal


veelhoekig BN

1 polygone, polygonal


veelhoeksmeting ZN

1 polygonation


veelhoevig BN

1 multiungulate


veelhokkig BN

1 (PLANTK, DIERK) multilocular, plurilocular


veelhoofdig BN

1 Zie: veelkoppig


veeljarig BN

1 longe, de multe/plure/numerose annos
onze --e ervaring = nostre experientia de multe/numerose annos, nostre longe experientia
-- verblijf in het buitenland = longe sojorno al estraniero


veelkernig BN

1 multinuclear, multinucleate, polynuclear, plurinucleate
--e cel = cellula polynuclear
--e leukocyt = leucocyto polynuclear


veelkleppig BN

1 (PLANTK, DIERK) multivalve, multivalvular, polyvalve


veelkleurendruk ZN

1 impression multicolor/polychrome, polychromographia


veelkleurig BN

1 multicolor, polychrome, polychromatic, versicolor
--e versieringen = ornamentos multicolor
-- vergeet-mij-nietje = myosotis versicolor


veelkleurigheid ZN

1 polychomia, polychroismo


veelkluizig BN

1 multilocular
de malva's hebben --e vruchten = le malvas ha fructos multilocular


veelknopigen ZN MV

1 polygonaceas


veelkoppig BN

1 (veel koppen bezittend) con multe testas/capites, multicephale, polycephale, (talrijk) numerose
-- monster = monstro polycephale
2 (talrijk) numerose
-- publiek = publico numerose


veelledig BN

1 plurimembre
--e sprieten van een insekt = antennas plurimembre de un insecto


veellettergrepig BN

1 polysyllabe, polysyllabic, multisyllabe
-- woord = polysyllabo


veellijnig BN

1 (WISK) multilinear


veellobbig ZN

1 (PLANTK, DIERK) multilobe, multilobate


veelluik ZN

1 (BK) polyptyco


veelmaals BW

1 sovente, frequentemente, multe vices


veelmannerij ZN

1 polyandria, polygamia feminin


veelmannig BN

1 polyandre, polyandric


veelmeer BW

1 (ben) plus tosto


veelmondig BN

1 que ha multe buccas
een --e rivier = un fluvio con multe buccas


veelmotorig BN

1 multimotor


veelnamig BN

1 polynyme


veelogig BN

1 habente multe oculos


veelomstreden BN

1 multo debattite, multo discutite


veelomvattend BN

1 vaste, ample, comprensive, comprehensive, complexe, extense
een --e taak = un carga extense


veelomvattendheid ZN

1 amplitude, extension


veelpotig BN

1 polypode, multipede
-- dier = polypodo


veelprater ZN

1 persona loquace, persona garrule, garrulator


veelrassig BN

1 multiracial


veelschrijver ZN

1 scriptor prolific, polygrapho


veelschrijverij ZN

1 polygraphia


veelsnarig BN

1 a plure/multe chordas, polychorde
--e muziekinstrumenten = instrumentos polychorde de musica, polychordos


veelsoortig BN

1 (veel soorten tellend) multiple, numerose, diverse, variate, omnimode, de tote le typos, de multe species
-- plantengeslacht = genere botanic/de plantas con numerose species
2 (behorend tot velerlei soorten) multiple, de plure sortas/species
--e bezigheden hebben = haber multiple occupationes/activitates


veelsoortigheid ZN

1 multiplicitate, varietate, diversitate


veelspletig BN

1 multifide
--e bloemkroon = corolla multifide


veelstemmig BN

1 (MUZ) polyphone, polyphonic, pro multe voces, pro multe instrumentos
-- lied = canto polyphone/polyphonic
2 (door veel stemmen geuit) de plure voces
een -- geklaag = lamentationes de plure voces, un choro de lamentationes


veelstemmigheid ZN

1 polyphonia


veelstengelig BN

1 multicaule


veelszins BW

1 (veelal) le plus sovente
2 (in meer dan één opzicht) de plus de un maniera, in plure/multe respectos


veeltalig BN

1 multilingue, multilingual, polyglotte, polyglottic, polylingue
-- woordenboek = dictionario polyglotte/plurilingue


veeltaligheid

1 polyglottismo, multilinguismo


veeltandig ZN

1 multidentate


veelte ZN

1 Zie: veelheid


veelteligheid ZN

1 polygamia


veeltenig BN

1 polydactyle


veeltenigheid ZN

1 polydactylia


veelterm ZN

1 multinomio, polynomio
hypergeometrische --en = polynomios hypergeometric
gelijkslachtige -- = polynomio homogenee


veeltermig BN

1 multinomie, multinomial, polynomie


veeltijds BW

1 sovente, multe vices


veeltongig BN

1 a plure linguas


veelvakkig BN

1 Zie: veelhokkig


veelvermogend BN

1 potente, influente
de --e minister = le ministro influente


veelvin ZN

1 polyptero


veelvingerig BN

1 polydactyle


veelvingerigheid ZN

1 polydactylia


veelvinnig BN

1 polyptere


veelvlak ZN

1 polyhedro
regelmatig -- = polyhedro regular


veelvlakkig BN

1 polyhedre, polyhedric


veelvlakkigheid ZN

1 polyhedricitate


veelvlakshoek ZN

1 angulo polyhedre/polyhedric


veelvoetig BN

1 de multe pedes, polypode, multipede


veelvormig BN

1 pluriforme, multiforme, polyforme, polymorphe, polymorphic


veelvormigheid ZN

1 character multiforme, multiformitate, polymorphia, polymorphismo


veelvoud ZN

1 multiplicitate
een -- aan betekenissen = un multiplicitate de significationes
2 (getal) multiplo
een -- van dertig = un multiplo de trenta
kleinste gemene --, K.G.V. = minime commun multiplo, minimo multiple commun
3
(bedrag) dat kost een -- van het oorspronkelijke bedrag = isto augmenta considerabilemente le summa initial


veelvoudig BN

1 (meervoudig) multiple
--e schroefdraad = filetto multiple
-- vrucht dragen = portar fructos in abundantia
2 (veelvuldig) multiple, frequente, repetite, reiterate
hier is de --e wereldkampioen = ecce le homine qui es/qui ha essite plure vices campion del mundo
3 (gevarieerd) multiple, variate, diverse
een -- thema = un thema variate


veelvraat ZN

1 (dier) glutton
2 (persoon) glutton


veelvuldig BN

1 (talrijk) multiple, frequente
--e betrekkingen = relationes frequente
--e contacten = contactos frequente
-- bezoek = visitas frequente, multe visitatores
-- gebruik = uso frequente
op -- verzoek = al requesta de multe personas
2 (gevarieerd) multiple, variate, diverse
-- gebruik = uso multiple


veelvuldig BW

1 (dikwijls) sovente, frequentemente, multe vices


veelvuldigheid ZN

1 (talrijkheid) multitude, multiplicitate
2 (het zich vaak herhalen) frequentia
3 (veelvormigheid) polymorphia, multiformitate


veelwaardig BN

1 polyvalente, (SCHEI) multivalente


veelwaardigheid ZN

1 polyvalentia, (SCHEI) multivalentia


veelwetend BN

1 erudite, docte, sapiente


veelwetendheid ZN

1 saper encyclopedic, erudition


veelweter ZN

1 erudito, encyclopedia vivente


veelwijverij ZN

1 polygamia (mascule), polygynia


veelzadig BN

1 polysperme


veelzeggend BN

1 (expressief) expressive, eloquente
--e stilte = silentio eloquente/expressive
-- gebaar = gesto eloquente
--e blik = reguardo eloquente
2 (veelbetekenend) significative, significante
-- feit = facto significative
--e cijfers = cifras significative


veelzijdig BN

1 multiple, polyvalente, multilatere, multilateral, plurilateral, polylateral, universal
--e kennis = cognoscimentos/cognoscentias multiple
--e overeenkomst = accordo multilateral
--e geest = spirito universal
-- ontwikkeld zijn = haber un cultura universal
2 (WISK) polygone, polygonal, de/con multe lateres, multilateral, multilatere


veelzijdigheid ZN

1 multilateralitate, plurilateralitate, polyvalentia, universalitate
2 (WISK) polygonalitate, multilateralitate


veelzinnig BN

1 (TAAL) polysemic


veelzuilig ZN

1 polystyle
--e tempel = templo polystyle


veem ZN

1 (onderneming) compania/societate/interprisa de stockage/immagazinage
2 (gebouw) deposito, magazin


veemarkt ZN

1 mercato de bestial/de bestias


veemarkthal ZN

1 hall (E) del mercato de bestial/de bestias


veemarktterrein ZN

1 terreno del mercato de bestial/de bestias


veembedrijf ZN

1 Zie: veem-1


veemceel ZN

1 certificato de deposito


veen ZN

1 (aard/grondsoort) turba, turfa
tot -- worden = transformar se in turba/turfa
2 (veenterrein) turbiera


veenaardappel ZN

1 patata de un solo/terra turbose


veenaarde ZN

1 terra turbose


veenachtig BN

1 de turba, de turfa, turbose
--e grond = terra/solo turbose


veenarbeider ZN

1 excavator de turba/de turfa, turbero


veenbaas ZN

1 exploitator {plwa} de turbieras


veenbaggeraar ZN

1 Zie: veenarbeider


veenbes ZN

1 myrtillo rubie


veenbodem ZN

1 Zie: veengrond


veenbrand ZN

1 incendio de turbiera


veender ZN

1 exploitator {plwa} de turbieras


veenderij ZN

1 (het vervenen) extraction de turba/turfa, exploitation {plwa} de turbieras
2 (terrein) turbiera


veenderijbedrijf ZN

1 interprisa de exploitation {plwa} de turbieras


veeneigenaar ZN

1 proprietario de un turbiera


veengraver ZN

1 Zie: veenarbeider


veengraverij ZN

1 Zie: veenderij


veengrond ZN

1 (grond die uit veenaarde bestaat) solo turbose
2 (veenterrein) turbiera, terreno turbose
-- uitgraven = exploitar {plwa} un turbiera


veenkolonie ZN

1 village in le turbieras


veenlaag ZN

1 strato de turba/de turfa
een -- afgraven = excavar un strato de turba/turfa


veenland ZN

1 (veenderij) turbiera


veenlijk ZN

1 corpore morte trovate in un turbiera


veenman ZN

1 Zie: turfsteker


veenmol ZN

1 grillotalpa


veenmos ZN

1 sphagno


veenpluis ZN

1 eriophoro angustifolie


veenvorming ZN

1 formation de turfa/turba


veenwerker ZN

1 Zie: veenarbeider


veepest ZN

1 peste bovin


veeprijs ZN

1 precio del bestial


veer ZN

1 (mbt vogels) pluma, (slagveer) penna
--en = plumas, plumage
de --en uittrekken = displumar
het uittrekken van de --en = displumation
vogel zonder --en = ave displumate
van --en voorzien, met --en versieren = implumar
voorzien/bedekt/versierd met --en = implumate
met --en versierde hoed = cappello implumate
met --en bedekt = plumose
licht als een --tje = legier como un pluma
(FIG) een -- laten = perder plumas, facer concessiones
(FIG) iemand een -- op de hoed zetten = laudar un persona
(FIG) iemand een -- in zijn kont steken = adular un persona
(FIG) met andermans --en pronken = vestir se con plumas alien
2 (schrijfgereedschap) penna
3 (draad van veerkrachtig materiaal) resorto
--e van een horloge = resortos de un horologio
blad van een -- = lamina de un resorto
een -- spannen = tender un resorto
4 (plaats waar overgezet wordt) ferry (E)
5 (veerboot) ferry-boat (E)


veeraandrijving ZN

1 propulsion a resorto


veeras ZN

1 racia de bestial


veerbaas ZN

1 barchero


veerbalans ZN

1 balancia a/de resorto, dynamometro


veerblad ZN

1 lamina de resorto


veerboot ZN

1 ferry-boat (E)
dubbeldeks -- = ferry-boat a duo pontes/decks (E)


veerbootbemanning ZN

1 equipage de un ferry-boat (E)


veercontact ZN

1 contacto a resorto


veerdienst ZN

1 servicio de ferry (E)


veerdruk ZN

1 pression del resorto


veerdynamometer ZN

1 dynamometro a resorto


veergeld ZN

1 pedage


veergrendel ZN

1 pessulo a resorto


veerhuis ZN

1 casa del barchero


veerijk BN

1 ric in bestial


veerkracht ZN

1 elasticitate, resilientia
2 (FIG) energia, dynamismo, vitalitate
de -- van de jeugd = le vitalitate del juvenes


veerkrachtig BN

1 (met veerkracht) elastic, resiliente, flexibile
met --e tred = con passo elastic
2 (FIG) energic, dynamic


veerluis ZN

1 mallophago


veerman ZN

1 empleato/attendente del ferry-boat (E), barchero


veermechanisme ZN

1 mechanismo a resorto


veermotor ZN

1 motor a resorto


veerophanging ZN

1 suspension a/de resorto


veerpasser ZN

1 compasso a resorto


veerplank ZN

1 trampolino


veerpont ZN

1 ferry-boat (E)


veerregelaar ZN

1 regulator a resorto


veerreglement ZN

1 regulamento de ferry (E)


veerregulateur ZN

1 regulator de resorto


veerrem ZN

1 freno a resorto


veerring ZN

1 rondella-resorto, rondella elastic


veerschaar ZN

1 cisorios a resorto


veerscharnier ZN

1 cardine a resorto


veerslot ZN

1 serratura a resorto


veersluiting ZN

1 clausura a resorto


veerspanning ZN

1 tension del resorto


veerstijfheid ZN

1 rigiditate del resorto


veerstoep ZN

1 rampa de accesso al ferry-boat (E)


veertien

1 ZN, H TELW dece-quatro, quattuordece


veertiendaags BN

1 (om de veertien dagen terugkerend) bimensual
2 (veertien dagen durend) de dece-quatro dies/jornos
3 (veertien dagen oud) de dece-quatro dies/jornos


veertiende R TELW

1 dece-quarte, decimoquarte, quattuordecesime


veertiende-eeuws BN

1 del dece-quarte seculo


veertig WW

1 ZN, H TELW quaranta
een stuk of -- personen = un quarantena de personas


veertiger ZN

1 Zie: veertigjarige


veertiger BN

1
de -- jaren = le annos quaranta


veertigjarig BN

1 quadragenari


veertigjarige ZN

1 quadragenario


veertigste R TELW

1 quarantesime, quadragesime
het -- deel = le quarantesime/quadragesime parte, le quarantesimo/quadragesimo


veertigtal ZN

1 quarantena


veertje ZN

1 parve pluma, plumula


veerunster ZN

1 balancia roman a resorto


veerverbinding ZN

1 connexion per ferry-boat (E)


veervorm ZN

1 forma de pluma


veervormig BN

1 de forma de pluma


veesoort ZN

1 specie/typo de bestial


veest ZN

1 vento, flato, pedito
--en veroorzakend = flatulente
van een -- een donderslag maken = exaggerar multo


veestal ZN

1 stabulo


veestapel ZN

1 numero de bestial


veesten WW

1 laxar un vento/flato/pedito, peder


veesterfte ZN

1 mortalitate de bestial


veeteelt ZN

1 elevamento de bestias


veeteeltbedrijf ZN

1 Zie: veebedrijf


veetentoonstelling ZN

1 exhibition/exposition de bestial/de bestias


veetransport ZN

1 transporto/transportation de bestias/de bestial


veevervoer ZN

1 Zie: veetransport


veeverzekering ZN

1 assecurantia contra le mortalitate del bestial


veevoe(de)rbedrijf ZN

1 interprisa de forrage


veevoeder ZN

1 Zie: veevoer


veevoederfabriek ZN

1 fabrica de forrage


veevoedergewas ZN

1 planta de forrage


veevoeding ZN

1 Zie: veevoer


veevoer ZN

1 forrage
het leveren van -- = forrage
2 (gras) pastura


veevoerfabriek ZN

1 fabrica de forrage


veevoerfabrikant ZN

1 fabricante de forrage


veewagen ZN

1 Zie: veewagon


veewagon ZN

1 wagon de bestial


veeziekte ZN

1 epizootia


veganisme ZN

1 vegetarismo/vegetarianismo stricte, vegetalismo


veganist ZN

1 vegetalista


vegen WW

1 (met veger/bezem) scopar, (van mijnen) dragar
de straat -- = scopar le strata
2 (strijken, glijden) passar
met de hand langs zijn mond -- = passar le mano super le bucca
3 (afvegen, schoonmaken) essugar, nettar, remover
zijn voeten -- = essugar se le pedes
de tranen uit zijn ogen -- = essugar su lacrimas
de kruimels van de tafel -- = remover le micas del tabula


veger ZN

1 scopa, scopetta, (borstel) brossa
-- en blik = brossa e paletta
2 (persoon) scopator


vegetaal BN

1 vegetal


vegetabiliën ZN MV

1 (planten) vegetales
2 (plantaardige spijzen) alimentos vegetal


vegetariër ZN

1 vegetariano


vegetariërsbond ZN

1 association vegetarian


vegetariërshotel ZN

1 hotel (F) vegetarian


vegetariërskeuken ZN

1 cocina vegetarian


vegetariërskost ZN

1 repasto vegetarian


vegetariërsrestaurant ZN

1 restaurant (F)/restaurante vegetarian


vegetarisch BN

1 vegetarian
-- dieet = dieta vegetarian
-- recept = recepta vegetarian
-- restaurant = restaurante/restaurant (F) vegetarian
-- eten = prender un repasto vegetarian


vegetarisme ZN

1 vegetarismo, vegetarianismo
streng -- = vegetarismo/vegetarianismo stricte, vegetalismo


vegetatie ZN

1 (plantengroei) vegetation
weelderige/overdadige -- = vegetation luxuriante/abundante
tropische -- = vegetation tropical
mediterrane -- = vegetation mediterranee
2 (MED) vegetation
adenoïde --s = vegetationes adenoide


vegetatief BN

1 (de groei betreffend) vegetative
--e functies = functiones vegetative
--e zenuwstelsel = systema nervose vegetative/autonome
-- leven = vita vegetative
2 (ongeslachtelijk) vegetative, asexual
--e vermeerdering = reproduction/multiplication vegetative
3 (plantaardig) vegetal


vegetatiegordel ZN

1 zona de vegetation


vegetatiekunde ZN

1 phytosociologia


vegetatiekundig BN

1 phytosociologic


vegetatietype ZN

1 typo de vegetation


vegeteren WW

1 vegetar, (FIG ook) menar un vita vegetative
het -- = vegetation
-- op iemand = vegetar a expensas de un persona


vehement BN

1 vehemente


vehiculum ZN

1 (FARM) vehiculo, excipiente


vehikel ZN

1 (voertuig) vehiculo, medio de transporto
2 (verdunningsvloeistof) vehiculo


veil BN

1 (te koop) a vender
iets -- bieden = offerer un cosa a vender
2 (ter beschikking) preste, disposite
zijn leven voor het vaderland -- hebben = esser preste/disposite a sacrificar su vita pro le patria/a morir pro le patria
3 (omkoopbaar) venal, corruptibile
hij is voor alles -- = ille va facer toto pro moneta
4 (verdorven) venal, corrupte, depravate
--e stad = urbe venal/corrupte/depravate


veildag ZN

1 die/jorno de vendita/de auction


veilen WW

1 auctionar, vender publicamente
antiek -- = auctionar antiquitates
2 (JUR) (onverdeelbaar goed veilen) licitar
het -- = licitation


veiler ZN

1 auctionator


veilheid ZN

1 venalitate, corruptibilitate


veilig BN

1 (buiten gevaar) secur, salve
hier zijn we -- = hic nos es secur
-- en wel = salve e san, san e salve
zich -- voelen = sentir se secur
2 (beschermd tegen gevaar) secur, foris de/foras de periculo
-- verkeer = traffico/circulation secur
(FIG) de kust is -- = il non ha periculo
in --e handen zijn = esser in manos secur
een --e schuilplaats zoeken = cercar un refugio secur
iets -- opbergen = mitter un cosa in un loco secur
zich ergens -- voelen = sentir se secur in un loco
zich bij iemand -- voelen = sentir se in securitate con un persona
niets is -- voor hem = nihil non es secur pro ille
-- stellen = assecurar
3 (zonder risico) secur
je kunt dat -- doen = tu pote facer lo sin periculo/sin pavor
4 (aanduidend dat er geen gevaar is) secur, libere
de seinpaal staat op -- = le semaphoro indica que le via es libere, le semaphoro non indica periculo
het sein op -- stellen = dar le lumine/luce verde
5 (gevaar voorkomend) secur
een wapen op -- zetten = mitter un arma al securitate


veiligheid ZN

1 (staat, toestand) securitate
openbare -- = securitate public
nationale -- = securitate national
collectieve -- = securitate collective
persoonlijke -- = securitate personal
wederzijdse -- = securitate mutue
-- van de staat = securitate del stato
in -- brengen = poner/mitter in securitate
in -- zijn = esser in securitate
voor de -- = pro esser plus secur, pro rationes de securitate
2 (inrichting, voorwerp) dispositivo de securitate, securitate, (smeltveiligheid) fusibile


veiligheidsadviseur ZN

1 consiliero/specialista del securitate


veiligheidsagent ZN

1 functionario de securitate


veiligheidsbout ZN

1 bulon de securitate


veiligheidsbril ZN

1 berillos protective/protector/de protection/de securitate


veiligheidscoëfficiënt ZN

1 coefficiente de securitate


veiligheidsconferentie ZN

1 conferentia de securitate


veiligheidscontrole ZN

1 controlo de securitate


veiligheidsdienst ZN

1 servicio de securitate
Binnenlandse Veiligheidsdienst, B.V.D. = Servicio de Securitate National, S.S.N.
particuliere -- = servicio private de securitate


veiligheidsfactor ZN

1 factor de securitate


veiligheidsfunctionaris ZN

1 functionario de securitate


veiligheidsgarantie ZN

1 garantia de securitate


veiligheidsglas ZN

1 vitro de securitate


veiligheidsgordel ZN

1 (beschermgordel) cinctura/cincturon de securitate
2 (zwemvest) gilet (F) de natation


veiligheidsgrendel ZN

1 pessulo de securitate


veiligheidshalve BW

1 pro major securitate, (om veiligheidsredenen) pro rationes de securitate


veiligheidshek ZN

1 barriera de protection


veiligheidshelm ZN

1 casco protective/protector/de protection


veiligheidsinrichting ZN

1 dispositivo/apparato de securitate


veiligheidsketting ZN

1 catena de securitate


veiligheidskettinkje ZN

1 catenetta de securitate


veiligheidskeuring ZN

1 test (E) de securitate


veiligheidskleding ZN

1 vestimentos protective/protectori/de securitate


veiligheidsklep ZN

1 valvula/valva de securitate


veiligheidskooi ZN

1 cavia de securitate, habitaculo rigide


veiligheidskraan ZN

1 valvula de securitate


veiligheidskruk ZN

1 manivella de securitate


veiligheidslamp ZN

1 lampa de securitate/de Davy/de minero


veiligheidslucifer ZN

1 flammifero de securitate


veiligheidsmaatregel ZN

1 mesura de securitate/de precaution, precaution


veiligheidsmarge ZN

1 margine de securitate


veiligheidsnorm ZN

1 norma de securitate


veiligheidsoverweging ZN

1 ration de securitate
uit --en = pro rationes de securitate


veiligheidspact ZN

1 pacto de securitate


veiligheidspal ZN

1 (van geweer) aletta de securitate


veiligheidspolitie ZN

1 policia de securitate


Veiligheidsraad ZN

1 Consilio de Securitate


veiligheidsredenen ZN MV

1 rationes de securitate


veiligheidsriem ZN

1 cinctura/cincturon de securitate


veiligheidsscheermes ZN

1 rasorio de securitate


veiligheidsslot ZN

1 serratura de securitate


veiligheidsspeld ZN

1 spinula de securitate


veiligheidsstop ZN

1 fusibile


veiligheidssysteem ZN

1 systema de securitate


veiligheidsvoorschrift ZN

1 prescription de securitate


veiligheidswet ZN

1 lege concernente le securitate public


veiligheidszone ZN

1 zona de securitate


veiling ZN

1 (openbare verkoping) auction, vendita public, (JUR) adjudication, licitation
-- van huizen/boeken/groenten = auction/vendita public de casas/de libros/de verduras
iets in -- brengen = auctionar, (JUR) mitter un cosa in adjudication, licitar
2 (plaats) sala/hall (E) de auction/de vendita public


veilingcatalogus ZN

1 catalogo del auction/del vendita public


veilingcondities ZN MV

1 conditiones de auction/de vendita public


veilingdag ZN

1 die del auction/del vendita public


veilingdatum ZN

1 data del auction/del vendita public


veilinggebouw ZN

1 edificio de auction/de vendita public


veilinghal ZN

1 sala/hall (E) de auction/de vendita public


veilinghuis ZN

1 casa de auction/de vendita public


veilingklok ZN

1 horologio de auction/de vendita public


veilingkosten ZN MV

1 costos de auction/de vendita public


veilingmeester ZN

1 auctionator


veilingprijs ZN

1 precio de auction/de vendita public


veilingwezen ZN

1 systema/mundo del auctiones/del vendita public


veilingzaal ZN

1 Zie: veilinghal


veine ZN

1 bon fortuna, bon sorte


veinzaard ZN

1 Zie: veinzer


veinzen WW

1 (valselijk doen blijken) finger, simular, dissimular, affectar
liefde -- = finger amor
vriendschap -- = finger amicitate
belangstelling -- = finger/simular interesse
2 (het genoemde voorgeven) finger
-- ziek te zijn = finger que on es malade
-- te slapen = finger esser addormite, finger de dormir


veinzer ZN

1 fingitor, simulator, dissimulator, hypocrita


veinzerij ZN

1 fingimento, simulation, dissimulation, hypocrisia, impostura, falsitate


vel ZN

1 (huid) pelle, (opperhuid) epidermis, cuticula
het -- van zijn voorhoofd = le pelle de su fronte
ik zou niet graag in zijn -- steken = io non volerea esser in su pelle
iemand het -- over de oren halen = extorquer un persona
uit zijn -- springen = esser furiose
-- over been zijn = esser toto pelle e ossos
2 (huidschilfer) pellicula, squama
3 (vlies) pelle
-- op de melk = pelle super le lacte
4 (blad papier) folio
5 (omhulsel) pelle
--letje om de worst = pelle del salsicia
6 (vacht) pellicia


velaar ZN

1 Zie: velair


velaar BN

1 Zie: velair


velair BN

1 velar
--e medeklinker = consonante velar


velair ZN

1 consonante velar/guttural


velarisatie ZN

1 velarisation


velariseren WW

1 velarisar
het -- = velarisation


velarisering ZN

1 velarisation


veld ZN

1 (open land) campania, campos
in het open/vrije -- wandelen = promenar se/ambular in le campania/in le campos
2 (akker) campo, terra, agro
een -- met rogge = un campo de secale
op het -- werken = laborar/travaliar al/in le campos
3 (afgeperkt terrein) terreno, campo
in het -- gaan/komen/zijn = ir/venir/esser super le terreno
een speler uit het -- sturen = excluder un jocator, expulsar un jocator del campo
het (sport)-- afkeuren = declarar inutilisabile le campo
4 (plaats van onderzoek, praktijk) terreno, campo
mensen uit het -- = le gente super le terreno/in le campo
5 (slagveld) campo de battalia
het leger te --e = le armea in le campo, truppas/fortias active
op het -- van eer vallen = cader/morir al campo de honor
tegen iets te --e trekken = combatter un cosa
6 (NAT) campo
magnetisch -- = campo magnetic
elektrisch -- = campo electric
elektromagnetisch -- = campo electromagnetic
elektrostatisch -- = campo electrostatic
7 (begrensd vlak) campo, (van schaakbord, etc.) casa, quadrato
8 (HERALD) campo
-- van een penning = campo de un medalia
9 (deelnemers aan een sportprestatie) participantes
10
het -- ruimen = abandonar le campo
iemand uit het -- slaan = disconcertar un persona
uit het -- geslagen zijn = esser disconcertate


veldahorn ZN

1 acer campestre


veldaltaar ZN

1 altar portative/de campania


veldandoorn ZN

1 stachys arvense


veldapotheek ZN

1 pharmacia ambulante/de campania


veldarbeid ZN

1 labores/travalios del campos


veldarbeider ZN

1 obrero agricole, travaliator/laborator del campos


veldartillerie ZN

1 artilleria de campania/campal


veldartillerist ZN

1 artillerista/artillero de campania


veldbatterij ZN

1 batteria de campania


veldbed ZN

1 lecto de campo


veldbeemdgras ZN

1 poa pratense


veldbies ZN

1 luzula
ruige -- = luzula pilose
grote -- = luzula sylvatic
veelbloemige -- = luzula multiflor


veldbijvoet ZN

1 artemisia campestre


veldbloem ZN

1 flor campestre/salvage/del campo(s)


veldboeket ZN

1 racemo/bouquet (F) de flores del campo(s)


velddienst ZN

1 servicio in campania


velddistel ZN

1 cirsio arvense


velddragon ZN

1 achillea ptarmic


veldereprijs ZN

1 veronica agreste/arvense


veldesdoorn ZN

1 acere campestre


veldeskadron ZN

1 esquadron de campania


veldfles ZN

1 bottilia pro aqua/de aluminium, bidon


veldgentiaan ZN

1 gentiana campestre


veldgeschut ZN

1 artilleria campal/de campania


veldgewas ZN

1 planta agricole/agricultural


veldgod ZN

1 (ROM GODSD) fauno


veldgras ZN

1 agrostis, agrostide


veldgrijs ZN

1 gris de campania


veldheer ZN

1 (legeraanvoerder) general, commandante, capitano
2 (strateeg) stratego, strategista


veldheerschap ZN

1 Zie: veldheerstalent


veldheersgave ZN

1 Zie: veldheerstalent


veldheerskunst ZN

1 strategia, tactica


veldheerstalent ZN

1 talento strategic


veldhockey ZN

1 hockey super gazon


veldhoen ZN

1 perdice


veldhospitaal ZN

1 hospital mobile/ambulante/de campania, ambulantia


veldiep ZN

1 ulmo campestre


veldinfiltratie ZN

1 infiltration del campos


veldkers ZN

1 cardamine
kleine -- = cardamine hirsute
bittere -- = cardamine amar


veldketel ZN

1 marmita/caldiera de campania


veldkeuken ZN

1 cocina rolante/ambulante/de campania


veldkijker ZN

1 binoculo (de campania)


veldkorfbal ZN

1 korfball (E) super gazon


veldkracht ZN

1 (NAT) fortia de campo


veldkrekel ZN

1 grillo campestre/del campos


veldkruidkers ZN

1 lepidio campestre


veldkruisdistel ZN

1 eryngio


veldlathyrus ZN

1 lathyro pratense


veldlazaret ZN

1 Zie: veldhospitaal


veldleeuwerik ZN

1 alauda campestre/arvense/commun


veldleger ZN

1 armea in campania


veldlijster ZN

1 turdo pilar


veldloop ZN

1 cursa campestre, cross-country (E)


veldloper ZN

1 curritor de cross-country (E)


veldmaarschalk ZN

1 feldmarechal {sj}


veldmagneet ZN

1 magnete de campo


veldmis ZN

1 missa de campania


veldmuis ZN

1 campaniol


veldmunt ZN

1 mentha arvense


veldmus ZN

1 passere/fringilla montan


veldnimf ZN

1 nympha del campos


veldonderzoek ZN

1 studio super le terreno/de campo


veldoorlog ZN

1 guerra de positiones


veldoverwicht ZN

1 (SPORT) domination
de ploeg heeft een -- = le equipa domina (le terreno)


veldpaddenstoel ZN

1 psalliota campestre


veldpartij ZN

1 equipa/jocatores de campo, equipa/team (E) defendente


veldpost ZN

1 posta militar


veldpostdienst ZN

1 servicio del posta militar


veldprediker ZN

1 predicator militar, almosnero


veldquantum ZN

1 quanto de campo


veldranonkel ZN

1 ranunculo arvense


veldrat ZN

1 ratto del campos


veldrijden ZN

1 cyclocross


veldrijder ZN

1 cyclocrossista, curritor de cyclocross


veldrit ZN

1 cyclocross


veldroosje ZN

1 helianthemo


veldsalie ZN

1 salvia pratense


veldsla ZN

1 lactuca silvestre, valerianella


veldslag ZN

1 battalia (campal/terrestre)
een -- leveren = livrar un battalia
een -- winnen = ganiar un battalia


veldspaat ZN

1 feldspat


veldspoel ZN

1 bobina de excitation


veldsport ZN

1 sport (E) de campo/al aere libere


veldsterkte ZN

1 (NAT) intensitate de campo


veldstoel ZN

1 sedia plicante/plicabile


veldstuk ZN

1 pecia de artilleria campal/de campania


veldteken ZN

1 insignia, standardo, bandiera


veldtelefoon ZN

1 telephono de campania/de campo


veldtent ZN

1 tenta


veldtenue ZN

1 uniforme de campania


veldtocht ZN

1 expedition militar, campania
een -- meemaken = participar a un campania


veldtochtsplan ZN

1 plano de campania


veldtroepen ZN MV

1 truppas in campania


velduitrusting ZN

1 (benodigdheden) equipamento de campania
2 (tenue) uniforme de campania


veldvector ZN

1 vector de campo


veldvergelijking ZN

1 (NAT) equation de campo


veldviooltje ZN

1 pensata


veldvruchten ZN MV

1 fructos del campo, productos agricole


veldwachter ZN

1 (politieman) guarda campestre, gendarme (F)
2 (boswachter) guarda campestre, guardaboscos


veldwarkruid ZN

1 cuscuta campestre


veldweg ZN

1 cammino de terra


veldwerk ZN

1 (SPORT) joco/strategia de un equipa
2 (praktijkwerk) labores/travalios/recercas/investigation super le terreno, recerca de campo
(FIG) het -- doen = facer le recercas super le terreno
3 (arbeid op de akker) labores/travalios agricole/del campos/in le campo


veldwinnend BN

1 crescente


veldworm ZN

1 Zie: aardworm


veldzuring ZN

1 rumex acetose


velen WW

1 (verdragen) supportar, suffrer
geen drukte en geschreeuw van kinderen kunnen -- = non poter supportar le agitation e le critos de infantes
2 (bestand zijn tegen) supportar, indurar
de zieke kan niets -- = le malado non ha nulle resistentia, le malado es multo debile/vulnerabile
een stootje kunnen -- = saper incassar un colpo, non lassar se abatter al prime difficultate
3 (toelaten) supportar, tolerar
hij kan niet -- dat een ander iets heeft dat hij niet bezit = ille non pote supportar que un altere persona ha un cosa que ille non possede
4 (houden van) amar, appreciar
ik heb deze schrijver nooit kunnen -- = nunquam io non ha amate/appreciate iste autor


velerhande BN

1 Zie: velerlei


velerlei BN

1 tote sorte de, tote specie de, un varietate de, differente, multiple, multe, varie
-- oorzaken = causas multiple, un varietate de causas


velg ZN

1 circulo de rota, janta


velgband ZN

1 Zie: velglint


velgbreedte ZN

1 largor de janta


velgbreuk ZN

1 ruptura de janta


velgdikte ZN

1 spissor de janta


velglint ZN

1 banda de janta


velgprofiel ZN

1 profilo de janta


velgrem ZN

1 freno al/super le janta


velijn ZN

1 vitellino


velijnpapier ZN

1 vitellino


velleïteit ZN

1 velleitate


vellen WW

1 (omverhalen) abatter
een boom -- = abatter un arbore
een mast -- = abatter/dismantellar un mast
2 (neerslaan) abatter
zijn tegenstander -- = abatter su opponente
3 (doden) abatter, occider
door verradershand geveld = abattite/occidite per un mano perfide/le mano de un traitor
4 (uitspreken) pronunciar, enunciar, emitter
een veroordeling -- = pronunciar un condemnation
een oordeel -- = pronunciar/dar un judicamento/judicio


velletje ZN

1 (stukje huid) pellicula, cuticula
2 (op melk) pelle
3 (papier) folio


velocipede ZN

1 velocipede, velocifero


velocipedist ZN

1 velocipedista


velodroom ZN

1 velodromo


velours ZN

1 villuto, velvet (E)


velours BN

1 de villuto, de velvet (E)


velouté(soep) ZN

1 velouté (F)


velum ZN

1 (zachte verhemelte) velo del palatio


velvet ZN

1 velvet (E), villuto


velveteen ZN

1 Zie: velvet


ven ZN

1 stagno


vena ZN

1 vena


venaal BN

1 venal


vena cephalica ZN

1 vena cephalic


venaliteit ZN

1 venalitate


venatorisch BN

1 venatori


vendel ZN

1 Zie: vaandel


vendeldrager ZN

1 Zie: vaandeldrager


vendelzwaaien WW

1 Zie: vaandelzwaaien


vendémiaire ZN

1 vindemiario


vendetta ZN

1 vendetta (I)


vendu ZN

1 Zie: veiling-1-2


venduhouder ZN

1 persona qui organisa un auction/vendita public


venduhuis ZN

1 Zie: veilinghuis


vendumeester ZN

1 auctionator, adjudicator


vendutie ZN

1 auction, vendita public


venen WW

1 exploitar {plwa} un turbiera


venerabel BN

1 venerabile


veneratie ZN

1 veneration


venereren WW

1 venerar


venerisch BN

1 veneree
--e ziekte = morbo/maladia veneree


venerologie ZN

1 venerologia


Venetiaan ZN

1 veneto, venetiano


Venetiaans BN

1 venete, venetian
-- glas = vitro venetian


Venetië ZN EIGN

1 Venetia
van -- = venete, venetian
het lido van -- = le lido de Venetia
de Koopman van -- = le Mercator de Venetia


veneus BN

1 venose
-- bloed = sanguine venose


Venezolaan ZN

1 venezuelano


Venezolaans BN

1 venezuelan


Venezuela ZN EIGN

1 Venezuela


venig BN

1 de turba, de turfa, turbose


venijn ZN

1 (gif) veneno
2 (FIG) veneno, virulentia
-- spuwen = spuer/sputar veneno
het -- zit in de staart = le veneno es in le cauda


venijndrank ZN

1 bibita toxic


venijnig BN

1 (lasterlijk, kwaadaardig) venenose, virulente, vitiose, malitiose
--e blikken = reguardos vitiose/venenose/cargate de veneno
--e tongen = linguas venenose/malitiose
--e opmerking = remarca vitiose, commentario mordace
2 (vergiftig) venenose
3
--e kou = frigido penetrante/pungente


venijnigheid ZN

1 (het venijnig zijn) venenositate, virulentia, vitiositate, malitia
2 (giftigheid) venenositate


venkel ZN

1 fenuculo
zoete -- = fenuculo dulce


venkelblad ZN

1 folio de fenuculo


venkelhars ZN

1 resina de fenuculo


venkelknol ZN

1 bulbo de fenuculo


venkelolie ZN

1 oleo/essentia de fenuculo


venkelwater ZN

1 aqua de fenuculo


venkelzaad ZN

1 grana de fenuculo


Venndiagram ZN

1 diagramma Venn


vennoot ZN

1 associato, socio, partner (E)
commanditaire/stille -- = associato/socio/partner commanditari
beherend -- = associato/socio/partner gerente
werkend -- = associato/socio/partner active


vennootschap ZN

1 societate, compania, association
burgerlijke -- = societate civil
naamloze -- = societate/compania anonyme
commanditaire -- = societate/compania commanditari
-- op aandelen = societate per actiones
-- met beperkte aansprakelijkheid = societate (private) a responsabilitate limitate
-- met veranderlijk aandelenkapitaal = societate a capital variabile
een -- aangaan met = constituer un societate con
een -- ontbinden = dissolver un societate


vennootschapsbelasting ZN

1 imposto super le societates (anonyme)


venster ZN

1 fenestra, (ruit OOK) vitro
blind -- = fenestra cec/murate
getraliede --s = fenestras grilliate
ovaal -- = fenestra oval
door het -- kijken = reguardar/mirar per le fenestra
iets door het -- werpen = jectar un cosa per le fenestra
een -- openzetten = aperir un fenestra
de ogen zijn de --s van de ziel = le oculos es le fenestras del anima
--s aanbrengen = fenestrar
halfrond -- = lunetta


vensterbank ZN

1 tabula/bordo/appoio de fenestra


vensterblind ZN

1 contrafenestra


vensterboog ZN

1 ogiva


vensterbreedte ZN

1 largor del fenestra


venstercouvert ZN

1 Zie: vensterenvelop


vensterenvelop ZN

1 inveloppe a/con fenestra


venstergat ZN

1 Zie: vensteropening


vensterglas ZN

1 (glas voor vensterruiten) vitro de fenestra/pro fenestras
2 (glas van een venster) vitro


venstergordijn ZN

1 cortina de fenestra


vensterhor ZN

1 fenestra con tela metallic


vensterkozijn ZN

1 quadro de fenestra


vensterkruis ZN

1 cruce de fenestra


vensterloos BN

1 sin fenestra(s)


vensterluik ZN

1 contrafenestra


vensteropening ZN

1 apertura del fenestra


vensterraam ZN

1 vitro


vensterrozet ZN

1 rosa


vensterruit ZN

1 vitro


venstersluiting ZN

1 serratura de fenestra


venstertralies ZN

1 grilla/barras de fenestra


vent ZN

1 homine, individuo, typo, (goedaardig) bonhomo
aardige -- = homine multo sympathic
rare -- = homine extravagante
onuitstaanbare -- = typo insupportabile


ventbaar BN

1 vendibile


venten WW

1 vender de casa in casa/in le stratas
met fruit -- = vender fructos in le stratas


venter ZN

1 mercante/mercator/venditor ambulante


venterskar ZN

1 carro de mercante/mercator/venditor ambulante


ventiel ZN

1 valvula, valva
-- van een fietsband = valvula de un pneu de bicycletta
-- van een luchtbed = valvula de un matras (F) pneumatic
2 (van blaasinstrument) piston


ventieldop ZN

1 tappo/disco de valvula


ventielinstrument ZN

1 instrumento a pistones


ventielslangetje ZN

1 tubetto pro le valvula


ventieltrombone ZN

1 trombon a pistones


ventieltrompet ZN

1 trompetta a pistones


ventilatie ZN

1 ventilation, aeration, aerage
geforceerde -- = ventilation fortiate
in deze school is een goede -- = iste schola es ben aerate


ventilatiebuis ZN

1 tubo de ventilation/aeration


ventilatiekanaal ZN

1 canal de ventilation/aeration


ventilatieopening ZN

1 ventosa


ventilatieraam ZN

1 fenestra de ventilation/aeration


ventilatierooster ZN

1 grillia de ventilation/aeration


ventilatieschacht ZN

1 puteo de ventilation/aeration


ventilatiesysteem ZN

1 systema de ventilation/aeration


ventilatietoren ZN

1 turre de ventilation/aeration


ventilator ZN

1 ventilator
elektrische -- = ventilator electric


ventilatorblad ZN

1 paletta de ventilator


ventilatorkachel ZN

1 estufa/radiator de/con ventilator


ventilatorriem ZN

1 corregia/cinctura de ventilator


ventileerbaar BN

1 ventilabile


ventileren WW

1 ventilar, aerar, renovar le aere de
het -- = ventilation, aerage, aeration
een kamer -- = ventilar/aerar un camera
2 (uiten) ventilar, revelar, exteriorisar
een plan -- = ventilar un plano
een geheim -- = ventilar/revelar un secreto
zijn woede -- = exteriorisar su cholera


ventilering ZN

1 (luchtverversing) ventilation, aerage, aeration
2 (het naar buiten brengen van plan, etc.) ventilation, revelation, exteriorisation


ventje ZN

1 parve homine/puero, bonhomo


ventôse ZN

1 ventose


ventraal BN

1 ventral


ventriculair BN

1 ventricular
--e holte = cavitate ventricular


ventrikel ZN

1 ventriculo


ventriloquist ZN

1 ventriloquo


venturimeter ZN

1 venturimetro


ventvergunning ZN

1 licentia pro venditores ambulante


ventweg ZN

1 cammino/via de servicio


venule ZN

1 venula


Venus ZN EIGN

1 (ROM GODSD) Venere, Venus
priesteres van -- = prestressa de Venere/Venus
2 (ASTRON) Venere, Venus
van -- = venusian


venusbeeld ZN

1 statua de Venus


venusberg ZN

1 monte de Venus


venusbloem ZN

1 orchis latifolie


Venuscultus ZN

1 culto de Venus


Venusdienst ZN

1 Zie: Venuscultus


venushaar ZN

1 (plant) capillo de Venus, adianto
2 (kerstboomversiering) capillo de angelo


venusheuvel ZN

1 Zie: venusberg


venusschoen ZN

1 (PLANTK) calceolaria


venusspiegel ZN

1 (PLANTK) specularia


Venustempel ZN

1 templo de Venus
2 (bordeel) bordello, lupanar


ver BN

1 distante, lontan, remote
-- land = pais lontan/remote
--re toekomst = futuro lontan/remote
--re verleden = passato lontan/remote
--re (bloed)verwant = parente lontan
--re neef = cosino lontan
--re reis = longe viage, viage lontan
het Verre Oosten = le Extreme Oriente
een sprong van een meter ver = un salto de un metro (de distantia)
het theater is hier niet -- vandaan = le theatro es a poc/pauc distantia de hic


ver BW

1 lontano, longe
van -- = de lontano, de longe
de vakantie is nog -- = le vacantias es ancora lontano
je hebt te -- gegooid = tu ha jectate/lanceate (le petra/balla, etc.) troppo lontano
dat kan ons -- brengen = isto pote conducer nos lontano
-- gevorderd zijn = haber ben progredite/progressate
-- met iets komen = ben avantiar un cosa
de nacht is -- gevorderd = le nocte avantia, il es jam ben tarde
iemand -- overtreffen = esser multo superior a un persona
dat zou ons te -- voeren = isto nos menarea troppo lontano
nog even -- zijn = esser sempre/semper in le mesme loco, non haber avantiate nihil
-- van de weg af liggen = esser lontano de cammino
-- na middernacht = ben post medienocte
je zit niet -- van de waarheid = tu non es lontano del veritate
zij zijn -- in de minderheid = illes es fortemente minoritari, illes es un multo parve minoritate
-- onder het gemiddelde = ben sub le media
van heinde en -- = de presso e de lontano
hoe -- bent u? = usque a ubi ha vos arrivate?
(FIG) te -- gaan = exaggerar, exceder/superar le limites, passar le mesura/le limite
dat het zo -- met iemand kan komen = que un persona pote arrivar usque a iste puncto
-- heen zijn = (ziek) esser multo malade
iemand -- overtreffen = superar amplemente un persona
de vrede is nog -- te zoeken = le pace es ancora lontan


veraangenamen WW

1 render plus agradabile
dat veraangenaamt het leven = isto rende le vita plus agradabile


veraanschouwelijken WW

1 demonstrar graphicamente/con exemplos, exemplificar


veraanschouwelijking ZN

1 demonstration con exemplos, exemplification


verabsolutiseren WW

1 render absolute, absolutisar


verabsolutisering ZN

1 absolutisation


veraccijnsen BN

1 (accijns leggen op) imponer accisias
2 (accijns betalen) pagar accisias/derectos


veracht BN

1 minuspreciate, dispreciate


verachtelijk BN

1 basse, abjecte, detestabile, vil, contemptibile, ignobile, infame, misere, miserabile, disdignose, indigne, philistee
--e blik = reguardo disdignose
-- persoon = persona abjecte
--e daad = action ignobile
--e vleierij = flatteria/blandimento/sycophantia infame


verachtelijkheid ZN

1 abjection, bassessa, ignobilitate, indignitate, miserabilitate, contemptibilitate


verachten WW

1 minuspreciar, disestimar, disdignar, despicer, depreciar, dispreciar, contemner


verachter ZN

1 minuspreciator, dispreciator, contemptor


verachting ZN

1 minusprecio, disdigno, contempto, disestima, disprecio


verachtvoudigen WW

1 octuplar, octuplicar


verachtvoudiging ZN

1 octuplication


veraciteit ZN

1 veracitate


verademen WW

1 (herademen) respirar, reprender halito
2 (tot rust komen) respirar


verademing ZN

1 alleviamento, relevamento


veraf BW

1 lontano, longe, a grande distantia
van -- = de lontano
de vakantie is nog -- = le vacantias es ancora multo lontano


verafgelegen BN

1 lontan, distante, remote
-- landen = paises lontan


verafgoden WW

1 idolisar, idolatrar, adorar, esser in adoration ante
een beroemdheid -- = idolatrar un personage famose


verafgoding ZN

1 idolisation, idolatria, adoration


verafschuwen WW

1 abominar, detestar, abhorrer, execrar
hij verafschuwt schijnheiligheid = ille abomina/abhorre hypocrisia


verafschuwing ZN

1 abomination, detestation, abhorrimento, execration


veralgemenen WW

1 (generaliseren) generalisar, universalisar
het -- = generalisation, universalisation
2 (tot de hoofdkenmerken terugbrengen) considerar (un cosa) in su grande lineas/sub su aspecto general/in un maniera general


veralgemening ZN

1 generalisation, universalisation


veralgemeniseren WW

1 Zie: veralgemenen


veralgemenisering ZN

1 Zie: veralgemening


verambtelijken WW

1 bureaucratisar {o}


verambtelijking ZN

1 bureaucratisation {o}


veramerikaansen WW

1 (Amerikaans worden) americanisar se
2 (Amerikaans doen worden) americanisar


veramerikaniseren WW

1 Zie: veramerikaansen


veranda ZN

1 veranda


verandadeur ZN

1 porta de veranda


verandaraam ZN

1 fenestra de veranda


verandavloer ZN

1 solo de veranda


veranderbaar BN

1 transformabile, modificabile, alterabile, cambiabile, mutabile, transmutabile, (omzetbaar) convertibile, (van gedaante) metamorphosabile


veranderen WW

1 (wijzigen) cambiar, modificar, alterar, transformar, mutar
zijn leven -- = cambiar su vita
zijn stem -- = cambiar/disguisar su voce
de pas -- = cambiar le passo
een rok -- = alterar/transformar un gonna
een straf -- = alterar un punition
de wereld -- = reconstruer/refacer le mundo
dat verandert de zaak = isto cambia/altera le cosas
niet te -- = incambiabile
2 (in het genoemde overbrengen) cambiar, alterar, mutar, transformar, substituer, converter, transmutar
een woestenij in een tuin -- = transformar un deserto in un jardin
Jesus veranderde water in wijn = Jesus ha cambiate aqua in vino
een 0 in een 8 -- = cambiar/alterar un 0 in un 8, subsituer un 8 a un 0
koper in goud -- = transmutar/converter/transformar cupro in auro
3 (anders worden) cambiar, alterar, mutar
de tijden veranderen = le tempores cambia
het weer verandert = le tempore cambia
de wind verandert = le vento cambia de direction
hij is erg veranderd = ille ha cambiate multo
4 (wisselen van) cambiar, mutar
van gedrag -- = cambiar de conducta
van kleur -- = cambiar de color
van mening -- = cambiar de opinion
voortdurend van mening -- = cambiar de opinion como de camisa
van gedachten -- = cambiar de idea/pensata/pensamento/opinion
iemand van gedachten doen -- = facer cambiar de idea/pensamento un persona
van dokter -- = cambiar de medico
van eigenaar -- = cambiar de proprietario
van partij -- = cambiar de partito
van plaats -- = cambiar de loco
van tactiek -- = cambiar de tactica
(FIG) van koers -- = prender un altere direction
5 (metamorfoseren) cambiar se (in), esser cambiate (in)
in een zoutpilaar -- = esser cambiate in un statua de sal
de prins veranderde in een kikker = le prince se ha cambiate in un rana


veranderend BN

1 modificante, modificatori
2 (evolutief) evolutive
3 (omvormend) transformative, transformatori


verandering ZN

1 (het veranderen) cambio, cambiamento, alteration, modification, transformation, conversion, mutation, transmutation
behoefte aan -- = besonio de cambiamento
opvallende -- = cambiamento/transformation remarcabile
-- van toon = cambiamento de tono
geleidelijke -- = cambiamento progressive
plotselinge -- = cambiamento brusc
-- ten goede = cambio favorabile
-- ten kwade = cambio disfavorabile
2 (afwisseling) cambio, cambiamento, variation, varietate
van -- houden = amar le cambiamento/variation/varietate
-- van lucht = variation de aeres
voor de -- = pro cambiar, pro variar
aan -- onderhevig = subjecte a variation
3 (wijziging) cambio, cambiamento, alteration, modification:
-- van betekenis = modification de senso
ingrijpende -- = cambiamento radical
-- van richting/koers = cambiamento de direction
-- van smaak = cambio de gusto
wil tot -- = voluntate de cambiamento
een -- aanbrengen = facer un cambiamento/alteration
-- brengen in = cambiar, alterar, modificar


veranderlijk BN

1 variabile, cambiante, cambiabile, mutabile, instabile, inconsistente, fluctuante, (wispelturig OOK) capriciose, versatile, inconstante, volubile
--e gevoelens = sentimentos instabile
--e ster = stella variabile
-- weer = tempore instabile
--e wind = vento variabile/mutabile
(WISK) --e grootheid = quantitate variabile, variabile
--e feestdag = festa mobile
-- zijn = variar


veranderlijkheid ZN

1 variabilitate, instabilitate, mutabilitate, mobilitate, fluctuation, (wispelturigheid OOK) capriciositate, versatilitate, volubilitate, inconstantia
-- van de meningen = instabilitate del opiniones
-- van het weer = variabilitate/instabilitate del tempore
-- van de publieke opinie = fluctuation del opinion public


verankeren WW

1 (vastleggen dmv ankers) ancorar
-- met twee ankers = affurcar
2 (stevig vastmaken) ancorar, fixar solidemente
een diep verankerd idee = un idea profundemente ancorate
in zijn hart verankerd liggen = esser ancorate in su corde


verankering ZN

1 ancorage
-- met twee ankers = affurco


verankeringskabel ZN

1 cablo de ancorage/ammarrage


verankeringslengte ZN

1 longor de ancorage


verankeringsmiddel ZN

1 dispositivo de ancorage


verantwoord BN

1 (veilig) rationabile, solide, sin risco
--e voeding = dieta ben balanciate, nutrition equilibrate
2 (verstandig) justificate
pedagogisch -- = justificate/acceptabile pedagogicamente
didactisch -- = justificate didacticamente
iets -- achten = considerar alco justificate
3 (weloverwogen) rationabile, fundate, ponderate, motivate
--e beslissing = decision motivate/ben fundate


verantwoordelijk BN

1 (aansprakelijk) responsabile
de --e minister = le ministro responsabile
iemand voor iets -- stellen = render un persona responsabile de un cosa, attribuer le responsabilitate de un cosa a un persona
moreel -- zijn voor iemand = haber le responsabilitate moral del actos/del education (etc.) de un persona
ieder mens is -- voor zijn daden = cata homine es responsabile de su actos
hij is hiervoor -- = ille es responsabile de isto, isto es su responsabilitate
niet -- zijn voor iets = esser irresponsabile de un cosa
2 (verplicht te zorgen voor) responsabile
zij is verantwoordelijk voor de salarisadministratie = illa es responsabile del gestion del salarios
ik ben -- voor mijn gezin = io es responsabile/io ha le responsabilitate de mi familia
3 (verantwoordelijkheid meebrengend) responsabile
een --e baan = un posto/empleo responsabile
-- werk = labor/travalio responsabile/de responsabilitate


verantwoordelijkheid ZN

1 (aansprakelijkheid) responsabilitate
persoonlijke -- = responsabilitate individual
collectieve -- = responsabilitate collective
morele -- = responsabilitate moral
contractuele -- = responsabilitate contractual
ministeriële -- = responsabilitate ministerial
de -- dragen = portar le responsabilitate
de -- voor iets op zich nemen = prender/assumer le responsabilitate de un cosa
alle -- afwijzen = declinar omne/tote responsabilitate
de -- niet aankunnen = non poter assumer su responsabilitates
de -- voor een aanslag opeisen = revindicar (le responsabilitate de) un attentato
de -- op iemand afschuiven = cargar un persona con le responsabilitate
2 (taak, plicht te zorgen voor) responsabilitate, carga, competentia
dat is een hele -- = isto es un responsabilitate pesante
de -- voor de kinderen hebben = haber le carga del infantes, esser responsabile del infantes
dat valt niet onder mijn -- = isto non es de mi responsabilitate/competentia/incumbentia
3 (risico) responsabilitate, risco
iemand tot een hoge -- roepen = promover un persona a un alte responsabilitate
op eigen -- = a su proprie responsabilitate/risco


verantwoordelijkheidbesef ZN

1 Zie: verantwoordelijkheidsgevoel


verantwoordelijkheidsgevoel ZN

1 senso/sentimento del responsabilitate(s)
gebrek aan -- = manco de responsabilitate, irresponsabilitate


verantwoorden WW

1 (rekenschap afleggen van) justificar, dar/render conto de
een bedrag -- = dar conto de un amonta
zich voor de rechter -- = justificar se ante le judice
2
het hard te -- hebben = esser in grande periculo


verantwoording ZN

1 (rekenschap) justification
-- afleggen = justificar, dar/render conto
2 (verantwoordelijkheid) responsabilitate
-- dragen = esser responsabile, portar le responsabilitate
de -- op zich nemen/aanvaarden = assumer le responsabilitate


verarmd BN

1 impovrite
--e familie = familia impovrite


verarmen WW

1 improvrir, depauperar
het -- = impovrimento, depauperation
de grond -- = le solo se impovri


verarming ZN

1 improvrimento, depauperation
economische -- van een land = impovrimento economic de un pais
culturele -- = impovrimento cultural


verassen WW

1 (tot as doen overgaan) reducer a cineres, incinerar
2 (cremeren) incinerar, cremar


verassing ZN

1 (het tot as doen overgaan) incineration
2 (crematie) incineration, cremation


veratrine ZN

1 veratrina


veratrum ZN

1 veratro


verbaal ZN

1 processo verbal


verbaal BN

1 (mondeling) verbal, oral
--e communicatie = communication verbal/oral
-- verslag = reporto verbal
-- geweld = (scheldpartij) violentia verbal, invectivas, (stortvloed van woorden) torrente/fluxo de parolas
2 (TAAL) verbal
-- substantief = substantivo verbal
3 (wat het spreken betreft) verbal, oral
zij is -- bijzonder begaafd = illa se exprime con un grande facilitate, illa ha un grande dono del parola/elocution


verbaasd BN

1 surprendite, (stomverbaasd) stupefacte


verbaasdheid ZN

1 surprisa, (stomme verbazing) stupefaction


verbaliseren WW

1 (proces-verbaal opmaken) facer le processo verbal
2 (onder woorden brengen) exprimer in parolas, verbalisar
een getuigenis -- = verbalisar un testimonio


verbalisme ZN

1 verbalismo


verband ZN

1 (zwachtel, windsel) bandage
aseptisch -- = bandage aseptic
een -- omleggen = applicar un bandage
zijn arm in een -- dragen = portar su bracio in un sling
zijn hand in het -- hebben = haber le mano bandate
het -- vernieuwen = renovar le bandage
2 (samenhang) relation, ligation, connexion, contexto, coherentia, cohesion, nexo, (verbinding) ligation, correlation
causaal -- = relation causal
in welk -- werd dat gezegd? = in que connexion ha on dicite isto?
in dit -- wil ik nog opmerken = in iste connexion/contexto io volerea dicer
--en aantonen = demonstrar connexiones
een -- leggen tussen twee gebeurtenissen = establir/facer le relation inter duo eventos
een constructie uit zijn -- rukken = disassemblar un construction
in deze zaak houdt alles -- met elkaar = in iste cosa toto es ligate
gebrek aan -- in een verhaal = incoherentia de un historia
twee uiteenlopende ideeën met elkaar in -- brengen = associar/connecter duo ideas disparate
beide problemen staan nauw met elkaar in -- = le duo problemas es strictemente ligate/imbricate
iets uit zijn -- rukken = isolar un cosa de su contexto
onderling -- = interrelation
in -- met = in connexion con, con referentia a, in relation a, a proposito de, concernente
3 (betrekking, contact) connexion, relation
in Europees -- = in le contexto europee, al nivello europee
in landelijk -- = in le contexto national
4 (verbintenis) contracto
kort -- = contracto de servicio curte
5 (maandverband) servietta/panno hygienic/periodic


