iatrochemicus ZN
- 1 iatrochimico
iatrochemie ZN
- 1 iatrochimia
iatrochemisch BN
- 1 iatrochimic
iatrogeen BN
- 1 iatrogene, iatrogenic
iatroleptisch BN
- 1 iatroleptic
iatrotechniek ZN
- 1 iatrotechnica
Iberië ZN EIGN
- 1 Iberia
Iberiër ZN
- 1 ibero
iberis ZN
- 1 iberis
Iberisch BN
- 1 iber, iberic
- --e beschaving = civilisation iber
- -- Schiereiland = Peninsula Iberic
Ibero-Amerikaans BN
- 1 iberoamerican
ibidem BW
- 1 ibidem
ibis ZN
- 1 ibis
- heilige -- = ibis sacre
i.b.v.
- 1 (Afk.: in het bezit van) in possession de
i.c.
- 1 (Afk.: in casu) in iste caso
IC
- 1 (COMP) IC (= circuito integrate)
- -- met luchtisolatie = IC a isolation aeree
- analoog -- = IC analoge
- discreet -- = IC discrete
Icarisch BN
- 1 icarie
- --e Zee = Mar Icarie
Icarus ZN EIGN
- 1 Icaro
- van -- = icarian
icebergsla ZN
- 1 lactuca iceberg (E)
ichneumon ZN
- 1 ichneumon
ichor ZN
- 1 ichor
ichthyocol ZN
- 1 ichthyocolla
ichthyofaag ZN
- 1 ichthyophago
ichthyofobie ZN
- 1 ichthyophobia
ichthyografie ZN
- 1 ichthyographia
ichthyografisch BN
- 1 ichthyographic
ichthyol ZN
- 1 ichthyol
ichthyoliet ZN
- 1 ichthyolitho
ichthyologie ZN
- 1 ichthyologia
ichthyologisch BN
- 1 ichthyologic
ichthyoloog ZN
- 1 ichthyologo, ichthyologista
ichthyosaurus ZN
- 1 ichthyosauro
ichthyose ZN
- 1 ichthyose (-osis)
icing ZN
- 1 icing (E)
iconiciteit ZN
- 1 iconicitate
iconisch BN
- 1 iconic
- --e kunst = arte iconic
- --e schilderkunst = pictura iconic
- --e beeldhouw-kunst = sculptura iconic
iconoclasme ZN
- 1 iconoclasma
iconoclast ZN
- 1 iconoclasta
iconoclastisch BN
- 1 iconoclastic
- --e beweging = movimento iconoclastic
iconograaf ZN
- 1 iconographo
iconografie ZN
- 1 iconographia
iconografisch BN
- 1 iconographic
iconolatrie ZN
- 1 iconolatria
iconologie ZN
- 1 iconologia
iconologisch BN
- 1 iconologic
iconoloog ZN
- 1 iconologo, iconologista
iconometer ZN
- 1 (FOTO) iconometro
iconoscoop ZN
- 1 iconoscopio
iconostase ZN
- 1 iconostase (-asis)
icoon ZN
- 1 icone
icosaëder ZN
- 1 icosahedro
icterisch BN
- 1 icteric
- --e huidkleur = color icteric del pelle
icterus ZN
- 1 ictero
ictus ZN
- 1 (MED) ictus
- 2 (TAAL) ictus
id.
- 1 (Afk.: idem) id. (=idem)
ideaal BN
- 1 (volmaakt) ideal, perfecte
- -- voorbeeld = exemplo perfecte
- 2 (zoals men zich niet beter kan wensen) ideal, perfecte, exemplar
- -- gereedschap = utensiles perfecte
- onder --e omstandigheden = sub circumstantias/conditiones ideal
- 3 (denkbeeldig) ideal, theoretic, imaginari
ideaal ZN
- 1 ideal
- een -- verwezenlijken/bereiken = realisar un ideal
- een -- nastreven = persequer un ideal
- zij had haar -- gevonden = illa habeva trovate su ideal
- iemand zonder --en = un persona sin ideales
- utopische --en = ideales utopic
ideaalbeeld ZN
- 1 imagine ideal, ideal, idealisation
- een -- creëren van iets/van iemand = idealisar un cosa/un persona
ideaalloos BN
- 1 sin ideal(es)
idealisatie ZN
- 1 idealisation
idealiseren WW
- 1 idealisar
- het -- = idealisation
- iemand die idealiseert = idealisator
- Dante heeft de figuur van Beatrice geïdealiseerd = Dante ha idealisate le figura de Beatrice
idealisering ZN
- 1 idealisation
- de -- van het land-schap in de schilderkunst van de primitieven = le idealisation del paisage in le pictura del primitivos
idealisme ZN
- 1 (FIL) idealisme
- transcendentaal -- van Kant = idealismo transcendental de Kant
- 2 idealismo
idealist ZN
- 1 (FIL) idealist
- 2 idealista
idealistisch BN
- 1 (FIL) idealista
- --e filosofie = philosophia idealista
- --e dialectiek van Hegel = dialectica idealista de Hegel
- -- monisme = monismo idealista
- 2 idealista, idealistic
- --e bedoelingen = intentiones idealista/idealistic
- iets -- opvatten = conciper un cosa idealisticamente
- --e levensopvatting = vision idealistic del vita
idealiteit ZN
- 1 idealitate
idealiter BW
- 1 idealmente
ideatie ZN
- 1 ideation
- incoherente -- = ideation incoherente
idee ZN
- 1 (gedachtenvoorstelling) idea
- -- fixe = idea fixe
- een -- overnemen = adoptar un idea
- zich een -- van iets vormen = facer se/formar se un idea de un cosa
- 2 (ideaal, streven) idea, ideal
- 3 (begrip, notie) idea, notion, concepto
- abstract -- = idea abstracte
- geen flauw -- van iets hebben = non haber le minor notion/idea de un cosa
- zij had geen -- van grammatica = illa non habeva un idea/notion de grammatica
- eerste -- = prenotion
- 4 (mening) idea, opinion, vista
- botsing van --en = collision de ideas
- naar/volgens mijn -- = secundo mi opinion/vista
- van -- veranderen = cambiar/mutar de idea/de opinion
- 5 (ingeving) idea
- een goed -- = un bon idea
- een gelukkig -- = un idea felice
- lumineus -- = idea luminose
- op het -- komen = imaginar
- iemand op een -- brengen, iemand een -- aan de hand doen = dar un idea un un persona, suggerer un cosa a un persona
- 6 (ontwerp) idea
- 7 (illusie) idea, illusion
- 8 (FIL) idea, concepto
- de -- van het recht = le idea/concepto del justitia
ideëel BN
- 1 (denkbeeldig) ideal, theoretic, imaginari
- -- geld = moneta ideal
- -- gewicht = peso ideal
- --e goederen = benes ideal
- 2 (gericht op de verwezelijking van een idee) idealista, idealistic
- --e strekking = tendentia idealistic
ideeënassociatie ZN
- 1 association de ideas
ideeënbus ZN
- 1 cassa a ideas
ideeëngoed ZN
- 1 (stock (E) de) ideas
ideeënleer ZN
- 1 (FIL) theoria del ideas
- 2 (FIL) idealismo
ideeënreeks ZN
- 1 serie/catena de ideas/conceptos/notiones
ideeënroman ZN
- 1 roman de ideas
ideeënstrijd ZN
- 1 battalia/querela de ideas
ideeënwereld ZN
- 1 mundo del ideas
idee-fixe ZN
- 1 idea fixe/dominante, obsession, monomania
idem ZN
- 1 idem, ditto
idempotent BN
- 1 idempotente
idempotentie ZN
- 1 idempotentia
identiek BN
- 1 identic, semblabile, simile
- -- geval = caso identic/semblabile
- --e tweeling = geminos identic
- (WISK) --e vergelijking = equation identic
identificatie ZN
- 1 identification, recognoscientia
identificatiecode ZN
- 1 codice de identification
identificatiedienst ZN
- 1 servicio de identification
identificatiekaart ZN
- 1 carta de identification
identificatienummer ZN
- 1 numero de identification
identificatieplicht ZN
- 1 obligation de identificar se
identificatieproces ZN
- 1 processo de identification
identificeerbaar BN
- 1 identificabile
- niet -- = inidentificabile
identificeren WW
- 1 (vereenzelvigen) identificar
- het -- = identification
- 2 (de identiteit vaststellen) identificar, recognoscer
- het -- = identification
- het -- van honden = le identification de canes
- een misdadiger -- = identificar un criminal
- niet te -- = inidentificabile
identificering ZN
- 1 identification
identiteit ZN
- 1 (ook WISK) identitate
- gerechtelijke -- = identitate judiciari
- de -- vaststellen = identificar
- vaststelling van de -- = identification
- zijn -- bewijzen = monstrar su identitate, identificar se
identiteitsbewijs ZN
- 1 certificato/documento/carta de identitate
- zijn -- overleggen/laten zien = producer/presentar/exhiber su carta de identitate
identiteitscrisis ZN
- 1 crise/crisis de identitate
identiteitskaart ZN
- 1 carta/documento/certificato de identitate
identiteitspapieren ZN MV
- 1 papiros/documentos de identitate/de identification
identiteitspenning ZN
- 1 Zie: identiteitsplaatje
identiteitsplaatje ZN
- 1 placa/medalia/disco de identitate
identiteitsrelatie ZN
- 1 relation de identitate
identiteitsverlies ZN
- 1 perdita de identitate
ideografie ZN
- 1 ideographia
ideografisch BN
- 1 ideographic
- --e tekens = signos ideographic
ideogram ZN
- 1 ideogramma
- de --men van het Chinese schrift = le ideogrammas del scriptura chinese {sj}
ideogrammatisch BN
- 1 ideogrammatic
ideologie ZN
- 1 (FIL) ideologia
- 2 (op eenzijdige opvattingen berustend stelsel) ideologia
- marxistische -- = ideologia marxista
ideologisch BN
- 1 ideologic
- --e oorlogvoering = guerra ideologic
- -- conflict = conflicto ideologic/de ideologias
- --e strijd = lucta ideologic
- --e tegenstellingen = contrastos ideologic
- --e beïnvloeding = indoctrination
- iemand -- beïnvloeden = indoctrinar un persona
ideologiseren WW
- 1 ideologisar
ideologisering ZN
- 1 ideologisation
ideoloog ZN
- 1 ideologo, ideologista
ideopathie ZN
- 1 ideopathia
ideopathisch BN
- 1 ideopathic
idioblast ZN
- 1 idioblasto
idiofoon BN
- 1 idiophone
idiogram ZN
- 1 idiogramma
idiolect ZN
- 1 idiolecto
idiomatisch BN
- 1 idiomatic
- --e zinnen = phrases idiomatic
- --e uitdrukking = expression idiomatic
Idiom Neutral ZN EIGN
- 1 Idiom Neutral
idiomorf BN
- 1 idiomorphe, idiomorphic
idiomusculair BN
- 1 idiomuscular
idioom ZN
- 1 idioma
idioot ZN
- 1 (geesteszieke) idiota, imbecille
- geboren -- = idiota congenite/congenital
- 2 (als scheldwoord) idiota, imbecille
- volslagen -- = idiota absolute
- zich als een -- gedragen = comportar se/conducer se idioticamente
idioot BN
- 1 (zwakzinnig) idiota, idiotic
- een --e patiënt = un idiota
- 2 (bespottelijk) idiota, idiotic, folle, stupide, inepte, absurde
- --e vraag = question idiota/stupide/folle
idiootheid ZN
- 1 (zwakzinnigheid) idiotia
- 2 (dwaasheid) idiotia, stupiditate, follia, absurditate, ineptia, ineptitude
idiopathisch BN
- 1 idiopathic
- --e ziekte = maladia idiopathic
idioplasma ZN
- 1 idioplasma
idiosyncrasie ZN
- 1 idiosyncrasia
idiosyncratisch BN
- 1 idiosyncratic, idiosyncrasic
idioterie ZN
- 1 (onzinnigheid) idiotia, stupiditate, follia, absurditate, ineptia, ineptitude
idiotie ZN
- 1 (zwakzinnigheid) idiotia, debilitate de spirito
- 2 (dwaasheid) idiotia, stupiditate, follia, absurditate, ineptia, ineptitude
idiotisme ZN
- 1 (TAAL) idiotismo
- 2 (toestand van geestelijke zwakte) idiotia, idiotismo
idiotype ZN
- 1 idiotypo
idiovariatie ZN
- 1 idiovariation
Idist ZN
- 1 idista
Ido ZN EIGN
- 1 Ido
idolaat BN
- 1 idolatra
- -- zijn van iemand = idolatrar un persona
idolatrie ZN
- 1 idolatria
idoliseren WW
- 1 idolisar
idool ZN
- 1 (afgod) idolo
- 2 (FIG) (aanbeden figuur) idolo, fetiche (F)
idylle ZN
- 1 (LIT) idyllio
- schrijver van --n = idyllista
- 2 (liefdesverhouding) idyllio
idyllendichter ZN
- 1 autor de idyllios, idyllista
idyllisch BN
- 1 (LIT) idyllic
- 2 (bekoorlijk) idyllic
- -- gelegen = situate idyllicamente, in un sito idyllic
ieder ONB VNW BIJV
- 1 cata, omne, tote
- -- mens = cata/omne/tote homine
- --e dag = cata die/jorno
- --e keer = cata vice
- in -- geval = in omne caso
- in --e hand = in cata mano
- hij kan -- moment komen = ille pote venir in qualqunque momento
ieder ONB VNW
- 1 cata uno, cata persona, totes, omnes, tote le mundo
- -- op zijn beurt = cata uno a su torno
- -- het zijne = cata uno le sue
- -- voor zich = cata uno pro se
- we kregen -- honderd gulden = a cata uno de nos on ha date cento florinos
- een -- = totes
iedereen ONB VNW
- 1 Zie: ieder
iegelijk ONB VNW
- 1 cata un
- elk en een -- = quicunque
iel ZN
- 1 tenue, (zwak) debile
ielheid ZN
- 1 tenuitate, (zwakheid) debilitate
iemand ONB VNW
- 1 alicuno, alcuno, qualcuno, (un) persona
- -- anders = qualcuno altere, un altere persona
- zomaar -- = un quidam
- volgzaam -- = persona docile
- aardig -- = persona agradabile/sympathic
- belangrijk/invloedrijk -- = persona importante/de peso
- hij is niet zomaar -- = ille non es un persona qualcunque
- wat maken ze het -- toch lastig! = como on complica le vita a uno!
iemker ZN
- 1 apicultor, apiario
iemkerij ZN
- 1 apicultura
iep ZN
- 1 ulmo
iepachtig BN
- 1 ulmacee
iepachtigen ZN MV
- 1 ulmaceas
iepen BN
- 1 de ligno de ulmo
iepenblad ZN
- 1 folio de ulmo
iepenbos(je) ZN
- 1 ulmeto
iepenhout ZN
- 1 ligno de ulmo
iepenhouten BN
- 1 de ligno de ulmo
iepenstam ZN
- 1 trunco de ulmo
iepentak ZN
- 1 branca/ramo de ulmo
iepentakvlinder ZN
- 1 angerona prunari
iepenzwam ZN
- 1 pleuroto ulmari
iepziekte ZN
- 1 maladia del ulmos
Ier ZN
- 1 irlandese
ier ZN
- 1 stercore liquide
ierkelder ZN
- 1 cellario de stercore liquide
Ierland ZN EIGN
- 1 Irlanda, Eire
- 2 (GESCH) Hibernia
Iers BN
- 1 irlandese, de Irlanda
- --e Zee = Mar de Irlanda
Iers ZN
- 1 (taal) irlandese
iets ONB VNW
- 1 alique, alco, aliquid, alicun cosa, alcun cosa, qualque cosa, qualcosa
- -- anders = altere cosa, qualcosa altere
- hoorde je --? = tu ha audite alco?
- -- zijn = esser alco
iets ZN
- 1 cosa
- een onstoffelijk -- = un cosa immaterial
- -- moois = un cosa belle
iets BW
- 1 un pauco, un poco
- -- meer = un pauco plus
- -- beter = un pauco melior
- wij moeten -- vroeger weggaan = nos debe partir un pauco plus tosto
ietsje ZN
- 1 iota, jota, un pauco, un poco
- een -- zout = un pauco de sal
ietwat BW
- 1 un pauco, un poco, legiermente
- hij is -- koortsig = ille ha un febre legier
iezegrim BN
- 1 grunnion, grunnitor, murmurator
igloo ZN
- 1 igloo {iglu}
ignipunctuur ZN
- 1 ignipunctura
ignis fatuus ZN
- 1 foco fatue
ignorant BN
- 1 ignorante
ignorantie ZN
- 1 ignorantia
ignoreren WW
- 1 (negeren) ignorar
- 2 (niet weten) esser ignorante de
i-grec ZN
- 1 i grec
i.g.st.
- 1 (AFK.: in goede staat) in bon stato/condition
iguana ZN
- 1 iguana
iguanodon ZN
- 1 iguanodonte
i.g.z.
- 1 (in geheime zitting) in session secrete
i.h.a.
- 1 (in het algemeen) in general, generalmente
i.h.b.
- 1 (in het bijzonder) specificamente, specialmente
IJ ZN EIGN
- 1 (golfo del) IJ
ij ZN
- 1 ij nederlandese
ijdel BN
- 1 (behaagziek) vanitose, coquette, vangloriose
- -- meisje = puella/juvena vanitose/coquette
- -- vertoon = ostentation
- 2 (verwaand) van, vanitose, orgoliose, pretentiose
- 3 (zonder enige grond) van, inutile, sin fundamento
- --e vrees = pavor nun fundate
- 4 (nutteloos) van, sterile
- --e poging = effortio/tentativa van/sterile
- 5 (leeg) van, vacue
- --e woorden = parolas van
ijdelheid ZN
- 1 (pronkzucht) vanitate, coquetteria, vangloria, gloriola
- wereldse -- = mundanitate
- 2 (verwaandheid) vanitate, orgolio, pretention, pretension
- schaamteloze -- = vanitate impudente
- gekrenkte -- = vanitate injuriate
- iemands -- strelen = flattar le vanitate de un persona
- (BIJBEL) -- der --en = vanitate del vanitates
- 3 (vergankelijkheid) vanitate, fragilitate
- 4 (nutteloosheid) sterilitate, inanitate
- -- der aardse dingen = inanitate del cosas terrestre
- -- van een hoop = inanitate de un spero
- 5 (nietigheid) vanitate, futilitate
ijdeltuit ZN
- 1 persona vanitose, vanitoso
ijdeltuiterij ZN
- 1 vanitate, gloriola
ijk ZN
- 1 Zie: ijkmerk
- 2 (het ijken) calibration, verification
ijken WW
- 1 calibrar, verificar
- geijkte thermometer = thermometro calibrate
- het -- van een balans = le controlo de un balancia
ijker ZN
- 1 calibrator, verificator/inspector de pesos e mesuras
ijkgeld ZN
- 1 costos de verification (de pesos e mesuras)
ijking ZN
- 1 calibration, verification (de pesos e mesuras)
- periodieke -- = calibration periodic
ijkinstallatie ZN
- 1 dispositivo de calibration
ijkinstrument ZN
- 1 instrumento de verification (de pesos e mesuras)/de calibration, calibrator
ijkkantoor ZN
- 1 officio de verification de pesos e mesuras
ijkletter ZN
- 1 littera de verification (de peso/de mesura)
ijkloon ZN
- 1 Zie: ijkgeld
ijkmaat ZN
- 1 mesura standard (E)
ijkmeester ZN
- 1 Zie: ijker
ijkmerk ZN
- 1 marca de verification (de peso/de mesura)/de calibration
ijkteken ZN
- 1 Zie: ijkmerk
ijkwezen ZN
- 1 inspection/verification de pesos e mesuras
ijl BN
- 1 (van geringe dichtheid) rar
- --er maken = rarefacer
- de lucht wordt --er = le aere se rareface
- het --er worden van de lucht = le rarefaction del aere
- 2 (met veel tussenruimte) fin, tenue
ijl ZN
- 1 haste
- in der -- = in haste
- in aller -- = in tote/grande haste
ijlbode ZN
- 1 currero (urgente), staffetta, expresso
ijldienst ZN
- 1 servicio de grande velocitate
ijlen WW
- 1 (haasten) currer, hastar se
- 2 (verward spreken door koorts) delirar, esser delirante
- het -- van een zieke = le delirio de un malado
- 3 (onzin uitslaan) delirar
ijlend BN
- 1 delirante
- --e koorts = febre delirante
ijlgesprek ZN
- 1 telephonata multo urgente
ijlgoed ZN
- 1 mercantias de grande velocitate
ijlgoederentarief ZN
- 1 tarifa pro mercantias de grande velocitate
ijlheid ZN
- 1 (geringe dichtheid) raritate
- 2 (losheid, dunheid) tenuitate
ijlings BW
- 1 in tote/grande haste, con tote velocitate, rapidemente
ijlkoorts ZN
- 1 febre delirante, delirio febril
ijltempo ZN
- 1 grande haste, alte velocitate
- in -- = in grande/tote haste, a tote velocitate
ijs ZN
- 1 (bevroren water) glacie
- whisky met -- = whisky (E) con glacie
- (ook FIG) het -- breken = rumper le glacie
- zich op glad -- begeven = aventurar se super un cammino glissante, aventurar se in situationes difficile/periculose
- goed beslagen ten -- komen = esser ben preparate
- -- en weder dienende = si le tempore lo permitte
- 2 (consumptieijs) gelato
- -- met vruchtjes = gelato con fructos
ijs(co)karretje ZN
- 1 carretta del mercante/del venditor de gelatos
ijsaanzetting ZN
- 1 Zie: ijsafzetting
ijsafstroming ZN
- 1 escolamento del glacie
ijsafzetting ZN
- 1 (op vliegtuigvleugels) formation/accumulation de glacie
- 2 (GEOL) sedimento glaciari/de glacie
ijsazijn ZN
- 1 acido acetic glacial
ijsbaan ZN
- 1 pista/area de patinar/de patinage, patinatorio
- overdekte -- = patinatorio coperte/coperite
ijsbal ZN
- 1 bolla de glacie
ijsballet ZN
- 1 ballet (F) super glacie
ijsbank ZN
- 1 banchisa, banco de glacie, ice-field (E)
ijsbarrière ZN
- 1 barriera de glacie
ijsbeer ZN
- 1 urso blanc/polar
ijsbereiding ZN
- 1 fabrication de glacie (artificial)
- 2 fabrication de gelato
ijsberen WW
- 1 mover se/ir nervosemente de un latere al altere
ijsberg ZN
- 1 iceberg (E), monte de glacie
- het topje van de -- = le summitate/puncta del iceberg
ijsbergsla ZN
- 1 (plant) lactuca iceberg (E)
- 2 (gerecht) salata iceberg (E)
ijsbestrijder ZN
- 1 disgelator
ijsbestrijding ZN
- 1 disgelation
ijsbestrijdingsmiddel ZN
- 1 disgelator
ijsbijmengsel ZN
- 1 admixtion de glacie
ijsbloem ZN
- 1 flor/filice de glacie/pruina
ijsblok ZN
- 1 bloco de glacie
ijsblokje ZN
- 1 cubo/cubetto de glacie
ijsbreker ZN
- 1 rumpeglacie
ijsclub ZN
- 1 club (E) de patinatores/de patinage
ijsco ZN
- 1 gelato
ijscokar(retje) ZN
- 1 carretta (del mercante/venditor) de gelatos
ijscoman ZN
- 1 venditor/mercante de gelatos
ijscompres ZN
- 1 compresso de glacie
ijsconsumptie ZN
- 1 consumo/consumption de gelatos
ijsdam ZN
- 1 Zie: ijsbarrière
ijsdruk ZN
- 1 pression del glacie
ijseend ZN
- 1 clangula hyemal
ijselijk BN
- 1 abominabile, horribile, horripilante, terrificante, terribile, atroce
- --e daad = acto abominabile
- --e wraak = vengiantia atroce
- -- lelijk = terribilemente fede, fedissime
ijselijkheid ZN
- 1 horror, atrocitate
ijsemmer ZN
- 1 situla a/de glacie
ijserosie ZN
- 1 erosion glaciari
ijsfabriek ZN
- 1 fabrica de glacie, (van consumptieijs) fabrica de gelato
ijsfabrikant ZN
- 1 fabricante de glacie, (van consumptieijs) fabricante de gelato
ijsfeest ZN
- 1 festa super glacie
ijsgang ZN
- 1 glacie flottante
ijsgors ZN
- 1 (vogel) calcario lapponic
ijsgrot ZN
- 1 grotta de glacie
ijshanden ZN MV
- 1 manos glacial
ijsheiligen ZN MV
- 1 sanctos de glacie
ijshockey ZN
- 1 hockey (E) super glacie
ijshockeyclub ZN
- 1 club (E) de hockey (E) super glacie
ijshockeyschaats ZN
- 1 patin de hockey (E) super glacie
ijshockeyspeler ZN
- 1 jocator de hockey (E) super glacie
ijshockeywedstrijd ZN
- 1 match (E) de hockey (E) super glacie
ijshoorn ZN
- 1 cornetta de gelato
ijshut ZN
- 1 igloo {iglu}
ijsje ZN
- 1 gelato
ijskap ZN
- 1 calotte (F) glaciari/polar
ijskar(retje) ZN
- 1 Zie: ijscokar
ijskast ZN
- 1 refrigerator, armario frigorific, glaciera
ijskegel ZN
- 1 Zie: ijspegel
ijskelder ZN
- 1 glaciera
ijskist ZN
- 1 cassa frigorific/de glacie
ijsklomp ZN
- 1 bloco de glacie
- ik ben net een -- = io es congelate
ijskoffie ZN
- 1 caffe glaciate/frigide
ijskompres ZN
- 1 compresso de glacie
ijskorst ZN
- 1 crusta de glacie
ijskoud BN
- 1 frigide como le glacie, multo frigide, glacial, gelide, gelate
- --e handen = manos glacial
- hij bleef -- = ille restava/remaneva de glacie/frigide como le glacie
ijskoud BW
- 1 sin (facer se) problemas
ijskristal ZN
- 1 crystallo de glacie
ijslaag ZN
- 1 strato de glacie
IJsland ZN EIGN
- 1 Islanda
IJslander ZN
- 1 islandese
IJslands BN
- 1 islandese, islandic
- --e taal = lingua islandese
- --e literatuur = litteratura islandese
- --e sagen = sagas islandese
IJslands ZN
- 1 (taal) lingua islandese, islandese
ijslepeltje ZN
- 1 coclearetto de gelato
ijslolly ZN
- 1 gelato al aqua
ijsmachine ZN
- 1 (mbt kunstijs) machina frigorific/de glacie
- 2 (mbt consumptieijs) machina de gelatos
ijsmassa ZN
- 1 massa de glacie
ijsmuts ZN
- 1 bonetto de lana
ijsnaald ZN
- 1 agulia de glacie
ijsoppervlak ZN
- 1 superficie glacial
ijspegel ZN
- 1 pendente/stalactite de glacie
ijsperiode ZN
- 1 periodo glaciari/glacial
ijspiste ZN
- 1 pista/area de patinage
ijspret ZN
- 1 placeres/gaudio/joia del glacie, diversiones super le glacie, (schaatsen) patinage
ijsranonkel ZN
- 1 ranunculo glacial
ijsregen ZN
- 1 pluvia gelate
ijssalon ZN
- 1 gelateria
ijsschol ZN
- 1 Zie: ijsschots
ijsschots ZN
- 1 morsello/pecia/placa de glacie (flottante)
IJsselcup ZN
- 1 cuppa IJssel
IJsselmeer ZN EIGN
- 1 Laco IJssel
ijssla ZN
- 1 Zie: ijsbergsla
ijssport ZN
- 1 sport (E) super glacie
ijsstaaf ZN
- 1 barra de glacie
ijsstadion ZN
- 1 stadio de glacie/de patinage
ijssteen ZN
- 1 cryolitho
ijssurfen WW
- 1 surfar/facer surf (E) super glacie
ijstaart ZN
- 1 torta de gelato
ijstang ZN
- 1 pincia(s) pro le glacie
ijstent ZN
- 1 gelateria
ijsthee ZN
- 1 the glaciate/frigide
ijstijd ZN
- 1 periodo/epocha glacial/glaciari, glaciation
- van na de -- = postglacial
ijstoestand ZN
- 1 stato del glacie
ijsveld ZN
- 1 banchisa, banco/campo de glacie, (GEOGR) icefield (E)
ijsventer ZN
- 1 venditor de gelatos, gelatero (ambulante)
ijsverkoper ZN
- 1 Zie: ijsventer
ijsvermaak ZN
- 1 Zie: ijspret
ijsvink ZN
- 1 Zie: ijsgors
ijsvlakte ZN
- 1 campo de glacie, (GEOGR) ice-field (E)
ijsvloer ZN
- 1 strato de glacie
ijsvogel ZN
- 1 alcyon, martin-piscator
ijsvorming ZN
- 1 formation de glacie
- 2 (GEOL) glaciation
ijsvrij BN
- 1 (zonder ijs) libere de glacie, sin glacie
- --e haven = porto libere de glacie
- 2
- -- hebben = esser libere pro patinar/pro ir al glacie
ijswafel ZN
- 1 wafla de/con gelato
ijswagentje ZN
- 1 carretta del gelatero (ambulante)
ijswand ZN
- 1 pariete de glacie
ijswater ZN
- 1 (van gesmolten ijs) aqua de disgelo
- 2 (waarin smeltend ijs ligt) aqua glaciate/con glacie
ijswinter ZN
- 1 hiberno con multe glacie
ijszaag ZN
- 1 serra a/de glacie
ijszee ZN
- 1 mar glacial/de glacie
- Noordelijke IJszee = Oceano (Glacial) Arctic
- Zuidelijke IJszee = Oceano (Glacial) Antarctic
ijszeilen WW
- 1 facer vela super glacie
ijszone ZN
- 1 zona glacial/de glacie
ijver ZN
- 1 zelo, diligentia, assiduitate, application, laboriositate
- te grote --, overmaat aan -- = excesso de zelo
- apostolische -- = zelo apostolic
- misplaatste -- = zelo intempestive
- onbezonnen -- = zelo inconsiderate
- toonbeeld van -- = exemplo de zelo
- -- aan de dag leggen = displicar zelo
- gebrek aan -- = inapplication
- 2 (geestdrift) zelo, ardor, fervor, fuga, enthusiasmo
- zich vol -- op iets toeleggen = dedicar se a un cosa con grande enthusiasmo
- iemands -- aanvuren = stimular/excitar le zelo/ardor de un persona
ijveraar ZN
- 1 zelator, fanatico
- fanatieke -- = zelator fanatic
- -- voor het liberalisme = zelatores del liberalismo
ijveren WW
- 1 zelar, defender con ardor/fervor, luctar
- voor iets -- = devotar se a/luctar pro un cosa
- tegen iets -- = opponer se/luctar contra un cosa ardentemente/ferventemente/con ardor/con fervor
ijverig BN
- 1 (vlijtig) zelose, diligente, assidue, dynamic, laboriose, industriose, active, applicate
- --e leerling = alumno studiose
- -- werken aan zijn taak = applicar se a su carga
- 2 (fervent) zelose, ardente, fervente
- -- christen = christiano zelose/fervente
ijverzucht ZN
- 1 jelosia, invidia
ijverzuchtig BN
- 1 jelose, invidiose
ijzel ZN
- 1 glacie al solo
ijzelen WW
- 1
- het ijzelt = il face glacie al solo
ijzelmelder ZN
- 1 indicator de glacie al solo
ijzen WW
- 1 fremer, haber horror (de)
- die gedachte doet me -- = iste pensata/pensamento me face fremer
ijzer ZN
- 1 (metaal) ferro
- gedegen -- = ferro pur
- ruw -- = ferro brute
- gegalvaniseerd -- = ferro galvanisate
- geslagen -- = ferro battite
- gesmeed -- = ferro forgiate
- gesmolten -- = ferro fundite
- gloeiend -- = ferro incandescente
- -- delven = extraher ferro
- het -- smeden = forgiar/batter le ferro
- het -- bewerken = laborar le ferro
- -- smelten/gieten = funder ferro
- men moet het -- smeden als het heet is = on debe batter le ferro quando illo es cal(i)de
- je kunt geen -- met handen breken = inutile tentar le impossibile
- 2 (voorwerp van ijzer) ferro
- de --s van een paard = le ferros de un cavallo
- van --(s) voorzien, met -- beslaan = ferrar
- de --s onderbinden = poner se le patines
- oud -- = ferro vetule, ferralia
- dat is een heet -- om aan te vatten = isto es un thema multo delicate
ijzeraarde ZN
- 1 terra ferruginose/de ferro
ijzerachtig BN
- 1 ferrose, ferruginose, ferric
ijzerader ZN
- 1 filon/vena de ferro
ijzerafval ZN
- 1 ferralia, (schroot) mitralia
ijzeralliage ZN
- 1 Zie: ijzerlegering
ijzerbeslag ZN
- 1 guarnition/guarnitura/revestimento de ferro
- van -- voorzien = ferrar
- het -- afnemen van = disferrar
ijzerbevattend BN
- 1 ferruginose
ijzerbloemen ZN MV
- 1 flores de ferro
ijzerboor ZN
- 1 forator a metallos
ijzerbron ZN
- 1 fonte ferruginose
ijzercarbonaat ZN
- 1 carbonato de ferro
ijzerconstructie ZN
- 1 construction in/de ferro
ijzerdeeltje ZN
- 1 particula de ferro
ijzerdraad ZN
- 1 filo de ferro
ijzeren BN
- 1 de ferro, ferree
- -- discipline/tucht = disciplina ferree/de ferro
- -- wil = voluntate ferree/de ferro
- -- bank = banco de ferro
- -- stang/staaf = barra de ferro
- -- plaat = placa de ferro
- -- rolluik = cortina de ferro
- (POL) -- gordijn = cortina de ferro
- -- hoepel/ring = circulo de ferro
- -- kruis = cruce de ferro
- -- tijdperk = etate de ferro
- -- gezondheid = sanitate/constitution de ferro
- -- maag = stomacho de ferro
- -- vuist = pugno de ferro
- -- long = pulmon artificial/de aciero
- met -- hand = con mano de ferro
ijzererts ZN
- 1 mineral de ferro
ijzerfabriek ZN
- 1 fabrica de ferro
ijzerfabrikant ZN
- 1 fabricante de ferro
ijzergaas ZN
- 1 tela/rete metallic
ijzergaren ZN
- 1 filo multo resistente/forte
ijzergieter ZN
- 1 funditor de ferro
ijzergieterij ZN
- 1 funderia de ferro
ijzergroeve ZN
- 1 mina de ferro
ijzerhandel ZN
- 1 (handel in ijzer) commercio/negotio de ferro
- 2 (handel in ijzerwaren) commercio/negotio de ferramentos, quincaleria
ijzerhandelaar ZN
- 1 (handelaar in ijzer) commerciante/negotiante de ferro, (ijzerwarenhandelaar) commerciante/negotiante/mercante de ferramentos/de objectos de ferro, quincaliero
ijzerhard BN
- 1 dur como le ferro
ijzerhard ZN
- 1 verbena
ijzerhardfamilie ZN
- 1 verbenaceas
ijzerhoudend BN
- 1 ferrifere, ferrose, ferruginose
- -- erts = mineral ferrifere/ferrose
- -- terrein = terreno ferrifere
ijzerhoudendheid ZN
- 1 ferruginositate
ijzerhout ZN
- 1 ligno de ferro
ijzerhouten BN
- 1 de ligno de ferro
ijzerindustrie ZN
- 1 industria siderurgic/del ferro, siderurgia
ijzerkalk ZN
- 1 calce de ferro
ijzerkies ZN
- 1 pyrite (de ferro)
ijzerkleur ZN
- 1 color de ferro
ijzerkleurig BN
- 1 de color de ferro
ijzerkoper ZN
- 1 mercante de ferro
ijzerkruid ZN
- 1 sideritis
- 2 verbena
ijzerkruidachtigen ZN MV
- 1 verbenaceas
ijzerlegering ZN
- 1 alligato ferrose/de ferro
ijzermenie ZN
- 1 oxydo ferric, minio
ijzermijn ZN
- 1 mina ferrifere/de ferro
ijzeroer ZN
- 1 limonite
ijzeroplossing ZN
- 1 solution de ferro
ijzeroxyde ZN
- 1 oxydo de ferro, (ferro-) oxydo ferrose, (ferri-) oxydo ferric
ijzerperiode ZN
- 1 periodo/epocha de ferro
ijzerpletter ZN
- 1 (machine) laminatorio
ijzerpletterij ZN
- 1 fabrica de lamination de ferro
ijzerpreparaat ZN
- 1 preparation de ferro, medicamento ferruginose
ijzerproduktie ZN
- 1 production de ferro
ijzerroest ZN
- 1 ferrugine
ijzerroestkleur ZN
- 1 color de ferrugine
ijzerschroot ZN
- 1 mitralia de ferro
ijzerslakken ZN MV
- 1 scoria
ijzersmaak ZN
- 1 sapor/gusto ferruginose
ijzersmederij ZN
- 1 forgia, ferreria
ijzersmelterij ZN
- 1 funderia de ferro
ijzersmet ZN
- 1 macula de ferro
ijzersmid ZN
- 1 Zie: smid
ijzersoldeersel ZN
- 1 soldatura de ferro
ijzerspaat ZN
- 1 ferro spatic, siderite
ijzerstaaf ZN
- 1 barra de ferro
ijzersteen ZN
- 1 hematite rubie
ijzersterk BN
- 1 de ferro, multo solide/forte, fortissime, de un sanitate robuste
- -- gestel = constitution de aciero/multo solide
- --e kousen = calceas multo forte
- --e benen hebben = haber gambas de aciero
- hij kwam met --e argumenten = ille produceva argumentos multo forte
ijzertegel ZN
- 1 quadrello de ferro
ijzertijd(perk) ZN
- 1 epocha/etate del ferro
ijzervaren ZN
- 1 cyrtomio
ijzervast BN
- 1 firme como le ferro
ijzerverbinding ZN
- 1 (SCHEI) composito de ferro
ijzerverkoper ZN
- 1 (van ijzerwaren) mercante de objectos de ferro, quincaliero
ijzervernis ZN
- 1 vernisse a ferro
ijzervijlsel ZN
- 1 limatura de ferro
ijzervitriool ZN
- 1 sulfato de ferro
ijzervlek ZN
- 1 macula de ferro
ijzervrij BN
- 1 sin ferro
ijzerwaren ZN MV
- 1 articulos/objectos de ferro, ferramentos, quincalia
ijzerwarenhandelaar ZN
- 1 commerciante/negotiante/mercante de ferramentos/de articulos/objectos de ferro, quincaliero
ijzerwarenwinkel ZN
- 1 commercio de ferramentos/de objectos/articulos de ferro, quincalieria
ijzerwater ZN
- 1 aqua ferruginose
ijzerwerk ZN
- 1 ferramento
ijzerwinkel ZN
- 1 Zie: ijzerwarenwinkel
ijzerzaag ZN
- 1 serra pro metallos
ijzerzand ZN
- 1 sablo/arena ferruginose
ijzerzout ZN
- 1 sal de ferro, (van driewaardig ijzer) sal ferric, (van tweewaardig ijzer) sal ferrose
ijzig BN
- 1 (ijskoud) glacial, glaciari, gelide
- --e wind = vento glacial/gelide
- --e temperaturen = temperaturas glacial
- --e stilte = silentio glacial
- --e blik = reguardo glacial
- --e gelatenheid = impassibilitate glacial
- iemand -- behandelen = tractar un persona frigidemente
- 2 (ijzingwekkend) terrificante, horribile, horripilante
ijzingwekkend BN
- 1 terrificante, horribile, horripilante
- --e gil = crito horripilante
ik PERS VNW
- 1 io
ik ZN
- 1 ego
- mijn tweede -- = mi altere ego
ik-besef ZN
- 1 notion del ego, autoconscientia
ikebana ZN
- 1 ikebana
ik-figuur ZN
- 1 narrator al prime persona
ik-gerichtheid ZN
- 1 egocentrismo
ikheid ZN
- 1 (het ik) ego
- 2 (individualiteit) individualitate
ik-roman ZN
- 1 roman(ce) al prime persona
ik-tijdperk ZN
- 1 epocha/era individualista/del individualismo
ik-vorm ZN
- 1 prime persona
- roman geschreven in de -- = roman(ce) al prime persona
ikzucht ZN
- 1 egocentrismo, egoismo, narcissismo
ikzuchtig BN
- 1 egocentric, egoista, egoistic, narcissic, narcissista, narcissistic
ilangilang(boom) ZN
- 1 ylang-ylang
ileaal BN
- 1 ileal
ileïtis ZN
- 1 ileitis
ileocecaal BN
- 1 ileocecal
ileotomie ZN
- 1 ileotomia
ileum ZN
- 1 ileon
ileus ZN
- 1 ileo, occlusion intestinal
iliacaal BN
- 1 iliac
iliocostaal BN
- 1 iliocostal
iliodorsaal BN
- 1 iliodorsal
iliofemoraal BN
- 1 iliofemoral
iliospinaal BN
- 1 iliospinal
iliotibiaal BN
- 1 iliotibial
ilium ZN
- 1 osso iliac, ilio
illatief BN
- 1 illlative
- --e zin = phrase illative
illegaal BN
- 1 (onwettig) illegal, illicite, interlope, (clandestien) clandestin
- --e abortus = aborto illegal
- --e praktijken = practicas/activitates illegal
- --e wapenhandel = traffico illegal de armas
- -- werk = labor/travalio illegal/clandestin
- --e invoer = importation illicite
- --e gifstortingen = discargas illegal de residuos toxic
- een blad -- verspreiden = diffunder un jornal clandestimente
- 2 (strijdend tegen overweldiger) del (movimento de) resistentia
illegaal ZN
- 1 (verzetsstrijder) resistente, membro del movimento de resistentia
- 2 (buitenlander) travaliator/laborator immigrate clandestin, immigrato clandestin
illegaliteit ZN
- 1 (onwettigheid) illegalitate
- 2 (verzetsbeweging) movimento de resistentia, resistentia, illegalitate, clandestinitate
illegitiem BN
- 1 illegitime
illegitimiteit ZN
- 1 illegitimitate
illiquiditeit ZN
- 1 (FIN) illiquiditate, manco de liquiditate
illocutie ZN
- 1 illocution
illuminaat ZN
- 1 illuminato, illuminista
- leer van de --en = illuminismo
illuminatie ZN
- 1 (feestelijke verlichting) illumination
- 2 (het verkrijgen van geestelijk inzicht) illumination
illuminator ZN
- 1 illuminator
illumineren WW
- 1 illuminar
illusie ZN
- 1 illusion
- optische -- = illusion optic
- een -- in de grond boren = destruer un illusion
- zich --s maken = facer se/forgiar se illusiones, illuder se
- kortstondigheid van een -- = fugacitate de un illusion
- de -- verstoren = destruer le illusion, disillusionar, disilluder
- een doorgeprikte -- = un illusion destruite
- een -- armer zijn = esser disillusionate, haber perdite un illusion
- een -- geven = illusionar
- --s wekken = crear illusiones
- zijn --s laten varen = abandonar su illusiones
- --s ontnemen = disillusionar
- zonder --s = sin illusiones, disillusionate
illusieloos BN
- 1 sin illusiones, disillusionate
illusionair BN
- 1 illusori
illusioneren WW
- 1 illusionar
illusionisme ZN
- 1 (leer, opvatting) illusionismo
- 2 (goochelkunst) illusionismo, prestidigitation
illusionist ZN
- 1 illusionista, prestidigitator
illusoir BN
- 1 illusori
- -- voordeel = avantage illusori
illuster BN
- 1 illustre
- --e voorbeelden = exemplos illustre
- -- gezelschap = compania illustre
- zeer -- = illustrissime
illustratie ZN
- 1 (het illustreren) illustration
- 2 (afbeelding) illustration, figura, imagine
- met --s versieren = illustrar, miniar
- 3 (voorbeeld) illustration, exemplo
- ter -- van = pro illustrar, a titulo illustrative
- 4 (tijdschrift) revista illustrate
illustratief BN
- 1 illustrative
- --e voorbeelden = exemplos illustrative/instructive
illustratiemateriaal ZN
- 1 material de illustration
illustratietekenaar ZN
- 1 designator de illustrationes, illustrator
illustrator ZN
- 1 illustrator
illustreren WW
- 1 (van afbeeldingen voorzien) illustrar
- rijk geïllustreerd = con profuse illustration, riccamente illustrate
- 2 (toelichten) illustrar, explicar
- met een voorbeeld -- = illustrar con un exemplo
illuviaal BN
- 1 illuvial
illuvium ZN
- 1 illuvion
Illyrië ZN EIGN
- 1 Illyria
Illyriër ZN
- 1 illyrio
Illyrisch BN
- 1 illyric, illyrie
- --e beschaving = civilisation illyric
- --e taal = lingua illyric
imagebuilding ZN
- 1
- aan -- doen = crear/construer (se) un imagine
imaginair BN
- 1 imaginari
- --e winst = profito/beneficio imaginari
- -- getal = numero imaginari
- --e punten = punctos imaginari
- --e platte vlakken = planos imaginari
- --e wereld = mundo imaginari
imaginatie ZN
- 1 imagination
imagineren WW
- 1 imaginar
imago ZN
- 1 imagine
- iemands -- opvijzelen = meliorar le imagine de un persona
- 2 (BIOL) imago
- 3 (PSYCH) imago
imam ZN
- 1 imam
imamaat ZN
- 1 imamato
imbeciel BN
- 1 imbecille, cretin
imbeciel ZN
- 1 imbecille, cretino
imbeciliteit ZN
- 1 imbecillitate, cretinismo
- mongoloïde -- = imbecillitate mongoloide, mongolismo
imbiberen WW
- 1 imbiber
imbibitie ZN
- 1 imbibition, imbibimento
imbroglio ZN
- 1 imbroglio (I)
IMF
- 1 (Afk.: Internationaal Monetair Fonds) FMI (Fundo Monetari International)
imitatie ZN
- 1 imitation
- slechte -- = mal imitation, mal copia, pastiche (F)
imitatieleer ZN
- 1 pelle de imitation, moleskin (E)
imitatiemarmer ZN
- 1 marmore artificial/de imitation
imitatieparel ZN
- 1 perla de imitation
imitatieperkament ZN
- 1 imitation de pergamena
imitatiesteen ZN
- 1 petra synthetic
imitatiezucht ZN
- 1 mania del imitation
imitatio ZN
- 1 imitation
imitator ZN
- 1 imitator, copiator, copista, mimico, mimologo
imiteerbaarheid ZN
- 1 imitabilitate
imiteerkunst ZN
- 1 arte del imitation, mimologia
imiteren WW
- 1 imitar, copiar, refacer
- het -- = imitation
- iemands stem -- = refacer le voce de un persona
- iemands manier van spreken -- = copiar le modo de parlar de un persona
imiterend BN
- 1 imitante, imitator, imitative
imker ZN
- 1 apicultor
imkerij ZN
- 1 apicultura
immanent BN
- 1 immanente
- --e gerechtigheid = justitia immanente
- -- zijn = immaner
immanentie ZN
- 1 immanentia
immanentieprincipe ZN
- 1 principio de immanentia
immanentisme ZN
- 1 immanentismo
- aanhanger van het -- = immanentista
immaterialisme ZN
- 1 immaterialismo
immaterialist ZN
- 1 immaterialista
immaterialistisch BN
- 1 immaterialista, immaterialistic
immaterieel BN
- 1 immaterial, incorporee, intangibile
- --e schade = damno(s) immaterial
- --e goederen = benes immaterial
- -- maken = immaterialisar
immatriculatie ZN
- 1 immatriculation, inscription
immatriculatielijst ZN
- 1 lista de immatriculation/inscription
immatriculatieregister ZN
- 1 registro de immatriculation/inscription
immatriculeren WW
- 1 immatricular, inscriber
- het -- = immatriculation
immatriculering ZN
- 1 immatriculation, inscription
immaturiteit ZN
- 1 immaturitate
immatuur BN
- 1 immatur
immens BN
- 1 immense, enorme, colossal, monstro
- -- werk = travalio/labor monstro
immensiteit ZN
- 1 immensitate
immer BW
- 1 sempre, semper
- het -- aanwezige gevaar = le periculo sempre presente
immergroen BN
- 1 semper verde
immermeer BW
- 1 sempre, semper
immers BW
- 1 pois que, nonne?
- hij komt -- morgen = pois que ille veni deman, ille veni deman, nonne?
- hij geeft veel, hij is -- rijk = ille da multo, pro que ille es ric
immersie ZN
- 1 immersion
immersiemicroscoop ZN
- 1 microscopio a/de immersion
immersieobjectief ZN
- 1 objectivo a/de immersion
immersiethermometer ZN
- 1 thermometro a/de immersion
immigrant ZN
- 1 immigrante, immigrato
immigratie ZN
- 1 immigration
immigratiebeleid ZN
- 1 politica de immigration
immigratiebeperking ZN
- 1 restriction del immigration, limitation del fluxo de immigration
immigratiebureau ZN
- 1 bureau (F)/officio de immigration
immigratiecontingent ZN
- 1 quota de immigration
immigratiedienst ZN
- 1 servicio de immigration
immigratiegolf ZN
- 1 unda de immigration
immigratieland ZN
- 1 pais de immigration
immigreren WW
- 1 immigrar
- het -- = immigration
imminent BN
- 1 imminente
- -- gevaar = periculo imminente
immissie ZN
- 1 immission
immobiel BN
- 1 immobile
immobilia ZN MV
- 1 immobiles
immobiliën ZN MV
- 1 immobiles
immobilisatie ZN
- 1 immobilisation
immobiliseren WW
- 1 (onbeweeglijk maken) immobilisar
- 2 (FIG) immobilisar, paralysar
immobilisme ZN
- 1 immobilismo
- politiek -- = immobilismo politic
immobiliteit ZN
- 1 (onbeweeglijkheid) immobilitate
- 2 (FIG) immobilitate, paralyse (-ysis)
immoderaat BN
- 1 immoderate
immodest BN
- 1 immodeste
immolatie ZN
- 1 immolation
immoleren WW
- 1 immolar
immoralisme ZN
- 1 immoralismo
- aanhanger van het -- = immoralista
immoralistisch BN
- 1 immoralista
immoraliteit ZN
- 1 immoralitate
immoreel BN
- 1 immoral
- -- maken = immoralisar
- -- gedrag = comportamento/conducta immoral, immoralismo
- iemand die zich -- gedraagt = immoralista
immortaliteit ZN
- 1 immortalitate
immunisatie ZN
- 1 immunisation
- actieve -- = immunisation active
- passieve -- = immunisation passive
immunisatiereactie ZN
- 1 reaction de immunisation
immunisator ZN
- 1 immunisator
immuniseren WW
- 1 immunisar
- het -- = immunisation
- -- tegen griep = immunisar contra le grippe (F)/le influenza (I)
immunisering ZN
- 1 immunisation
immuniteit ZN
- 1 (weerstandsvermogen) immunitate
- natuurlijke -- = immunitate natural
- cellulaire -- = immunitate cellular
- overgeërfde -- = immunitate hereditari
- aangeboren -- = immunitate congenital
- verworven -- = immunitate acquirite
- passieve -- = immunitate passive
- actieve -- = immunitate active
- humorale -- = immunitate humoral
- onderdrukking van de -- = immunosuppression
- 2 (onschendbaarheid) immunitate
- parlementaire -- = immunitate parlamentari
- kerkelijke -- = immunitate ecclesiastic
immuniteitsgebied ZN
- 1 zona de immunitate
immuniteitsleer ZN
- 1 immunologia
immuniteitsonderdrukkend BN
- 1 Zie: immunosuppressief
immuniteitsreactie ZN
- 1 reaction de immunitate
immunobiologie ZN
- 1 immunobiologia
immunochemie ZN
- 1 immunochimia
immunodeficiëntie ZN
- 1 immunodeficientia
immunodepressivum ZN
- 1 immunodepressivo
immunofluorescentie ZN
- 1 immunofluorescentie
immunogeen BN
- 1 immunogene
- --e therapie = immunotherapia
immunogenetica ZN
- 1 immunogenetica
immunogenetisch BN
- 1 immunogenetic
immunoglobuline ZN
- 1 immunoglobulina
immunologie ZN
- 1 immunologia
immunologisch BN
- 1 immunologic
- --e studiën = studios immunologic
immunoloog ZN
- 1 immunologo, immunologista
immunomechanisme ZN
- 1 immunomechanisme
immunopathie ZN
- 1 immunopathia
immunoreactiviteit ZN
- 1 immunoreactivitate
immunosuppressief BN
- 1 immunosuppressive, immunosuppressor
- -- middel = immunosuppressor, immunosuppressivo
immunosuppressivum ZN
- 1 immunosuppressivo, immunosuppressor
immunotherapie ZN
- 1 immunotherapia
immunotolerantie ZN
- 1 tolerantia immunologic, immunotolerantia
immuun BN
- 1 (onvatbaar) immun
- -- maken = render immun, immunisar
- het -- maken = immunisation
- 2 (onschendbaar) immun, exempte
immuunmechanisme ZN
- 1 immunomechanismo, mechanismo immunitari/immunologic
immuunreactie ZN
- 1 immunoreaction, reaction immunitari/immunologic
immuunserum ZN
- 1 immunosero
immuunsysteem ZN
- 1 systema immunitari
immuuntherapie ZN
- 1 immunotherapia
impact ZN
- 1 impacto, effecto, influentia
impala ZN
- 1 impala
impanatio ZN
- 1 impanation
imparipinnaal BN
- 1 imparipinnate, imparipennate
impartiaal BN
- 1 impartial
impartialiteit ZN
- 1 impartialitate
impasse ZN
- 1 impasse (F)
- in een -- geraken = arrivar in un impasse
- zich in een -- bevinden, in een -- zitten = trovar se in un impasse, esser in un impasse
- uit een -- komen = superar un impasse
impassibel BN
- 1 impassibile
impassibiliteit ZN
- 1 impassibilitate
impatibel BN
- 1 incompatibile
impeachment ZN
- 1 impeachment (E)
impedantie ZN
- 1 impedantia
- akoestische -- = impedantia acustic
- wederzijdse -- = impedantia mutual
- karakteristieke -- = impedantia characteristic
- complexe -- = impedantia complexe
- gekoppelde -- = impedantia copulate
impediëren WW
- 1 impedir
impediment ZN
- 1 impedimento
impenetrabel BN
- 1 impenetrabile
impenetrabiliteit ZN
- 1 impenetrabilitate
imperatief ZN
- 1 (TAAL) modo imperative, imperativo
- 2 (FIL) imperativo
- categorische -- = imperativo categoric
- hypothetische -- = imperativo hypothetic
imperatief BN
- 1 imperative, injunctive
- (JUR) -- voorschrift = disposition/prescription imperative
- -- mandaat = mandato imperative
imperator ZN
- 1 imperator
imperatorisch BN
- 1 imperative
imperceptibel BN
- 1 imperceptibile
imperfect BN
- 1 imperfecte
- -- kristal = crystallo imperfecte
imperfectie ZN
- 1 imperfection
imperfectief BN
- 1 imperfective
- -- aspect = aspecto imperfective
imperfectum ZN
- 1 imperfecto
imperiaal ZN
- 1 (op auto, etc.) imperial, portabagages
imperiaal BN
- 1 (keizerlijk) imperial
- -- decreet = decreto imperial
imperialisme ZN
- 1 imperialismo
- het -- van Karel de Vijfde = le imperialismo de Carolo V
- cultu-reel -- = imperialismo cultural
imperialist ZN
- 1 imperialista
imperialistisch BN
- 1 imperialista, imperialistic
- --e politiek = politica imperialista/imperialistic
imperium ZN
- 1 imperio
- koloniaal -- = imperio colonial
- Britse Imperium = Imperio Britannic
- industrieel -- = imperio industrial
- financieel -- = imperio financiari
impermeabel BN
- 1 impermeabile
impertinent BN
- 1 (JUR) (irrelevant) impertinente
- 2 (brutaal) impertinente, insolente, impudente
- --e blikken = reguardos impertinente
- --e opmerkingen = remarcas impertinente
- -- gedrag = comportamento impertinente, impertinentia, insolentia, impudentia
- --e vraag = question impertinente
- -- optreden = esse impertinente
impertinentie ZN
- 1 (JUR) (irrelevantie) impertinentia
- 2 (brutaliteit) impertinentia, insolentia, impudentia
imperturbabel BN
- 1 imperturbabile
imperturbabiliteit ZN
- 1 imperturbabilitate
impetigineus BN
- 1 impetiginose
impetigo ZN
- 1 impetigo
impetueus BN
- 1 impetuose
impetuositeit ZN
- 1 impetuositate
impetuoso
- 1 (MUZ) impetuoso (I)
impiëteit ZN
- 1 impietate
implacabel BN
- 1 implacabile
implantaat ZN
- 1 implant
implantatie ZN
- 1 implantation
implanteerbaar BN
- 1 implantabile
implanteren WW
- 1 implantar
- het -- = implantation
implantologie ZN
- 1 implantologia
implementatie ZN
- 1 implementation
implementeren WW
- 1 implementar
implementering ZN
- 1 implementation
implicatie ZN
- 1 (verwikkeling) implication, complication
- dit heeft politieke --s = isto ha implicationes politic
- 2 (wat in iets opgesloten ligt) implication
- bij -- = lo que implica que, per consequentia, per implication
- 3 (het geïmpliceerd zijn) implication
impliceren WW
- 1 (verwikkelen) implicar, involver
- het -- = implication
- in de affaire geïmpliceerd zijn = esser implicate in le affaire (F)
- 2 (inhouden) implicar
- dat impliceert dat hij op de hoogte was = isto implica que ille esseva al currente
impliciet BN
- 1 implicite, inexprimite, tacite
- --e voorwaarde = condition implicite/tacite
- -- bedoelen = subintender
- -- erkennen = recognoscer implicitemente/tacitemente
imploderen WW
- 1 imploder
implosie ZN
- 1 implosion
implosief BN
- 1 implosive
implosief ZN
- 1 consonante implosive
impluvium ZN
- 1 impluvio
imponderabilia ZN MV
- 1 (NAT) (onweegbare zaken) particulas imponderabile
- 2 (FIG) imponderabiles
imponeren WW
- 1 imponer, impressionar
- hij is gemakkelijk te -- = ille lassa impressionar se facilemente, ille es multo impressionabile
- zijn zelfvertrouwen imponeert = su confidentia (in se ipse) es impressive
- laat je niet --! = non lassa impressionar te!
imponerend BN
- 1 imponente, impressive, impressionante
- --e figuur = figura imponente/impressionante
impopulair BN
- 1 impopular
- --e maatregelen = mesuras impopular
- --e wet = lege impopular
- --e minister = ministro impopular
impopulariteit ZN
- 1 impopularitate
- -- van een minister = impopularitate de un ministro
import ZN
- 1 (invoer van koopwaren) importation
- de -- van tarwe = le importation de tritico/frumento
- 2 (ingevoerde koopwaar) importationes
- de -- moet de export niet overtreffen = le importationes non debe exceder le exportationes
- 3 (SOC) (personen) gente de foras
- in deze wijk woont bijna allemaal -- = in iste quartiero quasi tote le gente es de foras
import BN
- 1 de importation, importate
importabel BN
- 1 importabile
important BN
- 1 importante, de importantia
importantie ZN
- 1 importantia
- een zaak van de grootste -- = un cosa del plus grande importantia
importartikel ZN
- 1 articulo de importation
importbepaling ZN
- 1 disposition de importationes
importbeperking ZN
- 1 limitation/restriction del importationes
importeerbaarheid ZN
- 1 importabilitate
importeren WW
- 1 importar
- het -- = importation
- weer -- = reimportar
importeur ZN
- 1 importator
importfirma ZN
- 1 casa/firma de importation
importgoederen ZN MV
- 1 merces/mercantias/articulos de importation, importationes
importhandel ZN
- 1 commercio de importation
importhandelaar ZN
- 1 importator
importhuis ZN
- 1 Zie: importfirma
importkrediet ZN
- 1 credito de importation
importland ZN
- 1 pais de importation
importlijst ZN
- 1 lista de articulos de importation
importmarkt ZN
- 1 mercato de importation
importoverschot ZN
- 1 excesso/excedente de importation
importsaldo ZN
- 1 saldo de importation
importsigaren ZN MV
- 1 cigarros de importation
importuneren WW
- 1 importunar
importuniteit ZN
- 1 importunitate
importuun BN
- 1 importun
importvergunning ZN
- 1 permisso/licentia de importation
importzaak ZN
- 1 Zie: importfirma
imposant BN
- 1 imponente, impressionante
impost ZN
- 1 (accijns) imposto
- 2 (BOUWK) imposta
impostlijst ZN
- 1 (BOUWK) architrave
impotent BN
- 1 (MED) (onmachtig tot geslachtsgemeenschap) impotente
- dit middel maakt mannen -- = iste substantia rende impotente le homines
- 2 (geestelijk onbekwaam) impotente
- zich -- voelen = sentir se impotente
impotentie ZN
- 1 (geslachtelijke onmacht) impotentia
- 2 (geestelijke onbekwaamheid) impotentia
impracticabel BN
- 1 impracticabile
imprecatie ZN
- 1 imprecation
impregnatie ZN
- 1 impregnation
impregneerbaar BN
- 1 impregnabile
impregneerder ZN
- 1 persona qui impregna
impregneermiddel ZN
- 1 agente impregnante/pro impregnar
impregneervloeistof ZN
- 1 liquido impregnante/pro impregnar
impregneren WW
- 1 impregnar, (waterdicht maken) impermeabilisar
- het -- = impregnation
- het hout -- = impregnar le ligno
impresario ZN
- 1 impresario (I)
imprescriptibel BN
- 1 imprescriptibile
impressie ZN
- 1 impression
- een goede -- maken = facer un bon impression
impressief BN
- 1 impressive
impressionabel BN
- 1 impressionabile
impressionabiliteit ZN
- 1 impressionabilitate
impressioneren WW
- 1 impressionar
impressionisme ZN
- 1 impressionismo
impressionist ZN
- 1 impressionista
impressionistisch BN
- 1 impressionista, impressionistic
- --e schilderkunst = pictura impressionista/imprssionistic
- -- schilderij = pictura impressionista/impressionistic
- de --e aspecten van de muziek van Debussy = le aspectos impressionistic del musica de Debussy
- op --e wijze de wer-kelijkheid weergeven = representar impressionisticamente le realitate
imprimatur ZN
- 1 imprimatur (L)
- het -- verkrijgen = obtener le imprimatur
improbabel BN
- 1 improbabile
improbiteit ZN
- 1 improbitate
improduktief BN
- 1 (EC) improductive
- 2 (TAAL) improductive
improduktiviteit ZN
- 1 improductivitate
- -- van een terrein = improductivitate de un terreno
- -- van een kapitaal = improductivitate de un capital
- -- van een onderneming = improductivitate de un interprisa
improfitabel BN
- 1 non profitabile
impromptu ZN
- 1 impromptu (F)
improvisatie ZN
- 1 (ook MUZ) improvisation
- vrije -- = improvisation libere
improvisatietalent ZN
- 1 capacitate de improvisation, talento de improvisator
improvisator ZN
- 1 improvisator
improvisatorisch BN
- 1 improvisatori, improvisate
improviseren WW
- 1 improvisar
- het -- = improvisation
- een paar slaapplaatsen -- = improvisar alicun lectos
improviste ZN
- 1
- à l'-- = improvisatemente, ex tempore
imprudent BN
- 1 imprudente
impuberteit ZN
- 1 impubertate
impudentie ZN
- 1 impudentia
impugnatie ZN
- 1 impugnation
impuls ZN
- 1 (duw) impulso
- 2 (FIG) impulso, impulsion, impeto, incentivo, stimulo, elan (F)
- een nieuwe -- krijgen = reciper un nove impulso/impeto
- 3 (opwelling) impulso
- hij handelde in een -- = ille ha agite impulsivemente/per un impulso
- 4 (elektrische stroomstoot) impulso, impulsion
impulsaankoop ZN
- 1 compra spontanee/impulsive/sub le stimulo del momento
impulsduur ZN
- 1 durata/duration de impulso/impulsion
impulsie ZN
- 1 impulso, impulsion, incentivo, stimulo, elan (F)
impulsief BN
- 1 impulsive
- --e beslissing = decision impulsive
- -- gedrag = comportamento/conducta impulsive
- --e koper = comprator/emptor impulsive
- -- iemand = persona impulsive, impulsivo
- -- kind = infante impulsive
- --e beweging = movimento impulsive
- -- karakter = impulsivitate
- -- handelen = ager impulsivemente
impulsiviteit ZN
- 1 impulsivitate
- jeugdige -- = impulsivitate juvene/juvenil
impulsmoment ZN
- 1 (NAT) momento de impulso
impuniteit ZN
- 1 impunitate
imputabel BN
- 1 imputabile
imputatie ZN
- 1 (beschuldiging) imputation, accusation
imputeren WW
- 1 imputar, accusar
impuur BN
- 1 impur
in VZ
- 1 in, a
- -- het bos = in le bosco
- -- Bilthoven = in/a Bilthoven
- -- de kerk = in le ecclesia
- -- de vergadering = in le assemblea
- -- mijn voordeel = in/a mi favor
- een doctor -- de chemie = un doctor in le chimia
in BW
- 1
- hij loopt de winkel -- = ille entra in le magazin
- dat wil er bij mij niet -- = io refusa de creder lo
- tussen twee huizen -- = inter duo casas
- het artikel komt er niet -- = le articulo non sera acceptate
- tegen de wind -- = contra le vento
- tegen de stroom -- = contra le currente
inaan BN
- 1 inan
in absentia ZN
- 1 in absentia (L)
in abstracto ZN
- 1 in abstracto (L)
inacceptabel BN
- 1 inacceptabile, inadmissibile
inaccessibel BN
- 1 inaccessibile
inaccuraat BN
- 1 inaccurate, inexacte, imprecise, incorrecte
inaccuraatheid ZN
- 1 inexactitude, imprecision
inachtnemend BN
- 1 observante
inachtneming ZN
- 1 observation, observantia, consideration
- strenge -- van de regels = observation/observantia stricte/rigorose del regulamento/del regulas
- met -- van = in observantia de, in virtute de, in consideration de/a
inactief BN
- 1 inactive
- -- maken = inactivar
inactiveren WW
- 1 inactivar
inactivering ZN
- 1 inactivation
inactiviteit ZN
- 1 inactivitate, inaction
- -- schaadt het organisme = inactivitate noce al organismo
- -- van een vulkaan = inactivitate de un vulcano
inadaptatie ZN
- 1 inadaptation
inadembaar BN
- 1 respirabile
inadembaarheid ZN
- 1 respirabilitate
inademen WW
- 1 respirar, aspirar, (tgov uitademen) inspirar, (inhaleren) inhalar
- het -- = respiration, aspiration, inhalation, inspiration
- frisse lucht -- = respirar aere pur
- moeilijk in te ademen = irrespirabile
- geschikt om in te ademen = respirabile
- geschiktheid om in te -- = respirabilitate
inademing ZN
- 1 inspiration, respiration, aspiration, inhalation
- -- en uitademing = inspiration e expiration
- geschikt voor -- = respirabile
- geschiktheid voor -- = respirabilitate
inadequaat BN
- 1 inadequate
inadequatie ZN
- 1 inadequation
inagglutinabel BN
- 1 inagglutinabile
inaliënabel BN
- 1 inalienabile
inalterabel BN
- 1 inalterabile
inamovibiliteit ZN
- 1 inamovibilitate
inaniteit ZN
- 1 inanitate
inanitie ZN
- 1 inanition
inappellabel BN
- 1 inappellabile
in articulo mortis
- 1 in articulo mortis (L)
inattentie ZN
- 1 inattention
inauguraal BN
- 1 inaugural, inaugurative, inaugurator, de apertura
- --e rede = discurso/oration inaugural/de apertura
inauguratie ZN
- 1 inauguration
inaugureel BN
- 1 Zie: inauguraal
inaugureren WW
- 1 inaugurar
- het -- = inauguration
inbaar BN
- 1 (van belasting, etc.) perceptibile, percipibile, recovrabile
- --e schulden = debitas recovrabile
inbakenen WW
- 1 jalonar
inbakening ZN
- 1 jalonamento
inbakeren WW
- 1 (in doeken wikkelen) involver
inbalsemen WW
- 1 imbalsamar
inbalseming ZN
- 1 imbalsamento, imbalsamation
inbedden WW
- 1 incastrar
- het -- = incastratura
- 2 (weg, rivier) incassar
- het -- = incassamento
inbedding ZN
- 1 incastratura
- 2 (weg, rivier) incassamento
inbedroefd BN
- 1 extrememente/multo triste
inbeelden WW
- 1
- zich -- = imaginar se, figurar se, creder se
- zich veel -- = haber un troppo alte opinion de se ipse
- hij beeldt zich in dat hij ziek is = ille se crede malade
- dat beeld je je maar in = isto es pur imagination tue
- ingebeelde ziekte = maladia imaginari
inbeelding ZN
- 1 (verbeelding) imagination
- 2 (droombeeld) chimera, hallucination
- 3 (verwaandheid) pretention, pretension, presumption, vanitate, fatuitate
inbegrepen BN
- 1 incluse, inclusive, includite
- de bediening -- = servicio incluse/includite, le precio include servicio
- alles -- = toto incluse/includite
- niet -- = non includite, excludite
- in de prijs is het vervoer -- = le transporto es includite in le precio, le precio coperi le transporto
inbegrip ZN
- 1
- met -- van = con inclusion de, inclusivemente
- een hifi-installatie met -- van speakers = un equipamento hi-fi (E) que include altoparlatores
inbeitelen WW
- 1 intaliar in, cisellar in
inberekenen WW
- 1 calcular in
inbeslagneming ZN
- 1 confiscation, sequestration, sequestro, embargo (S)
inbeuren WW
- 1 Zie: beuren
inbewaringgeving ZN
- 1 consignation
inbewaringstelling ZN
- 1 (van personen) arresto
- -- van verdachten = arresto de suspectos
- 2 (van goederen) sequestration
inbezithouding ZN
- 1 detention
inbezitnemer ZN
- 1 occupator
inbezitneming ZN
- 1 prisa de possession, appropriation, occupantia, occupation
- -- van de veroverde gebieden = occupation del territorias capturate
- wederrechtelijke -- = appropriation illegal, usurpation
inbezittreding ZN
- 1 entrata in possession
inbijten WW
- 1 morder, roder, corroder
- --de kracht = causticitate, mordacitate
inbijtend BN
- 1 corrosive, caustic, mordace
- --e werking = causticitate, mordacitate
inbijting ZN
- 1 corrosion
inbikken BN
- 1 facer intalios in
inbinden WW
- 1 (bedwingen) retener, continer, reprimer, moderar, temperar, mitter un surdina a su pretentiones/pretensiones
- 2 (boeken) ligar
inbinding ZN
- 1 (intoming) moderation
- 2 (van boeken) ligatura
inblazen WW
- 1 (door blazen inkomen) sufflar in
- de wind blies de schoorsteen in = le vento sufflava in le camino
- 2 (door blazen doen komen in) (ook FIG) insufflar, inspirar, (FIG) suggerer, (PEJ) insinuar
- God blies Adam de levensadem in = Deo insufflava le vita a Adam
- iemand moed -- = insufflar corage a un persona
- een instelling nieuw leven -- = revigorar un institution
inblazer ZN
- 1 (opruier) instigator, provocator
inblazing ZN
- 1 (het inblazen) insufflation
- 2 (FIG) inspiration, suggestion, insinuation
- de --en van de duivel = le suggestiones del diabolo
inbleek BN
- 1 multo/extrememente pallide
inblikken WW
- 1 (in blik conserveren) poner/mitter in conserva, inlattar
- groente -- = poner/mitter verduras in conserva, inlattar verduras
- muziek -- = inlattar musica
- 2 (de blik keren in/naar) reguardar/mirar in
- de zaal -- = jectar un reguardo in le sala
- de toekomst -- = reguardar in le futuro
inboedel ZN
- 1 effectos mobiliari, mobiliario, mobiles
inboedelverzekering ZN
- 1 assecurantia del effectos mobiliari
inboeken WW
- 1 inscriber, registrar
- het -- = inscription, registration
- de rekeningen -- = inscriber/registrar le facturas
inboeking ZN
- 1 inscription, registration
- -- van de facturen = inscription/registration del facturas
inboeten WW
- 1 (-- aan) perder de
- aan geloofwaardigheid -- = perder de su credibilitate
- aan waarde -- = perder de su valor
- aan kracht -- = perder de su fortia
inboezemen WW
- 1 inspirar, causar, imponer, infunder
- afkeer/afschuw -- = inspirar/causar repugnantia/repulsion
- vertrouwen -- = inspirar/infunder confidentia/fiducia
- achterdocht -- = inspirar diffidentia
- belangstelling -- = inspirar interesse
- eerbied -- = inspirar/imponer/infunder respecto
- angst -- = inspirar le terror
- iemand vrees -- = infunder timor/pavor a un persona, intimidar un persona
- het -- van vrees = le infusion de timor/pavor
inboorling ZN
- 1 indigena, nativo, aborigine, autochthono
inboorlingenbevolking ZN
- 1 population de indigenas/de nativos/de autochthonos/de aborigines
inboorlingenwijk ZN
- 1 quartiero de indigenas/de nativos/de autochthonos/de aborigenes
inboren WW
- 1 (aan gat maken in) forar in, perforar
- 2 (doordringen in) penetrar in
- de kogel boorde een heel eind de grond in = le balla penetrava profundemente in le solo
inborst ZN
- 1 natural, indole, character
- hij heeft een zachtzinnige -- = ille ha un natural/character dulce
- 2 mentalitate, temperamento
inbouw ZN
- 1 (het inbouwen) incorporation, incastratura
- de -- van een koelkast = le incastratura de un refrigerator
- 2 (de ingebouwde onderdelen) componentes incastrate
inbouwelement ZN
- 1 elemento incastrate
inbouwen WW
- 1 (zo bouwen dat iets zich in iets anders bevindt) incorporar, incastrar (in)
- het -- = incorporation, incastratura
- de toren is ingebouwd = le turre es un parte integrate del edificio
- ingebouwde microfoon = microphono interior/incorporate
- 2 (rekening houden met) includer, introducer
- veiligheidsmaatregelen -- = includer mesuras de securitate
inbouwijskast ZN
- 1 Zie: inbouwkoelkast
inbouwkast ZN
- 1 armario incastrate
- 2 armario incastrabile/a incastrar, armario que on pote incastrar
inbouwkeuken ZN
- 1 cocina incastrate
- 2 cocina incastrabile/a incastrar, cocina que on pote incastrar
inbouwkoelkast ZN
- 1 refrigerator incastrate
- 2 refrigerator incastrabile/a incastrar, refrigerator que on pote incastrar
inbouwoven ZN
- 1 furno incastrate
- 2 furno incastrabile/a incastrar, furno que on pote incastrar
inbouwspot ZN
- 1 spot (E) incastrate
- 2 spot (E) incastrabile/a incastrar, spot (E) que on pote incastrar
inbraak ZN
- 1 furto/robamento con effraction/fractura, effraction
- een -- plegen = committer un furto/robamento con effraction/fractura
- beveiligd tegen -- = a proba/prova de effraction
inbraakalarm ZN
- 1 alarma/campana antifurto
inbraakbeveiliging ZN
- 1 (preventie) prevention antifurto
- 2 (installatie) dispositivo/systema/alarma antifurto
inbraakgolf ZN
- 1 unda de effractiones
inbraakpoging ZN
- 1 tentativa de effraction
inbraakpolis ZN
- 1 polissa contra furto/robamento con effraction
inbraakpreventie ZN
- 1 prevention antifurto/de effraction, mesuras preventive contra le furtos
inbraakverzekering ZN
- 1 assecurantia contra furtos (con effraction)
inbraakvrij BN
- 1 a prova/proba de effraction
inbranden WW
- 1 (merkteken aanbrengen) marcar con un ferro ardente
- 2 (graveren) pyrogravar
inbreken WW
- 1 (inbraak plegen) committer un furto/robamento con effraction/con fractura, penetrar in (un casa), introducer se per effraction in
- in een computerbestand -- = introducer se in un computator/un computer (E)
- 2 (FIG) (schenden, verbreken) rumper un pacto/tractato, etc.
inbreker ZN
- 1 effractor
inbrekersbende ZN
- 1 banda de effractores
inbrekersgereedschap ZN
- 1 instrumentos de effractor
inbrekerswerktuig ZN
- 1 instrumento de effractor
inbreking ZN
- 1 effraction
inbreng ZN
- 1 apporto, contribution, (deelname) participation
- -- in natura = apporto in natura
- -- in contanten = apporto in numerario
- weinig -- hebben = contribuer pauco/poco a, participar pauco/poco in
- zijn -- in de discussie is gering = ille apporta/contribue pauco/poco al discussion
- 2 (het naar binnen brengen) insertion, introduction
- 3 (bij een spaarbank: inleg) deposito
- 4 (COMP) entrata
inbrengaandeel ZN
- 1 action de apporto
inbrengen WW
- 1 (naar binnen brengen) facer entrar, insertar, introducer
- een catheter -- = catheterisar
- een spiraaltje -- = insertar/introducer un dispositivo intrauterin
- 2 (inleggen) deponer
- 3 (aanvoeren) objectar, opponer, allegar, adducer
- bezwaren -- = opponer objectiones
- wat hebt u tegen deze beschuldiging in te brengen? = que ha vos a objectar contra iste accusation?