verbanddoosje ZN

1 cassetta pharmaceutic


verbandgaas ZN

1 gaza hydrophile/sterilisate, compressa de gaza


verbandkist ZN

1 cassa pharmaceutic


verbandmateriaal ZN

1 material pro bandar


verbandmiddelen ZN MV

1 Zie: verbandmateriaal


verbandpakje ZN

1 pacchetto de bandage


verbandplaats ZN

1 posto de succurso


verbandstof ZN

1 tela pro bandar, bandage


verbandtrommel ZN

1 cassa/cassetta pharmaceutic


verbandwatten ZN MV

1 watta/coton hydrophile/hydrophilic


verbannen WW

1 bannir, exiliar, deportar, proscriber, expeller, expulsar
de dissident werd uit de hoofdstad verbannen = le dissidente esseva bannite/exiliate del capital
hij werd naar Siberië verbannen = ille esseva deportate a Siberia
2 (FIG) bannir, relegar
een voorwerp naar de zolder -- = relegar un objecto al granario
zij verbande dat idee uit haar gedachten = illa banniva iste pensata/pensamento de su spirito, illa banniva iste idea de su pensatas/pensamentos


verbanning ZN

1 banno, bannimento, exilio, expulsion, deportation, proscription


verbanningsoord ZN

1 loco de exilio, exilio


verbasteren WW

1 (vervormd worden) corrumper se, esser corrumpite
een in het Nederlands verbasterd woord van Franse afkomst = un parola nederlandese corrumpite de origine francese
2 (ontaarden) degenerar
3 (vervormen) corrumper, deformar
een taal -- = corrumper un lingua


verbastering ZN

1 (vervorming) corruption, (ontaarding) degeneration, degenerescentia
2 (verbasterd woord) corruption, deformation


verbazen WW

1 surprender
haar houding verbaast mij zeer = su attitude me stupeface
dat verbaast mij niets = vermente isto non me surprende


verbazend BN

1 (verbazingwekkend) surprendente, stupefaciente
het resultaat was -- = le resultato esseva surprendente
een -- groot huis = un casa colossal
zij kan -- snel rekenen = illa sape calcular a un velocitate surprendente
2 (enorm) enorme, immense, extraordinari, prodigiose, incredibile
--e kracht = fortia prodigiose
hij is -- sterk = ille es multo robuste
-- veel eten = mangiar quantitates enorme/immense/incredibile


verbazing ZN

1 surprisa
uitroep van -- = exclamation de surprisa
van de ene -- in de andere vallen = ir de surprisa in surprisa
tot zijn grote -- = a su grande surprisa
tot ieders -- = al surprisa general
stomme -- = stupefaction
-- wekken = surprender


verbazingwekkend BN

1 surprendente, stupefaciente, portentose


verbedden WW

1 cambiar/mutar de lecto


verbeelden WW

1 (uitbeelden) representar
het toneel verbeeldt een bos = le scena representa un bosco
2
(zich inbeelden) zich -- = imaginar se, figurar se
dat verbeeld je je maar = tu te face ideas, isto es toto tu imagination
zich veel -- = esser pretentiose/presumptuose, presumer
3
(zich voorstellen) zich -- = imaginar se, figurar se, representar se


verbeelding ZN

1 (fantasie) imagination, phantasia, inventivitate
rijke -- = imagination fertile, fertilitate del imagination
levendige -- = imagination vive
rijkdom der -- = fecunditate del imagination
overspannen -- = imagination exaltate
spel der -- = joco del imagination
de -- prikkelen = excitar le imagination
prikkeling van de -- = excitation/excitamento del imagination
2 (inbeelding) imagination, phantasia, illusion
dat is maar -- = isto es solmente illusion, isto es pur phantasia
3 (verwaandheid) fatuitate, infatuation, pretension, pretention, presumption, vanitate
-- hebben = esser infatuate de se, esser pretentiose/presumptuose, presumer
wat een --! = como pretentiose/presumptuose!
4 (uitbeelding) representation, imagine
-- van de dood = representation/imagine del morte


verbeeldingskracht ZN

1 fortia/poter/potentia imaginative/de imagination, imagination, phantasia


verbeeldingsvorm ZN

1 forma de imagination


verbeeldingswereld ZN

1 mundo imaginari/de phantasia


verbeiden BN

1 attender
lang verbeid = attendite desde longe tempore


verbena ZN

1 (ijzerhard) verbena


verbenaächtigen ZN MV

1 verbenaceas


verbenen WW

1 ossificar se
het -- = ossification
kraakbeen dat verbeent = cartilagine que se ossifica
onvolledig verbeend skelet = skeleto incompletemente ossificate


verbening ZN

1 ossification


verbeningsproces ZN

1 processo de ossification


verbergen WW

1 (verstoppen) celar, dissimular, occultar
zij hebben joden verborgen in de oorlog = illes ha celate judeos durante le guerra
paaseieren -- = celar ovos de pascha
zijn teleurstelling -- = dissimular/celar su disappunctamento/disillusion
zich achter iemand -- = celar se/occultar se detra un persona
zijn gelaat achter/in zijn handen -- = occultar su visage/facie in/inter le manos
2 (achterhouden) celar, dissimular, (verzwijgen) tacer, (geheim houden) abstruder
zijn bedoelingen -- = celar su intentiones
zijn ontroering -- = celar su emotion, non monstrar su emotion
niets te -- hebben = haber nihil a celar
iet verborgen houden = celar un secreto
3 (bedekken) coperir, teger


verbeten BN

1 (ingehouden, opgekropt) continite, reprimite
-- woede = ira/furor/rabie continite
2 (fel) implacabile
-- strijd = lucta implacabile/sin mercede
-- doorwerken = laborar/travaliar fanaticamente
3 (krampachtig) crispate
met -- gezichten = con visages crispate
-- trekje om de mond = grimasse


verbetenheid ZN

1 (ingehouden woede) furor continite
2 (felheid) character implacabile, implacabilitate
de -- van de strijd = le character implacabile del lucta


verbeteraar ZN

1 (a)meliorator
2 corrector
3 (van tekst) castigator


verbeterbaar BN

1 corrigibile, (a)meliorabile, perfectibile


verbeterbaarheid ZN

1 corrigibilitate


verbeterd BN

1 corrigite
--e druk = edition corrigite


verbeteren WW

1 (beter maken) (a)meliorar, (perfectioneren) perfectionar
zijn Interlingua -- = (a)meliorar su Interlingua
de kwaliteit van produkten -- = (a)meliorar le qualitate de productos
een ras -- = (a)meliorar un racia
het onderwijs -- = (a)meliorar le inseniamento
een stuk grond -- = (a)meliorar/abonar un terreno
landbouwgrond -- = bonificar terra cultivabile
het -- van landbouwgrond = bonification de terra cultivabile
een methode -- = perfectionar un methodo
een machine -- = perfectionar un machina
een instrument -- = perfectionar un instrumento
zijn uitspraak van Interlingua -- = perfectionar su pronunciation de Interlingua
2 (herstellen) (a)meliorar, reparar, rectificar, remediar, (enigszins) retoccar
een tekst -- = (a)meliorar/remanear un texto
mankementen -- = rectificar/remediar defectos
3 (corrigeren) corriger, rectificar, emendar, (tekst) revider
een adres -- = emendar un adresse (F)
fouten -- = corriger errores
4 (overtreffen) (a)meliorar
iemand iets -- = superpassar un persona in un cosa
een record -- = (a)meliorar/batter/rumper un record (E)
5 (beter worden) (a)meliorar se
de situatie is geleidelijk verbeterd = le situation se ha (a)meliorate progressivemente


verbeterend BN

1 amelioratori, ameliorative, (corrigerend) corrective, correctori, emendatori
-- middel = correctivo


verbeterhuis ZN

1 Zie: verbeteringsgesticht


verbetering ZN

1 (verhoging van de kwaliteit) (a)melioration, perfectionamento
alle verandering is nog geen -- = cata cambiamento non es un (a)melioration
-- van landbouwgrond = bonification de terra cultivabile
voor -- vatbaar = susceptibile de (a)melioration, (a)meliorabile
niet voor -- vatbaar = imperfectibile
2 (vooruitgang) (a)melioration, progresso
dat is een hele -- = isto es un grande (a)melioration
tastbare -- = (a)melioration positive
3 (correctie) correction, emendamento
-- van fouten = correction/rectification de errores
-- aanbrengen = facer/introducer correctiones, introducer emendamentos
oefeningen ter -- van de uitspraak = exercitios corrective de pronunciation


verbeteringsgesticht ZN

1 establimento/casa de correction, reformatorio


verbeteringsvatbaar BN

1 Zie: verbeterbaar


verbeteringsvatbaarheid ZN

1 Zie: verbeterbaarheid


verbeterlijk BN

1 (a)meliorabile, corrigibile


verbeterlijk BN

1 Zie: verbeterbaar


verbeurbaar BN

1 confiscabile


verbeurd BN

1 confiscate
-- verklaren = confiscar


verbeurdverklaren WW

1 confiscar
iemands bezittingen -- = confiscar le benes de un persona


verbeurdverklaring ZN

1 confiscation
-- van goederen = confiscation de benes


verbeuren WW

1 perder
zijn reputatie -- = perder su reputation
iemands vertrouwen -- = perder le confidentia de un persona


verbeuzelen WW

1
zijn tijd -- = perder/guastar su tempore


verbidden WW

1
zich niet laten -- = monstrar se inexorabile


verbieden WW

1 interdicer, prohiber, (door de wet OOK) inhiber
de publicatie van een krant -- = interdicer/prohiber le publication de un jornal
iemand het roken -- = interdicer a un persona de fumar
het is verboden de voorwerpen aan te raken = il es interdicite de toccar le objectos, le toccar del objectos non es permittite
de wet verbiedt dat = le lege lo interdice/prohibe
verboden te wateren = non urinar
verboden in te rijden = non entrar, entrata interdicite/prohibite
keren verboden = non tornar
streng verboden te roken = le fumar es strictemente interdicite/prohibite
verboden voor onbevoegden = non entrar pro personas non autorisate


verbiedend BN

1 prohibitive, prohibitori
2 (JUR) inhibitori


verbigeratie ZN

1 verbigeration


verbijsterd BN

1 consternate, disconcertate, perplexe, confuse, stupefacte
hij was totaal -- door de schok = le choc {sj} le habeva totalmente disconcertate


verbijsteren WW

1 consternar, disconcertar, stupefacer, confunder
het nieuws van zijn door heeft ons verbijsterd = le nova de su morte nos ha stupefacite


verbijsterend BN

1 consternante, disconcertante, stupefaciente, stupende


verbijstering ZN

1 consternation, disconcertamento, stupefaction, stupor, perplexitate


verbijten WW

1 (met moeite inhouden) continer, reprimer, supprimer
een glimlach -- = continer/reprimer un surriso
zijn tranen -- = continer/reprimer su lacrimas
zij stond zich te -- van woede = illa se mordeva le labios de rabie


verbijzonderen WW

1 specificar, precisar, specialisar, isolar, particularisar, individualisar, differentiar


verbinden WW

1 (samenvoegen) unir, reunir, junger, ligar, assemblar, connecter, combinar
de stijlen worden door dwarsbalken verbonden = le postes es jungite per trabes/traves
landengte die twee continenten verbindt = isthmo que junge duo continentes
(MUZ) twee noten -- = ligar/combinar duo notas
2 (in samenhang brengen) unir, attachar {sj}, combinar, connecter, associar
zijn naam aan iets -- = attachar su nomine a un cosa
woorden tot zinnen -- = unir/combinar parolas pro formar phrases
deze feiten zijn nauw met elkaar verbonden = iste factos es strictemente connectite
hier is groot gevaar aan verbonden = isto implica un grande periculo
3 (omzwachtelen) bandar
een arm -- = bandar un bracio
iemands wonden -- = bandar le vulneres de un persona
4 (door een overeenkomst/band koppelen aan) ligar, alliar, associar, attachar {sj}, connecter, junger
aan een instelling verbonden zijn = esser attachate/ligate a un institution, laborar presso un institution
zijn er voordelen aan verbonden? = esque il ha avantages attachate a illo?
welk salaris is aan deze betrekking verbonden? = qual/que salario es attachate/qual/que es le salario attachate a iste empleo?
door gemeenschappelijke belangen verbonden zijn = esser jungite/unite per interesses commun
Japan verbond zich met Duitsland = Japon se ha alliate con Germania, Japon ha entrate in un alliantia con Germania
zijn naam bleef verbonden met deze wet = su nomine esseva sempre/semper associate a iste lege
voorrechten -- aan een functie = attribuer privilegios a un function
5 (telefonisch aansluiten) connecter (con), communicar telephonicamente/per telephono
kunt u mij met de heer X --? = poterea vos connecter me con senior X?
6
(zich verplichten) zich -- = obligar se, ligar se
zich tot iets -- = obligar se a un cosa
zich tot niets -- = non obligar se a nihil
zich voor twee jaar (aan een baan) -- = ligar se pro duo annos
7
(SCHEI) zich -- = combinar se
water verbindt zich niet met olie = le aqua non se combina con le oleo


verbindend BN

1 (verplichtend) obligatori
2
--e schakel = anello unitive


verbindendverklaring ZN

1 declaration de fortia obligatori


verbinding ZN

1 (samenvoeging) union, reunion, junction, combination, junctura, juncto, ligation, ligatura, accopulamento
de -- van woorden tot zinnen = le combination de parolas in phrases/pro formar phrases
cardanische -- = junctura/juncto cardanic/de Cardan
luchtdichte -- = juncto hermetic
2 (relatie) relation, contacto, connexion, communication
onderlinge -- = interconnexion
in -- staan met = esser in relation(es)/contacto/communication con, communicar con
zich in -- stellen met = mitter se/poner se in contacto/communication con, contactar, communicar con
3 (mogelijkheid tot verkeer) communicationes
de --en met de stad zijn uitstekend = le communicationes con le urbe es excellente
een geregelde -- = un linea regular
de --en herstellen = restablir/restabilir le communicationes
de keuken staat in -- met de garage = le cocina da accesso al garage (F), le cocina communica con le garage (F)
dit kanaal staat in -- met de zee = iste canal da accesso al mar, iste canal es connectite al mar
4 (TELECOMM) communication
geen -- kunnen krijgen = non poter establir communication
-- krijgen met = mitter se in communication con
de -- verbreken = (inter)rumper le communication
5 (verplichting) obligation
zonder -- = sin obligation
6 (SCHEI) (resultaat) composito, (proces) combination
chemische/scheikundige -- = composito chimic
organische -- = composito organic
binaire -- = composito binari/diatomic
complexe -- = composito complexe
aromatische -- = composito aromatic
alifatische -- = composito aliphatic
cyclische -- = composito cyclic
7 (TAAL) liaison (F)
intervocalische -- = liaison intervocalic
8 (mbt telefoon) connection, communication
telefonische -- = communication telephonic


verbindingsbalk ZN

1 trabe, trave, transversa


verbindingsbuis ZN

1 Zie: verbindingspijp


verbindingsdeur ZN

1 porta de communication


verbindingsflens ZN

1 flangia de accopulamento


verbindingsgang ZN

1 passage/corridor de communication


verbindingskanaal ZN

1 canal de junction/de communication


verbindingsklank ZN

1 sono de liaison (F), synalephe


verbindingslijn ZN

1 linea de communication


verbindingsmiddelen ZN MV

1 medios de communication


verbindingsmof ZN

1 manichetto de accopulamento


verbindingsofficier ZN

1 officiero de ligation


verbindingspijp ZN

1 tubo de communication


verbindingspunt ZN

1 puncto de junction
2 centro de communicationes


verbindingsspoorweg ZN

1 linea de connexion


verbindingsstang ZN

1 barra de junction/connexion


verbindingsstreepje ZN

1 tracto de union


verbindingsstuk ZN

1 (TECHN) connector, juncto, junctura, pecia de junction/connexion


verbindingsteken ZN

1 Zie: verbindingsstreepje


verbindingsvliegtuig ZN

1 avion de ligation


verbindingsweg ZN

1 via/cammino de communication


verbintenis ZN

1 (verplichting) ingagiamento, obligation
voorwaardelijke -- = ingagiamento/obligation conditional
accessoire -- = obligation accessori
alternatieve -- = obligation alternative
een -- aangaan = contraher/contractar un obligation
2 (dienstcontract) contracto
een -- als beroepsmilitair = un contracto de militar professional
een -- aangaan = ligar se per contracto, facer un contracto
3 (persoonlijke band/verhouding) union, alliantia
harmonische -- = union harmoniose
een -- bekrachtigen = legitimar un union, ratificar un alliantia


verbintenissenrecht ZN

1 derecto del obligationes


verbitterd BN

1 amar, acrimoniose, acerbe
-- op/over iets zijn = esser reimplite de amaritude


verbitterdheid ZN

1 Zie: verbittering


verbitteren WW

1 (vergallen) render amar, amarisar, acerbar
dat verbittert mijn leven = isto reimple mi vita de amaritude
2 (vertoornen) irritar, exacerbar


verbittering ZN

1 amaritude, rancor, resentimento


verbleken WW

1 pallidir, (mbt kleuren OOK) discolorar se, perder color, degradar


verbleking ZN

1 (van kleuren, etc.) discolorisation, degradation


verblijd BN

1 contente, satisfacte, allegre


verblijden WW

1 (een genoegen doen) allegrar, gauder
zich -- over iets = allegrar se de un cosa


verblijdend BN

1 allegrante


verblijf ZN

1 (het verblijven) sojorno
een lang -- in de tropen = un longe sojorno in le tropicos
ergens -- houden = sojornor usquam/alicubi
tijdens mijn -- in Bilthoven = durante mi sojorno a/in Bilthoven
2 (verblijfplaats) loco de sojorno, residentia, domicilio
een gerieflijk -- = un loco de sojorno confortabile
3 (het wonen) residentia, habitation
zijn -- hebben/houden = habitar, resider, haber su domicilio


verblijfkosten ZN MV

1 costos/expensas de sojorno/residentia
reis- en -- = costos/expensas de viage e sojorno


verblijfplaats ZN

1 domicilio, residentia
tijdelijke -- = residentia provisional/provisori
zonder vaste -- = sin domicilio fixe, sin casa/adresse (F) permanente, ambulante


verblijfsduur ZN

1 durata/duration del sojorno


verblijfsvergoeding ZN

1 indemnitate de sojorno/de residentia


verblijfsvergunning ZN

1 permisso/autorisation de sojornar/de sojorno/de residentia


verblijven WW

1 (vertoeven) sojornar, facer un sojorno, remaner, restar
hij verbleef vele maanden in Bilthoven = ille ha sojornate multe menses a/in Bilthoven
2 (onderdak hebben, wonen) resider, habitar, demorar, viver
3
in afwachting van uw brief verblijf ik = in anticipation de vostre littera io remane


verblikken WW

1
-- noch verblozen = restar/remaner imperturbabile


verblinden WW

1 cecar
de koplampen van de tegenligger verblindden me = le pharos del auto(mobile) que approcha {sj} me ha cecate
2 (FIG) cecar, offuscar
zich door illusies laten -- = lassar se cecar per illusiones
verblind door hartstocht = cecate per passion


verblindheid ZN

1 Zie: verblinding


verblinding ZN

1 cecitate, privation de vista
2 (FIG) cecitate, offuscation


verbloeden WW

1 perder tote su sanguine, morir de un hemorrhagia


verbloeding ZN

1 perdita de (tote su) sanguine, hemorrhagia


verbloemd BN

1 disguisate, velate
--e bekentenis = confession disguisate/velate
--e bedreiging = menacia disguisate/velate
--e benaming = euphemismo
iemand -- de waarheid zeggen = dicer le veritate a un persona in un maniera disguisate/velate


verbloemen WW

1 (niet laten merken) celar, dissimular, mascar, mascarar, coperir, velar, disguisar, camouflar {oe}
hij kon zijn afschuw niet -- = ille non poteva celar/dissimular su horror/repugnantia
2 (niet ronduit zeggen/noemen) disguisar, velar, exprimer se in terminos velate, (vergoelijken OOK) ornar, colorar, palliar
de ware toestand -- = disguisar le ver situation
de waarheid -- = disguisar/velar/mascarar/ornar le veritate
--de termen = terminos euphemic/euphemistic/velate, euphemismos


verbloemend BN

1 euphemic, euphemistic, palliative


verbloeming ZN

1 disguisamento, dissimulation


verblozen WW

1 ruber, rubescer, erubescer


verbluffen WW

1 stupefacer, confunder, disconcertar


verbluffend BN

1 stupefaciente, stupende, disconcertante
--e uitslag = resultato stupefaciente/spectacular
met --e nauwgezetheid = con precision stupefaciente/incredibile
-- snel handelen = ager con un rapiditate stupefaciente/incredibile


verbluffing ZN

1 Zie: verbluftheid


verbluft BN

1 stupefacte, disconcertate, perplexe
-- doen staan = stupefacer
-- staan kijken = reguardar/mirar con stupefaction


verbluftheid ZN

1 stupefaction, disconcertamento, perplexitate


verbod ZN

1 interdiction, prohibition, (JUR) inhibition, (REL) interdicto
een -- op het gebruik van alcohol = un prohibition del consumo/consumption de alcohol
overtreding van een -- = transgression de un interdiction
tegen mijn uitdrukkelijk -- = contra mi prohibition expresse/explicite
een -- trotseren = bravar un interdiction/prohobition
een -- negeren = ignorar un interdiction/prohibition
een -- opleggen = imponer un interdiction/prohibition
een -- uitvaardigen = interdicer, prohiber


verboden BN

1 interdicite, prohibite, illicite
-- waar = merces/mercantias prohibite
-- handel = commercio illicite/interlope
-- wapens = armas prohibite
-- wapenbezit = porto de armas prohibite
-- boek = libro prohibite
-- gebied = zona prohibite
-- toegang = accesso/ingresso/entrata prohibite/interdicite
-- voor alle verkeer = circulation prohibite a tote le vehiculos


verbodsbepaling ZN

1 clausula/disposition prohibitive/prohibitori, prohibition


verbodsbord ZN

1 signo/pannello de interdiction/de prohibition


verbodsmaatregel ZN

1 mesura de interdiction/prohibition


verboeken WW

1 Zie: overboeken-1


verboeking ZN

1 Zie: overboeking-1


verbogen BN

1 (TAAL)
onregelmatig -- = heteroclite
onregelmatig -- woord = heteroclito
-- naamval = caso oblique
2 (omgebogen) curvate, torquite
-- wiel = rota torquite


verbolgen BN

1 irate, furibunde, furiose, infuriate, inrabiate, inragiate


verbolgenheid ZN

1 cholera, ira, furia, furiositate, rabie, rage


verbond ZN

1 alliantia, liga, pacto, union, tractato, association, (con)federation, coalition
defensief -- = tractato/pacto/alliantia/liga defensive
offensief -- = tractato/pacto/alliantia/liga offensive
geheim -- = alliantia secrete
-- van regeringspartijen = coalition de partitos governamental
-- van staten = confederation de statos
-- met de duivel = pacto con le diabolo
Ark des Verbonds = Arca del Alliantia
het Oude en het Nieuwe Verbond = le Ancian e le Nove Alliantia/Testamento
-- van partijen = coalition de partitos
een -- aangaan/sluiten = contraher/contractar/concluder/formar un alliantia/liga (con), entrar in un tractato/pacto (con)
een -- schenden = violar un alliantia/tractato/pacto
in een -- samenbrengen/verenigen = coalisar


verbonden BN

1 (verplicht) obligate (a), ligate (a)
tot iets -- zijn = esser obligate a un cosa
contractueel -- = ligate per contracto
2 (verenigd) juncte, combinate, alliate, coalisate, (in een statenbond) confederate, confederative
de -- mogendheden = le potentias alliate, le alliatos
3 (met verband omzwachteld) bandate
een -- arm = un bracio bandate
4 (gebonden) ligate, attachate {sj}, juncte, unite
onlosmakelijk met elkaar -- begrippen = conceptos indissociabile
de aan deze functie -- voordelen = le avantages attachate a iste function
de voorrechten -- aan de ouderdom = le privilegios conferite al etate
zich met iemand -- voelen = sentir se unite a un persona
door het huwelijk -- zijn = esser unite/juncte per le maritage/matrimonio
5
verkeerd -- = numero incorrecte


verbondene ZN

1 (bondgenoot) confederato, alliato


verbondenheid ZN

1 solidaritate, fraternitate
-- met de arbeiders = solidaritate con le obreros
gevoel van -- = sentimento de solidaritate


verbondenheidsgevoel ZN

1 sentimento de solidaritate/fraternitate/unitate


Verbondsark ZN

1 Arca del Alliantia


verbondsbeker ZN

1 calice


verbondsbreuk ZN

1 ruptura del alliantia


Verbondskist ZN

1 Zie: Verbondsark


verbondsmaal ZN

1 Sancte Cena


verbondsoffer ZN

1 Zie: misoffer


verborgen BN

1 (verscholen) celate, secrete, dissimulate, occultate, latente, occulte
-- camera = camera celate/invisibile/occulte
-- la = tiratorio secrete
-- deur = porta celate
-- gebrek = defecto occulte
in het --(e) = furtivemente, secretemente, in secreto, clandestinmente
-- houden = absconder
-- zijn/liggen = esser latente, later
2 (niet openlijk/algemeen bekend) celate, secrete, mysteriose, cryptic, occulte, esoteric
-- toespelingen = allusiones cryptic
-- betekenis = senso celate/occulte
-- bedoeling = intention secrete/velate
-- gebreken = vitios celate/occulte
-- machten/krachten = potentias occulte
-- werkloosheid = disoccupation disguisate


verborgenheid ZN

1 (het raadselachtig zijn) mysterio, secreto
2 (geheim, mysterie) mysterio, secreto
de --en Gods = le mysterios de Deo


verbositeit ZN

1 verbositate


verbouw ZN

1 (het telen) cultura, cultivation
-- van suikerriet = cultura/cultivation de canna de sucro
-- van graangewassen = cerealicultura
2 (het veranderen van een bouwwerk) reconstruction, renovation
-- van de bovenverdieping = renovation del etage (F) superior/de supra


verbouwen WW

1 (kweken) cultivar
graan(gewassen) -- = cultivar cereales
2 (anders bouwen) reconstruer, renovar, restructurar
zijn huis laten -- = facer renovar su casa


verbouwer ZN

1 cultivator


verbouwereerd BN

1 disconcertate, perplexe, stupefacte, confuse


verbouwereerdheid ZN

1 disconcertamento, perplexitate, confusion, stupefaction


verbouwing ZN

1 reconstruction, renovation, restructuration
de -- heeft kapitalen gekost = le renovation ha costate un fortuna


verbouwingskosten ZN MV

1 costos de reconstruction/renovation/restructuration


verbouwingsplan ZN

1 plano de reconstruction/renovation/restructuration


verbouwingswerkzaamheden ZN MV

1 labores/travalios de reconstruction/renovation/restructuration


verbrakking ZN

1 Zie: verzilting


verbrandbaar BN

1 combustibile


verbranden WW

1 (door branden vernietigen) comburer, arder, consumer, (geheel) carbonisar, calcinar
levend -- = comburer vive
2 (mbt doden) incinerar, cremar
het -- = incineration, cremation
3 (aanbranden) esser ardite
4
(verwonden) zich -- = arder se, (door hete vloeistof) escaldar se


verbranding ZN

1 (vernietiging door vuur) destruction per le foco, combustion, (snel, explosief) deflagration, (mbt doden) incineration, cremation
dood door -- = supplicio per le foco
2 (verschroeiing) adustion
3 (verwonding) arditura, ustion, (door heet water) escaldatura
tweedegraads -- = arditura/ustion de secunde grado
4 (stofwisseling) metabolismo, combustion
de -- van vetten in het lichaam = le combustion de grassias in le corpore


verbrandingsbuis ZN

1 tubo de combustion


verbrandingsgas ZN

1 (om te verbranden) gas de combustion
2 (afgewerkt gas) gas de escappamento


verbrandingsinstallatie ZN

1 Zie: verbrandingsoven-1


verbrandingskamer ZN

1 camera de combustion


verbrandingsmotor ZN

1 motor a/de combustion (interne), motor de explosion


verbrandingsoven ZN

1 (voor vuil) furno de combustion, incinerator
2 (voor lijken) furno crematori


verbrandingsproces ZN

1 processo de combustion


verbrandingsprodukt ZN

1 producto de combustion


verbrandingsresten ZN MV

1 residuos de combustion


verbrandingssnelheid ZN

1 rapiditate de combustion


verbrandingstemperatuur ZN

1 temperatura de combustion


verbrandingswarmte ZN

1 calor de combustion


verbrassen WW

1 dilapidar, dissipar
veel geld -- = dilapidar multe moneta


verbrasser ZN

1 dilapidator, dissipator


verbrassing ZN

1 dilapidation, dissipation


verbreden WW

1 (meer omvattend maken) extender
zijn kennis -- = extender su cognoscentias/cognoscimentos
die boeken hebben mijn blik verbreed = iste libros ha extendite mi vista
2 (breder maken) allargar
een straat -- = allargar un strata
de weg verbreedt zich daar = le cammino se allarga a iste loco


verbreding ZN

1 extension
-- van onze kennis = extension de nostre cognoscentias/cognoscimentos
2 allargamento, allargation
-- van deze weg = allargamento de iste cammino


verbreekbaar BN

1 (JUR) annullabile, rescindibile, rescissibile


verbreekbaarheid ZN

1 (JUR) rescindibilitate
-- van een contract = rescindibilitate de un contracto


verbreid BN

1 expandite, general, commun, currente, popular
algemeen --e denkbeelden = ideas expandite/popular
een zeer -- gebruik = un costume popular
deze misvatting is wijd -- = iste error es multo currente


verbreiden WW

1 expander, extender, propagar, distribuer, diffunder, disseminar, divulgar
ideeën -- = propagar ideas
een leer -- = propagar un doctrina
foldertjes -- = distribuer prospectos
een gerucht -- = expander un ruito
het nieuws verbreidde zich razendsnel = le nova se ha expandite multo rapidemente
volgens de meest verbreide mening = secundo le opinion le plus extendite


verbreider ZN

1 disseminator, propagator, divulgator
-- van het geloof = propagator del fide


verbreiding ZN

1 expansion, propagation, diffusion, dissemination, divulgation
-- van het geloof = propagation del fide
algemene -- = generalisation


verbreken WW

1 (stukbreken) rumper
zijn boeien -- = rumper su catenas
een zegel -- = rumper un sigillo
2 (afbreken) rumper, interrumper
de diplomatieke betrekkingen -- = rumper le relationes diplomatic
het contact met iemand -- = rumper le contacto/relationes con un persona
het evenwicht -- = rumper le equilibrio
het stilzwijgen -- = rumper le silentio
de (telefoon)verbinding -- = (inter)rumper le communication/connexion, disconnecter
de (telefoon)verbinding werd verbroken = le communication/connexion ha essite (inter)rumpite
3 (schenden) rumper, violar, transgreder, transgressar, derogar, annullar
een contract -- = rumper/annullar un contracto
een verdrag -- = violar un tractato/pacto
een eed -- = rumper/violar un juramento
een testament -- = rescinder/revocar un testamento


verbreking ZN

1 (het stukbreken) ruptura
2 (het afbreken) ruptura
-- van de diplomatieke betrekkingen = ruptura del relationes diplomatic
3 (het schenden) ruptura, violation, annullation, (TECHN) (van een verbinding) disconnexion
-- van een contract = annullation de un contracto
-- van een eed = violation de un juramento


verbrijzelen WW

1 fracassar, rumper in morsellos
het -- = fracassura


verbrijzeling ZN

1 fracassura
2 (MED) comminution


verbroddelen WW

1 guastar


verbroederen WW

1 (verzoenen) unir fraternalmente, reconciliar
2 (goede vrienden worden) fraternisar
het -- = fraternisation
zich met iemand -- = fraternisar con un persona, unir se fraternalmente con un persona
zich met elkaar -- = fraternisar


verbroedering ZN

1 fraternisation
2 (verzoening) reconciliation


verbrokkelen WW

1 (tot stukjes maken) morsellar, fragmentar, fractionar, dispeciar
de aandacht -- = dispersar le attention


verbrokkeling ZN

1 fragmentation, fractionamento, dispeciamento


verbruien WW

1 guastar
hij heeft die zaak verbruid = ille ha guastate iste cosa
het bij iemand -- = perder le favor/confidentia de un persona


verbruik ZN

1 consumo, consumption
binnenlands -- = consumo interior
zuinig -- = consumo economic
toename van het -- = augmentation del consumo
het afnemend -- van aardgas = le consumo diminuente de gas natural


verbruikbaar BN

1 consumibile


verbruiken WW

1 (opmaken, verteren) consumer, usar, utilisar
deze auto verbruikt te veel benzine = iste auto(mobile) usa troppo de benzina/gasolina
al het papier is verbruikt = tote le papiro ha essite utilisate
2 (verspillen) dilapidar, dissipar
aan dat gezeur heb ik al mijn tijd verbruikt = io ha dilapidate tote me tempore a ascoltar iste ineptias


verbruiker ZN

1 consumitor


verbruikersbond ZN

1 Zie: consumentenbond


verbruiksartikel ZN

1 articulo de consumo/consumption


verbruiksbelasting ZN

1 taxa/imposto/derecto de consumo/consumption


verbruikscoöperatie ZN

1 cooperativa de consumo/consumption/consumitores


verbruiksfilm ZN

1 film (E) commercial/popular


verbruiksgoederen ZN MV

1 benes consumibile/de consumo/de consumption


verbruikskrediet ZN

1 credito pro le consumitores


verbuigbaar ZN

1 (om te buigen) que on pote curvar/torquer
2 (TAAL) declinabile, flexional


verbuigbaarheid ZN

1 (TAAL) declinabilitate


verbuigen WW

1 (ombuigen) curvar, torquer
een ijzeren staaf -- = curvar/torquer un barra de ferro
2 (TAAL) declinar, inflecter


verbuiging ZN

1 (het buigen) curvatura, torsion
2 (TAAL) (paradigma) paradigma
3 (TAAL) (declinatie) declination, flexion


verbuigingsuitgang ZN

1 desinentia (flexional), inflexion, termination


verbuigingsvorm ZN

1 forma declinate, inflexion


verbum ZN

1 (woord) verbo, parola
2 (werkwoord) verbo


verbureaucratiseren WW

1 bureaucratisar {o}


verbureaucratisering ZN

1 bureaucratisation {o}


verburgelijken WW

1 (burgerlijk worden) imburgesar se
2 (burgerlijk maken) imburgesar


verburgerlijking ZN

1 imburgesamento


vercadmiummen WW

1 cadmiar


verchipping WW

1 robotisation


verchromen WW

1 chromar
het -- = chromage, chromatura


verchroomd BN

1 chromate


vercommercialiseren WW

1 (commercieel worden) commercialisar se, devenir commercial
2 (commercieel maken) commercialisar


vercommercialisering ZN

1 commercialisation


vercooksen WW

1 cokeficar, carbonisar


vercooksing ZN

1 cokefication, carbonisation


verdaagbaar BN

1 prorogabile


verdacht BN

1 (onder verdenking staand) suspecte
-- van medeplichtigheid = suspecte de complicitate
-- worden van ketterij = esser suspecte de heresia
iemand -- maken = render un persona suspecte, discreditar un persona
2 (verdenking wekkend) suspecte, equivoc, dubitose, interlope
--e figuur = individuo suspecte/equivoc
-- getuigenis = testimonio suspecte
-- hotel = hotel (F) interlope
--e vergadering = conciliabulo
--e geluiden = ruitos suspecte
dat komt mij -- voor = isto me pare dubitose
er -- uitzien = haber un aere suspecte
iemand -- maken = (zwartmaken) diffamar un persona
-- vinden = suspectar
3 (voorbereid op) preparate


verdachte ZN

1 persona/individuo suspecte, suspecto, (JUR) inculpato, accusato, imputato
inbewaringstelling van --en = arresto de suspectos
de verdachte ontkent = le accusato nega/dismenti
een -- verdedigen = defender un suspecto/accusato
een -- aanhouden = arrestar un suspecto


verdachtenbank ZN

1 banco del accusatos


verdachtmaking ZN

1 insinuation, accusation malevolente, diffamation
een lawine van --en = un avalanche (F) de insinuationes


verdagen ZN

1 ajornar, prorogar, differer, remitter, suspender (a un data ulterior)
een rechtszaak -- = ajornar un causa
een vergadering -- = prorogar un assemblea
een zitting -- = ajornar/prorogar/suspender un session


verdaging ZN

1 ajornamento, prorogation, suspension


verdampbaar BN

1 evaporabile


verdampen WW

1 (in damp opgaan) evaporar se, vaporisar se
2 (in damp doen opgaan) evaporar, vaporisar


verdamper ZN

1 evaporator, vaporisator


verdamping ZN

1 evaporation, vaporisation
thermische -- = evaporation thermal/thermic


verdampingsapparaat ZN

1 apparato de evaporation/vaporisation


verdampingsinstallatie ZN

1 installation de evaporation/vaporisation


verdampingsketel ZN

1 caldiera/caldieron de evaporation/vaporisation


verdampingsmeter ZN

1 vaporimetro


verdampingsoppervlak ZN

1 superfacie/superficie de evaporation/vaporisation


verdampingssnelheid ZN

1 rapiditate de evaporation/vaporisation


verdampingstoestel ZN

1 evaporator


verdampingswarmte ZN

1 calor de evaporation/vaporisation


verdedigbaar BN

1 (houdbaar) defensibile, defendibile, tenibile
een goed --e vesting = un fortalessa ben defensibile/defendibile/tenibile
2 (te rechtvaardigen) defensibile, defendibile, sustenibile, justificabile
uw gedrag is niet = vostre comportamento/conducta non es justificabile
een zeer --e opvatting = un puncto de vista multo defensibile/defendibile


verdedigbaarheid ZN

1 defendibilitate


verdedigen WW

1 (de aanval trachten af te weren) defender
het vaderland -- = defender le patria
zich tot de laatste man -- = defender se usque al ultime homine
2 (pleiten voor) defender, propugnar, supportar, plaitar (in favor de/pro), plaidar (in favor de/pro), (via een geschrift/rede, etc.) apologisar
een verdachte -- = defender un suspecto/accusato
zijn belangen -- = defender su interesses
zulke dingen zijn niet te -- = il non ha un justification pro tal cosas
zich -- = defender se, justificar se
3 (de juistheid aantonen) defender, justificar
een mening -- = defender un opinion
een proefschrift -- = sustener/defender un these/thesis


verdedigend BN

1 defensive
-- verbond = liga defensive
--e houding = defensiva
(SPORT) -- spel = joco defensive


verdediger ZN

1 (beschermer, voorstander) defensor, defenditor, protector, propugnator, advocato, (voorstander) apostolo, apologo, apologista, (ROM GESCH) preside
2 (advocaat) defensor, defenditor, advocato
3 (VOETBAL) defensor, defenditor
vrije -- = libero (I)


verdediging ZN

1 (het verdedigen) defensa, protection
elastische -- = defensa elastic
iets in staat van -- brengen = poner/mitter un cosa in stato de defensa
ter -- van = in defensa de
2 (het pleiten) defensa
de -- op zich nemen van = prender/facer le defensa de
iets tot -- van iemand aanvoeren = allegar un cosa in favor de un persona
3 (betoog) defensa
-- van een proefschrift = defensa/sustentamento de un these/thesis
4 (advocaat) defensa
het woord is aan de -- = le parola es al defensa, le defensa ha le parola
5 (SPORT) (achterhoede) defensa
de -- is zeer zwak = le defensa es multo debile


verdedigingsgeschrift ZN

1 scripto de defensa, apologia


verdedigingslinie ZN

1 linea defensive/de defensa


verdedigingsmaatregel ZN

1 mesura defensive/de defensa


verdedigingsmiddel ZN

1 medio de defensa


verdedigingsmuur ZN

1 muro defensive/de defensa


verdedigingsoorlog ZN

1 guerra defensive/de defensa


verdedigingsplan ZN

1 plano defensive/de defensa


verdedigingsrede ZN

1 discurso apologetic/de defensa, apologia


verdedigingsstelling ZN

1 position defensive/de defensa


verdedigingsstelsel ZN

1 Zie: verdedigingssysteem


verdedigingsstrategie ZN

1 strategia defensive/de defensa


verdedigingssysteem ZN

1 systema defensive/de defensa


verdedigingstactiek ZN

1 tactica defensive/de defensa


verdedigingstoren ZN

1 turre defensive/de defensa


verdedigingswapen ZN

1 arma defensive/de defensa


verdedigingswerk ZN

1 fortification, (klein) reducto
--en van een stad = defensas de un citate


verdedigingszone ZN

1 zona defensive/de defensa


verdeelbaar BN

1 (dat kan opgesplitst worden) divisibile, morsellabile
fijn -- = pulverisabile
2 (dat uitgedeeld kan worden) distribuibile


verdeelcentrum ZN

1 centro de distribution


verdeeld BN

1 (niet eensgezind) partite, dividite, divise
een -- gezin = un familia disunite/divise
de meningen zijn -- = le opiniones es dividite, il ha division de opiniones
er werd -- op het voorstel gereageerd = le reactiones al proposition esseva diverse
2 (HAND) irregular, instabile
een --e beurs = un bursa irregular/instabile


verdeeldheid ZN

1 division, disaccordo, discordo, discordia, dissension, dissidentia, disunion, disunitate
-- zaaien = seminar le discordo/dissension, provocar le discordia
een land waar ernstige -- heerst = un pais fortemente dividite/divise


verdeelsleutel ZN

1 clave de repartition, criterio de division


verdeelstekker ZN

1 cavilia multiple


verdeemoedigen WW

1 humiliar


verdeemoediging ZN

1 humiliation


verdekt BN

1 (verborgen) celate, dissimulate, mascate
--e opstelling = position mascate
zich -- opstellen = mitter se/poner se in imboscada, occultar se
2 (onzichtbaar) celate, invisibile


verdelen WW

1 (splitsen) divider, partir, (in stukken verdelen) morsellar, (fijn verdelen) pulverisar, (in tweeën verdelen) bipartir
een stuk land -- = divider un terreno
een appel in vieren -- = partir un malo/pomo in quatro
zij verdeelden zich in drie groepen = illes se ha dividite in tres gruppos
een hoek in twee gelijke delen -- = bisecar un angulo
een hoek in drie gelijke delen -- = trisecar un angulo
2 (in delen afmeten) divider
de meter wordt in honderd centimeter verdeeld = le metro se divide in cento centimetros
in fragmenten -- = fragmentar
in graden -- = graduar
3 (uitdelen) divider, distribuer, repartir, apportionar
de buit -- = repartir/divider le butino
de rollen -- = distribuer le rolos/partes
het werk -- = distribuer/repartir le travalio/labor
een erfenis onder de erfgenamen -- = divider/repartir un hereditage inter le heredes
4 (evenwichtig spreiden) repartir, (over een bepaalde tijd) scalonar, spatiar
de taken -- = repartir le labores
het werk over de medewerkers -- = repartir le labor/travalio inter le empleatos
het werk over een paar jaar -- = scalonar le labor/travalio super alicun annos
5 (in partijen delen) divider
6 (twist zaaien) divider, disunir


verdelend BN

1
(JUR) --e rechtvaardigheid = justitia distributive


verdeler ZN

1 distributor, partitor, repartitor, divisor


verdelgen WW

1 destruer, exterminar, extirpar, desolar, eradicar
onkruid -- = exterminar/extirpar/eradicar mal herbas, disherbar
ratten -- = exterminar rattos, derattisar
het kwaad proberen te -- = essayar de eradicar le mal


verdelger ZN

1 exterminator, extirpator, destructor, desolator, eradicator


verdelging ZN

1 extermination, extirpation, extirpamento, destruction, desolation, eradication


verdelgingsmiddel ZN

1 medio de extermination, biocida, (tegen schadelijke dieren) pesticida, (tegen insekten) insecticida, (tegen onkruid) herbicida


verdelgingsoorlog ZN

1 guerra exterminatori/de extermination/de destruction


verdeling WW

1 (opsplitsing) division, partition
-- in tweeën = division in duo
-- in lettergrepen = division in syllabas
2 (uitdeling) distribution, repartition
evenredige -- = repartition proportional
hoofdelijke -- = repartition per testa/capite
een betere -- van de rijkdommen = un melior repartition del ricchessas
3 (resultaat mbt een maat/schaal) division, (in klassen) classamento, (in graden) graduation, (in fragmenten) fragmentation, (in segmenten) segmentation, (in fracties) fractionamento


verdelingsalgebra ZN

1 algebra a division


verdelingsalgoritme ZN

1 algorithmo de division


verdelingschromatografie ZN

1 chromatographia de partition


verdelingsfunctie ZN

1 function de distribution


verdelingsklep ZN

1 valvula/valva de distribution


verdenken WW

1 suspectar
iemand van diefstal -- = suspectar un persona de furto
ik verdenk hem ervan dat hij het expres deed = io le suspecta de haber lo facite expresso


verdenking ZN

1 suspicion, diffidentia
ongegronde/ongewettigde -- = suspicion infundate
sterke --en = suspiciones grave
de -- op zich laden = render se suspecte
boven alle -- verheven zijn = esser foras de tote suspicion
onder -- staan van = esser suspectate de


verder BW

1 (vergrotende trap van ver) plus lontano, plus longe
een beetje -- op = un pauco/poco plus longe
daar kom ik niet -- mee = isto non me avantia
2 (vervolgens) postea, pois, depost
wat is er -- gebeurd? = que ha occurrite postea?
3 (voorts) de plus, alsi, in ultra, in addition
4 (overigens) del resto, pro le resto, cetero
5
-- lezen = continuar a leger/le lectura
-- vertellen = continuar a contar
iets -- vertellen = (doorvertellen) repeter un cosa, (verklappen) divulgar un cosa


verder BN

1 (de rest van) que resta/remane de, que restava/remaneva de
zijn --e leven bleef hij alleen = ille ha passate sol le restante de su vita
2 (nader) ulterior, subsequente, additional, complementari
--e informaties = informationes ulterior
iemands --e bevelen afwachten = attender le ordines ulterior de un persona
zijn er nog --e mededelingen gedaan? = ha on date informationes complementari?
3 (overig) altere
de --e details zal ik je besparen = io va sparniar te le altere detalios/le resto del detalios/le detalios remanente


verderf ZN

1 destruction, ruina, perdita, pernicie, (zedelijk) perdition
dood en -- zaaien = seminar morte e destruction
weg des --s = cammino del perdition
engel des --s = angelo exterminatori
zijn -- tegemoet gaan = currer a su perdita
iemand in het -- storten = conducer un persona al perdition, perder un persona, esser le perdition de un persona


verderfelijk BN

1 perniciose, corruptive, funeste, fatal, maligne, malfaciente, malsan, nefaste, ruinose, deleterie
--e leer = doctrina perniciose
--e theorieën = theorias perniciose
--e invloed = influentia maligne/malsan
--e gewoonte = habitude/habito malsan/perverse
-- voor de jeugd = perniciose pro le juvenes


verderfelijkheid ZN

1 perniciositate, character perniciose/corruptive/malsan, influentia perniciose/fatal/funeste, malfacientia


verderfengel ZN

1 angelo exterminatori


verderfenis ZN

1 perdition


verderop BW

1 plus longe, (in boek) infra
hij woont nog een stuk -- = ille habita ancora plus longe


verderven WW

1 (totaal bederven) corrumper, depravar, perverter
2 (te gronde richten) perder, ruinar


verderver ZN

1 corruptor, depravator, pervertitor


verderving ZN

1 corruption, depravation, perversion


verdicht BN

1 (samengeperst) comprimite, (gecondenseerd) condensate, liquefacite
2 (verzonnen) ficticie, fingite, inventate
--e naam = nomine false/ficticie/inventate
-- verhaal = fiction


verdichtbaar BN

1 (condenseerbaar) condensabile, liquefactibile


verdichtbaarheid ZN

1 condensabilitate


verdichten WW

1 (verzinnen) finger, inventar, (leugens OOK) fabricar
een verdichte naam = un nomine inventate/de phantasia
2 (dichter maken) comprimer, condensar, densificar, compactar, spissar, inspissar


verdichter ZN

1 inventor, (veinzer) fingitor


verdichting ZN

1 (verdikking) densification, condensation, liquefaction, inspissation
2 (het bedenken) invention
3 (verzinsel) invention, fiction, fabula


verdichtingsgolf ZN

1 unda de compression


verdichtingstoestel ZN

1 condensator


verdichtsel ZN

1 invention, fiction, invention, fabula, phantasia
--s vertellen = fabular


verdict ZN

1 verdicto


verdiend BN

1 (terecht ontvangen) meritate
zijn --e loon hebben/krijgen = haber/reciper lo que on merita
volkomen -- = toto meritate
de club won -- = le club (E) ha ganiate/obtenite un victoria meritate


verdienen WW

1 (waard zijn) merer, meritar, valer, esser digne de
afkeuring -- = meritar disapprobation
een pak slaag -- = meritar un colpata/un bastonada
een beloning -- = meritar un recompensa
lof -- = esser digne de/meritar elogios
overweging -- = meritar consideration
dank -- = esser digne de gratitude
aanmoediging -- = meritar incoragiamento
hij heeft de hemel verdiend = ille ha meritate le celo
dit beleid verdient navolging = iste politica merita esser sequite
dat voorbeeld verdient geen navolging = isto non es un exemplo a sequer/un exemplo recommendabile, on non debe sequer iste exemplo
2 (in geld verwerven) ganiar
veel geld -- = ganiar multe moneta
de kost -- = ganiar su pan/su vita
zijn sporen -- = ganiar su sporones
een goed salaris -- = ganiar/haber un bon salario
3 (salaris ontvangen) ganiar
zij verdient uitstekend = illa gania multo ben
4 (salaris opleveren) pagar
dat baantje verdient slecht = iste empleo non paga (ben)


verdiener ZN

1 ganiator


verdienste ZN

1 (aanspraak op het verdienen van iets) merito
kruis van -- = cruce del merito
iemand naar -- belonen/straffen = recompensar/punir un persona secundo su meritos
een man van -- = un homine de merito
2 (verdienstelijkheid) merito, valor
de -- van dit boek = le merito de iste libro
lid van -- = membro honorari/de merito
3 (geldelijke verdienste) ganio, salario, (winst) beneficio, profito, (bijkomende verdienste) emolumento
zonder --n zijn = non ganiar moneta
daar zit geen -- op = isto non paga


verdienstelijk BN

1 (erkentelijkheid verdienend) meritori, laudabile, estimabile, digne de merito
--e daad = action meritori
-- gedrag = conducta/comportamento meritori
-- werk = labor/travalio meritori
--e schrijver = scriptor de merito
zich -- maken = render se utile
2 (vrij goed) (as)satis bon, satisfaciente
--e poging = effortio que non es sin merito


verdienstelijkheid ZN

1 merito


verdiepen WW

1 (ook FIG) (dieper maken) (ap)profundar
een kanaal -- = approfundar un canal
zijn kennis -- = approfundar su cognoscentias/cognoscimentos
een kwestie -- = approfundar un question
zijn leven -- = render su vita plus profunde
2
(zich overgeven aan) zich -- = perder se, absorber se
zich in een boek -- = absorber se in le lectura de un libro
zich in gissingen -- = perder se in conjecturas
zich in zijn studie -- = immerger se in le studio


verdieping ZN

1 (etage) etage (F)
het gebouw is zes --en hoog = le edificio ha un altor/altura de sex etages
huis met drie --en = casa a/de tres etages
bovenste -- = etage superior
laagste -- = bassamento
op de eerste -- = in le prime etage
2 (het verdiepen) approfundamento, inricchimento
-- van begrip = approfundamento del comprehension
-- van zijn kennis = inricchimento de su cognoscentias/cognoscimentos
het vraagstuk behoeft een nadere -- = le question require un ulterior approfundamento
3 (perspectief naar achteren) fundo
4 (laag) etage (F), nivello


verdiepingshuis ZN

1 casa a/de plure etages (F)


verdiept BN

1
in een onderwerp -- zijn = esser absorbite in un subjecto


verdierlijken WW

1 (tot dier maken) animalisar, imbrutir


verdierlijking ZN

1 animalisation, imbrutimento


verdietsen WW

1 (Nederlands maken) traducer in/al nederlandese
2 (verduidelijken) clarificar, elucidar


verdietsing ZN

1 (het Nederlands maken) traduction in/al nederlandese
2 (verduidelijking) clarification, elucidation


verdikkeme! TW

1 diabolo!


verdikken WW

1 (dikker worden) (in)spissar (se), devenir plus spisse, condensar se
verdikte melk = lacte condensate
2 (dikker maken) (in)spissar, condensar


verdikking ZN

1 (het dikker worden) inspissation
2 (MED) (zwelling, uitwas) tumefaction, tubere, tuberositate, (knobbel) nodulo


verdikkingsmiddel ZN

1 agente de inspissation


verdisconteerbaar BN

1 discontabile


verdisconteren WW

1 (incalculeren) discontar calcular
2 (HAND) discontar, negotiar


verdiscontering ZN

1 disconto


verdobbelen WW

1 (met dobbelen verliezen) perder al joco de datos
2 (dobbelen om) jocar al datos


verdoeken WW

1 translatar a un altere tela


verdoeking ZN

1 translation a un altere tela


verdoemd BN

1 damnate, maledicte, reprobate
--e ziel = anima damnate


verdoemde ZN

1 damnato, maledicto, reprobato
de straffen van de --n = le penas del damnatos


verdoemelijk BN

1 (doemenswaard) damnabile, reprobabile
2 (vervloekt) damnate, maledicte, reprobate


verdoemen WW

1 (voor eeuwig veroordelen) damnar, maledicer, condemnar, reprobar
tot de hel -- = condemnar al inferno
God verdoeme je! = que Deo te maledice!
2 (vervloeken) damnar, maledicer


verdoemenis ZN

1 damnation, condemnation, perdition, reprobation
eeuwige -- = damnation/condemnation eterne


verdoemenswaard BN

1 damnabile, reprobabile


verdoeming ZN

1 Zie: verdoemenis


verdoemwaardigheid ZN

1 damnabilitate


verdoen WW

1 (verspillen) dilapidar, dissipar
zijn tijd -- = perder su tempore
2
(zelfmoord plegen) zich -- = suicidar se, committer suicidio


verdoezelen WW

1 (vergoelijken) palliar, dissimular, celar, disguisar, camouflar {oe}
de ware toedracht van iets -- = disguisar le factos real, camouflar le realitate del factos
2 (vervagen) disparer progressivemente
de grenzen zijn verdoezeld = le frontieras ha disparite progressivemente/ha devenite indistincte


verdoken BN

1 celate, occultate


verdokteren WW

1 haber expensas medical, pagar al medico
veel geld -- = expender multe moneta in visitas del doctor


verdolen WW

1 (verdwalen) perder le via/cammino, perder se, disviar se
-- in de voorschriften = perder se in le regulamento/regulationes


verdomboekje ZN

1
in iemands -- staan = esser notate/registrate in le libro/lista nigre de un persona


verdomd BN

1 (afschuwelijk) damnate, maledicte


verdomd! TW

1 malediction!, diabolo!


verdomhoekje ZN

1 Zie: verdomboekje


verdomme! TW

1 damnate!


verdommeling ZN

1 typo vil


verdommen WW

1 (vertikken) refusar absolutemente
2
(schelen) het kan me niets -- = isto me es toto indifferente


verdommenis ZN

1 damnation, perdition
loop naar de -- = va al inferno/al diabolo
iets naar de -- helpen = ruinar/perder un cosa
iemand een pak op zijn -- geven = dar un bon colpata a un persona


verdonkeremanen WW

1 subtraher, escamotar, robar
geld -- = escamotar moneta


verdonkeren WW

1 (donker(der) maken) render obscur, obscurar


verdonkering ZN

1 obscuration


verdoofd BN

1 torpide, esturdite, (MED) insensibilisate, anesthesiate
-- zijn = torper


verdoofdheid ZN

1 (versuftheid) torpiditate, esturdimento


verdoold BN

1 disviate, discamminate, errante


verdoolde ZN

1 disviato, discamminato


verdord ZN

1 sic, desiccate, aride, (PLANTK) marcide
--e gewassen = recoltas desiccate
--e bladeren = folios morte


verdordheid ZN

1 siccitate, ariditate


verdorie! TW

1 diabolo!