- daar valt/is niets tegen in te brengen = isto es incontestabile/indisputabile
- niets in te brengen hebben = non haber necun voce in le capitulo, non haber necun influentia, non haber un grande peso
- 4 (geld) portar, apportar, contribuer
- 5 (voorstellen) proponer, suggerer
- een suggestie -- = proponer un suggestion
- een alternatief -- = proponer/suggerer un alternativa
inbrenger ZN
- 1 apportator, contributor
- 2 (van geld op spaarbank) depositor
inbrenging ZN
- 1 introduction
- -- van een maagsonde = introduction de un sonda gastric
inbreuk ZN
- 1 infraction, violation, transgression, infringimento, transpasso
- -- maken op iemands rechten = violar/infringer/transgreder le derectos de un persona
- dat is een -- op mijn privacy = isto es un violation de mi vita private
- -- op de wet = infraction al lege
inbuigen WW
- 1 (naar binnen buigen) inflecter, incurvar
- 2 (doorbuigen) inflecter se, incurvar se
inbuiging ZN
- 1 (het naar binnen buigen) inflexion, incurvation, curva
- 2 (knik) inflexion, incurvation, curva
inburgeren WW
- 1 acclimatar se, integrar se, (mbt zaken OOK) devenir currente
- die bastaardwoorden zijn bij ons ingeburgerd = iste parolas hybride ha devenite currente/se ha integrate in nostre lingua
- die gewoonte is hier goed ingeburgerd = iste habitude ha essite adoptate hic generalmente
- 2 (zich aanpassen aan een andere cultuur) acculturar se
inburgering ZN
- 1 (aanpassing aan een andere cultuur) acculturation
- -- van de immigranten = acculturation del immigratos
inbusbout ZN
- 1 bulon cave hexagonal, bulon a testa hexagonal
inbussleutel ZN
- 1 clave mascule hexagonal
incalculeren WW
- 1 (begroten) calcular in, includer in
- niet goed -- = miscalcular
- 2 (voorzien) previder
incantatie ZN
- 1 obsecration
incapabel BN
- 1 incapabile, incompetente, inapte, incapace
incapabiliteit ZN
- 1 incapabilitate, incompetentia, inaptitude, incapacitate
incapaciteit ZN
- 1 Zie: incapabiliteit
incarceratie ZN
- 1 incarceration
incardinatie ZN
- 1 incardination
incardineren WW
- 1 incardinar
- het -- = incardination
incarnaatklaver ZN
- 1 trifolio incarnate
incarnatie ZN
- 1 (THEOL) incarnation
- 2 (belichaming) incarnation, personification
incarneren WW
- 1 incarnar, personificar
- (van een god) zich -- in een menselijk lichaam = incarnar se in un corpore human
- hij is de geïncarneerde gierigheid = ille es le avaritia incarnate/personificate
incassatie ZN
- 1 incassamento
incasseerder ZN
- 1 incassator
incasseren WW
- 1 (innen) incassar, cassar, reciper
- het -- = incassamento
- weer -- = reincassar
- het weer -- = reincassamento
- 2 (opvangen) acceptar, reciper, prender, incassar
- klappen -- = reciper/incassar colpos
incassering ZN
- 1 incassamento, reception
incasseringsvermogen ZN
- 1
- hij heeft een groot -- = ille pote prender multo, ille sape incassar
incasso ZN
- 1 (het incasseren) incassamento
- 2 (administratiekosten) costos de incassamento
incassoafdeling ZN
- 1 section de incassamento
incassobank ZN
- 1 banca de incassamento
incassobedrijf ZN
- 1 interprisa de incassamento
incassobureau ZN
- 1 agentia de incassamento
incassocheque ZN
- 1 cheque (E) de incassamento
incassodienst ZN
- 1 servicio de incassamento
incassokosten ZN MV
- 1 costos de incassamento
incassokrediet ZN
- 1 credito de incassamento
incassoprovisie ZN
- 1 commission de incassamento
incassotarief ZN
- 1 tarifa de incassamento
incassowissel ZN
- 1 effecto de incassamento
in casu BW
- 1 in iste caso
incest ZN
- 1 incesto
- -- bedrijven = committer incesto, incestar
incestpleger ZN
- 1 persona qui committe/qui ha committite incesto
incestslachtoffer ZN
- 1 victima de incesto
incestueus BN
- 1 incestuose
- --e verhouding = relation incestuose
incestzaak ZN
- 1 processo de incesto
inch ZN
- 1 (lengtemaat) uncia, inch (E)
incheckbalie ZN
- 1 loco de registration
inchecken WW
- 1 (door passagiers) facer registrar se
- 2 (door baliepersoneel) (facer) registrar
inchoatief BN
- 1 inchoative, inceptive
- -- werkwoord = verbo inchoative/inceptive/de inception
inchoatief ZN
- 1 verbo inchoative/inceptive
incident ZN
- 1 incidente
- het -- is gesloten = le incidente es clause
- zonder --en verlopen = passar sin incidentes
incidenteel BN
- 1 incidente, incidental, occasional
- -- bezoekje = visita occasional
- -- geval = caso isolate
- dit verschijnsel doet zich -- voor = isto es un phenomeno incidental/occasional
- 2 (bijkomstig) incidental, accessori, secundari
incideren WW
- 1 incider, incisar
- het -- = incision
incipiënt ZN
- 1 incipiente
incipiëren BN
- 1 inciper
incisie ZN
- 1 incision, scarification
- kruisvormige -- = incision crucial
- een -- maken in = facer un incision in, incider, incisar
incisief BN
- 1 incisive
incitabiliteit ZN
- 1 incitabilitate
incitatie ZN
- 1 incitation
inciteren WW
- 1 incitar
inciviek ZN
- 1 persona subversive
inciviek BN
- 1 subversive
incivisme ZN
- 1 incivismo
inclinatie ZN
- 1 (geneigdheid) inclination
- 2 (NAT, ASTRON, AARDR) inclination
- magnetische -- = inclination magnetic
inclinatiehoek ZN
- 1 angulo de inclination
inclinatiekompas ZN
- 1 compasso de inclination
inclinatienaald ZN
- 1 agulia de inclination
inclineren WW
- 1 inclinar
inclinometer ZN
- 1 (in)clinometro
includeren WW
- 1 includer
incluis BW
- 1 inclusemente
inclusie ZN
- 1 inclusion
inclusief BN
- 1 (alles omvattend) inclusive, incluse
- de prijs is -- BTW = le precio include le TVA
- -- transportkosten = incluse transporto
- 2 (TAAL) inclusive
inclusief BW
- 1 inclusivemente
incognito ZN
- 1 incognito
- het -- bewaren = conservar/guardar/mantener le incognito
incognito BW
- 1 incognito
- -- reizen = viagiar incognito
- strikt -- = trictemente incognito
incoherent BN
- 1 incoherente, inconsequente, inconsequential
incoherentie ZN
- 1 incoherentia, inconsequentia
- -- van een redenering = inconsequentia de un rationamento
incommensurabel BN
- 1 incommensurabile
- --e grootheden = quantitates incommensurabile
incommoderen WW
- 1 incommodar
incompatibel BN
- 1 incompatibile, irreconciliabile, inconsistente
incompatibiliteit ZN
- 1 incompatibilitate, irreconciliabilitate, inconsistentia
- -- van karakter = incompatibilitate de temperamento
incompatitibiliteitsfactor ZN
- 1 factor de incompatibilitate
incompetent BN
- 1 (onbevoegd) incompetente, non qualificate
- 2 (onbekwaam) incompetente, incapace, incapabile
incompetentie ZN
- 1 (onbevoegdheid) incompetentia
- 2 (ongeschiktheid) incompetentia, incapacitate
- 3 (ontoereikendheid) insufficientia
incompleet BN
- 1 incomplete
- -- maken = discompletar
- het verlies van dat stuk heeft zijn verzameling -- gemaakt = le perdita de iste pecia ha discompletate su collection
incompressibel BN
- 1 incompressibile
- --e vloeistof = liquido incompressibile
- --e stroming = fluxo/currente incompressibile
incompressibiliteit ZN
- 1 incompressibilitate
inconciliabel BN
- 1 inconciliabile
in concreto BW
- 1 concretemente, in iste caso particular
inconform BN
- 1 inconforme
incongruent BN
- 1 incongruente
incongruentie ZN
- 1 incongruentia
incongruïteit ZN
- 1 incongruitate
inconsequent BN
- 1 inconsequente, inconsequential, inconsistente, incoherente
inconsequentheid ZN
- 1 Zie: inconsequentie
inconsequentie ZN
- 1 inconsequentia, inconsistentia, incoherentia, contradiction
inconsideratie ZN
- 1 inconsideration
inconsistent BN
- 1 Zie: inconsequent
inconsistentie ZN
- 1 Zie: inconsequentie
inconstitutioneel BN
- 1 inconstitutional
incontestabel BN
- 1 incontestabile
incontinent BN
- 1 incontinente
incontinentie ZN
- 1 incontinentia
inconveniënt ZN
- 1 inconveniente, obstaculo, impedimento
inconveniëntie ZN
- 1 inconvenientia
inconveniëren WW
- 1 non convenir, esser inconveniente
incoördinatie ZN
- 1 incoordination
incorporatie ZN
- 1 (inlijving) incorporation
- 2 (FARM) incorporation
- 3 (TAAL) incorporation
- 4 (REL) incarnation
incorporeren WW
- 1 incorporar
- incorporerende talen = linguas incorporante/polysynthetic
incorrect BN
- 1 (onnauwkeurig) incorrecte, inaccurate, inexacte
- --e stijl = stilo incorrecte
- 2 (ongepast) incorrecte, inconveniente
- --e handeling = action incorrecte/inconveniente
- -- spreken = parlar incorrectemente
incorrectheid ZN
- 1 incorrection
incourant BN
- 1 non currente, (weinig gevraagd) pauco/poco demandate, (onverkoopbaar) invendibile
- --e artikelen = articulos non currente/invendibile
increduliteit ZN
- 1 incredulitate
increment ZN
- 1 incremento
incrementeel BN
- 1 incremental
- -- meetsysteem = systema de mesura incremental
- --e positionering = positionamento incremental
incriminatie ZN
- 1 incrimination
incrimineren WW
- 1 (als strafbaar beschouwen) incriminar
- 2 (als laakbaar beschouwen) incriminar, blasmar
incroyabel BN
- 1 incredibile
incrustatie ZN
- 1 (omkorsting) incrustation
- 2 (invatting van edelstenen) incrustation
- 3 (BOUWK) incrustation
incrusteren WW
- 1 incrustar
incrustering ZN
- 1 Zie: incrustatie
incubatie ZN
- 1 incubation
incubatieperiode ZN
- 1 Zie: incubatietijd
incubatiestadium ZN
- 1 stadio de incubation
incubatietijd ZN
- 1 incubation, periodo de incubation
incubator ZN
- 1 incubator
incubus ZN
- 1 incubo, demonio nocturne
inculpatie ZN
- 1 inculpation
inculperen WW
- 1 inculpar, incriminar, accusar
incunabel ZN
- 1 incunabulo
- kenner van --en = incunabulista
incunabelcatalogus ZN
- 1 catalogo de incunabulos
incunabelistiek ZN
- 1 scientia/studio/cognoscentia/cognoscimento del incunabulos
incunabelverzameling ZN
- 1 collection de incunabulos
incunabulist ZN
- 1 incunabulist
incurabel BN
- 1 incurabile
indachtig BN
- 1 memore de, attente a
- -- zijn = pensar a, memorar se de
- -- aan het feit = consciente del facto
- onze vriendschap -- = memore de nostre amicitate
indagen WW
- 1 citar
indaging ZN
- 1 citation
indalen WW
- 1 (MED) descender
indammen WW
- 1 (tussen dijken insluiten) cinger/circumferer de un dica
- 2 (FIG) localisar, circumscriber, (beperken) limitar
- een epidemie -- = localisar un epidemia
- een conflict -- = localisar un conflicto, tener un conflicto sub controlo
indamming ZN
- 1 construction de un dica
indampbaar BN
- 1 evaporabile
indampen WW
- 1 evaporar, condensar, concentrar
indamping ZN
- 1 evaporation
indampingskom ZN
- 1 (SCHEI) capsula
indampingsschaal ZN
- 1 Zie: indampingskom
indampinstallatie ZN
- 1 installation de evaporation
indecent BN
- 1 indecente, improprie, inconveniente
indecentie ZN
- 1 indecentia
indecisie ZN
- 1 indecision
indeclinabel BN
- 1 indeclinabile
indekken WW
- 1
- zich -- tegen een risico = preservar se/proteger se/coperir se contra un risco, (verzekeren) assecurar se contra un risco
indelen WW
- 1 (rangschikken) divider, disponer, repartir, (in klassen) classificar, classar, (in graden) graduar
- zijn dag -- = organisar/regular su jorno
- een huis -- = distribuer un casa
- in groepen -- = divider in gruppos
- 2 (onderbrengen bij) incorporar in
- een recruut bij een bataljon -- = incorporar un recruta in un battalion
- hij werd ingedeeld bij de gevorderden = on le ha ponite in le gruppo del avantiatos
indelicaat BN
- 1 indelicate, indiscrete
indeling ZN
- 1 division, repartition, disposition, arrangiamento, ordine, ordinantia, ordination, (in klassen) classamento, classification, (leger) incorporation
- alfabetische -- = ordine/arrangiamento/classamento alphabetic
- administratieve -- = division administrative
- -- in categorieën = classification in categorias
- overzichtelijke -- = arrangiamento/distribution clar
- -- van een flat = division interior/distribution/ordinantia de un appartamento
- -- van een recruut in een bataljon = incorporation de un recruta in un battalion
indemnisatie ZN
- 1 indemnisation
indemniseren WW
- 1 indemnisar
indemniteit ZN
- 1 indemnitate, reimbursamento del damnos
- akte van -- = acto de indemnitate
indemniteitscontract ZN
- 1 contracto de indemnitate
indemniteitswet ZN
- 1 lege de indemnitate
indenken WW
- 1
- zich -- = imaginar se, figurar se, realisar se, conciper
- ik kan mij -- dat = io pote conciper que
indentatie ZN
- 1 indentation
independent BN
- 1 independente
independentie ZN
- 1 independentia
in-de-plaats-stelling ZN
- 1 (JUR) subrogation
in deposito BW
- 1 in deposito
inderdaad BW
- 1 in effecto, effectivemente, in veritate, vero, in realitate, realmente
- geloof je dat nu echt? --' = e tu crede isto? si!
inderhaast BW
- 1 in haste, con grande/tote haste
- een werk -- afmaken = hastar se de terminar un travalio/labor, finir un travalio/labor in haste
indertijd BW
- 1 in su tempore, in ille/iste tempore, in ille/iste epocha, alora
- dat was -- niet te voorzien = isto non poteva esser previdite in ille tempore, on non poteva previder lo in ille tempore
- dit hotel was -- een school = alora iste hotel (F) esseva un schola
- hij was -- een goede voetballer = in su dies/tempore ille esseva un bon footballero {oe}
indeterminabel BN
- 1 indeterminabile
indeterminisme ZN
- 1 indeterminismo
indeterminist ZN
- 1 indeterminista
indeterministisch BN
- 1 indeterminista, indeterministic
indeuken WW
- 1 deprimer
- het -- = depression
indeuking ZN
- 1 depression
index ZN
- 1 (inhoudsopgave) indice, index, tabula alphabetic
- 2 (verhoudingscijfer) indice, index
- -- van de kosten van levensonderhoud = indice del costos del vita
- gewogen -- = indice/index ponderate
- 3 (R.K.) (lijst van verboden boeken) indice, index (de libros prohibite)
- op de -- staan = esser al indice
- op de -- plaatsen = mitter/poner al indice, prohiber un libro
- 4 (toegevoegd cijfertje/lettertje) indice, index
- (WISK) a -- n = a indice n
- 5
- Dow Jones -- = indice/index Dow Jones
indexaanpassing ZN
- 1 correction/adjustamento del index/indice, (van de lonen) indexation salarial
indexatie ZN
- 1 indexation
indexcijfer ZN
- 1 index, indice, indicator
indexeren WW
- 1 indexar
- geïndexeerd loon = salario indexate
indexering ZN
- 1 indexation
indexgetal ZN
- 1 numero indice/index
indexlening ZN
- 1 impresto a taxa indexate
indexloon ZN
- 1 salario indexate
indexpolis ZN
- 1 polissa (de assecurantia) a taxa indexate
India ZN EIGN
- 1 India
Indiaan ZN
- 1 indiano (american), amerindiano
Indiaans BN
- 1 indian, de India
Indiaantje ZN
- 1
- -- spelen = jocar al indianos
Indiaas BN
- 1 indian
- (TAAL) --e wending = indianismo
Indiakenner ZN
- 1 indianista
Indiakunde ZN
- 1 indianismo
Indiana ZN EIGN
- 1 Indiana
Indianapolis ZN EIGN
- 1 Indianapolis
indianenboek ZN
- 1 libro de indianos
indianendans ZN
- 1 dansa de indianos
indianengebied ZN
- 1 zona/region de indianos
indianenreservaat ZN
- 1 reserva de indianos
Indianenstam ZN
- 1 tribo indian/de indianos
indianentaal ZN
- 1 lingua/indian/de indianos
indianenverhaal ZN
- 1 (verhaal over Indianen) historia de indianos
- 2 (ongeloofwaardig verhaal) conto de phantasia, historia incredibile/inverisimile/inverosimile
indicateur ZN
- 1 indicator
indicatie ZN
- 1 indication
- ter -- = como un indication
indicatief BN
- 1 indicative
indicatief ZN
- 1 modo indicative, indicativo
- dit werkwoord staat in de -- = iste verbo es in le indicativo
indicativus ZN
- 1 Zie: indicatief
indicator ZN
- 1 (SCHEI) indicator
- methyloranje is een -- = helianthina es un indicator
- 2 (ECON, etc.) indicator
- economische -- = indicator economic
- ecologische -- = indicator ecologic
indiceren WW
- 1 (aanwijzing zijn voor) indicar, esser le signo de
indicering ZN
- 1 (een aanwijzing zijn voor) indication
- 2 (het plaatsen op de index) indexation
indicie ZN
- 1 indicio, indication
indicium ZN
- 1 indicio
indictie ZN
- 1 (bijeenroeping van een kerkvergadering) indiction
- 2 (van de Juliaanse Kalender) indiction
- 3 (ROM GESCH) (belasting) indiction
Indië ZN EIGN
- 1 (voormalig Engels-Indië) India
- 2 (voormalig Nederlands Indië) Indias nederlandese, (tegenwoordig) Indonesia
indien VW
- 1 si
- -- mogelijk = si possibile
indienen WW
- 1 presentar, submitter
- zijn ontslag -- = presentar/dar su dimission
- een klacht -- = presentar un reclamation
- een motie -- = presentar un motion
- een wetsontwerp -- = presentar un projecto de lege
- een verzoekschrift -- = presentar un requesta/un petition
- een rapport -- = presentar/submitter un reporto
- ter goedkeuring -- = submitter pro approbation
- een onkostennota -- = submitter un nota del costos
indiener ZN
- 1 presentator
- -- van een wetsontwerp = presentator de un projecto de lege
- -- van een verzoekschrift = presentator de un requesta/petition
indiening ZN
- 1 presentation
- -- van een motie = presentation de un motion
- -- van een verzoekschrift = presentation de un requesta/petition
indienstneming ZN
- 1 ingagiamento
indiensttreding ZN
- 1 entrata in servicio/in functiones
Indiër ZN EIGN
- 1 (bewoner van India) indiano
- 2 (bewoner van Indonesië) indonesiano
indifferent BN
- 1 indifferente
- (NAT) -- evenwicht = equilibrio indifferente
indifferentie ZN
- 1 indifferentia
- (NAT) magnetische -- = indifferentia magnetic
indifferentisme ZN
- 1 indifferentismo
indifferentist ZN
- 1 indifferentista
indigent BN
- 1 indigente
indigentie ZN
- 1 indigentia
indigestie ZN
- 1 indigestion
- zich ergens een -- aan eten = mangiar troppo, dar se un indigestion
indignatie ZN
- 1 indignation
indigniteit ZN
- 1 indignitate
indigo ZN
- 1 (PLANT) indigo, anil
- 2 (verf) indigo, anil
- 3 (kleur) indigo, anil
indigoblad ZN
- 1 folio de indigo
indigoblauw ZN
- 1 indigo, anil
indigobloem ZN
- 1 flor de indigo
indigocultuur ZN
- 1 cultura de indigo
indigokuip ZN
- 1 cupa de indigo
indigoplant ZN
- 1 indigo, anil
indigoplantage ZN
- 1 plantation de indigo
indigoplanter ZN
- 1 plantator de indigo
indigotine ZN
- 1 indigotina
indigoververij ZN
- 1 tinctureria de indigo
indigowit ZN
- 1 indigo blanc
indijken WW
- 1 cinger/circumferer de un dica, construer un dica circa/circum, incassar
- een polder -- = circumferer un polder (N) de un dica, construer un dica circum un polder (N)
indijking ZN
- 1 (handeling) construction de un dica, incassamento
- 2 (ingedijkt land) polder (N)
indikken WW
- 1 inspissar, concentrar
- het -- = inspissation, concentration
- vruchtensap -- = concentrar succo de fructos
- ingedikt vruchtensap = succo concentrate de fructos
indikking ZN
- 1 inspissation, concentration
- -- van vruchtensap = concentration de succo de fructos
indirect BN
- 1 indirecte, mediate
- --e belasting = imposto indirecte
- -- bewijs = proba/prova indirecte
- -- licht = lumine/luce indirecte
- -- gevolg = effecto indirecte
- --e echo = echo indirecte
- --e vraag = question indirecte
- -- verlichting = exclaration/illumination indirecte
- --e kennis = cognoscentia indirecte
- (SPORT) --e vrije trap = colpo franc indirecte
- --e oorzaak = causa mediate
- -- effect = effecto mediate
indirectelijk BW
- 1 indirectemente
Indisch BN
- 1 (mbt het voormalig Nederlands Indië) del Indias nederlandese, indonesian
- 2 (mbt India) indic, indian, de India
- --e Oceaan = Ocean Indian/Indic
- --e olifant = elephante indian
indiscreet BN
- 1 indiscrete, inconveniente, pauco/poco delicate, indelicate
- --e vraag = question indiscrete/inconveniente
- op --e wijze een geheim onthullen = disvelar indiscretemente un secreto
indiscretie ZN
- 1 indiscretion
indiscutabel BN
- 1 indiscutabile
indispensabel BN
- 1 indispensabile
indisponeren WW
- 1 indisponer
indisponibel BN
- 1 indisponibile
indispositie ZN
- 1 indisposition
indium ZN
- 1 indium
individu ZN
- 1 individuo, esser
- een verdacht -- = un individuo suspecte
- tot een -- maken = individuar, individualisar
- het maken tot een -- = individuation, individualisation
individualisatie ZN
- 1 individualisation
individualiseren WW
- 1 individualisar
- het -- = individualisation
- geïndividualiseerd onderwijs = inseniamento individualisate
individualisering ZN
- 1 individualisation
individualisme ZN
- 1 individualismo
individualist ZN
- 1 individualista
individualistisch BN
- 1 individualista, individualistic
- -- handelen = ager individualisticamente
individualiteit ZN
- 1 individualitate
individuatie ZN
- 1 individuation
individueel BN
- 1 (persoonlijk) individual, personal, particular
- --e vrijheid = libertate individual
- --e verantwoordelijkheid = responsabilitate individual
- --e reizen = viages personal
- een -- karakter geven aan = individualisar
- -- maken = individuar
- 2 (afzonderlijk) individual, isolate
indivisibel BN
- 1 indivisibile
Indo ZN
- 1 eurasiano
indo(o)l ZN
- 1 indol
Indo-Arisch BN
- 1 indoaryan
Indo-China ZN EIGN
- 1 Indochina {sj}
Indo-chinees BN
- 1 indochinese {sj}
- --e talen = linguas indochinese
indociel BN
- 1 indocile
indoctrinatie ZN
- 1 indoctrination
indoctrineren WW
- 1 indoctrinar
- het -- = indoctrination
- de massa's -- = indoctrinar le massas
- de kiezers -- = indoctrinar le electorato
indoen WW
- 1 introducer, mitter ... in, poner ... in, adjunger
Indo-europeaan ZN
- 1 indoeuropeo, indogermano
Indo-europees BN
- 1 indoeuropee, indogermanic
- --e talen = linguas indoeuropee/indogermanic
- --e fonetiek = phonetica indoeuropee
- --e mor-fologie = morphologia indoeuropee
indofenol ZN
- 1 indophenol
Indo-germaan ZN
- 1 indogermano, indoeuropeo
Indo-germaans BN
- 1 indogermanic, indoeuropee
- --e talen = linguas indogermanic/indoeuropee
indogermanistiek ZN
- 1 studio del linguas indogermanic/indoeuropee
Indo-iraans BN
- 1 indoiranian
indolent BN
- 1 indolente, apathic, inerte
indolentie ZN
- 1 indolentia, apathia, inertia
indologie ZN
- 1 indologia
indologisch BN
- 1 indologic
indoloog ZN
- 1 indologo, indologista
indom BN
- 1 multo/extrememente stupide, stupidissime
Indomaleis ZN
- 1 indo-malay
indommelen WW
- 1 addormir se
indompelen WW
- 1 immerger
- het -- = immersion
indompeling ZN
- 1 immersion
- doop bij -- = baptismo per immersion
indonderen WW
- 1 (instorten) laber, collaber
Indonesië ZN EIGN
- 1 Indonesia
Indonesiër ZN
- 1 indonesiano
Indonesisch BN
- 1 indonesian
- --e archipel = archipelago indonesian
indooratletiek ZN
- 1 athletismo indoor (E)/in sala
indoorkampioenschap ZN
- 1 campionato indoor (E)/in sala
indoorsport ZN
- 1 sport (E) indoor (E)/in sala
indoortennis ZN
- 1 tennis (E) indoor (E)/in sala
indoortenniskampioenschap ZN
- 1 campionato de tennis (E) indoor (E)/in sala
indoorwedstrijd ZN
- 1 match (E) indoor (E)/in sala
indopen WW
- 1 molliar
indossement ZN
- 1 indorsamento
- volledig -- = indorsamento complete
indraaien WW
- 1 (draaiend in iets terecht komen) tornar in, girar in, girar e entrar in
- de auto draaide de straat in = le auto(mobile) tornava/entrava in le strata
- 2 (door draaien in iets brengen) introducer per un movimento de rotation, (inschroeven) vitar in
indragen WW
- 1 (ap)portar in
indrammen WW
- 1 inculcar
- het -- = inculcation
indri ZN
- 1 indri
indrijven WW
- 1 introducer, figer
- een spijker -- = introducer un clavo
indringen WW
- 1 (binnendringen) penetrar in, intruder
- in de geheimen van de natuur -- = penetrar in/discoperir le secretos del natura
- 2
- (zich opdringen) zich -- = insinuar se, intruder se
indringend BN
- 1 (doordringend) penetrante
- --e blik = reguardo penetrante
- --e geur = odor penetrante
- --e reportage = reportage impressionante/profunde
- 2 (opdringerig) insistente, insinuante, insinuative
- die man is erg -- = iste homine es multo insistente/insinuative
indringer ZN
- 1 intruso
- 2 invasor
indringerig BN
- 1 insistente, insinuante, insinuative
indringerigheid ZN
- 1 character insistente/insinuante/insinuative
indringing ZN
- 1 intrusion, penetration
indringingsvermogen ZN
- 1 fortia de penetration
indrinken WW
- 1 biber, (opzuigen) absorber
- iemands woorden -- = biber le parolas de un persona
- de aarde drinkt de regen in = le terra absorbe le pluvia
indroevig BN
- 1 multo triste, tragic
indrogen WW
- 1 (droog wordend intrekken) siccar, dishydratar se
- 2 (door opdrogen inkrimpen) reducer, diminuer de volumine/de peso, contraher se
indroging ZN
- 1 (verlies door indrogen) perdita de volumine/de peso
indroppelen WW
- 1 Zie: indruppelen
indroppeling ZN
- 1 Zie: indruppeling
indroppen WW
- 1 Zie: indruppelen
indruisen WW
- 1 esser contrari (a), ir contra, contrastar con
- dit druist tegen onze belangen in = isto es contrari a nostre interesses
- dit druist tegen de goede smaak in = isto es un insulto al bon gusto, isto va contra le bon gusto
- dat druist tegen de waarheid in = isto contrasta con le veritate
indruk ZN
- 1 (gewaarwording) impression, sensation
- onuitwisbare -- = impression indelibile
- -- van het ogenblik = impression del momento
- -- maken = facer impression, impressionar
- --ken uitwisselen = cambiar/excambiar/intercambiar impressiones
- een verlegen -- maken = parer timide
- een gunstige -- hebben van = haber un bon impression de
- dat maakt een slechte -- = isto da un mal impression
- de -- wekken dat = causar le impression que
- ik heb de -- = il me sembla/pare
- onder de -- zijn van = esser impressionate per
- vatbaar voor --ken = impressionabile
- 2 (spoor, prent) impression, marca, vestigio
indrukken WW
- 1 (induwen, verbrijzelen) deprimer, rumper, fracassar
- een ruit -- = rumper/fracassar un vitro
- 2 (door drukken als vorm achterlaten) imprimer
- 3 (door drukken naar binnen brengen) pulsar, premer, pressar, appoiar super
- de knop -- = appoiar super le button, premer/pressar le button
- het gaspedaal -- = premer/appoiar super le accelerator
- 4 (onderdrukken) reprimer
- een opstand de kop -- = reprimer/jugular un revolta
indrukmakend BN
- 1 Zie: indrukwekkend
indrukwekkend BN
- 1 imponente, impressionante, impressive, prestigiose, spectacular
- -- gebouw = edificio imponente
- --e kennis van Interlingua = cognoscentia/cognoscimento impressionante de Interlingua
- er -- uitzien = haber un aspecto impressionante, imponer, impressionar
indruppelen WW
- 1 (druppelsgewijs inbrengen) instillar, infunder gutta a gutta
- het -- = instillation
- een oog -- = instillar un oculo
- 2 (druppelsgewijs inlopen) stillar, penetrar gutta a gutta, infiltrar se gutta a gutta
indruppeling ZN
- 1 infusion gutta a gutta, instillation
indruppen WW
- 1 Zie: indruppelen
indubben WW
- 1 postsynchronisar
- het -- = postsynchronisation
indubbing ZN
- 1 postsynchronisation
indubitabel BN
- 1 indubitabile
induceren WW
- 1 (afleiden) inducer, inferer
- 2 (NAT) inducer
- inducerende stromen = currentes inducente/inductive
- geïnduceerde stromen = currentes inducite
- geïnduceerde elektriciteit = electricitate inducite
inducerend BN
- 1 inducente
- --e stroom = currente inducente
inductantie ZN
- 1 inductantia
- akoestische -- = inductantia acustic
- wederkerige -- = inductantia mutue/mutual
inductantiespoel ZN
- 1 bobina de inductantia
inductie ZN
- 1 (NAT) induction, inductantia
- magnetische -- = induction magnetic
- elektromagnetische -- = induction electromagnetic
- elektrostatische -- = induction electrostatic
- volledige -- = induction complete
- eenpolige/unipolaire -- = induction unipolar/monopolar
- wederkerige -- = inductantia mutue/mutual
- 2 (LOGICA) induction
- apodictische -- = induction apodictic
- mathematische -- = induction mathematic
- 3 (BIOL) (invloed van een deel van een organisme op een ander) induction
- 4 (PSYCH) induction
inductie-elektriciteit ZN
- 1 electricitate de induction
inductief BN
- 1 (LOGICA) inductive
- --e methode = methodo inductive
- --e redenering = rationamento inductive
- -- te werk gaan = applicar le methodo inductive, proceder per induction
- 2 (mbt magnetische inductie) inductive
inductieklos ZN
- 1 Zie: inductiespoel
inductielijn ZN
- 1 linea de induction
inductiemachine ZN
- 1 machina a/de induction
inductiemeter ZN
- 1 contator a/de induction
inductiemotor ZN
- 1 motor a/de induction
inductieoven ZN
- 1 furno a/de induction
inductiespoel ZN
- 1 bobina a/de induction
inductiestroom ZN
- 1 currente inducite/inductor/de induction, currente faradic
inductieverhitting ZN
- 1 calefaction inductive/per induction
inductieweerstand ZN
- 1 reactantia
inductor ZN
- 1 (mbt het opwekken van inductiestroom) inductor, bobina de Rhumkorff
- 2 (mbt het meten van isolatieweerstand) ohmmetro
- 3 (MED) substrato
induiken WW
- 1 immerger se in, submerger se in
induiking ZN
- 1 immersion
indulgent BN
- 1 indulgente
indulgentie ZN
- 1 indulgentia
induline ZN
- 1 indulina
indult ZN
- 1 (pauselijke vergunning) indulto
induratie ZN
- 1 induration
Indus ZN EIGN
- 1 Indo
indusium ZN
- 1 indusio
industrialisatie ZN
- 1 industrialisation
- de gevolgen van de -- = le consequentias del industrialisation
industrialisatiepolitiek ZN
- 1 politica de industrialisation
industrialisatieproces ZN
- 1 processo de industrialisation
industrialiseren WW
- 1 industrialisar
- het -- = industrialisation
- de wijnproduktie -- = industrialisar le production de vino
- de geïndustrialiseerde landen = le paises industrialisate
industrialisering ZN
- 1 industrialisation, disveloppamento industrial
- -- van de landbouw = industrialisation del agricultura
- -- van de wijnproduktie = industrialisation del production de vino
- van voor de -- = preindustrial
industrialisme ZN
- 1 industrialismo
industrie ZN
- 1 (nijverheid) industria
- zware -- = industria pesante
- lichte -- = industria legier
- tak van -- = branca de industria
- chemische -- = industria chimic
- petrochemische -- = industria petrochimic
- keramische -- = industria ceramic
- metaalverwerkende -- = industria metallurgic, metallurgia
- grafische -- = industria graphic
- kosmetische -- = industria cosmetic/de cosmeticos
- werknemer in de -- = laborator/travaliator industrial
- de -- spreiden = discentralisar le industria
- spreiding van de -- = discentralisation del industria
- 2 (onderneming) industria
industrieaandeel ZN
- 1 action de un interprisa industrial
industrieaardappel ZN
- 1 Zie: fabrieksaardappel
industrieafval ZN
- 1 residuos industrial
industriearbeider ZN
- 1 obrero industrial/de industria
industriebank ZN
- 1 banca industrial
industriebeleid ZN
- 1 politica industrial
industriebond ZN
- 1 syndicato industrial/de industria
industriebouw ZN
- 1 construction industrial
industriecentrum ZN
- 1 centro industrial/de industria
industriecomplex ZN
- 1 complexo industrial
industriediamant ZN
- 1 diamante industrial/synthetic
industriëel BN
- 1 industrial
- --e onderneming = interprisa/exploitation {plwa} industrial
- --e vestiging = establimento industrial
- -- centrum = centro industrial
- --e revolutie = revolution industrial
- -- imperium = imperio industrial
- -- tijdperk/vak = epocha industrial
- --e vormgeving = esthetica industrial
- --e vooruitgang = progresso industrial
- -- afval = residuos industrial
industrieel ZN
- 1 (fabrikant) industrial, industrialista
industriegebied ZN
- 1 zona industrial
industriehaven ZN
- 1 porto industrial
industriekern ZN
- 1 Zie: industriecentrum
industriekolen ZN
- 1 carbon pro le industria
industrieland ZN
- 1 pais industrial/industrialisate
industriemagnaat ZN
- 1 Zie: grootindustrieel
industrieonderneming ZN
- 1 interprisa industrial
industriepark ZN
- 1 (complex geëxploiteerd door een industrieel lichaam) complexo industrial
- 2 (industrieterrein) zona/terreno industrial
industriepolitiek ZN
- 1 politica industrial
industrieprodukt ZN
- 1 producto industrial
industrierobot ZN
- 1 robot (Tsj) industrial
industrieschool ZN
- 1 schola industrial
industriesector ZN
- 1 sector industrial
industriespreiding ZN
- 1 discentralisation industrial
industriestad ZN
- 1 urbe/citate industrial
industriestreek ZN
- 1 region industrial
industrietak ZN
- 1 (branca de) industria, sector industrial
industrietentoonstelling ZN
- 1 exposition industrial
industrieterrein ZN
- 1 terreno/zona/area industrial
industrievestiging ZN
- 1 establimento industrial/de industria
industriezone ZN
- 1 Zie: industrieterrein
industriezout ZN
- 1 sal pro uso industrial
indutten WW
- 1 addormir se
- doen -- = addormir
induwen WW
- 1 (door duwen naar binnen brengen) figer, pulsar
- zij hebben hem de auto ingeduwd = illes le ha pulsate in le auto(mobile)
- 2 (door duwen stukmaken) deprimer, rumper
- een ruit -- = rumper un vitro
induwing ZN
- 1 (MED) (van een orgaan) taxis
ineen BW
- 1 (in elkaar) le un in le altere
- 2 (dichter naar elkaar toe) insimul
- 3 (stuk) in morsellos, in pecias
ineendraaien WW
- 1 torquer
- het -- = torsion, torquimento
- draden tot touw -- = cordar
ineendringen WW
- 1 Zie: ineendrukken
ineendringing WW
- 1 Zie: ineendrukking
ineendrukken WW
- 1 comprimer, serrar, condensar
ineendrukking ZN
- 1 compression
ineenduiken WW
- 1 quattar
- zij zat ineengedoken in een hoekje = illa esseva quattate in un angulo
ineenfrommelen WW
- 1 arrugar
ineengedoken BN
- 1 quatte
ineengedrongen BN
- 1 compacte, dense
ineengerold BN
- 1 (mbt bladeren) convolute
ineengeschoven BN
- 1 (van darm) invaginate
ineengrijpen WW
- 1 interconnecter, (met tandingen) ingranar se
- de tanden van de tandwielen grijpen ineen = le dentes del rotas dentate se ingrana
ineenklappen WW
- 1 imploder
ineenknijpen WW
- 1 Zie: samenknijpen
ineenkrimpen WW
- 1 contraher se
- hij kromp ineen van de pijn = ille se ha contrahite de dolor
ineenkrimping ZN
- 1 contraction
ineenkronkelen WW
- 1 convolver
ineenlopen WW
- 1 (in elkaar uitlopen) junger se, (van kamers) communicar
- 2 (in elkaar overgaan) miscer se, confunder se
- de kleuren lopen in elkaar = le colores se misce
ineenpersen WW
- 1 comprimer
ineenrollen WW
- 1 convolver
ineens BW
- 1 (tegelijk) in un vice, simul, insimul
- -- betalen = pagar in un vice
- 2 (plotseling) subito, subitemente
- -- schoot het hem te binnen = subito illo ha venite in su mente
- zij begon -- te huilen = illa erumpeva in lacrimas
ineenschrompelen WW
- 1 crispar se
ineenschrompeling ZN
- 1 crispation
ineenschuiven WW
- 1 telescopar
- 2 (MED) (van darm) invaginar
- het -- = invagination
ineenslaan WW
- 1
- de handen -- = (van verbazing) junger le manos, (elkaar helpen) unir su fortias
ineensmelten WW
- 1 funder se
ineensmelting ZN
- 1 fusion
ineenstorten WW
- 1 laber, collaber
- de huizenmarkt stortte ineen = le mercato immobiliari collabeva
ineenstorting ZN
- 1 cadita, collapso, ruina, (fiasco) fallimento
- -- van de beurs = cadita del bursa, crac
- economische -- = collapso economic
ineenstrengelen WW
- 1 interlaciar
- het -- = interlaciamento
ineenstrengeling ZN
- 1 interlaciamento
ineenvlechten WW
- 1 interlaciar
- het -- = interlaciamento
ineenvlechting ZN
- 1 interlaciamento
ineenvloeien WW
- 1 junger se, reunir se, confluer, fluer insimul
ineenvoegen WW
- 1 junger
ineenzakken WW
- 1 laber, collaber
ineenzetten WW
- 1 montar, (mbt onderdelen) assemblar
ineffabel BN
- 1 ineffabile
ineffectief BN
- 1 sin effecto, sin resultato, ineffective, inefficace, inefficiente
- -- bezig zijn = esser laborante/travaliante inefficientemente
ineffectiviteit ZN
- 1 Zie: inefficiëntie
inefficiënt BN
- 1 inefficiente, inefficace, inoperante, ineffective
- -- bezig zijn = laborar/travaliar inefficientemente
inefficiëntie ZN
- 1 inefficientia, inefficacitate
inegaal BN
- 1 inequal
inegaliteit ZN
- 1 inequalitate
inelegant BN
- 1 inelegante
inentbaar BN
- 1 vaccinabile, inoculabile
inenten WW
- 1 (vaccineren) vaccinar, inocular
- het -- = vaccination, inoculation
- zich laten -- = vaccinar se, inocular se
- iemand tegen hondsdolheid -- = vaccinar un persona contra le rabie
- opnieuw -- = revaccinar
- het opnieuw -- = revaccination
- 2 (als ent inzetten) graffar
inenter ZN
- 1 vaccinator, inoculator
inenting ZN
- 1 vaccination, inoculation
- preventieve -- = inoculation preventive
- -- tegen hondsdolheid = vaccination antirabic/contra le rabie
- -- tegen pokken = vaccination antivariolic
inentingsbewijs ZN
- 1 certificato de vaccination
inentingsbriefje ZN
- 1 Zie: inentingsbewijs
inentnaald ZN
- 1 aco/agulia de vaccination
inept WW
- 1 inepte, absurde
ineptie ZN
- 1 ineptia, ineptitude
inert BN
- 1 inerte, apathic, indolente
- --e ideeën = ideas inerte
- 2 (NAT, SCHEI) inerte
- helium is chemisch -- = helium es chimicamente inerte
inert BW
- 1 passivemente
- -- reageren = reager passivemente
inertiaal BN
- 1 inertial
inertie ZN
- 1 (traagheid) inertia
- 2 (daadloosheid) inertia, apathia, indolentia, passivitate
- 3 (NAT, SCHEI) inertia
inessentieel BN
- 1 inessential
inetsen WW
- 1 gravar al aqua forte
inevitabel BN
- 1 inevitabile, inescappabile
inexact BN
- 1 inexacte, inaccurate
inexcusabel BN
- 1 inexcusabile
inexperiëntie ZN
- 1 inexperientia
inexplicabel BN
- 1 inexplicabile
inexpressibel BN
- 1 inexprimibile
in extenso BW
- 1 in extenso (L)
- iets -- weergeven = reproducer un cosa integralmente/in extenso
- een rede -- publiceren = publicar un discurso in extenso
in extremis BW
- 1 in extremis (L)
infaam BN
- 1 infame, detestabile, ignominiose, ignobile, indigne
infamant BN
- 1 infamante
infamie ZN
- 1 infamia
infante ZN
- 1 (SPANJE) infante
infanterie ZN
- 1 infanteria
- lichte -- = infanteria legier
- een regiment -- = un regimento de infanteria
infanteriebataljon ZN
- 1 battalion de infanteria
infanteriebrigade ZN
- 1 brigada de infanteria
infanteriekazerne ZN
- 1 caserna de infanteria
infanterieofficier ZN
- 1 officiero de infanteria
infanterieregiment ZN
- 1 regimento de infanteria
infanteriesoldaat ZN
- 1 Zie: infanterist
infanterist ZN
- 1 soldato de infanteria/a pede, pedon
infanticide ZN
- 1 infanticidio
infantiel BN
- 1 infantil, pueril
- --e handelingen = actos infantil
- -- gedrag = comportamento infantil, infantilismo
infantilisatie ZN
- 1 infantilisation
infantiliseren BN
- 1 render infantil, infantilisar
- het -- = infantilisation
infantilisme ZN
- 1 infantilismo
infantiliteit ZN
- 1 (kinderlijkheid) infantilitate, (PSYCH) infantilismo
infarct ZN
- 1 infarcto
infarctogeen BN
- 1 infarctogene
infatigabel BN
- 1 infatigabile
infatsoenlijk BN
- 1 multo respectabile
infatuatie ZN
- 1 infatuation
infavorabel BN
- 1 infavorabile
infecteren WW
- 1 infectar, contaminar, contagiar
- een wond -- = infectar un plaga
- iemand -- met verwerpelijke ideeën = infectar un persona con ideas reprehensibile
infecterend BN
- 1 infectante, contaminante, contagiante
infectie ZN
- 1 infection, contamination, contagion
infectiegevaar ZN
- 1 risco de infection/de contamination/contagion
infectiehaard ZN
- 1 foco infectiose/infective/contagiose/de infection/de contamination/de contagion
infectieus BN
- 1 infectiose, infective, contagiose
infectieverwekkend BN
- 1 septic
- --e stof = septico
infectieziekte ZN
- 1 morbo/maladia infectiose/infective/contagiose
inferentie ZN
- 1 inferentia
- deductieve -- = inferentia deductive
infereren WW
- 1 inferer
- het -- = inferentia
inferieur BN
- 1 (minderwaardig) inferior
- -- produkt = producto (de qualitate) inferior
- -- mens = subhomine
- 2 (ondergeschikt) inferior, subalterne, subordinate
- --e betrekking = empleo subalterne
- -- werk = travalio/labor inferior
inferioriteit ZN
- 1 (minderwaardigheid) inferioritate
- 2 (ondergeschiktheid) inferioritate, subalternitate, subordination
inferioriteitscomplex ZN
- 1 complexo de inferioritate
inferioriteitsgevoel ZN
- 1 sentimento de inferioritate
infernaal BN
- 1 infernal
inferno ZN
- 1 inferno
- het -- van Stalingrad = le inferno de Stalingrad
infertiel BN
- 1 infertile
infertiliteit ZN
- 1 infertilitate
infestatie ZN
- 1 infestation
infesteren WW
- 1 infestar
infestering ZN
- 1 infestation
infibulatie ZN
- 1 infibulation
infideel BN
- 1 infidel
infideliteit ZN
- 1 infidelitate
infiltraat ZN
- 1 infiltrat
infiltrant ZN
- 1 infiltrator
infiltratie ZN
- 1 (ook POL, ook MIL) infiltration
infiltratie-index ZN
- 1 index/indice de infiltration
infiltratiemeter ZN
- 1 infiltrometro
infiltratiepoging ZN
- 1 tentativa de infiltration
infiltratiepolitiek ZN
- 1 politica de infiltration
infiltratieproces ZN
- 1 processo de infiltration
infiltratiesnelheid ZN
- 1 velocitate de infiltration
infiltratievermogen ZN
- 1 capacitate de infiltration
infiltratievolume ZN
- 1 volumine de infiltration
infiltratiewerking ZN
- 1 action de infiltration
infiltreren WW
- 1 infiltrar
- in een beweging -- = infiltrar in un movimento
infiniteit ZN
- 1 infinitate, (FIL) infinitude
infiniteitsaxioma ZN
- 1 axioma del infinitate
infinitesimaal BN
- 1 infinitesimal
infinitesimaalrekening ZN
- 1 calculo infinitesimal
infinitief ZN
- 1 modo infinitive, infinitivo
- een -- zelfstandig gebruiken = substantivar un infinitivo
infinitivus ZN
- 1 Zie: infinitief
infix ZN
- 1 infixo
inflammatie ZN
- 1 inflammation
inflammeren WW
- 1 inflammar
inflateren WW
- 1 inflar, haber un effecto inflationista super
- het -- = inflation
inflatie ZN
- 1 inflation
- hollende -- = inflation galopante
- tegen de -- = anti-inflation
- -- teweegbrengen/veroorzaken = causar inflation, inflar
- plan ter bestrijding van de -- = plano anti-inflation
- de -- terugdringen = reducer le inflation
- de -- een halt toeroepen = jugular le inflation
- vermindering/teruggang van de -- = disinflation
- voorstander van -- = inflationista
inflatiebeleid ZN
- 1 Zie: inflatiepolitiek
inflatiebestrijding ZN
- 1 lucta contra le inflation
inflatiecorrectie ZN
- 1 correction de inflation/del depreciation monetari
inflatiedruk ZN
- 1 pression inflational
inflatiegevaar ZN
- 1 risco de inflation
inflatiegolf ZN
- 1 unda de inflation
inflatiegraad ZN
- 1 grado de inflation
inflatiepercentage ZN
- 1 percentage de inflation
inflatiepolitiek ZN
- 1 politica (anti-)inflationista
inflatieproces ZN
- 1 processo inflationista/de inflation
inflatiespiraal ZN
- 1 spiral inflationista/inflational/de inflation
inflatietijd ZN
- 1 periodo de inflation
inflationeren WW
- 1 Zie: inflateren
inflationisme ZN
- 1 inflationismo
inflationist ZN
- 1 inflationista
inflationistisch BN
- 1 inflationista
inflatoir BN
- 1 inflationista
- --e krachten = fortias inflationista
inflatoor BN
- 1 Zie: inflatoir
inflecteren WW
- 1 inflecter
inflexibel BN
- 1 inflexibile, rigide
inflexibiliteit ZN
- 1 inflexibilitate
inflexie ZN
- 1 inflexion
inflictie ZN
- 1 infliction
inflorescentie ZN
- 1 inflorescentia
influenceren WW
- 1 influer, influentiar
influentie ZN
- 1 (invloed) influentia
- 2 (NAT) influentia
influenza ZN
- 1 influenza (I), grippe (F)
influenzabacil ZN
- 1 bacillo de influenza (I)
influenza-epidemie ZN
- 1 epidemia de influenza (I)
influenzalijder ZN
- 1 Zie: influenzapatiënt
influenzapatiënt ZN
- 1 malado de influenza (I)
influenzavirus ZN
- 1 virus de influenza (I)
influeren WW
- 1 influer
influisteren WW
- 1 (fluisterend zeggen) susurrar/dicer in le aure
- mijn geweten fluistert me in dat = mi conscientia me dice que
- 2 (met arglistige bedoelingen meedelen) insinuar, suggerer
- 3 (souffleren) sufflar
influistering ZN
- 1 (handeling) susurro
- 2 (suggestie) suggestion, insinuation
info ZN
- 1 information, info
infodag ZN
- 1 die de information
infolijn ZN
- 1 linea de information
infomap ZN
- 1 dossier (F) de information
informaliteit ZN
- 1 (informeel karakter) informalitate, character informal
- 2 (ambtsvergrijp) irregularitate
informant ZN
- 1 informante, informator
- -- van de politie = informator del policia
informateur ZN
- 1 informator
informatica ZN
- 1 informatica
informatica-industrie ZN
- 1 industria informatic/de informatica
informaticatechnologie ZN
- 1 technologia informatic
informaticus ZN
- 1 specialista in informatica
informatie ZN
- 1 information
- toeristische -- = information touristic {oe}
- kosteloze -- = information gratuite
- nadere -- = information ulterior/complementari, complemento de information
- vertrouwelijke -- = information confidential
- genetische -- = information genetic
- -- verstrekken/geven = communicar/dar un information, informar
- -- inwinnen bij iemand = prender informationes de un persona
- schat aan -- = mina de information
- een -- overbrengen = transmitter un information
- verkeerde -- = disinformation
- verkeerde -- verstrekken = disinformar
- gebrek aan -- = inscientia
- te uwer -- = pro vostre information
informatieaanbod ZN
- 1 offerta de information
informatieadres ZN
- 1 adresse (F) de information
informatiebalie ZN
- 1 loco de information, information
informatiebank ZN
- 1 (COMP) banca de datos
informatiebehoefte ZN
- 1 besonio de information
informatiebit ZN
- 1 bit (E) de information
informatieblad ZN
- 1 folio de information
informatiebord ZN
- 1 placa/tabula de informationes
informatiebrochure ZN
- 1 brochure (F) de information
informatiebron ZN
- 1 fonte de information
informatiebureau ZN
- 1 agentia/servicio/centro de informationes
informatiecentrum ZN
- 1 Zie: informatiebureau
informatiedrager ZN
- 1 supporto de information/de datos
informatief BN
- 1 informative, informatori
- --e brochure = brochure (F) informative
- -- programma = programma informative/de information
informatie-industrie ZN
- 1 industria del informatica
informatielijn ZN
- 1 linea de information
informatiemaatschappij ZN
- 1 societate de information
informatiemarkt ZN
- 1 mercato de datos
informatiemechanica ZN
- 1 informatica
informatieoverdracht ZN
- 1 transmission de datos, transferimento de information
informatieplicht ZN
- 1 obligation de provider information
informatierecht ZN
- 1 derecto de haber accesso a information
informatiestroom ZN
- 1 fluxo/currente de informationes/datos
informatiesysteem ZN
- 1 systema informatic/de information/de datos
informatietechniek ZN
- 1 technica informatic
informatietechnologie ZN
- 1 technologia informatic
informatie-terugkoppelingssysteem ZN
- 1 systema de retroaction del informationes
informatietheorie ZN
- 1 theoria del information
informatietijdperk ZN
- 1 era del information/informatica
informatieverspreiding ZN
- 1 dissemination de information
informatieverwerker ZN
- 1 processor de datos
informatieverwerking ZN
- 1 tractamento de datos/information
informatievoorziening ZN
- 1 systema informative
informatiewaarde ZN
- 1 valor informative
informatiseren WW
- 1 informatisar
informatisering ZN
- 1 informatisation
informatrice ZN
- 1 informatrice, informatora
- zij is -- bij het verkeersbureau = illa travalia in le officio de information touristic {oe}
informeel BN
- 1 (onvormelijk) informal, non official
- --e ontvangst = reception informal
- 2 (vrijblijvend) informal, non official
informeren WW
- 1 (inlichtingen inwinnen) informar se, inquirer se
- ik heb ernaar geïnformeerd = io me ha informate de illo
- iemand die naar iets informeert = inquiritor, inquisitor
- 2 (inlichtingen geven) informar, advertir, avisar
- iemand over iets -- = informar un persona de un cosa
- verkeerd geïnformeerd zijn = esser mal informate
- verkeerd -- = misinformar
infotelefoon ZN
- 1 linea de information
infozuil ZN
- 1 columna/colonna de information
infraai BN
- 1 superbe, meraviliose
infractie ZN
- 1 infraction
infrarood BN
- 1 infrarubie
- -- licht = luce/lumine infrarubie
- --e straal = radio infrarubie
- --e fotografie = photographia infrarubie
- --e lamp = lampa infrarubie
infraroodbron ZN
- 1 fonte infrarubie
infrarooddroger ZN
- 1 siccator infrarubie
infraroodfotografie ZN
- 1 photographia infrarubie
infraroodlamp ZN
- 1 lampa infrarubie
infraroodmicroscoop ZN
- 1 microscopio infrarubie
infraroodspectroscopie ZN
- 1 spectroscopia infrarubie
infraroodspectrum ZN
- 1 spectro infrarubie
infraroodstraler ZN
- 1 Zie: infraroodlamp
infraroodtechniek ZN
- 1 technica infrarubie
infraroodtelemetrie ZN
- 1 telemetria infrarubie
infraroodtelescoop ZN
- 1 telescopio infrarubie
infraroodtomografie ZN
- 1 tomographia infrarubie
infraroodverhitting ZN
- 1 calefaction infrarubie
infrasonisch BN
- 1 Zie: infrasoon
infrasoon BN
- 1 infrasonic, infrasonor
infrasoon ZN
- 1 infrasono
infraspinaal BN
- 1 infraspinal
infrastructureel BN
- 1 infrastructural, concernente le infrastructura
- --e organisatie = organisation infrastructural
infrastructuur ZN
- 1 infrastructura
- -- van een streek = infrastructura de un region
- economische -- = infrastructura economic
- militaire -- = infrastructura militar
infructueus BN
- 1 infructuose
infula ZN
- 1 infula
infunctietreding ZN
- 1 entrata in functiones
infundibulair BN
- 1 infundibular
infusie ZN
- 1 (het maken van een aftreksel) infusion
- 2 (aftreksel) infusion, (van planten) tisana
- 3 (MED) infusion, perfusion
infusiediertje ZN
- 1 infusorio
- --s bevattend = infusiorial
infusievloeistof ZN
- 1 liquido de infusion
infusorie ZN
- 1 infusorio
infuus ZN
- 1 (aftreksel) infusion
- 2 (MED) infusion, perfusion
- een -- inbrengen = poner/introducer un infusion
ingaan WW
- 1 (binnengaan) entrar in
- een huis -- = entrar in un casa
- een bocht -- = entrar in un curva
- de geschiedenis -- als = entrar in le/passar al historio como
- de eeuwigheid -- = passar al eternitate
- in staking gaan = entrar in exopero
- 2 (reageren op) reager a, prender in consideration
- -- tegen = reager contra, contrariar
- tegen iemands wil -- = contrariar le voluntate de un persona
- 3 (aandacht besteden aan) approfundar, entrar
- op de details -- = entrar in le detalios
- dieper op een probleem -- = approfundar un problema
- 4 (positief reageren) acceder (a), acceptar, prender in consideration
- op een uitnodiging -- = acceptar un invitation
- op een aanbod -- = prender un offerta in consideration, acceptar un offerta
- op voorwaarden -- = acceptar conditiones
- op een verzoek -- = acceder a un requesta/petition
- op iemands wensen -- = acceder al desiros/desiderios de un persona
- 5 (beginnen) comenciar, (van kracht worden) entrar in vigor
- de regeling gaat morgen in = le regulation entra in vigor deman
- de vakantie gaat in op tien juli = le vacantias comencia le dece de julio
- de tijd gaat nu in = le tempore comencia a contar ora
- de nieuwe week -- = comenciar le nove septimana
- om middernacht gaat het nachttarief in = a medie nocte le ratifa nocturne entra in vigor
ingaand BN
- 1
- --e rechten = derectos de entrata/de importation
ingaande VZ
- 1 (mbt toekomst) a partir de, a contar de, (mbt verleden) desde
ingang ZN
- 1 (opening) entrata, bucca
- het station heeft twee --en = le station ha duo entratas
- -- van de metro = bucca del metro
- 2 (toegangsdeur) porta de entrata, entrata, ingresso
- toezicht houden bij de -- = guardar le entrata
- 3 (toegang) entrata, accesso
- -- doen vinden = facer acceptar, facer adoptar, introducer, lancear
- een -- hebben bij iemand = haber accesso a un persona
- 4 (mbt informatie) entrata
- 5 (aanvang) entrata, comencio, comenciamento, apertura, principio
- met -- van 10 mei = a partir/a contar del dece de maio
- met -- van heden = a partir de/desde hodie
- 6 (het binnengaan) entrata, ingresso
ingangsdatum ZN
- 1 data de comencio/initio, (van kracht worden) data de entrata in vigor
ingangsformule ZN
- 1 preambulo
ingangsimpedantie ZN
- 1 impedantia de entrata
ingangspoort ZN
- 1 portal
ingangsspanning ZN
- 1 tension/voltage de entrata
ingebakken BN
- 1 inveterate
- een -- gewoonte = un habitude inveterate
ingebed BN
- 1
- de rivier ligt -- tussen de dijken = le fluvio flue inter le dicas
ingebeeld ZN
- 1 (verzonnen) imaginari, fictive, ficticie
- --e ziekte = maladia imaginari
- --e zieke = malado imaginari, hypochondriaco
- --e zwangerschap = pregnantia/graviditate imaginari
- 2 (verwaand) presumptuose, pretentiose, vanitose, fatue
ingebeeldheid ZN
- 1 presumption, pretension, pretention, vanitate, fatuitate
ingeblikt BN
- 1 in conserva, inlattate
- --e groente = legumines/verduras inlattate/in conserva
- --e muziek = musica registrate/inlattate/in conserva
ingebonden BN
- 1 ligate
- -- boek = libro ligate/con copertura dur
ingeboren BN
- 1 (aangeboren) innate, congenite, congenital, connatural
- een -- afkeer hebben voor = haber un aversion innate pro
- 2 (inheems) indigena, native, autochthone
- (GESCH) -- poorter = burgese native
ingeborene ZN
- 1 indigena, nativo, autochthono, aborigine
- een -- van dit land = un nativo de iste pais
ingebouwd BN
- 1 faciente corpore con, incastrate, incorporate
- --e kast = armario incastrate
ingebrekestelling ZN
- 1 constitution in mora
ingebruikneming ZN
- 1 introduction
- -- van nieuwe machines = introduction de nove machinas
- 2 apertura
- -- van het nieuwe theater = apertura del nove theatro
ingeburgerd BN
- 1 (als burger opgenomen) ben integrate
- 2 (algemeen aanvaard) consecrate, acceptate, establite, sanctionate, (gewoon) currente
- --e uitdrukking = expression/locution consecrate/acceptate/establite
- -- raken = trovar acceptation
ingehouden BN
- 1 continite, retenite, reprimite, controlate
- -- woede = ira continite
- -- adem = respiration retenite
- -- toon = tono contenite
- 2 latente
- -- vijandigheid = hostilitate latente
ingehuurd BN
- 1 mercenari
ingekankerd BN
- 1 inveterate
- --e gewoonte = habitude inveterate
ingekeerd BN
- 1 (mbt karakter) introvertite, clause
ingekleurd BN
- 1 colorate
ingekort BN
- 1 accurtate
- -- touw = corda accurtate
- --e versie van de tekst = version accurtate/condensate del texto
- 2 reducite
- --e termijn = termino reducite
- 3
- -- macht = poter restringite
ingeland ZN
- 1 proprietario de terras in un polder (N)
ingelast BN
- 1 (TAAL) intercalar, incidente
- --e zin = proposition incidente
- 2 (extra) supplementari
- --e trein = traino supplementari
ingelegd BN
- 1 (uit ingelegde stukjes bestaand) incrustate
- hout met zilver -- = ligno incrustate de argento
- 2 (ingemaakt) in conserva, (in pekel/azijn) marinate, (in suiker) candite, (in zout) salate, (in een fles) imbottiliate
- --e haring = haringo marinate
- --e bonen = phaseolos imbottiliate
ingelukkig BN
- 1 multo contente, multo felice
ingemaakt BN
- 1 Zie: ingelegd-2
ingemeen BN
- 1 ignobile, multo abjecte, multo basse, multo vil
ingenaaid BN
- 1 brochate {sj}
- -- boek = libro brochate
ingenieur ZN
- 1 ingeniero
- scheikundig -- = ingeniero chimic/chimista
- bouwkundig -- = ingeniero architecto
- landbouwkundig -- = ingeniero agronomo/agricole
- werktuigkundig -- = ingeniero mechanic
- civiel -- = ingeniero civil
- -- bij de waterstaat = ingeniero de camminos, canales e pontes
ingenieursbureau ZN
- 1 officio/firma de ingenieros
ingenieursdiploma ZN
- 1 diploma de ingeniero
ingenieurstitel ZN
- 1 titulo de ingeniero
ingenieursvereniging ZN
- 1 association de ingenieros
ingenieurswerk ZN
- 1 labor/travalio de ingeniero
ingenieus BN
- 1 (vindingrijk) ingeniose, inventive
- 2 (geestig uitgedacht) ingeniose
- --e uitvinding = invention ingeniose
ingenomen BN
- 1 (tevreden) contente, satisfacte
- met zichzelf -- = contente de se (mesme/ipse), satisfacte de se (mesme/ipse), vanitose
- 2 (ingenomen tegen) indisposite (contra)
ingenomenheid ZN
- 1 satisfaction
- -- met zichzelf = fatuitate, infatuation
- zijn -- betuigen met = exprimer su satisfaction con
ingenuïteit ZN
- 1 ingenuitate
ingereren WW
- 1 ingerer
ingeroest BN
- 1 inveterate
- --e gewoonten = habitudes inveterate
ingeschapen BN
- 1 innate, congenite, congenital, connatural
- -- denkbeelden = ideas innate
- -- optimisme = optimismo congenital
ingeschoven BN
- 1 episodic
ingeschreven BN
- 1 (geregistreerd) inscripte, inscribite, registrate
- -- staan = esser inscripte/inscribite/registrate
- 2 (MEETK) inscripte, inscribite
- -- hoek = angulo inscripte
- -- cirkel = circulo inscripte
- -- veelhoek = polygono inscripte
- die/dat -- kan worden = inscribibile
ingesloten BN
- 1 (bijgaand) hic incluse, hic juncte, incluse
- volgens -- afschrift = secundo copia incluse
- -- brief/cheque/foto, etc. = incluso
- 2 (ingebouwd) blocate, immobilisate
ingesloten BW
- 1 (hierbij) hic juncto
ingesneden BN
- 1 indentate
- 2
- (PLANTK) -- bladeren = folios laciniate
ingesneewd BN
- 1 blocate per le nive
ingesnoerd BN
- 1 constringite
ingespannen BN
- 1 (geconcentreerd) concentrate, intense, intensive
- -- luisteren = ascoltar attentemente/con attention
- 2 (met inspanning geschiedend) intensive, tense
- --e geestesarbeid = labor/travalio intellectual intensive
ingesprektoon ZN
- 1 signal de occupate
ingesteld BN
- 1
- op iets -- zijn = esser preparate a un cosa, esser equipate pro un cosa, haber previdite un cosa
- commercieel -- zijn = haber un mentalitate commercial
- 2
- op iemand -- zijn = esser habituate/accostumate a un persona, ben cognoscer un persona, esser familiarisate con un persona
ingestort BN
- 1 ruinose
ingestulpt BN
- 1 (van darm) invaginate
ingetogen BN
- 1 modeste, moderate, pudic, plen de pudor, caste, continente, frugal
- -- schoonheid = beltate modeste/plen de modestia
ingetogenheid ZN
- 1 modestia, pudor, pudicitia, castitate, continentia
ingeval VW
- 1 in (le) caso que
ingevallen BN
- 1 cave, cavate, magre
- -- wangen = genas cave/magre
- -- ogen = oculos cave
ingeven WW
- 1 (doen innemen) facer prender, dar, administrar
- 2 (inspireren) inspirar, suggerer, dictar, infunder
- moed -- = infunder corage
- iemand geestdrift -- = infunder ardor a un persona
- maatregelen ingegeven door angst = mesuras inspirate/dictate per pavor/timor
ingeving ZN
- 1 inspiration, suggestion, intuition, infusion, dictamine, impulso, pensata
- goddelijke -- = inspiration divin
- geniale -- = pensate genial
- naar de -- van het ogenblik = secundo le inspiration del momento
- de --en zijns harten volgen = sequer le inspirationes/impulso de su corde
- als bij -- = como per inspiration, intuitivemente
- als bij -- weten = intuer
ingevoegd BN
- 1 intercalar
- -- bladen = folios intercalar
ingevoerd BN
- 1 competente, experte, al currente, informate, preparate, ben introducite, versate, familiarisate (con)
- hij is in deze materie goed -- = ille es multo versate/ben informate in le materia
ingevolge VZ
- 1 in consequentia de, conforme(men)te a, in responsa a, secundo, (krachtens) in virtute de
ingevroren WW
- 1 (haven, schip) claudite in le glacie
- 2 (voedsel) gelate
- -- vlees = carne gelate
ingewanden ZN MV
- 1 visceras (MV), intestino, entranias
- de -- verwijderen = extirpar le intestinos, eviscerar
- verwijdering van de -- = extirpation del intestinos, visceration
- 2 (CUL) tripas
ingewandsbreuk ZN
- 1 hernia abdominal/ventral
ingewandsholte ZN
- 1 cavitate splanchnic
ingewandskwaal ZN
- 1 maladia intestinal
ingewandsleer ZN
- 1 splanchnologia
ingewandsorgaan ZN
- 1 organo visceral
ingewandsparasiet ZN
- 1 entozoon (MV: entozoa)
ingewandspijn ZN
- 1 dolor intestinal, enteralgia
ingewandsstoornis ZN
- 1 disordine intestinal
ingewandstuberculose ZN
- 1 tuberculose (-osis) intestinal
ingewandsworm ZN
- 1 verme intestinal, helminthe, ascaride
ingewandsziekte ZN
- 1 Zie: ingewandskwaal
ingeweide ZN
- 1 Zie: ingewanden
ingewijd BN
- 1 initiate
- -- in de kunst van het koken = initiate al arte del cocina
ingewijde ZN
- 1 initiato
- tot de --n behoren = esser inter le initiatos
- alleen voor --n = solmente pro initiatos
ingewikkeld BN
- 1 complicate, complexe, intricate
- -- vraagstuk = problema/question complexe/complicate
- --e tekst = texto complexe/complicate
- -- onderwerp = subjecto complexe/complicate
- -- mechanisme = mechanismo complexe/complicate
- -- proces = processo complicate
- --e techniek = technica sophisticate
- -- maken = complicar, imbroliar
- -- worden = devenir complicate, complicar se, imbroliar se
- -- doen = complicar se le vita
- doe niet zo --! = non face tante complicationes!
- uiterst -- = inextricabile, complicatissime
ingewikkeldheid ZN
- 1 complication, complexitate, intrication, intrigo, natura complicate
- -- van een probleem = complexitate de un problema
ingewikkeldheidsgraad ZN
- 1 grado de complication/complexitate
ingeworteld BN
- 1 inveterate, establite, tenace
- --e haat = odio inveterate
- -- vooroordeel = prejudicio establite
ingezakt BN
- 1 insellate
- paard met een --e rug = cavallo insellate
ingezetene ZN
- 1 habitante, residente
- --n van een provincie = habitantes de un provincia
ingezetenschap ZN
- 1 qualitate de habitante
ingezonden BN
- 1
- -- stukken/brieven = litteras al redaction/de lectores
- -- mededelingen = annuncios
ingezonken BN
- 1
- -- ogen = oculos cave
ingierig BN
- 1 multo avar, multo avaritiose
ingieten WW
- 1 (gietend naar binnen laten stromen) versar, infunder
ingieting ZN
- 1 infusion
inglazen WW
- 1 vitrificar
inglazing ZN
- 1 vitrification
inglijden WW
- 1 glissar in
inglippen WW
- 1 entrar furtivemente in
inglipping ZN
- 1 entrata furtive
ingoed BN
- 1 multo bon, nobile, bonissime
ingooi ZN
- 1 remissa in joco
ingooien WW
- 1 (gooiend binnen doen komen) jectar in
- iemand een cel -- = jectar un persona in un cella
- 2 (door een worp breken) rumper, fracassar
- de ruiten -- = rumper/fracassar le vitros con petras
- 3 (SPORT) (re)mitter/(re)poner in joco
- de rechtsbuiten gooit in = le exterior de dextra remitte le ballon in joco
ingoor BN
- 1 infecte
ingraven WW
- 1 cavar (in)
- een weg -- = cavar un cammino
- 2 (begraven) interrar
- een schat -- = interrar un tresor
ingraveren WW
- 1 gravar in, incider, (in hout) intaliar
- ingegraveerde naam = nomine gravate
ingrediënt ZN
- 1 ingrediente, constituente, componente, substantia componente, elemento
ingreep ZN
- 1 intervention, intromission
- chirurgische -- = intervention chirurgic, operation
- gewapende -- = intervention armate
ingressief BN
- 1 inchoative, inceptive
ingriffen WW
- 1 gravar
ingrijpen WW
- 1 (zich bemoeien met) intervenir, ingerer se, intromitter
- het -- = intervention, ingerentia
- dat grijpt diep in in het maatschappelijk leven = isto incide profundemente in le vita social
- 2 (optreden) intervenir, interponer se, prender mesuras (contra)
- -- in de verhouding tussen vraag en aanbod = intervenir in le relation inter le offerta e le demanda
- ik zag me genoodzaakt om in te grijpen = io me ha vidite obligate/fortiate a intervenir
- operatief -- = intervenir chirurgicamente
- fors -- = intervenir con rigor
- 3 (TECHN) ingranar
ingrijpend BN
- 1 energic, radical, drastic
- --e maatregelen = mesuras energic/radical/drastic
- --e veranderingen = cambios/cambiamentos/modificationes radical/drastic
- -- veranderen = cambiar radicalmente
ingrijping ZN
- 1 Zie: ingreep
ingroeien WW
- 1 (in iets vastgroeien) crescer in
- 2 (FIG) adaptar se a
ingroeven WW
- 1 (van groeven voorzien) cannellar, facer cannellaturas (in)
- een plank diep -- = facer cannellaturas profunde in un planca
- 2 (ingraveren) gravar
ingrossatie ZN
- 1 registration/inscription de hypothecas
ingrosseren WW
- 1 registrar/inscriber hypothecas
inhaalbuis ZN
- 1 (NAT) klystron
inhaaldag ZN
- 1 die/jorno de recuperation
inhaalmanoeuvre ZN
- 1 manovra de/pro passar
inhaalstrook ZN
- 1 via de/pro passar
inhaalverbod ZN
- 1 interdiction/prohibition de passar
inhaalwedstrijd ZN
- 1 match (E) postponite
inhabiliteit ZN
- 1 inhabilitate
inhagelen WW
- 1
- het hagelt hier in = le grandine entra hic
inhaken WW
- 1 (aanknopen bij) incatenar, adjunger
- 2 (de arm steken door andermans arm) dar le bracio (a un persona)
- 3 (met een haak slaan) agrafar, crampar
inhakken WW
- 1 (door hakken aanbrengen) intaliar, taliar in, facer intalios in
- dat hakt er flink in = isto costa un capital
- 2 (aanvallen) attaccar, assaltar, assalir
- op de vijand -- = cader super le inimico
inhalatie ZN
- 1 inhalation
inhalatieapparaat ZN
- 1 Zie: inhalator
inhalatiemiddel ZN
- 1 inhalante
inhalatietoestel ZN
- 1 Zie: inhalator
inhalator ZN
- 1 inhalator, apparato inhalatori
inhaleertoestel ZN
- 1 Zie: inhalator
inhalen WW
- 1 (feestelijk verwelkomen) reciper solemnemente
- de koning -- = reciper solemnemente le rege
- 2 (naar zich toe) attraher, retirar
- de riemen -- = attraher le remos
- de vlag -- = retirar le bandiera
- 3 (bereiken) rejunger, (passeren) passar
- een auto -- = passar un auto(mobile)
- 4 (herwinnen) recuperar, recovrar, reattrappar
- de verloren tijd -- = recuperar/recovrar/reattrappar le tempore perdite
- het -- van de arbeidsdagen = le recuperation del jornos de travalio/de labor
- 5 (binnenbrengen) recolliger
- de oogst -- = recoltar, portar le recolta ad in le granario
- 6
- de schade -- = recuperar le tempore perdite
inhaler ZN
- 1 inhalator
inhaleren WW
- 1 inhalar, aspirar
- -- bij het roken = inhalar al fumar
- rook -- = inhalar/aspirar fumo
- iemand die inhaleert = inhalator
inhalering ZN
- 1 inhalation
inhalig BN
- 1 rapace, cupide, avide, (gierig) avar, avaritiose
inhaligheid ZN
- 1 rapacitate, cupiditate, aviditate, (gierigheid) avaritia
inham ZN
- 1 (GEOGR) (klein) baia, (groot) golfo
- 2 (GEOL) (insnijding) indentation
inhameren WW
- 1 clavar (con un martello), martellar
- spijkers in een plank -- = martellar clavos in un planca
- 2 (FIG) gravar in le memoria, inculcar
inhebben WW
- 1 continer, portar, tener, haber
- hij heeft de pee/pest in = ille es de multo mal humor
inhechtenisneming ZN
- 1 arresto, arrestation, carceration
- bevel tot -- = ordine/mandato de arresto
inhechting ZN
- 1 intercalation, insertion
inheems BN
- 1 autochthone, indigena, endemic, del pais
- --e bevolking = population autochthone/indigena
- -- ras = racia autochthone
- --e bewoner = autochthono
- het -- zijn = autochthonia
- --e planten = planta indigena/endemic
- --e taal = lingua indigena/vernacular
- --e woorden = parolas indigena/vernacular
- -- gebruik = costume del pais
- die ziekte is -- in dat land = iste maladia es endemic in iste pais
inherent BN
- 1 inherente
- ergens -- aan zijn = esser inherente a un cosa
inherentie ZN
- 1 inherentia
inhereren WW
- 1 inherer
inhiberen WW
- 1 inhiber
inhiberend BN
- 1 inhibitive
inhibitie ZN
- 1 inhibition
inhibitor ZN
- 1 (SCHEI, BIOL) inhibitor, retardator
inhomogeen BN
- 1 inhomogene
- -- veld = campo inhomogene
inhomogeniteit ZN
- 1 inhomogen(e)itate
inhoud ZN
- 1 (volume) contento, volumine, capacitate, (aantal kubieke meters) cubage
- -- van een lichaam = volumine de un corpore
- -- van een bol = volumine de un sphera
- de -- meten/bepalen van (het aantal kubieke meters bepalen van) = cubar
- 2 (dat waarmee iets gevuld is) contento
- de -- van de fles is water = le contento del bottilia es aqua
- envelop met -- = inveloppe con moneta
- portemonnee met -- = bursa con moneta
- korte -- van een boek = résumé (F) de un libro
- 3 (dat waarover iets handelt) contento, materia
- vorm en -- = forma e contento
- -- van een brief = contento de un littera
- korte -- = compendio, recapitulation, résumé (F), summario, synopse (-opsis), texto condensate
- 4 (overzicht) indice, index, tabula de materias
- 5 (betekenis) contento, signification, senso
- een nieuwe -- geven aan = dar un nove signification a
- de termen 'volk' en 'natie' zijn niet gelijk van -- = le terminos 'populo' e 'nation' non es identic
- 6 (LOGICA) (inhoud van begrip) comprension, comprehension
inhoudelijk BN
- 1 del contento, concernente le contento, relative al contento
- --e opmerkingen = remarcas relative al contento
inhouden WW
- 1 (bevatten) continer, caper, comprender, comprehender
- deze fles houdt een liter in = iste bottilia contine un litro
- 2 (bedwingen, beheersen) comprimer, reprimer, continer, retener
- zijn adem -- = retener su respiration/sufflo/halito
- zijn toorn -- = continer/reprimer/comprimer su cholera
- zijn tranen -- = continer/reprimer/comprimer su lacrimas
- een paard -- = continer/retener un cavallo
- de pas -- = relentar le passo
- (zich beheersen) zich -- = continer se, retener se
- op ingehouden toon = in un tono continite/controlate
- 3 (niet uitbetalen, innemen) deducer, retener
- loon -- = retener salarios
- er wordt een zeker percentage ingehouden = on deduce un certe percentage
- op het loon ingehouden belasting = imposto deducite del salario
- 4 (behelzen) continer, implicar, includer
- dat houdt een belofte in = isto include/contine un promissa
- wat houdt dat in? = que implica/significa isto?