verdorren WW

1 (dor maken) siccar, desiccar
de hitte verdorde alle gewassen = le calor ha desiccate tote le recoltas
2 (PLANTK) (verwelken) marcer, marcescer
het -- = marcescentia


verdorring ZN

1 desiccation
2 (PLANTK) (verwelking) marcescentia, marcor


verdorsten WW

1 crepar/morir de sete


verdorven BN

1 perverse, pervertite, vitiose, abjecte, depravate, corrupte, corrumpite, dissipate, dissolute, basse, prave, tenebrose
-- zeden = mores depravate/dissolute
-- mens = homine vitiose/depravate
-- maatschappij = societate corrumpite/perverse
-- neiging = maleficentia


verdorvenheid ZN

1 perversion, perversitate, vitiositate, depravation, corruption, dissipation, pravitate, tenebrositate


verdoven WW

1 (doof maken) assurdar
het -- = assurdamento
2 (suf maken, doen duizelen) esturdir
het -- = esturdimento
3 (MED) anesthesiar, insensibilisar, narcotisar, stupefacer, (met chloroform) chloroformar, chloroformisar, (met ether) etherisar, (met cocaïne) cocainisar
een kies -- = anesthesiar un molar
plaatselijk -- = anesthesiar localmente


verdovend BN

1 (MED) anesthetic, narcotic, stupefaciente, stupefactive
-- middel = anesthetico, narcotico, (drug) droga, stupefaciente
--e middelen gebruiken = consumer drogas, drogar se


verdoving ZN

1 (het verdoven) anesthesia, narcose (-osis), narcotisation, insensibilisation
plaatselijke -- = anesthesia local
de -- is uitgewerkt = le anesthesia ha exhaurite su effecto
2 (gevoelloosheid) insensibilitate, stupefaction, torpor, lethargia, lethargo
toestand van -- = stato de torpor
uit zijn -- ontwaken = sortir de su lethargia/lethargo/torpor
3 (narcotisch middel) anesthetico, narcotico, (drug) droga, stupefaciente


verdovingsmiddel ZN

1 anesthetico, narcotico, (drug) droga, stupefaciente


verdovingstoestand ZN

1 narcotismo


verdraagbaar BN

1 transportabile, portative


verdraaglijk BN

1 supportabile, tolerabile, indurabile


verdraagzaam BN

1 tolerante, liberal, permissive
--e ouders = parentes permissive
-- jegens elkaar zijn = haber un spirito de tolerantia reciproc
2 (REL) latitudinari
-- mens = latitudinario


verdraagzaamheid ZN

1 tolerantia, liberalitate, permissivitate


verdraaid BN

1 (vervelend) maledicte, damnate
2 (kapot gedraaid) torquite, torte, distorte, fortiate
-- slot = serratura fortiate
3 (van zijn plaats/uit zijn fatsoen gebracht) torquite, torte, distorte
4 (vals voorgesteld/toegepast) contrafacte
--e hand = mano contrafacte
5
-- moeilijk = multo difficile


verdraaien WW

1 (draaiend verplaatsen) tornar, displaciar
een knop -- = tornar un button
2 (stuk maken door draaien) deformar, (dis)torquer, contorquer, fortiar
zij verdraaide haar arm = illa se ha torquite le bracio
het slot van de deur -- = fortiar le serratura del porta
3 (verkeerd voorstellen/weergeven) deformar, (dis)torquer, corrumper, disfigurar, falsar, falsificar, facer violentia a
een woord -- = corrumper/deformar un parola
de waarheid -- = torquer/disfigurar/falsificar le veritate
de feiten -- = torquer/disfigurar/falsar le factos
een tekst -- = facer violentia a un texto
iemands woorden -- = distorquer le parolas de un persona, dar un mal interpretation al parolas de un persona
4 (opzettelijk anders voordoen) cambiar, disguisar, falsificar, falsar
zijn stem -- = cambiar/disguisar su voce
zijn handschrift -- = cambiar/disguisar su scriptura
5 (weigeren te doen) refusar
dat verdraai ik = io non lo facera
6 (zich draaiend verplaatsen) tornar, displaciar se
de wijzer is een heel eind verdraaid = le agulia se ha multo displaciate


verdraaiing ZN

1 (rondwenteling) torno, (om een as) rotation
2 (het verdraaien) torsion, contortion, contorsion, (van een slot) fortiamento
3 (verkeerde uitleg) corruption, deformation, disfiguration, falsification
dit is een -- van de feiten = isto es un deformation/disfiguration del factos
-- van de waarheid = falsification del veritate
4 (mbt gewrichten) dislocation


verdrag ZN

1 tractato, pacto, convention, contracto, accordo
bilateraal -- = accordo bilateral
multilateraal -- = accordo multilateral
cultureel -- = accordo cultural
geheim -- = tractato secrete
pauselijk -- = tractato/convention papal, (concordaat) concordato
Verdrag van Versailles = Tractato de Versailles
voorwaarden van een -- = conditiones de un tractato
een -- ondertekenen = signar/firmar un convention/un contracto/un tractato
ondertekening van een -- = signatura de un convention/de un contracto/un tractato
een -- sluiten = facer/concluder un tractato
een -- opzeggen = denunciar un tractato
een -- ratificeren/bekrachtigen = ratificar un tractato
een -- schenden = violar/rumper un tractato


verdragen WW

1 (verduren) indurar, supportar, suffrer, sustener
honger en dorst moeten -- = deber indurar/suffrer le fame e le sete
kou en hitte kunnen -- = poter supportar le frigido e le calor, resister al frigido e al calor
martelingen -- = supportar torturas
te -- = supportabile, tolerabile
2 (velen, uithouden) supportar, tolerar, suffrer
ik kan veel --, maar nu is het genoeg = io supporta multo, ma nunc isto suffice
ik kan haar niet langer -- = io non pote plus suffrer la
zich -- met = esser compatible con
3 (gebruiken zonder er last van te hebben) supportar, tolerar, digerer
koolraap verdraag ik niet = io non digere le caulerapa
4 (versjouwen) displaciar, remover, transportar


verdragend BN

1 a/de longe portata
-- geschut = cannon a/de longe portata


verdragsbepaling ZN

1 clausula del tractato, clausula conventional


verdragshaven ZN

1 porto aperte per tractato


verdragsluitend BN

1 contractante
--e partij = parte contractante, contractante, contrahente


verdragsorganisatie ZN

1
Noordatlantische Verdragsorganisatie, N.A.V.O. = Organisation del Tractato del Atlantico Nord, O.T.A.N.


verdragspartij ZN

1 contrahente, contractante, parte contractante


verdragspartner ZN

1 Zie: verdragspartij


verdragsschennis ZN

1 violation del tractato


verdragstekst ZN

1 texto del tractato


verdragsverplichting ZN

1 obligation del tractato


verdragsvoorwaarde ZN

1 condition del tractato


verdriedubbelen WW

1 triplar, triplicar


verdriedubbeling ZN

1 triplamento, triplication


verdriet ZN

1 dolor, dolo, affliction, pena, tristessa
sterven van -- = morir de pena
iemand -- aandoen = facer/dar/causar pena/tristessa a un persona, penar/contristar/affliger un persona
-- hebben over = sentir tristessa/pena/affliction pro, esser triste/affligite pro
vreugde en -- = le joia/gaudio e le dolor


verdrietelijk BN

1 (onaangenaam) disagradabile, enoiose, fastidiose
2 (verdrietig) triste, affligite


verdrietelijkheid ZN

1 contrarietate, enoio


verdrieten WW

1 (leed doen) causar pena, attristar, affliger, contristar
2 (vervelen) enoiar, fastidiar


verdrietig BN

1 triste, affligite
-- gezicht = visage triste
dat is erg -- voor je = isto es multo triste pro te
-- maken/stemmen = affliger, attristar, penar
zeer -- maken/stemmen = contristar, desolar


verdrievoudigen WW

1 triplar, triplicar
het -- = triplicamento, triplication
de winst is verdrievoudigd = le beneficio/profito ha triplate


verdrievoudiging ZN

1 triplamento, triplication


verdrijven WW

1 (verjagen) chassar {sj}, expeller, expulsar, (JUR) (uit een huis e.d. zetten) evincer
sombere gedachten -- = chassar pensatas/pensamentos triste
een concurrent van de markt -- = eliminar del mercato un concurrente
de vijand uit zijn stellingen -- = expeller/expulsar le inimico de su positiones
de joden werden in 1492 uit Spanje verdreven = le judeos esseva expulsate de Espania in 1492
2 (doen verdwijnen) chassar {sj}, dissipar
de rook -- = chassar le fumo
sombere gedachten -- = chassar pensatas triste
de wind verdrijft de wolken = le vento dissipa le nubes
3 (doorbrengen) facer passar, occider
de tijd -- = facer passar le tempore, occider le tempore


verdrijving ZN

1 (verjaging) expulsion, (uit het vaderland) expatriation, (JUR) (uit een huis e.d.) eviction
de -- van Adam en Eva uit het paradijs = le expulsion de Adam e Eva ab le Parasiso
-- van een concurrent = elimination de un concurrente
2 (het doen verdwijnen) dissipation
-- van de bevel = dissipation del nebula


verdringen BN

1 (wegdringen) pulsar, impeller, (opzij dringen) repeller/repulsar verso le latere
de klanten verdrongen zich voor de winkel = le clientes se pulsava/se pressava ante le magazin
2 (de plaats innemen van) supplantar, eliminar
een rivaal -- = supplantar/eliminar un rival
van de -- verdringen = supplantar in le mercato
de machinale bereiding heeft de bereiding met de hand verdrongen = le travalio machinal ha supplantate le travalio manual
3 (naar de achtergrond verdrijven) reprimer, supprimer, remover
zijn problemen -- = reprimer/supprimer/remover su problemas


verdringer ZN

1 (vervanger) supplantator


verdringing ZN

1 (het innemen van de plaats) supplantation, elimination, (PSYCH) inhibition
-- van de sexualiteit = inhibition del sexualitate
2 (het verdrijven naar de achtergrond) repression, suppression


verdrinken WW

1 (doen verdrinken) necar
de kat -- = necar le catto
hij is in zee verdronken = ille se ha necate in le mar
zijn verdriet -- = necar su penas in alcohol
2
-- in de feiten = esser submergite de factos
land -- = inundar terras
hij verdrinkt in die jas = ille nata in iste mantello, iste mantello es troppo grande/ample pro ille
3 dispensar (su moneta) pro biber


verdrinking ZN

1 necamento
dood door -- = morte per necamento/submersion


verdrinkingsdood ZN

1 morte per necamento/submersion
de -- sterven = morir necate


verdrinkingsgevaar ZN

1 periculo/risco de necamento


verdrinkingsgeval ZN

1 caso de necamento


verdrogen WW

1 (uitgedroogd raken) siccar, desiccar se
dat brood is geheel verdroogd = iste pan ha siccate completemente
2 (door droogte tenietgaan) siccar, desiccar se
de hele oogst verdroogde = tote le recolta ha siccate
3 (doen uitdrogen) siccar, desiccar


verdroging ZN

1 desiccation


verdronken BN

1 (onder water gelopen/gezet) inundate, submergite
-- land = terras inundate/submergite


verdrukken BN

1 opprimer, persequer
het -- = oppression, persecution
een volk -- = opprimer un populo


verdrukkend BN

1 oppressive


verdrukker ZN

1 oppressor, persecutor


verdrukking ZN

1 (onderdrukking) oppression, persecution
2 (knel) serramento
(FIG) in de -- komen = esser negligite
tegen de -- in = contra le adversitate, malgrado toto
tegen de -- in groeien = crescer malgrado le contrarietates


verdrukte BN

1 opprimito


verdubbelen WW

1 (dubbel maken/worden) duplar, reduplar, duplicar
het -- = duplamento, reduplamento, duplication
het aantal -- = duplar/duplicar le numero
een korting -- = duplar/duplicar un disconto
zijn krachten -- = reduplar su effortios/su fortias
hij verdubbelde zijn bod = ille ha duplate su offerta
haar salaris was in korte tijd verdubbeld = su salario ha duplate in curte/breve tempore
2 (FON) (in paren plaatsen) geminar
het -- = gemination


verdubbelend BN

1 duplicative


verdubbeling ZN

1 duplamento, duplication, reduplamento
-- van een lettergreep = duplication de un syllaba
2 (TAAL) (plaatsing in paren) gemination


verduidelijken WW

1 render (plus) clar, clarificar, explanar, explicar, elucidar, explicitar, precisar, (met voorbeelden) exemplificar, illustrar
zijn mening -- = precisar su opinion


verduidelijking ZN

1 clarification, explanation, explication, elucidation, precision, (met voorbeelden) exemplification, illustration
ter -- van = pro major claritate


verduisteraar ZN

1 fraudator, (van overheidgelden) peculator


verduisterbaar BN

1 obscurabile


verduisteren WW

1 (donker maken) privar de luce/lumine, occultar le luces/lumines, obscurar, (ASTRON) eclipsar, occultar, (benevelen) offuscar
die zware gordijnen verduisteren de kamer = iste cortinas pesante obscura le camera
2 (van geld) robar, malversar, (van overheidsgelden) pecular
3 (duister worden) devenir obscur, obscurar se, (ASTRON) eclipsar se, occultar se
de zon verduistert = le sol se eclipsa
(FIG) zijn geest was verduisterd = su spirito/mente esseva obnubilate
4 (alle lichtopeningen afsluiten) obscurar totalmente


verduistering ZN

1 (het duister maken) obscuration, (beneveling) offuscation, offuscamento
2 (ASTRON) eclipse (-ipsis), obscuration, occultation
totale -- = eclipse (-ipsis) total
gedeeltelijke -- = eclipse (-ipsis) partial
-- van een ster door de maan = occultation de un stella per le luna
3 (van geld) robamento, malversation, (van overheidsgelden) peculato
-- plegen = malversar


verduisteringspapier ZN

1 papiro nigre/opac


verduitsen WW

1 (vertalen in het Duits) traducer in germano
2 (Duitse vorm geven) germanisar
het -- = germanisation
3 (Duits worden) germanisar se


verduitsing ZN

1 traduction in germano
2 germanisation


verduiveld BN

1 damnate, maledicte, diabolic, satanic
die -- kwajongen = iste puero maledicte


verduiveld BW

1 terribilemente, extrememente, dismesuratemente, multo
-- vervelend = multo enoiose
dat is -- duur = isto es dismesuratemente car


verduiveld! TW

1 diabolo!


verduizendvoudigen WW

1 (duizend maal zo groot maken) multiplicar per mille
2 (duizend maal zo groot worden) multiplicar se per mille


verdulleme! TW

1 diabolo!


verdunbaar BN

1 (van gas) rarefactibile


verdund BN

1 (van vloeistof) diluite, (van gas) rarefacite
--e oplossing = solution diluite
niet -- = indiluite


verdunnen WW

1 (van vloeistof) diluer
het -- = dilution
melk met water -- = diluer lacte con aqua
een oplossing -- = diluer un solution
verdunde oplossing = solution diluite
kalk -- = diluer le calce
2 (van gas) rarefacer
het -- = rarefaction
de lucht -- = rarefacer le aere


verdunnend BN

1 (van vloeistof) diluente, (van gas) rarefactive


verdunner ZN

1 diluente


verdunning ZN

1 (van vloeistof) dilution, (van gas) rarefaction
-- van 1 op 10 = dilution de 1 a/pro 10


verdunningsgraad ZN

1 (van vloeistof) grado de dilution, (van gas) grado de rarefaction


verdunningsmiddel ZN

1 diluente


verduren WW

1 indurar, supportar, suffrer
honger en dorst moeten -- = deber indurar le fame e le sete
het zwaar te -- hebben = indurar privationes terribile, suffrer multo
veel pijn moeten -- = suffrer terribilemente


verduurzamen WW

1 conservar, (met zout) salar


verduurzaming ZN

1 conservation


verduurzamingsmethode ZN

1 methodo de conservation


verduveld! TW

1 diabolo!


verduwen WW

1 (wegduwen) pulsar, remover, displaciar
2 (verdragen) indurar, supportar, suffrer
hij kon het niet -- dat hij zonder werk was = ille non poteva digerer le facto de esser sin labor/travalio


verdwaald BN

1 perdite
--e kogel = balla perdite
-- kind = infante perdite


verdwaasd BN

1 folle, (uitzinnig) infatuate


verdwaasdheid ZN

1 follia, (uitzinnigheid) infatuation


verdwalen WW

1 (van de weg af raken) perder le cammino/via, perder se, disviar se
iemand doen -- = discamminar un persona
verdwaalde kogel = balla perdite


verdwazen WW

1 devenir (plus) folle, (uitzinnig worden) esser/devenir infatuate


verdwazing ZN

1 follia, (uitzinnigheid) infatuation


verdwijnen WW

1 disparer
stilletjes -- = eclipsar se
geleidelijk aan -- = evanescer
spoorloos -- = disparer sin lassar tracias
de vlekken zijn verdwenen = le maculas ha disparite
(FIG) van het toneel -- = disparer del scena
de pijn doen -- = supprimer le dolor
bezwarende papieren doen -- = escamotar papiros compromittente
verdwenen beschaving = civilisation disparite
verdwijn uit mijn ogen! = foras de mi vista!
2 (MED) (doen --) resolver
een tumor doen -- = resolver un tumor
het plotseling -- (van gezwel, etc.) = delitescentia
3 (uitsterven) extinguer


verdwijnend BN

1 disparente
2
(MED) plotseling -- (van gezwel, etc.) = delitescente
3
geleidelijk aan -- = evanescente


verdwijning ZN

1 disparition, (geleidelijk) evanescentia, evanescimento, (ontsnapping, vlucht) evasion, (uitsterving) extinction


verdwijnpunt ZN

1 puncto de fuga


veredelen WW

1 (edeler maken) innobilir
(FIG) vergiffenis veredelt de ziel = le pardon innobili le animo
2 (verbeteren) (a)meliorar, perfectionar, (raffineren) raffinar, (zuiveren van metalen OOK) affinar
een schaperas -- = (a)meliorar un racia ovin
produkten -- = (a)meliorar/perfectionar productos


veredeling ZN

1 (zedelijke verheffing) innobilimento
2 (raffinage) raffinamento, (van metalen OOK) affinamento
3 (verbetering) (a)melioration, perfectionamento
-- van produkten = perfectionamento de productos


veredelingsbedrijf ZN

1 interprisa de (a)melioration


veredelingsprodukt ZN

1 producto (a)meliorate


vereelt BN

1 callose, indurate
2 (FIG) callose, indurate
een -- gemoed = un corde callose/indurate/de petra


vereelten WW

1 (een eeltlaag krijgen) devenir callose, (FIG) indurar se
2 (eeltig maken) render callose, (FIG) indurar
gierigheid heeft zijn hart vereelt = le avaritia ha indurate su corde


vereeltheid ZN

1 callo, callositate


vereelting ZN

1 formation de callositates
2 (vereeltheid) callo, callositate


vereend BN

1 unite, conjuncte, conjugate
--e krachten = effortios unite/conjuncte/conjugate


vereenvoudigbaar BN

1 simplificabile


vereenvoudigd BN

1 simplificate
--e spelling = orthographia simplificate
een --e voorstelling van de toestand geven = simplificar le situation


vereenvoudigen WW

1 simplificar, reducer (a)
het -- = simplification, reduction
de procedure -- = simplificar le procedura/procedimento
een breuk -- = simplificar/reducer un fraction
deze bekentenis vereenvoudigt de zaak = iste confession simplifica le cosa


vereenvoudigend BN

1 simplificatori


vereenvoudiger ZN

1 simplificator


vereenvoudiging ZN

1 simplification, reduction
-- van de spelling = simplification orthographic/del orthographia
-- van een breuk = simplification/reduction de un fraction


vereenzaamd BN

1 isolate


vereenzamen WW

1 devenir de plus in plus sol, isolar se, restar abandonate


vereenzaming ZN

1 isolamento (social)
-- is een negatief aspect van de individualisering = isolamento (social) es un aspecto negative del individualisation


vereenzelvigen WW

1 identificar (a/con), assimilar (a/con)
zij vereenzelvigde zich met de filmster = illa se identificava con le actrice
twee begrippen -- = identificar/assimilar duo notiones/conceptos


vereenzelviging ZN

1 identification


vereerd BN

1
-- zijn om = honorar se de


vereerder ZN

1 (bewonderaar) admirator, (aanbidder) adorator, venerator
een groot -- van Goethe = un admirator fervente de Goethe


vereeuwigen WW

1 (eeuwig doen zijn) eternisar, immortalisar, (van toestand) perpetuar
zijn naam -- = immortalisar su nomine
de herinnering aan iemand -- = eternisar/immortalisar le memoria de un persona
2 (uitbeelden) reproducer pro le posteritate, immortalisar, dar le immortalitate a


vereeuwiging ZN

1 (het onsterfelijk maken) immortalisation, eternisation, (van toestand) perpetuation


vereffenaar ZN

1 liquidator
-- van een vennootschap = liquidator de un societate/compania


vereffenbaar BN

1 liquidabile, pagabile


vereffenen WW

1 (voldoen, betalen) compensar, liquidar, saldar, pagar, regular
een schuld -- = pagar/compensar/liquidar/saldar un debita
een nalatenschap -- = liquidar un hereditage
2 (schikken, bijleggen) regular
een geschil -- = regular/applanar in controversia/disputa/divergentia
(FIG) een rekening met iemand te -- hebben = haber un conto a regular con un persona


vereffenend BN

1 compensative, compensatori


vereffening ZN

1 liquidation, pagamento, compensation, regulamento, (EC) clearing (E)


vereisen WW

1 exiger, necessitar, requirer
ervaring vereist = experientia requirite
de wet vereist het = le lege lo exige
dat vereist veel tijd = isto require multe tempore
dit probleem vereist veel aandacht = iste problema necessita multe attention
wanneer de omstandigheden zulks vereisen = quando le circumstantias lo exige/require


vereist BN

1 exigite, requirite
volstrekt -- zijn = esser de rigor
in de --e vorm = in le forma debite/requirite
(van kleding) de --e maat niet hebben = non haber le talia requirite


vereiste ZN

1 exigentia, requisito, requirimento, (voorwaarde) condition
wettelijke --n = requirimentos legal
de --n van een examen = le requisitos/conditiones de un examine
aan de --n voldoen = complir le requisitos
dat was geen -- = isto non esseva requirite
dat is een eerste -- = isto es un condition indispensabile, isto es un requisito essential/fundamental
beheersing van Interlingua behoort tot de --n = maestria de Interlingua forma parte del requisitos


veren BN

1 de pluma(s)


veren WW

1 (veerkrachtig zijn) esser elastic
de springplank veert goed = le trampolino ha un bon elasticitate
2 (zich bewegen als door een veer) saltar


verenbed ZN

1 lecto de plumas


verend BN

1 elastic, resiliente
--e laag = strato elastic
--e matras = matras elastic


verenen WW

1 unir, conjunger
vereende krachten = effortios unite/conjuncte/conjungate


verengelen WW

1 angelisar, adjunger alas a


verengelsen WW

1 (Engels maken) anglicisar
het -- = anglicisation
2 (Engels worden) anglicisar se, devenir anglese


verengelsing ZN

1 anglicisation


verengen WW

1 render plus stricte, (res)stringer, reducer


verenging ZN

1 striction


verenigbaar BN

1 unibile, associabile, unificabile
2 (verzoenbaar) conciliabile, (re)conciliabile, accordabile, compatibile
die ambten zijn niet -- = iste functiones es incompatibile
dat is niet -- met zijn principes = isto es incompatibile con su principios
de verklaringen waren niet -- = le declarationes esseva incompatibile/irreconciliabile/contradictori/non esseva reconciliabile, un declaration excludeva le altere


verenigbaarheid ZN

1 unibilitate, associabilitate, unificabilitate, combinabilitate
2 (verzoenbaarheid) compatibilitate, conciliabilitate
-- van verschillende gezichtspunten = conciliabilitate de diverse punctos de vista


verenigd BN

1 juncte, conjuncte, unite
met --e krachten = con effortios juncte
Verenigde Naties = (Organisation del) Nationes Unite, O.N.U.
Verenigd Koninkrijk van Groot Britannië en Noord-Ierland = Regno Unite de Grande Britannia e Irlanda del Nord
Verenigde Staten = Statos Unite
van de Verenigde Staten = statounitese
Verenigde Arabische Emiraten = Emiratos Arabe Unite


verenigen WW

1 (samenkomen) unir se, reunir se, combinar se
2 (samenvoegen) unir, reunir, assemblar, associar, junger, conjunger, combinar, unificar
laten we onze krachten -- = que nos uni/junge nostre effortios/fortias
een verenigde zitting = un session juncte
de arbeiders hebben zich in een vakbond verenigd = le obreros se ha (re)unite/se ha jungite in un syndicato
zich in een organisatie -- = formar un organisation
deze twee rivieren verenigen zich hier = iste duo fluvios se junge hic/conflue hic
belangen -- = reunir/combinar interesses
Europa -- = unificar Europa
het nuttige met het aangename -- = combinar/junger le utile con le agradabile
twee maatschappijen -- = fusionar duo companias
in een coalitie -- = coalisar
in een statenbond -- = confederar
in één punt -- = concentrar
alle stemmen op zich -- = obtener tote le votos
in de echt -- = unir in matrimonio
3 (in overeenstemming brengen) conciliar, reconciliar, harmonisar
deze uitspraken zijn niet te -- = iste declarationes non es reconciliabile, iste declarationes es irreconciliabile/incompatibile/contradictori, un declaration exclude le altere
dat kan ik niet met mijn principes -- = io non pote conciliar isto con mi principios
ik kan mij daarmee -- = io es de accordo con isto
4 (doen samenkomen) unir, reunir, junger, combinar
zij verenigt alle goede eigenschappen = illa uni/combina/cumula tote le bon qualitates (in se)
deze produkten verenigen alle voordelen in zich = iste productos incorpora tote le avantages
5 (aaneenschakelen) connecter, copular, accopular


vereniger ZN

1 unificator


vereniging ZN

1 (club, organisatie) association, societate, club (E), organisation, liga, union, syndicato, (kring) circulo
coöperatieve -- = societate cooperative, cooperativa
-- voor dierenbescherming = societate pro le protection de animales
een -- oprichten = constituer un association/societate/club
een -- leiden = diriger un association
stichter van een -- = fundator/creator de un club
2 (samenvoeging) union, reunion, association, combination, unification, (samensmelting) amalgamation
-- van een land = unification de un pais
3 (samenkomst, samenwerking) reunion, association
alleen of in -- = sol o in association


verenigingsbestuur ZN

1 consilio directive/executive del association/club (E)


verenigingsgebouw ZN

1 sede del association/club (E)


verenigingskas ZN

1 tresoreria del association/club (E)


verenigingsleven ZN

1 vita in le association/club (E)


verenigingslokaal ZN

1 sala de reunion


verenigingsraad ZN

1 consilio (general) del association/club (E)


verenigingsrecht ZN

1 derecto de association


verenigingsteken ZN

1 insignia


verenigingswerk ZN

1 travalio/labor/activitates del association/club (E), travalio/labor pro le association/club (E)


verenkeling ZN

1 individuation


verenkleed ZN

1 plumage


verenkussen ZN

1 cossino de plumas


verenten WW

1 graffar


vereren WW

1 (aanbidden) adorar, venerar, reverer, (bewonderen) admirar
hij vereerde zijn beide dochters = ille adorava su duo filias
een heilige -- = venerar/adorar un sancto
2 (de eer aandoen van) honorar
iemand met een bezoek -- = honorar un persona de/con un visita
zich zeer vereerd voelen met = sentir se multo honorate con


vererend BN

1 honorific


vererenswaard(ig) BN

1 honorabile, venerabile


vererenswaardigheid ZN

1 honorabilitate, venerabilitate


verergeren WW

1 (erger maken) aggravar, pejorar, (sterker) (ook MED) exasperar, exacerbar
iemands pijn -- = aggravar le dolor de un persona
dat verergert de toestand = isto aggrava le situation
de toestand verergert = le situation se aggrava


verergering ZN

1 aggravation, aggravamento, (sterker) (ook MED) exacerbation, exasperation
-- van een ziekte = exacerbation de un maladia
-- van de pijn = exacerbation del dolor


verering ZN

1 (het vereren) veneration, adoration
voorwerp van -- zijn = esser le objecto de veneration
2 (R.K.) veneration, devotion, adoration, culto, latria
de -- van Maria = le devotion/adoration/culto de Maria
hoogste -- (voor Maria) = hyperdulia
blinde/afgodische -- = veneration idolatric, fetichismo {sj}, idolatria


verertsen WW

1 (van metalen) mineralisar


verertsing ZN

1 (van metaal) mineralisation


vererven WW

1 (bij erfenis overgaan) esser transmittite per hereditage, passar al/esser hereditate per le heredes/hereditarios
de ouderlijke bezittingen zullen -- aan de kinderen = le possessiones parental va esser hereditate per le infantes/va esser transmittite al infantes
2 (door erfenis verkrijgen) hereditar
een voorrecht -- = hereditar un privilegio


vererving ZN

1 transmission hereditari/per hereditage, hereditage


veresteren WW

1, esterisar
het -- = esterification
een zuur -- = esterificar un acido


verestering ZN

1 esterification


veretteren WW

1 suppurar
het -- = suppuration


verettering ZN

1 suppuration, purulentia


vereuropesen WW

1 (Europees maken) europeisar
het -- = europeisation
2 (Europees worden) europeisar se


verevenen WW

1 (schuld) pagar, liquidar
2 (in evenwicht brengen) equilibrar


verevening ZN

1 (schuld) pagamento, liquidation


verewiging ZN

1 perpetuation


verf ZN

1 color, vernisse, (transparant voor textiel) tinctura, tincto
vuurbestendige -- = color ignifuge
dekkende -- = color opac
tube -- = tubo/tubetto de color
-- mengen/aanmaken = miscer colores
de -- uitstrijken = extender le color
de -- bladdert af = le color se squama
dat mag wel een --je hebben = isto necessita un pauco/poco de color
de betekenis van het gedicht kwam niet goed uit de -- = le senso del poema non esseva ben exprimite


verfaarde ZN

1 terra de color


verfbad ZN

1 banio colorate/de tinctura/de color


verfbord ZN

1 paletta


verfbrem ZN

1 genista tinctori


verfbus ZN

1 latta de color


verfdistel ZN

1 carthamo


verfdoos ZN

1 cassa a/de colores


verffabricage ZN

1 fabrication de colores


verffabriek ZN

1 fabrica de colores


verffabrikant ZN

1 fabricante de colores


verfhandel ZN

1 Zie: verfwinkel


verfhandelaar ZN

1 mercante/commerciante de colores


verfijnd BN

1 raffinate, affinate, exquisite, delicate, sophisticate, (hoofs) palatian
--e smaak = gusto raffinate
--e stijl = stilo raffinate
--e humor = humor exquisite
--e elegantie = elegantia raffinate


verfijndheid ZN

1 raffinamento, affinamento, delicatessa, exquisitate, exquisitessa, sophistication, (hoofsheid) palatianismo
-- van een gerecht = delicatessa de un platto


verfijnen WW

1 raffinar, affinar, subtilisar, (bijschaven) polir
zijn techniek -- = raffinar/perfectionar su technica
zijn taalgebruik -- = raffinar su linguage


verfijning ZN

1 Zie: verfijndheid


verfilmen WW

1 filmar, adaptar pro le cinema/cine
een boek -- = filmar un libro, adaptar un libro pro le cinema/cine


verfilming ZN

1 (het verfilmen) filmation
2 (verfilmde versie) adaptation/version cinematographic/pro le cinema/cine


verfkoper ZN

1 Zie: verfhandelaar


verfkrabber ZN

1 grattator (pro colores)


verfkruid ZN

1 Zie: verfbrem


verfkuip ZN

1 cupa de tincturero


verfkunst ZN

1 tinctura
2 pictura


verfkwast ZN

1 brossa (de pictor), pincel


verflaag ZN

1 strato de color
een -- aanbrengen = applicar un strato de color


verflauwen WW

1 (flauw(er) worden) debilitar se, (kleur) distinger se, discolorar se, pallidir
2 (verminderen, verzwakken) diminuer, debilitar se, languer
het offensief begint te -- = le offensiva comencia a relentar se
zijn belangstelling is verflauwd = su interesse ha diminuite


verflauwing ZN

1 (het flauw(er) worden) debilitation, (kleur) discoloration
2 (vermindering, verzwakking) diminution, debilitation


verflensen WW

1 (kleur verliezen) distinger se, discolorar se
2 (verdorren) marcer, marcescer


verflensing ZN

1 (het verlies van kleur) discoloration
2 (verdorring) marcescentia


verfletsen WW

1 Zie: verflensen-1


verflucht ZN

1 odor de color


verfmes ZN

1 cultello a/de paletta, spatula


verfmos ZN

1 rocella tinctori


verfoeid BN

1 abominabile, detestabile, abhorrente, abhorribile, execrabile, odiose
-- systeem = systema execrabile/abhorrente/abominabile


verfoeien WW

1 execrar, abominar, detestar, abhorrer
ik verfoei vet eten = io detesta alimentos grasse
oneerlijkheid -- = abhorrer/detestar le dishonest(it)ate


verfoeiing ZN

1 execration, aversion


verfoeilijk BN

1 Zie: verfoeid


verfoeilijkheid ZN

1 abomination, horror


verfoeliën WW

1 stannar


verfomfaaien WW

1 corrugar, arrugar


verfplant ZN

1 planta tinctori/tinctorial


verfpoeder ZN

1 color in pulvere


verfpot ZN

1 potto/vaso a/de color


verfprodukt ZN

1 Zie: verfstof


verfraaien WW

1 imbellir, guarnir, ornar, adornar, decorar, ornamentar, parar, paramentar
het -- = imbellimento, guarnimento, adornamento, decoration, ornamentation, paramento
zijn stijl -- = imbellir/parar su stilo
een interieur -- = imbellir un interior
een kamer -- = adornar/decorar un camera
een park -- met standbeelden = ornar un parco de statuas


verfraaiing ZN

1 imbellimento, adornamento, guarnimento, decoration, ornamentation, paramento


verfransen WW

1 (Frans maken) francisar, gallicisar, dar un character francese a
het -- = francisation, gallicisation
een naam -- = francisar un nomine
2 (Frans worden) francisar se, gallicisar se, devenir francese


verfransing ZN

1 francisation, gallicisation
-- van een naam = francisation de un nomine
de -- van de hogere standen in Vlaanderen = le francisation del classes superior in Flandria


verfrest ZN

1 resto de color, color remanente/restante


verfrissen WW

1 (opfrissen) refrescar
zich -- = (iets gebruiken) prender un refrescamento, refrescar se, (zich wassen) refrescar se, (zich verkleden) cambiar de vestimentos
kleuren -- = avivar colores
2 (verversen) refrescar
de lucht in een kamer -- = refrescar le aere in un camera, ventilar/aerar un camera


verfrissend BN

1 refrescante
een --e douche = un ducha {sj} refrescante


verfrissing ZN

1 (het verfrissen) refrescamento
2 (wat verfrist) refrescamento


verfrissingsdoekje ZN

1 (merknaam) kleenex


verfrol(ler) ZN

1 rolo a/de color, rolo pro pinger


verfrommelen WW

1 corrugar, arrugar


verfrommeling ZN

1 corrugation


verfschraper ZN

1 Zie: verfkrabber


verfspikkel ZN

1 (vlekje) maculetta de color, (puntje) puncto de color


verfspuit ZN

1 pistola vaporisator, aerographo


verfstof ZN

1 color, colorante, (transparant, textiel) substantia tinctori/tinctorial, tinctura, tincto


verfstoffenindustrie ZN

1 industria de colores
2 industria de tinctos/tincturas


verfstreep ZN

1 stria de color


verftube ZN

1 tubo/tubetto de color


verfverdunner ZN

1 diluente (pro colores)


verfvlek ZN

1 macula de color


verfwaren ZN MV

1 substantias colorante, colores


verfwerk ZN

1 (verflaag) strato de color
2 (werk bestaande in verven) labores/travalios de colorar


verfwinkel ZN

1 magazin de colores


verg.

1 (Afk.: vergelijk) comp. (compara)


vergaan WW

1 (voorbijgaan, ophouden) disparer, passar
de lust vergaat mij = io perdi tote inclination
schoonheid vergaat = le beltate dispare/passa
2 (in zijn bestanddelen uiteenvallen, verteren) decomponer se, (verrotten) putrefacer
dat hout is vergaan = iste ligno se ha decomponite
3 (ten onder gaan) morir, perir, (schipbreuk lijden OOK) facer naufragio, naufragar
met man en muis -- = perir con tote le equipage
van dorst -- = consumer se/morir de sete
-- van de honger = morir de fame
ik verga van de hoofdpijn = io ha un dolor de testa/capite horribile
je vergaat van de stank = on mori del putor/del odor horribile
de wereld vergaat = le fin del mundo approcha {sj}
het leek of hemel en aarde zouden --, het leek of de wereld verging = il pareva le fin del mundo


vergaan BN

1 (verrot) putrite, putride, putrefacte, (versleten) guastate
2
--e glorie = glorie/splendor passate/perdite


vergaand BN

1 extreme, drastic
--e maatregelen = mesuras extreme/drastic
--e bezuinigingen = economisationes drastic


vergaarbak ZN

1 receptaculo, reservoir (F), (voor regenwater) cisterna


vergaarbekken ZN

1 bassino, reservoir (F)


vergaarder ZN

1 collector


vergaarkom ZN

1 Zie: vergaarbak


vergaarplaats ZN

1 receptaculo, reservoir (F), (stortplaats, dump) discagatorio


vergaderen WW

1 (in vergadering bijeenkomen) reunir se, convenir, congregar se
hij heeft al de hele ochtend vergaderd = ille ha passate jam tote le matino in reunion
-- over = reunir se pro parlar de/super
2 (bijeenzamelen) reunir, colliger, amassar, junger, congregar
(BIJBEL) tot zijn vaderen vergaderd worden = retornar a su patres


vergadering ZN

1 reunion, assemblea, convention, congresso, congregation, (zitting) session, (kerkelijk) synodo
algemene -- = assemblea/reunion general
buitengewone -- = reunion extraordinari
wetgevende -- = assemblea legislative
grondwetgevende -- = assemblea constituente
parlementaire -- = assemblea parlamentari
raadgevende -- = assemblea consultative
voltallige/plenaire -- = reunion/assemblea plenari, plenum
Nationale Vergadering = Assemblea National
syndodale -- = reunion synodal
besloten -- = reunion private
geheime/verdachte -- = conciliabulo
een -- openen = aperir un reunion/un assemblea
een -- beleggen/bijeenroepen/uitschrijven = convocar un reunion/un assemblea
een -- leiden = diriger/conducer un reunion
een -- voorzitten = presider un reunion/un assemblea
een -- verdagen = prorogar un reunion/un assemblea
aan de -- voorleggen = submitter al assemblea/reunion
ter -- verschijnen = esser presente in le assemblea/reunion
in een -- bijeen zijn = esser reunite in un reunion
een -- schorsen = suspender un session
vrijheid van -- = libertate de reunion
recht van -- = derecto de reunion/assemblea
staande de -- = durante le reunion


vergaderlokaal ZN

1 local/sala de reunion


vergaderplaats ZN

1 loco de reunion


vergaderschema ZN

1 schema de reunion


vergadertafel ZN

1 tabula de reunion


vergadertechniek ZN

1 technica del reuniones


vergaderzaal ZN

1 sala de reunion/de assemblea
halfronde -- = hemicyclo


vergallen WW

1 invenenar, guastar
iemands leven -- = invenenar/amarisar le vita de un persona


vergalopperen WW

1 (overijld handelen) ager (troppo) hastivemente, ager sin reflecter
2 (blunderen) facer/committer un gaffe


vergaloppering ZN

1 gaffe


vergankelijk BN

1 ephemere, peribile, (broos) fragile, (kortstondig) fugitive, fugace, de curte duration/duration, transiente, passager
--e schoonheid = beltate fugitive
--e goederen = benes peribile
de roem is -- = le fama/gloria es ephemere/passager
het --e leven = le vita transiente, le fugacitate del vita
de mens is -- = le homine es mortal
2 (verrottend) corruptibile


vergankelijkheid ZN

1 fugacitate, fragilitate, precarietate, (sterfelijkheid) mortalitate, (bederfelijkheid) corruptibilitate
-- van het leven = fugacitate del vita


vergapen WW

1
zich ergens aan -- = reguardar/mirar un cosa con admiration


vergaren WW

1 reunir, colliger, recolliger, cumular, accumular, amassar
rijkdommen -- = amassar/accumular ricchessas
kennis -- = acquirer/amassar cognoscentias/cognoscimentos
gegevens -- = colliger/accumular datos


vergarsten WW

1 rancer


vergassen WW

1 (in gas omzetten) transformar in gas, gasificar, (in verbrandingsmotor) carburar
het -- = gasification
kolen -- = gasificar carbon
2 (tot gas worden) gasificar se
3 (doden door gas) occider con gas


vergasser ZN

1 gasogeno, gasificator, (in verbrandingsmotor) carburator


vergassing ZN

1 (omzetting in gas) gasification
2 (doding door gas) occision con gas


vergassingssnelheid ZN

1 velocitate de gasification


vergassingstoestel ZN

1 gasogeno


vergasten WW

1 regalar (de/con)
het -- = regalamento
iemand op een etentje -- = invitar un persona a un prandio


vergasting ZN

1 regalo, regalamento


vergeeflijk BN

1 excusabile, pardonabile, remissibile, (onbetekenend) venial
--e zonde = peccato venial/remissibile
--e vergissing = error venial/pardonabile


vergeeflijkheid ZN

1 remissibilitate, venialitate


vergeefs BN

1 van, inutile, infructuose
--e pogingen = effortios van/inutile/infructuose


vergeefs BW

1 vanmente, in vano, inutilemente, infructuosemente
zich -- inspannen = effortiar se inutilemente
u komt -- = vos ha venite inutilemente/in vano


vergeestelijken BN

1 (een geestelijke zin geven aan) spiritualisar, immaterialisar, sublimar
de liefde -- = spiritualisar le amor
2 (meer geestelijk worden) spiritualisar se


vergeestelijking ZN

1 spiritualisation, sublimation
-- van de liefde = spiritualisation del amor


vergeetachtig BN

1 obliviose
-- zijn = esser de/haber le memoria curte, non haber memoria, haber pauco/poco de memoria


vergeetachtigheid ZN

1 manco/mancantia de memoria, mal memoria


vergeetal ZN

1 persona obliviose, persona qui oblida toto


vergeetboek ZN

1
in het -- raken = cader in oblivion/oblido
in het -- geraakt zijn = esser totalmente oblidate


vergeet-mij-nietje ZN

1 myosotis, non-me-oblida


vergefelijk BN

1 Zie: vergeeflijk


vergelden WW

1 (betalen) pagar, remunerar, (belonen) recompensar
ik zal het moeten -- = io debera pagar pro illo
kwaad met kwaad -- = render le mal pro le mal


vergeldend BN

1 remunerative, remuneratori
2 (JUR) commutative
--e rechtvaardigheid = justitia commutative


vergelder ZN

1 remunerator


vergelding ZN

1 (vergoeding) remuneration, (beloning) recompensa
2 (wraak) represalia(s), retaliation
als -- voor = como represalia pro


vergeldingsaanval ZN

1 attacco de represalia/de retaliation


vergeldingsactie ZN

1 action de represalia/de retaliation


vergeldingsmaatregel ZN

1 mesura de represalia/de retaliation, represalia
--en nemen = prender represalias


vergeldingspolitiek ZN

1 politica de represalias/retaliation


vergeldingswapen ZN

1 arma de represalia/retaliation


vergelen WW

1 jalnir
vergeelde bladeren = folios jalnite
oude vergeelde papieren = vetule papiros jalnite


vergelijk ZN

1 (schikking, overeenkomst) compromisso, accommodamento, accommodation, accordo, transaction
tot een -- komen = (per)venir a un accordo/un compromisso, accommodar, transiger
bereidheid tot -- = transigentia
een -- treffen met zijn schuldeisers = transiger/componer con su creditores
2 (het vergelijken) comparation, para(n)gon
dat is geen -- = isto non ha necun/nulle puncto de comparation
zonder -- = sin comparation


vergelijkbaar BN

1 comparabile, para(n)gonabile, analoge, similar, equivalente, parallel
--e verschijnselen in verschillende perioden = phenomenos comparabile in periodos differente
meelsoorten en --e produkten = farinas e productos similar


vergelijkbaarheid ZN

1 comparabilitate, similaritate
-- van twee situaties = comparabilitate de duo situationes


vergelijken WW

1 comparar, para(n)gonar, conferer, (van teksten, etc.) confrontar, (van geschriften) collationar
documenten -- = confrontar documentos
een vertaling met het oorspronkelijk -- = comparar/collationar le traduction con le original
te -- met = comparabile/para(n)gonabile con/a
dat kun je niet -- = isto non admitte qualcunque comparation
A laat zich niet met B -- = il non ha comparation inter A e B, on non pote comparar A con B


vergelijkend BN

1 comparative, comparate
-- examen = examine final
--e studie = studio comparative
--e fysiologie = physiologia comparate
--e taalkunde/taalwetenschap/linguïstiek = linguistica comparative/comparate
--e analyse = analyse (-ysis) comparative
(TAAL) --e trap = grado comparative


vergelijkenderwijs BW

1 comparativemente, per comparation


vergelijking ZN

1 (het vergelijken) comparation, (van teksten) confrontation
2 (opsomming van de overeenkomsten en verschillen) comparation, parallelo, para(n)gon, (overeenkomsten) analogia, (van afschrift met origineel) collation
Homerische -- = comparation/para(n)gon homeric
een -- maken = facer un comparation/para(n)gon, comparar, para(n)gonar
een -- maken tussen Hitler en Stalin = facer un parallelo inter Hitler e Stalin
de -- doorstaan met = sustener/supportar le comparation con
dat kan elke -- doorstaan = isto admitte qualcunque comparation
in -- met = comparate con, in comparation con/de
bij wijze van -- = a titulo de comparation
3 (LIT) comparation, simile, similitude, metaphora
homerische -- = comparation homeric
4 (TAAL) comparation
trappen van -- = grados de comparation
5 (WISK) equation
wiskundige -- = equation mathematic
algebraïsche -- = equation algebric/algebraic
gereduceerde -- = equation reducite
-- met twee onbekenden = equation con duo incognitas
-- van de eerste/tweede/derde graad = equation del prime/secunde/tertie grado
kwadratische -- = equation quadratic
kubische -- = equation cubic
exponentiële -- = equation exponential
goniometrische -- = equation goniometric
trigonometrische -- = equation trigonometric
identieke -- = equation identic
irrationele -- = equation irrational
-- van Euler = equation de Euler
leden van een -- = membros de un equation
een -- opstellen = poner un equation
een -- oplossen = resolver un equation
een -- herleiden = reducer/abassar un equation
het herleiden/herleiding van een -- = reduction/abassamento de un equation
6 (SCHEI) equation (chimic)
chemische -- = equation chimic


vergelijkingsjaar ZN

1 anno de comparation/referentia


vergelijkingsmateriaal ZN

1 material de comparation/referentia/referimento


vergelijkingsmethode ZN

1 methodo comparative


vergelijkingsobject ZN

1 objecto de comparation/referentia/referimento


vergelijkingspunt ZN

1 puncto de comparation/de referentia/de referimento


vergelijkingsschaal ZN

1 scala comparative/de comparation


vergelijkingstabel ZN

1 tabella comparative/de comparation


vergeling ZN

1 jalnimento


vergelingsziekte ZN

1 (planteziekte) jalnessa
-- van de suikerbieten = jalnessa del betas de sucro


vergemakkelijken WW

1 facilitar, (vereenvoudigen) simplificar
dat vergemakkelijkt de dingen = isto facilita le cosas


vergemakkelijking ZN

1 facilitation, (vereenvoudiging) simplification


vergemeenschappelijken WW

1 socialisar


vergemeenschappelijking ZN

1 socialisation


vergen WW

1 exiger, requirer
veel tijd -- = requirer multe tempore
dat vergt een enorme inspanning = isto require un effortia enorme
te veel van zijn krachten -- = exhaurir su fortias


vergenoegd BN

1 contente, satisfacte


vergenoegd BW

1 con satisfaction, con placer


vergenoegdheid ZN

1 contentamento, contento, satisfaction


vergenoegen WW

1 contentar, satisfacer
zich -- met iets = contentar se/satisfacer se de/con un cosa, esser contente con un cosa


vergenoeging ZN

1 Zie: vergenoegdheid


vergentie ZN

1 vergentia
(GEOL) -- van een aardplooi = vergentia de un plica


vergetelheid ZN

1 oblido, oblivion
-- zoeken in de alcohol = cercar oblivion in le alcohol
in -- geraken = cader in oblido/in oblivion
aan de -- prijsgeven = abandonar/condemnar/relegar al oblido/oblivion
aan de -- ontrukken/onttrekken = (ex)traher/tirar/salvar/eveller del oblido/oblivion, exhumar


vergetelijk BN

1 obliviose


vergeten WW

1 (niet meer kennen/weten) oblidar, (verleren) disapprender
ik ben alles vergeten = io ha oblidate toto
dat is om nooit te -- = isto es inoblidabile
alles is vergeven en vergeten = toto es pardonate e oblidate
2 (verzuimen te doen/noemen) oblidar, (weglaten) omitter, (slordigheid) negliger
ik ben vergeten u te zeggen dat = io ha oblidate de dicer vos que
je hebt mevrouw B vergeten = tu ha omittite seniora B
iemand op een lijst -- = omitter un persona in un lista
3 (van zich afzetten) oblidar
(FIG) vergeet het maar! = oblida lo!
4 (laten liggen) oblidar, lassar
een paraplu -- = oblidar un parapluvia


vergeter ZN

1 persona obliviose


vergeven WW

1 (kwijtschelden) pardonar, excusar, disculpar, (REL) absolver, (niet aanrekenen) condonar, (amnestie verlenen) amnestiar
de zonden -- = perdonar le peccatos
vergeef het mij = pardona me, excusa me
God vergeve mij = que Deo me pardona
2 (vergiftigen) intoxicar, invenenar
het -- = intoxication, invenenamento
3 (uitdelen) distribuer, repartir, dar
iets te -- hebben = haber un cosa pro repartir


vergeven BN

1 infestate
-- zijn van de muggen = esser infestate del mosquitos (S)


vergevend BN

1 (REL) absolutori


vergevensgezind BN

1 inclinate a pardonar, disposite al pardono, indulgente, (genadig) clemente, misericordiose
-- zijn = indulger


vergevensgezindheid ZN

1 indulgentia, clementia


vergeving ZN

1 (kwijtschelding) pardono, (REL) absolution, remission, gratia, venia
-- van de zonden = pardono/absolution/remission del peccatos
-- schenkend = absolutori
iemand -- schenken = pardonar un persona
om -- smeken = implorar pardono
om -- vragen voor = peter pardono pro
2 (het weggeven) dono, (van geestelijk ambt) collation
3 (vergiftiging) intoxication, invenenamento


vergevorderd BN

1 (multo) avantiate
-- leeftijd = etate avantiate
wegens het --e uur = a causa del/date le hora multo avantiate
het werk is in een -- stadium = le labor/travalio es un un stadio/phase avantiate


vergewissen WW

1 assecurar
zich er van -- dat = assecurar se que


vergezellen WW

1 (vergezellen) accompaniar
iemand op reis -- = accompaniar un persona in le viage
zijn woorden vergezeld doen gaan van sprekende gebaren = accompaniar su parolas de gestos expressive
2 (konvooieren) conviar, convoyar, escortar
3 (gelijk optreden met) accompaniar
de storm ging vergezeld van hevige rukwinden = le tempesta se accompaniava de violente colpos de vento


vergezicht ZN

1 (panorama) panorama, vista, perspectiva, prospecto
eindeloze --en = horizontes infinite
2 (schilderij) panorama, vista
-- op de rivier = vista del fluvio


vergezocht BN

1 troppo recercate, (overdreven) exaggerate
--e interpretatie = interpretation troppo recercate
ik vind dat nogal -- = io lo trova assatis recercate


vergiet ZN

1 colo, colatorio, cribro


vergieten WW

1 versar, effunder
bloed -- = versar/effunder sanguine
tranen -- = versar lacrimas, plorar
vreugdetranen -- = plorar de joia/gaudio


vergieting ZN

1 versamento, effusion


vergiettest ZN

1 Zie: vergiet


vergif ZN

1 veneno, toxico
langzaamwerkend -- = veneno lente
snelwerkend -- = veneno active/rapide
dodelijk -- = veneno mortal/lethal
mineraal -- = veneno mineral
plantaardig -- = veneno vegetal
dierlijk -- = veneno animal
-- bereiden = preparar veneno
-- innemen = prender veneno
-- in een drank doen = invenenar un bibita
daar kun je -- op nemen = isto es (un facto) certe, isto va evenir certemente
een stuk -- = un homine abjecte


vergiffenis ZN

1 pardono, (REL) absolution, remission, venia
-- veredelt de ziel = le pardono innobili le anima
-- van zonden = remission del peccatos
iemand -- schenken = pardonar un persona
-- schenkend = absolutori
om -- vragen = peter/rogar pardono
nederig om -- vragen = peter humilemente pardono


vergift ZN

1 Zie: vergif


vergiften WW

1 Zie: vergiftigen


vergiftenleer ZN

1 toxicologia


vergiftig BN

1 deleterie, venenose, toxic, invenenate, (aanstekelijk) virulente
--e dieren = animales venenose
--e slang = serpente venenose
--e paddestoel = fungo/champignon (F) venenose
--e stoffen = substantias toxic
--e gassen = gases deleterie
--e pijl = flecha {sj}/sagitta invenenate
lood is een -- metaal = le plumbo es un metallo toxic


vergiftigen WW

1 intoxicar, invenenar
het -- = intoxication, invenenamento
een hond -- = invenenar un can
voedsel -- = invenenar alimentos
zijn lichaam is door alcohol en nicotine vergiftigd = su corpore ha essite intoxicate per alcohol e nicotina
die propaganda vergiftigt de betrekkingen tussen de volken = iste propaganda invenena le relationes inter le populos
iemands leven -- = invenenar le vita de un persona
iemands geest -- = instillar odio in le mente de un persona


vergiftiger ZN

1 invenenator


vergiftigheid ZN

1 toxicitate


vergiftiging ZN

1 invenenamento, intoxication, (gifmengerij) veneficio
-- van het bloed = intoxication del sanguine
van een -- genezen = disintoxicar
sterven door -- = morir invenenate/intoxicate/per intoxication


vergiftigingsdood ZN

1 morte per invenenamento/intoxication


vergiftigingsgevaar ZN

1 risco/periculo de invenenamento/intoxication


vergiftigingsgeval ZN

1 caso de invenenamento/intoxication


vergiftigingsproces ZN

1 processo de invenenamento/intoxication


vergiftigingssymptoom ZN

1 Zie: vergiftigingsverschijnsel


vergiftigingsverschijnsel ZN

1 symptoma de invenenamento/intoxication


vergiftigingswaan/vrees ZN

1 toxicophobia


Vergiliaans BN

1 vergilian, virgilian


Vergilius ZN EIGN

1 Vergilio, Virgilio
van -- = vergilian, virgilian
ecloges van -- = eclogas de Vergilio/de Virgilio


vergissen WW

1
zich -- = errar, aberrar, facer/committer un error
-- is menselijk = errar es human


vergissing ZN

1 error, falta
noodlottige/rampzalige -- = error funeste
--en voorbehouden = salvo errores
--en en weglatingen voorbehouden = salvo error e omission
per -- = per error, erroneemente, abusivemente
een -- maken/begaan = facer/committer un error, errar, aberrar
een -- herstellen = rectificar/corriger un error
dat moet een -- zijn = isto debe esser un error
het is een blijkbare -- = isto es un error evidente
2 (verspreking) lapso, lapsus (L)
freudiaanse -- = lapso/lapsus freudian


vergistbaar BN

1 fermentabile


vergisten WW

1 (gisting doen ondergaan) fermentar
deze gist kan glucose -- = iste fermento pote fermentar glucosa
2 (gisting ondergaan) fermentar


vergisting ZN

1 fermentation


verglaasbaar ZN

1 vitrificabile


verglaasbaarheid ZN

1 vitrificabilitate


verglaasoven ZN

1 furno de vitrification


verglaassel ZN

1 Zie: glazuur-1


verglazen WW

1 (in glas veranderen) vitrificar, converter in vitro
het vuur verglaast het zand = le foco vitrifica le sablo
2 (glasachtig worden) vitrificar se, converter se in vitro
verglaasde ogen = oculos vitrificate
3 (met glazuur bedekken) smaltar, emailliar {emaljar}


verglazing ZN

1 (verandering in glas) vitrification
2 (het bedekken met glazuur) smaltatura


verglazingstemperatuur ZN

1 temperatura de vitrification


vergletsjerd BN

1 coperte de glacieros


vergletsjeren WW

1 glaciar se


vergletsjering ZN

1 glaciation


verglijden WW

1 (wegglijden) glissar (a un altere loco)
2 (voorbijgaan) passar
de dagen vergleden = le dies/jornos passava


vergoddelijken WW

1 deificar, divinisar
het -- = deification, divinisation


vergoddelijking ZN

1 deification, divinisation
-- van de Romeinse keizers = deification del imperatores roman


vergoden WW

1 Zie: vergoddelijken


vergoding ZN

1 Zie: vergoddelijking


vergoeden WW

1 (terugbetalen) (re)pagar, reimbursar, restituer, (schadeloosstellen) indemnisar
onkosten -- = pagar expensas
2 (als compensatie dienen voor) compensar, reparar
de fraaie vorm kan het gemis aan inhoud niet -- = le beltate del forma non pote compensar le absentia de fundo
3 (als loon geven voor) remunerar, pagar, retribuer, recompensar
iemand de gewerkte uren -- = pagar a un persona su horas de labor/travalio


vergoeding ZN

1 (schadeloosstelling) indemnisation, indemnitate, reparation, compensation, recompensa, reimbursamento, remuneration
een -- krijgen = obtener un indemnisation
-- van reiskosten = reimbursamento del costos de viage
-- van geleden oorlogschade = indemnitate pro damnos de guerra
2 (bedrag) indemnitate, reimbursamento, compensation, remuneration
tegen een geringe -- = mediante un remuneration modeste
een -- van dertig gulden = un reimbursamento de trenta florinos
een -- voor verblijfskosten = un compensation pro costos/expensas de sojorno


vergoedingsaanspraak ZN

1 revindication de indemnisation, etc.


vergoedingsplicht ZN

1 obligation de indemnisation, etc.