- deze bepaling houdt in dat ... = iste disposition contine que ...
- dit houdt een grote opoffering in = isto implica un grande sacrificio
inhouding ZN
- 1 (handeling) deduction
- -- van loon = deduction de salarios
- onder -- van = deducente
- 2 (bedrag) deduction
inhoudsaanduiding ZN
- 1 indication del volumine/del contento
inhoudsbepaling ZN
- 1 (het berekenen van de inhoud) calculo/calculation/determination del volumine/contento, cubatura
- 2 (bepaling van de inhoud van een term) definition/determination del signification
inhoudsberekening ZN
- 1 Zie: inhoudsbepaling-1
inhoudsformule ZN
- 1 formula de volumine
inhoudsloos BN
- 1 vacue
inhoudsmaat ZN
- 1 mesura de capacitate/de volumine
inhoudsmeting ZN
- 1 determination del contento/volumine, cubatura, volumetria
inhoudsopgave ZN
- 1 tabula de materias, contento, indice, index, registro
inhuldigen WW
- 1 inaugurar, installar solemnemente, (koning) sacrar, inthronisar, (bisschop) consecrar
- een burgemeester -- = inaugurar/installar un burgomaestro
inhuldiging ZN
- 1 inauguration, installation, (koning) sacro, inthronisation, (bisschop) consecration
- glorieuze -- = inauguration gloriose
- plechtige -- = inauguration solemne
inhuldigingsfeest ZN
- 1 festa de inauguration/installation
inhuldigingsplechtigheid ZN
- 1 ceremonia de inauguration/installation
inhullen WW
- 1 inveloppar (in)
inhulling ZN
- 1 inveloppamento
inhumaan BN
- 1 inhuman
inhumaniteit ZN
- 1 inhumanitate
inhumatie ZN
- 1 inhumation
inhuren WW
- 1 (huren) locar, (in dienst nemen) ingagiar
- het -- = location, ingagiamento
- een kok -- = ingagiar un cocinero
- iemand die inhuurt = ingagiator
- daarvoor ben ik niet ingehuurd = io nos pagate pro (facer) isto
- 2 (opnieuw in huur nemen) renovar/continuar le location
inhuring ZN
- 1 location, (indienstneming) ingagiamento
inhuurgeving ZN
- 1 dation in location
inhuurneming ZN
- 1 prisa in location
inhuwen WW
- 1 entrar per maritage/matrimonio (in)
inimitabel BN
- 1 inimitabile
iniquiteit ZN
- 1 iniquitate
initiaal ZN
- 1 littera initial, initial
initiaal BN
- 1 initial
- -- accent = accento super le syllaba initial
initiaalwoord ZN
- 1 acronyme
initialiseren WW
- 1 (COMP) initialisar
initiatie ZN
- 1 initiation
- -- in de politiek = initiation al politica
initiatiecursus ZN
- 1 curso de initiation
initiatief ZN
- 1 initiativa
- particulier -- = initiativa private
- eigen -- = initiativa individual
- op eigen -- = per/de proprie initiativa
- recht van -- = derecto de initiativa
- het -- gaat uit van = le initiativa veni de
- het -- nemen tot = prender le initiativa de
- het -- houden = guardar/conservar le initiativa
- gebrek aan -- hebben = mancar de initiativa
- op -- van = a(l)/per initiativa de
initiatiefeest
- 1 festa initiatic/de initiation
initiatiefnemer ZN
- 1 initiator, introductor, inspirator, promotor
initiatiefrecht ZN
- 1 derecto de initiativa
initiatieplechtigheid
- 1 solemnitate/ceremonia initiatic/de initiation
initiatierite
- 1 rito initiatic/de initiation
initiator ZN
- 1 initiator, originator
initieel BN
- 1 initial, prime, inceptive
- --e kosten = costos initial
initiëren BN
- 1 (inwijden) initiar
- 2 (invoeren) introducer
- een nieuwe stijl -- = introducer un nove stilo
initiëring ZN
- 1 initiation
injagen WW
- 1 (in/naar binnen jagen) inviar (in), facer entrar (in)
- jaag de hond de tuin in = invia le can in le jardin
- iemand de dood -- = inviar un persona al morte
injecteren WW
- 1 injicer, injectar, syringar
injectie ZN
- 1 injection, syringation
- intraveneuze -- = injection intravenose
- intramusculaire -- = injection intramuscular
- onderhuidse -- = injection hypodermic
- intracardiale -- = injection intracardiac
- financiële -- = injection/adjuta financiari
- een -- geven = injicer, injectar, syringar
injectiebuis ZN
- 1 tubo de injection
injectief BN
- 1 (WISK) injective
injectiegeweer ZN
- 1 fusil injector
injectielaser ZN
- 1 laser (E) a injection
injectiemotor ZN
- 1 motor a injection
injectienaald ZN
- 1 aco/agulia hypodermic/a/de injection, (holle) cannula
injectiepomp ZN
- 1 pumpa de injection
injectiespuit ZN
- 1 syringa injector, injector
injectiestroom ZN
- 1 currente de injection
injectietechnologie ZN
- 1 technologia de injection
injectievloeistof ZN
- 1 liquido de injection
injector ZN
- 1 injector
injectoringang ZN
- 1 orificio del injector
injectorveer ZN
- 1 resorto de injector
injiceren WW
- 1 injicer, injectar, syringar
injunctie ZN
- 1 injunction
injurie ZN
- 1 injuria
injuriëren WW
- 1 injuriar
injurieus BN
- 1 injuriose
Inka ZN
- 1 Inca
Inkabeschaving ZN
- 1 civilisation inca
Inkabouwkunst ZN
- 1 architectura inca
inkankeren WW
- 1 (invreten) roder, corroder
- 2 (FIG) inveterar se
- 3 (door kanker ingevreten worden) cancer(is)ar se
inkappen WW
- 1 (uitholling aanbrengen) cannellar
inkapselen WW
- 1 incapsular, involver
- het -- = incapsulation, incapsulamento
- ingekapseld zitten in zijn eigen wereld = esser clause in su proprie mundo
inkapseling ZN
- 1 incapsulation, incapsulamento
Inkarijk ZN
- 1 Imperio inca
inkarnaat BN
- 1 incarnate
inkassen WW
- 1 (van edelsteen) incastrar
inkassing ZN
- 1 (van edelsteen) incastratura
inkeep ZN
- 1 intalio, indentation
inkeer ZN
- 1 repententia, reflexion, (REL) resipiscentia
- tot -- komen = repentir se
inkelderen WW
- 1 mitter/collocar in un cellario
inkepen WW
- 1 intaliar, insecar, indentar, incider, incisar
inkeping ZN
- 1 intalio, indentation
inkeren WW
- 1
- tot zichzelf -- = recolliger se
inkering ZN
- 1
- -- tot zichzelf = recolligimento
inkerkeren WW
- 1 incarcerar
inkerkering ZN
- 1 incarceration
inkerven WW
- 1 intaliar, gravar
- in hout gekerfde namen = nomines intaliate/gravate in ligno
inkerving ZN
- 1 intalio, indentation
- 2 (BOUWK) glypho
- 3 (MED) scarification
inkijk ZN
- 1 (gelegenheid om in iets te kijken) vista del interior
- jurk met veel -- = veste con décolleté (F) basse
- 2 reguardos del passantes
- hier is veel -- = le reguardos del passantes entra hic liberemente
inkijken WW
- 1 (kijken in) reguardar (in)
- 2 (vluchtig kennis nemen van de inhoud) percurrer, jectar un colpo de oculo
inkjetprinter ZN
- 1 impressor/imprimitor a jecto de tinta
inklapbaar BN
- 1 plicabile, plicante
- --e stoel = sedia plicante
inklappen WW
- 1 (mentaal instorten) collaber (psychicamente)
- 2 (naar binnen vouwen) plicar
- de poten van een klaptafel -- = plicar le pedes de un tabula plicabile
inklaren BN
- 1 disdoanar
- het -- = disdoanamento
- een schip -- = disdoanar un nave
- ingeklaarde bagage = bagage disdoanate
inklaring ZN
- 1 disdoanamento
- bewijs van -- = certificato de disdoanamento
inklaringsformaliteiten ZN MV
- 1 formalitates de disdoanamento
inklaringskantoor ZN
- 1 officio del doana
inklaringskosten ZN MV
- 1 costos de disdoanamento
inkleden WW
- 1 (in een vorm gieten) presentar, exprimer, dar (un certe) forma a, formular
- hoe zal ik mijn verzoek --? = como formular mi requesta/petition?
- 2 (R.K.) (in een orde opnemen) dar le habito a
inkleding ZN
- 1 (bewoording) presentation, maniera de presentar/de exprimer, forma, formulation
- 2 (R.K.) le prender del habito
inklemmen WW
- 1 (vastklemmen) serrar, stringer
- 2 (inbouwen) incastrar
- het -- = incastratura
inklemming ZN
- 1 (het vastklemmen) le serrar
- 2 (inbouwing) incastratura
inkleuren WW
- 1 colorar
- een gebied op de kaart -- = colorar un area super le mappa/carta
inkleuring ZN
- 1 coloration
inklimmen WW
- 1 scalar
inklimming ZN
- 1 scalada
inklinken WW
- 1 (inhameren) rivetar
- spijkers -- = rivetar clavos
- 2 (van grond) comprimer se
inklinking ZN
- 1 (inhamering) rivetage
- 2 (van grond) compression
inknijpen WW
- 1 Zie: samenknijpen
inknippen WW
- 1 taliar, secar
- 2 (MED) facer un episiotomia
inknipping ZN
- 1 (MED) episiotomia
inkoken WW
- 1 condensar/reducer (per coction)
- tot de helft van het volume -- = reducer usque al medietate del volumine
- de soep laten -- = facer reducer le suppa
- de soep is ingekookt = le suppa se ha spissate
inkokeren WW
- 1 (DIERK) introverter
inkomen ZN
- 1 receptas, salario
- vast -- = salario fixe
- onzuiver -- = salario brute
- besteedbaar -- = receptas disponibile
inkomen WW
- 1 (binnenkomen) entrar in, ingressar in
- de haven -- = entrar in le porto
- het huis -- = entrar in le casa
- ik moet er even -- = io debe entrar in le materia
- 2 (ontvangen) reciper
- ingekomen stukken = correspondentia/litteras recipite
- 3
- daar kan ik -- = io pote imaginar me lo, io lo comprende
- daar kan niets van -- = isto es impossibile
inkomensafhankelijk BN
- 1 proportional al receptas/salario
inkomensbeleid ZN
- 1 politica salarial/del salarios
inkomensderving ZN
- 1 privation salarial/de salario
inkomensgrens ZN
- 1 limite salarial
inkomensgroep ZN
- 1 Zie: inkomensklasse
inkomensklasse ZN
- 1 categoria salarial
inkomensnivellering ZN
- 1 nivellamento salarial/del salarios
inkomenspeil ZN
- 1 nivello salarial/del salarios
inkomenspolitiek ZN
- 1 Zie: inkomensbeleid
inkomensverdeling ZN
- 1 repartition salarial/del salarios
inkomensverschil ZN
- 1 differentia salarial/del salarios
inkomst ZN
- 1 (intocht) entrata, ingresso
- 2 (wat aan geld ontvangen wordt) recepta
- bron van --en = fonte de receptas
- --en derven = perder receptas
inkomstenbelasting ZN
- 1 imposto super le receptas/salarios
- aangifte -- = declaration fiscal
inkoop ZN
- 1 compra, emption
- afdeling -- = section/departimento del compras
- in- en verkoop = compra e vendita
- --en doen = facer compras/emptiones
- hij is belast met de -- = ille es incargate del compras
inkoop(s)prijs ZN
- 1 precio de compra/costo
- iets beneden/onder de --- verkopen = vender un cosa sub le precio de compra
inkoopafdeling ZN
- 1 section/departimento del compras
inkoopbedrag ZN
- 1 amonta de compra/acquisition
inkoopboek ZN
- 1 libro de compras
inkoopbureau ZN
- 1 agentia de compras
inkoopcentrale ZN
- 1 central de compras, officio central de acquisitiones
inkoopchef ZN
- 1 chef (F) (del section/departimento) del compras
inkoopcombinatie ZN
- 1 combination de compratores
inkoopcontract ZN
- 1 Zie: aankoopcontract
inkoopcoöperatie ZN
- 1 cooperativa de compratores
inkoopdatum ZN
- 1 data de compra
inkoopfactuur ZN
- 1 factura de compra(s)
inkoopkantoor ZN
- 1 officio de compra
inkoopkartel ZN
- 1 cartel de compratores
inkoopleider ZN
- 1 Zie: inkoopchef
inkooporganisatie ZN
- 1 organisation de compra
inkoopvereniging ZN
- 1 Zie: inkoopcoöperatie
inkopen WW
- 1 (inkopen doen) comprar
- -- doen voor de hele week = facer le compras de tote le septimana
- 2
- zich -- = comprar le derecto de entrar in
- zich in een genootschap -- = comprar un participation in un societate
inkoper ZN
- 1 comprator, mancipe, incargato/agente de compras
inkoppen WW
- 1 (SPORT) facer/marcar un goal (E) con le testa/capite
inkorten WW
- 1 (korter maken) accurtar, abbreviar
- een touw -- = accurtar un corda
- 2 (verminderen) reducer, diminuer
- iemands straftijd -- = reducer le pena de un persona
inkortend BN
- 1 abbreviative
inkorting ZN
- 1 accurtamento, accurtation, abbreviation, abbreviamento, reduction, diminution
- -- van een touw = accurtamento de un corda
- -- van een straf = reduction de un pena
inkorven WW
- 1 mitter in un corbe
inkoud BN
- 1 multo frigide, glacial
inkrassen WW
- 1 rader, insecar
- ingekraste initialen = initiales insecate
inkrijgen WW
- 1 (naar binnen krijgen, inslikken) inglutir
- de drenkeling kreeg water in = le necante inglutiva aqua
- het schip kreeg water in = le nave faceva aqua
- 2 (bezorgd krijgen) reciper
inkrimpen WW
- 1 (zich samentrekken) contraher se, disinflar se
- 2 (afnemen) reducer, diminuer, decrescer, discrescer
- zijn straftijd is al aardig ingekrompen = su pena ha essite reducite considerabilemente
- 3 (kleiner maken) reducer, comprimer, contraher, accurtar
- zijn uitgaven -- = reducer/comprimer/limitar su expensas
- een leerplan -- = reducer/accurtar un programma de studios
- het personeel -- = reducer le personal
inkrimping ZN
- 1 (samentrekking) contraction, disinflation
- 2 (vermindering) reduction, diminution, decrescentia, decrescimento, discrescimento, compression
- -- van het personeel = reduction del personal
inkruipen WW
- 1 (kruipend binnenkomen) reper in, reptar in
- 2 (ongemerkt binnenkomen) infiltrar se in
inkruisen WW
- 1 (BIOL) hybridar
inkt ZN
- 1 tinta
- Chinese/Oostindische -- = tinta de China {sj}
- onuitwisbare -- = tinta indelibile
- onzichtbare/sympatische -- = tinta sympathic/invisibile
- autografische -- = tinta autographic
- met rode -- schrijven = scriber con/in tinta rubie
- flesje -- = bottilia de tinta
inktachtig BN
- 1 de tinta
inktdruppel ZN
- 1 gutta de tinta
inkten WW
- 1 marcar de tinta
inktfabriek ZN
- 1 fabrica de tintas
inktfabrikant ZN
- 1 fabricante de tintas
inktfles ZN
- 1 bottilia de tinta
inktgom ZN
- 1 gumma de/pro tinta
inktgum(mi) ZN
- 1 Zie: inktgom
inktjetprinter ZN
- 1 imprimitor/impressor/printer (E) à jecto de tinta
inktklad ZN
- 1 Zie: inktvlek
inktkleur ZN
- 1 color de tinta
inktkleurig BN
- 1 de color de tinta
inktklodder ZN
- 1 Zie: inktvlek
inktkoker ZN
- 1 tintiera
inktkussen ZN
- 1 tampon de tinta
inktlap ZN
- 1 nettapenna, essugapenna
inktlint ZN
- 1 banda del machina a/de scriber
inktmop ZN
- 1 grande macula de tinta
inktpatroon ZN
- 1 cartucha {sj} de tinta
inktpot ZN
- 1 tintiera
inktpotlood ZN
- 1 stilo a tinta
inktreservoir ZN
- 1 reservoir (F) de tinta
inktrol ZN
- 1 rolo de tinta
inktsoort ZN
- 1 specie de tinta
inktspat ZN
- 1 Zie: inktvlek
inktvis ZN
- 1 sepia
- vangarmen van een -- = tentaculos de un sepia
inktvlek ZN
- 1 macula de tinta
inktwortel ZN
- 1 morinda
inktzwam ZN
- 1 coprino
inktzwart BN
- 1 nigre como tinta
inkuilen WW
- 1 insilar
- het -- = insilage
- groenvoer -- = insilar forrage verde
- ingekuilde aardappelen = patatas insilate
inkuiling ZN
- 1 insilage
inkuilmethode ZN
- 1 methodo de insilage
inkuipen WW
- 1 imbarrilar, intonnar
inkwakken WW
- 1 jectar/lancear rudemente (in)
inkwartieren WW
- 1 allogiar, (MIL) billetar, cantonar, quartierar
inkwartiering ZN
- 1 allogiamento, (MIL) cantonamento
inkwartieringsbiljet ZN
- 1 billet de cantonamento
inl.
- 1 (inleiding) intr.
- 2 (inlichting) inf(o)
inlaag ZN
- 1 deposito, apporto
- de winst naar verhouding van de --en verdelen = divider le profito in proportion al/proportionalmente al depositos
inlaat ZN
- 1 tubo de entrata/de adduction/de admission, admission, entrata
inlaatbuis ZN
- 1 Zie: inlaat
inlaatdoek ZN
- 1 tela sin fin
inlaatduiker ZN
- 1 Zie: inlaat
inlaatklep ZN
- 1 valvula de entrata/de admission/de adduction
inlaatkraan ZN
- 1 Zie: inlaatklep
inlaatsluis ZN
- 1 esclusa de admission
inladen WW
- 1 cargar, incargar
inlader ZN
- 1 cargator
inlading ZN
- 1 cargamento
inlander ZN
- 1 indigena, aborigine, nativo, autochthono
inlands BN
- 1 indigena, native, del pais, autochthone
- --e gewassen = plantas indigena/endemic
- --e produkten = productos indigena
- -- meisje = puera indigena/native
- -- recht = derecto indigena
inlas ZN
- 1 (las) juncto
- 2 (ingevoegd stuk in tekst) insertion, intercalation, interpolation
inlassen WW
- 1 inserer, insertar, intercalar, interpolar, introducer
- het -- = insertion, intercalation, interpolation, introduction
- er werd een pauze ingelast = on ha intercalate un pausa
inlasser ZN
- 1 (tussenvoeger) interpolator
inlassing ZN
- 1 insertion, intercalation, interpolation, introduction
- -- van een pauze = intercalation un pausa
- -- van een letter = intercalation/epenthese (-esis) de un littera
inlaten WW
- 1 (binnenlaten) facer entrar, admitter, introducer
- 2 (in laten stromen) facer fluer (in), lassar entrar
- vers water -- = lassar entrar aqua fresc
- 3
- (zich bemoeien met) zich -- met = immiscer se in, ingerer se in, occupar se de
- met zulke kleinigheden laat ik mij niet in = io non es interessate in tal futilitates
inlating ZN
- 1 entrata, admission
inlaut ZN
- 1 littera medial
inleg ZN
- 1 (bij een bank) deposito
- 2 (in zaak/vennootschap) apporto
- 3 (bij het spel) moneta/summa riscate
- 4 (bij het wedden) moneta/summa spondite
inlegblad ZN
- 1 folio intercalar/intercalate/supplementari
- een -- in de boekjes = un folio supplementari in le librettos
inlegeren WW
- 1 (MIL) billetar, cantonar, quartierar
inlegering ZN
- 1 (MIL) cantonamento
inleggeld ZN
- 1 derecto de entrata
- 2 (bij een bank) deposito
- 3 (bij het spel) summa/moneta riscate
inleggen WW
- 1 (in/binnen/tussen iets leggen) mitter (in), poner (in)
- een zoom -- = facer un orlo
- 2 (geld inbrengen bij een bank) deponer
- 3 (in zaak/vennootschap) apportar, investir
- 4 (tussenvoegen) inserer, insertar, adjunger
- een blad -- = inserer/insertar un folio
- 5 (anders gekleurde stukjes inzetten) incrustar, marquetar
- een tafel -- = incrustar un tabula
- een met diamanten ingelegde broche = un broche (F) con incrustationes de diamantes
- 6 (conserveren) mitter in conserva, conservar, (in azijn) marinar, (in pekel) salmuriar
- groenten -- = conservar verduras/legumines
- 7
- daar leg je eer mee in = isto te honora, isto te da honor
inlegger ZN
- 1 (iemand die geld inlegt) depositor, depositante
inleghout ZN
- 1 ligno de marqueteria
inlegkapitaal ZN
- 1 capital investite
inlegkruisje ZN
- 1 protege-slip
inlegvel ZN
- 1 folio intercalari/intercalate/supplementari
- losse --len in brochures = folios supplementari in brochures (F)
inlegwerk ZN
- 1 incrustation, marqueteria, mosaico
- met -- versieren = incrustar, marquetar
inlegzool ZN
- 1 solea feltrate/de feltro
inleiden WW
- 1 (binnenleiden, introduceren) introducer, presentar
- een spreker bij het publiek -- = presentar un orator al publico
- 2 (ingang doen vinden) introducer
- 3 (eerste kennis geven van) initiar
- het -- = initiation
- -- in een wetenschap = initiar in un scientia
- iemand in de filosofie -- = initiar un persona in le philosophia
- 4 (van een voorwoord voorzien) prefaciar
- 5 (de voorbode zijn van) preluder
- de Golfoorlog leidde de derde wereldoorlog in = le guerra del Golfo esseva le preludio del tertie guerra mundial
inleidend BN
- 1 introductori, introductive, initiatori, preparatori, preliminar, exordial, proemial
- --e gevechten = combattos preliminar
- --e fase = phase preparatori
- -- hoofdstuk = capitulo introductive
- --e woorden = parolas de introduction, introduction
- --e spreker = orator introductori, introductor, presentator
- --e cursus = curso introductori
inleider ZN
- 1 introductor, presentator
inleiding ZN
- 1 (woorden voor het eigenlijke onderwerp) introduction, preambulo, preliminar, exordio, parolas preliminar
- korte/beknopte -- = curte introduction
- een -- maken voor = preambular
- dat verhaal was de -- tot haar verzoek = iste historia esseva le preambulo de su petition/requesta
- 2 (voorwoord, introductie) introduction, presentation, prefacio, prologo, advertimento, prolegomenos, proemio
- van een -- voorzien = prefaciar
- 3 (voorbereiding tot kennis/begrip van iets) introduction, initiation
- -- in een wetenschap = initiation in un scientia
- (als boektitel) -- tot de taalwetenschap = introduction al linguistica
- 4 (het binnenleiden) introduction
- 5 (voorspel) preludio
- als -- dienen = preluder
- 6 (van toneelstuk) protase (-asis)
- 7 (causerie) discurso
inleidingsbrief ZN
- 1 littera de introduction
inleidingsformule ZN
- 1 formula de introduction
inleidingsrede ZN
- 1 discurso preliminar
inlekken WW
- 1 infiltrar se gutta a gutta
- het lekt hier in = le tecto lassa filtrar le pluvia
inlelijk BN
- 1 multo/extrememente fede, fedissime, horribile
inleven WW
- 1
- zich -- in = identificar se con, familiar se con (un situation), mitter se/poner se in le pelle de (un persona), mitter se/poner se in le loco de, penetrar in le sentimentos de (un persona), saper vider con le oculos de (un persona)
- zich in een boek -- = poner se/mitter se in le historia de un libro
inleverdatum ZN
- 1 Zie: inleveringsdatum
inleveren WW
- 1 (doen toekomen) livrar, remitter, presentar, (teruggeven) render
- wapens -- = remitter armas
- een verzoekschrift -- = presentar un requesta/petition
- 2 (afstand doen van koopkracht) acceptar un reduction del poter de compra
- 3
- loon -- voor werk = ceder un parte del salario pro garantir le empleo
inlevering ZN
- 1 remissa, livration, presentation
inleveringsdatum ZN
- 1 data de livration/de remissa
inleveringstermijn ZN
- 1 termino de livration/de remissa
inleving ZN
- 1 penetration
- 2 assimilation
inlevingsvermogen ZN
- 1 facultate de poner se/mitter se in le situation de un persona, empathia
inlezen WW
- 1 (COMP) leger, memorisar
- het optisch -- van een tekst = le lectura optic de un texto
- het automatisch -- van een tekst = le lectura automatic de un texto
- het -- van de gegevens = le lectura del datos
inlezing ZN
- 1 lectura
- -- van de gegevens = lectura del datos
inlichten WW
- 1 informar, dar informationes, avisar, communicar, instruer, prevenir, advertir
- zich laten -- over = lassar se informar super
- verkeerd -- = misinformar
inlichter ZN
- 1 dator de informationes, informator
inlichting ZN
- 1 information
- betrouwbare -- = information digne de fide
- --en geven/verstrekken = dar informationes, informar
- het geven/verstrekken van --en = information
- --en inwinnen = prender informationes, informar se, inquirer
- iemand die --en inwint = inquiritor, inquisitor
inlichtingenbron ZN
- 1 fonte de informationes
inlichtingenbureau ZN
- 1 bureau (F)/officio/agentia de informationes
inlichtingendienst ZN
- 1 (informatiedienst) servicio de informationes
- 2 (POL) servicio secrete
inlichtingenofficier ZN
- 1 officiero de informationes
inliggend BN
- 1 hic-juncte, ci-juncte, ci-incluse
- --e brief = littera ci-juncte
inlijfbaar BN
- 1 incorporabile
inlijmen WW
- 1 attachar {sj}/fixar con colla
inlijsten WW
- 1 inquadrar, mitter in un quadro
- het -- = inquadramento
- een schilderij -- = inquadrar un pictura
- een foto -- = mitter un photo(graphia) in un quadro
inlijsting ZN
- 1 inquadramento
inlijven WW
- 1 (mbt personen) incorporar, integrar, (in een regiment) inregimentar
- 2 (mbt grondgebied) annexar, incorporar
- een gebied bij een ander -- = incorporar un territorio in un altere
inlijvend BN
- 1 incorporative
inlijving ZN
- 1 incorporation
- 2 (mbt grondgebied) annexion, annexation, incorporation
- -- van een gebied bij een ander = incorporation de un territorio in un altere
- 3 (in een regiment) inregimentation
inlijvingsbeweging ZN
- 1 movimento annexionista
inlijvingsproces ZN
- 1 processo incorporative/de incorporation
in-line ZN
- 1 (COMP) in-line (E)
- -- verwerking = tractamento in-line
inloggen WW
- 1 (COMP) entrar in communication
- -- op een systeem = entrar in communication con un systema, entrar in un systema
inlokken WW
- 1 persuader de entrar
inloodsen WW
- 1 pilotar in, facer entrar in (le porto)
inloodsing ZN
- 1 pilotage
inloop ZN
- 1 (handeling) entrata, ingresso
- 't is hier een -- voor iedereen = hic pote entrar tote le mundo
- 2 (plaats) entrata, ingresso
inlooptijd ZN
- 1 periodo de orientation/de adaptation/de apprentissage/de prova
inloopwinkel ZN
- 1 Zie: inloopzaak
inloopzaak ZN
- 1 magazin a/de entrata/ingresso libere
inlopen ZN
- 1 (binnengaan) entrar (in)
- een haven -- = entrar in un porto
- een straat -- = entrar in un strata
- 2 (vuil in huis brengen) entrar con le scarpas/calceos immunde
- 3 (een achterstand) reattrappar, recuperar
- een achterstand (achterstallige schuld) -- = recuperar un arretrato
- een achterstand (vertraging) -- = recuperar un retardo
- 4
- er -- = cader in le insidia
- 5
- zijn nieuwe schoenen -- = accostumar/habituar se a su nove scarpas/calceos
inlossen WW
- 1 amortisar, pagar, reimbursar, redimer
- een schuld -- = amortisar/pagar un debita
- een hypotheek -- = redimer un hypotheca
- 2
- een belofte -- = complir/mantener un promissa
- een oningeloste belofte = un promissa non complite/non mantenite
- 3 (van pand) dispignorar
- het -- = dispignoramento
inlossing ZN
- 1 amortisation, reimbursamento, redemption, (van pand) dispignoramento
- -- van een schuld = amortisation de un debita
- -- van een hypotheek = redemption de un hypotheca
inluiden WW
- 1 (door klokgelui aankondigen) annunciar con sonos de campanas, carillonar
- 2 (iets nieuws/het begin aankondigen) inaugurar, annunciar
- een nieuw tijdperk -- = inaugurar/annunciar/aperir un nove era/epocha
inluiding ZN
- 1 (met klokgelui) annuncio con sonos de campanas
- 2 (begin) inauguration, annuncio
inluizen WW
- 1
- er -- = cader in le insidia
inmaak ZN
- 1 (handeling) conservation
- 2 (resultaat) conserva
- onze -- = nostre conservas
- de -- aanspreken = aperir le conservas
inmaakazijn ZN
- 1 vinagre pro conserva
inmaakbrandewijn ZN
- 1 brandy (E) pro conserva
inmaakbus ZN
- 1 latta a/pro conserva
inmaakfles ZN
- 1 bottilia a/pro conserva
inmaakfruit ZN
- 1 (fruit om in te maken) fructos pro conserva
- 2 (ingemaakt fruit) fructos in conserva
inmaakglas ZN
- 1 bocal hermetic/a/pro conserva, vasculo/vitro/bottilia a/pro conserva
inmaakgroente ZN
- 1 (groente om in te maken) verduras/legumines pro conserva
- 2 (ingemaakte groenten) verduras/legumines in conserva
inmaakpot ZN
- 1 potto a/pro conserva
inmaaktijd ZN
- 1 saison (F)/periodo del conservas
inmaakuitjes ZN MV
- 1 (uitjes om in te maken) parve cibollas pro conserva
- 2 (ingemaakte uitjes) parve cibollas in conserva
inmaken WW
- 1 (wecken) facer conservas de, mitter in conserva
- ingemaakte bonen = fabas in conserva
in medias res ZN
- 1 in medias res (L)
in memoriam ZN
- 1 discurso/articulo al memoria de, notitia necrologic, necrologia
- schrijver van een -- = necrologo, necrologista
inmengen WW
- 1
- (zich bemoeien) zich -- = immiscer se (in), intervenir (in), ingerer se (in), intromitter se (in)
- 2 (er bij doen) adjunger
inmenging ZN
- 1 intervention, immixtion, ingerentia, intromission
inmeten WW
- 1 (minder uitmeten dan er is) dar un curte mesura
- 2 (LANDMEETK) mesurar
inmetselen WW
- 1 (im)murar
- een brandkast -- = murar un cassa forte
- hij had zijn schat ingemetseld = ille habeva (im)murate su tresor
- hij werd levend ingemetseld = ille esseva immurate vivente
inmiddels BW
- 1 intertanto, interim, in le interim, interea, interdum, durante iste tempore
- hij was -- opnieuw getrouwd = intertanto ille se habeva remaritate
- ik ben er -- al drie keer geweest = desde alora io ha essite illac non minus que tres vices
innaaien WW
- 1 (naaiend sluiten in) suer (in)
- smokkelwaar -- in de kleding = suer contrabando in su vestimentos
- 2 (brocheren) brochar {sj}
- ingenaaid boek = libro brochate
- 3 (korter maken) accurtar, (nauwer maken) restringer
- hemdsmouwen -- = accurtar manicas de camisa
innagelen WW
- 1 clavar in, attachar {sj}/fixar con clavos
inname ZN
- 1 (verovering) expugnation, conquesta, occupation, captura
- 2 (inzameling) collection
- -- van lege flessen = collection de bottilias (vacue)
innatisme ZN
- 1 (FIL) innatismo
inneembaar BN
- 1 (MIL) prendibile, expugnabile
inneembaarheid ZN
- 1 (MIL) expugnabilitate
innemen WW
- 1 (mbt geneesmiddelen) prender, ingerer
- een drankje -- = prender/ingerer un potion
- iets op de nuchtere maag -- = ingerer un cosa al stomacho vacue
- 2 (mbt plaatsruimte) prender, occupar
- plaats -- = occupar loco/spatio
- een positie -- = occupar un position
- een betere gevechtspositie -- = prender un melior position de combatto
- weer -- = reprender
- zijn plaats weer -- = reprender su placia
- (FIG) iemands plaats -- = prender le placia de un persona, reimplaciar un persona, substituer se a un persona
- 3 (veroveren) prender, occupar, expugnar, capturar
- een stad -- = prender/occupar un citate/urbe
- stormenderhand -- = prender de assalto
- 4 (vertrouwen/genegenheid winnen) captivar
- iemand voor zich -- = ganiar le favor/sympathia de un persona
- iemand tegen zich -- = indisponer un persona contra se, render se antipathic a un persona
- 5 (aan boord nemen) prender
- water -- = prender aqua
- kolen -- = prender carbon
- ballast -- = prender ballast
- 6 (inkorten) restringer
- een rok -- = restringer un gonna/gonnella
- 7 (verzamelen) colliger
innemend BN
- 1 affabile, amabile, gratiose, grate, agradabile, sympathic, attractive, placente
innemendheid ZN
- 1 affabilitate, amabilitate, gratia, charme (F)
inneming ZN
- 1 occupation, expugnation, conquesta, captura
- de -- van de stad = le occupation/expugnation del urbe
innen WW
- 1 incassar, (van belasting/invoerrechten, etc.) perciper
- het -- = incassamento, perception
- een cheque -- = incassar un cheque (E)
inner ZN
- 1 incassator, (van belasting, etc.) perceptor
innerlijk BN
- 1 interior, interne, intime
- --e rust = calma interior
- --e tegenstrijdigheid = contradiction interne
- --e stem = voce interior
- -- leven = vita interior/intime
- --e beschaving = civilisation innate
- --e strijd = combatto/lucta interior
- iets uit --e overtuiging doen = facer un cosa per conviction intime
- --e samenhang = coherentia interne, cohesion
- -- overtuigd = sincermente convincite
- 2 (waarde, belang) intrinsec
- --e waarde van een munt = valor intrinsec de un moneta
innerlijk ZN
- 1 anima, corde, spirito
innerlijkheid ZN
- 1 interioritate
innervatie ZN
- 1 innervation
innerveren WW
- 1 innervar
- het -- = innervation
innervering ZN
- 1 innervation
innestelen WW
- 1 (mbt eicel) implantar se
- de eicel moet zich -- in de baarmoederwand = le ovulo debe implantar se in le pariete uterin/del utero
innesteling ZN
- 1 (mbt eicel) implantation
innig BN
- 1 intime, profunde, tenere, (oprecht) sincere, (vurig) intense, ardente, fervide
- iemands --ste gedachten = le pensatas/pensamentos intime de un persona
- dat is mijn --e overtuiging = isto es mi conviction intime/profunde
- iemand -- liefhebben = amar carmente/teneremente un persona
- --e contacten = contactos intime
- -- verband = relation intime
- --e vriendschap = amicitate tenere
- mijn -- geliefde dochter = mi adorate filia
- iemand -- omhelzen = imbraciar affectuosemente un persona
- -- met elkaar omgaan = haber un relation affectuose
- 2 (REL) devote, fervente
innigheid ZN
- 1 intimitate, teneressa, (oprechtheid) sinceritate, (vurigheid) ardor, fervor, ferventia
- 2 (REL) fervor, ferventia
inning (I) ZN
- 1 incassamento, (van belasting) perception
inning (II) ZN
- 1 (SPORT) inning (E)
inningskosten ZN MV
- 1 costos de incassamento
innocent BN
- 1 innocente
innocentie ZN
- 1 innocentia
innovatie ZN
- 1 innovation
innovatief BN
- 1 innovative, innovator
innovatieprogramma ZN
- 1 programma de innovation/de modernisation
innovatietijd ZN
- 1 tempore de innovation
innoveren WW
- 1 innovar
- het -- = innovation
- --d werken = introducer innovationes
inoculatie ZN
- 1 inoculation
inoculeren WW
- 1 inocular
- het -- = inoculation
inoefenen WW
- 1 apprender per le exercitio
inoffensief BN
- 1 inoffensive
inofficieel BN
- 1 non official
inoliën WW
- 1 olear, imbiber de oleo
inondatie ZN
- 1 Zie: inundatie
inontvangstneming ZN
- 1 reception, acceptation
inoogsten WW
- 1 recoltar
- lof -- = reciper elogios
inoogsting ZN
- 1 recolta
inoperabel BN
- 1 inoperabile
inoperabiliteit ZN
- 1 inoperabilitate
inopportuun BN
- 1 inopportun, inappropriate, intempestive
- --e opmerking = remarca inopportun
inpakken WW
- 1 impaccar, pacchettar, impacchettar, imballar, inveloppar, (in doos/kist/krat) incassar
- het -- = imballage, inveloppamento, incassamento
- de fruitverkoper pakt de sinaasappelen in = le fructero inveloppa le oranges (F)
- goederen -- = imballar/impacchettar mercantias
- een pakje -- = facer un pacchetto
- -- en wegwezen = partir rapidemente
- 2 (in dikke kleren/doeken hullen) involver, inveloppar
- 3 (inpalmen) captar per belle parolas
inpakker ZN
- 1 imballator, impaccator, impacchettator
inpakking ZN
- 1 imballage, incassamento
inpakmachine ZN
- 1 imballator
inpakpapier ZN
- 1 papiro a/de imballar
inpakrobot ZN
- 1 robot (Tsj) de imballage
inpaktafel ZN
- 1 tabula a/de imballar
inpalmen WW
- 1 (toeëigenen) appropriar se, usurpar
- 2 (behendig winnen) captar (per belle parolas), (verleiden) seducer
- het -- = captation, (verleiding) seduction
inpalming ZN
- 1 (toeëigening) appropriation, usurpation
- 2 (het behendig winnen) captation (per belle parolas), (verleiding) seduction
inpandig BN
- 1 incorporate in le casa/edificio, in le mesme edificio, sub le mesme tecto
- --e garage = garage (F) in le mesme edificio
- met --e garage = con garage (F) incorporate
inpassen WW
- 1 (invoegen in een bestaand geheel) inserer, insertar, incorporar, integrar
- iemand in de salarisschaal -- = inserer/incorporar/placiar un persona in le scala del salarios
- 2 (juist passend maken) adjustar, adaptar
- 3 (inbouwen) incastrar
- het -- = incastratura
inpassing ZN
- 1 (invoeging) (mbt zaken) insertion, incorporation, (mbt personen) integrar, incorporation
- 2 (het passend maken) adjustage, adjustamento
- 3 (inbouwing) incastratura
inpekelen WW
- 1 Zie: pekelen
inpeperen WW
- 1 (met peper bestrooien) coperir de pipere
- (FIG) dat zal ik hem -- = ille me lo pagara
- 2 (met sneeuw inwrijven) fricar con nive
inperken WW
- 1 restringer, limitar, reducer
- iemands vrijheid -- = restringer le libertate de un persona
- de uitgaven -- = reducer le expensas/costos
inperking ZN
- 1 restriction, limitation, reduction
- -- van de vrijheid = restriction del libertate
inpersen WW
- 1 (in elkaar persen) comprimer
- het -- = compression
- 2 (dmv persing inbrengen) stampar
- het -- = stampage
inpersing ZN
- 1 compression
in petto BW
- 1 in petto (I), in reserva
inpikken WW
- 1 (pakken) prender, sasir
- 2 (stelen) appropriar se, robar, furar
- 3 (doen) arrangiar, regular
inplakken WW
- 1 collar (in)
- foto's in een album plakken = collar photo(graphia)s in un album
inplannen WW
- 1 introducer in le plano/programma, programmar
inplant ZN
- 1 (jonge aanplant) nove plantation
- 2 (MED) (implantatie) implant, implantation
inplanten WW
- 1 (in de grond zetten) plantar
- het -- = plantation
- 2 (op het hart drukken) inculcar
- 3 (MED) implantar
- het -- = implantation
- weer -- = reimplanter
- het weer -- = reimplantation
inplanting ZN
- 1 (handeling, toestand) implantation
- 2 (plaats) loco de implantation
in pleno
- 1 in session plenari
inpluggen WW
- 1 connecter, attachar {sj}
- snoeren in een versterker -- = connecter le cablos a un amplificator
- een koptelefoon -- = attachar un receptor de testa
inpolderen WW
- 1 transformar in polder (N), facer un polder (N), clauder con dicas, impolderar
inpoldering ZN
- 1 (handeling) transformation in polder (N), construction de un polder (N)
- 2 (resultaat) polder (N)
inpompen WW
- 1 (iemand iets leren) inculcar
- 2 (dmv een pomp inbrengen) pumpar (in)
inponsen WW
- 1 perforar
inpraten WW
- 1 (suggereren) suggerer, suggestionar
- 2 (overreden) persuader
- op iemand -- = insister per tote le medios
inprating ZN
- 1 suggestion
- 2 persuasion
inprenten WW
- 1 inculcar, gravar in le memoria
- het -- = inculcation
- zich iets goed -- = mitter se un cosa in le testa/capite
- iemand die een ander iets inprent = inculcator
- geleidelijk -- = instillar
inprenting ZN
- 1 inculcation
- geleidelijke -- = instillation
inprijzen WW
- 1
- iemand de hemel -- = altiar un persona al celo
inprikken WW
- 1 piccar in
in print
- 1 imprimite
- een gedicht -- = un poema imprimite
inproppen WW
- 1 reimpler
input ZN
- 1 (COMP) input (E), entrata
inquiline ZN
- 1 inquilina
inquisiteur ZN
- 1 inquisitor, judice del inquisition
inquisitie ZN
- 1 inquisition
- van de -- = inquisitori, inquisitorial
inquisitierechters ZN MV
- 1 judices inquisitorial
inquisitoriaal BN
- 1 inquisitori, inquisitorial
inramen WW
- 1 inquadrar, montar (in)
- dia's -- = inquadrar diapositivas
inranselen WW
- 1 inculcar a fortia de colpos
inregenen WW
- 1
- het regent hier in = le pluvia entra hic
inreis ZN
- 1 entrata, ingresso
inreisvergunning ZN
- 1 permisso de entrata/de ingresso
inreisvisum ZN
- 1 visa de entrata/de ingresso
inrekenen WW
- 1 (arresteren) arrestar, apprehender
- 2 coperir
- een brand -- = coperir un foco
- 3 (incalculeren) calcular, mitter in conto
inrekening ZN
- 1 (arrestatie) arrestation
I.N.R.I.