vergoelijken WW

1 excusar, palliar, attenuar, mascar, trovar excusas pro


vergoelijkend BN

1 palliative


vergoelijking ZN

1 excusa, palliation


vergokken WW

1 perder al/in le joco


vergooien WW

1 (verloren doen gaan) jectar, guastar
dat geld is vergooid = iste moneta es perdite
zijn leven -- = guastar su vita
zich -- = (zich verlagen) degradar se
2
(verkeerd gooien) zich -- = jectar mal


vergramd BN

1 furiose, furibunde, infuriate, in cholera


vergrammen WW

1 (kwaad maken) mitter in cholera, infuriar


vergrassen WW

1 esser coperite (totalmente) de herba


vergrauwen WW

1 devenir gris


vergraven WW

1 excavar


vergraving ZN

1 excavation


vergrendelen WW

1 clauder per/con pessulo


vergrendeling WW

1 clausura per/con pessulo


vergrieksen WW

1 (Grieks maken) grecisar, hellenisar
de humanist Schwarzerd had zijn naam vergriekst tot Melanchton = le humanista Schwarzerd habeva grecisate su nomine in Melanchton
2 (Grieks worden) grecisar se, hellenisar se


vergrieksing ZN

1 grecisation, hellenisation
-- van een naam = grecisation de un nomine


vergrijp ZN

1 delicto, transgression, infraction, offensa, attentato, (misdrijf) crimine
-- tegen de wet = transgression/violation del lege
-- tegen de traditie = offensa al tradition
-- tegen de eerbaarheid = offensa/attentato/ultrage al pudor
ernstig -- = delicto grave
licht -- = delicto minor, peccadilio, peccatilio


vergrijpen WW

1
zich -- aan = mitter le manos super, attentar a, violar
hij vergreep zich aan onze rechten = ille ha violate nostre derectos


vergrijping ZN

1 attentato


vergrijzen WW

1 (grijs worden) devenir gris
2 (ouder worden) inveterar, senescer
de bevolking van Nederland vergrijst = le population de Nederland invetera


vergrijzing ZN

1 (het ouder worden) senescentia, (MED) canitie
-- van de bevolking = augmento del etate medie del population


vergroeibaar BN

1 (PLANTK) concrescibile


vergroeid BN

1 (MED, PLANTK) concrescente


vergroeidbladig BN

1 (PLANTK) gamopetale, (mbt bloemkelk) gamosepale


vergroeien WW

1 (aan elkaar groeien) crescer insimul, concrescer, (van wond) cicatrisar se, (BIOL, TAAL) coalescer
(FIG) met een bedrijf -- = identificar se con su interprisa
2 (krom groeien) crescer mal, torquer se, deformar se
die oude man is helemaal vergroeid = iste vetulo es completemente deforme
3 (verdwijnen) disparer


vergroeiing ZN

1 (PLANTK) concrescentia
2 (MED) coalescentia, concrescentia, (van bot) ossification
-- van de fontanel = ossification van de fontanel
3 (mbt wond) cicatrisation
4 (BIOL, SCHEI, TAAL) coalescentia
5 (het krom groeien) deformation
6 (kromgegroeide plaats) deformation, deformitate


vergroening BN

1 (PLANTK) virescentia
-- van bloemen = virescentia de flores


vergrootglas ZN

1 lente de aggrandimento/augmento, lupa
iets met een -- bekijken = examinar un cosa con lupa


vergroten WW

1 (groter maken) aggrandir, allargar, ampliar, amplificar, extender, incrementar
een foto -- = aggrandir/allargar/amplificar/ampliar un photo(graphia)
de kamer -- = aggrandir/allargar le camera
300 maal vergroot = augmentate 300 vices
2 (vermeerderen) aggrandir, augmentar, amplificar, ampliar, accrescer, extender, incrementar
de produktie -- = augmentar le production
zijn omzet -- = ampliar su venditas
zijn kapitaal -- = augmentar su capital
zijn rijkdom -- = accrescer su ricchessa
zijn kennis -- = ampliar su cognoscentias/cognoscimentos
3 (overdrijven) exaggerar, amplificar


vergrotend BN

1 (TAAL) augmentative
-- affix = affixo augmentative
--e trap = comparativo


vergroter ZN

1 (FOTO) aggranditor, amplificator


vergroting ZN

1 (het groter maken/worden/zijn) aggrandimento, amplification, incremento, allargamento, allargation
-- van een foto = aggrandimento/amplification de un photo(graphia)
-- van de omzet = incremento del venditas
2 (vermeerdering) augmento, augmentation, accrescimento, amplification, ampliation, extension
3 (zwelling) ingrossamento


vergrotingsapparaat ZN

1 Zie: vergroter


vergrotingskoker ZN

1 Zie: vergroter


vergrotingslens ZN

1 lente de aggrandimento


vergrotingsobjectief ZN

1 objectivo de aggrandimento


vergrotingspapier ZN

1 papiro photographic


vergrotingsplan ZN

1 projecto de aggrandimento


vergrotingswoord ZN

1 augmentativo


vergrotingszucht ZN

1 megalomania


vergroven WW

1 (grover maken) render plus grossier
2 (grover worden) devenir plus grossier


vergruizelbaar BN

1 pulverisabile, triturabile


vergruizelen WW

1 (tot gruis maken) pulverisar, triturar
het -- = pulverisation, tritura, trituration, trituramento
stenen -- = pulverisar petras
erts -- = triturar minerales


vergruizeling ZN

1 pulverisation, tritura, trituration, trituramento
2 (MED) comminution


vergruizen WW

1 Zie: vergruizelen


vergruizer ZN

1 (nier--) lithotriptor


verguizen WW

1 vilificar, vilipender


verguizing ZN

1 vilification
aan -- blootstaan = esser exponite a vilification


verguld BN

1 (bedekt met bladgoud) aurate, dorate
-- op snee = con bordo aurate, de talia aurate
--e versiering = doratura
2 (blij) contente, satisfacte
ik ben daar zeer -- mee = io es multo contente de/con illo


vergulden WW

1 (met bladgoud bedekken) aurar, dorar, placar de auro
het -- = doratura
de pil -- = aurar/dorar le pilula
2 (blij maken) placer, satisfacer


vergulder ZN

1 dorator


vergulderskunst ZN

1 arte de dorar


verguldersmes ZN

1 cultello de dorator


vergulding ZN

1 doratura


verguldkwast ZN

1 brossa de dorator


verguldmes ZN

1 Zie: verguldersmes


verguldpenseel ZN

1 pincel de dorator


verguldpers ZN

1 pressa de dorator


verguldrol ZN

1 rolo de dorator


verguldsel ZN

1 doratura


verguldselboekje ZN

1 quaderno de folios de auro


vergunnen WW

1 autorisar, permitter, (toekennen) accordar, conceder
het zij mij vergund op te merken dat = que on me permitte de dicer que


vergunning ZN

1 (toestemming) permission, autorisation, concession, (goedkeuring) approbation
-- verlenen = accordar/conceder un concession, conceder, autorisar, licentiar
een -- krijgen = obtener un autorisation
2 (officiële machtiging) licentia, permisso, concession
houder van een -- = tenitor/portator de un licentia
een -- verlenen = conceder un licentia
-- voor de verkoop van een produkt = licentia/concession de vendita de un producto
een -- om alcoholische dranken te schenken = un licentia pro servir bibitas alcoholic
een -- voor een vuurwapen = licentia de porto de armas


vergunninghouder ZN

1 tenitor/portator de un licentia, concessionario


vergunningsbewijs ZN

1 licentia


vergunningsstelsel ZN

1 systema de licentias


verhaal ZN

1 historia, conto, (vertelling) narration, (verslag) relation, reporto
komisch -- = historia hilarante/comic
kort -- = novella
sterk/onwaarschijnlijk -- = historia inverisimile
de draad van het -- weer oppakken = reprender le filo de su historia
een -- verzinnen = fabricar un historia
een -- vertellen = contar/narrar un historia, historiar
een -- opkloppen = amplificar/inflar un historia
zijn -- doen = contar su historia
het -- gaat dat = on dice que
het -- wil dat = le historia conta que
dat is een ander -- = isto es un altere historia
om een lang -- kort te maken = pro esser breve
2 (schadeloosstelling) (derecto de) indemnisation, (JUR) recurso
-- halen = recuperar perditas
-- op iemand krijgen = obtener recurso contra un persona
3
weer op zijn -- komen = recovrar/reprender su fortias
laat me nou even op -- komen = da me le tempore de respirar un pauco/un poco


verhaalbaar BN

1 recovrabile, recuperabile, reimbursabile


verhaalkunst ZN

1 arte narrative


verhaallier ZN

1 cabestan de halar


verhaalstructuur ZN

1 structura narrative/de un narration


verhaaltalent ZN

1 talento narrative


verhaaltechniek ZN

1 technica narrative


verhaaltje ZN

1 historietta


verhaaltrant ZN

1 stilo narrative/del narration, maniera de contar


verhaalwijze ZN

1 modo de narrar


verhaasten WW

1 hastar, precipitar, celerar, accelerar, dar alas a
dat heeft zijn dood verhaast = isto ha hastate/accelerate/precipitate su morte
dat heeft de zaken verhaast = isto ha hastate le cosas
de gebeurtenissen -- = precipitar le eventos
zijn schreden -- = precipitar le passos
de ondergang -- = precipitar le ruina


verhaastend BN

1 acceleratori


verhaasting ZN

1 acceleration, precipitation


verhagelen WW

1 destruer per le grandine, esser rumpite/destruite per le grandine


verhakken WW

1 hachar {sj}/taliar in parve morsellos


verhakstukken WW

1 Zie: verhapstukken


verhalen WW

1 (vertellen) contar, narrar, relatar, referer, historiar
--de poëzie = poesia narrative
over/van vroeger -- = contar historias del passato
2 (zich schadeloosstellen) recovrar
een verlies -- = recovrar un perdita
de schade op de verzekeringsmaatschappij -- = recovrar le damnos del societate de assecurantias, facer se reimbursar le damnos per le societate de assecurantias
en die verhalen het weer op de consument = e illes passa le costos al consumitor
3 (verplaatsen) displaciar, (mbt schip) halar
een schip -- = halar un nave


verhalenbundel ZN

1 collection de contos


verhalencyclus ZN

1 cyclo de contos


verhalend BN

1 narrative, narratori, recitative
-- genre = genere narrative
-- proza = prosa narrative
--e poezie = poesia narrative
--e stijl = stilo recitative
--e zang = recitativo


verhaler ZN

1 narrator, relator, relatator


verhandelbaar BN

1 commerciabile, mercabile, negotiabile, vendibile, cedibile, (bij een bank) bancabile
--e hoeveelheid = quantitate vendibile
-- stuk/waardepapier = titulo/effecto negotiabile
-- aan de beurs = negotiabile in bursa
-- maken = commercialisar
niet -- = incommerciabile


verhandelbaarheid ZN

1 negotiabilitate, commerciabilitate, mercabilitate
-- van een produkt = commerciabilitate de un producto


verhandelen WW

1 (handel drijven) negotiar, commerciar, mercar, vender, facer le commercio de, (PEJ) trafficar
daar werden heel wat aardappelen verhandeld = illac on negotiava grande quantitates de patatas
2 (behandelen) tractar, discuter
dat is in de vergadering niet verhandeld = isto non ha essite tractate in le reunion, on non ha parlate de isto in le reunion


verhandeling ZN

1 (het handel drijven) negotiation, vendita
op de beurs -- = negotiar in bursa
2 (betoog) exposition, dissertation, tractato, essayo, (mondeling) discurso
geschiedkundige -- = dissertation historic
medische -- = tractato medic
-- in versvorm = tractato in verso/in forma poetic
een -- schrijven = scriber un dissertation
een -- houden = disserer, dissertar
haar --en zijn gebundeld verschenen = un collection de su essayos ha essite publicate
iemand die een -- schrijft/houdt = dissertator


verhang ZN

1 gradiente (hydraulic)
-- van een rivier = gradiente hydraulic de un fluvio


verhangen WW

1 (elders/anders (op)hangen) (ap)pender a/in un altere loco, displaciar
enkele schilderijen -- = displaciar alicun picturas
(FIG) de bordjes zijn verhangen = le situation se ha cambiate totalmente, il ha un cambio total del situation
2
zich -- = pender se


verhanging ZN

1 (het elders/anders ophangen) displaciamento
2 (zelfmoord) suicidio (per pender se)


verhanglijn ZN

1 linea del gradiente (hydraulic)


verhapstukken WW

1 facer, regular
heel wat te -- hebben = haber multo a facer
met iemand nog wat te -- hebben = haber a regular contos con un persona


verhard BN

1 (hard gemaakt) indurate
2 (weg) pavite, pavimentate, (met asfalt) asphaltate, bituminate, bituminisate, macadamisate
3 (hard geworden) indurate, dur, (eeltig) callose
4 (MED) indurate, sclerose, sclerotic
5 (FIG) indurate
-- in het kwaad = indurate in le mal


verharden WW

1 (hard worden) indurar se, (mbt lijm/beton) siccar, (van vloeistof) solidificar se
deze lijm verhardt snel = iste colla sicca rapidemente
(FIG) in het kwaad -- = indurar se in le mal
2 (eeltig worden) devenir callose
3 (hard maken) indurar, (mbt weg) pavir, pavimentar, (met asfalt) asphaltar, bituminar, bituminisar, macadamisar
een tuinpad -- = pavir un sentiero de jardin
4 (MED) indurar, sclerosar se
5 (ongevoelig maken) indurar, render insensibile/indifferente
zijn hart tegen iemand -- = indurar le corde contra un persona
de tegenslagen hadden hem totaal verhard = le contrarietates le habeva indurate completemente
6 (ongevoelig worden) devenir insensibile/indifferente


verharding ZN

1 (het hard maken) induration, (mbt weg) pavimentation, (met asfalt) asphaltage, bituminage, bituminisation, macadamisation
2 (waarmee verhard wordt) (mbt lijm) siccativo, (mbt weg) pavimento, asphalto, bitumine
3 (verharde plaats) loco indurate/dur, (MED) induration, sclerose (-osis), (eeltplek) callositate, (GEOL) concretion
sclerose is -- van de weefsels = sclerose (-osis) es induration del texitos
een -- onder de voet = un callositate sub le pede
4 (het hard worden) (ook FIG) induration
-- van de standpunten = induration del punctos de vista, polarisation


verhardingsvertrager ZN

1 (van cement) retardator de cemento


verharen WW

1 perder le pilos, mutar le pilo
het -- = muta
die hond verhaart te veel = iste can perde troppo su pilos


verharing ZN

1 perdita de pilos, muta


verharsen WW

1 (doortrokken worden met hars) esser impregnate de resina
2 (overgaan in harsachtige stof) resinificar


verharsing ZN

1 (het doortrokken worden met hars) impregnation de resina
2 (overgang in hars) resinification


verhaspelen WW

1 imbroliar, deformar, disfigurar, mutilar, maltractar, guastar, (verkeerd uitspreken) pronunciar mal
een woord -- = imbroliar/mutilar un parola
de afschrijver heeft de tekst geheel verhaspeld = le copiator ha guastate le texto totalmente


verhaspeling ZN

1 imbroliamento, deformation, disfiguration, mutilation


verheerlijken WW

1 (prijzen) laudar, exaltar, glorificar, magnificar, sublimar
het -- = laudation, exaltation, glorification, magnification, sublimation
Jezus Christus werd op een berg verheerlijkt = Jesus Christo esseva glorificate super un monte
deze zanger werd als een afgod verheerlijkt = on ha idolatrate iste cantator
2 (verblijden) incantar, delectar
verheerlijkte gezichten = visages/facies delectate/hilare


verheerlijker ZN

1 laudator, magnificator, glorificator


verheerlijking ZN

1 laudation, glorification, exaltation, magnification, sublimation, (vergoddelijking) deification, (zaligverklaring) beatification
-- van de schoonheid = culto del/al beltate
de -- van het geweld in bepaalde films = le exaltation del violentia in certe films (E)


verheffen WW

1 (opheffen) levar, elevar, relevar, altiar
zijn hoofd -- = levar/altiar le testa
zijn stem -- = altiar le voce
zich van zijn zetel -- = levar se de su sedia
hier verheffen zich de Alpen = hic le Alpes se eleva
zich boven het aardse -- = transcender le materia
2 (in een hogere rang/positie brengen) elevar, promover, exaltar
-- tot de pauselijke waardigheid = exaltar al pontificato
godsdienst verheft de mens = le religion eleva le homine
iemand tot een hogere rang -- = elevar un persona a un rango superior
iemand tot een waardigheid -- = elevar un persona a un dignitate
zich boven de middelmaat -- = elevar se super le mediocritate
iets tot principe -- = eriger un cosa in principio
iemand tot het prototype -- van = eriger un persona in le prototypo de
iemand tot de troon -- = inthronar/inthronisar un persona
iemand in de adelstand -- = innobilir un persona
zedelijk -- = innobilir, edificar, moralisar
3 (WISK) elevar
een getal tot het kwadraat -- = elevar un numero al quadrato
een getal tot de derde macht -- = elevar un numero al tertie potentia/al cubo, cubar un numero
4 (doen toenemen) elevar, inflar
de stem -- = elevar le voce
haar stem verhief zich meer en meer = illa elevava de plus in plus su voce


verheffend BN

1 edificante
-- boek = libro edificante
weinig -- gedrag = un comportamento poco/pauco edificante
dat was geen -- gezicht = isto non esseva un vista edificante
die godslasterlijke praat is weinig -- = iste blasphemia non es multo edificante


verheffing ZN

1 (het verheffen, het verheven worden) elevation, altiamento
de verheffing van het Kruis = le Exaltation del Cruce
-- in de adelstand = elevation al nobilitate, innobilimento
met -- van stem = parlante in plus alte voce
2 (hoogte, heuveltje) elevation, eminentia
3 (verbetering) elevation, edification
zedelijke -- = innobilimento


verheimelijken WW

1 facer un secreto de, celar, dissimular, occultar, disguisar, velar
het -- = dissimulation
zijn gevoelens -- = celar/disguisar su sentimentos
dat verheimelijkt ze ook niet = illa non face un secreto de illo


verheimelijking ZN

1 dissimulation, occultation


verhelderen WW

1 (opklaren) clarar se
haar gezicht verhelderde = su visage se clarava
2 (verduidelijken) clarar, clarificar, elucidar, clarar, explicar, explanar, illustrar, render plus clar
illustraties verhelderen de ingewikkelde tekst = illustrationes clarifica/elucida le texto complicate
--d antwoord = responsa clarificante/elucidative
zo'n gesprek werkt --d = un tal conversation rende le cosas plus clar/clarifica le cosas


verheldering ZN

1 (verduidelijking) clarification, elucidation, illustration, explication, explanation


verhelen WW

1 celar, dissimular, occultar, disguisar, velar
het -- = dissimulation
niet kunnen -- dat = non poter occultar que
ik wil je niet -- dat = io non te celara/occultara que
de waarheid -- = occultar le veritate


verheling ZN

1 dissimulation, occultation


verhelpen WW

1 remediar, obviar, reparar, corriger, rectificar
een gebrek -- = remediar a un defecto
een bezwaar -- = obviar/remediar a un inconveniente
na ruim twaalf uur was de storing verholpen = post plus de dece-duo horas on habeva reparate le defecto
gauw te -- zijn = esser facile de reparar
dat is te -- = isto es remediabile/reparabile/corrigibile
niet te -- = non reparabile, irremediabile


verhelping ZN

1 remedio, reparation, correction


verhemelte ZN

1 (gehemelte) palato
hard -- = palato dur, volta palatin/del palato
zacht -- = palato molle/blande, velo del palato
gespleten -- = palato findite/bifide
2 (overdekking) baldachino, celo del lecto


verhemelteamandel ZN

1 amygdala palatin


verhemeltebeen ZN

1 Zie: verhemeltebot


verhemelteboog ZN

1 volta palatin/del palato


verhemeltebot ZN

1 osso palatin


verhemelteklank ZN

1 sono palatal


verhemelteklank ZN

1 sono palatal, palatal


verhemelteontsteking ZN

1 palatitis


verheugd BN

1 gaudiose, joiose, gai, allegre, contente, satisfacte
--e gezichten = visages gaudiose/joiose/allegre
-- zijn over = gauder de, esser contente de


verheugdheid ZN

1 gaudio, joia, allegressa, gaitate, contento, contentamento, satisfaction


verheugen WW

1 esser contente/felice/gaudiose
zich -- op = allegrar se con/de, gauder con/de, pregustar le placer de
zich -- in een goede gezondheid = gauder de un bon sanitate
zich -- in de algemene achting = gauder de un bon reputation
zich -- in het vooruitzicht van = gauder se/allegrar se con le/del perspectiva de
het verheugt me dat = il me face placer que, io es felice que


verheugend BN

1 gaudiose, joiose, bon
-- nieuws = nova joiose, bon nova
--e ontwikkeling = disveloppamento satisfactori


verheugenis ZN

1 Zie: verheugdheid


verheuging ZN

1 Zie: verheugdheid


verheven BN

1 (boven de omgeving uitstekend) elevate
op een -- plaats zitten = esser sedite a un loco elevate
-- beeldhouwwerk = (alte/basse) relievo
2 (zich boven het gewone verheffend) elevate, sublime, nobile, eminente, auguste, celse, excelse, majestatic, majestose, grandiose, superne, supernal
-- gedachten = pensatas/pensamentos elevate
-- stijl = stilo elevate/sublime/nobile
Verheven Poort = Porta Sublime
-- bedoelingen hebbend = haber objectivos nobile
-- gevoelens koesteren = nutrir sentimentos elevate
(bij aanspreektitel van kardinalen) zeer -- = eminentissime
boven alles -- = supereminente
3 (FIG) superior (a)
zichzelf boven anderen -- wanen = creder se superior al alteres
boven alle lof -- zijn = esser superior a tote elogio
boven alle verdenking -- zijn = esser foras de tote suspicion, esser superior a tote suspicion


verhevene ZN

1 (de --) augusto
2 (het --) sublime


verhevenheid ZN

1 (het verheven zijn) elevation, sublimitate, celsitude, excelsitude, majestate, nobilitate
-- van stijl = elevation/majestate de stilo
2 (hoge plaats) loco/terreno elevate, altitude, elevation, eminentia, (mbt beeldhouwwerk) relievo


verhevigen WW

1 (heviger maken) intensificar, reduplar, escalar
het verschijnsel doet zich dan in verhevigde mate voor = le phenomeno redupla alora de intensitate, alora le phenomeno se presenta in mesura intensificate
aanvallen -- = intensificar/escalar attaccos
gevoelens -- = intensificar sentimentos
2 (heviger worden) intensificar se, reduplar
het effect dreigt te -- = le effecto menacia de intensificar se
in verhevigde mate = in mesura plus forte


verheviging ZN

1 intensification, reduplamento, escalation
-- van de aanvallen = intensification/escalation del attaccos
de barok kenmerkt zich door een -- van de gevoelsexpressie = le baroco se characterisa per un intensification del expression del sentimentos


verhinderen WW

1 impedir, prevenir, precluder, prohiber
iemand -- weg te gaan = impedir un persona de partir
iemands plannen -- = obstruer/blocar le planos de un persona
voor ik het kon -- = ante que io poteva prevenir lo
-- dat het recht zijn loop heeft = prevenir le curso del justitia
verhinderd zijn = haber un impedimento, esser impedite, non poter assister


verhinderend BN

1 impeditive, proclusive
2
(JUR) -- beletsel = impedimento dirimente


verhindering ZN

1 (het verhinderen) impedimento, prevention, preclusion, obstruction
2 (hindernis) impedimento, obstaculo, obstruction
3 (het verhinderd zijn) impedimento, absentia
bij -- = in caso de impedimento/absentia


verhip! TW

1 diabolo!


verhippen WW

1 ir al diabolo
2
we verhipten van de kou in dat zaaltje = on moriva/crepava de frigido in iste parve sala


verhit BN

1 (ook FIG) calefacite, ardente, cal(i)de, calorose, excitate
--te discussies = discussiones cal(i)de
--te gemoederen = personas excitate
--te verbeelding = imagination exaggerate


verhitten WW

1 (warm maken) calefacer
een maaltijd -- = calefacer un repasto
2 (FIG) excitar
die lectuur verhit de verbeelding = iste lectura excita le imagination


verhittend BN

1 calefaciente
2 (prikkelend) excitante


verhitting ZN

1 calefaction


verhoeden WW

1 prevenir, impedir, evitar
om te -- dat hij eraf viel, hield ik hem vast = io le teneva pro impedir/evitar le de cader


verhoeding ZN

1 impedimento


verhogen WW

1 (hoger maken) facer plus alte, altiar, realtiar, elevar
een dijk -- = (re)altiar un dica, elevar le altor/altura de un dica
iemand in rang -- = promover un persona
2 (vermeerderen) augmentar, altiar, majorar, elevar, accrescer, incrementar, (snelheid) accelerar
de belastingen -- = augmentar/altiar le impostos
de prijzen -- = augmentar/altiar le precios
de tarieven -- = augmentar/altiar/majorar le tarifas
het -- van de tarieven = le augmentation/altiamento del tarifas
een limiet -- = augmentar un limite
de waarde -- = accrescer le valor
3 (MUZ) altiar, elevar
4 (sterker doen uitkomen) altiar, ampliar, amplificar, adder a, intensificar, augmentar, accrescer
het gedempte licht verhoogde het effect = le luce/lumine dulce accresceva le effecto


verhoging ZN

1 (het hoger maken) altiamento, realtiamento, elevation, (in rang) promotion
-- van een dijk = realtiamento/elevation de un dica
2 (verhoogde plaats) loco elevate, elevation, eminentia, altitude, (podium) podio, platteforma, estrade (F)
3 (het vermeerderen) augmento, augmentation, altiamento, realtiamento, elevation, majoration, accrescimento, incremento
jaarlijkse -- = augmento annual
-- van de prijzen = augmento/augmentation/altiamento del precios
-- van de tarieven = augmentation/altiamento/majoration del tarifas
ter -- van de feestvreugde = pro augmentar le allegressa
4 (hogere lichaamstemperatuur) temperatura, febre
ik had wat -- = io habeva un pauco/un poco de temperatura


verhogingshoek ZN

1 angulo de elevation


verhogingsteken ZN

1 (MUZ) diese (-esis)


verholen BN

1 (verborgen) celate, dissimulate, disguisate, velate, secrete
-- glimlach = surriso dissimulate
-- dreigement = menacia velate
-- bedoelingen = intentiones celate
een kwalijk -- vreugde = un allegressa mal dissimulate/velate
nauwelijks -- vijandigheid/afkeer = hostilitate/aversion a pena celate/disguisate
2 (steels) furtive, subreptitie, surreptitie
-- blikken = reguardos furtive/subreptitie


verhollandsen WW

1 (Hollands worden) hollandisar se, nederlandisar se
2 (Hollands maken) hollandisar, nederlandisar
woorden -- = hollandisar parolas


verhollandsing ZN

1 hollandisation, nederlandisation


verhonderdvoudigen WW

1 (honderd maal zo groot maken) centuplar, centuplicar
2 (honderd maal zo groot worden) centuplar se, centuplicar se


verhongeren WW

1 (door honger omkomen) morir/perir de fame/inanition
2 (uithongeren) facer morir de fame, affamar
laten -- = reducer al fame


verhongering ZN

1 fame, inanition


verhoogd BN

1 augmentate
met -- ijver = con zelo/diligentia augmentate
de --e belangstelling voor historische literatuur = le interesse augmentate pro le litteratura historic


verhoor ZN

1 interrogation, (JUR ook) interrogatorio
scherp -- = interrogatorio stricte/sever
iemand aan een -- onderwerpen, iemand in -- nemen = submitter un persona a un interrogation/interrogatorio, interrogar un persona
een -- ondergaan = esser submittite a un interrogatorio, esser interrogate


verhoorbaarheid ZN

1 exaudibilitate


verhoorder ZN

1 (die een verhoor afneemt) interrogator
2 (die vervult) exauditor
God is de -- der ongelukkigen = Deo es le exauditor del personas infelice/del infortunatos


verhoorkamer ZN

1 camera/sala de interrogation/del interrogatorios


verhoornen WW

1 (BIOL) keratinisar se, cornificar se


verhoorning ZN

1 (BIOL) keratinisation, cornification
abnormale -- van de huid = steatose (-osis)


verhoren WW

1 (toestaan, vervullen) exaudir
een gebed -- = exaudir un precaria
2 (ondervragen) interrogar, (van getuigen) ascoltar


verhoring ZN

1 Zie: verhoor
2 (mbt wens/gebed) exaudimento


verhouden WW

1
A verhoudt zich tot B als C tot D = A es a B como C a D
de lengte verhoudt zich tot de breedte als 3 tot 2 = le largor es equal a duo tertios del longor, le longor e le largor es in le proportion de 3 a 2
hoe verhouden zich die verklaringen tot elkaar? = que es le relation inter iste declarationes?


verhouding ZN

1 (betrekking van grootheden onderling) relation, (WISK) ration
de -- tussen lonen en prijzen = le relation inter le salarios e le precios
in de -- tien tot honderd = in ration de dece a conto
2 (relatie) relation
maatschappelijke --en = relationes social
menselijke --en = relationes human
internationale --en = relationes international
onderlinge --en = relationes mutue/mutual
gespannen --en = relationes tendite
in vriendschappelijke -- staan met = (man)tener/haber relationes amical con
de -- tussen de seksen = le relationes intersexual
de -- tussen moeder en dochter = le relation matre-filia
de -- tussen werkgever en werknemer = le relation inter empleator e empleato, le relation empleator-empleato
3 (liefdesbetrekking) relation (amorose), liaison (F)
een -- hebben met iemand = haber un relation (amorose), liaison con un persona
een los-vaste -- = un relation medio formal
een haat-liefde -- hebben met = haber un relation amor e odio con
4 (evenredigheid) proportion, relation
dat staat in geen --, dat staat buiten alle -- = isto es foras de (tote) proportion
dat moet je in (zijn) --(en) zien = tu debe vider lo in su proportiones
gevoel voor --en bezitten = haber le senso del proportiones
in de -- van twee staat tot drie = in le proportion de duo a tres
naar -- = proportionalmente, in mesura proportional
naar -- is dat duur = isto es relativemente car
in gelijke --en vertegenwoordigd zijn = esser representate proportionalmente
in -- brengen = proportionar
5 (MV) (afmetingen) proportiones
de --en van een gebouw = le proportiones de un edificio
fraai van --en = de proportiones harmoniose


verhoudingscijfer ZN

1 cifra proportional


verhoudingsgetal ZN

1 numero proportional, ration


verhoudingsgewijs BW

1 proportionalmente, relativemente
-- gemakkelijk = relativemente facile


verhoudingsleer ZN

1 theoria del proportiones


verhoudingspasser ZN

1 compasso de proportion


verhoudingspercentage ZN

1 percentage de proportion


verhoudingsstelsel ZN

1 systema de proportiones


verhouten WW

1 (PLANTK) lignificar se
het -- = lignification
verhoute cel = cellula lignificate
verhoute weefsels = lexitos lignificate


verhouting ZN

1 (PLANTK) lignification


verhovaardigen WW

1 inorgoliar


verhovaardiging ZN

1 orgolio


verhuisauto ZN

1 Zie: verhuiswagen


verhuisbedrijf ZN

1 interprisa de cambio de domicilio


verhuisdag ZN

1 die/jorno del cambio/cambiamento de casa/domo/domicilio


verhuisdatum ZN

1 data de cambio/cambiamento de casa/domo/domicilio


verhuiskaart ZN

1 aviso de cambio/cambiamento de adresse (F)/de domicilio, aviso de translocation


verhuiskosten ZN MV

1 costos/expensas pro le cambio/cambiamento de casa/domo/domicilio, costos/expensas de translocation


verhuislift ZN

1 elevator de un camion de cambio de casa


verhuiswagen ZN

1 camion/furgon de cambio/cambiamento de casa/domo/domicilio, camion/furgon de translocation


verhuizen WW

1 (van huis veranderen) cambiar/mutar de casa/de domo/de domicilio/de habitation, translocar
2 (van de ziel/van een volk) transmigrar, (naar een ander land) emigrar
3 (verplaatst worden) cambiar de placia, displaciar
de afdeling is verhuisd naar de eerste verdieping = le section se ha displaciate al prime etage (F)


verhuizer ZN

1 agente de cambio/cambiamento de casa/de domo/de domicilio, agente de translocationes, translocator


verhuizing ZN

1 cambio/cambiamento de casa/de domo/de domicilio, translocation


verhullen WW

1 celar, dissimular, disguisar, mascar, camouflar {oe}, velar
de waarheid -- = disguisar/velar le veritate
in verhulde termen = in terminos velate/obscur


verhulling ZN

1 disguisamento


verhuren WW

1 dar in location, locar, (verpachten) arrentar
het -- = location
fietsen -- = locar bicyclettas
een huis -- = dar un casa in location
kamers aan studenten -- = locar cameras a studentes/studiantes
een terrein -- = arrentar un terreno
2
zich als landarbeider -- = locar se como obrero agricole, locar su servicios como obrero agricole a


verhuring ZN

1 location, (verpachting) arrentamento


verhuur ZN

1 location
-- van fietsen = location de bicyclettas


verhuurbaar BN

1 que on pote locar


verhuurbedrijf ZN

1 interprisa de location


verhuurder ZN

1 locator


verhuurkantoor ZN

1 agentia/bureau (F) de location


verhypothekeerbaar BN

1 hypothecabile
--e goederen = benes hypothecabile


verhypothekeren WW

1 hypothecar


veridiek BN

1 veridic


verificateur ZN

1 verificator, controlator


verificatie ZN

1 verification, appuramento, controlo
ter -- = verificative


verificatiecommissie ZN

1 commission de verification


verificatieprocedure ZN

1 procedura de verification


verificatievergadering ZN

1 reunion de verification


verifieerbaar BN

1 verificabile, controlabile
niet -- = inverificabile


verifieerbaarheid ZN

1 verificabilitate, controlabilitate
-- van een feit = verificabilitate de un facto


verifiëren WW

1 verificar, controlar, appurar
het -- = verification, controlo
het -- van een hypothese = le verification de un hypothese (-esis)
een feit -- = controlar un facto
niet te -- = inverificabile


verifiëring ZN

1 Zie: verificatie


verijdelen WW

1 (tegenhouden) frustrar, disconcertar
iemands plannen -- = frustrar le planos de un persona
2 (teniet doen, teleurstellen) frustrar, disappunctar
iemands hoop -- = frustrar le sperantias de un persona


verijdeling ZN

1 frustration, disconcertamento
-- van de plannen = frustration del planos


verijzen WW

1 (ijs worden) devenir glacie, glaciar se, congelar se
het -- = glaciation, congelation


verijzing ZN

1 congelation, glaciation


verindustrialiseren WW

1 industrialisar


verindustrialisering ZN

1 industrialisation
-- van de landbouw = industrialisation del agricultura


vering ZN

1 (het verend vermogen) elasticitate
2 (de veren) resortos
stugge -- = resortos dur
3 (van auto) suspension
hydropneumatische -- = suspension hydropneumatic


verinnerlijken WW

1 (minder oppervlakkig maken) interiorisar, dar un character intime a
2 (tot iets innerlijks worden) interiorisar se


verinnerlijking ZN

1 interiorisation


verinnigen WW

1 (inniger maken) render plus intime, approfundar
een vriendschap -- = approfundar un amicitate
2 (inniger worden) devenir plus intime, approfundar se


verisme ZN

1 verismo


verist ZN

1 verista


veristisch BN

1 verista
-- kunstenaar = verista


veritaliaansen WW

1 (italiaans maken) italianisar
2 (italiaans worden) italianisar se


veritaliaansing ZN

1 italianisation


verjaarbaar BN

1 prescriptibile
-- recht = derecto prescriptibile
--e straf = pena prescriptibile


verjaarbaarheid ZN

1 prescriptibilitate
-- van een recht = prescriptibilitate de un derecto
-- van een straf = prescriptibilitate de un pena


verjaard BN

1 prescripte, (verlopen) perempte
--e schuld = debita prescripte
--e misdaad = delicto prescripte
een straf -- verklaren = prescriber un pena


verjaardag ZN

1 anniversario, die natal/de nascentia
zijn -- vieren = festar/celebrar su anniversario
vijftigste -- = cinquantenario
honderdste -- = centenario
met genoegen op een -- terugzien = rememorar se un festa de anniversario con placer


verjaardagkalender ZN

1 calendario del anniversarios


verjaardicht ZN

1 poesia de anniversario


verjaarscadeau ZN

1 presente/dono de anniversario


verjaarsfeest ZN

1 festa de anniversario


verjaarsgeschenk ZN

1 Zie: verjaarscadeau


verjaarswens ZN

1 congratulationes de anniversario


verjagen WW

1 chassar {sj} (via), expeller, expulsar


verjaging ZN

1 expulsion


verjaren WW

1 (jarig zijn) haber/festar/celebrar su anniversario
2 (JUR) prescriber se, (verlopen) perimer se
laten -- = prescriber
een dividend kan -- = un dividendo pote prescriber se


verjaring ZN

1 (verjaardag) anniversario
2 (JUR) prescription, peremption
-- van een straf = prescription de un pena
bevrijdende -- = prescription extinctive
acquisitieve -- = prescription acquisitive, usucapio (L)
voor -- vatbaar, aan -- onderhevig = prescriptibile
vatbaarheid voor --, onderhevigheid aan -- = prescriptibilitate
van -- uitgesloten = imprescriptibile


verjaringsfeest ZN

1 anniversario


verjaringsrecht ZN

1 derecto de prescription


verjaringstermijn ZN

1 termino/periodo de prescription


verjazzen WW

1 jazzificar {e}


verjeugdiging ZN

1 Zie: verjonging


verjongen WW

1 (jonger maken) rejuvenescer
vreugde en opgewektheid verjongen de mens = gaudio e allegressa rejuvenesce le homine
2 (jonger worden) rejuvenescer se


verjonging ZN

1 rejuvenescimento


verjongingskuur ZN

1 cura de rejuvenescimento, tractamento rejuvenescente


verjongingsmiddel ZN

1 medio de rejuvenescimento


verkaasd BN

1 caseose


verkalken WW

1 (tot kalk maken) calcificar, (door gloeien) calcinar
2 (kalkachtig worden) calcificar se, (door gloeien) calcinar se, (pathologisch) sclerosar se
3 (FIG) (kalkachtig worden) petrificar se, fossilisar se, sclerosar se
verkalkte opvattingen = conceptiones sclerosate/rigide
verkalkte theorieën = theorias sclerosate/rigide


verkalking ZN

1 calcification
2 (MED) degenerescentia calcari, sclerose (-osis)
aan de -- van de slagaderen lijden = suffrer de arteriosclerose (-osis)
3 (TECHN) (door roosting) calcination
4 (FIG) sclerose (-osis), petrification


verkankeren WW

1 cancerisar se


verkankering ZN

1 cancer, carcinoma, cancerisation


verkapt BN

1 (verhuld) disguisate, camouflate {oe}, velate, mascate, latente, pseudo...
--e toespelingen = allusiones velate
-- dreigement = menacia velate
--e loonsverhoging = augmentation del salario disguisate
--e belasting = imposto latente/invisibile
--e vorm van discriminatie = forma velate/disguisate/mascate de discrimination


verkarsting ZN

1 (GEOL) karstification


verkassen WW

1 cambiar de casa/de camera/de sala, etc., ir a un altere loco


verkavelen WW

1 parcellar, morsellar, lotisar, dismembrar, divider in lotes
het -- = parcellamento, parcellation, lotisation, lotisamento, morsellamento, dismembramento, division in lotes/parcellas
een stuk grond -- = lotisar un terreno


verkaveling ZN

1 parcellamento, parcellation, lotisation, lotisamento, morsellamento, dismembramento, division in lotes/in parcellas


verkazen WW

1 (tot kaas maken) caseificar
2 (tot kaas worden) caseificar se


verkazing ZN

1 caseification


verkeer ZN

1 circulation, traffico
voor het -- afgesloten = claudite al circulation/al traffico
veilig -- = traffico secur
gemotoriseerd -- = traffico/circulation motorisate
langzaam -- = traffico/circulation lente, vehiculos de marcha {sj} lente
plaatselijk -- = traffico/circulation local
naderend/tegemoetkomend -- = traffico/circulation contrari/in senso inverse/contrari/opposite
achteropkomend -- = traffico/circulation que veni de detra
-- op straat/in de straten = traffico/circulation stratal/in le strata(s)
druk -- = traffico/circulation intense/animate
het -- regelen = diriger/regular le traffico/le circulation
het -- stopzetten = arrestar/stoppar le traffico/le circulation
het -- omleiden = deviar le traffico/le circulation
het -- blokkeren/lamleggen = blocar/paralysar le traffico/le circulation
-- te water = traffico fluvial/maritime/per aqua
2 (omgang) commercio, relationes
maatschappelijk -- = commercio/relationes social
seksueel -- = commercio sexual


verkeerd BN

1 mal, incorrecte, inexacte, improprie, abusive, erronee, false
-- gebruik van een woord = empleo/uso improprie/abusive de un parola, mal empleo/uso de un parola
-- taalgebruik = linguage incorrecte/erronee
-- idee = idea erronee
--e mening = opinion erronee
--e titel = titulo improprie
--e gewoonte = costume abusive
--e uitlegging = mal interpretation
--e zuinigheid = economia mal applicate
dit is de --e sleutel = iste non es le bon clave
een -- beeld van iets schetsen = dar un imagine false de un cosa
--e beweging = movimento false/erronee
op een -- spoor zitten = esser super un pista false
met het --e been uit bed gestapt zijn = esser de mal humor


verkeerd BW

1 (onjuist) mal, falsemente, erroneemente, incorrectemente, abusivemente, de transverso
-- antwoorden = responder de transverso
-- redeneren = rationar de transverso
-- aansluiten = dar le mal numero
-- aflopen = terminar/finir mal
zich -- uitdrukken = exprimer se mal
iets -- uitleggen = interpretar mal un cosa
iets -- begrijpen = comprender/intender mal un cosa
dit gaat -- = isto va mal
2 (omgekeerd) al inverso, (scheef) de transverso
zijn kousen -- aantrekken = mitter su calceas al inverso


verkeerde ZN

1
ik heb de -- voor = ille non es le homine que io cerca


verkeerdelijk BW

1 Zie: verkeerd


verkeersaanbod ZN

1 densitate/volumine del traffico/circulation


verkeersacademie ZN

1 schola superior/academia pro le studios concernente le traffico/le circulation, academia del traffico


verkeersader ZN

1 arteria (de traffico/circulation)


verkeersagent ZN

1 policiero/agente de circulation/de traffico


verkeersanalyse ZN

1 analyse (-ysis) del traffico/del circulation


verkeersapparaat ZN

1 traffico, circulation


verkeersbehoeften ZN MV

1 necessitates del traffico/del circulation


verkeersbeweging ZN

1 movimento del traffico/del circulation


verkeersbord ZN

1 pannello de traffico/de circulation


verkeerscentrale ZN

1 central de controlo del traffico/del circulation


verkeerschaos ZN

1 chaos de traffico/de circulation


verkeerscijfers ZN MV

1 cifras del traffico/del circulation


verkeerscontrole ZN

1 controlo/surveliantia del traffico/del circulation


verkeerscoördinatie ZN

1 coordination del traffico/del circulation


verkeersdelict ZN

1 delicto de traffico/de circulation


verkeersdichtheid ZN

1 densitate del traffico/del circulation
gemiddelde -- = densitate medie
kritische -- = densitate critic


verkeersdiploma ZN

1 diploma/certificato del codice del via


verkeersdiscipline ZN

1 disciplina in le traffico/le circulation


verkeersdode ZN

1 morto in un accidente de traffico/circulation


verkeersdrempel ZN

1 rampa pro relentar le velocitate/le traffico/le circulation


verkeersdrukte ZN

1 densitate del traffico/del circulation


verkeersgevaren ZN MV

1 periculos del traffico/del circulation


verkeersgolf ZN

1 unda de traffico/de circulation


verkeersinformatie ZN

1 information del/super le traffico/circulation


verkeersinformatiedienst ZN

1 servicio/centro de information del/super le traffico/circulation


verkeersintensiteit ZN

1 volumine del traffico/del circulation


verkeersknelpunt ZN

1 puncto de strangulation


verkeersleider ZN

1 controlator del navigation/traffico aeree


verkeersleiding ZN

1 controlo del traffico aeree


verkeerslicht ZN

1 lumine/luce de circulation/de traffico
het -- springt op groen = le luce salta a verde/se pone verde


verkeersmiddel ZN

1 medio de transporto


verkeersmoeilijkheden ZN MV

1 difficultates del traffico/del circulation


verkeersonderzoek ZN

1 studio del traffico/del circulation


verkeersongeluk ZN

1 accidente de circulation/de traffico


verkeersongeval ZN

1 Zie: verkeersongeluk


verkeersopstopping ZN

1 congestion/paralyse (-ysis) del circulation/del traffico, imbottiliamento


verkeersovertreding ZN

1 delicto/infraction de traffico/de circulation


verkeersplein ZN

1 cruciata giratori, placia circular/rotunde, rotunda
verplichte rijrichting op -- = senso giratori


verkeerspolitie ZN

1 policia stratal/de traffico/de circulation


verkeersprobleem ZN

1 problema de traffico/de circulation


verkeersregeling ZN

1 regulation del traffico/del circulation


verkeersregels ZN MV

1 Zie: verkeersreglement


verkeersreglement ZN

1 regulamento de traffico/de circulation, codice del via


verkeersslachtoffer ZN

1 victima del traffico/del circulation


verkeersstremming ZN

1 Zie: verkeersopstopping


verkeersstroom ZN

1 fluxo del traffico/del circulation


verkeerstechniek ZN

1 technica del traffico/del circulation


verkeersteken ZN

1 signal/signo de traffico/de circulation


verkeerstoename ZN

1 augmentation del traffico/del circulation


verkeerstoren ZN

1 turre de controlo


verkeerstunnel ZN

1 tunnel (E) stratal


verkeersveiligheid ZN

1 securitate del traffico/del circulation


verkeersvlieger ZN

1 pilota de linea


verkeersvliegtuig ZN

1 avion de passageros/de linea


verkeersvoorschriften ZN MV

1 Zie: verkeersreglement


verkeersvrij BN

1
--e zona = zona pro pedones


verkeersweg ZN

1 (grande) via de communication, arteria


verkeerszuil ZN

1 colonna/columna de signales (pro regular le traffico/le circulation)


verkenbaar WW

1 apte a esser explorate/recognoscite


verkennen WW

1 explorar, recognoscer, investigar
het -- = exploration, recognoscentia, investigation
een terrein -- = explorar/recognoscer un terreno
een situatie -- = explorar un situation
2 (afzoeken) prospectar
het -- = prospection


verkenner ZN

1 (iemand die op verkenning is) observator, explorator
2 (vliegtuig) avion de recognoscentia
3 (padvinder) scout (E), boy-scout (E)


verkennerij ZN

1 scoutismo {au}


verkenning ZN

1 exploration, recognoscentia, observation
-- van Centraal Afrika = exploration de Africa central
op -- uitgaan = ir recognoscer le terreno


verkenningsballon ZN

1 ballon de recognoscentia


verkenningsboot ZN

1 barca de recognoscentia


verkenningsboring ZN

1 Zie: proefboring


verkenningsdienst ZN

1 servicio de recognoscentia


verkenningsexpeditie ZN

1 expedition de recognoscentia


verkenningsoefening ZN

1 exercitio de recognoscentia


verkenningspatrouille ZN

1 patrulia de recognoscentia


verkenningstocht ZN

1 expedition de recognoscentia


verkenningstroepen ZN MV

1 truppas de recognoscentia


verkenningsvliegtuig ZN

1 avion de recognoscentia


verkenningsvlucht ZN

1 volo de recognoscentia


verkeren WW

1 (zich bevinden) esser, trovar se
in ballingschap -- = esser in exilio
in gevaar -- = esser in periculo
in een dwaling -- = esser in un error
in twijfel -- = esser in dubita
in de mening -- = creder
in moeilijke omstandigheden -- = trovar se/esser in un situation penibile/difficile
in de gelukkige omstandigheid -- dat = esser in le position fortunate que
in financiële moeilijkheden -- = haber difficultates financiari
2 (zich bewegen in) esser (in), frequentar (le casa de), (verblijven) sojornar
in diplomatieke kringen -- = frequentar circulos diplomatic
in goed gezelschap -- = esser in bon compania
3 (veranderen) cambiar, converter se, transformar se
in zijn tegendeel -- = converter se in su contrario
het kan -- = toto es possibile


verkering ZN

1 amores, relationes intime/amorose
vaste -- = relationes durabile/stabile
de -- is uit = illes ha rumpite le relationes


verkerven WW

1 taliar de transverso
2
het bij iemand -- = perder le favor de un persona


verketteren WW

1 (heftig veroordelen) lancear/jectar le anathema super, condemnar
2 (tot ketter verklaren) declarar heretico, accusar de heresia


verkettering ZN

1 accusation de heresia, anathematisation, anathema


verkiesbaar BN

1 eligibile
--e kandidaat = candidato eligibile
niet -- = ineligibile
zich -- stellen = offerer se/presentar se como candidato


verkiesbaarheid ZN

1 eligibilitate
-- van een kandidaat = eligibilitate de un candidato


verkieslijk BN

1 preferibile
ik vind het --er dat u dat niet doet = io prefere que vos non lo face


verkieslijkheid ZN

1 preferibilitate


verkiezelen WW

1 silicificar


verkiezeling ZN

1 silicification


verkiezen WW

1 (prefereren) preferer, dar le preferentia a
te -- = preferibile
iets boven alles -- = preferer un cosa a toto, preferer un cosa super qualcunque altere cosa
2 (liever willen) preferer, voler, desirar, desiderar
hij verkiest het niet te doen = ille prefere non facer lo, ille non vole facer lo
ik verkies niet uitgelachen te worden = io non vole que on ride de me
zoals u verkiest = como vos vole
3 (door keuze aanwijzen) eliger
het -- = election
iemand tot lid van het parlement -- = eliger un persona como membro del parlamento
vooruit -- = preeliger
bij acclamatie -- = eliger per acclamation


verkiezing ZN

1 (stemprocedure) election, suffragio
rechtstreekse -- = election/suffragio directe
trapsgewijze/getrapte -- = election/suffragio indirecte
algemene --en = electiones general
vervroegde --en = electiones anticipate
vrije --en = electiones libere
geheime -- = election secrete
kantonale --en = electiones cantonal
nietigverklaring van een -- = invalidation/annullation de un election
de eerste ronde van de --en = le prime torno del electiones
geknoei bij de --en = manipulation electoral
opkomst bij de --en = participation electoral
door -- verkregen = elective
van voor de --en = preelectoral
2 (wil) voluntate, (keuze) selection, (voorkeur) preferentia


verkiezingsactie ZN

1 action electoral


verkiezingsaffiche ZN

1 poster (E)/placard (F) electoral


verkiezingsbelofte ZN

1 promissa preelectoral


verkiezingsbijeenkomst ZN

1 reunion/meeting (E) electoral


verkiezingsbiljet ZN

1 Zie: verkiezingsaffiche


verkiezingsblaadje ZN

1 folio electoral


verkiezingscampagne ZN

1 campania electoral


verkiezingscorruptie ZN

1 corruption electoral


verkiezingsdag ZN

1 die/jorno del electiones


verkiezingsdatum ZN

1 data del electiones


verkiezingsdebat ZN

1 debatto electoral


verkiezingsfonds ZN

1 fundo electoral


verkiezingsfraude ZN

1 fraude electoral


verkiezingskandidaat ZN

1 candidato electoral


verkiezingsklimaat ZN

1 climate preelectoral


verkiezingsknoeierij ZN

1 Zie: verkiezingsfraude


verkiezingskoorts ZN

1 febre del electiones


verkiezingsleer ZN

1 (leer van de predestinatie) doctrina del predestination


verkiezingsleus ZN

1 slogan (E) electoral


verkiezingslijst ZN

1 lista electoral/de candidatos


verkiezingsmanifest ZN

1 manifesto electoral


verkiezingsmanoeuvre ZN

1 manovra electoral


verkiezingsmeeting ZN

1 Zie: verkiezingsbijeenkomst


verkiezingsnederlaag ZN

1 disfacta/defaite (F)/deroute (F) electoral


verkiezingsonderzoek ZN

1 sondage preelectoral


verkiezingsopkomst ZN

1 participation electoral


verkiezingsoverwinning ZN

1 victoria electoral


verkiezingsperiode ZN

1 periodo electoral


verkiezingsplakkaat ZN

1 placard (F) electoral


verkiezingsprogram(ma) ZN

1 programma electoral


verkiezingspropaganda ZN

1 propaganda electoral


verkiezingsrede ZN

1 discurso electoral


verkiezingsreglement ZN

1 regulamento electoral


verkiezingsschandaal ZN

1 scandalo electoral


verkiezingsstelsel ZN

1 Zie: verkiezingssysteem


verkiezingsstrategie ZN

1 strategia electoral


verkiezingsstrijd ZN

1 lucta/battalia electoral


verkiezingsstunt ZN

1 stratagema electoral


verkiezingssysteem ZN

1 systema electoral


verkiezingstijd ZN

1 periodo/campania electoral


verkiezingstoernee ZN

1 torneo electoral


verkiezingstoespraak ZN

1 discurso electoral


verkiezingsuitslag ZN

1 resultato electoral/del electiones, score (E) electoral


verkiezingsuitzending ZN

1 emission electoral


verkiezingswerk ZN

1 agitation/propaganda electoral


verkiezingswet ZN

1 lege electoral


verkiezingswijze ZN

1 modo de eliger


verkiezingszege ZN

1 Zie: verkiezingsoverwinning


verkijken WW

1
(verkeerd kijken) zich -- = mal vider, mal observar, mal evalutar, judicar erroneemente
ik heb me op de afstand verkeken = io ha mal evalutate le distantia
2 (zich vergissen) errar, facer/committer un error
3 (verloren/voorbij laten gaan) perder
de kans is verkeken = le opportunitate es perdite, nos ha perdite le bon occasion


verkikkerd BN

1 (verliefd) inamorate, amorose


verkillen WW

1 (killer worden) refrigidar se
2 (kil maken) refrigidar
de --de adem des doods = le halito glacial del morte


verkindsen WW

1 devenir senil


verkitsel ZN

1 mastico, cemento


verkitten WW

1 masticar


verklaarbaar BN

1 (uit te leggen) explicabile, explanabile, enarrabile, (begrijpelijk) comprehensibile, comprensibile, (interpreteerbaar) interpretabile
--e afkeer = aversion comprehensibile
om --e redenen = pro rationes obvie
dat is nogal -- = isto se explica facilemente, isto es facilemente explicabile
die tekst is op verschillende manieren -- = iste texto es diversemente interpretabile


verklaarbaarheid ZN

1 comprehensibilitate


verklaard BN

1 declarate
--e vijand = inimico declarate
--e vijandigheid = hostilitate declarate
--e vijandschap = inimicitate declarate
--e tegenstander = opponente declarate


verklaarder ZN

1 explicator, expositor, commentator, elucidator, interprete


verklanken WW

1
een gedachte -- = dar un expression musical a un pensata/pensamento
--de woorden = parolas onomatopeic


verklanking ZN

1 expression musical


verklappen WW

1 trair, revelar, disvelar, denunciar, delatar
een geheim -- = disvelar/revelar un secreto
iemand -- = trair un persona


verklapper ZN

1 Zie: verklikker-1,2


verklapping ZN

1 Zie: verklikking


verklaren WW

1 (uitleggen) explicar, explanar, elucidar, enarrar, clarar, exclarar, (interpreteren) interpretar
een droom -- = explicar/explanar/interpretar un sonio
een raadsel -- = exclarar/explanar/elucidar un enigma
een tekst -- = explicar/elucidar/commentar un texto
dat laat zich -- = isto se explica
dat verklaart heel wat = isto explica multe cosas
2 (plechtig uitspreken) declarar, pronunciar, (beweren) affirmar, asserer, assertar, (getuigen) attestar, deponer
de oorlog -- = declarar le guerra
onder ede -- = declarar sub juramento
zijn liefde -- = declarar su amor
van toepassing -- = declarar applicabile
de rechtbank heeft zich bevoegd verklaard = le tribunal se ha declarate competente
zich voor/tegen iets/iemand -- = declarar se/pronunciar se pro/contra un cosa/un persona
de vergadering voor geopend -- = declarar aperte le session
zoals hij zelf verklaard heeft = secundo su proprie declaration
zijn ziekte verklaart zijn afwezigheid = su maladia explica su absentia
zich onbevoegd -- = declarar se incompetente
voor nietig/ongeldig -- = declarar nulle, cassar, annullar, invalidar
voor echt/waar -- = certificar
heilig -- = canonisar
schuldig -- = condemnar
verbeurd -- = confiscar
krachteloos -- = invalidar


verklarend BN

1 (JUR) declarative, declaratori, (TAAL) enunciative
--e zin = proposition enunciative
2 (uitleggend) explicative, explanatori, (ophelderend) elucidative, expositori, (interpreterend) interpretative, (exegetisch) exegetic
--e toelichting = notitia explicative, elucidation
--e opmerkingen = remarcas explanatori
--e noten/aantekeningen = notas/annotationes explicative/exegetic, commentos, commentario
-- woordenboek = dictionario explicative


verklaring ZN

1 (het uitleggen) explication, explanation, elucidation, enarration, interpretation
dit vraagt om enige -- = isto require un parola de explication/explanation
2 (aanzegging) declaration
een -- van oorlog = un declaration de guerra
3 (uitleg) explication, explanation, elucidation, enarration, interpretation
de -- geven van een droom = dar le explication/interpretation de un sonio, explicar/interpretar un sonio
de --en bij een tekst = le explicationes/commentario de un texto
-- van de gebruikte afkortingen = explication del abbreviationes usate
een -- verlangen = exiger/reclamar un explication
ik ben u een -- schuldig = io vos debe explicationes/un explication
daar heb ik geen -- voor = io non pote explicar/explanar lo
4 (handeling van iets mee te delen) declaration, affirmation
beëdigde -- = declaration jurate
Universele Verklaring van de Rechten van de Mens = Declaration Universal del Derectos del Homine
aanvullende -- = declaration supplementari
-- vooraf = declaration liminar/preliminar
plechtige -- = declaration solemne
schriftelijke/geschreven -- = declaration scripte
mondelinge -- = declaration oral
bevestigende -- = affirmativa
openbare -- = manifesto
een -- afleggen = facer un declaration
tot -- van = declarative
5 (attest) declaration, certificato, attestation, (van getuigen) deposition
-- van herkomst = certificato de origine
geneeskundige -- = certificato/attestation medical
een -- overleggen = presentar/producer un attestation


verkleden (zich --) WW

1 (andere kleren aantrekken) cambiar (se) de vestimentos
2 (vermommen) costumar se, disguisar se, travestir se
het -- = travestimento, disguisamento


verkleding ZN

1 (het (zich) verkleden) cambiamento de vestimentos
2 (vermomming) disguisamento, travestimento


verkleedpartij ZN

1 (het zich verkleden) disguisamento, travestimento
2 (partij) ballo costumate/travestite


verkleefd BN

1 adhesive
2 (FIG) attachate {sj} (a), fidel (a)


verkleefdheid ZN

1 adhesivitate
2 (FIG) attachamento {sj} (a), fidelitate (a)


verkleinaap ZN

1 pantographo, reductor


verkleinbaar BN

1 reducibile
(WISK) een niet --e breuk = un fraction irreducibile


verkleind BN

1 reducite
-- model = modello reducite, reduction
op --e schaal = a un scala reducite


verkleinen WW

1 (kleiner maken) reducer, (zeer klein maken) miniaturisar
deze bril verkleint = iste berillos reduce
een elektronisch circuit (sterk) -- = miniaturisar un circuito electronic
iemand die iets verkleint = reductor
2 (verminderen) reducer, minuer, diminuer, minorar
zijn aanzien -- = diminuer su reputation
3 (kleineren) diminuer, depreciar, dispreciar, detraher, denigrar
iemands verdiensten -- = diminuer/detraher le meritos de un persona
de daden van iemand -- = depreciar le actiones de un persona


verkleinend BN

1 reductive, (TAAL) diminutive


verkleiner ZN

1 reductor, (van verdiensten) detractor


verkleinglas ZN

1 vitro/lente reducente/de diminution


verkleining ZN

1 (het verkleinen) reduction, minimisation, (vermindering) diminution, minoration
de -- van een kaart = le reduction de un carta/mappa
2 (TAAL) diminution
3 (minachting) depreciation, denigration
4 (kleinere reproductie) reduction
5 (FOTO) (verkleiningsfactor) factor/scala de reduction


verkleiningsfactor ZN

1 (FOTO) factor/scala de reduction


verkleiningsuitgang ZN

1 (TAAL) termination/suffixo diminutive


verkleiningsvorm ZN

1 (TAAL) forma diminutive


verkleiningswoord ZN

1 Zie: verkleinwoord


verkleinwoord ZN

1 diminutivo


verkleinwoordsuffix ZN

1 suffixo diminutive


verkletsen WW

1 passar parlante/garrulante, perder/guastar le tempore garrulante


verkleumd BN

1 gelate
--e handen = manos gelate


verkleumen WW

1 gelar


verkleuren WW

1 (de kleur verliezen) discolorar se, distinger (se), perder color, (verbleken) pallidir, degradar
verkleurde tanden = dentes discolorate
die stof verkleurt niet = iste texito/stoffa es de color resistente
2 (van kleur veranderen) cambiar de color
3 (van kleur doen veranderen) discolorar, distinger


verkleuring ZN

1 discoloration, (verbleking) degradation


verkleving ZN

1 (MED) adhesion


verklikken WW

1 denunciar, delatar


verklikker ZN

1 (iemand die verklikt) denunciator, delator
2 (voor de politie) spia, spion, indicator, informator
3 (toestel) detector, controlator, indicator, advertitor


verklikkerlichtje ZN

1 lampa indicatori


verklikking ZN

1 denunciation, delation


verklungelen WW

1 guastar, perder
zijn tijd -- = guastar/perder su tempore


verknagen WW

1 roder


verknallen WW

1 (bederven) guastar
een kans -- = guastar un occasion
het bij iemand -- = perder le favor de un persona
2
vuurwerk -- = facer focos de artificio


verknapbussen WW

1 (verspillen) dilapidar


verknechten WW

1 opprimer


verkneukelen (zich --) WW

1 (zich verkneuteren) jubilar, gauder vivemente
2 (zich de handen wrijven) fricar se le manos (con satisfaction)


verkneuteren (zich --) WW

1 jubilar, gauder vivemente


verkniezen (zich --) WW

1 consumer se de disgusto


verknijpen (zich --) WW

1 morder se le labios


verknippen WW

1 (door knippen verdelen) secar/taliar in morsellos/in partes/in pecias
2 (knippend bederven) secar/taliar mal, guastar


verknipt BN

1 disequilibrate, folle
een --e persoonlijkheid = un personalitate schizophrenic


verknocht BN

1 (innig gehecht) attachate {sj} (a), devote (a), fidel (a)
2 (JUR) connexe


verknochtheid ZN

1 (innige gehechtheid) attachamento {sj} (a), devotion (a)
2 (JUR) connexitate


verknoeien WW

1 (verprutsen) guastar
een verknoeid leven = un vita guastate
dat schilderij is bij de restauratie geheel verknoeid = iste pictura ha essite ruinate durante le restauration
iemand die iets verknoeit = guastator
2 (verspillen) guastar, perder, dilapidar
zijn geld -- = dilapidar su moneta
zijn tijd -- = perder su tempore


verknoeier ZN

1 (iemand die verprutst) guastator
2 (verspiller) guastator, dilapidator


verknollen WW

1 (verknoeien, bederven) guastar


verkoelen WW

1 (koeler worden) refrigidar, refrescar se, refrigerar se
2 (koeler maken) refrigidar, refrescar, refrigerar


verkoelend BN

1 refrescante, refrigerante, refrigerative, refrigeratori, frigorific
--e drank = bibita refrescante


verkoeling ZN

1 (verfrissing) refrescamento
2 (verlies van genegenheid) disaffection


verkoelingsmiddel ZN

1 refrigerante


verkoken WW

1 (verdampen) evaporar se (per ebullition)
het water is verkookt = le aqua se ha evaporate
2 (kapot koken) cocer troppo longe tempore
3 (indampen) evaporar (per ebullition)
een oplossing tot op de helft verkoken = evaporar le medietate de un solution


verkoking ZN

1 evaporation, ebullition


verkolen WW

1 (tot kool maken) reducer a/converter in carbon, carbonisar
het -- = carbonisation
2 (tot kool worden) reducer se a/converter se in carbon, carbonisar se
verkoold lichaam = corpore carbonisate
verkoolde planten = plantas carbonisate


verkoling ZN

1 carbonisation


verkolingsproces ZN

1 processo de carbonisation


verkommeren WW

1 deperir
een kind laten -- = lassar deperir un infante, negliger un infante


verkommering ZN

1 deperimento


verkonden WW

1 Zie: verkondigen


verkonder ZN

1 Zie: verkondiger


verkondigen WW

1 (bekend maken) proclamar, annunciar, professar, enunciar
een stelling -- = enunciar un these/thesis
waarheden -- = enunciar veritates
denkbeelden -- = emitter ideas
iemands lof -- = facer le elogio de un persona
iets van de daken -- = critar un cosa del tectos
van de kansel -- = annunciar del le pulpito
2 (prediken) predicar
het christelijk geloof -- = predicar/propagar le fide christian
het evangelie -- = predicar le evangelio
van de kansel -- = predicar desde le alto del pulpito


verkondiger ZN

1 proclamator, annunciator
2 (REL) predicator
-- van het evangelie = predicator del evangelio


verkondiging ZN

1 proclamation, annuncio, annunciation
2 (REL) predication
-- van het evangelie = predication del evangelio


verkonding ZN

1 Zie: verkondiging


verkooien WW

1 cambiar de cavia


verkoop ZN

1 (het verkopen) vendita
koop en -- = compra e vendita
openbare -- = vendita public
-- op krediet = vendita a credito
-- rechtstreeks van de fabriek = vendita directe (al consumitor)
bevordering van de -- = promotion del venditas
de -- loopt terug = le vendita bassa/declina
de -- van dit artikel is verboden = le vendita de iste articulo es prohibite
in de -- brengen = introducer in le mercato
2 (transactie) vendita
-- van een huis = vendita de un casa
gerechtelijke -- = vendita judiciari/judicial


verkoopactie ZN

1 vendita promotional


verkoopadministratie ZN

1 administration del venditas


verkoopafdeling ZN

1 servicio/departimento/section del vendita(s)


verkoopagent ZN

1 distributor, concessionario


verkoopakte ZN

1 documento/acto/scriptura/contracto de vendita


verkoopanalyse ZN

1 analyse (-ysis) del venditas


verkoopapparaat ZN

1 rete de venditas, rete/infrastructura commercial, organisation del vendita


verkoopautomaat ZN

1 distributor automatic de vendita


verkoopbaar BN

1 (geschikt om te verkopen) vendibile, facile de vender, (verhandelbaar) mercabile, commerciabile
dit artikel is moeilijk -- = iste articulo se vende difficilemente
2 (aanvaardbaar) acceptabile
deze maatregel is niet -- aan onze achterban = nos non pote vender iste mesura a nostre base


verkoopbaarheid ZN

1 facilitate de vender, vendibilitate, (verhandelbaarheid) negotiabilitate, commerciabilitate, mercabilitate


verkoopbevordering ZN

1 promotion/stimulation del venditas


verkoopboek ZN

1 libro del venditas


verkoopbureau ZN

1 Zie: verkoopafdeling


verkoopcentrale ZN

1 central de vendita


verkoopchef ZN

1 director/chef (F) del venditas


verkoopcijfer ZN

1 cifra de venditas


verkoopcommissie ZN

1 commission de vendita


verkoopcontract ZN

1 contracto de vendita


verkoopdag ZN

1 die/jorno de(l) vendita


verkoopdatum ZN

1 data de vendita
uiterste -- = data limite de vendita


verkoopkantoor ZN

1 officio de vendita


verkoopkosten ZN MV

1 costos de vendita


verkoopkracht ZN

1 fortia de vendita


verkoopkunde ZN

1 arte de vender/del vendita, technica del vendita, marketing (E)


verkoopleider ZN

1 Zie: verkoopchef


verkooplimiet ZN

1 limite de vendita


verkooplokaal ZN

1 sala de venditas


verkoopmethode ZN

1 methodo de vendita
agressieve -- = vendita insistente


verkoopmonster ZN

1 monstra de referentia


verkoopnet ZN

1 Zie: verkoopapparaat


verkoopnota ZN

1 nota/factura de vendita


verkooporder ZN

1 ordine de vendita


verkooporganisatie ZN

1 Zie: verkoopapparaat


verkooppersoneel ZN

1 personal de vendita(s)


verkoopplaats ZN

1 loco de vendita


verkooppolitiek ZN

1 politica de venditas


verkoopprijs ZN

1 precio de vendita


verkoopprognose ZN

1 prognostico/prevision de venditas


verkooppromotie ZN

1 promotion de venditas


verkooppunt ZN

1 puncto de vendita


verkooprekening ZN

1 conto de vendita


verkoopresultaten ZN MV

1 resultatos del vendita


verkoopsgolf ZN

1 unda de venditas


verkoopster ZN

1 venditrice, venditora


verkooptechniek ZN

1 technica de vendita
agressieve --en = technicas de vendita aggressive


verkooptraining ZN

1 exercitios de vendita


verkooptruc ZN

1 truco/tactica de vendita


verkoopvoorwaarden ZN MV

1 conditiones de vendita


verkoopwaarde ZN

1 valor de vendita


verkopen WW

1 vender, (verkocht worden) vender se
het -- = vendita
dit boek verkoopt goed = iste libro se vende ben
auto's -- = vender auto(mobile)s
op krediet -- = vender a credito
tegen kostprijs -- = vender a precio de costo
en detail -- = vender al detalio
en gros -- = vender in grosso
per stuk -- = vender per pecia
bij het gewicht -- = vender al peso
gerechtelijk -- = vender judicialmente
publiek -- = vender publicamente
voor een gulden -- = vender pro un florino
zijn ziel aan de duivel -- = vender le/su anima al diabolo
zijn leven duur -- = vender car le/su vita
de huid van de beer -- voordat men hem heeft geschoten = vender le pelle del urso ante que on lo ha prendite
weder --, in het klein -- = revender
het weder -- = revendita
zijn plannen goed weten te -- = saper vender/presentar ben su planos
onzin -- = dicer nonsenso/stupiditates


verkoper ZN

1 venditor
-- van boeken = venditor de libros


verkoperen WW

1 cuprar
het -- = cuprage


verkopering ZN

1 cuprage


verkoping ZN

1 (het verkopen) vendita
2 (gelegenheid, bijeenkomst) vendita, auction
openbare -- = vendita public
gerechtelijke -- = vendita judicial


verkoren BN

1 eligite
gij, --e des Heren = tu, le eligito de Deo


verkorrelen WW

1 (tot korrels worden) reducer se in granulos, granular se
2 (korrels maken) granular


verkorsten WW

1 coperir se de un crusta multo dur, incrustar se


verkort BN

1 (beknopt, beperkt) concise, accurtate, condensate, abbreviate, reducite
--e balans = balancio condensate/abbreviate
-- overzicht = summario condensate
--e uitgave = edition reducite
in --e vorm = in forma accurtate/abbreviate/condensate
2 (vereenvoudigd) simplificate, abbreviate
-- schrift = scriptura abbreviate, stenographia
3 (korter van duur gemaakt) reducite
--e arbeidstijd = durata/duration del travalio/labor reducite


verkorten WW

1 (korter maken) accurtar, abbreviar, reducer, condensar
zijn leven -- = accurtar/abbreviar su vita
een lijn -- = accurtar un linea
de afstanden -- = accurtar le distantias
een naam -- = abbreviar un nomine
het programma -- = accurtar le programma
de reis -- = abbreviar le viage
een boek -- = resumer un libro
een rok -- = accurtar un gonna


verkortend BN

1 abbreviative


verkorter ZN

1 abbreviator


verkorting ZN

1 (het verkorten) accurtamento, accurtation, abbreviation, abbreviamento, reduction
2 (TAAL) abbreviation, contraction
3 (kort begrip, overzicht) abbreviation, résumé (F), summario, recapitulation


verkortingsteken ZN

1 signo abbreviative, (TAAL) apostropho


verkortschrift ZN

1 stenographia, tachygraphia


verkouden BN

1
ik ben -- = io me ha rheumatisate, io ha prendite frigido, io ha attrappate un catarrho/rheuma


verkoudheid ZN

1 rheuma, frigido, catarrho, (neus--) coryza
zware -- = catarrho forte
een -- oplopen = rheumatisar se, prender frigido, attrappar un catarrho/rheuma/frigido


verkrachten WW

1 (mbt personen) violar, violentar, stuprar
het -- = violation, stupro
een vrouw -- = violar un femina
2 (mbt zaken) violar, violentar
de wet -- = violar le lege
de waarheid -- = violar le veritate


verkrachter ZN

1 violator, stuprator


verkrachting ZN

1 violation, stupro
-- binnen het huwelijk = violation conjugal


verkrampen WW

1 convulsar, contraher se, crispar se


verkrampt BN

1 contrahite, convulsive, crispate
-- gezicht = visage crispate
-- gesnik = singulto convulsive
--e houding = attitude crispate


verkregen BN

1 acquirite
-- recht = derecto acquirite


verkreukelen WW

1 corrugar, arrugar


verkreukeling ZN

1 corrugation


verkreuken WW

1 Zie: verkreukelen


verkrijgbaar BN

1 acquiribile, obtenibile, in vendita
overal -- = in vendita in tote le magazines
-- bij/via de boekhandel = in vendita in le librerias
het boek is niet meer -- = le libro es exhauste


verkrijgen WW

1 (ontvangen) obtener, reciper
een gunst -- = obtener un favor
genoegdoening -- = obtener satisfaction
(JUR) -- door een verzoek = impetrar
2 (kopen) obtener, acquirer, comprar
die boeken kun je hier -- = iste libros es in vendita hic/es obtenibile hic
dit boek is niet meer te -- = iste libro es exhauste
3 (bemachtigen) obtener, acquirer, ganiar, procurar
een betere positie -- = obtener/acquirer un melior position
4 (door een bewerking komen tot) obtener
uit bieten kan men suiker -- = on pote obtener sucro ab betas


verkrijgend BN

1 (JUR) (door een verzoek) impetrative


verkrijger ZN

1 obtentor, acquiritor, acquisitor
2 (cessionaris) cessionario


verkrijging ZN

1 obtenimento, obtention, acquisition, procuration
2 (JUR) (door een verzoek) impetration


verkrimpen WW

1 contraher se, crispar se, torquer se
-- van pijn = torquer se de dolor


verkrommen WW

1 (krom maken) curvar, incurvar
2 (krom worden) curvar se, incurvar se


verkromming ZN

1 (het verkrommen) curvatura, incurvatura
2 (plaats) curvatura, incurvatura
(MED) -- van de ruggegraat = curvatura/deviation del colonna/columna vertebral


verkroppen WW

1
iets niet kunnen -- = (zijn gemoed luchten) non poter reprimer un cosa, (mbt aanvaarden) non poter digerer un cosa


verkrotten WW

1 converter se in un ruina/in ruinas, decader


verkrotting ZN

1 conversion in un ruina/in ruinas


verkruien WW

1 (verplaatsen) displaciar lentemente/con difficultate
het ijs begint te -- = le glacie commencia a displaciar se
2 (verplaatsen met een kruiwagen) transportar con le carretta a mano
3
een molen -- = cambiar le position de un molino


verkruimelen WW

1 (tot kruimels maken) reducer a/in micas, micar, friar
zijn brood -- = micar su pan
2 (tot kruimels worden) micar se, friar se
het brood verkruimelt = le pan se mica


verkurken WW

1 suberisar
verkurkte cellen = cellulas suberisate


verkurking ZN

1 suberisation


verkwanselen WW

1 (versjacheren) vender a precio vil
2 (verkwisten) guastar, dissipar, dilapidar


verkwijnen WW

1 deperir, declinar, languer, periclitar
de handel verkwijnt = le commercio deperi/periclita


verkwijning ZN

1 languor, deperimento


verkwikkelijk BN

1 reconfortante, stimulante, animante, (re)vigorante
--e gesprekken = conversationes reconfortante/stimulante


verkwikken WW

1 refrescar, (re)confortar, stimular, animar, revigorar
iemand -- met een glas water = refrescar un persona con un vitro de aqua


verkwikking ZN

1 (het verkwikken) refrescamento
2 (wat verkwikt) refrescamento


verkwisten WW

1 guastar, dilapidar, dispender, dissipar, prodigar, prodigalisar, profunder
zijn geld -- = dissipar/dilapidar su moneta
zijn erfdeel -- = dissipar su patrimonio


verkwistend BN

1 prodige


verkwister ZN

1 persona prodige, guastator, dilapidator, dissipator


verkwisting ZN

1 dilapidation, dissipation, prodigalitate


verlaagd BN

1 (lager gemaakt) infundate
2 (verminderd) reducite
tegen --e prijs = a precio reducite


verlaat ZN

1 (parve) esclusa
2 canal de defluxo
3 Zie: waterafvoer-2


verlaathuis ZN

1 casa del esclusero


verlaatmeester ZN

1 guarda de esclusa, esclusero


verladen WW

1 (inladen) cargar, imbarcar, (overladen) transbordar


verlader ZN

1 interprenditor de transportos, transportator, cargator, expeditor


verlading ZN

1 (het inladen) cargamento, (het overladen) transbordo


verlagen BN

1 (lager maken) bassar, abassar, (verminderen OOK) diminuer, reducer, (in rang) degradar
het levenspeil -- = abassar le nivello del vita
de temperatuur -- = abassar le temperatura
het -- van de temperatuur = le abassamento del temperatura
de prijs -- = bassar/diminuer/reducer le precio
iets in prijs -- = bassar/reducer le precio de un cosa
de lonen -- = abassar/diminuer/reducer le salarios
het tarief -- = bassar/diminuer le tarifa
een muur -- = bassar/abassar un muro
een munt -- = devalutar/depreciar un moneta
2 (zedelijk laag doen staan) degradar, abassar
armoede verlaagt de mens = le miseria abassa/degrada le homine
dergelijke hartstochten verlagen de mens = tal passiones degrada le homine
zich -- tot = abassar se a, degradar se a


verlaging ZN

1 (het lager maken/worden) abassamento, bassa, (vermindering OOK) diminution, reduction
-- van het peil van een vloeistof = abassamento del nivello de un liquido
-- van het levenspeil = abassamento del nivello del vita
-- van de temperatuur = abassamento del temperatura
-- van de lonen = abassamento del salarios
2 (ontering) degradation, humiliation
3 (in rang) degradation
4 (waardevermindering) devalutation, depreciation
-- van de munt = devalutation/depreciation del moneta


verlak ZN

1 vernisse, lacca


verlakken WW

1 (bedriegen) mystificar, fraudar, defraudar, dupar, illuder, deluder
ik laat me niet -- = on non me dupa(ra)
2 (met lak overdekken) laccar, vernissar


verlakker ZN

1 (bedrieger) mystificator, fraudator, defraudator
2 vernissator


verlakker ZN

1 laccator


verlakkerij ZN

1 (bedriegerij) mystification, duperia


verlakt ZN

1 lacca
dit is echt Chinees -- = isto un veritabile lacca chinese


verlamd BN

1 paralysate, paralytic
--e voet = pede paralysate
hij is geheel -- = ille es completemente paralysate, ille ha un paralyse (-ysis) total
gedeeltelijk -- = paretic
aan een zijde -- = hemaplegic
hij is aan de rechterzijde -- = ille ha un hemiplegia del latere dext(e)re
-- in de onderste ledematen = paraplegic


verlamde ZN

1 paralytico
gedeeltelijk -- = paretico
aan een zijde -- = hemiplegico


verlamdheid ZN

1 Zie: verlamming


verlammen WW

1 (lam worden) paralysar se, devenir paralysate
hij is aan de rechterzijde verlamd = ille es paralysate del latere dext(e)re
2 (veerkracht verliezen) perder resilientia
die veer is verlamd = iste resorto ha perdite su resilientia
dat doet de energie -- = isto sappa le energia de un persona
3 (lam maken) paralysar
het -- = paralysation
het verkeer -- = paralysar/blocar le traffico/le circulation
de schrik verlamde mij = le pavor me ha paralysate


verlammend BN

1 paralysante
--e verlegenheid = timiditate paralysante
--e invloed = influentia paralysante
--e angst = pavor paralysante
dat werkt -- op het betalingsverkeer = isto paralysa le traffico de pagamentos


verlamming ZN

1 paralyse (-ysis)
enkelzijdige/eenzijdige/halfzijdige -- = paralyse (-ysis) unilateral, hemiplegia
tweezijdige -- = paralayse (-ysis) bilateral
progressieve -- = paralyse (-ysis) progressive
lijdend aan -- = paralytic
-- betreffend = paralytic
2 (FIG) paralysation, immobilisation


verlammingsverschijnselen ZN MV

1 symptomas de paralyse (-ysis)


verlangen WW

1 (vervuld zijn van een begeerte) aspirar (a), desirar, desiderar, appeter
naar rust -- = aspirar al reposo
branden van -- om = arder del desiro/desiderio de
2 (begeren) desirar, desiderar, voler, (eisen) exiger, reclamar, requirer
geld -- = desirar moneta
een verklaring -- = exiger/reclamar un explication
discipline van iemand -- = exiger disciplina de un persona


verlangen ZN

1 desiro, desiderio, appetentia, aspiration, (eis) exigentia
vurig -- = desiro/desiderio fervente, anxietate, sete
sterk -- = impatientia
sterk sexueel -- = desiro/desiderio libidinose
aan iemands -- voldoen = satisfacer le desiros/desiderios/exigentias de un persona
op -- van = secundo le desiro/desiderio de
branden van -- = arder de desiro/desiderio


verlangend BN

1 desirose, desiderose, appetente, anxie, impatiente
2 (smachtend, hunkerend) languide, languorose


verlanglijst ZN

1 lista de objectos/cosas desirate/desiderate, desiderata (L)
dit staat boven aan ons --je = isto es le prime de nostre desiderata, isto es lo que nos desira le plus ardentemente
heb je al een -- voor je verjaardag? = ha tu jam pensate al cosas que tu vole pro tu anniversario?


verlangzamen WW

1 decelerar, relentar


verlanterfanten WW

1
zijn tijd -- = guastar/perder su tempore


verlappen WW

1 repeciar
een broek -- = repeciar un pantalon


verlaten WW

1 (uit/van een plaats weggaan) quitar, abandonar
het rechte pad -- = quitar/abandonar le cammino derecte/le bon cammino
de stad -- = quitar le urbe
zijn land -- = quitar su pais/patria, emigrar, expatriar se
een streek (voorgoed) -- = abandonar un region
het ouderlijk huis -- = abandonar le casa paterne
het toneel -- = abandonar le theatro
(overlijden) de wereld -- = quitar le vita, morir
2 (vertrekken van) quitar, partir de
het feest -- = partir del festa
de trein -- = descender del traino
3 (in de steek laten) quitar, abandonar, deserer, desertar
vrouw en kinderen -- = abandonar/deserer/desertar su spo(n)sa e infantes
het bevel het schip te -- = le ordine de abandonar le nave
de echtelijke woning -- = abandonar le domicilio conjugal
het -- van de echtelijke woning = le abandono del domicilio conjugal
4 (niet meer toepassen) abandonar
men heeft dit procédé -- = on ha abandonate iste procedimento/processo, iste procedimento/processo ha cadite in disuso, iste procedimento/processo non se usa plus
5 (over of uit laten vloeien) transvasar
wijn -- = transvasar vino
6
(te laat komen) zich -- = esser/arrivar/venir in retardo, retardar
7
zich -- op zijn broer = fider se a/in su fratre


verlaten BN

1 (waar niemand aanwezig is) abandonate, deserte, desolate
-- huis = casa abandonate/derelicte
2 (eenzaam, afgelegen) abandonate, deserte, solitari, isolate
-- buurt = quartiero deserte/desolate
-- strand = plagia deserte/solitari
-- oord = solitude
3 (achtergelaten) abandonate, derelicte
van God en alle mensen -- = abandonate de Deo e del homines
van iedereen -- = abandonate de totes
-- goederen = benes abandonate/derelicte
-- kind = infante abandonate
-- schip = nave abandonate/derelicte


verlatenheid ZN

1 abandono, abandonamento, (eenzaamheid) solitude, isolamento
de -- van de woestijn = le solitude del deserto


verlatijnsen WW

1 latinisar
een naam -- = latinisar un nomine
het -- = latinisation


verlatijnsing ZN

1 latinisation


verlating ZN

1 (het in de steek laten) abandono, abandonamento
2 (het te laat zijn) retardo, retardamento, tardivitate


verlatiniseren WW

1 Zie: verlatijnsen


verleden BN

1 passate
-- jaar/week/maand = le anno/septimana/mense passate
-- maandag = (le) lunedi passate
-- tijd = tempore passate
2 (TAAL) passate
onvoltooid -- tijd = imperfecto
voltooid -- tijd = plusquamperfecto
-- deelwoord = participio passate
-- tijd = passato, preterito


verleden ZN

1 tempore passate, passato
jongste/recente -- = passato recente
in een ver/grijs -- = in un passato lontan/remote
ons roemrijk -- = nostre historia gloriose
de gebeurtenissen uit het -- = le eventos del passato
dat behoort tot het -- = isto pertine al passato
het -- oproepen = evocar le passato
het -- doen herleven = facer renascer le passato
in het -- wroeten = excavar in le passato
het -- laten rusten = lassar in pace le passato
een -- hebben = haber un passato
iemand met een -- = un persona con un passato
vlucht in het -- = evasion in le passato


verlegen BN

1 (schuchter) timide, pudente, verecunde, vergoniose, confuse
2 (geen raad ergens mee weten) embarassate (con)
-- met iets zijn = non saper que facer con un cosa
3
om iets -- zijn = necessitar un cosa, haber besonio de un cosa
om geld -- zijn = besoniar moneta, esser curte de moneta


verlegenheid ZN

1 (het verlegen zijn) timiditate, confusion, verecundia
onoverkomelijke -- = timiditate invincibile
verlammende -- = timiditate paralysante
2 (moeilijke omstandigheid) embarasso
iemand in -- brengen = embarassar un persona
in -- verkeren = esser embarassate


verleggen WW

1 (anders leggen) cambiar de position, displaciar
zijn hoofd -- = displaciar su capite/testa
2 (elders leggen) cambiar de loco/de placia, displaciar, dislocar, transferer
zijn boeken -- = displaciar su libros
de aandacht -- = poner le attention in altere cosa/persona
een probleem -- = displaciar un problema
troepen -- = transferer truppas
grenzen -- = poner/fixar nove limites


verlegging ZN

1 cambiamento de position/de loco/de placia, displaciamento, dislocation, transferimento


verleidbaar BN

1 que on pote seducer


verleidelijk BN

1 seductor, seductive, attractive, attrahente
--e charme = gratia seductor
--e ogen = oculos seductor/seductive
--e aanbiedingen = offertas attractive
iets --s = seduction


verleidelijkheid ZN

1 seduction, attraction


verleiden WW

1 seducer, tentar
een vrouw -- = seducer un femina
iemand -- tot het kwaad = inducer un persona al mal
de slang verleidde Eva = le serpente ha tentate Eva
zich door mooie beloften laten -- = lassar se seducer per belle promissas
zich niet laten -- door = non ceder al tentation de
te -- = seducibile


verleidend BN

1 seducente, tentante


verleider ZN

1 seductor, tentator
-- van minderjarigen = corruptor de minores


verleidersblik ZN

1 reguardo de seductor


verleiding ZN

1 tentation, seduction, seducimento
de -- was groot = le tentation esseva grande
duivelse -- = tentation diabolic
de -- ontvlieden = escappar al tentation
voor de -- bezwijken = succumber/ceder al tentation
de -- kunnen weerstaan = poter resister al tentation
in -- brengen = inducer in tentation, tentar


verleidingskracht ZN

1 fortia seductor


verleidingskunst ZN

1 arte de seducer


verleidingspoging ZN

1 tentativa de seduction


verlekkerd BN

1 folle (de)


verlekkeren WW

1 tentar, incitar le appetito de
iemand met een mooi aanbod -- = incitar le appetito de un persona per un belle offerta


verlenen WW

1 (schenken) dar, prestar, attribuer, conceder, accordar, conferer, impartir
een vergunning -- = accordar un concession
een krediet -- = conceder un credito
de doctorsgraad -- = dar/conferer le doctorato
het ereburgerschap -- = conferer le stato de citatano honorific
faciliteiten -- = accordar/conceder facilitates
toestemming -- = conceder le permission, dar permisso
audiëntie -- = conceder audientia
gratie -- = conceder gratia
een vergunning -- = accordar un permisso
subsidie -- = conceder/accordar/consentir un subsidio/un subvention
iemand onderdak -- = dar allogio a un persona
iemand macht -- = conferer poter a un persona
iemand een gunst -- = dar/conceder/accordar un favor a un persona
iemand ontheffing -- = conceder un exemption a un persona
zijn medewerking -- = dar/prestar su concurso/collaboration/adjuta
het woord aan iemand -- = conceder le parola a un persona
iemand hulp -- = prestar adjuta/auxilio a un persona
iemand voorrang -- = dar le prioritate a un persona, ceder le passage a un persona
asiel -- = prestar asylo
hulp -- = dar/prestar adjuta/auxilio/succurso
een waardigheid -- = conferer un dignitate
iemand een titel -- = conferer un titulo a un persona
een onderscheiding -- = conferer/conceder un distinction
iemand toegang -- tot = permitter a un persona le accesso de
2 (verschaffen) dar, procurar, fornir
een vrolijk aanzien -- = dar un aspecto/apparentia joiose
glans -- aan = dar brillantia a


verlengbaar BN

1 prolongabile, renovabile, prorogabile, continuabile
het paspoort is -- = le passaporto es renovabile
het mandaat is -- = le mandato es prorogabile
--e contracten = contractos prorogabile


verlengbaarheid ZN

1 prolongabilitate, renovabilitate, prorogabilitate
-- van een mandaat = prorogabilitate de un mandato
-- van een paspoort = renovabilitate de un passaporto


verlengbuis ZN

1 tubo de extension


verlengde ZN

1 prolongamento, prolongation, continuation
-- van een lijn = prolongamento de un linea
de Rue St. Antoine ligt in het verlengde van de Rue de Rivoli = le Rue St. Antoine es/se trova in le prolongamento del Rue de Rivoli, le Rue St. Antoine prolonga le Rue de Rivoli
in het -- liggen van = esser le prolongamento/prolongation/continuation de, prolongar se in
die opmerking ligt in het -- van deze redenering = iste remarca se situa in le prolongamento de iste rationamento


verlengen WW

1 (langer maken) augmentar le longor de, prolongar, allongar, elongar, continuar
een weg -- = prolongar/continuar un cammino
een lijn -- = prolongar/continuar un linea
een kabel -- = prolongar un cablo
een rok -- = allongar un gonna
een reis -- = allongar un viage
het leven -- = allongar le vita
2 (langer laten duren) augmentar le durata/duration de, prolongar, prorogar, (vernieuwen) renovar
iemands leven -- = prolongar le vita de un persona
een termijn -- = prolongar/prorogar un termino
zijn verblijf -- = prolongar su sojorno
de vakantie -- = prolungar le vacantias
een klinker -- = allongar un vocal
een mandaat -- = prorogar un mandato
een paspoort -- = prolongar/renovar un passaporto
een contract -- = renovar un contracto
een wissel -- = renovar un effecto
een krediet -- = renovar un credito
een wapenstilstand -- = prolongar un tregua
3
verlengde merg = medulla spinal


verlenging ZN

1 augmento del longor/durata/duration, prolongation, prolongamento, allongamento, elongamento, prorogation, renovation
-- van een klinker = allongamento de un vocal
-- van een rok = allongamento de un gonna
-- van een contract = renovation de un contracto
-- van een krediet = renovation de un credito
-- van een wissel = renovation de un effecto
-- van een verblijf = prolongation de un sojorno
-- van de vacantie = prolongation del vacantias
-- van een wapenstilstand = prolongation de un tregua
-- van een mandaat = prorogation de un mandato
-- van een paspoort = prolongation/renovation de un passaporto
-- van een lijn = prolongamento de un linea
-- van een kabel = prolongamento de un cablo
-- van een straat = prolongamento de un strata
2 (SPORT) tempore(s) supplementari
spelen in de -- = jocar in le tempore supplementari


verlengsel ZN

1 Zie: verlengstuk


verlengsnoer ZN

1 cordon prolongator, prolongator


verlengstuk ZN

1 prolongamento, prolongation, elongation
dat is een bezoek met een -- = isto es un visita prolongate/interminabile
2 extension
tapse -- = extension conic


verlening ZN

1 attribution, dono
-- van kredieten = attribution de creditos
2 prestation
-- van hulp = prestation de adjuta/assistentia


verleppen WW

1 marcer, marcescer


verlept BN

1 (van bloemen) marcite, marcescite
2 (flets) pallide, discolorate, distingite


verleptheid ZN

1 manco/mancantia de frescor, (van bloemen) marcescentia


verleren WW

1 disapprender, oblidar (le practica), perder le habitude/practica (de)
ik heb/ben het Frans geheel verleerd = io ha completemente oblidate le francese


verlet ZN

1 (beletsel) impedimento, obstaculo, contratempore
2 (tijdverlies) perdita de tempore
ik heb vandaag veel -- gehad = hodie io ha perdite multe tempore
3 (uitstel) mora, demora, retardo
zonder -- = sin mora, sin retardo


verletten WW

1 (verhinderen) impedir
geldgebrek verlette alles = toto ha essite impedite a causa del manco de moneta
2 (verzuimen) perder tempore


verleuteren WW

1 perder su tempore per garrulada/per bagatellas


verlevendigen WW

1 dar vita a, animar, reanimar, avivar, vivificar, vitalisar
het gesprek -- = animar le conversation
de moed -- = reanimar le corage
kleuren -- = avivar colores


verlevendiging ZN

1 animation, avivamento, vivification, revitalisation


verlezen (zich --) WW

1 mal leger


verlicht BN

1 (van een last bevrijd) alleviate
-- ademhalen = respirar alleviate/con alleviamento
2 (door licht beschenen) exclarate, illuminate, luminose
een slecht --e straat = un strata mal/poco/pauco exclarate
een onvoldoend --e weg = un via insufficientemente illuminate
een -- plekje = un loco illuminate
3 (het juiste inzicht hebbend) exclarate, illuminate
--e ideeën hebben = haber ideas illuminate
--e geest = spirito illuminate
-- despoot = despota exclarate/illuminate
de --e 18-de eeuw = le Seculo les Lumines/Luces


verlichten WW

1 (van licht voorzien) exclarar, illuminar
de zon verlicht de aarde = le sol exclara/illumina le terra
een kamer -- = exclarar un camera
een tuin -- = illuminar un jardin
-- met een kaars = exclarar con un candela
2 (minder zwaar maken) alleviar, (FIG ook) relevar, facilitar
de druk -- = alleviar le pression
de last -- = alleviar le carga
iemands werk -- = alleviar/facilitar le travalio/labor de un persona
3 (verzachten) alleviar, relevar, attenuar, mitigar, lenificar, adulciar
de pijn -- = alleviar/relevar/attenuar/mitigar le dolor
--d = alleviatori, alleviative
4 (inzicht brengen in/tot) exclarar, illuminar


verlichting ZN

1 (lampen) lumine, luce, exclaramento, illumination
elektrische -- = exclaramento/illumination electric
indirecte -- = exclaramento/illumination indirecte
de -- ontsteken = accender le luce/lumine
2 (GESCH) lumines, luces
Eeuw van de Verlichting = Seculo del Lumines/Luces
3 (opbeuring) relevamento, alleviation, consolation
-- zoeken/vinden = cercar/trovar consolation
dat geeft wat -- = isto da un pauco/un poco de alleviation, isto releva un pauco/un poco
4 (opluchting) alleviation, relevamento
zucht van -- = suspiro de alleviation
-- brengen in de gespannen situatie = relevar le tension
5 (verzachting) alleviation, attenuation, attenuamento, lenification, adulciamento, mitigation, solacio
-- van een straf = attenuation/mitigation de un pena


verlichtingsapparaat ZN

1 apparato de exclaramento/illumination


verlichtingsarmatuur ZN

1 armatura de exclaramento/illumination


verlichtingsbatterij ZN

1 batteria de exclaramento/illumination


verlichtingscirkel ZN

1 circulo de exclaramento/illumination


verlichtingsfilosofie ZN

1 philosophia del seculo del lumines/luces


verlichtingsinstallatie ZN

1 installation/equipamento/systema de exclaramento/illumination


verlichtingskunde ZN

1 Zie: verlichtingstechniek


verlichtingsmiddel ZN

1 medio de exclaramento/illumination


verlichtingsornament ZN

1 ornamento de exclaramento/illumination


verlichtingssysteem ZN

1 systema de exclaramento/illumination


verlichtingstechniek ZN

1 technica de exclaramento/illumination


verlichtingstoestel ZN

1 Zie: verlichtingsapparaat


verliederlijken WW

1 Zie: verloederen


verliederlijking ZN

1 Zie: verloedering


verliefd BN

1 inamorate, amorose
tot over de oren -- = follemente inamorate
--e blikken = reguardos amorose
-- maken = inamorar
-- worden op = inamorar se de
iemand -- aankijken = reguardar/mirar amorosemente un persona


verliefde ZN

1 inamorato, amoroso


verliefdheid ZN

1 inamoramento, amorositate
kortstondige -- = inamoramento passager


verlies ZN

1 perdita
smartelijk -- = perdita dolorose
gevoelig -- = perdita sensibile
onherstelbaar -- = perdita irreparabile
zware/ernstige --en = perditas sever
-- van het gezichtsvermogen = perdita de vista
-- van het prestige = perdita del prestigio
-- van een kind = perdita de un infante
(MIL) --en = perditas
--en toebrengen = infliger perditas
-- opleveren = producer perditas
iemand een aanzienlijk -- berokkenen = causar un perdita considerabile a un persona
een -- goedmaken = reparar un perdita
met -- verkopen = vender a/con perdita
het -- van de burgerrechten = le privation del derectos civic
niet tegen zijn -- kunnen = esser mal perditor
2 (JUR) amission


verliesbaar ZN

1 (JUR) amissibile


verliescijfers ZN MV

1 (MIL) cifras del perditas


verliescompensatie ZN

1 (EC) compensation del perditas


verliesgevend BN

1 que causa/ha perditas, deficitari
--e bedrijfstak = branca de industria que perde moneta/que face perditas


verlieslijdend BN

1 Zie: verliesgevend


verlieslijst ZN

1 (MIL) communicato/lista del perditas/mortos


verliespost ZN

1 sector/producto/activitate deficitari


verliessaldo ZN

1 saldo deficitari, deficit


verliezen WW

1 perder
zijn kalmte -- = perder le calma
zijn geduld -- = perder le patientia
het evenwicht -- = perder le equilibrio
het leven -- = perder le vita, morir
de slag -- = perder le battalia
een wedstrijd -- = perder un match (E)
(FIG) het hoofd -- = perder le testa/capite
zijn verstand -- = perder le ration
uit het oog -- = perder de vista
zijn waarde -- = perder su valor
zonder tijd te -- = sin perder tempore
zich in details -- = perder se in detalios
de fabriek verliest op die produkten = le fabrica perde moneta con iste productos
gemakkelijk te -- = perdibile
wat men niet kan -- = imperdibile


verliezend BN

1 perdente
het --e team = le equipa perdente


verliezer ZN

1 perdente, perditor
slecht -- = mal perditor, mal jocator
goede -- = bon perditor


verliggen WW

1 cambiar de position
de zieke ging -- = le malado ha cambiate de position


verlijden WW

1
een testament -- = facer passar un testamento


verlijmen WW

1 collar


verlinken WW

1 denunciar, trair
iemand aan de politie -- = denunciar un persona al policia


verlinker ZN

1 denunciator


verloden WW

1 coperir de plumbo, plumbar


verloederd BN

1 depravate, degenerate
een -- mens = un homine depravate/degenerate


verloederen WW

1 corrumper, perverter, depravar, degenerar, degradar


verloedering ZN

1 corruption, depravation, degradation, degeneration
-- van de taal = corruption del lingua


verlof ZN

1 (toestemming) permission, autorisation, licentia
schriftelijk -- = permission scripte
afwezigheid met -- = absentia autorisate
-- vragen = peter licentia/permisso/autorisation
iemand -- geven tot iets = permitter un persona a un cosa
2 (vergunning om niet te werken) congedo, commeato
3 (vrijaf) congedo, commeato
met -- zijn = esser in congedo
4 (vergunning) licentia


verlofaanvraag ZN

1 demanda de congedo/de permission


verlofbriefje ZN

1 licentia


verlofganger ZN

1 militar con permisso


verlofpas ZN

1 passe (F) de licentia militar, licentia


verlokkelijk BN

1 seductor, seductive, attractive, attrahente


verlokken WW

1 seducer, tentar, attraher, (uitnodigen) invitar
zich laten -- door iets = lassar se tentar/seducer per un cosa
iemand -- aan iets mee te doen = tentar un persona de participar a/in un cosa
het mooie weer verlokt tot een wandeling = le belle tempore invita a facer un promenada


verlokkend BN

1 attrahente, tentante, seducente


verlokker ZN

1 seductor


verlokking ZN

1 seduction, seducimento, tentation, attraction
--en van het vlees = tentationes del carne


verloochenaar ZN

1 renegato, traitor


verloochenen WW

1 renegar, abnegar, repudiar
zijn afkomst -- = renegar su origine(s)
God -- = renegar Deo
zijn vaderland -- = renegar su patria
zichzelf -- = facer abnegation de se ipse, abnegar se, sacrificar se


verloochening ZN

1 renegamento, abnegation, repudiation


verloofd BN

1 fidantiate


verloofde ZN

1 fidantiato/a, promisso/a


verloop ZN

1 (het verstrijken) curso, evolution, progression
het -- van de gestelde termijn = le expiration del termino fixate
na -- van tijd = con le passar del tempore, post un certe tempore
na -- van enige jaren = post alicun annos
2 (ontwikkeling, afloop) curso, evolution, disveloppamento, marcha {sj}, progression, progresso
-- van een ziekte = curso/evolution de un maladia
-- van de gebeurtenissen = curso/marcha/evolution del eventos, le dynamica del factos
-- van de oorlog = curso del guerra
-- van een verhaal = disveloppamento de un historia
zijn normale -- hebben = sequer su curso normal
het langzame -- van de ontwapeningsonderhandelingen = le disveloppamento/progresso lente del negotiationes de disarmamento
een noodlottig -- hebben = finir fatalmente
3 (wisselingen binnen een kring) movimento, fluctuation(es), variation(es)
natuurlijk -- = fluctiones natural
een groot -- van personeel = multe movimento de personal
het -- in het ledenbestand is vrij groot = il ha fluctuationes assatis grande in le numero de membros, le variationes in le numero de membros es assatis grande
4 (het minder bezocht/beoefend worden) bassa, regression, declino
het -- van een zaak = le regression de un interprisa
5 (beloop, loop) curso
het -- van die buizen = le curso/direction de iste tubos
6 (geleidelijke versmalling) reduction
-- van een muur = reduction de un pariete
7 (verandering in de loop) movimento, cambiamento, cambio (de direction)
het -- van het tij = le cambio del marea


verloopknie ZN

1 curva de reduction


verloopmof ZN

1 manichetto conic


verloopnippel ZN

1 niple conic


verlooppijp ZN

1 Zie: verloopstuk


verloopstekker ZN

1 adaptator, reductor


verloopstuk ZN

1 pecia de reduction, tubo conic


verlopen BN

1 (verstreken) passate
2 (niet meer geldig) perempte, perimite
-- paspoort = passaporto perimite
mijn rijbewijs is -- = mi permisso de conducer es perimite
3 (verliederlijkt) depravate


verlopen WW

1 (verstrijken) passar
er was een week verlopen = il habeva passate un septimana
2 (vervallen) expirar, perimer
het contract is verlopen = le contracto ha expirate
mijn paspoort verloopt vandaag = mi passaporto expira hodie
het -- van een paspoort = expiration de un passaporto
3 (zijn beloop nemen) disveloppar se, marchar {sj}
alles verloopt heel gunstig = toto se disveloppa multo favorabilemente, toto marcha multo ben
kalm -- = disveloppar se calmemente
normaal -- = sequer su curso, ir toto normalmente
4 (minder bezocht/beoefend worden) bassar, regreder, regressar, declinar, periclitar
die winkel verloopt = iste magazin periclita
5 (van profiel veranderen) cambiar de profilo
6 (van loop/richting veranderen) cambiar de curso/de direction


verloren BN

1 perdite
-- boek = libro perdite
-- moeite = pena perdite
-- zaak = cosa perdite
-- man = homine perdite
(BIJBEL) -- zoon = filio/infante prodige
als -- beschouwen = considerar como perdite
-- gaan/raken = perder se, disparer
in de menigte -- gaan = perder se in le massa
geen tijd -- laten gaan = non perder tempore
-- in een hoekje zitten = esser sedite sol in un angulo


verlosbed ZN

1 lecto de parto/parturition/delivrantia


verloskamer ZN

1 camera/sala de parto/parturition/delivrantia


verloskunde ZN

1 obstetricia


verloskundig BN

1 obstetric


verloskundige ZN

1 obstetrico, (vroedvrouw) obstetrice


verlossen WW

1 (bevrijden) liberar, delivrar, (ook REL) salvar, redimer
(BIJBEL) verlos ons van het kwaad! = libera/delivra nos del mal!
iemand van zijn boeien -- = delivrar un persona de su catenas
iemand uit de gevangenis -- = liberar un prisionero
2 (bij een bevalling helpen) delivrar, assister in le parto, assister un parturiente
een vrouw -- = delivrar un femina
zij is van een dochter verlost = illa ha parturite un filia


verlossend BN

1 salvator, (ook REL) redemptive
het --e woord spreken = pronunciar le parola salvator/de salvation


verlosser ZN

1 liberator, redemptor, salvator


Verlosser ZN

1 (REL) Redemptor, Salvator


verlossing ZN

1 (bevrijding) liberation, delivrantia
2 (REL) redemption, salvation, salvamento
-- van de zonde = redemption del peccato
3 (bevalling) parto, parturition, delivrantia


verlossingsplan ZN

1 (REL) plano de redemption/salvation/salvamento


verlostang ZN

1 forcipe (obstetric)


verloten WW

1 mitter in lotteria


verloting ZN

1 lotteria


verloven WW

1
zich -- met iemand = fidantiar se a/con un persona


verloving ZN

1 fidantiamento
zijn -- aankondigen = annunciar su fidantiamento
de -- verbreken = rumper le fidantiamento


verlovingsdag ZN

1 die/jorno de fidantiamento


verlovingsdiner ZN

1 dinar de fidantiamento


verlovingsfeest ZN

1 festa de fidantiamento


verlovingskaart ZN

1 carta de fidantiamento


verlovingsmaal ZN

1 repasto de fidantiamento


verlovingsreceptie ZN

1 reception de fidantiamento


verlovingsring ZN

1 anello de fidantiamento


verluchten WW

1 (uitluchten) aerar, ventilar, refrescar
2 (illustreren) illustrar
een fraai verluchte uitgave = un edition bellemente illustrate, un edition con belle illustrationes


verluchter ZN

1 illustrator


verluchtigen ZN

1 dar lumine/luce e allegressa a
2 (opvrolijken) diverter


verluchting ZN

1 illustration


verluchtingskunst ZN

1 arte del illustration


verluiden WW

1 divulgar, revelar
ik heb horen -- dat = io ha audite dicer que
naar verluidt = secundo lo que on dice, secundo certe rumores


verluieren WW

1
een kind -- = cambiar le fascia de un infante
2
zijn tijd -- = guastar le tempore


verlullen WW

1 guastar le tempore garrulante


verlummelen WW

1 Zie: verluieren-2


verlustigen WW

1 delectar, diverter, amusar
zich -- in = delectar se in


verlustiging ZN

1 divertimento, amusamento, diversion


vermaagschappen WW

1 apparentar


vermaagschapping ZN

1 parentato


vermaagschapt BN

1 apparentate


vermaak ZN

1 amusamento, distraction, diversion, divertimento, intertenimento, recreation, placer
-- geven/bieden = distraher, diverter, amusar, recrear
de --en van de jacht = le placeres del chassa {sj}
onschuldig -- = divertimento/distraction innocente
tot -- dienen = servir de divertimento/distraction/intertenimento
iemand -- bieden = diverter un persona


vermaakcentrum ZN

1 centro de divertimento/distraction/intertenimento


vermaakshalve BW

1 pro diverter se


vermaalbaar BN

1 (tot poeder) pulverisabile, triturabile


vermaalmachine ZN

1 machina a/de triturar, triturator


vermaan ZN

1 Zie: vermaning


vermaanbrief ZN

1 littera admonitori, (REL) mandamento


vermaard BN

1 celebre, famose, de fama, renominate, reputate, illustre, insigne, prestigiose
--e school = schola prestigiose
-- prediker = predicator de fama
een streek -- om haar schoonheid = un region famose/renominate pro su beltate
-- maken = illustrar
het -- maken = illustration


vermaardheid ZN

1 (hoedanigheid) celebritate, fama, renomine
2 (persoon) celebritate


vermaatschappelijken WW

1 socialisar


vermaatschappelijking ZN

1 socialisation


vermagerd BN

1 magrite
sterk -- = emaciate


vermageren WW

1 (mager maken) magrir
sterk doen -- = emaciar, discarnar
2 (mager worden, afslanken) magrir, perder peso
hij vermagert zienderogen = ille magri visibilemente


vermagering ZN

1 magrimento, (sterke --) emaciation


vermageringsdieet ZN

1 dieta/regime (F) pro magrir/de magrimento
een -- volgen = sequer un regime pro magrir


vermageringskuur ZN

1 cura de magrimento/pro magrir, tractamento pro magrir
een -- ondergaan = sequer un cura pro magrir


vermageringsmiddel ZN

1 agente/producto pro magrir


vermakelijk BN

1 amusante, divertente, recreative, comic
--e geschiedenis = historia amusante/divertente
hij zat -- te vertellen = ille contava un historia divertente


vermakelijkheid ZN

1 divertimento, amusamento, diversion, intertenimento, distraction
openbare -- = divertimento/amusamento/intertenimento/spectaculo public


vermakelijkheidsbelasting ZN

1 imposto/taxa super le divertimentos/diversiones/amusamentos/intertenimentos/spectaculos public


vermakelijkheidsindustrie ZN

1 industria del divertimento/diversion/amusamento/intertenimento/spectaculo public


vermaken BN

1 (legateren) lassar per testamento, legar
schenken of -- = donar o legar
per testament -- = legar per testamento
het huis vermaakte zij aan haar tuinman = illa ha legate le casa a su jardinero
2 (genoegen geven) amusar, distraher, diverter, intertener
zich -- = amusar se, distraher se, diverter se
iemand met iets -- = diverter un persona con un cosa
3 (anders maken) alterar, refacer, reformar, transformar
een hoed -- = reformar un cappello


vermaking ZN

1 (legatering) donation
2 (legaat) legato


vermaledijd BN

1 maledicte, damnate


vermaledijen WW

1 maledicer, damnar


vermalen WW

1 (fijn maken) moler, reducer in/a pulvere, pulverisar, triturar
het -- = pulverisation, tritura, trituration
te -- = pulverisabile, triturabile
graan -- = moler cereales
erts -- = triturar minerales
2 (kauwen) masticar
het voedsel -- = masticar le nutrimento


vermaling ZN

1 tritura, trituration, pulverisation


vermanen WW

1 exhortar, moner, admoner, admonestar, sermonisar, objurgar
de predikant vermaant de gemeente = le predicator ha exhortate/admonite/sermonisate le parochia
iemand --d toespreken = sermonisar un persona


vermanend WW

1 (ex)hortative, exhortatori, monitori, admonitori
--e woorden = parolas exhortative


vermaner ZN

1 admonitor, monitor, exhortator


vermaning ZN

1 remonstrantia, exhortation, monition, admonition, admonestation, objurgation, (ook R.K.) monitorio
broederlijke --en = exhortationes fraternal
een -- krijgen = reciper un admonition


vermannelijken WW

1 (ook TAAL) masculinisar se


vermannen WW

1
zich -- = prender corage


vermeend BN

1 pretendite, (schijn) pretense, (verzonnen) supposticie, (JUR) putative
--e erfgenaam = herede pretendite/putative
--e prins = prince/principe pretendite
-- recht = derecto putative
--e vader = patre putative


vermeerderaar ZN

1 augmentator


vermeerderbaar BN

1 augmentabile


vermeerderen WW

1 (groter maken) augmentar, extender, accrescer, incrementar, majorar, adjunger a, adder a, multiplicar, ampliar
zijn kennis -- = augmentar su cognoscentias/cognoscimentos
zijn snelheid -- = accelerar
de produktie -- = incrementar le production
de bevolking vermeerderde zich snel = le population ha augmentate rapidemente, le numero de habitantes se incrementava con rapiditate
het aantal van deze voorbeelden zou nog met vele vermeerderd kunnen worden = le numero de iste exemplos poterea multiplicar se/ampliar se considerabilemente
vermeerderde druk = edition augmentate
2 (BIOL) reproducer, multiplicar


vermeerdering ZN

1 augmento, augmentation, crescita, accrescimento, incremento, majoration, multiplication
2 (BIOL) reproduction, multiplication, propagation
vegetatieve -- = reproduction/multiplication/propagation vegetative


vermeesteraar ZN

1 Zie: veroveraar-1


vermeesteren WW

1 Zie: overmeesteren


vermeestering ZN

1 Zie: overmeestering


vermeien WW

1
zich -- = recrear se, amusar se, diverter se, distraher se, intertener se, delectar se


vermeil ZN

1 vermeil (F)


vermelden WW

1 (berichten) mentionar, facer mention de, (signaleren) signalar, (naam) citar
wat vermeld kan worden = mentionabile
dat vermeldt de geschiedenis niet = le historia non lo mentiona
2 (aangeven) mentionar, indicar, nominar
zijn naam -- = mentionar su nomine
de schrijver van een boek -- = citar le autor de un libro
uitdrukkelijk -- = mentionar expressemente, sublinear
in detail -- = specificar
eerder vermeld = prenominate


vermeldenswaard(ig) BN

1 digne de mention/de attention, observabile, que merita esser mentionate, memorabile


vermelding ZN

1 mention, indication, (naam) citation
een bijzondere -- verdienen = meritar un mention special
eervolle -- = mention honorabile/honorific
onder/met -- van = mentionante, faciente mention de


vermenen WW

1 creder, pensar, opinar, supponer, presumer


vermengbaar BN

1 miscibile


vermengbaarheid ZN

1 miscibilitate


vermengd BN

1 miscite, (ongeordend) promiscue


vermengen WW

1 Zie: mengen


vermenging WW

1 Zie: menging


vermenigvuldigbaar BN

1 multiplicabile


vermenigvuldigen WW

1 (tot een veelvoud maken) multiplicar, reproducer
een werk (door de drukpers) -- = reproducer un obra
met honderd -- = centuplar, centuplicar
2 (WISK) multiplicar
wij vermenigvuldigen een getal met 8 = nos multiplica un numero per 8
3
(talrijker worden) zich -- = multiplicar se, augmentar in numero, (snel) prolificar
4
(BIOL) (zich voortplanten) zich -- = multiplicar se, reproducer se


vermenigvuldiger ZN

1 (WISK) multiplicator


vermenigvuldiging ZN

1 (vermeerdering) multiplication
2 (WISK) multiplication
tafels van -- = tabulas de multiplication
3 (BIOL) (voortplanting) multiplication, reproduction


vermenigvuldigingsfactor ZN

1 factor de multiplication


vermenigvuldigingsteken ZN

1 signo multiplicative/de multiplication


vermenigvuldigtal ZN

1 multiplicando


vermenselijken WW

1 (menselijk(er) maken) humanisar
2 (menselijk(er) worden) humanisar se, devenir (plus) human


vermenselijking ZN

1 humanisation


vermessingd BN

1 coperite de un strato tenue/un folio de laton/de cupro jalne


vermetel BN

1 temerari, temere, coragiose, audace, audaciose, hardite, osate


vermetelheid ZN

1 temeritate, corage, audacia, audacitate, hardimento, harditessa


vermeten (zich --) WW

1 (zich vergissen) metir/mesurar mal/incorrectemente
2 (durven) haber le audacia de, osar


vermicelli ZN MV

1 vermicelli (I)


vermicellifabriek ZN

1 vermicelleria


vermicellifabrikant ZN

1 fabricante de vermicelli (I)


vermicellipap ZN

1 pappa a/de vermicelli (I)


vermicellisoep ZN

1 suppa a/de vermicelli (I)


vermicide ZN

1 vermicida


vermiculair BN

1 vermicular


vermiculiet ZN

1 vermiculite


vermijdbaar BN

1 evitabile, eludibile, eluctabile
--e fout = error evitabile


vermijdbaarheid ZN

1 evitabilitate


vermijdelijk BN

1 Zie: vermijdbaar


vermijden WW

1 evitar, eluder, evader
iemand -- = evitar un persona
de verleiding -- = evitar le tentation
een gevaar -- = evitar/evader un periculo
een vraag -- = eluder un question
de schijn -- = evitar le apparentias
een moeilijkheid -- = eluder un difficultate
dat is moeilijk te -- = isto es difficile de evitar
vermijd contact met de huid = evita le contacto con le pelle


vermijding ZN

1 evitation, elusion, (PEJ) evasion
ter -- van = pro evitar, in evitation de


vermiljoen(kleur) ZN

1 vermilion


vermiljoen(kleurig) BN

1 vermilion


verminderbaar BN

1 reducibile


verminderbaarheid ZN

1 reducibilitate


verminderd BN

1 minor, reducite, diminuite
--e winsten = profitos/beneficios minor
--e weerstand = resistentia minus forte
tegen --e prijzen = a precios reducite
--e toerekeningsvatbaarheid = responsabilitate diminuite/attenuate


verminderen WW

1 (kleiner maken) diminuer, reducer, minorar, minuer
de krachtsinspanning -- = reducer le effortio
de pijn -- = attenuar le dolor
de druk -- = reducer/facer descender le pression
de waarde van een produkt -- = depreciar un producto
een straf -- = moderar un pena
zijn snelheid -- = reducer/diminuer le velocitate, decelerar
de uitgaven -- = minorar le expensas
in kwaliteit -- = reducer le qualitate de
2 (kleiner worden) diminuer, reducer se, bassar, decrescer, discrescer, minorar se
de bevolking vermindert = le population diminue/decresce/discresce
de koorts vermindert = le febre remitte
in waarde -- = perder valor
de druk vermindert = il ha un perdita de pression


vermindering ZN

1 reduction, diminution, decrescentia, decrescimento, minoration, (daling) bassa, (matiging) moderation, moderation
-- van de vraag = reduction del demanda
-- van vaart/snelheid = reduction/diminution de velocitate, deceleration
-- van straf = reduction/moderation/attenuation de pena, (JUR) condonation


verminderingskaart ZN

1 Zie: reductiekaart


verminken WW

1 (mbt tot personen) mutilar, stropiar, (gelaat) disfigurar
de patiënt probeerde zichzelf te -- = le patiente ha facite un tentativa de automutilation
men trof daar de verminkte lichamen van de sekteleden aan = on ha trovate illac le corpores mutilate del membros del secta
(DIERK) zichzelf -- = autotomisar se
2 (mbt zaken) mutilar
een beeld -- = mutilar un statua
3 (mbt een tekst) mutilar, corrumper, truncar, (verdraaien) disfigurar


verminker ZN

1 mutilator


verminking ZN

1 mutilation, (mbt gelaat OOK) (ook FIG) disfiguration, disfiguramento
-- van een monument = mutilation de un monumento
-- van de slachtoffers = mutilation del victimas
-- van een tekst = mutilation/corruption/disfiguramento de un texto
hij heeft diverse --en opgelopen in het gezicht = su facie ha essite multo mutilate, ille ha essite disfigurate per plure vulneres


verminkt BN

1 mutile, mutilate
-- telegram = telegramma mutilate
het telegram is -- overgekomen = le telegramma ha arrivate in un stato mutilate


verminkte ZN

1 mutilato, stropiato


vermissen WW

1 non retrovar, constatar le disparition de
er wordt tien miljoen vermist na de overval = dece milliones ha disparite post le hold-up (E)
iemand als vermist opgeven = signalar le disparition de un persona
er zijn acht opvarenden vermist = octo membros del equipage ha disparite


vermiste ZN

1 persona disparite, disparito
lijst van --n = lista de disparitos


vermits VW

1 viste que, date que, considerante que


vermoedelijk BN

1 probabile, presumptive, presumibile
--e oorzaak = causa probabile
--e erfgenaam = herede/hereditario presumptive
--e vader = patre putative
hij is -- ziek = probabilemente ille es malade, ille debe esser malade
de trein zal -- tien minuten te laat zijn = le traino habera un retardo probabile de dece minutas


vermoeden WW

1 (waarschijnlijk achten) supponer, presumer, creder probabile, conjicer, conjecturar, imaginar
deze vondst doet vermoeden dat het gebied in de oudheid al bewoond was = iste discoperta face supponer que jam in le antiquitate iste region esseva habitate
ik vermoed dat zij verhinderd is = io suppone que illa ha un impedimento
2 (bedacht zijn op) suspectar, presentir, divinar, presagir, subodorar
doen -- = lassar presagir
kwaad -- = presentir le mal
dat heb ik nooit kunnen -- = nunquam io non ha potite suspectar isto, isto es le ultime cosa que io expectava


vermoeden ZN

1 (gissing) supposition, conjectura, presumption
een -- opperen = suggerer un supposition
op --s afgaan = lassar se guidar per conjecturas
een -- opperen = avantiar un hypothese (-esis)
2 (gedachte) suspicion, (voorgevoel) presentimento
een vaag -- = un vage suspicion/presentimento
ik had niet het flauwste -- = io non habeva le minor suspicion/idea
ik had er al zo'n -- van = io lo supponeva jam, io habeva jam mi suspiciones, io habeva jam le presentimento de illo
zelfs geen flauw -- hebben van iemands bestaan = non haber le plus remote idea del existentia de un persona
mijn --s waren juist = mi suspiciones esseva correcte/fundate
dat wettigt het -- dat = isto confirma le suspicion que
3 (JUR) presumption
wettelijk -- = presumption legal
grond van -- = indicio
bewijs door --s = prova per presumptiones
er bestaat slechts een -- van schuld = il ha solo un presumption de culpabilitate


vermoeid BN

1 fatigate, lasse
-- gezicht = visage fatigate
-- spieren = musculos fatigate
de --e ogen sluiten = clauder le oculos fatigate
dodelijk -- = extenuate, exhauste
er -- uitzien = haber le aere fatigate
met --e stem iets voorlezen = leger un cosa con un voce lasse
zich -- voelen = sentir se fatigate


vermoeidheid ZN

1 (het moe zijn) fatiga, lassitude
hardnekkige -- = fatiga persistente
chronische -- = fatiga chronic
geestelijke -- = fatiga mental
omvallen van -- = cader de fatiga
hijgen van -- = anhelar de fatiga
tekenen van -- vertonen = manifestar/monstrar signos de fatiga
2 (van materialen) fatiga


vermoeidheidsbreuk ZN

1 ruptura de fatiga


vermoeidheidsproef ZN

1 essayo/test (E) de fatiga


vermoeidheidspunt ZN

1 puncto de fatiga


vermoeidheidsscheur ZN

1 fissura de fatiga


vermoeidheidssterkte ZN

1 (van materiaal) resistentia al fatiga


vermoeidheidsverschijnselen ZN MV

1 symptomas de fatiga


vermoeien WW

1 (moe maken) fatigar
vermoei u niet te veel! = non vos fatiga troppo!
dodelijk -- = extenuar
2 (vervelen) fatigar, enoiar
hij vermoeide mij met een overvloed aan details = ille me ha fatigate con un abundantia de detalios
zijn toehoorders -- = fatigar su auditores


vermoeiend BN

1 (OOK vervelend) fatigante
-- werk = labor/travalio fatigante
--e dag = jornata fatigante
--e stijl = stilo fatigante
dodelijk -- = extenuante


vermoeienis ZN

1 fatiga
de --sen van de reis = le fatigas del viage


vermoeiing ZN

1 fatiga
(BIJBEL) veel lezen is -- des vlezes = leger multo es fatiga del carne


vermoeilijken WW

1 (moeilijker maken) render plus difficle
2 (moeilijker worden) devenir plus difficile


vermoeren WW

1 guastar, destruer


vermogen ZN

1 (rijkdom, bezit) fortuna, ricchessa, benes, (bezit) haber(es), proprietate, (geldw) capital, (draagkracht) medios
het samengaan van twee --s = le union de duo fortunas
nationaal -- = capital/ricchessa national
eigen -- = capital/fortuna personal
zuiver -- = activo nette (de un compania)
-- van een nalatenschap = activo de un succession
naar -- bijdragen = contribuer secundo su medios/possibilitate
dat kost een -- = isto costa un fortuna
naar -- = proportionate al medios
2 (capaciteit) potentia, capacitate
het -- van een machine = le potentia de un machina
koelend -- = capacitate refrigerante
oplossend -- = capacitate de resolution
elektrisch -- = potentia electric, potential
effectief/nuttig -- = rendimento utile/effective
werkelijk -- = potentia real
(NAT) werkzaam -- = potentia active
-- van 200 Watt = potentia de 200 watt (E)
-- van 60 pk = potentia de 60 c.v./h.p.
3 (macht, kracht) poter, fortia, capacitate, facultate
verstandelijke/geestelijke --s = facultates/capacitates intellectual/mental, intellecto
boven iemands -- gaan = (super)passar le fortias de un persona, esser superior al fortias de un persona
het -- om te denken = le facultate de pensar
haar -- tot relativeren = su capacitate de relativisar, su capacitate de vider le cosas in lor proprie perspectiva


vermogen WW

1 (de macht hebben tot) esser in un position de, esser capabile de, poter
tegen hem vermag ik niets = contra ille io es impotente
God vermag alles = Deo es omnipotente
de medische wetenschap vermag hier niets = le medicina es impotente hic
2 (gedaan weten te krijgen) poter obtener, haber grande influentia
de veel --de minister = le ministro influente
3 (kunnen) poter
zij vermocht niet te komen = illa non poteva venir


vermogend BN

1 (rijk) fortunate, ric
2 (invloedrijk) potente, influente


vermogensaanwas ZN

1 augmento/augmentation/accrescimento/incremento del activo/capital


vermogensaanwasbelasting ZN

1 imposto super le augmento/augmentation/accrescimento/incremento del activo/capital


vermogensaanwasdeling ZN

1 participation del salariato al/in le augmento/augmentation/accrescimento/incremento del activo/capital


vermogensbeheer ZN

1 gestion de fortuna


vermogensbelasting ZN

1 imposto super le capital/le fortuna personal


vermogensdelict ZN

1 crimine contra proprietate


vermogensheffing ZN

1 imposto super le capital


vermogensrecht ZN

1 derecto de proprietate


vermogenswinstbelasting ZN

1 Zie: vermogensaanwasbelasting


vermolmd BN

1 putrite, putride, (door houtworm) rodite per le verminas


vermolmdheid ZN

1 stato de putrescentia


vermolmen WW

1 putrer, putrescer, (door houtworm) esser rodite per le verminas


vermolming ZN

1 putrescentia


vermommen WW

1 (verkleden) disguisar, travestir, costumar, (een masker opzetten) mascar, mascarar
zich -- als schoorsteenveger = disguisar se como nettacammino
2 (FIG) disguisar, camouflar {oe}, dissimular, occultar


vermomming ZN

1 disguisamento, travestimento
-- als cowboy = disguisamento de cowboy (E)
bal in -- = ballo disguisate


vermoorden WW

1 occider, assassinar
Balthasar Gerards heeft Willem de Zwijger vermoord = Balthasar Gerards ha assassinate Guilhelmo le Taciturno


vermoording ZN

1 assassinato, homicidio


vermorsen WW

1 guastar, dissipar
het eten -- = guastar le nutrimento
zijn tijd -- = dissipar tempore
zijn leven -- = guastar su vita


vermorzelen WW

1 triturar, pulverisar, fracassar
een steen -- = fracassar un petra
een record -- = pulverisar un record (E)
een tegenstander -- = pulverisar un adversario


vermorzeling ZN

1 tritura, trituration, pulverisation, fracassura
-- van een record = pulverisation de un record (E)
2 (MED) comminution


vermout ZN

1 vermut


vermouten WW

1 converter in malt


vermouting ZN

1 conversion in malt


vermuffen WW

1 mucer


vermummiën WW

1 mumificar


vermummiing ZN

1 mumification


vermunten WW

1 cunear, monetisar, converter in moneta


vermurwen WW

1 ablandar, mollificar
het hart -- = ablandar le corde
zich laten -- = ceder al supplicationes/objurgationes de un persona
hij was niet te -- = ille non se lassava ablandar, ille esseva inflexibile


vermurwing ZN

1 mollification


vernachelen WW

1 dupar, illuder, deluder


vernagelen WW

1 (vastspijkeren) clavar
2 (dichtspijkeren) clavar, condemnar
een deur -- = condemnar un porta
3 (van een paard/kanon) inclavar
het -- = inclavatura


vernageling ZN

1 (van een paard/kanon) inclavatura


vernaggelen WW

1 Zie: vernachelen


vernalisatie ZN

1 vernalisation, jarovisation


vernaliseren WW

1 vernalisar
het -- = vernalisation


vernatio ZN

1 vernation, prefoliation


vernauwen WW

1 (nauwer maken) stringer, restringer, constringer, render plus stricte
een kledingstuk -- = stringer un vestimento
een doorgang -- = restringer un passage
2 (nauwer worden) stringer se, constringer se


vernauwend BN

1 restringente, constrictive, constringente


vernauwing ZN

1 constriction, striction, strictura, (MED ook) stenose (-osis)
-- van de bloedvaten = constriction/stenose (-osis) del vasculos sanguinee


vernederen WW

1 humiliar, mortificar, abassar, degradar
het -- = humiliation, mortification, abassamento, degradation
iemands trots -- = humiliar le orgolio de un persona
iemand tot zijn slaaf -- = reducer un persona al nivello de un sclavo


vernederend BN

1 humiliante, mortificante, abassante, degradante
--e situatie = situation humiliante


vernedering ZN

1 humiliation, mortification, degradation, abassamento, (belediging) affronto
een -- ondergaan = esser humiliate, reciper un mortification


vernederlandsen WW

1 (mbt personen) adaptar se al mores nederlandese, devenir nederlandese
2 (TAAL) adaptar se al (lingua) nederlandese, devenir nederlandese
3 (een Nederlandse vorm geven aan) adaptar al (lingua) nederlandese


verneembaar BN

1 perceptibile, audibile
nauwelijks -- geluid = sono/ruito a pena perceptibile


vernegenvoudigen WW

1 nonuplar


vernegligeren WW

1 negliger, non observar


vernemen WW

1 (horen) perciper
2 (ter ore/te weten komen) apprender
een bericht -- = apprender un nova
iets uit welingelichte bron -- = apprender un cosa de fonte ben informate
ik heb vernomen dat = on me ha informate que
wij vernemen uit uw brief... = nos lege in vostre littera...