- 1 I.N.R.I. (L)
inrichten WW
- 1 (iets in orde brengen) arrangiar, organisar, installar
- een huis -- = installar un casa
- de administratie -- = organisar le administration
- opnieuw -- = reinstallar
- 2 (gereed maken voor gebruik/bewoning) arrangiar, equipar, (huis) mobilar
- de kamer anders -- = rearrangiar le camera
- als slaapkamer ingericht = equipate como camera a dormir/de lecto
- compleet ingerichte keuken = cocina completemente equipate
- modern ingericht ziekenhuis = hospital equipate modernemente
- een kerk tot sporthal -- = transformar un ecclesia in sala de sport (E)
- op logé's zijn we niet ingericht = nos non es preparate pro reciper hospites
- 3 (regelen, ordenen) arrangiar, regular, organisar, ordinar
- zijn leven -- = organisar su vita
- het onderwijs anders -- = reorganisar le inseniamento
inrichting ZN
- 1 (aankleding) arrangiamento, installation, disposition
- -- van een huis = installation de un casa
- 2 (niet commerciële inrichting) instituto, institution, establimento, stabilimento
- penitentiaire -- = establimento penitentiari
- 3 (tehuis, gesticht) asylo
- 4 (wijze van organisatie) organisation, arrangiamento
- de -- van de staat = le organisation del stato
- 5 (toestel) dispositivo, ingenio
- 6 (constructie) construction
- 7 (bedrijf) establimento, stabilimento
- 8 (voorziening) equipamento
- 9
- (ziekenhuis) psychiatrische -- = hospital psychiatric
- 10 (binnenwerk van apparaat) mechanismo
inrij ZN
- 1 entrata, accesso
inrijden WW
- 1 (naar binnen rijden) entrar (in)
- 2 (rijdend raken) collider (con)
- de auto's reden recht op elkaar in = le auto(mobile)s collideva
- 3 (door snel rijden tijd inhalen) reattrappar
- 4 (geschikt maken voor het gebruik) rodar
- het -- = rodage
- een auto -- = rodar un auto(mobile)
inrijdeur ZN
- 1 porta de entrata
inrijgen WW
- 1 (in iets anders rijgen) infilar
- 2 (nauwer maken) stringer, serrar con un lacetto
- het -- = strictura
inrijperiode ZN
- 1 (mbt auto) periodo de rodage
inrijpoort ZN
- 1 grande porta de entrata
inrijstrook ZN
- 1 via de acceleration
inrit ZN
- 1 (plaats) entrata, accesso, passage
- verboden -- = entrata prohibite
- 2 (het inrijden) entrata
inroepbaar BN
- 1 (JUR) (tegen een derde) opponibile
inroepen WW
- 1 appellar, advocar, invocar, implorar, reclamar, recurrer
- de hulp -- van = appellar/advocar/invocar le auxilio/adjuta de
- medische hulp -- = recurrer al adjuta medic
- Gods -- inroepen = invocar le misericordia de Deo
- een scheidsrechterlijke beslissing -- = submitter se al decision del arbitro, compromitter
inroeping ZN
- 1 appello, invocation, imploration
inroesten WW
- 1 oxydar se, ferruginar se, devenir ferruginose
- ingeroeste vooroordelen = prejudicios inveterate
- ingeroeste gewoonten = habitudes inveterate
inrollen WW
- 1 (rollende komen in) rolar in
- de bal rolde het doel in = le ballon rolava in le goal (E)
- 2 (tot een rol maken) inrolar
- 3 (inwikkelen) rolar in, inveloppar, involver
inroosteren WW
- 1 includer/inserer/insertar in un horario
- vrije dagen -- = includer dies/jornos libere in le horario
inruil ZN
- 1 (het inwisselen) cambio, (uitwisseling) excambio
- tegen -- van = a cambio de
- 2 (inlevering van een oud produkt) reprisa
inruilauto ZN
- 1 auto(mobile) usate/de reprisa/de occasion
- de -- bracht weinig op = nos non recipeva multo pro nostre vetule auto(mobile)
inruilen WW
- 1 cambiar, excambiar, (auto) facer reprender, (door ruiling verkrijgen) trocar
- postzegels -- voor knikkers = trocar timbros postal pro marmores
- een auto -- = cambiar de auto(mobile)
inruiling ZN
- 1 cambio, excambio
inruilobject ZN
- 1 articulo de cambio/excambio
inruilpremie ZN
- 1 disconto
inruilprijs ZN
- 1 precio de occasion/de secunde mano
inruilwaarde ZN
- 1 valor de cambio/excambio
inruilwagen ZN
- 1 Zie: inruilauto
inruimen WW
- 1 (ruimte maken) ceder, liberar
- voor iemand een plaats -- = ceder un placia a un persona
- 2 (toestaan) conceder, accordar
- iemand een recht -- = conceder un derecto a un persona
inrukken WW
- 1 (binnenrukken) entrar in, penetrar in, (binnenvallen) invader
- de vijand is de stad ingerukt = le inimico ha penetrate/entrate in le urbe
- 2 (in de kwartieren terugkeren) retirar se
- de troepen zijn weer ingerukt = le truppas se ha retirate al base
- de brandweer kon spoedig weer -- = le (corpore de) pumperos poteva retirar se tosto
inrukking ZN
- 1 entrata, invasion
inschakelaar ZN
- 1 commutator
inschakelen WW
- 1 (invoegen) intercalar, inserer, insertar, interpolar
- 2 (TECHN) connecter, mitter in circuito/contacto
- het licht -- = connecter le luce
- het alarm -- = connecter le alarma
- de computer -- = connecter le computator/computer (E)
- de stroom -- = connecter le currente
- 3 (doen meewerken) facer appello a, mobilisar
- het leger -- = mobilisar le armea, recurrer al armea
- de politie -- = facer intervenir le policia
- iemand weer in het arbeidsproces -- = reintegrar un persona in le labor/travalio
inschakeling ZN
- 1 (invoeging) intercalation, insertion, interpolation
- 2 (ELEKTR) connexion
- 3 (van mensen voor speciale dienst) mobilisation
inschalen WW
- 1 inserer/includer/poner in un scala (salarial)
- iemand te laag -- = poner un persona troppo basse in le scala
inschaling ZN
- 1 classification salarial
inscharen WW
- 1 eroder (se)
inschatten WW
- 1 valutar, evalutar, estimar, supputar, judicar
- te laag -- = subvalutar, subevalutar, subestimar
- de situatie goed -- = valutar ben le situation
- iemand verkeerd -- = judicar mal un persona
inschatting ZN
- 1 valutation, evalutation, estimation, supputation
- -- van de mogelijke gevaren = valutation del possibile periculos
- -- van de uitvoerbaarheid = evalutation del realisabilitate/facibilitate
inschenken WW
- 1 (uitgieten in) versar
- 2 (serveren) versar, servir
- thee -- = servir the
- iemand een drankje -- = servir un bibita a un persona
- wat mag ik je --? = que pote io servir te?
inschepen WW
- 1 imbarcar, ir a bordo
- het -- = imbarcamento, imbarcation
- troepen -- = imbarcar truppas
inscheping ZN
- 1 imbarcamento, imbarcation
- -- van troepen = imbarcamento/imbarcation de truppas
inschepingsdatum ZN
- 1 data de imbarcamento/de imbarcation
inschepingshaven ZN
- 1 porto de imbarcamento/de imbarcation
inschepingskosten ZN MV
- 1 costos de imbarcamento/de imbarcation
inschepingspier ZN
- 1 jectata de imbarcamento
inscheppen WW
- 1
- een lepel suiker -- = adjunger un coclearata de sucro
inscherpen WW
- 1 (inprenten) inculcar
- het -- = inculcation
- iemand zijn plichten -- = inculcar a un persona le notion de su deberes
- iemand die een ander iets inscherpt = inculcator
inscherping ZN
- 1 (inprenting) inculcation
inscheuren WW
- 1 facer un laceration in
inscheuring ZN
- 1 laceration
inschieten WW
- 1 (iets kwijtraken) perder
- geld erbij -- = perder moneta in un cosa
- het leven er bij -- = perder le vita
- 2 (verbrijzelen) rumper per un colpo de foco
- 3 (wapens testen) adjustar
- kanonnen -- = adjustar le tiro del cannones
- 4 (niet gebeuren) non haber loco
- 5 (vallen in) cader in
- hij is met zijn auto de sloot ingeschoten = ille ha cadite con su auto(mobile) in le fossato
- 6 (ergens snel binnengaan) entrar rapidemente
- een zijstraat -- = entrar rapidemente in un strata lateral
- 7 (SPORT) (in het doel schieten) tirar/calcar in le rete
- 8 (WEVEN) tramar
inschikkelijk BN
- 1 indulgente, complacente, accommodante, acquiescente, ductibile, docile, tractabile
- -- karakter = character complacente
- zich -- tonen = monstrar se complacente
- -- zijn = esser indulgente, indulger
inschikkelijkheid ZN
- 1 indulgentia, complacentia, docilitate, ductilitate, tractabilitate
inschikken WW
- 1 (inschuiven) serrar se
- 2 (toegeven) ceder, esser complacente, monstrar complacentia
- beide tegenstanders wilden niet -- = le duo opponentes non voleva facer concessiones
inschoppen WW
- 1 (naar binnen schoppen) calcar/tirar in
- 2 (breken) rumper per colpos de pede
- de deur -- = rumper le porta per colpos de pede
inschrift ZN
- 1 inscription, epigrapho
inschrijden WW
- 1 entrar solemnemente (in)
inschrijfbaar BN
- 1 inscribibile, (ook WISK) inscriptibile
- een regelmatige veelhoek is -- in een cirkelomtrek = un polygono regular es inscriptibile in un circumferentia
inschrijfbiljet ZN
- 1 Zie: inschrijfformulier
inschrijfformulier ZN
- 1 formulario/scheda/folio de inscription/de registration
- een -- invullen = completar/plenar un formulario de inscription
inschrijfgeld ZN
- 1 Zie: inschrijfkosten
inschrijfkosten ZN MV
- 1 costos de inscription/de registration
- de -- bedragen 100 gulden = le costos de registration es cento florinos
inschrijven WW
- 1 inscriber, registrar
- het -- = inscription, registration
- weer -- = reinscriber
- het weer -- = reinscription
- zijn bagage laten -- = facer registrar su bagage
- een lid -- = inscriber un membro
- een deelnemer -- = inscriber un participante
- zich voor een examen laten -- = facer inscriber se pro un examine
- zich (als student, etc.) laten -- = (im)matricular se
- het -- (als student, etc.) = matriculation
- 2 (WISK) inscriber
- het -- = inscription
- 3 (voor aanbesteding) facer/presentar un offerta
- 4 (intekenen) subscriber
- op een nieuwe uitgave -- = subscriber a un nove edition
inschrijver ZN
- 1 subscriptor
- 2 registrator
inschrijving ZN
- 1 (het opnemen in een lijst/register) inscription, registration, immatriculation
- -- in het handelsregister = inscription in le registro mercantil
- -- van een hypotheek = inscription/registration de un hypotheca
- -- van leden = inscription/immatriculation de membros
- bewijs van -- = certificato de inscription
- de -- openen = aperir le inscription
- 2 (intekening) subscription
- laatste -- 31 januari = le ultime die de subscription es le 31 de januario
- 3 (bij aanbesteding) offerta
- laagste -- = melior offerta
- --en accepteren = acceptar offertas
inschrijvingsbedrag ZN
- 1 amonta/summa de inscription/de registration
inschrijvingsbewijs ZN
- 1 certificato de inscription/registration
- 2 certificato de subscription
inschrijvingsformulier ZN
- 1 Zie: inschrijfformulier
inschrijvingsgeld ZN
- 1 costos de inscription/registration
inschrijvingslijst ZN
- 1 lista de inscription/de registration
inschrijvingsnummer ZN
- 1 matricula
inschrijvingsregister ZN
- 1 matricula
inschrijvingstermijn ZN
- 1 termino de inscription/de registration
inschrijvingsvoorwaarden ZN MV
- 1 conditiones de inscription/de registration
inschroeven WW
- 1 vitar
inschrompeling ZN
- 1 (MED) (van orgaan) involution
inschuifbaar BN
- 1 telescopic
- --e antenne = antenna telescopic
inschuifbeker ZN
- 1 cuppa telescopic
inschuifladder ZN
- 1 Zie: uitschuifladder
inschuiftafel ZN
- 1 Zie: uitschuiftafel
inschuiven ZN
- 1 (met een schuivende beweging binnengaan) entrar
- 2 (er tussen plaatsen) inserer, insertar, intercalar, interpolar
- het -- = insertion, intercalation, interpolation
- 3 (naar binnen schuiven) pulsar
- een la -- = clauder un tiratorio
- 4 (opschuiven) serrar
inschuld ZN
- 1 debita active
inscriberen WW
- 1 inscriber
inscriptie ZN
- 1 (opschrift) inscription, epigrapho
- -- in twee talen = inscription bilingue
- een horloge met -- = un horologio con un inscription
- van een -- voorzien = munir/provider de un inscription
- 2 (bewijs van inschrijving) certificato de inscription/registration
insectie ZN
- 1 incision
insectifugum ZN
- 1 insectifugo
insecuriteit ZN
- 1 insecuritate
inseinen WW
- 1 poner/mitter al currente, informar, instruer
- ze hebben hem kennelijk ingeseind = obviemente on le ha ponite al currente
insekt ZN
- 1 insecto
- honingvoortbrengend -- = insecto mellifere
- gevleugeld -- = insecto alate
- halfvleugelig -- = insecto hemiptere
- versteend -- = entomolytho
- --en betreffend = entomic
insektarium ZN
- 1 insectario
insektenbeet ZN
- 1 piccatura/punctura de insecto
insektenbestrijding ZN
- 1 campania pro le extermination de insectos
insektenbestrijdingsmiddel ZN
- 1 insecticida
insektenbloem ZN
- 1 flor entomophile
insektenbloemig BN
- 1 entomophile
insektenboek ZN
- 1 libro de insectos
insektendodend BN
- 1 insecticida
- -- middel = insecticida
insektendoders ZN MV
- 1 fungos carnivore
insektenetend BN
- 1 insectivore, entomophage
- --e planten = plantas insectivore
- --e dieren = animales insectivore
- --e vogel = ave insectivore
insekteneter ZN
- 1 animal insectivore, insectivoro, entomophago
insektenkenner ZN
- 1 entomologo, entomologista, insectologo
insektenkunde ZN
- 1 insectologia, entomologia
insektenlarve ZN
- 1 larva de insecto
insektenlichaam ZN
- 1 corpore de insecto
insektenplaag ZN
- 1 plaga/flagello/invasion de insectos
insektenpoeder ZN
- 1 pulvere insecticida
insektenrijk ZN
- 1 Zie: insektenwereld
insektenstaat ZN
- 1 societate de insectos
insektensteek ZN
- 1 punctura/piccatura/morsura de insecto
insektenstudie ZN
- 1 studio de insectos
insektenverdelger ZN
- 1 insecticida
insektenverzamelaar ZN
- 1 collectionator de insectos
insektenverzameling ZN
- 1 collection entomologic/de insectos
insektenwereld ZN
- 1 mundo del insectos
insektenwerend BN
- 1 insectifuge
- -- middel = insectifugo
insekticide ZN
- 1 insecticida
insektivoor BN
- 1 insectivore, entomophage
- --e planten = plantas insectivore
insektivoor ZN
- 1 insectivoro, entomophago
insektologie ZN
- 1 insectologia, entomologia
insektologisch BN
- 1 insectologic, entomologic
insektoloog ZN
- 1 insectologo, entomologo, entomologista
inseminatie ZN
- 1 insemination
- kunstmatige -- = insemination artificial
inseminator ZN
- 1 inseminator, fecundator
insemineren WW
- 1 inseminar (artificialmente)
- het -- = insemination
ins en outs ZN MV
- 1 detalios
- ik ken niet alle -- van die zaak = io non sape omne detalios de iste affaire (F)
inseparabel BN
- 1 inseparabile
inseraat ZN
- 1 (bijlage) supplemento
- 2 (tussengevoegde mededeling) insertion
insereren WW
- 1 inserer, insertar
insertie ZN
- 1 insertion
insgelijks BW
- 1 equalmente, alsi, anque
- prettig weekend! --! = bon fin de septimana! equalmente!
inside information ZN
- 1 novas de bon fonte, information confidential
insider ZN
- 1 initiato
- alleen voor --s begrijpelijk = comprensibile/comprehensibile solmente pro initiatos
insidieus BN
- 1 insidiose
insigne ZN
- 1 insignia, ordine, decoration
insijpelen WW
- 1 infiltrar se
- het -- = infiltration
insijpeling ZN
- 1 infiltration
insinuatie ZN
- 1 insinuation
- grove -- = insinuation crude
- lasterlijke -- = insinuation calumniose
- de --s negeren = disdignar le insinuationes
insinueren WW
- 1 insinuar
- het -- = insinuation
- iemand die insinueert = insinuator
- --de woorden = parolas insinuante, insinuationes
insipide BN
- 1 insipide
insisteren WW
- 1 insister
in situ BW
- 1 in situ (L)
- een plant -- bestuderen = studiar un planta in situ
inslaan WW
- 1 (door slaan breken) rumper, fracassar
- een ruit -- = rumper un vitro
- iemand de hersens/harses/schedel -- = rumper/fracassar le capite/testa a un persona
- 2 (in voorraad nemen) facer provision de, approvisionar se, facer un stock (E) de, (opslaan) immagazinar
- drank -- = approvisionar se de bibitas
- 3 (omvouwen) replicar
- een mouw -- = replicar un manica
- 4 (indrijven) introducer, (spijker) clavar
- 5 (aanbrengen) stampar
- 6 (nuttigen) ingurgitar, prender
- 7 (WEVEN) (de ketting --) tramar
- 8 (met een slag in iets doordringen) cader
- de bliksem is hier ingeslagen = le fulmine ha cadite hic
- als een bom -- = cader como un bomba, venir como un fulmine a celo seren
- 9 (een richting nemen) prender, tornar in, entrar in
- de weg -- naar = prender le cammino de
- een straat -- = prender/tornar in/entrar un strata
- 10 (FIG) haber successo, haber effecto, facer impression
- die opmerking sloeg in = iste remarca ha facite sensation
- -- bij het publiek = haber successo ante le publico
inslaapmiddel ZN
- 1 hypnotico
inslag ZN
- 1 (in weefsel) trama
- (FIG) dat is schering en -- = isto es le pan de cata die
- 2 (het met een slag doordringen) impacto, impaction
- de -- van meteorieten = le impacto de meteorites
- plaats van -- = loco/puncto de impacto
- 3 (mbt waren) approvisionamento, provision, stock (E)
- 4 (strekking, tendens) tendentia
- partij met een fascistische -- = partito con un tendentia/de tendentia fascista
- in de brochure zit een duidelijk commerciële -- = in le brochure (F) il ha un clar tendentia commercial
inslagdraad ZN
- 1 (WEVEN) (filo de) trama
inslagkrater ZN
- 1 crater de impacto
inslagzijde ZN
- 1 (WEVEN) sete de trama
inslapen WW
- 1 (indutten) addormir se
- doen -- = addormir
- 2 (sterven) morir, deceder
inslapertje ZN
- 1 (middel om in te slapen) medio pro addormir se, soporifico
- 2 (fantasiegedachte) phantasma ante le somno
inslecht BN
- 1 odiose, ignobile, perverse
inslijpen WW
- 1 (door slijpen aanbrengen) taliar in, gravar in
- 2 (passend slijpen) affilar
inslikken WW
- 1 glutir, inglutir, deglutir, ingurgitar
- het -- = inglutimento, deglutition, ingurgitation
inslikking ZN
- 1 inglutimento, deglutition, ingurgitation
inslingeren WW
- 1 lancear in
inslinken WW
- 1 Zie: slinken
inslinking ZN
- 1 Zie: slinking
inslippen WW
- 1 glissar se in
inslokken WW
- 1 mangiar/biber avidemente/gluttemente
inslorpen WW
- 1 sorber, absorber
inslorping ZN
- 1 absorption
insluimeren WW
- 1 addormir se
- doen -- = addormir
insluimering ZN
- 1 somnolentia
insluipen WW
- 1 entrar/introducer se/insinuar se (clandestinmente/furtivemente) in
- de kinderen sluipen het huis in = le infantes entra furtivemente in le casa
- er is een fout in de berekening geslopen = il se ha introducite un error in le calculo
- een ingeslopen misbruik = un abuso que se ha introducite pauco a pauco in le mores
insluiper ZN
- 1 persona qui entra furtivemente, intruso
insluiping ZN
- 1 entrata/introduction clandestin/furtive, intrusion
- diefstal met -- = furto sin effraction
insluipsel ZN
- 1 abuso/habito que se ha introducite (lentemente)
insluiten WW
- 1 (bijvoegen) junger, adjunger, includer, inserer
- in de brief -- = includer in le littera
- een formulier -- = adjunger un formulario
- ik sluit hier een briefje voor je zuster in = io junge un parve littera pro tu soror
- 2 (omsingelen, belegeren) investir, blocar, assediar, incircular, cinger
- 3 (omgeven) circumferer
- het binnenplein wordt door de gebouwen geheel ingesloten = le corte interior es completemente circumferite de edificios
- 4 (opsluiten) carcerar, incarcerar
- 5 (bevatten) continer, comprender, comprehender, implicar
- in een vloeistof ingesloten gasbellen = bullas de gas continite in un liquido
- dit sluit niet in dat = isto non implica que
insluiting ZN
- 1 (belegering) investimento, assedio, incirculamento
- 2 (mbt brief) inclusion
- 3 (in een mineraal) inclusion
insluitingsleger ZN
- 1 armea de investimento/de assedio/de incirculamento
insluitingstroepen ZN
- 1 truppas de investimento/de assedio/de incirculamento
insluizen WW
- 1 facer entrar in un esclusa
inslurpen WW
- 1 sorber, absorber
inslurping ZN
- 1 absorption
insmelten WW
- 1 (smeltend invoegen) funder in, incorporar in
insmeren WW
- 1 lubricar, lubrificar, unctar, linir
- met vet -- = ingrassar
- met olie -- = olear
- met vaseline -- = unctar con vaselina, vaselinar
- met teer -- = catranar
- met zeep -- = saponar
- met wrijfpommade -- = pomadar, embrocar
- zal ik je rug even --? = esque io te da un pauco/un poco de crema al humeros/spatulas?
insmijten WW
- 1 jectar in, lancear in
- 2 rumper per colpos de petra
insmokkelen WW
- 1 importar contrabando
insneeuwen WW
- 1
- (naar binnen sneeuwen) het sneeuwt in op zolder = le nive entra a transverso le tecto
- 2 (door sneeuw ingesloten worden) esser blocate per/in le nive
insnijden WW
- 1 (een snede maken in) facer un incision/intalio/sectura, incider, incisar, insecar, intaliar, scarificar
- een wond -- = incisar un plaga, facer un incision in un plaga
- de bast van een boom -- = incisar le cortice de un arbore, scarificar un arbore
- een boom voor harswinning -- = intaliar un arbore pro obtener resina
- 2 (door snijden aanbrengen in) gravar
- zijn naam -- = gravar su nomine
insnijding ZN
- 1 incision, intalio, sectura, (ANAT ook) incisura
- 2 (BOUWK) glypho
- 3 (GEOL) indentation
- --en van een rotsachtige kust = indentationes de un litoral roccose
- 4 (van blad) indentation
insnijdmes ZN
- 1 bisturi
insnoeren WW
- 1 (vernauwen) stringer, constringer, render plus stricte
- een bloedvat -- = constringer un vasculo sanguinee
- 2 (inrijgen) laciar
insnoerend BN
- 1 constrictive, constringente
insnoering ZN
- 1 (handeling) constriction
- 2 (plaats) constriction
insnuiven ZN
- 1 respirar, aspirar
insolatie ZN
- 1 insolation
insolent BN
- 1 insolente
insolentie ZN
- 1 insolentia
insolide BN
- 1 (onvast) pauco/poco solide/resistente
- 2 (onbetrouwbaar) pauco/poco digne de confidentia/fiducia
insolvabel BN
- 1 insolvente
insolvabiliteit ZN
- 1 insolventia
insolvabiliteitsverzekering ZN
- 1 assecurantia contra insolventia
insolvent BN
- 1 insolvente
- --e debiteur = debitor insolvente
- iemand -- verklaren = declarar insolvente un persona
insolventie ZN
- 1 insolventia
insolventverklaring ZN
- 1 declaration de insolventia
insomnie ZN
- 1 insomnia
insoppen WW
- 1 molliar
inspannen WW
- 1
- (zijn kracht aanwenden) zich -- = effortiar se, facer un effortio, facer effortios, dar se pena
- al zijn krachten -- = facer un supreme effortio/tote su effortios
- zijn hersens -- = facer un effortio mental
- zich dubbel -- = reduplar su effortios
- zich sterker -- = accentuar su effortio
- hij moet zich flink -- om de deur open te krijgen = ille debe facer un grande effortio pro aperir le porta
- 2 (trekdieren) attachar {sj}, harnesar
- een paard -- = harnesar un cavallo
- 3 (mbt proces) intentar
inspannend BN
- 1 fatigante, extenuante, ardue
- een -- werk = un labor/travalio ardue
- corrigeren is een -- werk = corriger es un labor/travalio fatigante
inspanning ZN
- 1 (het aanwenden van kracht) effortio
- geestelijke -- = effortio intellectual/mental
- bovenmenselijke -- = effortio superhuman/suprahuman
- hun gezamelijke --en = lor effortios conjuncte/conjugate
- een -- belonen = recompensar/premiar un effortio
- zijn --en op iets richten = orientar su effortios verso un cosa
- alle --en bleven tevergeefs = tote le effortios ha essite in van
- dat kost veel -- = isto costa/exige multe effortio
- de -- belonen = premiar le effortio
in spe
- 1 futur, proxime, in herba
- mijn schoonzus -- = mi futur soror affin
inspecteren WW
- 1 (controleren) inspectar, inspicer, facer un inspection de, controlar, visitar
- de troepen -- = inspectar le truppas
- de slaapzalen -- = facer le inspection del dormitorios
- 2 (monsteren) passar in revista
- de troepen -- = passar le truppas in revista
inspecteur ZN
- 1 inspector, controlator, supervisor, visitator
- -- van politie = inspector de policia
- -- bij het middelbaar onderwijs = inspector del inseniamento secundari
- -- bij een verzekeringsmaatschappij = inspector de assecurantias/de un compania de assecurantia
- -- generaal = inspector general
- ambt van -- = inspectorato
inspecteur-generaal ZN
- 1 inspector general
inspecteurschap ZN
- 1 inspectorato
inspectie ZN
- 1 (controle) inspection, visita
- vluchtige -- = inspection rapide
- grondige -- = inspection a fundo
- -- van een schip = inspection de un nave
- een -- houden = facer un inspection
- 2 (wapenschouwing) inspection, revista
- 3 (dienst van het op- en toezicht over iets) inspection, inspectorato
- 4 (ambtsgebied van een inspecteur) inspectorato
inspectiebezoek ZN
- 1 visita de inspection/del inspector
inspectiedienst ZN
- 1 inspection, inspectorato
inspectieluik ZN
- 1 (in vloer) trappa de inspection
inspectiereis ZN
- 1 viage de inspection
inspectietocht ZN
- 1 tour (F) de inspection
inspectoraat ZN
- 1 (ambt) inspectorato, inspection
- 2 (ambtsgebied) inspectorato
inspelen WW
- 1 (geschikt maken voor het gebruik) preparar, (MUZ) essayar, preluder, (DRAM) essayar
- de nieuwe snaren van een gitaar -- = essayar le nove chordas de un guitarra {gi}/gitarra
- (SPORT) zich -- = preparar se
- (SPORT) goed op elkaar ingespeeld zijn = formar un bon equipa
- 2 (vooruit lopen op) anticipar
- 3 (reageren op) reager (a)
- -- op een behoefte = responder a un necessitate, saper facer uso de un besonio
inspijkeren WW
- 1 clavar in, fixar con clavos
inspinnen WW
- 1 inveloppar in filos
- de spin had het vliegje ingesponnen = le aranea habeva inveloppate le musca in su tela
- 2
- zich -- = mitter/poner se in le cocon (F)
inspiratie ZN
- 1 (bezieling) inspiration
- een voortdurende bron van -- = un fonte constante de inspiration
- goddelijke -- = inspiration divin
- -- opdoen = inspirar se, haber un inspiration
- 2 (inademing) inspiration, inhalation
inspiratiebron ZN
- 1 fonte de inspiration
inspirator ZN
- 1 inspirator, instigator
inspiratorisch BN
- 1 inspiratori
- --e medeklinker = consonante inspiratori
- -- spreken = parlar inspiratorimente
inspireren WW
- 1 (bezielen) inspirar, enthusiasmar, infunder enthusiasmo a
- een geïnspireerd kunstenaar = un artista inspirate
- geïnspireerd pianospelen = esser un pianista inspirate
- 2 (modelleren naar) basar (super)
- een film geïnspireerd op de gelijknamige roman = un film (E) basate super le libro del mesme nomine
inspirerend BN
- 1 inspirante, inspiratori, stimulante, enthusiasmante, vivificante
- -- betoog = discurso inspirante/stimulante
- -- werken = esser inspirante/stimulante, inspirar, stimular
inspraak ZN
- 1 participation
- de -- van de arbeiders = le participation del obreros
- -- eisen = exiger participation
- -- bevorderen = incoragiar participation
- de -- van zijn hart volgen = sequer le inclinationes/impulsos de su corde
inspraakprocedure ZN
- 1 procedura/procedimento de participation
inspraakronde ZN
- 1 opportunitate de participation del publico
inspreken BN
- 1 (inboezemen) insufflar, infunder, inspirar
- iemand moed -- = insufflar/infunder corage a un persona, incoragiar un persona
- 2 (spreken in) registrar
- een boodschap -- in het antwoordapparaat = registrar un message in le responditor automatic
- boeken -- voor een blindenbibliotheek = registrar libros pro un bibliotheca Braille
inspringen WW
- 1 (invallen) suppler, substituer, reimplaciar, prender le placia de
- voor een collega -- = substituer/reimplaciar un collega
- 2 (zich meer naar binnen uitstrekken) esser/star retro, receder
- het huis springt hier in = le casa sta retro in iste loco
- 3 (met een sprong inkomen) saltar in, salir in
- de Maas -- = saltar in le Mosa
- 4 (inhaken op) adherer (a)
- deze firma is ingesprongen op de laatste ontwikkelingen op modegebied = iste firma ha sequite le ultime evolutiones del moda
- 5 (DRUKK) indentar
inspringend BN
- 1 entrante, recedente
- --e hoek = angulo entrante
- --e muur = muro recedente
inspringing ZN
- 1 (DRUKK) indentation
inspuitdruk ZN
- 1 pression de injection
inspuiten WW
- 1 (een injectie geven) injicer, injectar, syringar
- het oor -- = injicer/injectar/syringar le aure
- serum bij iemand -- = injicer/injectar sero a un persona, facer injectiones de sero a un persona
inspuiting ZN
- 1 (handeling) injection
- onderhuidse -- = injection hypodermic/hypodermatic/subcutanee
- 2 (dat wat ingespoten wordt) injection
inspuitmondstuk ZN
- 1 injector de benzina
inspuitmotor ZN
- 1 motor a injection
inspuitsysteem ZN
- 1 (van motor) systema de injection
inspuittoestel ZN
- 1 injector
inspuwen WW
- 1 spuer in, sputar in
instaan WW
- 1 responder (de), garantir
- wij staan er voor in dat = nos garanti que
- niet voor de gevolgen -- = non responder del consequentias
- niet voor het resultaat -- = non garantir le resultato
- -- voor de kwaliteit van een produkt = responder del qualitate de un producto
- voor de echtheid van iets -- = garantir le/responder del authenticitate de un cosa
- nergens voor -- = garantir nihil
- voor een borg -- = certificar un caution
- de directie staat niet in voor eventuele schade = le direction non assume le responsabilitate de eventual damnos
instabiel BN
- 1 instabile, labile
- -- evenwicht = equilibrio instabile
- --e constructie = construction instabile
- -- karakter = character instabile
instabiliteit ZN
- 1 instabilitate, labilitate
- politieke -- = instabilitate politic
installateur ZN
- 1 installator
- de -- van onze centrale verwarming = le persona qui ha installate nostre calefaction central
- erkend -- = installator recognoscite
installatie ZN
- 1 (inauguratie, bevestiging in ambt) installation, inauguration
- 2 (plaatsing van technische toestellen) installation, montage
- -- van een wasmachine = installation de un machina a/de lavar
- 3 (technische toestellen) installation, dispositivo, apparato, equipamento
installatieaanwijzingen ZN MV
- 1 indicationes de installation
installatiebureau ZN
- 1 officio de installationes
installatiekosten ZN MV
- 1 costo(s) de installation
installatiemateriaal ZN
- 1 material de installation
installatieplechtigheid ZN
- 1 solemnitate/ceremonia de installation/de inauguration
installatievoorschriften ZN MV
- 1 prescriptiones de installation
installeren WW
- 1 (inaugureren, in ambt bevestigen) installar, inaugurar
- 2 (voor het gebruik gereed maken) installar, montar
- een wasmachine -- = installar un machina a/de lavar
- de autoradio -- = montar le autoradio
- 3 (plaatsen, vestigen) installar, stabilir, establir
- zich behaaglijk -- = installar se commodemente
instampen WW
- 1 (door stampen indrijven) introducer per colpos/per le pede(s), figer
- palen -- = figer palos
- 2 (inprenten) inculcar
- het -- = inculcation
- de onregelmatige werkwoorden -- = inculcar le verbos irregular
instamperij ZN
- 1 Zie: instamping-2
instamping ZN
- 1 (indrijving door stampen) introduction per colpos/per le pede(s)
- 2 (inprenting) inculcation
instandhouder ZN
- 1 mantenitor, perpetuator
instandhouding ZN
- 1 conservation, mantenentia, mantenimento, preservation, (het voortzetten) perpetuation
- -- van de bestaande orde = mantenentia del ordine establite
- -- van de dijken = mantenentia/conservation del dicas
- -- van een monument = conservation de un monumento
- -- van een beweging = conservation de un movimento
- -- van een traditie = perpetuation de un tradition
- -- van de soort = conservation/perpetuation/preservation del specie
instant BN
- 1 instantanee
instantie ZN
- 1 (JUR) (aanleg) instantia
- in eerste -- dachten wij dat het waar was = initialmente/in prime instantia nos pensava que illo esseva ver
- in tweede -- = in secunde instantia
- in laatste -- = in ultime instantia
- een hogere -- = un instantia superior
- 2 (dringend verzoek) instantia, insistentia
- 3 (orgaan) servicio, autoritate, organismo
- openbare --s = autoritates public
- bevoegde --s = autoritates competente
- de betrokken --s op de hoogte brengen = informar le autoritates concernite
- zich tot een hogere -- wenden = diriger se a un autoritate superior
instantkoffie ZN
- 1 caffe instantanee/solubile
instant-oplossing ZN
- 1 solution instantanee
instantsoep ZN
- 1 suppa instantanee
instapkaart ZN
- 1 carta de accesso (a bordo)
instappen WW
- 1 (mbt voertuig) montar
- in een vliegtuig stappen = montar a bordo de un avion
- in de trein stappen = montar in un traino
- vlug -- = montar rapidemente
- 2 (binnenstappen) entrar in
- 3 (meedoen aan) adherer a
instaptoets ZN
- 1 test (E) de entrata/de ingresso/de admission
in statu nascendi
- 1 in statu nascendi (L)
insteek ZN
- 1 entresol (F)
insteekkamer ZN
- 1 Zie: insteek
insteekvenster ZN
- 1 mezzanin
insteekverdieping ZN
- 1 mezzanin
insteken WW
- 1 mitter in, poner in, introducer in
- een draad -- = infilar un agulia
- zijn neus overal -- = mitter le naso in toto
instelbaar BN
- 1 adjustabile, regulabile, adaptabile
- --e ring = anello adjustabile/regulabile
- turbine met --e schoepen = turbina a palas adjustabile/regulabile
- vooraf -- = adjustabile in avantia
instelbaarheid ZN
- 1 adjustabilitate, regulabilitate, adaptabilitate
instelcondensator ZN
- 1 condensator adjustabile
instellen WW
- 1 (oprichten) fundar, instituer, constituer, instaurar, eriger, crear, formar, convocar, stabilir, establir
- een commissie -- = instituer/constituer/crear/formar un commission
- een traditie -- = fundar un tradition
- een prijs -- = instituer un premio
- een leerstoel -- = instituer un cathedra universitari
- een belasting -- = stabilir/establir/crear un imposto
- nieuwe bisdommen -- = instituer nove dioceses
- 2 (beginnen) aperir, comenciar, initiar, (JUR) intentar
- een onderzoek -- = comenciar/aperir/facer un inquesta/recerca/investigation, investigar
- een vervolging tegen iemand -- = proceder contra un persona
- 3 (regelen, afstellen) regular, adjustar, programmar
- het contrast van de tv -- = regular le contrasto del television
- de tv is niet goed ingesteld = le television besonia adjustamento
- een camera (scherp) -- = focalisar un camera
- een microscoop -- = adjustar/focalisar un microscopio
- de wasmachine is ingesteld op het wasprogramma voor bontgoed = le lavator ha essite programmate pro pannos colorate
- 4
- (FIG) zich -- op = preparar se a/pro
insteller ZN
- 1 fundator, instaurator, creator, erector, establitor
instelling ZN
- 1 (het oprichten) fundation, constitution, erection, creation, stabilimento, establimento, instauration, institution
- -- van een commissie = constitution de un commission
- -- van een nieuw ministerie = creation de un nove ministerio
- -- van de Olympische Spelen = institution/instauration del Jocos Olympic
- 2 (mbt toestellen) regulation, adjustamento
- automatische -- = regulation automatic
- 3 (organisatie, instituut) instituto, institution, fundation, stabilimento, establimento
- openbare -- = institution/stabilimento/establimento public
- een -- oprichten = crear un instituto
- democratische --en = institutiones democratic
- internationale --en = institutiones international
- kerkelijke -- = institution religiose
- politieke -- = institution politic
- -- van liefdadigheid, liefdadige -- = institution de caritate
- -- voor hoger onderwijs = establimento/stabilimento de inseniamento superior
- tot een -- maken = institutionalisar
- een -- worden = institutionalisar se
- het tot een -- maken, het tot -- worden = institutionalisation
- 4 (mentaliteit) attitude, spirito, mentalitate, disposition
- kritische -- = spirito critic/de examine
- negatieve -- = attitude negative
- positieve -- = attitude positive
- materialistische -- = mentalitate/disposition materialistic
- een zakelijke -- hebben = haber un mentalitate commercial, haber un approche {s} commercial
- de juiste -- hebben voor iets = haber le mentalitate appropriate/le spirito juste pro un cosa
instelloep ZN
- 1 lupa adjustabile
instelraam ZN
- 1 quadro adjustabile
instelschaal ZN
- 1 scala de adjustamento
instelschroef ZN
- 1 vite de adjustamento
instemmen WW
- 1 (goedkeuren) esser de accordo (con), approbar, assentir, consentir, adherer, acquiescer, dar acceptation, sympathisar (con)
- stilzwijgend met iets -- = consentir tacitemente a un cosa
- met een verzoek -- = consentir a un requesta
- met een voorstel -- = approbar un proposition
- geheel met iemand -- = esser completemente de accordo con un persona
- met iemands bezwaren -- = supportar le objectiones de un persona
instemmend BN
- 1 approbative, approbatori, acquiescente, assentiente, consentiente
- -- gemompel = rumor/murmure approbatori/de approbation
- --e houding = attitude consentiente
instemming ZN
- 1 accordo, approbation, assentimento, consenso, consentimento, adhesion, acquiescentia, adhesion
- blijken van -- = signos/monstras de consentimento/de approbation
- algemene -- = consenso/consentimento/approbation general/ unanime
- het voorstel vond -- bij de andere leden = le proposition esseva approbate per le resto del membros
- de motie vond algemene -- = le motion esseva approbate generalmente
- zijn -- betuigen met = dar su adhesion a, esser de accordo con, manifestar su approbation, approbar, adherer a
- zijn -- aan een plan onthouden = non approbar un plano
- de -- van de kiezers verkrijgen = obtener le consenso del electorato
instigatie ZN
- 1 instigation, incitation
- op -- van = a/per instigation de
instigator ZN
- 1 instigator, fomentator, excitator
instigeren WW
- 1 instigar, incitar
instijgen WW
- 1 (stijgend ingaan) montar (in)
- de ballon steeg de lucht in = le ballon montava in le celo
- 2 (in een voertuig stappen) montar (in un avion/traino/autobus/auto, etc.)
instikken WW
- 1 stringer
- een rok -- = stringer un gonna/gonnella
instillatie ZN
- 1 instillation
instinct ZN
- 1 (natuurlijke aandrift) instincto
- -- tot zelfbehoud = instincto de conservation
- -- van dieren, dierlijk -- = instincto animal/bestial
- lage --en = instinctos basse
- zijn -- volgen = sequer su proprie instincto
- aan zijn --en toegeven = ceder al natura
- zijn --en beteugelen = frenar su instinctos
- bij -- = per instincto, instinctivemente
- 2 (intuïtie) instincto, intuition
- het vrouwelijk -- = le intuition feminin
- hij daar een -- voor = ille ha un naso pro tal cosas
instincthandeling ZN
- 1 action instinctive
instinctief BN
- 1 instinctive, (PSYCH) instinctual
- --e beweging = movimento instinctive
- -- acto = instinctieve handeling
- -- gebaar = gesto instinctive
- -- gedrag = comportamento instinctive
- --e afkeer = aversion instinctive
- -- handelen = ager per instincto
instinctiviteit ZN
- 1 instinctivitate
- -- van het moe-dergevoel = instinctivitate del sentimento materne
instinctleven ZN
- 1 vita instinctive
instinctmatig BN
- 1 instinctive, (PSYCH ook) instinctual
- -- gebaar = gesto instinctive
- --e handeling = action instinctive
- -- gedrag = comportamento/conducta instinctual
- -- handelen = ager instinctivemente
instinctmatigheid ZN
- 1 instinctivitate
instinken WW
- 1
- er -- = esser dupate, cader in le insidia
institueren WW
- 1 instituer, fundar, estabilir, stabilir, crear
instituten ZN MV
- 1 (ROM RECHT) institutas
institutie ZN
- 1 institution
institutionaliseren WW
- 1 institutionalisar
- een gebruik -- = institutionalisar un uso/usage/consuetude
institutionalisering ZN
- 1 institutionalisation
- -- van een gebruik = institutionalisation de un uso/usage/consuetude
institutionalisme ZN
- 1 institutionalismo
institutionalist ZN
- 1 institutionalista
institutioneel BN
- 1 institutional
- --e crisis = crise/crisis institutional
- --e beleggers = investitores institutional
instituut ZN
- 1 instituto, institution, officio
- de kerk als -- = le ecclesia como institution
- sinologisch -- = instituto sinologic
- biologisch -- = instituto biologic/de biologia
- meteorologisch -- = officio meteorologic
- het Instituut voor Nederlandse Lexicologie = le Instituto de Lexicologia Nederlandese
instituutsbeheerder ZN
- 1 administrator/gerente del instituto
instituutsbibliotheek ZN
- 1 bibliotheca de un instituto
instomen WW
- 1
- de schepen stomen de haven in = le naves entra in le porto
instoppen WW
- 1 (induwen) mitter (in), pulsar (in), figer (in)
- je moet er een euro -- = tu debe mitter un euro in illo/in le apparato
- 2 (toedekken) coperir, involver, inveloppar
- warm -- = coperir ben
instore BN
- 1 in le magazin
- -- reclame = publicitate in le magazin
instormen WW
- 1 entrar precipitemente (in), facer irruption (in)
instorten WW
- 1 (doen instromen) versar
- graan in een zak storten = versar grano in un sacco
- 2
- (REL) een genade -- = infunder un gratia
- 3 (neerstorten) laber, collaber, cader in ruina(s)
- op -- staan = periclitar
- het dak stortte boven zijn hoofd in = le tecto collabeva super su testa/capite
- (FIG) de huizenmarkt is ingestort = le mercato immobiliari ha collabite
- 4 (een inzinking krijgen) laber, collaber
- (van een zieke) weer -- = recader
instorting ZN
- 1 collapso
- 2 (van een zieke) recadita, collapso
instortingsgevaar ZN
- 1 risco de collapso
instoten WW
- 1 (door stoten doen indringen) figer
- 2 (naar binnen stoten) pulsar in
- 3 (door stoten breken) rumper
- een ruit -- = rumper un vitro
instouwen WW
- 1 (SCHEEP) stivar
- het -- = stivage
- 2 (mbt eten) inglutir, ingurgitar
instouwing ZN
- 1 (SCHEEP) stivage
- 2 (mbt eten) inglutimento
instromen WW
- 1 fluer in, affluer in, entrar in
instroom ZN
- 1 affluxo, influxo, affluentia
- -- van eerstejaars studenten = affluxo/affluentia de studentes/studiantes de prime anno
instructeur ZN
- 1 instructor
instructie ZN
- 1 (onderwijs) instruction, inseniamento
- geprogrammeerde -- = inseniamento programmate
- 2 (aanwijzing) instruction, ordine, prescription, consigna, notitia
- iemand --s geven = dar instructiones a un persona
- strenge --s hebben = haber instructiones/ordines stricte
- de --s opvolgen = sequer le instructiones, conformar se al instructiones, observar le consigna
- de --s nauwkeurig opvolgen = sequer le instructiones strictemente/al pede del littera
- nieuwe --s uitvaardigen = dar nove instructiones/ordines
- (handleiding) technische -- = notitia technic
- --s voor de computer = instructiones pro le cumputator/computer (E)
- 3 (JUR) instruction
- rechter van -- = judice de instruction, instructor
- -- van strafzaken = instruction judiciari
instructiebad ZN
- 1 piscina de instruction
instructieboekje ZN
- 1 libretto de instructiones
instructief BN
- 1 instructive, educative, maestrative
instructiefilm ZN
- 1 film (E) de instruction
instructiemateriaal ZN
- 1 material de instruction
instructiereis ZN
- 1 viage de instruction
instructieschip ZN
- 1 nave schola
instructie-sequentie ZN
- 1 sequentia de instructiones
instructieset ZN
- 1 joco/set (E) de instructiones
instructievlucht ZN
- 1 volo de instruction
instrueren WW
- 1 (onderrichten, op de hoogte brengen) instruer, inseniar
- het -- = instruction
- goed/slecht geïnstrueerd = ben/mal instruite
- 2 (instructies geven) instruer, dar instructiones
- 3 (JUR) instruer
- het -- = instruction
- een proces -- = instruer un processo
instruering ZN
- 1 instruction, briefing (E)
instrument ZN
- 1 instrumento, apparato, machina, utensile, dispositivo, ingenio
- gevoelige --en = instrumentos de precision
- optisch -- = instrumento optic
- chirurgisch -- = instrumento chirurgic
- astronomisch -- = instrumento astronomic
- natuurkundig -- = instrumento physic
- --en aflezen = controlar instrumentos
- 2 (MUZ) instrumento
- concerterende --s = instrumentos concertante
- een -- bespelen = sonar un instrumento
instrumentaal BN
- 1 instrumental
- --e muziek = musica instrumental
- -- recitatief = recitativo instrumental
instrumentair BN
- 1 instrumentari
- --e getuigen = testes instrumentari
instrumentalis ZN
- 1 caso instrumental
instrumentalisme ZN
- 1 instrumentalismo
instrumentalist ZN
- 1 (MUZ) instrumentista, instrumentalista
- 2 (FIL) instrumentista, instrumentalista
instrumentarium ZN
- 1 instrumentos
instrumentatie ZN
- 1 (MUZ) instrumentation, orchestration
- 2 (TECHN) instrumentation
instrumentenbord ZN
- 1 pannello de instrumentos
instrumentendoos ZN
- 1 cassa de instrumentos
instrumentenfabriek ZN
- 1 fabrica de instrumentos
instrumentenkast ZN
- 1 armario de instrumentos
instrumentenkunde ZN
- 1 instrumentation
instrumentenlanding ZN
- 1 (LUCHTV) atterrage automatic
instrumentenpaneel ZN
- 1 Zie: instrumentenbord
instrumententas ZN
- 1 sacco de instrumentos
instrumentenvliegen WW
- 1 Zie: blindvliegen
instrumenteren WW
- 1 (JUR) instrumentar
- het -- = instrumentation
- 2 (MUZ) instrumentar, orchestrar
- het -- = instrumentation, orchestration
instrumentering ZN
- 1 (JUR) instrumentation
- 2 (MUZ) instrumentation, orchestration
instrumentmaker ZN
- 1 constructor/fabricante de instrumentos
instuderen WW
- 1 studiar
instudering ZN
- 1 studio
instuif ZN
- 1 (feestje) festa informal
- 2 (vorm van jeugdwerk) centro aperte pro juvenes
instuiven WW
- 1 entrar precipitemente
- 2
- het stuift hier erg in = le vento face entrar multe pulvere
instulpen WW
- 1 incurvar
- 2 (BIOL, MED) invaginar
- het -- = invagination
instulping ZN
- 1 incurvation
- 2 (BIOL, MED) invagination, (van darm) intussusception
insturen WW
- 1 (inzenden) inviar
- een schilderij voor een tentoonstelling -- = inviar un pictura a un exposition
- de oplossing van de kruiswoordpuzzel -- = inviar le solution del cruciverba
- 2 (naar binnen sturen) facer entrar in, conducer in
- een schip de haven -- = facer entrar un nave in le porto
- 3 (zenden naar een plaats) inviar
- 4
- iemand het bos -- = poner/mitter un persona super un false pista
instuwen WW
- 1 (SCHEEP) stivar
- het -- = stivage
insubordinatie ZN
- 1 insubordination, indisciplina, refusa de obedientia, disobedientia deliberate
- -- plegen = committer insubordination
insuffen WW
- 1 addormir se, haber sopor
- boven een boek -- = addormir se super un libro
insufficiënt BN
- 1 insufficiente, deficiente
insufficiëntie ZN
- 1 insufficientia, (tekortkoming) deficientia
insufflatie ZN
- 1 insufflation
insufflator ZN
- 1 insufflator
insulair BN
- 1 insular
- Engelands --e positie = le position insular/le insularitate del Regno Unite
insulinase ZN
- 1 insulinase
insuline ZN
- 1 insulina
insuline-injectie ZN
- 1 injection de insulina
insulinetherapie ZN
- 1 insulinotherapia
insult ZN
- 1 (belediging) insulto, offensa, injuria, affronto
- 2 (MED) crise, crisis, attacco
- epileptisch -- = crise epileptic/de epilepsia
- apoplectisch -- = attacco apoplectic/de apoplexia
insultatie ZN
- 1 insulto, offensa, affronto, injuria
insulteren WW
- 1 insultar, offender, injuriar, affrontar
in summa BW
- 1 in summa
insurgent ZN
- 1 insurgente
insurrectie ZN
- 1 insurrection
insussen WW
- 1 addormir
inswinger ZN
- 1 ballon/balla con effecto interior
intabuleren WW
- 1 (in een register) registrar
intact BN
- 1 intacte, inalterate
- iets -- laten = lassar intacte un cosa, lassar un cosa como illo es
intake ZN
- 1 (lijst met gegevens) lista/registro de datos
- 2 (lijst van ontvangen goederen) lista/registro de mercantias
- 3 Zie: intakegesprek
intakegesprek ZN
- 1 intervista preliminar, intervista super le admission in le hospital
intanden WW
- 1 indentar
- het -- = indentation
intanding ZN
- 1 indentation
intapen WW
- 1 (MED, SPORT) applicar un banda (auto)adhesive, bandar
intappen WW
- 1 versar
intarsia ZN
- 1 (soort inlegwerk) intarsia
inteelt ZN
- 1 maritage consanguinee, endogamia
- -- bedrijvend = endogame
- 2 (BIOL) selection consanguinee, inbreeding (E)
inteeltdegeneratie ZN
- 1 degenerescentia/degeneration consanguinee/de inbreeding (E)
inteeltpopulatie ZN
- 1 population consanguinee
integendeel BW
- 1 al contrario
integer BN
- 1 integre, eque, equitabile, incorrupte, incorruptibile, honeste, honorabile, probe
- --e rechter = judice eque/incorruptibile
integraal ZN
- 1 integral
- volledige -- = integral complete
- bepaalde -- = integral definite
- onbepaalde -- = integral indefinite
- oneigenlijke -- = integral improprie
- de -- berekenen van = calcular le integral de, integrar
- het berekenen van de -- = integration
integraal BN
- 1 integral, complete
- --e betaling = pagamento integral
- --e geneeskunde = medicina integral
- --e editie = edition integral/complete
- een tekst -- uitgeven = publicar un texto integralmente/in un edition integral
integraalband ZN
- 1 (van boek) copertura integral
integraalcosinus ZN
- 1 cosinus integral
integraalfunctie ZN
- 1 function integral
integraalhelm ZN
- 1 casco integral/de un pecia
integraalkromming ZN
- 1 curvatura integral
integraalrekening ZN
- 1 calculo integral
integraalsinus ZN
- 1 sino integral
integraalteken ZN
- 1 signo de integral
integraaltransformatie ZN
- 1 transformation integral
integraalvergelijking ZN
- 1 equation integral
integralisme ZN
- 1 integralismo
integralist ZN
- 1 integralista
integralistisch BN
- 1 integralista, integralistic
integrant BN
- 1 integrante
integrant ZN
- 1 function integrabile
integratie ZN
- 1 (opneming in het geheel) integration
- de Europese -- = le integration/unification europee
- de -- van minderheden in de maatschappij = le integration de minoritates in le societate
- de -- op gang brengen = stimular le integration
- voorstander van -- = integrationista
- naar -- strevend = integrationista
- horizontale -- = integration horizontal
- 2 (WISK) integration
- partiële -- = integration partial
integratiebeleid ZN
- 1 politica de integration
- een actief -- voeren = conducer un politica active de integration
integratieconstante ZN
- 1 constante de integration
integratiedichtheid ZN
- 1 densitate de integration
integratief BN
- 1 integrative
- --e norm = norma integrative
integratieproces ZN
- 1 processo de integration
integrator ZN
- 1 integrator
- incrementele -- = integrator incremental
integreerbaar BN
- 1 integrabile
- (WISK) --e functie = function integrabile
integreerbaarheid ZN
- 1 integrabilitate
integreren WW
- 1 (volledig maken) integrar, completar
- 2 (tot een geheel samenvoegen) integrar, unificar
- twee bedrijven -- = integrar duo interprisas/companias
- 3 (WISK) integrar
- 4 (tot één geheel worden) integrar se
- die mensen integreren gemakkelijk in de maatschappij = iste gente se integra facilemente in le societate
integrerend BN
- 1 integrante, integral, essential
- een -- deel uitmaken van = formar parte integrante/integral de
integriteit ZN
- 1 (ongeschonden toestand) integritate
- territoriale -- = integritate territorial
- lichamelijke -- = integritate physic
- 2 (onkreukbaarheid) integritate, honestate, honestitate, incorruptibilitate, probitate
- -- van een rechter = incorruptibilitate de un judice
- iemand -- in twijfel trekken = mitter/poner in dubita le integritate de un persona
- zijn -- bewaren = mantener/conservar/guardar su integritate
- 3 (onschendbaarheid) integritate, inviolabilitate
integument ZN
- 1 (in)tegumento
intekenaar ZN
- 1 subscriptor
- -- op aandelen = subscriptor de actiones
intekenbiljet ZN
- 1 formulario de subscription, folio de adhesion
intekenen WW
- 1 (subscriberen) subscriber
- -- voor een som van honderd gulden = subscriber pro le summa de cento florinos
- op de zesde druk van het woordenboek Nederlands-Interlingua -- = subscriber al sexte edition del dictionario Nederlands-Interlingua
- 2 (inschrijven) inscriber, registrar
- 3 (tekenend aanbrengen) designar
intekening ZN
- 1 (handeling) subscription
- bij -- op de gehele reeks ontvangt u een waardevol geschenk = si vos subscribe a tote le serie vos va reciper un presente de valor
- 2 (geval) inscription, registration
intekenlijst ZN
- 1 lista de subscription
- een -- laten rondgaan = facer circular un lista de subscription
intekenprijs ZN
- 1 precio de subscription
- -- vóór verschijning = precio ante le publication
intellect ZN
- 1 (verstand) intellecto, intelligentia
- scherp -- = intellecto acute
- verwerking door het -- = intellectualisation
- (FIL) het kennen door het -- = intellection
- 2 (intellectuelen) intellectuales, intelligentsia (R)
- de vertegenwoordigers van het -- = le representantes del intelligentsia
- 3 (persoon mbt zijn verstand) intellecto, intelligentia
intellectualisering ZN
- 1 intellectualisation
intellectualisme ZN
- 1 (wereldbeschouwing) intellectualismo
- 2 (verstandelijkheid) intellectualismo
intellectualist ZN
- 1 (aanhanger van het intellectualisme) intellectualista
- 2 (nuchter verstandsmens) intellectualista
intellectualistisch BN
- 1 intellectualista, intellectualistic
intellectualiteit ZN
- 1 intellectualitate
intellectualiter BW
- 1 intellectualmente
intellectueel BN
- 1 intellectual
- --e arbeid = labor/travalio intellectual
- --e gaven = donos intellectual
- --e ontwikkeling = disveloppamento intellectual
- --e leven = vita intellectual
- --e vorming = formation/education intellectual
- --e uitwisseling = intercambio intellectual
- --e instelling = cerebralitate
- --e begaafd = dotate intellectualmente, intelligente
- --e klasse = intelligentsia (R)
- -- verwerken = intellectualisar
intellectueel ZN
- 1 (iemand met hoge ontwikkeling) intellectual
- 2 (MV) (intelligentsia) intellectuales, intelligentsia (R)
intelligent BN
- 1 intelligente
- niet -- = inintelligente
- --e leerling = alumno intelligente
- -- gezicht = visage/facie intelligente
intelligentie ZN
- 1 intelligentia, intellecto
- kunstmatige -- = intelligentia artificial
- sociale -- = intelligentia social
- practische -- = intelligentia practic
- buitengewone -- = intelligentia exceptional
- door -- schitteren = brilliar per su intelligentia
- iemand met een matige -- = mediocritate
intelligentieniveau ZN
- 1 grado de intelligentia, nivello intellectual/mental
intelligentieonderzoek ZN
- 1 Zie: intelligentietest
intelligentiepeil ZN
- 1 Zie: intelligentieniveau
intelligentiequotiënt, I.Q. ZN
- 1 quotiente intellectual/mental/de intelligentia, Q.I.
intelligentietest ZN
- 1 test (E) psychometric/de intelligentia
intelligentsia ZN
- 1 intelligentsia (R)
intelligibel BN
- 1 intelligibile
- --e wereld = mundo intelligibile
intempestief BN
- 1 intempestive
intendance ZN
- 1 (rentmeesterschap) intendentia, administration (de benes)
- 2 (korps ambtenaren) intendentia
- 3
- (MIL) militaire -- = intendentia militar
intendance-officier ZN
- 1 officiero del intendentia
intendant ZN
- 1 intendente
- -- van het paleis = intendente del palatio
- kantoor/bureau van een/het ambt van -- = intendentia
intendantschap ZN
- 1 intendentia
intenderen WW
- 1 intender
intens BN
- 1 intense, forte
- --e vreugde = gaudio/joia intense
- -- verlangen = desiro/desiderio intense
- --e afkeer = aversion intense
- --e pijn = dolor acute
- -- genieten = gauder intensemente
- -- gelukkig = intensemente felice
- -- moe zijn = esser exhauste/extenuate
intensheid ZN
- 1 intensitate
intensief BN
- 1 intensive
- -- landbouw = agricultura intensive
- -- bodemgebruik = cultura intensive
- -- werkwoord = verbo intensive
- --e reclame = campania publicitari intensive
- -- contact onderhouden met iemand = haber contactos intensive con un persona
- -- gebruik maken van iets = facer un uso intensive de un cosa, usar un cosa intensivemente
intensief ZN
- 1 (TAAL) intensivo, verbo intensive
intensifiëren WW
- 1 intensificar
intensifiëring ZN
- 1 intensification, augmentation del intensitate
intensiteit ZN
- 1 intensitate
- de -- verhogen van = intensificar
- -- van een magnetisch veld = intensitate de un campo magnetic
intensiteitsaccent ZN
- 1 accento de intensitate
intensitometer ZN
- 1 intensitometro
intensive care ZN
- 1 intensive care (E)
- op de -- liggen = esser in intensive care
intensive care afdeling ZN
- 1 unitate de intensive care (E)
intensiveren WW
- 1 intensificar
- het -- = intensification
intensivering ZN
- 1 intensification
intentie ZN
- 1 intention
- oprechte --s = intentiones sincer
- de -- hebben om = haber le intention de
- 2 (KERK) intention
- mis tot -- van = missa al intention de
intentieverklaring ZN
- 1 declaration de intention(es)/de principio
intentionaliteit ZN
- 1 intentionalitate
intentioneel BN
- 1 intentional
interacademiaal BN
- 1 interacademic
interactie ZN
- 1 interaction
interactief BN
- 1 interactive
- -- systeem = systema interactive
- -- robot(E) = robot(E) interactive
- --e televisie = television interactive
- -- werken = functionar interactivemente
interalveolair BN
- 1 interalveolar
interatomair BN
- 1 interatomic
- --e afstand = distantia interatomic
- --e wisselwerking = interaction interatomic
interbancair BN
- 1 interbancari
interbellum ZN
- 1 periodo interbellic/inter duo guerras
intercalatie ZN
- 1 intercalation
intercaleren WW
- 1 intercalar
intercapillair BN
- 1 intercapillar
intercedent ZN
- 1 intermediario, mediator
- als -- werken bij een uitzendbureau = esser empleate como un intermediario in un agentia de empleo interimari
intercederen WW
- 1 (als bemiddelaar optreden) interceder, mediar
- 2 (een goed woord doen) interceder, mediar
- voor iemand -- = interceder pro un persona
intercellulair BN
- 1 intercellular
- -- vocht = fluido/liquido intercellular
- --e ruimte = spatio intercellular
intercepteren WW
- 1 interceptar
interceptie ZN
- 1 intercep(ta)tion
interceptieraket ZN
- 1 missile/rocchetta de intercep(ta)tion
interceptor ZN
- 1 (radartoestel) intercept(at)or de radar, radar de intercept(at)ion
- 2 (vliegtuig) intercept(at)or
intercessie ZN
- 1 intercession
intercity ZN
- 1 traino expresse, expresso, traino intercity (E)
intercitylijn ZN
- 1 linea (ferree) intercity (E)
intercitynet ZN
- 1 rete ferroviari intercity (E)
intercitytrein ZN
- 1 Zie: intercity
interclaviculair BN
- 1 interclavicular
intercom ZN
- 1 interphono
- iets over de -- omroepen = annunciar un cosa per le interphono
intercominstallatie ZN
- 1 installation de interphono
intercommunaal BN
- 1 intercommunal, interurban
- --e telefoondienst = servicio telephonic interurban
intercomsysteem ZN
- 1 systema de interphono
interconfederaal BN
- 1 interconfederal
interconfessioneel BN
- 1 interconfessional
- -- con-gres = congresso interconfessional
- --e betrekkingen = relationes inter le ecclesias
intercontinentaal BN
- 1 intercontinental
- -- raket = missile intercontinental
- --e luchtlijn = linea aeree intercontinental
- --e vluchten = volos intercontinental
intercostaal BN
- 1 intercostal
- --e neuralgie = neuralgia intercostal
intercultureel BN
- 1 intercultural
intercurrent BN
- 1 intercurrent
- --e hartslag = pulso intercurrente
- --e ziekten = maladias intercurrente
intercutaan BN
- 1 intercutanee
interdentaal ZN
- 1 consonante interdental
interdentaal BN
- 1 interdental
interdepartementaal BN
- 1 interdepartimental
- --e commissie = commission interdepartimental
interdependentie ZN
- 1 interdependentia
interdict ZN
- 1 (verbod) interdiction, interdicto, prohibition
- 2 (R.K.) interdicto
- het -- uitspreken over = pronunciar le interdicto contra, interdicer
- een -- uitvaardigen = promulgar un interdicto
interdictie ZN
- 1 interdiction, prohibition
interdiffusie ZN
- 1 interdiffusion
interdigitaal BN
- 1 interdigital
interdiocesaan BN
- 1 interdiocesan
- -- beraad = consultation(es) interdiocesan
interdisciplinair BN
- 1 interdisciplinari
- -- karakter van het onderzoek = character interdisciplinari del recerca(s)/investigation
interen BN
- 1 mangiar su capital/su sparnios, etc.
interessant BN
- 1 interessante
- -- boek = libro interessante
- niet -- = ininteressante
- dat is hoogst -- = isto es de un interesse extraordinari
- 2 (voordelig) interessante, avantagiose
- --e aanbieding = offerta interessante
interesse ZN
- 1 (belangstelling) interesse, attention, curiositate
- -- tonen voor iemand = monstrar interesse pro un persona
- hebt u -- voor deze kast? = esque vos es interessate in iste armario?
- gebrek aan -- = manco de interesse, disinteresse
- 2 (belang) interesse
interessegebied ZN
- 1 campo/sphera de interesse
- dat valt buiten zijn -- = isto es foras/foris su campo de interesse
interessent ZN
- 1 persona interessate
interesseren WW
- 1 interessar
- geld interesseert me niet = le moneta non me interessa
- zich -- voor = interessar se a/in, prender interesse a/in, esser interessate a/in
- zich niet meer -- voor = disinteressar se de
interest ZN
- 1 interesse
- drie maanden -- = tres menses de interesse
- samengestelde -- = interesse composite
- enkelvoudige -- = interesse simple/simplice
interestbedrag ZN
- 1 amonta de interesse
interestberekening ZN
- 1 calculo/calculation del interesse
intereuropees BN
- 1 intereuropee
- --e commissie = commission intereuropee
- --e samenwerking = cooperation intereuropee
interface ZN
- 1 (COMP) interface (E), interfacie
interfacultair BN
- 1 de un facultate combinate/pluridisciplinari
interfaculteit ZN
- 1 facultate combinate/pluridisciplinari
- de -- van aardrijkskunde en prehistorie = le facultate combinate de geographia e prehistoria
interfasciculair BN
- 1 interfascicular
- -- cambium = cambio interfascicular
interfase ZN
- 1 interphase
interfederaal BN
- 1 interfederal
- --e vergadering = reunion interfederal
- -- pact = pacto interfederal
interfemoraal BN
- 1 interfemoral
interferentie ZN
- 1 interferentia
- -- van moedertaal en vreemde taal = interferentia del linguas materne e estranier
- constructieve -- = interferentia constructive
- destructieve -- = interferentia destructive
- selectieve -- = interferentia selective
interferentiefilter ZN
- 1 filtro interferential
interferentiekleuren ZN MV
- 1 colores de interferentia
interferentiemeting ZN
- 1 interferometria
interferentiemicroscoop ZN
- 1 microscopio interferential/de interferentia
interferentiespectrograaf ZN
- 1 spectrographo interferential
interferentiestreep ZN
- 1 frangia de interferentia
interferentieverschijnsel ZN
- 1 phenomeno de interferentia
interfereren WW
- 1 interferer
- het -- = interferentia
interfererend BN
- 1 interferente
interferogram ZN
- 1 interferogramma
interferometer ZN
- 1 interferometro
- akoestische -- = interferometro acustic
interferometrie ZN
- 1 interferometria
- holografische -- = interferometria holographic
interferometrisch BN
- 1 interferometric
- --e metin-gen = mesurationes interferometric
interferon ZN
- 1 interferon
interfibreus BN
- 1 interfibrose
interfoliëren WW
- 1 interfoliar
intergalactisch BN
- 1 intergalactic
- --e ruimte = spatio intergalactic
intergeallieerd BN
- 1 interalliate
intergemeentelijk BN
- 1 intercommunal, intermunicipal
- -- huisvestingsbeleid = politica intermunicipal de allogiamento
interglaciaal BN
- 1 interglacial, interglaciari
- --e tijdvakken = periodos/eras interglacial/interglaciari
interglaciaal ZN
- 1 periodo/era/phase interglacial/interglaciari
interglandulair BN
- 1 interglandular
interglanglionair BN
- 1 interganglionar
intergouvernamenteel BN
- 1 intergovernamental
interhemisferisch BN
- 1 interhemispheric
interieur ZN
- 1 (ook KUNST) interior
interieurontwerper ZN
- 1 decorator de interiores
interieurverlichting ZN
- 1 exclaration del interior
interim ZN
- 1 interim
- minister ad -- = ministro interimari/ad interim
interimaandeel ZN
- 1 action interimari
interimaat ZN
- 1 interim
- onder het -- van = durante le interim de
interimadvies BN
- 1 consilio provisori/provisional
- een -- uitbrengen over iets = dar un consilio provisori super un cosa
interimair BN
- 1 interimari
- --e minister = ministro interimari
interimbestuur ZN
- 1 interim, direction provisori/provisional/interimari
interimdirecteur ZN
- 1 director provisori/provisional/interimari
interimdividend ZN
- 1 dividendo interimari/interime/provisional
interimrapport ZN
- 1 reporto provisori/provisional
interimregeling ZN
- 1 regulamento provisori/provisional
interimregering ZN
- 1 governamento provisori/provisional/ad interim
interimverslag ZN
- 1 Zie: interimrapport
intering ZN
- 1 diminution
interinsulair BN
- 1 interinsular
- -- verkeer = traffico interinsular
interjectie ZN
- 1 interjection
interkerkelijk BN
- 1 inter le ecclesias, interconfessional, interecclesiastic
- -- overleg = deliberationes inter le ecclesias
- Interkerkelijk Vredesberaad (IKV) = Consilio Interecclesiastic pro le Pace
interkoloniaal BN
- 1 intercolonial
interlabiaal BN
- 1 interlabial
interland(wedstrijd) ZN
- 1 match (E)/partita international
interlineair BN
- 1 (tussen de regels gedrukt/geschreven) interlinear
- --e vertaling = traduction interlinear
- 2 (met regels wit doorschoten) interlinear
Interlingua ZN EIGN
- 1 (taal van I.A.L.A.) Interlingua
- Wereldbond voor -- = Union Mundial pro Interlingua, U.M.I.