verneuken WW

1 dupar, mystificar, deciper, illuder, deluder


verneukerij ZN

1 duperia, deludimento


vernevelen WW

1 (als nevel doen verstuiven) vaporisar, nebulisar, pulverisar, atomisar
het -- = vaporisation, nebulisation, pulverisation


verneveling ZN

1 vaporisation, nebulisation, pulverisation


vernielachtig BN

1 Zie: vernielzuchtig


vernielachtigheid ZN

1 Zie: vernielzuchtigheid


vernielal ZN

1 vandalo, destructor


vernielbaar BN

1 destructibile


vernielbaarheid ZN

1 destructibilitate


vernielen WW

1 destruer, deteriorar, vastar, devastar, demolir, deler, ruinar, romper
het -- = destruction, deterioration, devastation, demolition, deletion, ruinamento
de stad werd door brand vernield = le urbe ha essite destruite per le incendio
de regen heeft de oogst vernield = le pluvia(s) ha ruinate le recolta


vernielend BN

1 destructive


vernieler ZN

1 exterminator, destructor, devastator, demolitor, vandalo


vernieling ZN

1 destruction, devastation, demolition, ruinamento, deletion, eversion, annihilation, extermination
iets in de -- helpen = destruer/rumper un cosa


vernielingsgeest ZN

1 Zie: vernielzucht


vernielziek BN

1 Zie: vernielzuchtig


vernielzucht ZN

1 destructivitate, rabie/pulsion/spirito de destruction, vandalismo


vernielzuchtig BN

1 destructive, vandale, vandalic
--e daden = actos vandalic


vernier ZN

1 (WISK) vernier (F)


vernietigbaar BN

1 (vernietigd kunnende worden) destructibile
2 (JUR) (nietig verklaarbaar) annullabile, rescindibile, rescissibile
-- vonnis = sententia annullabile


vernietigbaarheid ZN

1 destructibilitate
2 (JUR) rescindibilitate
-- van een contract = rescindibilitate de un contracto


vernietigen WW

1 (ongeldig maken) annullar, cancellar, invalidar, rescinder, nullificar, render nulle, cassar
een contract -- = annullar/cancellar un contracto
een testament -- = annullar/cassar un testamento
een vonnis -- = annullar/invalidar/cassar un sententia/condemnation
een ontslag -- = nullificar un dimission
2 (verwoesten) destruer, devastar, vastar, demolir, deler, ruinar, desolar, annihilar, (uitroeien) exterminar
een streek -- = desolar un region
de stuwraket moest worden vernietigd = le missile propulsive debeva esser destruite
iemands reputatie -- = destruer/ruinar le reputation de un persona


vernietigend BN

1 (verwoestend) destructive, devastante, annihilante, exterminatori
--e oorlog = guerra devastante
de --e kracht van het water = le fortia destructive del aqua
--e blikken = reguardos devastante/pulverisante
--e kritiek = critica devastante/destructive/mordace
het vuur greep -- om zich heen = le foco/incendio se extendeva devastante omne cosas circum se
2 (annulerend) annullative, dirimente, resolutori, (afschaffend) derogatori, derogative


vernietiger ZN

1 Zie: vernieler


vernietiging ZN

1 destruction, demolition, devastation, desolation, extermination, annihilation, eversion, ruinamento, deletion
2 (annulering) annullation, cancellation, rescission, invalidation, nullification, revocation
-- van een verkoop = rescission de un vendita
-- van een vonnis = annullation/cassation de un sententia


vernietigingskamp ZN

1 campo de extermination/del morte


vernietigingskracht ZN

1 poter destructive


vernietigingsmiddelen ZN MV

1 medios de destruction


vernietigingsoorlog ZN

1 guerra exterminatori/de extermination/de destruction


vernietigingsrecht ZN

1 (JUR) derecto de cassation


vernietigingstactiek ZN

1 tactica de destruction


vernietigingswapen ZN

1 arma de destruction


vernieuwbaar BN

1 renovabile


vernieuwbouw ZN

1 renovation, rehabilitation


vernieuwen WW

1 (moderniseren) renovar, rehabilitar, modernisar, (een nieuw aspect inbrengen bij) innovar
het onderwijs -- = renovar le inseniamento
een huis -- = renovar/modernisar un casa
2 (vervangen) (dingen) reimplaciar, cambiar
een zadel -- = reimplaciar un sella
lampen -- = cambiar lampas
3 (contract, huur, etc.) novar, renovar
een contract -- = (re)novar un contracto
een overeenkomst -- = (re)novar un tractato
het -- van een contract = le (re)novation de un contracto
met vernieuwde kracht = con vigor/fortia renovate
een kunstenaar die zich voortdurend vernieuwt = un artista qui renova sempre/semper su obra, un artista qui cerca sempre/semper nove camminos


vernieuwend BN

1 innovator, innovative


vernieuwer ZN

1 (iemand die vernieuwt) novator, renovator, innovator, modernisator, reformator


vernieuwing ZN

1 (het moderniseren) renovation, modernisation, (opknapbeurt) renovation, rehabilitation, (inbreng van nieuwe aspecten) innovation
-- van het onderwijs = renovation del inseniamento
de -- van een vervallen huis = le renovation/rehabilitation de un casa ruinose
2 (het vervangen) reimplaciamento, cambio
de -- van het wegdek = le reimplaciamento del revestimento del cammino/del pavimento
3 (contract, huur, etc.) novation, renovation
-- van een contract = (re)novation de un contracto
4 (aangebrachte vernieuwing) renovation, innovation, modification, reimplaciamento
--en invoeren = introducer innovationes, innovar


vernieuwingsbeweging ZN

1 movimento de innovation/renovation


vernieuwingsdrang ZN

1 desiro/desiderio de innovation/renovation


vernieuwingsgedachte ZN

1 attitude innovator/innovative
de -- binnen het onderwijs = le ideas de reforma in le inseniamento


vernieuwingsgezind BN

1 aperte a cambio


vernieuwingspoging ZN

1 effortio/tentativa de innovation/renovation


vernieuwingsproces ZN

1 processo de innovation/renovation


vernieuwingstendens ZN

1 tendentia de innovation/renovation


vernieuwingswerk ZN

1 travalio/labor de innovation/renovation


vernikkelaar ZN

1 nickelator


vernikkelen BN

1 (met nikkel overtrekken) recoperir de nickel, nickelar
het -- = nickelatura, nickelage
vernikkelde schroeven = vites nickelate
2 (bedriegen) dupar
3 (verkleumen) gelar


vernikkeling ZN

1 nickelage, nickelatura


vernikkelsel ZN

1 nickelatura


vernis ZN

1 vernisse
een dun --je van hoffelijkheid = un strato superficial de cortesia


vernisfabricage ZN

1 fabrication de vernisse


vernisfabriek ZN

1 fabrica de vernisse


verniskwast ZN

1 pincel a/de/pro vernissar


vernislaag ZN

1 strato de vernisse


vernissage ZN

1 vernissage (F)


vernissen WW

1 vernissar


vernisser ZN

1 vernissator


vernoemen WW

1 dar le nomine de, dar le mesme nomine (a un persona/a un cosa)
vernoemd zijn naar iemand = haber le nomine de un persona


vernuft ZN

1 genio, ingenio, ingeniositate, intelligentia, sagacitate
het menselijk -- = le ingenio/ingeniositate human/del homine
iemand met/van -- = un homine ingeniose/de genio, un genio


vernuftig BN

1 ingeniose, (van personen OOK) sagace, imaginative
een -- mechaniek = un mechanismo ingeniose
het toestel werkt heel -- = le functionamento del apparato es multo ingeniose


vernuftigheid ZN

1 ingeniositate


vernummeren WW

1 (één nummer) cambiar de numero
2 (reeks nummers) cambiar le numeros/numeration


Verona ZN EIGN

1 Verona
uit/van -- = veronese
bewoner van -- = veronese


veronaangenamen WW

1 render disagradabile


veronachtzamen WW

1 negliger, non observar
iemands belangen -- = negliger le interesses de un persona
zijn gezondheid -- = negliger su sanitate
een niet te -- iemand = un persona non negligibile


veronachtzaming ZN

1 negligentia, inobservation, inobservantia, oblido
-- van de regels = inobservation del regulas
-- van zijn plicht = inobservantia de su deber


veronal ZN

1 veronal


veronaltablet ZN

1 tabletta/comprimito de veronal


verondersteld BN

1 (vermeend, verzonnen) supposticie
2 hypothetic
3 conjectural


veronderstellen WW

1 (vermoeden) supponer, presumer, creder, pensar, expectar, conjicer, conjecturar, putar
hij veronderstelde dat zij verhinderd was = ille supponeva que illa habeva habite un impedimento
2 (als uitgangspunt nemen) supponer, presumer
de leraar veronderstelde voldoende kennis bij zijn leerlingen = le professor supponeva que su alumnos habeva cognoscentias/cognoscimentos sufficiente
men mag wel -- dat zij zullen protesteren = on pote presumer que illes va protestar


veronderstelling ZN

1 (het vermoeden) supposition, presumption, conjectura
een -- logenstraffen = refutar un supposition
in de -- verkeren/leven dat = viver in le supposition que, supponer que, creder que
in de -- dat = supponiente que
die -- ligt voor de hand = isto es obvie
2 (hypothese) supposition, hypothese (-esis)
uit de lucht gegrepen -- = hypothese gratuite
die -- is niet erg aannemelijk = iste hypothese non es multo verisimile
van de -- uitgaan = partir del supposition/hypothese que
3 (FIL, WISK, etc.) postulato


Veronees ZN

1 (inwoner van Verona) veronese


Veronees BN

1 veronese
-- groen = verde veronese


verongelijken WW

1 tractar iniquemente/injustemente, offender
zich verongelijkt voelen = sentir se offendite
op verongelijkte toon = in tono offendite


verongelukken WW

1 (mbt personen) haber un accidente mortal, esser le victima de un accidente, esser occidite in un accidente, morir in un accidente
-- bij een brand = morir in un incendio
-- bij een vliegramp = morir in un catastrophe aeree
hij is in zijn auto verongelukt = ille se ha occidite in su auto(mobile)
2 (mbt vervoermiddelen) haber un collision, collider, (schip) naufragar


Veronica ZN EIGN

1 Veronica


verontheiligen WW

1 profanar, violar


verontheiliger ZN

1 profanator, violator


verontheiliging ZN

1 profanation, violation


verontreinigen WW

1 macular, polluer, contaminar
verontreinigd water = aqua contaminate
het water is door olie verontreinigd = le aqua ha essite polluite per oleo
de straling verontreinigt de lucht = le radiationes contamina le aere


verontreiniger ZN

1 contaminator


verontreiniging ZN

1 maculation, pollution, contamination
thermische -- = pollution thermic/thermal
zure -- = pollution acide
-- van het milieu = pollution/contamination del ambiente (ecologic)
-- van de geest = pollution del spirito
-- van de lucht = pollution/contamination del aere
-- door uitwerpselen = pollution fecal/de feces


verontrust BN

1 inquiete, alarmate, disturbate
--e ouders = genitores alarmate


verontrusten WW

1 inquietar, alarmar, turbar, disturbar
de bevolking door geruchten -- = alarmar le population per rumores


verontrustend BN

1 inquietante, alarmante, disturbante
--e berichten = novas alarmante/inquietante/disturbante
--e ontwikkelingen = eventos/disveloppamentos alarmante


verontrusting ZN

1 inquietude, alarma
de ontwikkelingen met -- gadeslaan = observar le eventos/disveloppamentos con inquietude


verontschuldigen WW

1 excusar, exculpar, disculpar
zich -- = excusar se, exculpar se, disculpar se
zich laten -- = excusar se de non poter venir
te -- = excusabile, exulpabile, disculpabile, pardonabile
zijn gedrag is niet te -- = su comportamento/conducta es inexcusabile


verontschuldigend BN

1 excusatori, exculpatori


verontschuldiging ZN

1 excusa, excusation, exculpation, disculpation, justification
zijn --en aanbieden = presentar/offerer/facer (su) excusas
iets ter -- aanvoeren = adducer/avantiar un cosa como excusa
een -- aannemen = acceptar un disculpation
zijn -- maken = excusar se, exculpar se, disculpar se


verontwaardigd BN

1 indignate
--e blikken = reguardos indignate
-- maken = indignar
-- zijn over iemand/over iets = resentir se de/indignar se contra un persona/de un cosa


verontwaardigen WW

1 indignar
zich -- over iets = indignar se de un cosa


verontwaardiging ZN

1 indignation
edele -- = indignation nobile
algemene -- = indignation general/public
selectieve -- = indignation selective
de -- opwekken over iemand/over iets = indignar se contra un persona/de un cosa
iemands -- opwekken = provocar le indignation de un persona


veroordeelde ZN

1 condemnato
een ter dood -- = un condemnato a morte
een -- gratiëren/genade schenken = gratiar un condemnato
een -- elektrocuteren = electrocutar un condemnato


veroordelaar ZN

1 condemnator


veroordelen WW

1 (oordeel uitspreken over) condemnar, (vonnissen) sententiar
bij verstek -- = condemnar in contumacia
tot een jaar gevangenisstraf -- = condemnar a un anno de prision
tot lijfstraf -- = condemnar al supplicio
ter dood -- = condemnar/sententiar a morte/al pena capital
tot levenslang -- = condemnar a perpetuitate
iemand voor diefstal -- = condemnar un persona pro furto
iemand veroordelen tot een geldboete van f. 100,- = imponer un mulcta de cento florinos a un persona
(FIG) iemand tot de reservebank -- = relegar un persona al banco del reimplaciantes/substitutos
2 (afkeuren) condemnar, reprobar, disapprobar
een boek -- = condemnar un libro
iemands gedrag -- = disapprobar le comportamento/conducta de un persona


veroordeling ZN

1 condemnation, sententia condemnatori
een -- uitspreken = pronunciar un condemnation
voorwaardelijke -- = condemnation conditional
-- tot de doodstraf = condemnation a morte/al pena capital
-- bij verstek = condemnation per contumacia
2 (afkeuring) condemnation, reprobation, disapprobation


veroorloven WW

1 permitter
zo'n dure auto kunnen we ons niet -- = nos non pote permitter nos un auto(mobile) si car, un auto(mobile) si car es superior a nostre medios
zich vrijheden tegenover iemand -- = prender libertates con un persona
zich de weelde -- van = permitter se le luxo de
2 autorisar


veroorloving ZN

1 permission
2 autorisation


veroorzaken WW

1 causar, occasionar, originar, provocar, producer, ingenerar
een verandering -- = producer un cambiamento
moeilijkheden -- = causar/originar/provocar problemas
een ramp -- = causar un catastrophe
schade -- = causar/originar damnos(s)
overstromingen -- = originar inundationes
(on)kosten -- = originar costos
dat veroorzaakt veel verdriet = isto suscita multe pena/affliction
een abortus -- = abortar
kanker -- = cancerar, cancerisar


veroorzaker ZN

1 (persoon) causator, occasionator, autor, (iets) causa, (SCHEI) agente
-- van voedseltekort = affamator


veroorzaking ZN

1 causation


verootmoedigen WW

1 humiliar, render humile
het -- = humiliation
zich voor God -- = humiliar se ante Deo


verootmoediging ZN

1 humiliation


verorberen WW

1 consumer, mangiar, prender
hij verorberde een broodjes met vlees = ille mangiava alicun panettos con carne


verorbering ZN

1 consumo, consumption


verordenen WW

1 (wettelijk bepalen) decretar, ordinar, prescriber
2 (bij verordening vaststellen) decretar, ordinar
3 (bevelen) decretar, ordinar, dictar, prescriber, injunger


verordening ZN

1 regulamento, ordinantia, statuto, decreto
--en van de gemeente = regulamentos/ordinantias municipal/ del municipalitate
dat is bij -- vastgesteld = isto ha essite fixate in un regulamento
volgens -- = in virtute del ordinantia
een jungle van --en = un jungla/mar de decretos


verordineren WW

1 ordinar, mandar, prescriber, decretar


verordonneren WW

1 Zie: verordineren


verouderd BN

1 obsolete, desuete, archaic, antiquate, dismodate, perimite, vetuste, passate de moda
--e opvattingen = conceptiones antiquate/perimite
-- gebruik = practica obsolete/antiquate, costume cadite in desuetude/disuso
--e vormen = formas antiquate
-- woord = parola antiquate/archaic/obsolete, archaismo
--e uitdrukking = expression antiquate/archaic/obsolete, archaismo
gebruiker van --e taal = archaista
2 (oud geworden) devenite vetere/vetule, senescite


verouderen WW

1 (oud maken) inveterar, render vetere/vetule
de harde arbeid heeft hem verouderd = le multe labores/travalios le ha inveterate
2 (oud worden) inveterar, senescer
mijn vader is sinds verleden jaar erg verouderd = mi patre ha inveterate multo desde le anno passate
3 (buiten gebruik raken) cader in desuetude/disuso, devenir obsolete/antiquate, obsolescer, desmodar se, antiquar se, inveterar


veroudering ZN

1 (het ouder worden) senescentia
-- van een bevolking = senescentia de un population
2 (het in onbruik geraken) obsolescentia, desuetude, disuso
3 (het niet meer voldoen aan de eisen van de tijd) obsolescentia
economische -- = obsolescentia economic


verouderingsproces ZN

1 processo de senescentia


verouderingsverschijnsel ZN

1 symptoma de senescentia


verouwelijken WW

1 (ouwelijk maken) inveterar
die kleding verouwelijkt haar = iste vestimentos la invetera
2 (er ouder uit gaan zien) inveterar


veroveraar ZN

1 (iemand die verovert) conquisitor, conquirente, expugnator
Willem de Veroveraar = Guilhelmo/Guilielmo le Conquisitor
2 (mbt liefde) seductor


veroverd BN

1 captive
--e stad = citate captive
-- gebied(en) = conquesta


veroveren WW

1 conquirer, expugnar, capturar, captivar, (mbt liefde) conquirer, capturar, seducer
een land -- = conquirer un pais
een stad -- = expugnar un citate
een markt -- = conquirer un mercato
de harten zijner toehoorders -- = conquirer/captivar le cordes de su auditorio
het publiek stormenderhand -- = conquirer le publico per assalto


verovering ZN

1 conquesta, expugnation
-- van een markt = conquesta de un mercato
-- van een land = conquesta de un pais
-- van de macht = conquesta del poter


veroveringskrijg ZN

1 Zie: veroveringsoorlog


veroveringsoorlog ZN

1 guerra de conquesta


veroveringsplan ZN

1 plano de conquesta


veroveringstocht ZN

1 campania de conquesta


veroveringszucht ZN

1 sete de conquesta


verpachtbaar BN

1 arrentabile


verpachten WW

1 dar in arrentamento, arrentar
een terrein -- = arrentar un terreno


verpachter ZN

1 arrentator


verpachting ZN

1 arrentamento


verpakken WW

1 imballar, inveloppar, impaccar, impacchettar


verpakker ZN

1 imballator, impaccator


verpakking ZN

1 (middel) imballage, inveloppe
gebrekkige -- = imballage deficiente/insufficiente
eenmalige -- = imballage a uso unic
milieuvriendelijke -- = imballage biodegradabile
de -- verwijderen = disimballar, disimpacchettar
2 (handeling) imballage


verpakkingsartikel ZN

1 articulo de imballage


verpakkingsbedrijf ZN

1 interprisa de imballage


verpakkingsblik ZN

1 latta de imballage


verpakkingsglas ZN

1 vitro de imballage


verpakkingshout ZN

1 ligno de imballage


verpakkingsindustrie ZN

1 industria del imballage


verpakkingskosten ZN MV

1 costos de imballage


verpakkingsmachine ZN

1 machina a/de imballar


verpakkingsmateriaal ZN

1 material de imballage


verpakkingsmiddelen ZN MV

1 Zie: verpakkingsmateriaal


verpakkingsrobot ZN

1 Zie: inpakrobot


verpakkingswijze ZN

1 modo de imballage


verpandbaar BN

1 pignorabile
-- goed = ben pignorabile


verpandbaarheid ZN

1 pignorabilitate


verpanden WW

1 pignorar
het -- = pignoration
een horloge -- = pignorar un horologio
zich aan de duivel -- = vender su anima al diabolo
zijn hart aan iemand -- = dar le corde a un persona


verpanding ZN

1 pignoration


verpatsen WW

1 vender (a precio basse)


verpauperen WW

1 pauperisar (se), impovrir se, cader in le miseria
het -- = pauperisation, impovrimento


verpaupering ZN

1 pauperisation, impovrimento


verpekelen WW

1 salar, salmuriar


verpersoonlijken WW

1 personificar, incarnar
het -- = personification, incarnation


verpersoonlijking ZN

1 personification, incarnation


verpesten WW

1 (doen stinken) appestar, infectar, contaminar
de lucht -- = infectar/invenenar le aere
2 (bederven, in de war sturen, kapot maken) guastar
de sfeer -- = guastar le atmosphera/ambiente
iemand die iets verpest = guastator


verpestend BN

1 pestilente, pestilential, fetide, mephitic
--e invloed = influentia pestilente


verpesting ZN

1 infection


verpieteren WW

1 (mbt voedsel) cocer un troppo longe tempore, esser cocite troppo
verpieterd spek = lardo/bacon (E) troppo cocite
2 (van planten) deperir, marcescer, (uitdrogen) siccar
de planten verpieteren = le plantas deperi


verplaatsbaar BN

1 transportabile, mobile, movibile, removibile, locomobile, displaciabile, que pote esser displaciate, rolante


verplaatsbaarheid ZN

1 removibilitate, transportabilitate


verplaatsen WW

1 (elders plaatsen) cambiar de loco, displaciar, transferer, transportar, translatar, dislocar, remover, mover, (woorden, letters, cijfers) transponer
dat is de moeilijkheden -- = isto es displaciar/transferer le problemas
een winkel -- = transferer un magazin
woorden in een zin -- = transponer parolas in un phrase
zich moeizaam -- = displaciar se con difficultate
zich langzaam -- = displaciar se lentemente
naar een ander tijdperk -- = transportar a un altere epocha
zich in iemands toestand -- = poner se/mitter se in le situation/caso/loco de un altere persona
de aanvang van de vergadering naar een later tijdstip -- = ajornar/postponer le reunion
ik kan mij er best in -- = io lo comprende perfectemente
(WISK) parallel -- = translatar
2 (door zijn volume/beweging verplaatsen) displaciar
een schip verplaatst water = un nave displacia aqua


verplaatsing ZN

1 displaciamento, transferentia, transferimento, dislocation, translation, remotion, (woorden, letters, cijfers) transposition, (omzetting) interversion
-- van troepen = displaciamento de truppas
-- van water = displaciamento de aqua
(WISK) parallele -- = translation
2 (WISK) permutation


verplaatsingskosten ZN MV

1 costos/expensas de displaciamento


verplantbaar BN

1 transplantabile
oude bomen zijn niet -- = vetule arbores non es transplantabile


verplanten WW

1 transplantar, replantar, displantar
het -- = transplantation, replantation, displantation
te -- = transplantabile


verplanting ZN

1 transplantation, replantation, displantation


verpleegdag ZN

1 die/jorno in le hospital/de hospitalisation


verpleegde ZN

1 malado (hospitalisate), patiente


verpleeghuis ZN

1 casa de convalescentia


verpleeghulp ZN

1 (persoon) infirmero/a auxiliar
2 (hulp bij het verplegen) assistentia de infirmeros/infirmeras


verpleeginrichting ZN

1 Zie: verpleeghuis
2 casa de sanitate


verpleegkosten ZN MV

1 (in ziekenhuis) costos de hospitalisation


verpleegkunde ZN

1 assistentia a(l) malados, nursing (E)


verpleegkundig BN

1 medical, sanitari


verpleegkundige ZN

1 infirmero


verpleegster ZN

1 infirmera


verpleegstersdiploma ZN

1 diploma de infirmera


verpleegstersopleiding ZN

1 formation de infirmeras


verpleegstersschort ZN

1 avantal de infirmera


verpleegstersuniform ZN

1 uniforme de infirmera


verpleegtehuis ZN

1 Zie: verpleeghuis


verplegen WW

1 curar, dar curas, assister
--d personeel = personal de assistentia, infirmeros


verpleger ZN

1 infirmero, hospitalero, guardamalado(s)


verpleging ZN

1 (het verplegen/verpleegd worden) curas, tractamento, assistentia medical/de un infirmero/a
2 (ziekenzorg) assistentia a(l) malados, nursing (E)
zij gaat in de -- = illa va facer studios de infirmera, illa va esser infirmera
zij zit in de -- = illa travalia/labora como infirmera, illa es infirmera


verplegingskosten ZN MV

1 costos/expensas de hospitalisation


verpletteren WW

1 applattar, triturar
2 (vernietigen) destruer, devastar, fracassar


verpletterend BN

1
--e nederlaag = disfacta complete
-- bewijs = prova/proba convincente
-- antwoord = responsa devastante
--e meerderheid = majoritate multo superior


verplettering ZN

1 fracassura, tritura, trituration
2 (vernietiging) destruction, devastation


verplicht BN

1 (genoodzaakt) obligate
moreel -- = moralmente obligate
2 (voorgeschreven) compulsori, obligatori
--e bijdrage = contribution obligatori
--e rijrichting = senso obligatori
--e boeken = libros prescribite
(mbt kunstschaatsen) --e figuren = figuras compulsori
-- verzekerd = compulsorimente/obligatorimente assecurate, con assecurantia obligatori
volstrekt -- zijn = esser de rigor
(behoren) -- zijn = deber
niet -- = facultative
3 (erkentelijk) obligate
zich -- voelen = sentir se obligate
ik ben u zeer -- = io vos es multo obligate


verplichten WW

1 (noodzaken) obligar, compeller, constringer, fortiar, coercer
hij verplichtte mij hem behulpzaam te zijn = ille me ha obligate/compellite/fortiate a adjutar le
de wet verplicht ons daartoe = le lege nos oblige/compelle a isto
de ziekte verplicht hem tot rust = le maladia le constringe al reposo
2 (door dienst verbinden) obligar
iemand (aan zich) -- = obligar un persona


verplichtend BN

1 obligatori, obligante
-- karakter = obligorietate
moreel -- = incumbente


verplichting ZN

1 (het verplichten/verplicht zijn) obligation
wettelijke -- = obligation legal
contractuele --en = obligationes contractual
financiële --en = obligationes financiari
--en aangaan = contraher/contractar obligationes
zijn --en nakomen = facer honor a/satisfacer a/complir su obligationes
--en op zich nemen = contractar/contraher obligationes
iemand van zijn --en ontheffen/ontslaan = exonerar/exemptar/discargar/relevar/disligar un persona de su obligationes
zich aan zijn --en onttrekken = subtraher se a su obligationes
ontslag van een -- = exemption de un obligation
dat schept --en = isto crea obligationes, isto obliga
2 (morele verplichting) deber (moral), obligation (moral)
sociale --en = obligationes social
--en opleggen = imponer deberes
iemand van zijn --en ontheffen/ontslaan = exonerar/exemptar/relevar/discargar un persona de su deberes
ontslag van een -- = exemption de un deber
3 (noodzaak) obligation, necessitate, exigentia


verplooien WW

1 plicar alteremente


verpolitieken WW

1 politisar


verpolitieking ZN

1 politisation


verpolitiseren WW

1 politisar


verpolitisering ZN

1 politisation


verpoppen WW

1 transformar se/cambiar se in chrysalide/pupa, chrysalidar se, pupar


verpopping ZN

1 transformation/cambiamento in chrysalide/pupa, pupation


verpoten WW

1 Zie: verplanten


verpoting ZN

1 Zie: verplanting


verpotten WW

1 mitter/poner in un altere potto, cambiar de potto


verpotting ZN

1 cambiamento de potto


verpozen WW

1
zich -- = dar se un momento de reposo, recrear se, diverter se, relaxar


verpozing ZN

1 reposo, relaxation, recreation, diversion


verpraten WW

1 (met praten doorbrengen) guastar su tempore per garruladas
2
(zijn mond voorbijpraten) zich -- = trair se, dicer troppo


verprutsen WW

1 (verknoeien) guastar, facer mal
hij heeft het werk verprutst = illa ha guastate le labor/travalio
2 (verspillen) guastar, dissipar
zijn tijd -- = guastar/dissipar/perder su tempore


verpulverbaar BN

1 pulverisabile, triturabile


verpulveren WW

1 reducer in/a pulvere, pulverisar, triturar
het -- = reduction a/in pulvere, pulverisation, tritura, trituration, trituramento


verpulvering ZN

1 reduction a/in pulvere, pulverisation, tritura, trituration, trituramento


verraad ZN

1 (het verraden) traition
snood -- = traition infame
-- plegen = committer/facer un traition, trair
het brandmerk van het -- = le stigma del traition
2 (trouweloosheid) traition, disloyalitate, perfidia


verraden WW

1 trair
een vriend -- = trair un amico
een geheim -- = trair/violar/revelar un secreto
zijn (vader)land -- = trair su patria
uw stem verraadt u = vostre voce vos trai
zijn naam verried zijn Ierse afkomst = su nomine ha traite/revelate/indicate su origine irlandese
dit boek verraadt een groot talent = iste libro revela/monstra un grande talento
deze geur verraadt de aanwezigheid van gas = iste odor indica/releva le presentia de gas


verrader ZN

1 traitor
een -- van het vaderland = un traitor del patria
weg met de --s! = a basso le traitores!


verraderij ZN

1 Zie: verraad


verraderlijk BN

1 perfide, perfidiose, (geniepig) insidiose, (gevaarlijk) periculose
--e ziekte = morbo insidiose


verraderlijkheid ZN

1 perfidia, disloyalitate, insidia


verradersgezicht ZN

1 facie/visage de traitor


verradersloon ZN

1 salario del traition


verradersrol ZN

1 rolo/parte de traitor


verrafelen WW

1 effrangiar


verramsjen BN

1 vender a precio vil/a qualcunque precio


verrassen WW

1 surprender
de dood verraste hem tijdens zijn werk = le morte le ha surprendite in su labor/travalio
dat bericht verraste mij = iste nova me ha surprendite
onaangenaam verrast zijn = esser disagradabilemente surprendite
een dief -- = prender un fur/robator per surprisa


verrassend BN

1 surprendente
-- effect = effecto surprendente
-- bericht = nova surprendente
-- goede vorderingen maken = facer progressos surprendente
--e aanval = attacco de/per surprisa
--e gebeurtenis = surprisa


verrassing ZN

1 surprisa
kreet van -- = crito de surprisa
aangename -- = surprisa agradabile
een stad bij -- innemen = prender un citate per surprisa
iemand een -- bereiden = preparar un surprisa pro un persona
een tas vol --en = un sacco plen de surprisas


verrassingsaanval ZN

1 attacco impreviste/per surprisa/de surprisa


verrassingseffect ZN

1 effecto de surprisa


verrassingsmoment ZN

1 momento de surprisa


verrast BN

1 surprendite
aangenaam -- = gratemente surprendite
zichtbaar -- = visibilemente surprendite


verre BW

1 Zie: ver
2
-- de voorkeur verdienen = esser multo plus preferibile que


verrechtsen WW

1 mover al dextera/dextra


verregaand BN

1 extreme, enorme, inaudite, extraordinari, ample, excessive, extensive, exorbitante
een --e moed = un corage inaudite
--e bevoegdheden = competentias extensive/ample
--e hervormingen = reformas radical
in --e staat van ontbinding = in un stato de putrefaction/decomposition avantiate
hij was -- onbeschoft = ille esseva extrememente grossier


verregenen WW

1 esser guastate per le pluvia
het feest is verregend = le festa ha essite guastate per le pluvia
verregende zomer = estate extrememente pluviose


verreikend BN

1 de longe/grande portata
-- geschut = cannones/artilleria de longe portata
2 (FIG) grande, de grande portata, ambitiose
--e ambities = grande ambitiones
-- plan = projecto ambitiose
-- doel = objectivo ambitiose
dat heeft --e gevolgen = isto ha consequentias importante/de grande portata


verreisd BN

1 fatigate per le viage


verreizen WW

1
veel geld -- = dispensar multe moneta pro viages


verrekenen WW

1 (vereffenen) saldar, pagar, mitter/prender in conto, liquidar, regular, (aftrekken) discontar
2
(zich vertellen) zich -- = facer un error de calculo, facer un mal calculo, miscalcular, calcular mal


verrekening ZN

1 (het verrekenen) pagamento, regulamento, liquidation, (EC) clearing (E)
2 (misrekening) error de calculo, miscalculation


verrekeningscheque ZN

1 cheque (E) non negotiabile


verrekeningskamer ZN

1 camera de compensation, clearinghouse (E)


verrekenkantoor ZN

1 Zie: verrekeningskamer


verrekijker ZN

1 binoculo


verrekkeling ZN

1 homine detestabile


verrekken WW

1 (ontwrichten) luxar se, dislocar se, distender, torquer se
een spier -- = torquer se/distender un musculo
zijn arm -- = luxar se le bracio
zijn nek -- = haber torticollis
2 (sterven) crepar, morir
laten -- = lassar crepar/morir
de mensen lagen op straat te -- = le gente crepava/moriva in le stratas
-- van de honger = crepar/morir de fame


verrekking ZN

1 (MED) luxation, dislocation, contortion, contorsion, (mbt spier) elongation, effortio, (van de nek) torticollis


verrekt BN

1 (ontwricht) luxate, elongate
2 (FIG) multe
het is --e koud = il face multe frigido
dat is --e duur = isto es carissime/multo car
3
dat --e woordenboek = iste dictionario maledicte


verreweg BW

1 de longe, multo, infinitemente
dat is -- het verkieslijkste = isto es infinitemente preferibile
hij is -- de sterkste = ille es de longe le plus forte
-- de grootste = de longe/multo le plus grande
-- het grootste deel = le major parte
-- de meeste(n) = le grande majoritate


verrichten WW

1 executar, exequer, effectuar, facer, realisar
handelingen -- = effectuar manipulationes
reparatiewerkzaamheden -- = effectuar reparationes
formaliteiten -- = effectuar formalitates
handwerk -- = effectuar labores/travalios manual
een boodschap -- = facer un commission/emption
betalingen -- = facer pagamentos
diensten -- = prestar servicios
onderzoek -- = investigar
sectie -- = facer/realisar un autopsia, autopsiar
hij kan zijn werk niet -- = ille non pote executar/facer su labor/travalio
het geloof verricht wonderen = le fide face/opera miraculos


verrichting ZN

1 (uitvoering) execution, realisation
2 (werkzaamheid) travalio, labor, activitate, (mbt bank) operation, (MED) acto, tractamento
de dagelijkse --en = le activitates de cata die
medische -- = acto medical
(MED) bijzondere --en = tractamentos special
de --en van een orgaan = le functiones de un organo


verrichtingsleer ZN

1 physiologia


verrijdbaar BN

1 rolante, con/super rotas, mobile


verrijden WW

1 (rijdend verplaatsen) transportar (con un vehiculo), displaciar, mover
verrijd die kar een eindje om mij door te laten = displacia iste carro un pauco/un poco pro lassar me passar
2 (voor rijden uitgeven) dispender pro le viage
wij hebben honderd gulden verreden = nos ha dispendite cento florinos pro le viage
3 (rijden om) competer in/pro
een kampioenschap -- = competer in un campionato


verrijken WW

1 (rijker maken) inricchir, augmentar
de handel verrijkt het land = le commercio inricchi le pais
zijn kennis -- = inricchir/augmentar su cognoscentias/cognoscimentos/saper
zijn geest -- = inricchir su spirito
zijn woordenkennis -- = inricchir/augmentar su vocabulario
2 (begiftigen met) dotar de
3 (SCHEI) inricchir
uranium -- = inricchir uranium


verrijking ZN

1 inricchimento, augmento
-- van zijn kennis = inricchimento/augmento de su cognoscentia/cognoscimento/saper
-- van de geest = inricchimento del spirito
-- van een verzameling = inricchimento de un collection


verrijkt BN

1 inricchite
-- uranium = uranium inricchite


verrijzen WW

1 (oprijzen) levar se, (uit de dood) resuscitar (del morte), resurger, renascer
de zon verrijst boven de kim = le sol se leva al horizonte
van zijn plaats -- = levar se de su placia
Christus zal ten derde dage -- = (le) Christo resuscitara le tertie die/jorno
als een feniks uit zijn as -- = renascer como un phenice de su cineres
2 (opkomen) surger, (snel) emerger
3 (gaan optreden) apparer, manifestar se
er is een profeet verrezen = un propheta se ha manifestate


verrijzenis ZN

1 (REL) resurrection
-- des vleses = resurrection del carne
feest van de Verrijzenis = festa/celebration del Resurrection (de Nostre Senior)


verrijzing ZN

1 (het opkomen) levar
2 (verrijzenis) resurrection


verrimpelen WW

1 (met rimpels bedekt worden) arrugar se
de appels verrimpelen = le pomos/malos se arruga
2 (rimpels doen krijgen) arrugar
de jaren hebben zijn gezicht verrimpeld = le annos ha arrugate su visage


verroeien WW

1
een kampioenschap -- = disputar un campionato de remage


verroeren WW

1 (bewegen) mover
verroer je niet! = non move te!
geen vin -- = esser completemente immobile


verroering ZN

1 (beweging) movimento


verroest BN

1 coperte de ferrugine, oxydate, corrodite


verroesten WW

1 coperir se de ferrugine, oxydar se
verroest ijzer = ferro oxydate
het slot is verroest = le serratura se ha oxydate


verroesting ZN

1 oxydation


verroken WW

1
hij verrookt veel geld = ille dispensa multe moneta in tabaco/cigarrettas/cigarros


verrolbaar BN

1 Zie: verrijdbaar


verrollen WW

1 mover/displaciar super rolos/rotas
een zware kast -- = mover/displaciar un armario pesante super rotas


verronselen WW

1 recrutar


verrot BN

1 putrite, putride, putrefacte, (FIG) corrumpite
inwendig -- = putrite interiormente
door en door -- = totalmente/completemente putrite
--te appels = pomos/malos putride
--te toestanden = situationes multo mal


verrot! TW

1 maledicte!, malediction!


verrotheid ZN

1 putrefaction, (FIG) corruption


verrotten WW

1 (door rotting aangetast worden) putrer se, putrefacer se, putrescer, decomponer se, (FIG) corrumper se
het hout verrot = le ligno putresce
2
het kan me niet(s) -- = il non me importa


verrotting ZN

1 putrefaction, putrescentia, decomposition
onderhevig aan -- = putrescibile
vatbaarheid voor -- = putrescibilitate
dit hout is tegen -- bestand = iste ligno es imputrescibile


verrottingsproces ZN

1 (processo de) putrefaction, (processo de) decomposition


verrucaria ZN

1 (PLANTK) verrucaria


verruilbaar BN

1 cambiabile, excambiabile, trocabile


verruilen WW

1 cambiar, excambiar, trocar
van plaats -- = cambiar placias/de placia/sedia
-- voor = cambiar pro, trocar pro


verruiling ZN

1 cambio, excambio, troco
-- van plaats = cambio de placias/placia/sedia


verruimen WW

1 allargar, aggrandir, extender, expander, ampliar, dilatar
zijn blik -- = allargar/ampliar su vista
het gezichtsveld -- = allargar/ampliar le campo de vision
zijn geest -- = allargar su spirito
zijn horizon -- = ampliar le horizonte
mogelijkheden -- = augmentar/allargar/extender possibilitates
de geldmarkt -- = ampliar/expander le mercato de capital


verruiming ZN

1 allargamento, extension, expansion, aggrandimento, ampliation, dilatation
-- van de horizon = ampliation del horizonte
-- van de arbeidsmarkt = expansion del mercato de labor
-- van de inhoud van een begrip = extension de un concepto
morele -- = allargamento del moral


verrukkelijk BN

1 delectabile, deliciose, exquisite
-- hapje = morsello exquisite
--e aardbeien = fragas delectabile/deliciose/exquisite
--e taart = torta deliciose
dat smaakt -- = isto es deliciose


verrukkelijkheid ZN

1 delicia


verrukken WW

1 enthusiasmar, extasiar, exstasiar, incantar, fascinar, raper


verrukking ZN

1 enthusiasmo, incantamento, ecstase (-asis), extase, (-asis), exaltation, rapimento, rapto
hemelse -- = ecstase/extase celeste
in -- raken = ecstasiar se, extasiar se


verrukt BN

1 ecstatic, extatic, delirante, incantate, extasiate, exstasiate
-- over het bezoek = incantate del visita
ze was -- van de kleur = illa esseva incantate del color, le color la incantava
-- zijn = delirar, ecstasiar se, extasiar se


verrundering ZN

1 (PEJ) massification


verruwen WW

1 (ruwer worden) devenir (plus) grossier/vulgar
haar taalgebruik verruwt = su linguage deveni vulgar
2 (ruwer maken) render (plus) grossier/vulgar


vers ZN

1 (versregel) verso, (BIJBEL) verso, versetto
catalectisch -- = verso catalectic
dactylisch -- = verso dactylic
tweeregelig -- = disticho
drievoetig -- = trimetro
vijfvoetig -- = pentametro
vijflettergrepig -- = pentasyllabo
zevenvoetig -- = septenario
rijmloze --en = versos blanc
metrisch -- = verso metric
ritmisch -- = verso rhythmic
vrije --en = versos libere/blanc
vertaling in --en = traduction in versos
Marcus 6, -- 10 = Marco 6, versetto 10
2 (couplet) verso, strophe
(FIG) dat is -- twee = isto es un altere cantion, isto es un toto altere historia, isto es altere cosa
3 (gedicht) verso, poesia, poema
lyrisch -- = verso lyric
--en maken = versificar, poetisar, rimar
een --je opzeggen = declamar un poesia
4 (dichtvorm) verso


vers BN

1 (fris, nieuw) fresc
--e boter = butyro fresc
--e eieren = ovos fresc
--e groenten = verduras fresc
--e melk = lacte fresc
--e zalm = salmon fresc
--e worst = salsicia fresc
-- brood = pan fresc
--e vruchten = fructos fresc
2 (niet lang geleden ontstaan) recente, fresc
--e sneeuw = nive fresc/virgine
--e sporen van een dier = tracias fresc de un animal
-- verdriet = pena/affliction recente
--e wonde = vulnere recente
-- gekookte melk = lacte recentemente cocite
dat ligt nog -- in het geheugen = isto es ancora fresc in le memoria
3 (ongebruikt) nove, fresc
een --e fles = un nove bottilia
--e paarden = cavallos fresc
--e troepen = truppas fresc


versaagd BN

1 (bang) pavorose, timorose, pusillanime
2 (moedeloos) sin corage, discoragiate


versaagdheid ZN

1 (bangheid) pavor, timor, pusillanimitate
2 (moedeloosheid) discoragiamento


versagen WW

1 (bang worden) prender pavor
2 (de moed verliezen) discoragiar se, perder corage
niet -- = non discoragiar se, non perder corage, (volharden) perseverar


versatiel BN

1 versatile, volubile, inconstante


versatiliteit ZN

1 versatilitate, volubilitate, inconstantia


versbouw ZN

1 versification, structura/composition metric/de un poema
de leer van de -- = metrica


verschaald BN

1 non fresc


verschaffen WW

1 dar, procurar, fornir, munir, suppler (de), provider (de), subministrar
iemand hulp -- = fornir adjuta a un persona, provider un persona de adjuta
iemand raad -- = dar un consilio a un persona, suppler un persona de consilio
iemand geld -- = procurar moneta a un persona, suppler/provider un persona de moneta
iemand onderdak -- = dar/procurar allogiamento a un persona, allogiar un persona
iemand de nodige middelen -- = procurar le medios necessari a un persona
zich genoegdoening -- = procurar se satisfaction
zich voedsel -- = procurar se alimento/nutrimento
planten die ons voedsel -- = plantas que nos provide/supple de alimento/nutrimento
zich toegang -- = procurar se le accesso
inlichtingen -- = dar informationes
opheldering -- = dar explicationes/explanationes
werk -- aan = procurar/dar labor/travalio a
wat verschaft hem het recht om = que da le le derecto de
wat verschaft mij het genoegen? = a que debe io le honor/le placer?


verschaffing ZN

1 fornimento, fornitura, procuration, provision


verschalen WW

1 perder su frescor/le sapor, devenir insipide/rancide
verschaald bier = bira sin fortia


verschalken WW

1 (nuttigen) consumer, prender
een paar glaasjes -- = biber alicun vitros
2 (vangen) attrappar
een visje -- = attrappar un pisce
3 (te slim af zijn) mystificar, dupar, deluder, illuder
de keeper -- = mystificar le goalkeeper (E)
zich laten -- = lassar se dupar


verschalking ZN

1 duperia, mystification, (misleiding) obreption


verschansen WW

1 (met schansen versterken) fortificar
een stad -- = fortificar un citate
2
(bescherming zoeken) zich -- = fortificar se, barricadar se
zich achter een muurtje -- = prender protection detra un parapetto
zich in zijn kamer -- = barricadar se in su camera


verschansing ZN

1 (handeling) fortification
2 (resultaat) fortification, barricada, retirada, parapetto
3 (reling) barra protective


verschansingslinie ZN

1 linea de fortificationes


verscheellicht ZN

1 paralaxe


verscheiden BN

1 plure, varie, diverse
--e malen = varie vices


verscheiden WW

1 (sterven) transpassar, morir, deceder


verscheiden ZN

1 transpasso, transpassamento, decesso, morte


verscheidene ONB VNW

1 plures


verscheidenheid ZN

1 (verschil) differentia, diversitate, dissimilantia, dissimilitude
-- brengen in = diversificar
2 (verzameling van verschillende eenheden) varietate, diversitate, assortimento
een grote -- in prijzen = un grande varietate/assortimento de precios
een rijke -- = un varietate ricchissime
een grote -- aan ideeën = un multiplicitate de ideas
-- aan culturen = diversitate/varietate de culturas
3 (MV) (zaken/beschouwingen van verschillende aard) varietate, diversitate
4 (BIOL) varietate
oneindige -- van de natuur = varietate infinite del natura


verschelen WW

1 Zie: verschillen


verschenken WW

1 (uitschenken) versar
2 (leegschenken) vacuar
flessen -- = vacuar bottilias
3 (wegschenken) dar


verschepen WW

1 (met schepen verzenden) transportar/expedir/inviar per nave, inviar per via maritime
2 (overladen) transbordar


verscheper ZN

1 cargator, affretator


verscheping ZN

1 (het per schip verzenden) transporto/transportation/expedition/invio per nave, invio per via maritime
2 (het overladen) transbordo, (het inladen) imbarcation


verschepingsdocumenten ZN MV

1 documentos de imbarcation, cognoscimentos


verschepingsgelegenheid ZN

1 occasion de cargar


verscherpen WW

1 (strenger maken) acutiar, exacerbar, aggravar, intensificar
het toezicht -- = intensificar le surveliantia
voorschriften -- = render plus stricte le regulamento
een conflict -- = escalar un conflicto
de controle -- = intensificar le controlo
dat verscherpt de situatie = isto aggrava le situation


verscherping ZN

1 (het erger worden) acutiamento, exacerbation, aggravation, intensification
-- van de situatie = aggravation del situation
-- van het toezicht = intensification del surveliantia
-- van een conflict = escalation de un conflicto


verscheurdheid ZN

1 disunion, disunitate, division, (ihb in kerk) schisma
innerlijke -- = conflicto interior


verscheuren WW

1 (in/aan stukken scheuren) lacerar
papier -- = lacerar papiro
een verdrag -- = lacerar un tractato
2 (met de tanden vaneenrijten) devorar, lacerar
3 (pijnlijk aandoen) lacerar
4 (tot verdeeldheid brengen) divider
tweedracht verscheurt dit volk = le discordo divide iste populo
een verscheurd land = un pais disunite


verscheurend BN

1 carnivore
--e dieren = grande animales carnivore


verscheuring ZN

1 laceration
2 (FIG) disunion, disunitate, discordo


verschiet ZN

1 (verte, horizon) horizonte, lontanantia
een ruim -- = un vista extendite/panoramic
in het -- = al horizonte, in le lontanantia
2 (perspectief) perspectiva
in het -- tekenen = designar in perspectiva
3 (toekomst) perspectiva, futuro
een somber -- = un futuro multo triste
dat ligt in het verre -- = isto es un futuro distante/lontan


verschieten WW

1 (schietend verbruiken) exhaurir su munitiones
(FIG) al zijn pijlen verschoten hebben = haber exhaurite su argumentos
2 (verbleken) (van kleur) cambiar de color, perder color, discolorar se, decolorar se, distinger se, (mbt mensen) pallidir
3
--de ster = stella cadente


verschieting ZN

1 exhaustion
2 cambiamento de color, discoloration, decoloration


verschijndag ZN

1 (vervaldag van een schuld) data de pagamento/expiration
2 (JUR) die/jorno de comparition


verschijnen WW

1 parer, apparer, facer su apparition, monstar se, presentar se
weer/opnieuw -- = reapparer
het weer/opnieuw -- = reapparition
plotseling -- = surger, manifestar se subito
(plotseling) opnieuw -- = resurger
de figuur van de dichter verschijnt voor onze ogen als = le figura del poeta appare ante nostre oculos como
hij verscheen zonder das = ille se ha presentate sin cravata
2 (gepubliceerd worden) esser publicate
het boek verschijnt vandaag = le libro es publicate hodie
3 (voor de rechtbank) comparer
voor het gerecht -- = presentar se/comparer ante le tribunal
voor God -- = comparer ante Deo
4 (vervallen) expirar
de wissel verschijnt morgen = le tratta expira deman
de verschenen termijn = le termino expirate


verschijning ZN

1 (het verschijnen) apparition, (JUR) comparition
de -- ten tonele van = le apparition in scena de
2 (van boek) publication
de -- van een nieuw boek van Macovei = le publication de un nove libro de Macovei
3 (het vervallen) expiration
4 (persoon) figura, persona
een sympathieke -- = un persona de apparentia sympathic
een heel knappe -- = un femina multo belle/de belle aspecto
elegante -- = persona elegante
5 (spook) apparition, spectro
bovennatuurlijke -- = apparition miraculose


verschijningsdatum ZN

1 data de publication (de un libro)
verwachte -- = data de publication expectate


verschijningsverbod ZN

1 prohibition/interdiction de un publication


verschijningsvorm ZN

1 maniera de presentar se, manifestation, forma, (FIL) phenomeno
golven en deeltjes zijn twee complementaire verschijningsvormen van het licht = undas e particulas es duo formas complementari del lumine/luce


verschijnsel ZN

1 phenomeno, signo, (van ziekte/problemen) symptoma
complex -- = phenomeno complexe
kosmisch -- = phenomeno cosmic
natuurkundig -- = phenomeno physic
cyclisch -- = phenomeno cyclic
paranormaal -- = phenomeno paranormal
zeldzaam -- = phenomeno infrequente
onrustbarend -- = phenomeno inquietante
begeleidend -- = phenomeno accessori
dat is een normaal -- = isto es un phenomeno normal/currente
--en van verrotting vertonen = monstrar signos/symptomas de putrefaction
er doet zich een vreemd -- voor = il se produce un phenomeno estranie
leer der --en = phenomenologia


verschikbaar BN

1 permutabile


verschikbaarheid ZN

1 permutabilitate


verschikken WW

1 (anders schikken) disponer/arrangiar alteremente
de meubelen -- = cambiar le position del mobiles
2 (uitstellen) ajornar, remitter
3 (opschuiven) mover, displaciar se
verschik een eindje = move un pauco/un poco


verschikking ZN

1 (het anders schikken) nove arrangiamento
2 (uitstel) ajornamento
3 (het opschuiven) displaciamento


verschil ZN

1 differentia, diversitate, disparitate, distinction, divergentia, discrepantia, dissimilantia, dissimilitude
-- van inzicht = differentia(s) de vista
-- van mening = differentia/discrepantia de opinion
structurele --len = differentias structural
theoretisch -- = differentia theoric
subtiel -- = differentia subtil
onmerkbaar -- = differentia imperceptibile
significant -- = differentia significante
duidelijk -- = differentia marcate
klein -- = differentia legier
miniem -- = differentia infime/minime
hemelsbreed -- = differentia enorme
wezenlijk -- = differentia essential
gradueel -- = differentia gradual
-- van 3 cm = differentia de 3 cm
-- maken tussen = differentiar/distinguer inter
--en vertonen = presentar differentias
het maakt geen -- = isto non face differentia
gelijkheid van -- = equidifferentia
-- van geloof = disparitate de credentias


verschilferen WW

1 scaliar se
het email verschilfert = le smalt se scalia


verschillen WW

1 differer, esser differente/distincte de, diverger, discrepar, (in gevoelen/godsdienstige overtuiging, etc.) dissentir, dissider
de prijzen verschillen een gulden = il ha un differentia de precios de un florino
in karakter -- = differer in character
van mening -- = haber opiniones divergente
zij verschillen elf jaar in leeftijd = illes ha undece annos de differentia


verschillend BN

1 differente, diverse, distincte, divergente, dissimile, dissimilar, discrepante, dispare
--e oplossingen = solutiones differente
--e kleuren = colores differente/distincte
-- van aard = diverse in character
op gelijke wijze -- = equidifferente
voor --e doeleinden = pro usages multiple
er --e meningen op na houden = haber opiniones diverse
hierover wordt -- gedacht = le opiniones es dividite


verschillende ONB VNW BIJV

1 differente, diverse, varie, plure
--e keren = differente/varie vices
--e personen verlieten de zaal = plure personas quitava le sala
bij --e gelegenheden = in diverse occasiones


verschillendheid ZN

1 differentia, diversitate


verschilpunt ZN

1 puncto litigiose/de differentia


verschilzicht ZN

1 paralaxe


verschimmelen WW

1 mucer, coperir se de mucor


verscholen BN

1 celate, dissimulate


verschonen WW

1 (van schoon goed voorzien) cambiar
een baby -- = cambiar un neonato/bebe/baby (E)
zich -- = cambiar se, cambiar de lino, mitter subvestimentos munde
de bedden -- = cambiar le drappos del lecto
2 (excuseren) excusar, disculpar
iemands gedrag -- = excusar le comportamento/conducta de un persona
3 (ontzien) sparniar, dispensar
de dood verschoont niemand = le morte non sparnia nemo
ik wens van jouw onzin verschoond te blijven = sparnia me iste nonsenso/stupiditate(s) tue


verschoning ZN

1 (het voorzien van schoon goed) cambio
2 (schoon ondergoed) subvestimentos munde
3 (JUR) (het verontschuldigen) exemption, dispensa
-- van getuigen/van rechters = exemption de testes/de judices
4 (excuus) excusa
iemand om -- vragen = presentar su excusas a un persona
duizendmaal -- = mille excusas


verschoningsrecht ZN

1 derecto de exemption


verschoonbaar BN

1 remissabile, excusabile, pardonabile


verschoonbaarheid ZN

1 character excusabile/pardonabile, remissibilitate


verschoppeling ZN

1 paria


verschoppen WW

1 (wegschoppen) repulsar con le pede(s)
2 (verstoten, verwerpen) repulsar, rejectar, repudiar


verschot ZN

1 (sortering) assortimento, selection
2 (voorschot) avantia


verschoten BN

1 discolorate, distingite


verschralen WW

1 (doen afnemen) diminuer, reducer
2 (achteruitgaan in kwaliteit) diminuer in qualitate
3 (mbt het weer) devenir plus frigide
4 (mbt de huid) desiccar se


verschrijven WW

1
(schrijvend verbruiken) veel inkt -- = usar multe tinta
2 (overboeken) transcriber, transferer
3
(zich schrijvend vergissen) zich -- = facer un error orthographic/de orthographia/de scriptura/de penna, facer un lapsus calami (L)


verschrijving ZN

1 (fout) error orthographic/de orthographia/de scriptura/de penna, lapsus calami (L)
2 (overboeking) transcription, transferimento, transferentia


verschrikkelijk BN

1 terribile, terrific, detestabile, atroce, abominabile, horrende, horribile, horrific, abhorrente, horribile, horride, abhorribile, espaventabile, tremende
--e moord = assassinato horribile
--e kiespijn = atroce mal de dentes
-- lawaai = ruito terribile/abominabile
--e hitte = calor horribile/tremende/terrific
--e honger = appetito terribile
-- duur = carissime
-- goed = bonissime
een -- mooi doelpunt = un goal (E) meraviliose


verschrikkelijkheid ZN

1 Zie: verschrikking


verschrikken WW

1 (schrik aanjagen) terrer, terrificar, espaventar, intimidar
ze keek me verschrikt aan = ille me reguardave espaventate
2 (schrikken) haber pavor


verschrikking ZN

1 terror, horror, atrocitate, horriditate
de --en van de oorlog = le horrores del guerra


verschroeien WW

1 adurer, torrer


verschroeiend BN

1
--e dorst = sete desiccante
--e hitte = calor torride


verschroeiing ZN

1 adustion


verschrompeld BN

1 arrugate, corrugate
--e appel = pomo/malo arrugate
--e huid = pelle arrugate
-- oud vrouwtje = vetula arrugate


verschrompelen WW

1 (door uitdroging rimpelig worden) corrugar se, arrugar se
2 (door uitdroging in elkaar doen trekken) corrugar, arrugar


verschrompeling ZN

1 corrugation, (MED) atrophia


verschroten WW

1 mitter al ferralia, converter in ferralia


verschuifbaar BN

1 que pote esser displaciate, mobile


verschuilen WW

1
zich -- = celar se, dissimular se, occultar se, (FIG) utilisar como pretexto
het huis lag verscholen achter de bomen = le casa esseva celate detra le arbores
zich achter een valse naam -- = celar se sub un nomine false


verschuinen WW

1 Zie: afschuinen


verschuiven WW

1 (verplaatsen) displaciar, mover, cambiar de loco
een tafel -- = displaciar un tabula
een damsteen -- = displaciar un pecia de damas
2 (uitstellen) ajornar, postponer, prorogar, differer
een afspraak -- = postponer un appunctamento


verschuiving ZN

1 (het verschoven worden) displaciamento
-- van het accent = displaciamento del accento
een -- in de politieke verhoudingen = un cambio in le relationes politic
2 (GEOL) (verplaatsing van aardlagen) displaciamento, dislocation, (breukvlak) fallia
3 (opschorting) ajornamento, postponimento, prorogation


verschuldigd BN

1 (die/dat men schuldig is) debite
het --e geld = le moneta debite
--e rente = interesse debite
-- zijn = deber
hij is mij geld -- = ille me debe moneta
2 (waartoe men verplicht is) obligate, debite
dat is hij aan zijn naam -- = su reputation le obliga a isto
met de --e eerbied = con le debite respecto
ik ben haar eerbied -- = illa merita mi respecto


verschuldigde (het) ZN

1 debito


verschuldigdheid ZN

1 obligation


verschut BN

1
iemand -- zetten = ridiculisar un persona


verschutten WW

1 (met een afscheiding omgeven) clausurar
2 (door een schutsluis brengen) esclusar
3 (voor schut zetten) ridiculisar


verseksualisering ZN

1 sexualisation al extremo/a ultrantia


versgebakken BN

1 recentemente cocite


versheid ZN

1 frescor
de -- van een produkt = le frescor de un producto


versie ZN

1 version
een andere -- van het verhaal = un altere version del historia
complete -- = version integral
oorspronkelijke -- = version original, original
-- in proza = version in prosa
jouw -- verschilt van de mijne = tu version non coincide con le mie
dit apparaatje is een versimpelde -- van het origineel = iste parve apparato es un version sumplificate del original


versierder ZN

1 (iemand die verfraait) decorator, adornator
2 (verleider) seductor


versieren WW

1 (opschikken, verfraaien) imbellir, guarnir, adornar, decorar, brodar, ornar, ornamentar, parar, paramentar
het -- = imbellimento, guarnimento, adornamento, decoration, ornamentation, paramento
een zaal -- = decorar un sala
een altaar -- = decorar un altar
de kerstboom -- = decorar le arbore de Natal
de tafel met bloemen -- = parar le tabula de flores
met parels -- = adornar con perlas
2 (voor elkaar krijgen) arrangiar, organisar
dat versier ik even = io va arrangiar lo
3 (verleider) seducer
een meisje -- = seducer un juvena


versiering ZN

1 imbellimento, adornamento, decoration, guarnimento, guarnition, guarnitura, ornamento, paramento
de --en van een ridderorde = le insignias de un ordine de cavalleria
2 (MUZ) ornamento, fioritura (I), floritura


versieringskunst ZN

1 arte decorative/ornamental, (MUZ) arte del fiorituras (I)


versieringsmotief ZN

1 motivo decorative/ornamental/de ornamentation


versiersel ZN

1 ornamento, decoration, adornamento, imbellimento, parure (F), (MUZ) fioritura (I)


versificateur ZN

1 versificator


versificatie ZN

1 (toegepaste versvorm) versification
2 (het in verzen brengen) versification


versificeren WW

1 versificar


versifiëren WW

1 Zie: versificeren


versimpelen WW

1 (simpel maken) simplificar (troppo)
de problemen -- = simplificar le problemas
2 (simpel worden) simplificar se


versimpeling ZN

1 simplification
-- van de problemen = simplification del problemas


versjacheren WW

1 vender a precio vil


versjofeld BN

1 mal vestite, de aspecto povre/paupere


versjouwen WW

1 displaciar con effortio, transportar con fatiga, portar (a un altere loco)
zware koffers -- = transportar valises (F) pesante


versjteren WW

1 guastar, perturbar
hij heeft de hele boel versjteerd = ille ha guastate toto


verskunst ZN

1 versification, poetica


verskunstenaar ZN

1 versificator


verslaafd BN

1 dependente, (aan drugs) narcomane, toxicomane, drogate
-- roker = fumator compulsive
zij is aan de drank -- = illa es un alcoholica
-- aan sex = erotomane


verslaafde ZN

1 (aan alcohol) alcoholico, (aan drugs) narcomano, toxicomano, drogato
een -- ontwennen = disintoxicar un alcoholico, etc.


verslaafdheid ZN

1 dependentia
-- aan drugs = narcomania, toxicomania
-- aan cocaïne = cocainismo


verslaan WW

1 (overwinnen) vincer, batter, disfacer
een tegenstander -- = batter/disfacer/vincer un adversario
op punten -- = batter a/per punctos
totaal -- = deroutar {oe}
niet te -- = invincibile
2 (een verslag maken) facer un reporto, reportar
het -- = reportamento
3 (lessen) appaciar, satiar
zijn dorst -- = appaciar/satiar su sete
4 (verschalen) perder su frescor/sapor, devenir insipide/rancide


verslag ZN

1 reporto, reportage, reportamento, relation, (kort verslag) communicato, (JUR) constat, protocollo
maandelijks -- = reporto mensual
volledig -- = reporto complete/detaliate
-- doen van = relatar de, facer relation de
een -- maken/uitbrengen = reportar, facer un reporto de


verslagen BN

1 (overwonnen) vincite, battite, disfacite
een -- = leger
2 (terneergeslagen) abattite, consternate, discoragiate, (ontroostbaar) disconsolate
hij maakt een -- indruk = ille ha le aere de esser abattite
3 (verschaald) insipide


verslagenheid ZN

1 abattimento, consternation


verslaggever ZN

1 reporter (E), (commentator) commentator, (correspondent) correspondente


verslaggeving ZN

1 reportage, relation, reportos


verslagjaar ZN

1 exercitio
-- 1994 = exercitio de 1994


verslaglegging ZN

1 compilation de un reporto, reporto


verslampampen WW

1 guastar, dissipar
zijn leven -- = guastar su vita


verslapen WW

1 (met slapen doorbrengen) passar dormiente
2
(te lang slapen) zich -- = dormir troppo longemente, levar se troppo tarde


verslappen WW

1 (slap maken) distender, (doen verslappen) laxar, relaxar, amollir, (laten verslappen) disserrar
zijn greep laten -- = disserrar su prisa
2 (slap worden) distender se, laxar se, relaxar se, amollir se
de aandacht verslapt = le attention se relaxa


verslapping ZN

1 distension, relaxamento, relaxation, amollimento


verslaven WW

1
zich -- aan = devenir dependente de


verslavend WW

1 que causa/crea dependentia


verslaving ZN

1 dependentia, (aan drugs) toxicomania, narcomania


verslavingsvergif ZN

1 toxico que causa/crea dependentia


verslavingsverschijnsel ZN

1 symptoma de dependentia/toxicomania/narcomania


verslavingsziekte ZN

1 toxicomania, narcomania


verslavingszorg ZN

1 tractamento de toxicomanos/narcomanos/drogatos


verslechteren WW

1 (slechter maken) (im)pejorar, aggravar, degradar, deteriorar
2 (slechter worden) pejorar se, impeorar, aggravar se, degradar se, deteriorar se
de toestand van de zieke verslechtert = le stato del malado se pejora/se aggrava


verslechtering ZN

1 aggravation, aggravamento, degradation, deterioration
-- van de toestand van de zieke = aggravation del stato del malado
-- van de internationale situatie = degradation del situation international


versleer ZN

1 metrica, prosodia
verhandeling over -- = tractato de metrica/prosodia


verslepen WW

1 trainar
een auto -- = remolcar un auto(mobile)


versleten BN

1 (afgesleten) guastate per le uso, (van kleed/stof) consumite usque al filos
2 (afgeleefd) decrepite
oud en -- = vetule e decrepite


verslijten WW

1 (doen slijten) guastar per le uso, facer consumer
tot op de draad versleten = completemente guastate
2 (doorbrengen) passar
zijn tijd -- met lezen = passar su tempore legente
3 (houden voor) prender (pro), considerar (como)


verslikken (zich --) WW

1 (verkeerd slikken) glutir de transverso
zich in een graat -- = glutir un spina de transverso
2 (blijken onderschat te hebben) subestimar, subvalutar
de ploeg verslikte zich in de kracht van de tegenstander = le equipa ha subestimate le fortia del adversario
ik heb me in deze opdracht verslikt = io ha subvalutate iste carga


verslinden WW

1 vorar, devorar, inglutir
met de ogen -- = devorar con le oculos
een boek -- = devorar un libro
hij verslindt boeken = ille devora libros, ille es un lector vorace
hij werd door een tijger verslonden = ille ha essite devorate per un tigre


verslinder ZN

1 devorator
-- van feuilletons = devorator de feuilletons (F)


verslinding ZN

1 inglutimento


verslingerd BN

1 folle (de)
-- zijn aan slagroomgebakjes = adorar le tortelettas/gâteaux (F) al crema
-- zijn aan iemand = esser inamorate/amorose/folle de un persona


verslingeren WW

1
(verloren gaan) kleren laten -- = perder vestimentos
2
zich -- = (verliefd worden) inamorar se, (mbt dingen) prender un passion folle (pro un cosa)


verslodderen WW

1 negliger


versloffen WW

1
(in het honderd lopen) de boel laten -- = lassar confunder se le cosas
2 (verwaarlozen) negliger
een gelegenheid -- = negliger un occasion


verslonzen WW

1 negliger
zijn kleren -- = negliger su vestimentos


versluieren WW

1 (ook FIG) velar, celar, disguisar, dissimular
versluierde foto = photo(graphia) velate
in versluierde taal = in terminos velate


versmaat ZN

1 metro, mesura del verso
jambische -- = metro iambic


versmachten WW

1 (omkomen) morir, perir, consumer se
-- van dorst = consumer se de sete, morir de sete
2 (verkwijnen) deperir, consumer se, languer
in de gevangenis -- = consumer se/languer in le prision


versmaden WW

1 (afwijzen) refusar, rejectar, repulsar
het heerlijkste eten versmaadt hij = ille refusa le melior plattos
een geschenk -- = refusar un presente
iemands hulp -- = repulsar le adjuta de un persona
iemands liefde -- = repulsar le amor de un persona
2 (beneden zich achten) disdignar, dispreciar, minuspreciar, despicer, contemner
niet te -- = non dispreciabile, non disdignabile


versmading ZN

1 (afwijzing) refusa
2 (het beneden zich achten) disdigno, minusprecio, disprecio


versmallen WW

1 (smaller maken) render plus stricte, stringer, restringer
ginds versmalt de weg = illac le cammino se restringe
een marge -- = restringer/reducer un margine, render plus stricte un margine


versmalling ZN

1 constriction


versmarkt ZN

1 magazin de alimentos fresc, (onderdeel van supermarkt) section de alimentos fresc


versmelodie ZN

1 musica del verso


versmelten WW

1 funder
kleuren -- = funder colores
tonen -- = funder tonos
goud met koper -- = funder auro con cupro, facer un alligato de auro e de cupro
2 (in elkaar over/opgaan) funder se (insimul)
eicel en zaadcel versmelten = le ovulo e le spermatozoide se funde (insimul)


versmelting ZN

1 fusion
-- van twee volken = fusion de duo populos


versmoren WW

1 (door verstikking ombrengen) suffocar
iemand -- = suffocar un persona
2 (onderdrukken) suffocar
een kreet -- = suffocar un crito
3 (omkomen door verstikking) suffocar
in een moeras -- = suffocar in un palude
van hitte -- = suffocar de calor


versnapering ZN

1 morsello saporose/dulce


versneld BN

1 accelerate
--e pols = pulso accelerate
eenparig --e beweging = movimento uniformemente accelerate
een -- tempo = un rhythmo accelerate


versnellen WW

1 (snelheid verhogen) celerar, accelerar, precipitar
een beweging -- = accelerar un movimento
een chemische reactie -- = accelerar un reaction chimic
de hartslag -- = accelerar le rhythmo cardiac
zijn pas -- = precipitar su passo
de omloop van het geld heeft zich versneld = le circulation del moneta se ha accelerate
de stroom van het water versnelt zich = le currente se accelera, le currente deveni plus rapide


versnellend BN

1 accelerator, accelerative
--e kracht = fortia accelerator


versneller ZN

1 (zaak die iets versnelt) accelerator
sommige stoffen werken als --s voor bepaalde reacties = certe substantias joca le rolo de acceleratores/catalysatores in certe reactiones
2 (toestel) accelerator


versnelling ZN

1 (het sneller maken/worden) acceleration
-- van een beweging = acceleration de un movimento
-- van de zwaartekracht = acceleration del gravitation
2 (schakelinrichting van fiets/auto) cambio/cambiamento de velocitate, velocitate, (van fiets OOK) derailleur (F)
derailleur met tien --s = derailleur de dece velocitates
eerste -- = prime velocitate
tweede -- = secunde velocitate
derde -- = tertie velocitate
van de ene -- in de andere overgaan = passar de un velocitate al altere
terugkoppelen van de derde naar de tweede -- = retrograder del tertie velocitate al secunde


versnellingsbak ZN

1 cassa de (cambio/cambiamento de) velocitates
deze auto kan ook geleverd worden met een vijfversnellingsbak = on pote haber iste auto(mobile) anque con un cassa de cinque velocitates


versnellingshandel ZN

1 Zie: versnellingspook


versnellingsmachine ZN

1 accelerator


versnellingsmeter ZN

1 accelerometro, (registrerende) accelerographo


versnellingsnaaf ZN

1 modiolo de cambio/cambiamento de velocitate


versnellingspedaal ZN

1 pedal de cambio/de cambiamento de velocitate


versnellingspook ZN

1 levator de cambio/de cambiamento de velocitate


versnellingsspanning ZN

1 tension/voltage de acceleration


versnijden WW

1 (in stukken snijden) secar/taliar in pecias
2 (aanmengen) diluer, miscer con aqua, (ongunstig) adulterar
3 (door verkeerd snijden bederven) guastar secante, secar mal


versnipperen WW

1 (in snippers snijden) secar/taliar in parve morsellos, morsellar, dismembrar
2 (in delen verdelen) parcellar, parcellisar
3 (in te veel delen verdelen) dispersar, fragmentar
zijn aandacht -- = dispersar su attention
zijn krachten -- = dispersar su fortias/effortios
4 (in stukjes uiteenvallen) morsellar se, dismembrar se, disintegrar se, fragmentar se
het rijk versnipperde = le imperio se dismembrava/se disintegrava


versnippering ZN

1 fragmentation, morsellamento, dispersion, dismembramento, parcellation, parcellisation
-- van de aandacht = dispersion del attention


versnoepen WW

1
hij heeft al zijn zakgeld versnoept = ille ha dispensate tote su moneta de tasca pro cosas dulce


verso BW

1 al verso
het staat op folio twee -- = illo es al verso del folio duo/del secunde folio


versoberen WW

1 (soberder maken) simplificar, reducer le costos/expensas, dispensar minus, moderar le dispensas, economisar, facer economias


versobering ZN

1 simplification, reduction del costos/expensas


versoepelen WW

1 (soepeler maken) render plus flexibile
de wetgeving -- = attenuar/liberalisar le legislation
de kredietbeperkingen -- = facilitar le restrictiones de credito
2 (soepeler worden) devenir plus flexibile, devenir minus rigide


versomberen WW

1 (somberder maken) render plus sombre
armoede versomberde haar bestaan = paupertate jectava un umbra super su vita
2 (somberder worden) devenir plus sombre


versozijde ZN

1 verso


verspaansen WW

1 (Spaans maken) espaniolisar, hispanisar
2 (Spaans worden) espaniolisar se, hispanisar se


verspaansing ZN

1 espaniolisation


verspalken WW

1 mitter/poner nove planchettas


verspelen WW

1 (door eigen schuld verliezen) jocar, perder, jectar via
een kans -- = jectar via un bon possibilitate
zijn goede naam -- = perder su reputation
zijn rechten -- = perder su derectos
2 (met spel verliezen) perder al joco
zijn geld en goed -- = jocar su fortuna e su benes
3 (spelend doorbrengen) passar (su tempore) jocante


verspenen WW

1 displantar, transplantar, replantar


verspening ZN

1 displantation, transplantation, replantation


versperren WW

1 barrar, incombrar, blocar, obstruer, barricadar, (afsluiten) clauder
de massa versperde de straten = le massa blocava le stratas
de uitgangen waren versperd = le exitos esseva blocate
de weg -- = blocar/obstruer le cammino
het -- van de weg = le obstruction del cammino
iemand de weg -- = impedir le passo a un persona, barrar le cammino a un persona
een kanaal -- met gezonken schepen = obstruer/blocar/clauder un canal con naves affundate


versperring ZN

1 (handeling, toestand) obstruction, barrage, incombramento
2 (middel) obstaculo, clausura, barrage, barriera, barricada
--en opwerpen = facer barricadas


versperringsballon ZN

1 ballon de barrage


versperringsfort ZN

1 fortalessa de obstruction


versperringsgordel ZN

1 zona de obstruction/de obstaculos


versperringsvuur ZN

1 tiro de barrage/de obstruction


verspieden WW

1 spiar, spionar
de vijand -- = spionar le inimico


verspieder ZN

1 spia, spion


verspieding ZN

1 spionage


verspiedingsdienst ZN

1 servicio de spionage


verspillen WW

1 dilapidar, dispender, dissipar, guastar, profunder, prodigar
het -- = dilapidation, dissipation, profusion
energie -- = dissipar/guastar energia
zijn erfdeel -- = dilapidar su hereditage
zijn tijd -- = dissipar su tempore


verspiller ZN

1 dilapidator, dissipator, guastator


verspilling ZN

1 dilapidation, dissipation, profusion, prodigalitate
-- van energie = dissipation de energia
de --en van het hof onder Lodewijk XV = le prodigalitates del corte sub Ludovico XV


versplinteren WW

1 (tot splinters maken) rumper in fragmentos, fracassar, fragmentar, (FIG) fractionar, fragmentar
de twist had de partij versplinterd = le querela habeva provocate le fractionamento/fragmentation del partito
2 (tot splinters worden) rumper se in fragmentos, fragmentar se, fracassar se


versplintering ZN

1 rumpimento in fragmentos, fragmentation, (FIG) fractionamento, fragmentation
-- van het wetenschappelijk onderzoek = fractionamento/fragmentation del recerca scientific
2 (MED) comminution
met -- gepaard gaande = comminutive


verspoeling ZN

1 (GEOL) erosion per le aqua


verspreid BN

1 (hier en daar voorkomend) sparse, dispersate, (sporadisch) sporadic, occasional
--e geschriften = scriptos sparse/dispersate
enige -- staande hutten = alicun cabanas dispersate
er worden -- voorkomende buien verwacht = on expecta pluvias dispersate/occasional
2 (niet aaneengespoten) dispersate
een --e bevolking = un population dispersate
erg -- liggen = esser multo dispersate
3 (NAT) (diffuus) diffuse
-- licht = lumine/luce diffuse


verspreidbaar BN

1 (NAT) diffusibile


verspreidbaarheid ZN

1 (NAT) diffusibilitate


verspreiden WW

1 (verbreiden) propagar, divulgar, (uitdelen) distribuer, diffunder
een leer -- = propagar un doctrina
het evangelie -- = propagar le evangelio
ideeën -- = propagar ideas
folders -- = distribuer prospectos
een gerucht -- = facer circular un rumor, rumorar
licht -- = diffunder luce/lumine
een tijdschrift -- = diffunder un revista
een aangename geur -- = exhalar un odor/perfumo agradabile
warmte -- = emitter/(ir)radiar calor
2 (uiteen doen gaan) dispersar, disperger, (verstrooien) disseminar
een menigte -- = dispersar un massa
de menigte verpreidde zich = le massa se dispersava
kennis -- = disseminar cognoscentias/cognoscimentos
atoomwapens -- = disseminar armas atomic
een ziekte -- = disseminar/communicar un maladia
de troepen verspreidden zich = le truppas se displicava


verspreider ZN

1 (uitdeler) distributor, (verbreider) propagator, disseminator, (van geheim) divulgator
-- van het geloof = propagator del fide


verspreiding ZN

1 diffusion, propagation, divulgation, dissemination, distribution, dispersion
-- van een leer = propagation de un doctrina
-- van het evangelie = propagation del evangelio
-- van ideeën = propagation de ideas
-- van kernwapens = dissemination de armas atomic
vrije -- van informatie = libere dissemination de information
-- van folders = distribution de prospectos
-- van een nieuwtje = divulgation de un nova
-- van de menigte = dispersion del massa
de -- van de wetenschappen over alle rangen van de maatschappij = le dissemination/diffusion del scientias a tote le nivellos del societate
de geografische -- van de Nederlandse familienamen = le distribution/repartition geographic del nomines de familia nederlandese


verspreidingsareaal ZN

1 area de distribution/repartition/diffusion


verspreidingsgebied ZN

1 area/zona de distribution/repartition/diffusion


verspreidingslens ZN

1 lente divergente, diffusor


verspreken (zich --) WW

1 (de klanken verwisselen) facer un error/un lapsus (L)
2 (zich iets laten ontvallen) trair se, dicer troppo


verspreking ZN

1 lapsus linguae (L), error
Freudiaanse -- = lapso/lapsus (L) freudian


verspringen WW

1 (springend van plaats veranderen) cambiar de loco, mover se, displaciar se (bruscamente), saltar
na deze alinea moet je een regel -- = post iste paragrapho tu debe lassar un linea in blanco/tu debe saltar un linea
mijn horloge verspringt automatisch naar de juiste datum = mi horologio salta automaticamente al data correcte
2 (op een andere dag vallen) cambiar de data, cader a un altere data
het paasfeest verspringt elk jaar = le festa de pascha es un festa mobile, le data del festa de pascha cambia/varia cata anno


verspringen WW

1 saltar in longor/in longitude, facer le salto longe
zij sprong zes meter ver = illa ha saltate sex metros in longor
oefeningen in het hoog- en -- = exercitios de salto in altor e in longor


verspringen ZN

1 salto de longor/longitude
aan -- doen = practicar le salto de longor/longitude


verspringer ZN

1 saltator de longor/de longitude


verspringing ZN

1 (het springend van plaats veranderen) displaciamento (brusc), salto


versprong ZN

1 salto in/de longor/in/de longitude


versregel ZN

1 verso, sticho
metrische -- = verso metric
halve -- = hemistichio


versritme ZN

1 rhythmo del verso


versscheiding ZN

1 dierese (-esis)


verssnede ZN

1 cesura


verssoort ZN

1 sorta de verso, metro


verst BN

1 le plus lontan, le plus distante, le plus remote, extreme
het --e punt = le puncto le plus lontan
hij springt het -- = illa salta le plus longe


verstaald BN

1 acierate
--e schaatsen = patines acierate


verstaan WW

1 (horen) audir, intender
iemand half -- = intender un persona a medietate
slecht -- = intender mal
2 (begrijpen) comprender, comprehender, intender
Interlingua -- = comprender Interlingua
elkaar -- = comprender se/intender se mutualmente
te -- geven = dar a intender, indicar, alluder
3 (als betekenis hechten aan) intender
wat verstaat u onder die uitdrukking? = que intende vos per/que significa/que vole dicer iste expression?
4 (verstand hebben van) cognoscer
zijn vak -- = cognoscer ben su proprie mestiero
5
(in overleg treden) zich -- = consultar
6
de kunst -- om = saper como


verstaanbaar BN

1 (duidelijk) distincte, clar
-- spreken = parlar distinctemente
2 (hoorbaar) audibile
3 (begrijpelijk) comprensibile, comprehensibile, intelligibile
--e taal = linguage intelligibile
zich -- maken in Interlingua = facer se comprender in Interlingua


verstaanbaarheid ZN

1 (duidelijkheid) claritate
2 (hoorbaarheid) audibilitate
3 (begrijpelijkheid) comprensibilitate, comprehensibilitate, intelligibilitate


verstaander ZN

1 auditor


verstadsen WW

1 Zie: versteedsen


verstalen WW

1 (tot staal maken) acierar
ijzer -- = acierar ferro


verstaling ZN

1 acierage, acieration


verstallen WW

1 cambiar de stabula/stalla


verstand ZN

1 (denkvermogen) intelligentia, intendimento, ration, intellecto, (hersenen) cerebro
goed -- = bon intelligentia
scherp/helder -- = intelligentia acute/subtil/vive
al zijn -- bijeenrapen = facer appello a tote su intelligentia
bij zijn volle -- zijn = haber tote su ration
niet bij zijn volle -- zijn = non esser in plen possession de su facultates mental
door -- schitteren = brilliar per su intelligentia
zijn -- verliezen = perder su ration
zijn -- terugkrijgen = recovrar/recuperar su ration
gebruik toch je -- = usa tu cerebro, face uso de tu ration
gezond -- = bon senso, senso commun
begiftigd met -- = intelligente
het -- komt met de jaren = le sagessa {zj} veni con le annos
2 (vermogen om te oordelen) judicamento, judicio
-- hebben van = cognoscer
3 (begrip) intendimento
traag van -- = dur/curte de intendimento


verstandelijk BN

1 intellective, intellectual, cerebral, mental, rational
--e vermogens = facultates/capacitates intellectual/mental
--e ontwikkeling = disveloppamento intellectual
-- type = typo cerebral/intellectual


verstandelijkheid ZN

1 cerebralitate, intellectualitate
koele -- = cerebralitate frigide


verstandeloos BN

1 disrationabile, esturdite, inconsiderate, stupide


verstandeloosheid ZN

1 manco/mancantia de ration


verstandhouding ZN

1 intelligentia, relation(es)
teken van -- = signo de intelligentia
blik van -- = reguardo de intelligentia/de complicitate
goede -- = bon relation
een goede -- bevorderen = promover bon relationes
de -- verbeteren = (a)meliorar le relation(es)
in geheime -- staan met de vijand = haber intelligentia con le inimico
in goede -- leven met = viver in bon harmonia con


verstandig BN

1 (verstand hebbend) rationabile, intelligente, sensate
weer -- worden = recovrar/recuperar su ration
2 (doordacht) rationabile, (wijs) sage {zj}, (oordeelkundig) judiciose, (voorzichtig) prudente
--e raad = consilio judiciose
--e beslissing = decision sage


verstandigheid ZN

1 intelligentia, judicio, prudentia, sagessa {zj}


verstandshuwelijk ZN

1 maritage/matrimonio de ration/de convenientia


verstandskies ZN

1 dente de sagessa {zj}, molar del judicio


verstandsmens ZN

1 persona cerebral/intellectual/intellective/rational


verstandsontwikkeling ZN

1 disveloppamento intellectual


verstandsoverweging ZN

1 consideration/motivo rational


verstandspoëzie ZN

1 poesia cerebral/intellectual


verstandsverbijstering ZN

1 alienation mental/del spirito, insanitate, aberration del intendimento
handelen in een vlaag van -- = ager in un accesso/momento de insanitate


verstandszwakte ZN

1 imbecillitate


verstapelen WW

1 (opnieuw stapelen) pilar/impilar/superponer de novo


verstappen WW

1 (stappend van plaats veranderen) displaciar se a pede
2
(verkeerde stap doen) zich -- = facer un passo false


verstard BN

1 (MED) cataleptic
2 hieratic


verstarren WW

1 (stijf maken) render rigide, rigidir, rigidificar, ankylosar, (FIG) immobilisari
2 (stijf worden) devenir rigide, rigidir se, rigidificar se, (FIG) immobilisar se, sclerosar se, fossilisar se, stagnar
verstarde tradities = traditiones fossilisate


verstarring ZN

1 rigiditate, (FIG ook) immobilisation, immobilismo, immobilitate, sclerose (-osis)
politieke -- = immobilitate/immobilismo politic
-- van een partij = sclerose de un partito


verstechniek ZN

1 versification, technica poetic/del verso


verstechnisch BN

1 que concerne le technica del verso/le versification
-- laat hij wel eens een steekje vallen = technicamente su poesia non es perfecte


verstedelijken WW

1 urbanisar
het -- = urbanisation


verstedelijking ZN

1 urbanisation
de -- van de totale bevolking = le (processo de) urbanisation del population integre


verstedelijkt BN

1 urbanisate
--e gebieden = zonas/areas urbanisate


versteedsen WW

1 (steeds maken) conferer le mentalitate del citate/urbe a
2 (steeds worden) adoptar/acquerir le mores/habitudes del citate/urbe


versteend BN

1 petrificate, fossilisate
--e dieren = animales petrificate/fossilisate
-- hout = ligno petrificate
-- insekt = entomolytho
--e vis = ichthyolitho
--e begrippen = conceptos/notiones/ideas fossilisate/figite
-- hart = corde de petra
van kou -- = gelate
hij stond als -- = ille esseva petrificate


versteendheid ZN

1 (FIG) rigiditate, (ongevoeligheid) insensibilitate


verstek ZN

1 (JUR) contumacia
bij -- = contumace
veroordeling bij -- = condemnation contumace
vonnis bij -- = sententia in contumacia
bij -- veroordelen = condemnar in contumacia/in absentia
-- laten gaan = non comparer, (FIG) esser absente, non presentar se, non esser al rendez-vous (F), mancar
2 (mbt planken) junctura angular, angulo oblique


verstekbak ZN

1 Zie: verstekblok


verstekblok ZN

1 bloco pro juncturas angular


verstekeling ZN

1 passagero clandestin


versteken WW

1 (anders/elders steken) displaciar/mover (un spinula)
2 (verbergen) celar, dissimular
zich ergens -- = celar se alicubi


verstekgeleider ZN

1 guida pro juncturas angular


verstekhaak ZN

1 esquadra pro juncturas angular


verstekinrichting ZN

1 dispositivo pro juncturas angular


versteklade ZN

1 Zie: verstekblok


verstekmachine ZN

1 machina pro juncturas angular


verstekproces ZN

1 processo per contumacia


verstekvonnis ZN

1 sententia per contumacia


verstekzaag ZN

1 serra pro juncturas angular


verstelbaar BN

1 adjustabile, regulabile, movibile
-- tekentafel = tabula/tabuliero de designo adjustabile
--e lamp = lampa adjustabile/regulabile
turbine met --e schoepen = turbina a palas regulabile/adjustabile


verstelbaarheid ZN

1 adjustabilitate, regulabilitate, movibilitate


versteld BN

1 stupefacte, perplexe
-- doen staan = stupefacer, lassar perplexe


versteldheid ZN

1 stupefaction, perplexitate


verstelgoed ZN

1 vestimentos a/pro repeciar/a/pro reparar


verstellen WW

1 (stand veranderen) adjustar, regular, cambiar
een instrument -- = adjustar un instrumento
schroeven -- = adjustar vites
2 (van kleren) repeciar, reparar
een overhemd -- = reparar un camisa


verstelling ZN

1 (verandering van stand) regulation, adjustage, adjustamento
2 (reparatie) reparation, repeciamento


verstelschroef ZN

1 vite micrometric


verstenen WW

1 (tot steen worden) converter se in petra, petrificar se, fossilisar se, (GEOL) lapidificar se, (FIG) indurar se
2 (tot steen maken) converter in petra, petrificar, fossilisar, (GEOL) lapidificar, (FIG) indurar


verstenend BN

1 lapidescente, lapidific, petrific


verstening ZN

1 (het verstenen) fossilisation, petrification, (GEOL) lapidification, lapidescentia
2 (fossiel) fossile
3 (MED) formation de calculos, lithiase (-asis)


versterf ZN

1 (necrose) necrose (-osis), gangrena, mortification
droog -- = gangrena sic
2 (JUR) (overgang door sterven) succession
bij -- = in caso de morte sin testamento, ab intestato
3 (erfdeel) succession, patrimonio


versterfrecht ZN

1 derecto hereditari/de succession


versterken WW

1 fortificar, reinfortiar, (bijv van geluid) amplificar, ampliar, (bijv van licht) intensificar, (staven) corroborar, confirmar, (consolideren) consolidar, (MED) tonificar
een stad -- = fortificar un citate
een geluid -- = amplificar un sono
het licht -- = intensificar le luce/lumine
de indruk -- dat = reinfortiar le impression que
iemand in zijn mening -- = reinfortiar/corroborar/confortar/confirmar un persona in su opinion
de spieren -- = tonificar le musculos


versterkend BN

1 fortificante, reinfortiante, (FARM) analeptic, (stavend) corroborative, corroborante, (MED) tonificante
(MED) -- middel = fortificante, tonico, medicamento roborante, roborante, corroborante, fortificante, tonificante, tonico
--e massage = massage tonificante
-- voorvoegsel = prefixo intensive


versterker ZN

1 reinfortiator
2 (RADIO) amplificator
akoestische -- = amplificator acustic
hoogfrequente -- = amplificator a alte frequentia
gecompenseerde -- = amplificator compensate
operationele -- = amplificator operational
hybride -- = amplificator hybride
extra -- = amplificator additional


versterkerbuis ZN

1 valvula de amplification


versterking ZN

1 (het versterken) reinfortiamento, (consolidering) consolidation, (bijv van licht) intensification, (bijv van geluid) amplification, (staving) corroboration
-- van het licht = intensification del luce/lumine
-- van het geluid = amplification del sono
2 (MED) (middel dat versterkt) fortificante, tonificante, tonico
3 (aanvulling) reinfortiamento, reinfortio
het leger ontvangt --en = le armea recipe reinfortios, le armea es reinfortiate
4 (het sterker (doen) worden) reinfortiamento, amplification, intensification
5 (hartsterking) cordial
6 (fortificatie) fortification, bastion
van --en voorzien = fortificar


versterkingsfactor ZN

1 factor de amplification


versterkingskunst ZN

1 arte del fortificationes


versterkingstroepen ZN MV

1 truppas de reinfortiamento, reinfortios


versterkingswerken ZN MV

1 fortificationes


versterven WW

1 (sterven) morir, deceder
2 (teloorgaan) perder se, perir
3 (REL) mortificar
het -- = mortification


versterving ZN

1 (erfdeel) succession, patrimonio, legato
2 (het teloorgaan) disparition, perdita
3 (REL) mortification, maceration


verstevigen WW

1 (steviger maken) reinfortiar, fortificar, consolidar, affirmar
zijn positie -- = consolidar su position
de vriendschapsbanden -- = reinfortiar le ligamines/vinculos de amicitate


versteviger ZN

1 (voor het haar) fixator/reinfortiante pro le capillos, fixativo


versteviging ZN

1 reinfortiamento, fortification, consolidation
de -- van de electorale basis = le consolidation del base electoral


verstieren WW

1 Zie: versjteren


verstijfd BN

1 rigide, rigidite, (van gewrichten) ankylosate
-- van ouderdom = rigide/ankylosate de vetulessa
-- van kou = gelate de frigido


verstijfdheid ZN

1 rigiditate, (van gewrichten) ankylose (-osis)


verstijven WW

1 (stijf worden) rigidir se, rigidificar se, (van gewrichten) ankylosar se
-- van schrik = rigidir se de pavor
-- van koude = rigidir se/gelar de frigido
2 (steviger maken) rigidir, reinfortiar, fortificar


verstijving ZN

1 rigiditate, (van gewrichten) ankylose (-osis)
2 (MED) catalepsia


verstikken WW

1 (doen stikken) suffocar, asphyxiar, (blussen) extinguer
iemand -- = suffocar un persona
de vlammen -- = extinguer le flammas
2 (door stikken omkomen) suffocar, asphyxiar se


verstikkend BN

1 suffocante, suffocative, asphyxiante, irrespirabile
--e hitte = calor suffocante


verstikking ZN

1 suffocation, asphyxia
de dood door -- = le morte per asphyxia
-- door wurging = asphyxia per strangulation


verstikkingsaanval ZN

1 accesso de suffocation


verstikkingsdood ZN

1 morte per asphyxia/per suffocation


verstikkingsgevaar ZN

1 risco/periculo de suffocation


verstild BN

1 calme, seren
-- geluk = felicitate seren


verstildheid ZN

1 calma, serenitate


verstillen WW

1 appaciar se, calmar se, serenar se


verstoffelijken WW

1 materialisar
hij is helemaal verstoffelijkt = ille ha devenite completemente materialistic


verstoffelijking ZN

1 meterialisation


verstoken BN

1 (verborgen) celate
2
van iets -- zijn = esser disproviste/destituite/private/excludite de un cosa, carer de un cosa


verstoken WW

1 (brandstof verbruiken) consumer (combustibile)
2 (aan brandstof uitgeven) dispensar in combustibile/pro le calefaction


verstokken WW

1 (ongevoelig maken) indurar
zijn hart -- = indurar se corde
2 (ongevoelig worden) indurar se


verstokt BN

1 indurate, impenitente, incorrigibile, inveterate, incurabile
--e drinker = bibitor/alcoholico impenitente/inveterate/incurabile
-- speler = jocator impenitente
--e leugenaar = mentitor impenitente/incorrigibile
--e zondaar = peccator impenitente/incorrigibile
--e misdadiger = criminal indurate/incorrigibile
--e vrijgezel = celibatario indurate


verstoktheid ZN

1 incorrigibilitate, impenitentia


verstolen BN

1 celate, secrete, furtive, dissimulate, subrepticie
-- blik = reguardo furtive


verstomd BN

1 stupefacte
-- doen staan = stupefacer
-- staan = non creder su oculos/aures


verstommen WW

1 (stom worden) devenir mute/silente, mutescer, tacer
2 (doen zwijgen) render mute/silente, facer tacer, stupefacer


verstomming ZN

1 (het verstommen) mutismo, perdita del parola
2 (sprakeloosheid) stupor, stupefaction
met -- slaan = stupefacer


verstompen WW

1 Zie: afstompen


verstomping ZN

1 Zie: afstomping


verstoord BN

1 irritate, (geërgerd) vexate


verstoorder ZN

1 incommodator, (van rust/orde) disturbator, perturbator


verstoordheid ZN

1 irritation, (ergernis) vexation


verstootbaar BN

1 (echtgenote) repudiabile


verstoppen WW

1 (verbergen) celar, dissimular, occultar
zich achter de deur -- = celar se/occultar se detra le porta
2 (dichtstoppen) obstruer, incombrar, ingorgar
de doorgang -- = obstruer le passage
3 (hardlijvigheid veroorzaken) constipar
4 (MED) (afsluiten) obliterar, obstruer, occluder


verstoppertje ZN

1 joco de celamento


verstopping ZN

1 (het verstopt zijn) obstruction, (opstopping) incombramento, ingorgamento
2 (hardlijvigheid) constipation
-- veroorzaken = constipar
3 (MED) obliteration, obstruction, occlusion
-- van het darmkanaal = obstruction intestinal
de -- wegnemen = disobstruer
4 (verkoudheid) coryza sic


verstopt BN

1 (dicht zittend) obstruite, blocate, ingorgate, incombrate
het riool is -- = le cloaca es obstruite
2 (hardlijvig) constipate
3
een --e neus hebben = haber le naso clause/obturate


verstoptheid ZN

1 (MED) (stresie) imperforation


verstoren WW

1 (storen) disrangiar, turbar, perturbar, disturbar, disregular, interrumper
de openbare orde -- = disturbar le ordine public
de rust -- = turbar/disturbar le tranquillitate
de openbare rust -- = disturbar le quiete public
het evenwicht -- = perturbar le equilibrio
plannen -- = disrangiar projectos
een natuurlijke ontwikkeling -- = disregular un evolution natural
de slaap -- = turbar le somno
de stilte -- = turbar/rumper le silentio
een vogelnest -- = destruer un nido
2 (boos maken) irritar


verstorend BN

1 disorganisatori, perturbative
het evenwicht -- = disequilibrante
--e kracht = fortia perturbative


verstoring ZN

1 turbation, perturbation, disturbantia, disregulamento, disrangiamento, disruption, interruption, ruptura
-- van het evenwicht = perturbation/ruptura del equilibrio
-- van de natuurlijke ontwikkeling = disregulamento de evolution natural
-- van de openbare orde = disturbantia del ordine public
-- van de rust = disturbantia del tranquillitate
-- van de slaap = turbation/ruptura del somno


verstorven BN

1 (JUR) acquirite/cedite per hereditage
2 (van de wereld afgestorven) ascetic
een -- mens = un asceta


verstorvene ZN

1 defuncto


verstoteling ZN

1 paria


verstoten WW

1 (wegstoten) repeller, repulsar
2 (verdrijven) expeller, expulsar
3 (van echtgenote) repudiar
iemand die zijn echtgenote verstoot = repudiator


verstotene ZN

1 paria


verstoting ZN

1 (wegstoting) repulsion
2 (verdrijving) expulsion
3 (van echtgenote) repudio, repudiation


verstouten WW

1 (moed geven) dar corage, incoragiar, inhardir
2
(moed krijgen) zich -- = prender corage (pro), inhardir se


verstoutheid ZN

1 impenitentia, incorrigibilitate


verstouwen WW

1 (anders stouwen) stivar de novo, cargar de novo
2 (verwerken) digerer, supportar
heel wat kunnen -- = (veel kunnen eten) poter mangiar multo, haber un stomacho de avestruthio, (veel kunnen verwerken) poter supportar multo


verstraallamp ZN

1 (van auto) pharo de longe portata


verstrakken WW

1 (strakker worden) devenir (plus) rigide, rigidir se
2 (strakker maken) render (plus) rigide, rigidir


verstraler ZN

1 Zie: verstraallamp


verstrammen WW

1 Zie: verstrakken


verstrekken WW

1 (verschaffen) dar, fornir, impartir, procurar, suppler (de), provider (de), (uitdelen) distribuer, dispensar
hulp -- = prestar auxilio
inlichtingen -- = dar/procurar informationes
medicijnen -- = distribuer medicinas
krediet -- = conceder un credito
iemand een lening -- = dar/conceder/consentir un presto a un persona
iemand de nodige gelden -- = procurar a un persona le fundos necessari, suppler/provider un persona del fundos necessari


verstrekkend BN

1 de grande portata
dat heeft --e gevolgen = isto ha consequentias de grande portata, isto ha consequentias grave/enorme/multo importante


verstrekking ZN

1 (uitdeling) distribution, dispensation
-- van medicijnen = distribution de medicinas


verstrengelen WW

1 interlaciar, intricar, imbricar, imbroliar


verstrengeling ZN

1 interlaciamento, intrication, intrico, imbrication, imbroliamento


verstrijken WW

1 (uitstrijken) extender
2 (verlopen) passar, (aflopen) expirar
er is weer een dag verstreken = de novo il ha passate un die/jorno
de geldigheid verstrijkt op 10 mei = le validitate expira le 10 de maio
het -- van een termijn = le expiration de un termino
de tijd verstrijkt = le tempore passa
met het -- van de tijd = con le passar del tempore


verstrijking ZN

1 (het aflopen) expiration
-- van een termijn = expiration de un termino


verstrikken WW

1 (anders strikken) nodar alteremente
een lint -- = nodar un banda alteremente
2 (in een strik vangen) attrappar, prender in un pedica
3
in iets verstrikt raken = esser imbroliate/intricate in un cosa
in iemands netten verstrikt raken = cader in le retes de un persona
zich in zijn eigen woorden -- = cader in contradictiones


verstrooibaar BN

1 (NAT) diffusibile


verstrooibaarheid ZN

1 (NAT) diffusibilitate


verstrooid BN

1 (her en der verspreid) sparse, dispersate, disseminate
2 (NAT) (diffuus) diffuse
-- licht = lumine/luce diffuse
3 (afwezig) distracte, (vergeetachtig) obliviose
--e professor = professor distracte
-- antwoorden = responder distractemente


verstrooidheid ZN

1 (afwezigheid van geest) distraction, manco de attention
professorale -- = distraction professoral


verstrooien WW

1 (afleiden) distraher, diverter, amusar
2 (uiteendrijven, verspreiden) disperger, dispersar, disseminar, dissipar, disseminar
de menigte -- = dissipar le massa
het vijandelijke leger -- = dispersar le armea inimic


verstrooier ZN

1 (van geluid/licht) diffusor


verstrooiing ZN

1 (afleiding) distraction, diversion, intertenimento, passatempore, amusamento, divertimento, recreation
-- verschaffen/geven = distraher, diverter, amusar, intertener, recrear
ter -- = como distraction
2 (verspreiding, uiteendrijving) dispersion, dissemination, (van licht) diffusion
3 (het verspreid zijn) dispersion
-- van het joodse volk = le dispersion del populo judee, le diaspora
4 (afdwaling van de geest) distraction


verstrooiingslens ZN

1 lente divergente, diffusor


verstrooiingsmuziek ZN

1 musica legier


verstuderen WW

1 dispensar pro su studios


verstuifbaar BN

1 pulverisabile


verstuiken WW

1 luxar, dislocar, torquer, distorquer
zijn voet -- = luxar se/dislocar se/(dis)torquer se le pede


verstuiking ZN

1 luxation, dislocation, distortion, distorsion, (MED ook) elongation, effortio


verstuiven WW

1 (tot/als stof doen vervliegen) pulverisar, nebulisar, atomisar, vaporisar
een parfum -- = pulverisar un perfumo
2 (stuivend uiteengaan) esser dispersate per le vento
naakte duinen verstuiven = dunas sin plantas erode per le vento


verstuiver ZN

1 vaporisator, pulverisator, nebulisator, atomisator


verstuiving ZN

1 vaporisation, pulverisation, nebulisation, dispersion


verstuivingstoestel ZN

1 Zie: verstuiver


versturen WW

1 expedir, inviar
het -- = expedition, invio
opnieuw -- = reexpedir
het opnieuw -- = reexpedition
naar iemand iets -- = inviar un cosa a un persona


versturing ZN

1 expedition, invio
-- van een postpakket = invio de un pacco/pacchetto postal


verstuwen WW

1 Zie: verstouwen


versuffen WW

1 (suf worden) devenir torpide, imbrutir se
2 (suf maken) render torpide, imbrutir, hebetar
aanhoudende geestelijke arbeid versuft = un effortio intellectual prolongate/incessante imbruti le mente


versuffing ZN

1 Zie: versuftheid


versuft BN

1 torpide
-- zijn = torper


versuftheid ZN

1 torpiditate, torpor, imbrutimento, hebetude, obtusion


versuikeren WW

1 (in suiker omgezet worden) esser transformate/convertite/cambiate in sucro, (SCHEI) saccharificar se, (uitkristalliseren) crystallisar/saccharo
de honing versuikert = le melle se saccharifica/crystallisa


versuikering ZN

1 (SCHEI) saccharification
-- van hout = saccharification de ligno


versukkelen WW

1
zijn tijd -- = guastar/perder su tempore
in armoede -- = languer in paupertate/miseria


versukkeling ZN

1
in de -- raken = cader in decrepitude, declinar, deperir


versus VZ

1 contra
Amerika -- Rusland = America contra Russia


versvoet ZN

1 pede (rhythmic/metric)


versvorm ZN

1 (dichtvorm) verso, forma poetic/metric
een verhandeling in -- = un tractato in verso/in forma poetic
in -- zetten = mitter in versos, versificar
2 (vorm waarin verzen geschreven kunnen worden) forma de versification, forma/typo de verso
Drs. P. hanteert met groot gemak alle --en = Drs. P. manea tote le formas de verso multo habilemente


vertaalbaar BN

1 traducibile
moeilijk -- = difficilemente traducibile


vertaalbaarheid BN

1 traducibilitate
-- van een tekst = traducibilitate de un texto


vertaalbureau ZN

1 officio/agentia/bureau (F) de traduction/de translation


vertaalcomputer ZN

1 computator/computer (E) de traduction/de translation


vertaaldienst ZN

1 servicio de traduction/de translation


vertaalfout ZN

1 falta/error de traduction/de translation


vertaalkunst ZN

1 arte de traducer/de translatar


vertaalmachine ZN

1 machina a/de traducer/translatar


vertaalmethode ZN

1 methodo de traduction/translation


vertaaloefening ZN

1 exercitio de traduction/translation


vertaalprogramma ZN

1 (COMP) programma de traduction/de translation


vertaalrecht ZN

1 derecto de traducer/de traduction/de translatar/de translation


vertaalwerk ZN

1 traductiones, translationes


vertaalwoede ZN

1 mania de traducer/translatar


vertaalwoordenboek ZN

1 (voor twee talen) dictionario bilingue, (voor drie talen) dictionario trilingue, (voor meer/veel talen) dictionario multilingue


vertakken WW

1 (doen --) ramificar, deramar, subdivider
zich -- = ramificar se/deramar se/subdivider se, (in twee) bifurcar
de elektrische kabel -- = subdivider le cablo electric
een vertakte organisatie = un organisation ramificate


vertakking ZN

1 (splitsing in takken) ramification, (in twee takken) bifurcation
-- van een plantenstengel = bifurcation de un pedunculo de planta
-- van een samenzwering = ramification de un conspiration
--en van de bronchiën = ramificationes del tubos bronchial
2 (onderafdeling) ramification, subdivision, branca, sector
een organisatie met vele --en = un organisation con numerose ramificationes


vertakt BN

1 ramificate, subdividite, (in twee) bifurcate
een dicht -- wegennet = un rete complexe de camminos
2 (PLANTK) ramose
--e dravik = bromo ramose
3 (MIN) arborisate, dendritic


vertalen WW

1 traducer, translatar, (als tolk OOK) interpretar, (in ander codesysteem) transcriber, (weergeven OOK) render, exprimer
het -- = traduction, translation
vrij -- = traducer/translatar liberemente, dar un traduction/translation libere
letterlijk -- = traducer/translatar litteralmente, dar un traduction/translation litteral, metaphrasar
iemand die letterlijk vertaalt = metaphraste
een woord in Interlingua -- = traducer/translatar un parola in Interlingua
uit Interlingua -- = traducer/translatar ab Interlingua
deze uitdrukking is niet te -- = iste expression non pote esser traducite/translatate
het geleerde naar de eigen praktijksituatie -- = applicar in practica lo que on ha apprendite
gegevens in cijfers -- = quantificar datos


vertaler ZN

1 traductor, translator, (tolk) interprete
beëdigd -- = traductor/translator jurate
slaafse -- = traductor/translator servil


vertaling ZN

1 traduction, translation, (door tolk) interpretation, (in ander codesysteem) transcription
geautoriseerde -- = traduction/translation autorisate
uitstekende -- = traduction/translation excellente
getrouwe/juiste/exacte -- = traduction/translation fidel/exacte
exactheid/nauwkeurigheid van een -- = fidelitate de un traduction/translation
vlekkeloze -- = traduction/translation impeccabile/perfecte
interlineaire -- = traduction/translation interlinear
vrije -- = traduction/translation libere
letterlijke/woordelijke -- = traduction litteral/textual, metaphrase
-- uit Interlingua = traduction/translation ab Interlingua


vertappen WW

1 transvasar, transfunder


vertapping ZN

1 transvasamento, transfusion


verte ZN

1 lontanantia
in de -- = in le lontanantia, a grande distantia
in de verste -- niet vermoeden dat = esser longe de imaginar se que
uit de -- = de longe
in de -- zijn zij familie = illes es familia lontan
(FIG) nieuwe --n = nove horizontes


vertebraal BN

1 vertebral
het --e stelsel = le systema vertebral


vertebraat ZN

1 vertebrato


vertechniseren WW

1 technisar al extremo/a ultrantia


vertechnisering ZN

1 technisation al extremo/a ultrantia, technicismo


vertederen WW

1 render tenere, toccar, emover


vertedering ZN

1 teneressa, emotion
iemand met -- aankijken = reguardar/mirar un persona teneremente/con teneressa


verteerbaar BN

1 digestibile, digeribile
licht -- voedsel = alimento facile de digerer/facilemente digeribile
(FIG) dat is niet -- voor de vakbond = isto es inacceptabile pro le syndicato


verteerbaarheid ZN

1 digestibilitate, digeribilitate


vertegenwoordigen WW

1 (handelen voor) representar
de afgevaardigden vertegenwoordigen het volk = le delegatos/deputatos representa le populo
2 (equivalent zijn met) representar, constituer, esser representative de
die verzameling vertegenwoordigt een aanzienlijke waarde = iste collection representa un valor considerabile


vertegenwoordigend BN

1 representative


vertegenwoordiger ZN

1 representante, representator, delegato
-- van de pers = representante del pressa
diplomatiek -- = representante diplomato
--s van het hoogste gezag = representantes del autoritate supreme
permanent -- bij de Verenigde Naties = representante permanente presso le Nationes Unite
2 (handelsreiziger) commisso viagiator, viagiator de commercio, representante de commercio


vertegenwoordiging ZN

1 (het vertegenwoordigen) representation
evenredige -- = representation proportional, proportionalismo
2 (personen) representation, delegation
diplomatieke -- = representation diplomatic


vertegenwoordigingskosten ZN MV

1 costos/expensas de representation


vertekend WW

1 deformate, distorquite, distorte
een -- beeld van iets geven = dar un imagine deformate/distorquite de un cosa


vertekenen WW

1 (verkeerd tekenen) designar mal
2 (vervormd weergeven) deformar, distorquer
deze lens vertekent sterk = iste lente deforma multo, iste lente da un alte grado de distorsion/distortion (al imagine)


vertekening ZN

1 deformation, distorsion, distortion


vertelkunst ZN

1 arte narrative/del narration/de contar


vertellen WW

1 (mondeling mededelen) dicer, contar
de waarheid -- = dicer le veritate
ik heb me laten -- = io me ha lassate dicer que
van zijn reizen -- = contar su viages, parlar de su viages
iets verder -- = repeter un cosa, parlar de un cosa a altere personas
2 (in verhaaltrant mededelen) contar, narrar, relatar, referer, historiar
een avontuur -- = narrar un aventura
hij kan leuk -- = ille es un narrator excellente
in bijzonderheden -- = detaliar
3
(zich in het tellen vergissen) zich -- = facer un error de calculo


vertellend BN

1 narrative, narratori


verteller ZN

1 narrator, relator
een roman met een alwetende -- = un roman(ce) con un narrator omnisciente


vertelling ZN

1 (verhaal) conto, narration, historia
beknopte -- = narration compendiose
dichterlijke -- = conto poetic
de --en uit duizend en één nacht = le contos del mille e un noctes
2 (vergissing bij het tellen) error de calculo


vertelsel ZN

1 Zie: vertelling-1


vertelselboek ZN

1 libro de contos


vertelseltje ZN

1 historietta


verteltalent ZN

1 talento narrative


verteltechniek ZN

1 technica narrative


verteltrant ZN

1 stilo narrative/del narration


verteren WW

1 (als voedsel verwerken) digerer
zijn maag verteert deze spijzen moeilijk = su stomacho digere mal iste alimentos
2 (uitgeven) dispensar
veel geld -- = dispensar multe moneta
hij verteerde voor vijftig gulden in het restaurant = ille ha dispensate cinquante florinos al/in le restaurante/restaurant (F)
3 (doen vergaan) dissipar, consumer, (wegvreten) roder, corroder, (vernielen) destruer
het vuur verteerde het huis = le foco ha consumite le casa
roest verteert ijzer = le ferrugine rode/corrode le ferro
hij wordt verteerd door harteleed = le pena le consume/occide
de hartstocht die hem verteert = le passion que le devora
verteerd worden door jaloezie = esser devorate per le invidia
4 (met de geest verwerken) digerer
dat boek is niet te -- = iste libro es indigeste
5 (als voedsel verwerkt worden) digerer se
die graten verteren wel = iste spinas se digere ben


verterend BN

1 (MED) consumptive


vertering ZN

1 (spijsvertering) digestion
de -- bevorderen = facilitar le digestion
2 (verbruik) consumo, consumption, (uitgave) dispensa, (gelag) consumition, refrescamento, bira, caffe, etc.
3 (het verteerd worden, aanvreting) corrosion, decomposition, (vernieling) destruction


verteringsferment ZN

1 fermento digestive


verteringsproces ZN

1 processo digestive


verteringssap ZN

1 succo digestive/del digestion


vertesprong ZN

1 salto de longor/de longitude


verteuten WW

1
zijn tijd -- = guastar/perder su tempore garrulante


vertex ZN

1 (ASTRON) vertice


verticaal BN

1 vertical, perpendicular
--e lijn = linea vertical
--e wand = pariete vertical
--e beweging = movimento vertical
--e prijsbinding = controlo vertical del precios
--e bedrijfsorganisatie = organisation vertical de un interprisa
--e stand = verticalitate
(in kruiswoordpuzzel) twee -- = duo vertical


verticaal ZN

1 linea vertical, vertical


verticaallijn ZN

1 Zie: loodlijn


vertienvoudigen WW

1 decuplar, decuplicar


vertier ZN

1 (drukte) movimento, animation, (afleiding) distraction, diversion, amusamento
hij moet wat -- hebben = ille besonia distraction
er is hier veel -- = il ha multe animation/distraction hic


vertikken WW

1 (weigeren te doen) refusar
2 (niet functioneren) refusar
de motor vertikt het = le motor refusa de partir
3
(een tikfout maken) zich -- = facer un error de typation, typar mal


vertillen WW

1 (tillend verplaatsen) displaciar/dislocar sublevante
2
(boven zijn kracht tillen) zich -- = dislocar se sublevante


vertilling ZN

1 (verplaatsing) dislocation, displaciamento
2 (verrekking) dislocation


vertimmeren WW

1 (verbouwen) transformar, reconstruer, renovar
2
veel geld aan een huis -- = dispensar multe moneta pro le reconstruction de un casa


vertimmering ZN

1 (verbouwing) transformation, reonstruction, renovation


vertind BN

1 stannate, coperite de stanno


vertinnen WW

1 stannar
het -- = stannatura
iemand die iets vertint = stannator


vertinner ZN

1 stannator


vertinning ZN

1 stannatura


vertinsel ZN

1 stannatura


vertoeven WW

1 esser, sojornar
in het buitenland -- = esser al extero/estraniero


vertolken WW

1 (vertalen) traducer, translatar, interpretar
2 (tot uitdrukking brengen) exprimer, render, interpretar
hij vertolkte de mening van het personeel = ille exprimeva le opiniones del personal, ille se ha facite le interprete del personal
de gevoelens van de familie -- = render/interpretar le sentimentos del familia
3 (uitbeelden) interpretar, jocar, (een rol in een opera) cantar
een sonate -- = interpretar un sonata
een rol -- = interpretar/jocar un rolo/parte


vertolker ZN

1 (vertaler) traductor, translator
2 (interpreet) interprete
de --s van het Franse lied = le interpretes del canto francese
-- van tragische rollen = interprete de rolos tragic


vertolking ZN

1 (het vertalen/vertaald worden) traduction, translation
2 (interpretatie) interpretation
3 (weergave van de meningen) interpretation


vertonen WW

1 (doen blijken/zien) facer vider, presentar, monstrar, manifestar, exhiber, (tentoonstellen) exponer
overeenkomst -- = presentar/offerer analogia/resimilantia
verschillen -- = presentar differentia
voordelen -- = presentar avantages
grote onregelmatigheden -- = presentar grande irregularitates
tekenen van vermoeidheid -- = manifestar signos de fatiga
zich in het openbaar -- = monstrar se in publico
hij vertoonde geen spoor van verbazing = ille non monstrava alicun signo de surprisa
nog niet vertoond = sin precedente, sin par
2 (een voorstelling geven) facer vider, presentar, exponer, representar, (mbt film OOK) projectar, projicer, (opvoeren) jocar
kunsten -- = facer un demonstration de su talento
een film -- = facer vider un film (E), presentar/projectar/projicer un film (E)
3 (voorstellen) representar, monstrar
het toneel vertoont een bos = le scena representa un bosco


vertoner ZN

1 (die vertoont) monstrator
2 (van een wissel) portator
3 (acteur) actor


vertoning ZN

1 (het vertonen/vertoond worden) representation, presentation, exhibition
2 (wat vertoond wordt) exposition, exhibition, spectaculo, (mbt toneel) representation, (mbt film) projection
kleurloze -- = spectaculo insipide
dat was een grappige -- = isto esseva un spectaculo amusante/comic
3
een beschamende -- = un situation vergoniose/ignobile
4
veel -- maken = facer multe theatro


vertonnen WW

1 mitter in un altere tonnello


vertoog ZN

1 (betoog) demonstration, exposition, argumentation
2 (protest) remonstrantia
3 (vermaning) admonition, admonestation, exhortation


vertoogschrift ZN

1 remonstrantia


vertoon ZN

1 (het vertonen) presentation, exhibition
op -- van bepaalde documenten = a(l) presentation de certe documentos, presentante/exhibente certe documentos
op -- berekend = exhibitori
2 (tentoonspreiding) monstra, demonstration, displicamento, ostentation, (aanstellerij) affectation
groot -- van macht = ostentation de fortia
met veel (ceremonieel) -- van = con grande pompa de


vertoonbaar BN

1 presentabile


vertoonbaarheid ZN

1 presentabilitate


vertoornd BN

1 irate, inragiate, inrabiate, furiose


vertoornen WW

1 inragiar, inrabiar, incholerisar


vertraagd BN

1 (met oponthoud) retardate
--e beweging = movimento retardate
--e verzending = expedition retardate
--e trein = traino retardate/in retardo
--e brief = littera retardate
2 (waarvan de loop trager wordt) relentate, retardate
--e film = film (E) relentate/retardate


vertragen WW

1 reducer/diminuer le velocitate, lentar, relentar, retardar, decelerar, arretrar
een uurwerk -- = retardar un horologio
zijn gang -- = relentar su passo
het vertrek werd een dag vertraagd = le partita ha essite retardate per un die
na de rust vertraagde de thuisclub het spel = post le medie tempore le equipa local ha relentate le joco
zijn snelheid vertraagde = su velocitate diminueva


vertragend BN

1 retardatori, retardative, dilatori
--e actie = action retardatori
--e wrijving = friction retardatori
--e kracht = fortia retardatori
de bloedstolling -- = anticoagulante


vertraging ZN

1 retardo, retardation, retardamento, deceleration, mora, demora, lentamento
een uur -- = un hora de retardo
-- van een uur = retardo de un hora
de trein heeft tien minuten -- = le traino ha dece minutas de retardo, le traino arriva con dece minutas de retardo


vertragingsmechanisme ZN

1 mechanismo de retardation/retardamento


vertragingsmeter ZN

1 decelerometro


vertragingsmotor ZN

1 motor de retardation/retardamento


vertragingstijd ZN

1 tempore de retardo


vertrappelen WW

1 fullar al pedes


vertrappen WW

1 (stuktrappen) fullar al pedes
bloemen -- = fullar flores al pedes
2 (schenden) violar
rechten -- = violar derectos
3 (onderdrukken) opprimer, humiliar
een overwonnen volk -- = opprimer/humiliar un populo vincite


vertreden WW

1 (stuktrappen) fullar al pedes
2
ik ga me wat -- = io va facer un parve promenada, io va extender un pauco/poco le gambas


vertrek ZN

1 (het vertrekken) partita
onverwijld -- = partita immediate
uur van -- = hora del partita
teken van -- = signal de(l) partita
op het punt van -- staan = esser super le puncta de partir
2 (kamer) camera
ruime --ken = cameras spatiose


vertrekdag ZN

1 die de partita


vertrekdatum ZN

1 data de partita


vertrekhal ZN

1 sala/hall (E) del partitas


vertrekhaven ZN

1 porto de partita


vertrekje ZN

1 parve camera, cabinetto


vertrekken WW

1 (afreizen) partir
weer -- = repartir
snel -- = discampar
wij vertrekken morgen = nos parti deman
naar Bilthoven -- = partir pro Bilthoven
uit Bilthoven -- = partir de/ab Bilthoven
2 (een andere stand aannemen) torquer, distorquer, contorquer
het gezicht van pijn -- = distorquer/contorquer le facie in dolor
de mond tot een grijns -- = torquer le bucca, grimassar
een vertrokken gezicht (van pijn) = un rictus de dolor


vertrekking ZN

1 contorsion, contortion, grimasse, rictus


vertrekplaats ZN

1 loco de partita


vertrekpremie ZN

1 premio de repatriation


vertrekpunt ZN

1 puncto de partita


vertreksein ZN

1 signal de partita


vertreksignaal ZN

1 signal de partita


vertrektijd ZN

1 Zie: vertrekuur


vertrekuur ZN

1 hora de partita


vertrekvlag ZN

1 bandiera de partita


vertroebelen WW

1 (troebel maken) render turbide, (FIG ook) obscurar, confunder, turbar
dat vertroebelt onze relatie = isto turba nostre relationes
2 (troebel worden) devenir turbide


vertroebeling ZN

1 turbiditate


vertroetelen WW

1 tractar con multe affecto


vertrokken BN

1 (verwrongen) torte, distorte
-- gezicht van pijn = rictus de dolor
2 (weg, verdwenen) partite


vertroostbaar BN

1 consolabile


vertroosten WW

1 consolar, confortar


vertroostend BN

1 consolante, consolatori, consolabile, confortante


vertrooster ZN

1 consolator


vertroosting ZN

1 consolation, confortation, reconforto, solacio


vertrossing ZN

1 superficialitate


vertrouwd BN

1 (met wie men intiem omgaat) intime, de fiducia, de confidentia
--e raadsman = consiliero intime
-- persoon = persona de fiducia/de confidentia
2 (op de hoogte) familiar
zich -- maken met die problemen = familiarisar se con iste problemas
het -- maken = familiarisation
-- raken met = familiarisar se con, initiar se in/a
-- zijn met = esser familiar/familiarisate con, esser versate in, haber practica con
ik ben met Interlingua vertrouwd = Interlingua me es familiar
3 (wat men gewend is) familiar, habitual
een --e omgeving = un ambiente familiar
4 (veilig, zeker) secur
in --e handen zijn = esser in bon manos


vertrouwde ZN

1 Zie: vertrouweling


vertrouwdheid ZN

1 intimitate, familiaritate
zijn -- met Interlingua = su grande cognoscentias/cognoscimentos de Interlingua


vertrouwelijk BN

1 (van vertrouwen blijk gevend) intime, familiar
-- gesprek = conversation intime
-- met iemand omgaan = esser intime con un persona
2 (wat niet bekend mag worden) confidential
--e brief = littera confidential
--e informatie = information confidential
--e mededeling = communication confidential, confidentia
-- mededelen = informar in confidentia, confider
in --e kring = confidentialmente
-- praten = parlar in confidentia
strikt -- = in stricte confidentia, strictemente confidential, ultraconfidential


vertrouwelijkheid ZN

1 (vertrouwelijke omgang) familiaritate, intimitate
2 (het vertrouwelijk zijn) character confidential, confidentialitate
3 (uiting) confidentia


vertrouweling ZN

1 confidente, persona de confidentia/de fiducia


vertrouwen ZN

1 confidentia, fiducia, credentia, fide, fidantia
absoluut/onbeperkt -- = confidentia illimitate/absolute
rotsvast/onwankelbaar -- = confidentia imperturbabile
volledig -- = plen fiducia, confidentia total
onvoorwaardelijk -- = fiducia inconditionate
misbruik/schending van -- = abuso de confidentia
blijk van -- = marca/demonstration de confidentia
-- wekken/inboezemen = inspirar confidentia/fiducia
iemand zijn -- schenken = dar su confidentia/fide a un persona
-- hebben in = haber fide in, fider se a
er geen -- in hebben/stellen = non haber confidentia in un cosa
kwestie van -- = question de confidentia
iemands volle -- hebben = haber tote le confidentia de un persona
met het volste -- = con plen confidentia
iemands -- winnen = ganiar le confidentia de un persona
misbruik maken van iemands -- = dupar le confidentia de un persona
iemands -- beschamen = trair le confidentia de un persona
iemands -- verliezen = perder le fiducia de un persona
iemands -- schokken = minar le fiducia de un persona
de regering kreeg het -- van het parlement = le governamento ha obtenite le confidentia del parlamento
motie van -- = motion de fiducia/de confidentia
blind -- = fide/fiducia cec
blik vol -- = reguardo confidente
op -- berustend = fiducial, fiduciari
in goed -- handelen = ager in/de bon fide
in -- vertellen = confider
iemand iets in -- mededelen = communicar un cosa a un persona in confidentia, confider un cosa a un persona, facer un confidentia a un persona
goed van -- zijn = haber multe confidentia


vertrouwen WW

1 fider se (a), haber confidentia/fiducia (in), confider (in)
op zijn intuïtie -- = fider se a su intuition
iemand blindelings -- = haber un confidentia cec/absolute in un persona


vertrouwensarts ZN

1 medico de confidentia/de fiducia


vertrouwensbasis ZN

1 base pro confidentia/fiducia


vertrouwensberoep ZN

1 profession que involve confidentia/fiducia


vertrouwenscrisis ZN

1 crise/crisis de confidentia/de fiducia


vertrouwensfunctie ZN

1 posto de confidentia/de fiducia


vertrouwenskwestie ZN

1 question de confidentia/de fiducia
de -- stellen = poner le question de confidentia/de fiducia


vertrouwensman ZN

1 (zaakbehartiger) homine/persona de confidentia/de fiducia, confidente
2 (tussenpersoon) mediator, intermediario, agente


vertrouwenspersoon ZN

1 Zie: vertrouwensman


vertrouwenspositie ZN

1 position/posto de confidentia/de fiducia


vertrouwensrelatie ZN

1 relation basate super confidentia/fiducia (mutue), relation de confidentia/de fiducia


vertrouwensvotum ZN

1 voto de confidentia/de fiducia


vertrouwenswaardig BN

1 digne de confidentia/de fiducia


vertrouwenwekkend BN

1 que inspira confidentia/fiducia


vertuien WW

1 (SCHEEP) ammarrar con duo ancoras


vertuiing ZN

1 (SCHEEP) ammarrage con duo ancoras


vertwijfeld BN

1 desperate
--e poging = tentativa desperate


vertwijfelen WW

1 desperar (se), devenir desperate


vertwijfeling ZN

1 despero, desperation, desperantia


veruit BW

1 de longe
-- de beste = de longe le melior
in -- de meeste gevallen = in le generalitate del casos


veruiterlijken WW

1 Zie: veruitwendigen-2


veruiterlijking ZN

1 exteriorisation


veruitwendigen WW

1 (uitwendig worden) exteriorisar se
2 (expressie geven aan) exteriorisar


vervaard BN

1 pavorose, timorose, angustiose
voor geen klein geruchtje -- = non recular ante nihil, non timer nihil e nemo


vervaardheid ZN

1 pavor, timor, angustia


vervaardigen WW

1 facer, fabricar, manufacturar, producer, confectionar, construer
hij vervaardigt het speelgoed zelf = ille face le joculos ipse
meubels -- = facer mobiles
vervaardigd uit marmer = facite de marmore
met de hand vervaardigd = facite de mano


vervaardiger ZN

1 fabricante, constructor, facitor, confectionator


vervaardiging ZN

1 fabrication, manufactura, confection, construction, production


vervaarlijk BN

1 terribile, terrificante, formidabile, enorme, tremende, horribile
een -- geschreeuw = critos horribile/tremende
-- onweer = tempesta de tonitro terrificante


vervaarlijkheid ZN

1 enormitate


vervagen WW

1 (vaag worden) devenir vage/indistincte
langzaam -- = evanescer
het langzaam -- = evanescentia, evanescimento
zijn schoolkennis is al lang vervaagd = ille ha practicamente oblidate lo que ille ha apprendite in le schola
2 (vaag maken) render vage/indistincte


vervagend BN

1
langzaam -- = evanescente


vervaging ZN

1 disparition progressive


verval ZN

1 (het vervallen, het afnemen) ruina, declino, declination, decadentia, degeneration, degenerescentia, deterioration, (mbt zeden) decadentia moral, depravation, pervertimento, perversion
het -- van de handel = le declino del commercio
tijdperk van -- = epocha decadente
een beschaving in -- = un civilitate decadente
-- van krachten = deperimento physic/de fortias, decrepitude
-- van een gemeenschap = decomposition de un societate
in -- raken = (in bouwvallige staat) cader in decadentia/in ruina(s), decader, (aan invloed inboeten) declinar, (moreel) depravar se/cader in decadentia
volledig in -- zijn = esser in plen decadentia
de zeden raken in -- = le mores se deprava/se deteriora
2 (verjaring) peremption
3 (verschil in hoogte van de waterspiegel) cadita, denivellation, differentia de nivello


vervaldag ZN

1 Zie: vervaldatum


vervaldatum ZN

1 data de expiration


vervalen WW

1 (valer worden) discolorar se
2 (valer maken) discolorar


vervallen WW

1 (bouwvallig worden) cader in decadentia/in ruina(s), decader, ruinar se
laten -- = derelinquer
het huis vervalt = le casa cade in ruina
2 (afnemen) diminuer, declinar, deperir, periclitar
zijn krachten vervallen = su fortias declina
3 (niet meer gelden) esser abolite, esser supprimite, esser eliminate, esser cancellate, esser annullate
laten -- = abolir, supprimer, eliminar, cancellar, annullar
deze mogelijkheid vervalt = iste possibilitate es eliminate/non plus es aperte
enkele treinen kwamen te -- = alicun trainos esseva cancellate/supprimite
uw redenering vervalt = vostre rationamento non es valabile
400 arbeidsplaatsen komen te -- = 400 empleos va disparer
een bijeenkomst laten -- = supprimer un reunion
4 (verstrijken) expirar
de concessie vervalt = le concession expira
het kopijrecht vervalt = le derecto de reproduction expira
het krediet vervalt = le credito expira
het -- van een contract = le expiration de un contracto
5 (raken, komen tot) cader
weer -- = recader
tot armoede -- = cader in le miseria, esser reducite al paupertate/povressa
in een dwaling -- = (re)cader in un error
in dezelfde fout -- = recader/incider in un error, recidivar
het in dezelfde fout -- = recidiva
in herhalingen -- = cader in repetitiones, repeter se
tot grootspraak -- = cader in le exaggeration
van het ene uiterste in het andere -- = cader de un excesso in le altere, passar de un extremo al altere
van kwaad tot erger -- = ir de mal in pejo
6 (van eigenaar verwisselen) cader (a), passar (a)
goederen die aan de kroon -- = benes que cade al corona


vervallen BN

1 (uitgeteerd) decrepite, (MED) cachectic {sj}
2 (bouwvallig) ruinose, caduc, derelicte, decrepite
een -- huis = un casa decrepite
-- gebouw = edificio ruinose
3 (armoedig) miserabile
4 (afgeschaft) abolite, supprimite
-- recht = derecto abolite
5 (verstreken) expirate
-- termijn = termino expirate
6 (afgezet) dispossedite, (van de troon gestoten) disthronate
-- verklaren = disposseder
het -- verklaren = dispossession


vervallenverklaring ZN

1 dispossession


vervalperiode ZN

1 periodo de decadentia


vervalsbaar BN

1 falsificabile


vervalsen WW

1 (met oneerlijke bedoelingen namaken) falsificar, falsar, contrafacer
een handtekening -- = falsificar/contrafacer un signatura
een dokument -- = falsificar/falsar un documento
een paspoort -- = falsificar un passaporto
bankbiljetten -- = falsificar/contrafacer billetes/notas de banca
2 (met boze opzet veranderen) falsificar, falsar, adulterar
een tekst -- = falsificar/adulterar un texto
de waarheid -- = falsificar/adulterar le veritate
3 (met vreemde bestanddelen vermengen) falsificar, adulterar
voedsel -- = adulterar alimentos
wijn -- = adulterar vino


vervalser ZN

1 falsario, falsificator, falsator, con-trafactor, adulterator
2 (van voedsel/wijn) adul-terator


vervalsing ZN

1 (handeling) falsification, adulteration, fraude, contrafaction, (van voedsel/wijn) adulteration
-- van een tekst = falsification/adulteration de un texto
-- van een geneesmiddel = adulteration de un medicamento
-- van voedsel = adulteration de alimentos
-- van wijn = adulteration de vino
-- van bankbiljetten = contrafaction/falsification de billetes de banca
literaire -- = mystification litterari
2 (resultaat) contrafaction, falso, imitation, fraude
een -- van Van Gogh = un falso de Van Gogh


vervaltermijn ZN

1 termino de expiration


vervaltijd ZN

1 (van paspoort, etc.) (data/die de) expiration
2 (van radioactief element) tempore de disintegration


vervangbaar BN

1 reimplaciabile, substituibile, commutabile, surrogabile, (onderling) intercambiabile, (JUR) fungibile
zo'n kracht is moeilijk -- = un tal empleato es difficilemente reimplaciabile


vervangbaarheid ZN

1 substituibilitate, surrogabilitate


vervangen WW

1 (de plaats innemen van) reimplaciar, substituer, suppler, prender le placia de, (aflossen) relevar
hij vervangt zijn broer tijdens diens ziekte = ille reimplacia su fratre durante su maladia
vier werklieden vervangen elkaar iedere twee uur = quatro travaliatores se releva tote le duo horas
2 (de plaats laten innemen van) reimplaciar, substituer, surrogar
een woord door een ander -- = reimplaciar un parola per un altere, substituer un parola a/per/con un altere
deze bepaling zal door een andere vervangen worden = iste disposition va esser reimplaciate per un altere
moeilijk te -- = de substitution difficile
niet te -- = irreimplaciabile


vervangend BN

1 (JUR) subsidiari, commutative
--e hechtenis = detention subsidiari
--e boete = mulcta commutative


vervanger ZN

1 reimplaciante, substituto, supplente, suppletor
de -- van de minister = le substituto/supplente del ministro
een -- zijn = suppler


vervanging ZN

1 reimplaciamento, substitution
-- van een woord door een ander = reimplaciamento de un parola per un altere, substitution de un parola a/per un altere
een -- voor 24 uur per week = un substitution de 24 horas per septimana
ter -- van = in le placia de, in reimplaciamento/substitution de
hard aan -- toe zijn = necessitar urgentemente esser reimplaciate


vervangingsinvestering ZN

1 investimento de reimplaciamento


vervangingskosten ZN MV

1 costos de reimplaciamento/de substitution


vervangingsmiddel ZN

1 producto de reimplaciamento/de substitution, substituto, substitutivo, succedaneo, surrogato, ersatz (D)


vervangingsprodukt ZN

1 Zie: vervangingsmiddel


vervangingswaarde ZN

1 valor de reimplaciamento/de substitution


vervangstuk ZN

1 pecia de recambio


vervaten WW

1 transvasar


vervatten WW

1 continer, conciper, includer
in deze woorden vervat = concipite in iste terminos
het geschrift was in deze bewoordingen vervat = le documento contineva le sequente parolas
hierin is alles vervat = toto es includite in isto
vervat in de prijs = includite/comprendite in le precio


verve ZN

1 verve (F), fuga, fervor, enthusiasmo, vivacitate
iets met veel -- vertellen = contar un cosa con verve/con multe enthusiasmo


verveeld BN

1 ennoiate, (lusteloos) indolente


verveeldheid ZN

1 sentimento de enoio


verveelvoudigen WW

1 multiplicar
het -- = multiplication
iemand die/instrument dat verveelvoudigt = multiplicator


verveelvoudiging ZN

1 multiplication


vervelen WW

1 (verveling veroorzaken) enoiar, fastidiar, tediar
zij verveelde haar collega's met ellenlange verhalen = illa enoiava su collegas con historias sin fin
die redenaar verveelt zijn gehoor = iste orator enoia su auditores
iets tot --s toe herhalen = repeter un cosa (usque) a satietate
zich dodelijk/stierlijk/gruwelijk -- = enoiar se mortalmente/terribilemente


vervelend BN

1 (onaangenaam) enoiose, fastidiose, disagradabile, fatigante, moleste, tediose, (saai OOK) insipide
-- boek = libro enoiose/insipide
-- kind = infante disagradabile/impossibile


verveling ZN

1 enoio, tedio, tediositate
de -- was van zijn gezicht af te lezen = on poteva vider le enoio/tedio super su facie


vervellen WW

1 (van dieren) cambiar le pelle, mutar (le pelle), spoliar se
het -- = cambiamento de pelle, muta, spoliamento
2 (MED) (na een ziekte) desquamar se


vervellend BN

1 (MED) desquamatori


vervelling ZN

1 (van dieren) cambiamento de pelle, muta
2 (MED) (na ziekte) desquamation


verveloos BN

1 sin color, incolor
--e deur = porta sin color


verveloosheid ZN

1 manco de color


verven WW

1 (schilderen) pinger, depinger
een huis -- = pinger un casa
zich -- = pinger se (le facie)
geverfde lippen = labios pingite
rood -- = pinger in/de rubie
de wanden van een kamer -- = depinger le parietes de un camera
2 (met kleurstof bewerken van haar/textiel, etc.) tinger, tintar, colorar
zijn haar -- = tinger se le capillos
wollen goed -- = tinger un texito de lana
glas -- = colorar vitro
groen -- = tinger/colorar in/de verde


vervenen WW

1 (tot veen worden) transformar se in turba/turfa
2 (veengrond uitgraven) extraher le turba/turfa de, exploitar {plwa} un turbiera


vervener ZN

1 turbero


vervening ZN

1 (het vervenen) transformation in turba/turfa, exploitation {plwa} de turbiera
2 (terrein) turbiera


verver ZN

1 (van gebouwen) pictor
2 (van weefsels) tinctor, tincturero


ververij ZN

1 (het verven) le pinger, le depinger, (van textiel) tinctura
2 (plaats waar textiel wordt geverfd) tinctureria


verversen WW

1 (weer vers maken) refrescar
de lucht -- = refrescar le aere
2 (door nieuwe vervangen) renovar, cambiar, reimplaciar
de lucht -- = renovar le aere
de olie -- = cambiar le oleo


verversing ZN

1 (het verversen) renovation, refrescamento, reimplaciamento, cambio
2 (koel drankje) refrescamento


ververskuip ZN

1 cupa de tincturero


vervetten WW

1 (in vet overgaan) converter se/tranformar se in grassia
2 (afzetten van vet) ingrassiar, render grasse
het -- van de lever = le steatose (-osis) del ficato/hepate


vervetting ZN

1 (MED) (afzetting van vet) (mbt weefsel) adiposis, adipositate, (mbt lever) steatose (-osis)
2 (het in vet overgaan) conversion/transformation in grassia


verviervoudigen WW

1 quadruplar, quadruplicar


verviervoudiging ZN

1 quadruplication


vervijfvoudigen WW

1 quintuplar, quintuplicar


vervijfvoudiging ZN

1 quintuplication


vervilten WW

1 converter se in feltro, feltrar se
wollen weefsels vervilten door veel wassen = le texitos de lana se feltra per multe lavages/lavamentos


vervilting ZN

1 conversion in feltro, papiro se forma per le conversion artificial in feltro de fibras vegetal


vervlaamsen WW

1 (Vlaams worden) devenir flaminge, flamingisar se
2 (Vlaams maken) render flaminge, dar un character flaminge a, flamingisar


vervlaamsing ZN

1 flamingisation
de -- van de Gentse universiteit = le flamingisation del universitate de Gent


vervlakken WW

1 (vlak/effen maken) nivellar, equalisar, applanar, applattar, render plan/platte
2 (afstompen) obtunder, imbrutir, applattar se
de smaak van het publiek is vervalkt = le gusto de publico se ha applattate
3 (verflauwen) diminuer
zijn aandacht vervlakte = su attention diminueva


vervlakking ZN

1 applanamento, applattamento, (ook FIG) equalisation, nivellamento
culturele -- = applattamento cultural


vervlechten WW

1 interlaciar, tressar


vervlechting ZN

1 interlaciamento, (FIG) interdependentia
-- van belangen = interdependentia de interesses


vervlezen WW

1 carnificar se
een vervleesde long = un pulmon carnificate


vervlezing ZN

1 carnification
-- der beenderen = carnification del ossos


vervlieden WW

1 fugir


vervliegen WW

1 (in damp opgaan) evaporar se, volatilisar se, vaporisar se
het -- = evaporation, volatilisation, vaporisation
alcohol vervliegt snel = le alcohol se evapora rapidemente
2 (snel verdwijnen) fugir, passar velocemente/rapidemente
de dagen vervliegen = le dies/jornos passa rapidemente
lang vervlogen tijden = tempores lontan


vervlieging ZN

1 (het opgaan in damp) evaporation, volatilisation, vaporisation
2 (het snel verdwijnen) fuga, fugita


vervlochten BN

1 (FIG) interdependente


vervloeibaar BN

1 (SCHEI) deliquescente


vervloeibaarheid ZN

1 (SCHEI) deliquescentia


vervloeibaarheid ZN

1 fluiditate
-- van beton = fluiditate de beton/concreto


vervloeien WW

1 (wegvloeien) effluer
2 (uiteenvloeien) diffluer
3 (in vloeistof overgaan) funder, liquescer, (SCHEI) deliquescer


vervloeiend BN

1 (uiteenvloeiend) diffluente
2 (SCHEI) deliquescente
--e stoffen = substantias deliquescente


vervloeiing ZN

1 (uiteenvloeiing) diffluentia
2 liquefaction, (SCHEI) deliquescentia


vervloeken WW

1 (verwensen) maledicer, imprecar
2 (REL) lancear un anathema, anathemisar, excommunicar
het -- = anathematisation, excommunication


vervloeking ZN

1 malediction, imprecation, (REL) anathema, excommunication


vervloekt BN

1 maledicte, horribile, abominabile, execrabile


vervloekt! TW

1 diabolo!, malediction!


vervlogen BN

1
-- illusies = illusiones perdite
-- jaren = annos passate
in lang -- tijden = in epochas/tempores multo lontan/remote


vervluchtigen WW

1 (doen vervliegen) evaporar, vaporisar, volatilisar
het -- = evaporation, vaporisation, volatilisation
de vloeistof vervluchtigt = le liquido se evapora/se vaporisa
etherische oliën vervluchtigen snel = le oleos volatile se evapora rapidemente
2 (verloren gaan) disparer


vervluchtiging ZN

1 evaporation, vaporisation, volatilisation


vervoegbaar BN

1 (TAAL) conjugabile


vervoegbaarheid ZN

1 (TAAL) conjugabilitate


vervoegen WW

1 (TAAL) conjugar
werkwoorden -- = conjugar verbos
2
zich -- = ir (a), diriger se (a), presentar se (ante)
zich aan het loket -- = diriger se al fenestretta


vervoeging ZN

1 (TAAL) conjugation
(on)regelmatige -- = conjugation (ir)regular


vervoer ZN

1 (transport) transporto, transportation, locomotion
middelen van -- = medios de transporto/de locomotion/de displaciamento
openbaar -- = transporto(s) public
-- te water = transporto per aqua, (over zee) transporto maritime
-- te land = transporto terrestre/per terra
-- over zee = transporto per mar
-- over de weg/per as = transporto per via
-- per boot = transporto per nave
-- per trein = transporto per traino
-- per vrachtauto = camionage
-- van goederen = transporto de mercantias
-- van personen = transporto de viagiatores
bij het -- beschadigd = damnate durante le transporto
2 (vervoermiddel) medio de transporto/de locomotion/de displaciamento
ik kan geen -- krijgen = io non trova un medio de transporto


vervoerbaar BN

1 transportabile


vervoerbaarheid ZN

1 transportabilitate
-- van een zieke = transportabilitate de un malado


vervoerbedrijf ZN

1 interprisa/compania de transporto(s)


vervoerbeleid ZN

1 politica del transportos


vervoerder ZN

1 interprenditor de transportos, transportator


vervoeren WW

1 (transporteren) transportar, vehicular
goederen -- = transportar merces/mercantias
reizigers -- = transportar viagiatores
over de weg/per as -- = transportar per via
over het water -- = transportar per aqua
te -- = transportabile
niet te -- = intransportabile
gemakkelijk te -- = facilemente transportabile
per wagen/kar -- = carrear
2 (meeslepen) exaltar


vervoergelegenheid ZN

1 occasion de transporto


vervoering ZN

1 exaltation, incantamento, ecstase (-asis), extase (-asis) delirio, enthusiasmo, rapimento, rapto, transporto
in -- brengen = ecstasiar, extasiar, incantar, raper, enthousiasmar, transportar
in -- geraken = ecstasiar se, extasiar se
mystieke -- = exaltation mystic, mysticismo
2 (MED) euphoria


vervoerkaart ZN

1
openbaar -- = passe (F) de transporto public, carta de abonamento pro le transportos public


vervoerkosten ZN MV

1 costos de transporto


vervoermaatschappij ZN

1 Zie: vervoerbedrijf


vervoermiddel ZN

1 medio de transporto/de locomotion/de displaciamento, vehiculo


vervoerovereenkomst ZN

1 contracto de transporto


vervoerrisico ZN

1 risco del transporto


vervoersdeskundige ZN

1 specialista concernente le transportos


vervoersdienst ZN

1 servicio de transporto


vervoersdocument ZN

1 documento de transporto


vervoersonderneming ZN

1 Zie: vervoerbedrijf


vervoersovereenkomst ZN

1 contracto de transporto


vervoerspersoneel ZN

1 personal del transportos


vervoerssysteem ZN

1 systema de transporto


vervoerstatistieken ZN MV

1 statisticas del transporto(s)


vervoersvoorwaarden ZN MV

1 conditiones del transporto


vervoerswezen ZN

1 systema del transporto, transporto(s)


vervoertarief ZN

1 tarifa de transporto


vervoervraagstuk ZN

1 problema de transporto


vervolg ZN

1 continuation, prosecution, subsequentia
-- van een roman = continuation de un roman(ce)


vervolgbaar BN

1 (JUR) actionabile, persequibile


vervolgblad ZN

1 pagina sequente, secunde pagina, continuation


vervolgcursus ZN

1 curso complementari/de perfectionamento


vervolgdeel ZN

1 volumine sequente/secunde


vervolgen WW

1 (verder volgen) sequer, prosequer, continuar
de reis -- = continuar/prosequer le viage
zijn weg -- = continuar/sequer su cammino
2 (voortzetten) prosequer, continuar
zijn studie -- = prosequer/continuar su studios
zijn vervolgde met te zeggen = illa ha continuate dicente
wordt vervolgd = a sequer, va esser continuate, continuara
3 (achtervolgen, achternazetten) persequer
iemand vanwege zijn geloof -- = persequer un persona pro su fide
de joden -- = persequer le judeos
4 (aanklagen) persequer/proceder judicialmente (contra), intentar un processo (contra), processar (contra)


vervolgens BW

1 postea, pois, depost, plus tarde


vervolger ZN

1 (voortzetter) continuator
2 (vanwege opvattingen/ras, etc.) persecutor, persequitor
aan zijn --s ontkomen = disfacer se de su persecutores


vervolging ZN

1 (het voortzetten) continuation, prosecution
-- van de studie = continuation del studios
2 (achtervolging) persecution
3 (verdrukking) persecution
-- van de joden = persecution del judeos
zich aan --en blootstellen = exponer se a persecutiones
4 (rechtsvervolging) persecution judiciari/judicial
de -- staken = suspender le persecution


vervolgingsgeest ZN

1 intolerantia


vervolgingsijver

1 zelo persecutor


vervolgingskosten ZN MV

1 costos de persecution


vervolgingswaan(zin) ZN

1 follia/mania/delirio persecutor/de persecution, paranoia


vervolgklasse ZN

1 classe/curso complementari


vervolglijst ZN

1 supplemento


vervolgonderwijs ZN

1 inseniamento secundari
2 inseniamento postscholar


vervolgroman ZN

1 roman(ce) serial


vervolgstuk ZN

1 supplemento


vervolgverhaal ZN

1 roman(ce) serial, feuilleton (F), conto a episodios


vervolgzucht ZN

1 intolerantia


vervolgzuchtig BN

1 intolerante


vervolledigen WW

1 completar
zijn kennis -- = completar su cognoscentias


vervollediging ZN

1 completamento


vervolmaken WW

1 perfectionar


vervolmakend BN

1 perfective


vervolmaking ZN

1 perfectionamento


vervoogden WW

1 poner sub tutela


vervormbaar BN

1 transformabile, (in ongunstige zin) deformabile


vervormbaarheid ZN

1 (kneedbaarheid) plasticitate
2 (in ongunstige zin) deformabilitate


vervormen WW

1 (andere vorm aannemen) transformar se, (misvormd raken) deformar se, (mbt materiaal) torquer se
2
(afwijkend klinken) het geluid vervormt = il ha un distorsion/distortion del sono
3 (andere vorm geven) transformar, (misvormen) deformar, (mbt materiaal) torquer
4 (afwijkend doen klinken) distorquer
een geluid vervormd weergeven = distorquer un sono


vervorming ZN

1 (het vervormen/vervormd worden) transformation, cambio de forma, (ongunstig) deformation
plastische -- = deformation plastic
elastische -- = deformation elastic
ruimtelijke -- = deformation volumetric
blijvende -- = deformation irreversibile
2 (van radio/geluid, etc.) distortion, distorsion
lineaire -- = distortion/distorsion linear


vervormingspeil ZN

1 (van geluid) nivello de distortion/distorsion


vervormingsvrij BN

1 (van radio) sin distortion/distorsion


vervrachten WW

1 (SCHEEP) (voor vracht verhuren) fretar
het -- = fretamento
2 (in vracht vervoeren) transportar


vervrachter ZN

1 (SCHEEP) fretator


vervrachting ZN

1 (SCHEEP) frete, fretamento


vervreemdbaar BN

1 (JUR) alienabile, cessibile, cedibile
dit recht is niet -- = iste derecto es inalienabile


vervreemdbaarheid ZN

1 (JUR) alienabilitate, cessibilitate
-- van een recht = cessibilitate de un derecto


vervreemden WW

1 (JUR) (overdragen) alienar, ceder, transferer
sieraden -- = alienar joieles
2 (vreemd/afkerig maken) alienar, estraniar, disaffectionar, distantiar
zich van elkaar -- = distantiar de mutuemente
hij is volkomen vervreemd van zijn omgeving = ille se ha alienate completemente de su ambiente


vervreemder ZN

1 (JUR) alienator


vervreemding ZN

1 (JUR) alienation, cession
-- van een vruchtgebruik = alienation de un usufructo
2 (het afkerig maken) alienation, estraniamento, disaffection


vervroegd BN

1 anticipate
--e aflossing = amortisation anticipate
--e betaling = pagamento anticipate
--e dagtekening = antedata


vervroegen WW

1 anticipar
de aflossing -- = anticipar le amortisation
een betaling -- = anticipar un pagamento
het vertrek -- = anticipar le partita


vervroeging ZN

1 anticipation


vervrouwelijken WW

1 (vrouwelijk worden) feminisar se, (verwijfd worden) effeminar se
2 (vrouwelijk maken) feminisar, (verwijfd maken) effeminar


vervrouwelijking ZN

1 feminisation, (verwijfd) effemination


vervuild BN

1 (door vuil overwoekerd) immunde, sordide
--e kinderen = infantes sordide
2 (verontreinigd) polluite, contaminate
--e rivieren = fluvios polluite
het --e grachtwater = le aqua polluite/contaminate del canales


vervuilen WW

1 (door vuil overwoekerd worden) devenir immunde/sordide
de Rijn vervuilt = le Rheno deveni immunde, le pollution del Rheno augmenta
2 (vervuiling veroorzaken) polluer, contaminar
het -- = pollution, contamination
de uitlaatgassen vervuilen de stad = le gases de escappamento pollue le urbe


vervuiler ZN

1 persona qui pollue, contaminator
de -- betaalt = ille qui contamina paga


vervuiling ZN

1 pollution, contamination
-- van het milieu = pollution del ambiente (ecologic)
-- door fecaliën = pollution fecal
-- van onze rivieren door afvalprodukten = pollution de nostre fluvios per productos residuari
visuele -- = pollution visual
thermische -- = pollution thermic
kunstmatige -- = pollution artificial
voorkoming van de -- = prevention del pollution
iemand aantreffen in een verregaande staat van -- = trovar un persona in un stato extrememente immunde


vervuilingsbron ZN

1 fonte de pollution


vervuilingsindex ZN

1 index/indice de pollution


vervulbaar BN

1 realisabile, facibile, exaudibile
--e wensen = desiros/desiderios exaudibile


vervulbaarheid ZN

1 realisabilitate, facibilitate, exaudibilitate


vervuld BN

1 (vol, doordrongen) penetrate
met medelijden -- zijn = esser penetrate de pietate


vervullen WW

1 (vol maken) impler, reimpler, plenar
een vacature -- = plenar un vacantia
(FIG) van iets vervuld zijn = esser reimplite/plen de un cosa
vervuld van de Heilige Geest = plen del Spirito Sancte
vervuld van hoop = plen de sperantia
met bewondering -- = plenar de admiration
iemands hart -- = penetrar le corde de un persona
iemand met ontzetting -- = plenar un persona de horror
2 (voldoen aan) responder (a), complir, executar
zijn militaire dienstplicht -- = complir su servicio militar
zijn belofte -- = complir su promissa
een opdracht -- = complir un ordine/mission
formaliteiten -- = complir formalitates
zijn plicht -- = complir su deber
3 (verwezenlijken) realisar, effectuar, complir
iemands wens -- = realisar/exaudir le desiro/desiderio de un persona
zijn hoop is vervuld = su sperantia se ha realisate
een taak op aarde -- = realisar un mission super le terra
4 (bekleden: ambt, functie) reimpler, occupar, exercer
iemands plaats -- = occupar le placia de un persona


vervulling ZN

1 realisation, complimento, execution
-- van de dienstplicht = complimento del servicio militar
een droom gaat in -- = un sonio se realisa/se compli/se avera
om te verhinderen dat deze voorspelling in -- gaat = pro impedir le complimento de iste prediction


verwaaid BN

1 dispersate per le vento, (FIG) (slordig) neglecte, in disordine


verwaaien WW

1 (wegwaaien) esser dispersate per le vento
de rook verwaait = le fumo es dispersate per le vento
2 (in wanorde brengen) mitter in disordine


verwaand BN

1 arrogante, presumptuose, pretentiose, superciliose, vangloriose, gloriose, fatue, van, vanitose
--e kwast = persona/typo pretentiose/presumptuose/fatue


verwaandheid ZN

1 arrogantia, presumption, vanitate, vangloria, condescendentia, pretension, pretention, fatuitate, gloriola


verwaardigen (zich --) WW

1 dignar se, condescender
hij verwaardigt zich niet te antwoorden = ille non se digna responder


verwaarloosbaar BN

1 negligibile, insignificante
een --e hoeveelheid = un quantitate negligibile/insignificante


verwaarloosd BN

1 neglecte, abandonate
--e kinderen = infantes abandonate
--e verkoudheid = catarrho mal curate
--e auteur = autor oblidate


verwaarlozen WW

1 (niet goed zorgen voor) negliger
zijn gezondheid -- = negliger su sanitate
die vader verwaarloost zijn kinderen = iste patre neglige su infantes
zijn plicht -- = negliger su deber
zich -- = negliger se
2 (buiten beschouwing laten) negliger
(WISK) de decimalen -- = negliger le decimales
dat is te -- = isto es negligibile/insignificante
een niet te -- factor = un factor non negligibile


verwaarlozing ZN

1 negligentia, inobservantia
-- van een plicht = negligentia/inobservantia de un deber


verwacht BN

1 previste, provise, expectate


verwachten WW

1 expectar, previder
wij verwachten onze gasten vanavond = nos expecta nostre invitatos iste vespere/vespera
een telefoontje -- = expectar un telephonata
zij verwacht een baby = illa expecta un bebe/un baby (E)
moeilijkheden -- = previder difficultates
veel van iemand -- = expectar multo de un persona
een verhoging van de prijzen -- = previder un altiamento/augmento/augmentation del precios
er wordt verwacht dat = on expecta que
dat was te -- = isto esseva previsibile
lang verwacht = tanto expectate


verwachtend BN

1 expectante


verwachting ZN

1 expectation, expectativa, prevision, (hoop) sperantia, spero
optimistische --en = previsiones optimista
hooggespannen --en = grande expectationes/sperantias
vol -- = plen de expectation/sperantia, sperantiose
tegen de -- in = contrari al expectation(es), contra tote le previsiones
alle --en overtreffen = superar tote le expectationes/previsiones/sperantias
aan de --en beantwoorden = (cor)responder al expectationes/expectativas, confirmar le sperantias
buiten -- = insperate
als -- opgeven = predicer
in -- zijn = expectar un infante, esser pregnante/gravide


verwachtingspatroon ZN

1 expectationes, previsiones


verwachtingsvol BN

1 plen de expectation


verwant BN

1 (geparenteerd) apparentate, propinque, cognate, (van vaderszijde) consanguinee (in de zijlijn) collateral, (door huwelijk) affin
2 (tot elkaar in nauwe betrekking staand) affin, proxime, simile, similar, analoge, cognate, vicin
--e talen = linguas affin
--e kwestie = question similar
(FIG) zeer -- zijn met = haber multe affinitate con
zijn stijl is -- met die van Picasso = su stilo es proxime/vicin a illo de Picasso


verwant ZN

1 parente, cognato (van vaderszijde) consanguineo
verre -- = parente lontan
naaste -- = parente proxime
-- in de zijlinie = parentes collateral
--en = parentes, parentato


verwantschap ZN

1 (het verwant zijn) parentato, parentela, cognation, (door huwelijk) affinitate
-- in de eerste/tweede graad = parentato al prime/secunde grado
-- tussen leeuwen en tijgers = parentato inter leones e tigres
door -- verbinden = apparentar
2 (FIG) parentato, parentela, analogia, contiguitate, affinitate, (overeenkomst) correspondentia
-- van twee begrippen = contiguitate de duo notiones
de -- tussen de Romaanse talen = le affinitate/analogia del linguas romanic


verwantschapsbetrekking ZN

1 relation de parentato/de familia, vinculo del sanguine, vinculo de parentela


verwantschapsterm ZN

1 termino de parentato


verward BN

1 (in de war, door elkaar) confuse, chaotic, in disordine, sin ordine
--e geest = spirito confuse
een -- geschreeuw = critos chaotic
2 (niet duidelijk) confuse, incoherente, complicate, chaotic, intricate, farriginose
-- betoog = discurso confuse/incoherente/farriginose
--e tekst = texto incoherente/farriginose
--e uiteen-zetting = exposition incoherente/farriginose
--e woorden = parolas confuse
--e stijl = stilo incoherente
--e plannen = projectos nebulose
--e redenering = rationamento incoherente/labyrinthic
-- spreken = parlar incoherentemente
3 (verlegen) confuse, embarassate, perplexe, disconcertate
4 (ijlend) delirante


verwardheid ZN

1 (onordelijkheid) confusion, disordine, chaos, intrico, intrication, farrigine
2 (onduidelijkheid) confusion, incoherentia, imbroglio (I), chaos
3 (verlegenheid) confusion, embarasso, perplexitate, disconcertamento


verwarmen WW

1 calefacer
ze verwarmde zich aan een kacheltje = illa se calefaceva juxta un parve estufa
zijn kamer was niet verwarmd = su camera esseva sin calefaction


verwarming ZN

1 (het verwarmen/verwarmd worden) calefaction
brandstoffen voor -- = combustibiles pro le calefaction
2 (installatie) calefaction
centrale -- = calefaction central
de ketel van de -- = le caldiera del calefaction
de -- lager zetten = abassar le calefaction


verwarmingsapparaat ZN

1 apparato de calefaction, calefactor, calorifero


verwarmingsbron ZN

1 fonte de calor


verwarmingsbuis ZN

1 tubo del calefaction


verwarmingselement ZN

1 (element in verwarmings- en kooktoestellen) elemento de calefaction
2 (radiator) radiator


verwarmingsinstallateur ZN

1 installator de calefaction central


verwarmingsinstallatie ZN

1 installation de calefaction central


verwarmingsketel ZN

1 caldiera pro calefaction, caldiera del calefaction central, calorifero


verwarmingskosten ZN MV

1 costos de calefaction


verwarmingskussen ZN

1 cossino (thermo)electric


verwarmingsmonteur ZN

1 Zie: verwarmingsinstallateur


verwarmingsoppervlak ZN

1 superfacie calefaciente


verwarmingsradiator ZN

1 radiator de calefaction


verwarmingssysteem ZN

1 systema de calefaction


verwarmingstechniek ZN

1 technica de calefaction


verwarmingstijd ZN

1 durata/duration de calefaction


verwarmingstoestel ZN

1 Zie: verwarmingsapparaat


verwarmingsvermogen ZN

1 poter calorific


verwarren WW

1 (in de war brengen) confunder, intricar, imbroliar, disordinar
iemands haar -- = disrangiar le capillatura de un persona
hij verwarde zich in zijn uiteenzettingen = ille se imbroliava in su explicationes
2 (met elkaar verwarren) confunder, miscer
de dingen met elkander -- = confunder le cosas
u verwart hem met zijn broer = vos le confunde con su fratre
3 (verlegen maken) confunder, embarassar, disconcertar


verwarring ZN

1 confusion, disordine, chaos, disorganisation, imbroglio (I), intrico, intricamento, turbation
-- van namen, van zaken en personen = confusion de nomines, de cosas e de personas
de -- was compleet = le confusion esseva total, il habeva un confusion/chaos total
de -- steeg ten top = le confusion ha arrivate al maximo
er ontstond enige -- over zijn identiteit = il habeva alicun confusion concernente su identitate
in -- brengen, -- stichten = confunder, imbroliar, turbar, seminar le discordo, causar/crear/generar confusion
in -- raken = turbar se, disconcertar se
chaotische -- = confusion inextricabile
-- zaaien in de geesten = jectar confusion in le spiritos
(door elkaar) in -- = disordinate
2 (verlegenheid) confusion, embarasso, perplexitate, disconcertamento
in -- = embarassate, perplexe, disconcertate
iemand in -- brengen = embarassar/disconcertar/turbar un persona


verwasemen WW

1 evaporar se


verwaten BN

1 Zie: verwaand


verwatenheid ZN

1 Zie: verwaandheid


verwaterd BN

1 aquate, diluite
-- soepje = suppa aquate
-- kapitaal = capital diluite
een -- christendom = un christianismo edulcorate


verwateren WW

1 (waterig maken) diluer
thee -- = diluer the
2 (vers water geven) cambiar le aqua
3 (waterig worden) diluer se


verwatering ZN

1 dilution


verwedden WW

1 (tot inzet van een weddenschap maken) sponder
2 (door wedden verliezen) perder per/in un sponsion


verweer ZN

1 (verdediging, tegenstand) defensa, resistentia
-- voeren = defender se
de vijand bood geen -- = le inimico non poneva alicun resistentia
geen -- hebben = esser sin defensa, non haber defensa, non saper como defender se
2 (mbt bacteriën) resistentia


verweerd BN

1 alterate per le intemperies
oude --e muur = vetere muro decrepite


verweerder ZN

1 defenditor


verweermiddel ZN

1 medio de defensa


verweerschrift ZN

1 scripto de defensa, defensa (scripte), apologia


verweesd BN

1 abandonate


verweg BN

1 remote, lontan, distante


verwegen WW

1 mover
die paal is niet te -- = il non ha un maniera de mover iste palo


verweiden WW

1 facer cambiar de pasturas


verwekelijken WW

1 (zwakker worden) devenir molle, mollir, emollir se, debilitar se


verwekelijking ZN

1 emollimento, debilitation


verweken WW

1 Zie: verwekelijken


verweking ZN

1 Zie: verwekelijking


verwekken WW

1 (doen ontstaan) (in)generar, procrear
het -- = ingeneramento, procreation
kinderen -- = ingenerar/facer infantes
2 (opwekken, veroorzaken) (in)generar, provocar, causar, producer, facer, crear
sensatie/opschudding -- = facer/causar/producer sensation
angst -- = causar/crear angustia
een ziekte -- = causar un maladia
ontevredenheid -- = provocar le discontento/discontentamento


verwekker ZN

1 (mbt de voortplanting) procreator, genitor
de -- van het kind = le genitor del infante
2 (veroorzaker) (persoon) autor, (ziektekiem) agente causative
de bacterie die de -- is van de cholera = le bacterio que provoca le cholera


verwekking ZN

1 (het doen ontstaan) ingeneramento, procreation
2 (het opwekken/veroorzaken) ingeneramento, provocation


verwekt BN

1 genite


verweldigen WW

1 usurpar


verwelf ZN

1 Zie: gewelf


verwelkbaar BN

1 marcescibile


verwelken WW

1 marcer, marcescer
het -- = marcescentia


verwelking ZN

1 marcescentia, marcor


verwelkomen WW

1 dar le benvenita a, salutar
iemand hartelijk -- = dar un cordial benvenita a un persona


verwelkoming ZN

1 benvenita
een hartelijke -- = un benvenita cordial


verwelkt BN

1 marcite, marcescite, marcide


verwelven WW

1 Zie: overwelven


verwend BN

1 vitiate, guastate
een -- kind = un infante vitiate/guastate
een -- publiek = un publico exigente


verwennen WW

1 (door toegeeflijkheid bederven) vitiar, guastar
men mag zijn kinderen niet -- = on non debe vitiar/guastar su infantes
2 (te goed doen) guastar


verwensen WW

1 maledicer, imprecar
het -- = malediction, imprecation
iemand die verwenst = imprecator


verwensing ZN

1 malediction, imprecation
in --en uitbarsten = erumper/exploder in imprecationes


verwereldlijken WW

1 (wereldlijk maken) secularisar, laicisar
het -- = secularisation, laicisation
kerkelijke goederen -- = secularisar benes del ecclesia
2 (wereldlijk worden) esser secularisate, esser laicisate
de verwereldlijkte geestelijkheid = le clero secularisate


verwereldlijking ZN

1 secularisation, laicisation
-- van het toneel = secularisation del theatro


verweren WW

1 (door weersinvloeden veranderen) disaggregar se, decomponer se, corroder se, alterar se per le intemperies, eroder se, alterar se
2 (eeltig worden) devenir callose
zijn handen verweren = su manos deveni callose
3
zich -- = defender se
zich met een stok -- = defender se con un baston
zich tegen een aantijging -- = defender se contra un accusation


verwering ZN

1 (GEOL) disaggregation, erosion, (SCHEI) efflorescentia
2 (aantasting door weersinvloeden) alteration
3 (verdediging) defensa, resistentia


verweringsproces ZN

1 processo de erosion


verweringspuin ZN

1 (GEOL) detrito


verweringsverschijnsel ZN

1 phenomeno de erosion


verwerkbaar BN

1 manufacturabile, tractabile
machinaal --e produkten = productos que pote esser processate per machina
door de computer --e gegevens = datos que pote esser processate per le computator/computer (E)


verwerkbaarheid ZN

1 tractabilitate, manufacturabilitate


verwerkelijken WW

1 (tot werkelijkheid maken) realisar, materialisar, effectuar, executar, exequer, dar corpore a, concretisar, actualisar, averar
het -- = realisation, actualisation, materialisation, effectuation, execution, concretisation
een ideaal -- = realisar un ideaal
een idee -- = materialisar un idea
niet te -- = irrealisabile


verwerkelijking ZN

1 realisation, actualisation, materialisation, effectuation, execution, concretisation
-- van een programma = realisation/execution de un programma
-- van een idee = materialisation de un idea


verwerken WW

1 (werkend verbruiken) tractar, manufacturar, consumer, (COMP) processar
deze fabriek verwerkt duizend ton staal per jaar = iste fabrica tracta mille tonnas de aciero per anno
2 (maken tot) transformar, converter
een grondstof -- = transformar un materia prime
olie -- tot margarine = transformar oleo in margarina
huisvuil tot compost -- = converter immunditias domestic in composto
de werkelijkheid in een film -- = transponer le realitate in un film (E)
3 (bij het bewerken opnemen) incorporar, integrar, (FIG) assimilar, digerer
een stof waarin verschillende materialen verwerkt zijn = un substantia que incorpora varie materiales
de nieuwste gegevens zijn er in verwerkt = le ultime datos ha essite incorporate in illo
het geleerde moet men -- = on debe assimilar/digerer lo que on ha apprendite
hij verwerkte deze indruk dadelijk in een krantestuk = ille ha utilisate iste impression immediatemente in un articulo de jornal
4 (psychisch verduwen) acceptar, digerer, superar
hij kon haar dood moeilijk -- = il esseva difficile pro ille de acceptar/superar su morte


verwerking ZN

1 (verbruik) consumo
2 (omzetting) tractamento, transformation, conversion
-- van grondstoffen = transformation de materias prime
3 incorporation, assimilation, digestion


verwerkingseenheid ZN

1
(COMP) centrale -- = unitate central de tractamento, processor


verwerkingstechnologie ZN

1 technologia de transformation


verwerkingstijd ZN

1 (COMP) tempore de tractamento


verwerpelijk BN

1 reprobabile, reprehensibile, blasmabile, rejectabile, abjecte, condemnabile, damnabile, declinabile, censurabile, (wraakbaar) recusabile
een -- standpunt = un puncto de vista rejectabile/reprehensibile/inadmissibile
-- gedrag = comportamento/conducta censurabile/condemnabile
-- achten = disapprobar


verwerpelijkheid ZN

1 damnabilitate, character reprobabile, abjection


verwerpen WW

1 (van zich afwerpen) repeller, repulsar, rejectar
een gedachte -- = rejectar un pensata/pensamento
2 (afwijzen) refusar, refutar, repudiar, recusar, rejectar, (REL) reprobar
een nalatenschap -- = refusar/repudiar un succession
een kritiek -- = refutar un critica
een leer -- = reprobar un doctrina
(JUR) een beroep -- = rejectar un recurso
3 (afkeuren bij stemming) repeller, repulsar, rejectar, disapprobar
een voorstel -- = repeller/repulsar/rejectar un proposition
een wetsontwerp -- = repeller/repulsar/rejectar un projecto de lege
wat verworpen moet worden = rejectabile


verwerping ZN

1 rejection, refusa, recusation, repudiation, (REL) reprobation
-- van een wetsvoorstel = rejection de un projecto de lege
(JUR) -- van een beroep = rejection de un recurso


verwerven WW

1 obtener, acquirer, ganiar, procurar, (JUR) (door een verzoek) impetrar
iemands genegenheid -- = ganiar le affection de un persona
kennis -- = acquirer cognoscentias/cognoscimentos
algemene goedkeuring -- = obtener le approbation general
verworven rechten = derectos acquirite


verwerver ZN

1 obtentor, acquiritor, acquisitor


verwerving ZN

1 obtenimento, obtention, acquisition, procuration, (JUR) (door een verzoek) impetration


verwestersen WW

1 (westers maken) occidentalisar
het -- = occidentalisation
de zeden -- = occidentalisar le mores
2 (westers worden) occidentalisar se
het -- = occidentalisation


verwestersing ZN

1 occidentalisation
-- van de zeden = occidentalisation del mores


verweven WW

1 (wevend verbruiken) texer, emplear in un texito
2 (FIG) (wevend verbinden) imbricar, interlaciar
die zaken zijn nauw verweven = iste cosas es strictemente imbricate/interlaciate


verwevenheid ZN

1 (FIG) interlaciamento


verwezen BN

1 confuse, stupefacite, stupefacte, disconcertate


verwezen WW

1 devenir orphano


verwezenlijken WW

1 Zie: verwerkelijken


verwezenlijking ZN

1 Zie: verwerkelijking


verwijden WW

1 allargar, dilatar
atropine verwijdt de pupil = atropina dilata le pupilla


verwijderbaar BN

1 dismontabile, distachabile {sj}, amovibile, removibile


verwijderbaarheid ZN

1 removibilitate


verwijderd BN

1 lontan, distante, remote
ver -- van = multo distante de
--e oorzaken = causas remote
-- van de kust = distante del costa
de stad is 5 kilometer -- van mijn huis = le urbe dista 5 kilometros de mi casa


verwijderen WW

1 (verder plaatsen) remover, amover
2 (wegnemen) remover, eliminar, levar, (eruitgooien) expeller, expulsar, (uittrekken) extraher, (MED) extirpar
de stop -- = remover le tappo
vlekken -- = levar maculas, dismacular
iemand uit zijn huis -- = expeller/expulsar un persona de su casa
een gezwel operatief -- = remover/extirpar un tumor chirurgicamente
vrienden van zich -- = alienar/estraniar amicos de se
3
(weggaan) zich -- = partir, retirar se, abstentiar se
zich even -- = abstentiar se un momento
4
dit heeft de broers van elkaar verwijderd = isto ha distantiate le fratres


verwijdering ZN

1 (handeling) remotion, elimination, expulsion, (MED) extirpation
-- van een gezwel = extirpation de un tumor
2 (toestand) distantia, (vervreemding) estraniamento, alienation
er ontstond -- tussen hen = il se ha producite un distantia inter illes


verwijding ZN

1 allargamento, dilatation
(TECHN) tapse -- = allargamento conic
-- van de pupil = dilatation pupillar/del pupilla


verwijdingsinstrument ZN

1 (MED) dilatator


verwijfd BN

1 effeminate, feminisate
-- maken = effeminar
het -- maken = effemination
--e kerels = typos effeminate


verwijfdheid ZN

1 effemination


verwijl BN

1 retardo, dilation, demora, procrastination


verwijlen WW

1 sojornar, demorar, resider temporalmente


verwijsbriefje ZN

1 littera de introduction del medico


verwijsfiche ZN

1 fiche (F) de referentia


verwijt ZN

1 reproche {sj}, objurgation
stil -- = reproche tacite/mute
iemand een -- maken = facer un reproche a un persona
een -- weerleggen = refutar un reproche
elkaar --en maken = reprochar {sj} se mutualmente


verwijtbaar BN

1 reprochabile {sj}, blasmabile, reprehensibile
-- gedrag = conducta/comportamento reprochabile


verwijten WW

1 reprochar {sj}
iemand iets -- = reprochar un cosa a un persona, facer un reproche {sj} a un persona


verwijtend BN

1 de reproche {sj}, reprobatori, admonitori, objurgatori
--e toon = tono de reproche
--e blikken = reguardos de reproche
iemand -- aankijken = reguardar/mirar un persona con reproche


verwijting ZN

1 Zie: verwijt


verwijven WW

1 (verwijfd maken) effeminar
2 (verwijfd worden) devenir effeminate


verwijzen WW

1 referer, relegar, inviar, (aanduiden) denotar
hij verwees me naar de burgemeester = ille ma ha inviate al burgomaestro
wij verwijzen naar onze brief van 2 mei = nos refere a nostre littera del duo de maio
iets naar het rijk der fabelen -- = referer/relegar un cosa al regno del fabulas, demonstrar que un cosa es un mytho
iets naar de prullemand -- = relegar un cosa al corbe a papiro
iemand naar het tweede plan -- = referer un persona al secunde rango
een patiënt naar een specialist -- = referer un patiente a un specialista
de zaak werd naar een ander hof verwezen = le causa ha essite displaciate a un altere tribunal
2 (JUR) (veroordelen) condemnar


verwijzing ZN

1 referentia, referimento, relegation
dit artikel in het woordenboek is alleen een -- = iste entrata in le dictionario refere solmente a un altere entrata
met -- naar = con referentia a
2 (JUR) (veroordeling) condemnation
3 (toespeling) allusion


verwijzingsletter ZN