- 2 (taal van G.Peano) Interlingua, Latino sine Flexione
Interlingua-conferentie ZN
- 1 Conferentia de Interlingua
Interlingua-cursus ZN
- 1 curso de Interlingua
Interlingua-vereniging ZN
- 1 societate pro Interlingua
interlinguïst ZN
- 1 interlinguista
interlinguïstiek ZN
- 1 interlinguistica
interlinguïstisch BN
- 1 interlinguistic
interlinie ZN
- 1 (regelafstand) interlinea
- 2 (regel wit) interlinea
interliniëren WW
- 1 interlinear
- het -- = interlineation
interliniëring ZN
- 1 interlineation
interlock ZN
- 1 (dubbel breigoed) interlock
- 2 (ondergoed) subvestimento interlock
interlocutie ZN
- 1 judicamento/sententia interlocutori
interlocutoir BN
- 1 interlocutori
- -- vonnis = judicamento/sententia interlocutori
- een -- vonnis uitspreken = interloquer
interlocutor ZN
- 1 interlocutor
interlokaal BN
- 1 interurban, intercommunal
- -- telefoongesprek = appello (telephonic)/telephonata interurban/intercommunal
interludium ZN
- 1 interludio
intermediair ZN
- 1 (bemiddeling) mediation, intervention
- 2 (intermedium) intermediario
- 3 (bemiddelaar) intermediario, mediator
intermediair BN
- 1 (tussenliggend) intermediari
- 2 (voorbijgaand) transitori
- 3 (bemiddelend) intermediari, mediatori
intermedium ZN
- 1 (tijd) intervallo
- 2 (persoon) intermediario, mediator
intermembraneus BN
- 1 intermembranose
intermenselijk BN
- 1 interhuman, interindividual
- --e communicatie = communication (inter)human
- psychologie van de --e relaties = psychologia interindividual
intermenstrueel BN
- 1 intermenstrual
intermezzo ZN
- 1 intermezzo (I), interludio, intermedio, entracte (F), interacto
- 2 (afdwaling) digression, incidente
interministerieel BN
- 1 interministerial
- --e vergadering = reunion interministerial
- -- plan = projecto interministerial
intermissie ZN
- 1 (tussentijd) intermission, intervallo
intermittentie ZN
- 1 intermittentia
intermitteren WW
- 1 intermitter
intermitterend BN
- 1 intermittente, periodic
- -- parasitisme = parasitismo intermittente
- --e koorts = febre intermittente
- --e wrijving = friction intermittente
- --e bron = fonte intermittente
- --e schakelaar = interruptor a intermittentia
- -- karakter = intermittentia
intermoleculair BN
- 1 intermolecular
- --e krachten = fortias intermolecular
- --e wisselwerking = interaction intermolecular
intermusculair BN
- 1 intermuscular
intern BN
- 1 (inwonend) interne
- --e leerling = alumno interne
- 2 (mbt een staat/organisatie) interne
- (COMP) -- geheugen = memoria interne
- 3 (mbt het lichaam) interne
- --e geneeskunde = medicina interne
- --e secretie = secretion interne
- --e ziekten = maladias interne
- uitsluitend voor -- gebruik = exclusivemente pro uso interne
intern ZN
- 1 (kostschoolleerling, arts) interno
internaat ZN
- 1 internato, pensionato
internaatopvoeding ZN
- 1 education in un internato
internationaal BN
- 1 international
- --e taal = lingua international
- --e overeenkomst = accordo/convention international
- --e conferentie = conferentia international
- --e politiek = politica international
- --e trein = traino international
- -- karakter = character international, internationalitate
- een debat op -- niveau gaan voeren = internationalisar un debatto
- een gebied onder -- gezag plaatsen = internationalisar un zona/un territorio
international ZN
- 1 (SPORT) jocator international
- 2 (onderneming) compania/interprisa multinational
Internationale ZN
- 1 (arbeidersverbond) International
- 2 (strijdlied) International
internationalisatie ZN
- 1 internationalisation
- de -- van een conflict verhinderen = impedir le internationalisation de un conflicto
internationaliseren WW
- 1 internationalisar
- het -- = internationalisation
internationalisering ZN
- 1 internationalisation
internationalisme ZN
- 1 internationalismo
internationalist ZN
- 1 internationalista
internationalistisch BN
- 1 internationalista, internationalistic
internationaliteit ZN
- 1 internationalitate
interneren WW
- 1 internar
- het -- = internamento
- politieke vluchtelingen -- = internar refugiatos politic
internering ZN
- 1 internamento
- -- van politieke vluchtelingen = internamento de refugiatos politic
interneringskamp ZN
- 1 campo de internamento
Internet ZN
- 1 Internet
internist ZN
- 1 internista
internodaal BN
- 1 internodal
- --e cel = cellula internodal
internodium ZN
- 1 internodio
internuntiatuur ZN
- 1 internunciatura
internuntius ZN
- 1 internuncio, nuncio interimari
- waardigheid/zetel van een -- = internunciatura
interoceanisch BN
- 1 interoceanic
- --e kanaal = canal interoceanic
- --e spoorlijn = linea ferroviari interoceanic
interoceptief BN
- 1 interoceptive
interpalpebraal BN
- 1 interpalpebral
interpariëtaal BN
- 1 interparietal
- -- been = osso interparietal
interparlementair BN
- 1 interparlamentari
- --- commissie = commission interparlamentari
- Interparlementaire Unie = Union Interparlamentari
interpellant ZN
- 1 interpellante, interpellator
interpellatie ZN
- 1 interpellation
- recht van -- = derecto de interpellation
interpelleren WW
- 1 interpellar
- de minister -- = interpellar le ministro
interpenetratie ZN
- 1 interpenetration
interplanetair BN
- 1 interplanetari
- --e ruimte = spatio interplanetari
- --e nevel = nebulosa interplanetari
- -- verkeer = traffico interplanetari
- --e reizen = viages interplanetari
- --e vlucht = volo interplanetari
Interpol ZN EIGN
- 1 Interpol
interpolatie ZN
- 1 (inlassing in een tekst) interpolation, insertion
- 2 (WISK) interpolation
- circulaire -- = interpolation circular
interpolatieformule ZN
- 1 formula de interpolation
interpolator ZN
- 1 interpolator
interpoleerbaar BN
- 1 interpolabile
interpoleren WW
- 1 (ook WISK) interpolar
- het -- = interpolation
interponeren WW
- 1 (tussenplaatsen) interponer
interpositie ZN
- 1 interposition
interpreet ZN
- 1 interprete
- een goed -- van de muziek van Bach = un bon interprete del musica de Bach
interpretabel BN
- 1 interpretabile
interpretabiliteit ZN
- 1 interpretabilitate
interpretatie ZN
- 1 (uitleg) interpretation, explication, explanation
- enge -- = interpretation restrictive
- ruime -- = interpretation ample
- -- van een wetsartikel = interpretation de un articulo de lege
- foute/verkeerde/averechtse -- = misinterpretation
- een eigen -- aan iets geven = interpretar un cosa a su maniera, dar su proprie version de un cosa
- zijn verklaring is voor meer dan één -- vatbaar = su explanation es aperte a/admitte plus de un sol interpretation
- 2 (vertolking, uitbeelding) interpretation
- een fraaie -- = un belle interpretation
interpretatief BN
- 1 interpretative
interpreteerbaar BN
- 1 interpretabile
interpreteerbaarheid ZN
- 1 interpretabilitate
interpreteren WW
- 1 (uitleggen) interpretar, explicar, explanar
- dit gedicht kun je zo niet -- = iste poema non pote esser interpretate de iste maniera
- hoe zou je deze passage -- ? = como interpretarea tu iste passage?
- de wet ruim -- = dar un large interpretation del lege
- verkeerd -- = interpretar mal, misinterpretar
- het verkeerd -- = misinterpretation
- 2 (vertolken, uitbeelden) interpretar
- een muziekstuk -- = interpretar un pecia/morsello de musica
interpretering ZN
- 1 Zie: interpretatie
interprovinciaal BN
- 1 interprovincial
interpsychologie ZN
- 1 interpsychologia
interpuncteren WW
- 1 punctuar
interpunctie ZN
- 1 (plaatsing van leestekens) punctuation
- 2 (leestekens) signos de punctuation, punctuation
- -- aanbrengen in een tekst = punctuar un texto
interpunctiesysteem ZN
- 1 systema de punctuation
interpunctieteken ZN
- 1 signo de punctuation
interpungeren WW
- 1 punctuar
- een tekst -- = punctuar un texto
interraciaal BN
- 1 interracial
- --e gemeenschap = communitate interracial
interregionaal BN
- 1 interregional
- -- initiatief = initiativa interregional
interregnum ZN
- 1 interregno
interrelatie ZN
- 1 interrelation
interrenaal BN
- 1 interrenal
interrogatie ZN
- 1 interrogation
interrogatief BN
- 1 (vragend voornaamwoord) pronomine interrogative
- 2 (vragende vorm) forma interrogative
interrogatief BN
- 1 interrogative
interrogeren WW
- 1 interrogar
interrumperen WW
- 1 interrumper
- iemand die interrumpeert = interruptor
interruptie ZN
- 1 interruption
- aanhoudende --s = interruptiones continue
interruptiemicrofoon ZN
- 1 microphono de intervention (in le parlamento)
interruptor ZN
- 1 interruptor (de currente), rheotomo
interscapulair BN
- 1 interscapular
interscolair BN
- 1 interscholar
- -- toernooi = torneo interscholar
intersectie ZN
- 1 (doorsnijding, kruising) intersection
- 2 (snijpunt) intersection
- 3 (doorsnee) intersection
interseks ZN
- 1 hermaphrodito, androgyno
interseks ZN
- 1 intersexo
interseksualiteit ZN
- 1 intersexualitate
interseksueel BN
- 1 intersexual, androgyne
interspinaal BN
- 1 interspinal
interstellair BN
- 1 interstellar, intersideral
- --e ruimte = spatio interstellar/intersideral
- --e materie = materia interstellar
- --e afstanden = distantias interstellar
- -- gas = gas interstellar
intersteriliteit ZN
- 1 intersterilitate
interstitie ZN
- 1 interstitio
interstitieel BN
- 1 interstitial
- -- weefsel = texito interstitial
- --e ontsteking = inflammation interstitial
- -- water = aqua interstitial
- --e cel = cellula interstitial
- -- atoom = atomo interstitial
intersubjectief BN
- 1 intersubjective
intersubjectiviteit ZN
- 1 intersubjectivitate
intertaal ZN
- 1 interlingua
- de -- betreffend = interlingual
intertribaal BN
- 1 intertribal
intertropisch BN
- 1 intertropical
interval ZN
- 1 (tussenpoos) intervallo
- ruitenwisser met -- = essugavitros intermittente
- 2 (opening, gaping) intervallo, spatio
- 3 (WISK) intervallo
- open -- = intervallo aperte
- gesloten -- = intervallo clause
- met regelmatige --len = a/con intervallos regular
- 4 (MUZ) intervallo
- muzikaal -- = intervallo musical
- diatonisch -- = intervallo diatonic
- atonaal -- = intervallo atonal
- chromatisch -- = intervallo chromatic
intervalvulair BN
- 1 intervalvular
intervasculair BN
- 1 intervascular
interveniëren WW
- 1 intervenir
interventie ZN
- 1 (ook POL en MIL) intervention
- de Russische -- in Afghanistan = le intervention russe in Afghanistan
- voorstander van -- = interventionista
- -- voorstaand = interventionista
interventiemacht ZN
- 1 fortias de intervention
interventiepolitiek ZN
- 1 interventionismo
interventieprijs ZN
- 1 precio de intervention
interventietroepen ZN MV
- 1 truppas/fortias de intervention
interventionisme ZN
- 1 (POL, EC) interventionismo
interventionist ZN
- 1 interventionista
interversie ZN
- 1 interversion
- -- van de bewijslast = interversion del carga de proba/prova
intervertebraal BN
- 1 intervertebral
- -- gewricht = articulation intervertebral
interverteren WW
- 1 interverter
- het -- = interversion
interview ZN
- 1 interview (E), intervista
- een -- geven = dar un interview/intervista
- iemand een -- afnemen = interviewar un persona
interviewen WW
- 1 interviewar
interviewer ZN
- 1 interviewer (E), intervistator
interviewtechniek ZN
- 1 technica pro interviewar/del interview (E)
intervocalisch BN
- 1 intervocalic
- --e verbinding = liaison (F) intervocalic
interzonaal BN
- 1 interzonal
intestaat BN
- 1 (zonder geldig testament) intestate
- -- erfgenaam = herede/hereditario intestate
intestaat ZN
- 1 intestato
intestinaal BN
- 1 intestinal
intiem BN
- 1 intime
- -- hoekje = angulo intime
- -- etentje = repasto intime
- -- gesprek = conversation intime
- -- karakter = intimitate
- --e vriendin = amica intime
- in --e kring = in le intimitate
- -- met iemand zijn = esser in intimitate con un persona
- zij gaan -- met elkaar om = illes es amicos intime, il existe inter illes un grande intimitate
- haar --ste gedachten = su pensatas/pensamentos le plus intime
intiemspray ZN
- 1 disodorante intime
intifada ZN
- 1 intifada
intijds BW
- 1 a tempore
intikken WW
- 1 (inslaan) rumper
- een ruit -- = rumper un vitro
- 2 (COMP) (intoetsen) introducer (datos)
intimatie ZN
- 1 (dagvaarding) intimation
intimidatie ZN
- 1 intimidation
- weerstand bieden aan -- = resister al intimidationes
- door -- zorgen dat iemand zijn mond houdt = intimidar un persona a silentio
intimidatiemethode ZN
- 1 methodo de intimidation
intimidatiepoging ZN
- 1 tentativa de intimidation
intimidatiestrijdmacht ZN
- 1 fortia de dissuasion, dissuasor
intimidatievoetbal ZN
- 1 football (E) de bluff (E)
intimideren BN
- 1 intimidar
- het -- = intimidation
- iemand met bedreigingen -- = intimidar un persona per menacias
intimiderend BN
- 1 intimidante, intimidatori
- --e woorden = parolas intimidatori
intimisme ZN
- 1 intimismo
intimist ZN
- 1 intimista
intimistisch BN
- 1 intimista
- --e literatuur = litteratura intimista
- --e schilderkunst = pictura intimista
intimiteit ZN
- 1 intimitate, interioritate
intimmeren WW
- 1 fracassar
- iemand de hersens -- = fracassar le cranio de un persona
intimus ZN
- 1 amico intime
intituleren WW
- 1 intitular
intocht ZN
- 1 entrata, ingresso
- zegevierende -- = entrata/ingresso triumphal
- -- van Sinterklaas = entrata de Sancte Nicolaus
- zijn -- doen = facer su entrata/ingresso, entrar, ingressar
- de koning doet zijn -- = le rege face su entrata/ingresso
intoetsen WW
- 1 (COMP) introducer (datos)
intolerabel BN
- 1 intolerabile
intolerant BN
- 1 (onverdraagzaam) intolerante
- 2 (MED) intolerante
intolerantie ZN
- 1 (onverdraagzaamheid) intolerantia
- godsdienstige -- = intolerantia religiose
- ideologische -- = intolerantia ideologic
- 2 (MED) intolerantia
intomen WW
- 1 bridar, frenar, constringer, comprimer, temperar, moderar
- zijn hartstochten -- = constringer su passiones
- zijn geestdrift -- = frenar/moderar su enthusiasmo
- iemands agressiviteit -- = temperar le aggressivitate de un persona
intonatie ZN
- 1 (MUZ) (het inzetten van de toon) intonation
- 2 (stembuiging) (cambiamento de) tono, intonation, modulation, inflexion
- vragende -- = intonation interrogative
intoneren WW
- 1 intonar
intoneur ZN
- 1 accordator
intoxicatie ZN
- 1 intoxication
intra VZ
- 1 intra
intra-alveolair BN
- 1 intra-alveolar
intra-articulair BN
- 1 intra-articular
intra-atomair BN
- 1 intra-atomic
- --e fysica = physica intra-atomic
- --e energie = energia intra-atomic
intra-auraal BN
- 1 intra-aural
intracardiaal BN
- 1 intracardiac
- --e injectie = injection intracardiac
intracellulair BN
- 1 intracellular
- --e parasiet = parasito intracellular
intracerebraal BN
- 1 intracerebral
intracervicaal BN
- 1 intracervical
intracommunautaire BN
- 1 intracommunitari
intradermaal BN
- 1 intradermic
- --e injectie = injection intradermic
intrados ZN
- 1 intrados
intragastrisch BN
- 1 intragastric
intralinguaal BN
- 1 intralingual
intramoleculair BN
- 1 intramolecular
- --e krachten = fortias intramolecular
intramuraal BN
- 1 intramural
intramusculair BN
- 1 intramuscular
- --e injectie = injection intramuscular
- een geneesmiddel -- toedienen = injectar/injicer/syringar un medicina per via intramuscular
intranasaal BN
- 1 intranasal
intransigent ZN
- 1 persona intransigente
intransigent BN
- 1 intransigente
intransitief BN
- 1 intransitive
- -- werkwoord = verbo intransitive
intransitief ZN
- 1 verbo intransitive
intranucleair BN
- 1 intranuclear
- --e krachten = fortias intranuclear
intrappen WW
- 1 (trappend breken) rumper per colpos de pede
- (FIG) een open deur -- = demonstrar un evidentia
- 2
- (zich laten beetnemen) er -- = lassar se dupar
intrarectaal BN
- 1 intrarectal
intrarenaal BN
- 1 intrarenal
intrascrotaal BN
- 1 intrascrotal
intraspinaal BN
- 1 intraspinal
intratellurisch BN
- 1 intratelluric
intratesticulair BN
- 1 intratesticular
intratumoraal BN
- 1 intratumoral
intra-uterien BN
- 1 intra-uterin
- --e voorbehoedsmiddelen = anticonceptivos/contraceptivos intra-uterin
- -- leven = vita intra-uterin
intravaginaal BN
- 1 intravaginal
intravasculair BN
- 1 intravascular
intraveneus BN
- 1 intravenose
- --e injectie = injection intravenose
- --e voeding = alimentation intravenose
- -- inspuiten = injectar/injicer/syringar per via intravenose/intravenosemente
intravertebraal BN
- 1 intravertebral
intravesicaal BN
- 1 intravesical
intrazonaal BN
- 1 intrazonal
intrede ZN
- 1 (binnenkomst) entrata, ingresso
- zijn -- doen = facer su entrata/ingresso, entrar, ingressar
- de -- van Spanje in de Europese Unie = le entrata de Espania in le Union Europee
- 2 (ambtsaanvaarding) entrata in functiones
- 3 (aanvang) comencio, comenciamento, principio
intrede-antifoon ZN
- 1 invitatorio
intreden WW
- 1 (binnengaan) entrar in
- 2 (mbt tijdruimten) comenciar
- een periode van grote hitte was ingetreden = il habeva comenciate un periodo de multe calor
intredezang ZN
- 1 (REL) introito
intreerede ZN
- 1 discurso inaugural/de inauguration/de entrata/de ingresso
intrek ZN
- 1 sojorno
- zijn -- nemen in = allogiar se in, installar se in
intrekbaar BN
- 1 (JUR) (herroepbaar) revocabile, annullabile, abrogabile, retractabile, rescindibile, rescissibile
- 2 (nagels, etc.) retractabile, retractile
- --e voelsprieten = antennas retractile
- --e nagels = ungues/ungulas retractile
intrekbaarheid ZN
- 1 (nagels, etc.) retractabilitate, retractilitate
intrekken WW
- 1 (gaan inwonen bij) ir viver con, installar se in (le casa) de
- 2 (binnentrekken) entrar in
- 3 (opgezogen worden door) esser absorbite, infiltrar se (in), penetrar
- de verf moet nog -- = le vernisse debe ancora absorber se
- 4 (krimpen) contraher se
- 5 (terugtrekken) retirar, retraher, retractar
- de loopplank -- = retirar le passarella/planca
- de benen -- = retirar le gambas
- 6 (terugnemen, afschaffen) revocar, retirar, retractar, retraher, cancellar, annullar, supprimer, disdicer, abrogar, abolir, contramandar, abandonar, rescinder
- een belofte -- = retirar/retractar un promissa
- een wetsontwerp -- = retirar/abandonar un projecto de lege
- een wet -- = abrogar un lege
- een krediet -- = revocar un credito
- een offerte -- = annullar un offerta
- een decreet -- = abolir un decreto
- aandelen -- = cancellar actiones
- bankbiljetten -- = retirar billetes de banca
- een vergunning -- = retirar un licentia
- een verlof -- = cancellar un permisso
- zijn woorden -- = revocar su parolas, disdicer se
- 7 (nagels, voelsprieten) retractar, retraher
- zijn voelsprieten -- = retractar/retraher le antennas
- zijn nagels -- = retractar/retraher le ungues
- die/dat ingetrokken kan worden = retractabile
intrekking ZN
- 1 (samentrekking) contraction
- 2 (inzuiging) absorption, infiltration
- 3 (herroeping, afschaffing) revoco, revocation, cancellation, suppression, abolimento, abrogation, disdicimento, retraction, rescission
- -- van een benoeming = revoco de un nomination
- 4 (van nagels) retraction
intrepiditeit ZN
- 1 intrepiditate
intrest ZN
- 1 Zie: interest
intreurig BN
- 1 multo/summemente/extrememente triste, tristissime
intricaat BN
- 1 intricate
intriest BN
- 1 Zie: intreurig
intrigant ZN
- 1 intrigante, machinator
intrigant BN
- 1 (arglistig) intrigante
intrige ZN
- 1 (kuiperij) intriga, intrico, machination, cabala, maneo, manovras, (samenzwering) complot, conspiration
- politieke -- = intriga politic
- netwerk van --s = rete de intrigas
- een -- beramen = tramar un intriga
- 2 (LIT) intriga, fabula
- -- van een tragedie = fabula de un tragedia
intrigeren WW
- 1 (kuipen) intrigar, intricar, complotar, conspirar, insidiar, cabalar
- 2 (boeien) intrigar, intricar, fascinar, captivar, incantar
- dat gedicht intrigeert me = iste poesia me intriga
intrigerend BN
- 1 intrigante
intrigeroman ZN
- 1 roman de intriga
intrigestuk ZN
- 1 comedia de intriga
intrinsiek BN
- 1 intrinsec
- --e waarde van een munt = valor intrinsec de un moneta
- --e viscositeit = viscositate intrinsec
- --e halfgeleider = semiconductor intrinsec
intro ZN
- 1 (Afk.: introductie) introduction
introducé ZN
- 1 introducito, invitato, convitato, accompaniante
- elk lid mag één -- meebrengen = cata membro potera introducer un accompaniante
introduceren WW
- 1 (inleiden) introducer, (voorstellen) presentar
- iemand -- bij de vereniging = presentar un persona al club (E)
- iemand -- in invloedrijke kringen = introducer un persona in circulos influente
- het -- = introduction, presentation
- 2 (invoeren) introducer, lancear
- het -- = introduction
- nieuwe ideeën -- = introducer/lancear nove ideas
introductie ZN
- 1 (eerste kennismaking) introduction, (het voorstellen) presentation
- de -- van nieuwe leden = le presentation de nove membros
- iemand een -- meegeven = dar un littera de introduction a un persona
- 2 (ook MUZ) (inleiding) introduction
- 3 (het in zwang/op de markt brengen) introduction
- -- van een nieuw artikel = introduction de un nove articulo
introductiebrief ZN
- 1 littera de introduction/de presentation
introductiedag ZN
- 1 die de orientation/introduction, die aperte
introductief BN
- 1 introductive
introductiefase ZN
- 1 phase de introduction
introductiekaart ZN
- 1 carta de introduction
introductieprijs ZN
- 1 precio de introduction
introductieweek ZN
- 1 septimana de orientation
introeven WW
- 1 triumphar
introgressie ZN
- 1 introgression
introgressief BN
- 1 introgressive
- --e hybridisatie = hybridation introgressive
introïtus ZN
- 1 (intredezang) introito
- 2
- (MED) -- vaginae = orificio vaginal
introjectie ZN
- 1 introjection
intron ZN
- 1 intron
intronisatie ZN
- 1 inthronisation
introrse BN
- 1 introrse
- -- meeldraad = stamine introrse
introspectie ZN
- 1 introspection
- aan -- onderwerpen = introspicer
introspectief BN
- 1 introspective
- --e psychologie = psychologia introspective
introspectivisme ZN
- 1 psychologia introspective
introuwen WW
- 1 entrar per maritage in un familia
- mijn schoondochter trouwt bij ons in = post su maritage mi filia affin veni habitar con nos
introversie ZN
- 1 introversion
introvert BN
- 1 introvertite
- --e persoon = introvertito
introvert ZN
- 1 introvertito
intrusie ZN
- 1 intrusion
intrusiegesteente ZN
- 1 rocca intrusive/de intrusion
intrusiemiddel ZN
- 1 agente de intrusion
intubateur ZN
- 1 intubator
intubatie ZN
- 1 intubation
intueren WW
- 1 intuer
intuimelen WW
- 1 cader in
intuinen WW
- 1 cader in le insidia, esser dupate
intuïtie ZN
- 1 intuition, instincto, flair (F)
- vrouwelijke -- = intuition feminin
- feilloze -- = intuition infallibile
- op zijn -- afgaan = ager secundo su intuition
- bij -- = per intuition, intuitivemente
- bij -- begrijpen/weten = intuer
intuïtief BN
- 1 intuitive, instinctive
- --e kennis = saper/cognoscentia/cognoscimento intuitive
- --e methode = methodo intuitive
- --e waarheid = veritate intuitive
- -- aanvoelen = intuer, saper/sentir intuitivemente
intuïtionisme ZN
- 1 intuitionismo
- -- van Bergson = intuitionismo de Bergson
intuïtionist ZN
- 1 intuitionista
intuïtionistisch BN
- 1 intuitionista
intuïtiviteit ZN
- 1 intuitivitate
intumescentie ZN
- 1 intumescentia
intussen BW
- 1 (inmiddels) intertanto, interim, in le interim, interea, interdum
- 2 (desondanks) nonobstante
intussusceptie ZN
- 1 intussusception
intypen WW
- 1 typar (in), (COMP) introducer (in)
inuline ZN
- 1 inulina
inundatie ZN
- 1 (het onder water zetten) inundation
- 2 (terrein) terreno/area inundate
- 3 (water) aqua inundante
inundatiegebied ZN
- 1 zona de inundation
inundatiekanaal ZN
- 1 canal de inundation
inundatiepeil ZN
- 1 nivello de inundation
inundatieschade ZN
- 1 damno(s) de inundation
inundatiesluis ZN
- 1 esclusa de inundation
inundatiewater ZN
- 1 aqua de inundation
inunderen WW
- 1 inundar
- het -- = inundation
inundering ZN
- 1 inundation
invaart ZN
- 1 (het binnenlopen) entrata (in le porto)
- 2 (monding van een rivier) bucca, imbuccatura
invaginatie ZN
- 1 (ineenschuiving) invagination
- 2 (MED) invagination (intestinal), intussusception
inval ZN
- 1 (invasie) invasion, incursion, irruption
- --len der barbaren = irruptiones del barbaros
- vijandelijke -- = invasion inimic
- een -- doen = invader, incurrer
- 2 (ingeving, idee) idea, inspiration, (gril) capricio
- geniale -- = idea genial/luminose
- 3 (begin) comenciamento subite
- 4 (NAT) incidentia
- hoek van -- = angulo de incidentia
- 5
- de zoete -- = le casa que ha le porta sempre/semper aperte
invalidatie ZN
- 1 invalidation, nullification
invalide BN
- 1 invalide, infirme, handicapate
invalide ZN
- 1 invalido, handicapato, mutilato, stropiato
invalidendorp ZN
- 1 village de invalidos
invalidenhuis ZN
- 1 casa/home (E) de invalidos
invalidentoilet ZN
- 1 toilette (F) pro invalidos
invalidenwagentje ZN
- 1 cochietto {sj} pro invalidos
invalidenwoning ZN
- 1 casa adaptate pro invalidos
invalidenzorg ZN
- 1 cura de invalidos
invalideren WW
- 1 invalidar, nullificar
invaliditeit ZN
- 1 (het invalide zijn) invaliditate
- tijdelijke -- = invaliditate temporanee
- blijvende -- = invaliditate permanente
- 2 (arbeidsongeschiktheid) invaliditate
- 3 (JUR) (ongeldigheid) invaliditate
invaliditeitskans ZN
- 1 riscos de invaliditate
invaliditeitspensioen ZN
- 1 pension de invaliditate
invaliditeitsrente ZN
- 1 Zie: invaliditeitspensioen
invaliditeitsuitkering ZN
- 1 prestation/allocation de invaliditate
invaliditeitsverzekering ZN
- 1 assecurantia contra le invaliditate
invallen WW
- 1 (naar binnen vallen) cader (in)
- het licht moet van links -- = le lumine/luce debe cader/venir del sinistra
- 2 (een inval doen) facer un incursion, incurrer, invader
- 3 (beginnen) comenciar, (plotseling beginnen) supervenir
- de dooi valt in = il comencia a disgelar
- de duisternis valt in = le nocte superveni
- 4 (vervangen) reimplaciar, substituer
- voor iemand -- = reimplaciar/substituer un persona
- 5 (in de rede vallen) interrumper
- 6 (instorten) laber, collaber
- 7 (te binnen schieten) occurrer
- wat is jou ingevallen? = que (cosa) te ha occurrite?, que te ha venite in mente?
invallend BN
- 1 (binnendringend) invasive, irruptive
- 2 (NAT) incidente
- --e straal = radio incidente
- --e bundel = fasce incidente
- -- elektron = electron incidente
- 3
- --e dooi = comencio del disgelo
- --e duisternis = nocte superveniente
invaller ZN
- 1 (iemand die een inval doet) invasor
- 2 (vervanger) reimplaciante, substituto, locotenente, (reserve) reserva
- als -- optreden = substituer a, esser le reimplaciante de
invalsas ZN
- 1 axe de incidentia
invalshoek ZN
- 1 (van lichtstralen) angulo de incidentia
- 2 (gezichtshoek) puncto de vista, angulo, perspectiva, optica, aspecto
- vanuit die -- bekeken = vidite desde iste angulo/perspectiva/optica
- een veelheid aan --en = un multitude de aspectos
invalslijn ZN
- 1 linea de incidentia
invalsplan ZN
- 1 (invasieplan) plano de invasion
invalspoort ZN
- 1 porta de entrata
invalspunt ZN
- 1 (van lichtstralen) puncto de incidentia
invalsrichting ZN
- 1 (van lichtstralen) incidentia
invalsvlak ZN
- 1 (van lichtstralen) plano de incidentia
invalsweg ZN
- 1 (grote weg die aansluit op een rijksweg) via/cammino de accesso/de entrata
- 2 (bij een inval gevolgde weg) via/cammino de invasion
invar ZN
- 1 invar
invaren WW
- 1 entrar in
- hij voer de haven in = ille entrava in le porto
invariabel BN
- 1 invariabile, fixate, constante
invariant BN
- 1 invariante, invariabile, constante, fixe
- --e eigenschappen = qualitates invariabile/constante
invariant ZN
- 1 invariante
- adiabatische -- = invariante adiabatic
- metrieke -- = invariante metric
invariantentheorie ZN
- 1 (WISK) theoria del invariantes
invariantie ZN
- 1 invariantia
invasie ZN
- 1 (MIL) invasion, incursion, irruption
- -- van de geallieerden in Normandië = invasion del alliatos in Normandia
- 2 (massale intocht) invasion
- -- van toeristen = invasion de touristas {oe}
invasieleger ZN
- 1 armea de invasion
invasieplan ZN
- 1 plano de invasion
invasietroepen ZN MV
- 1 truppas/fortias de invasion
invasievloot ZN
- 1 flotta de invasion
invaten WW
- 1 imbarrilar, intonnar
invatten WW
- 1 (van een edelsteen) incastrar
- het -- = incastratura
- 2 (omlijsten) inquadrar
invatting ZN
- 1 (van edelsteen) incastratura
invectief ZN
- 1 invectiva
invegen WW
- 1 scopar in
- de voegen van de bestrating -- = scopar sablo/arena in le interstitios inter le briccas del strata
inventariëren WW
- 1 Zie: inventariseren
inventaris ZN
- 1 inventario
- de -- opmaken = facer le inventario, inventariar
- 2 (FIG) facer le balancio
inventarisatie ZN
- 1 inventario, inventariation
- jaarlijkse -- = inventario annual
inventarisboek ZN
- 1 libro de inventario
inventariseren WW
- 1 inventariar, facer le inventario
- 2 (FIG) facer le balancio, (een lijst maken van) facer un lista de, (opsommen) enumerar
inventarislijst ZN
- 1 lista de inventario
inventarisnummer ZN
- 1 numero de inventario
inventarisprijs ZN
- 1 precio de inventario
inventarisuitverkoop ZN
- 1 liquidation de inventario
inventie ZN
- 1 invention
inventief BN
- 1 inventive, ingeniose, creative
inventiviteit ZN
- 1 inventivitate, ingeniositate, creativitate
inverdienen WW
- 1 recuperar/recovrar su costos
invers, invert BN
- 1 inverse
- --e logaritme = logarithmo inverse
inversie ZN
- 1 inversion
inversieconstructie ZN
- 1 construction inversive
inversielaag ZN
- 1 (METEO) strato de inversion
inversiesymmetrie ZN
- 1 symmetria del inversion
inversietheorema ZN
- 1 theorema del inversion
invertase ZN
- 1 invertase, invertina
invertebrata ZN MV
- 1 invertebratos
inverteren WW
- 1 inverter
- suiker -- = inverter sucro
invertine ZN
- 1 invertina
invertsuiker ZN
- 1 sucro invertite
invervelend BN
- 1 horribilemente enoiose
inverzekeringstelling ZN
- 1 detention/imprisionamento preventive
investeerbaar BN
- 1 investibile
investeerbaarheid ZN
- 1 investibilitate
investeerder ZN
- 1 investitor
investeren WW
- 1 investir
- het -- = investimento
- geld in een onderneming -- = investir moneta in un interprisa
- ergens veel tijd in -- = investir multe tempore in un cosa
- niet meer -- = disinvestir
investering ZN
- 1 investimento
- rentedragende -- = investimento productive
- nieuwe --en aantrekken = attraher nove investimentos
- de --en beknotten/beperken = disinvestir
investeringsbank ZN
- 1 banca de investimentos
investeringsbehoefte ZN
- 1 besonio de investimentos
investeringsbeknotting ZN
- 1 disinvestimento
investeringsbeleid ZN
- 1 politica del investimento
investeringsbeperking ZN
- 1 disinvestimento
investeringsbijdrage ZN
- 1 contribution al investimento
investeringsfonds ZN
- 1 fundo de investimentos
investeringsfraude ZN
- 1 fraude de investimento
investeringsgoederen ZN MV
- 1 benes de investimento
investeringsklimaat ZN
- 1 climate pro le investimento
- gunstig -- = climate favorabile pro le investimentos
investeringskosten ZN MV
- 1 costos de investimento
investeringskrediet ZN
- 1 credito de investimento
investeringsmaatschappij ZN
- 1 societate de investimento(s)
investeringsplan ZN
- 1 plano de investimento
investeringsprogramma ZN
- 1 programma de investimento
investigatie ZN
- 1 investigation
investituur ZN
- 1 investitura
investituurstrijd ZN
- 1 querela/lucta del/pro le investituras
invetten WW
- 1 lubricar, lubrificar, ingrassar
invetting ZN
- 1 lubrication, lubrification
invijlen WW
- 1 intaliar con le lima
inviolabel BN
- 1 inviolabile
inviolabiliteit ZN
- 1 inviolabilitate
invisibel BN
- 1 invisibile
invitatie ZN
- 1 (uitnodiging) invitation
- op een -- ingaan = acceptar un invitation
- 2 (kaart) carta de invitation
invitatiekaart ZN
- 1 carta de invitation
invitatiewedstrijd ZN
- 1 match (E) de invitation
inviteren WW
- 1 invitar, convitar
in vitro ZN
- 1 in vitro (L)
in-vitrobevruchting ZN
- 1 Zie: in-vitrofertilisatie
in-vitrofertilisatie ZN
- 1 fertilisation in vitro (L)
in vivo
- 1 in vivo (L)
invlechten WW
- 1 interlaciar, tressar
- 2 (FIG) inserer, insertar, intercalar
- de spreker vlocht in zijn rede enkele anekdotes in = le orator ha inserite alicun anecdotas in su discurso
invlechting ZN
- 1 interlaciamento
- 2 (FIG) insertion, intercalation
invliegen WW
- 1 (vliegend binnengaan) volar in, entrar in
- de dampkring -- = entrar in le atmosphera terrestre
- 2 (per vliegtuig aanvoeren) transportar per aere
- ingevlogen troepen = truppas aerotransportate
- 3 (testen) facer un volo de essayo con
- 4
- er -- = lassar dupar se
invlieger ZN
- 1 pilota de essayo/test (E)
invlijen WW
- 1 arrangiar in
invloed ZN
- 1 (inwerking) influentia, effecto, impacto
- schadelijke/verderfelijke -- = influentia nefaste/maligne/malsan
- verlammende -- = influentia paralysante
- overheersende -- = preponderantia, predominantia, ascendente, ascendentia
- klimatologische -- = influentia climatologic
- een man van -- = un homine de influentia
- onder iemands -- staan = esser sub le influentia de un persona, esser submittite al influentia de un persona
- zijn -- uitstrekken tot = extender su influentia a
- -- hebben/uitoefenen op = influentiar, influer super
- een goede/gunstige -- hebben = influer favorabilemente
- zijn -- aanwenden = facer uso de su influentia, interceder
- zijn -- laten gelden = facer sentir su influentia
- aan de -- onttrekken = subtraher al influentia
- van -- zijn op iets = influer super un cosa
- veel -- hebbend = influente
- onder -- van drank handelen = ager sub le effectos del alcohol
- onder -- rijden = conducer in stato de ebrietate/sub influentia (del alcohol)
invloedrijk BN
- 1 influente, de influentia
- -- iemand = persona influente/de influentia/de peso
- hij heeft veel --e vrienden = ille ha multe amicos influente
invloedssfeer ZN
- 1 sphera de influentia/de interesses/de activitate, radio de action, (streek, gebied) zona de influentia
invluchten WW
- 1 refugiar se in, cercar un refugio in
invocatie ZN
- 1 invocation
invochtdoek ZN
- 1 panno/pannello pro humectar/pro humidificar
invochten WW
- 1 humectar, molliar (legiermente), humidificar
- het -- = humectation, molliatura (legier), humidification
- tabak -- = humidificar tabaco
invochting ZN
- 1 humectation, molliatura (legier), humidification
- -- van tabak = humidification de tabaco
invochtkwast ZN
- 1 brossa pro humectar/pro humidificar
invoege (dat) VW
- 1 de tal maniera (que), de tal modo (que), de tal sorta (que)
invoegen WW
- 1 (inlassen) inserer, insertar, intercalar, interpolar
- het -- = insertion, intercalation
- als bestanddeel -- = integrar
- opnieuw -- = reinsertar
- een pauze -- = inserer/insertar un pausa
- een nieuwe alinea -- = inserer/insertar un nove paragrapho
- een clausule -- in een contract = intercalar un clausula in un contracto
- 2 (inbouwen) incastrar
- het -- = incastratura
- 3 (verkeer) junger le traffico
invoeging ZN
- 1 (inlassing) insertion, intercalation, interpolation, (invoegsel OOK) parte intercalate
- -- van een clausule in een contract = intercalation de un clausula in un contracto
- -- van een pauze = insertion de un pausa
- 2 (inbouwing) incastratura
invoegsel ZN
- 1 Zie: invoeging-1
invoegstrook ZN
- 1 via de accesso/de entrata, pista de acceleration
invoelbaar BN
- 1 compre(he)nsibile per empathia, recognoscibile
- een -- probleem = un problema recognoscibile, un problema que on comprende per empathia
invoelen WW
- 1 sentir/comprender per empathia
invoeling ZN
- 1 empathia
invoer ZN
- 1 (het invoeren) importation, introduction
- illegale -- = importation illegal/clandestin
- 2 (goederen) importation(es)
- 3 (COMP) entrata, input (E)
invoerartikel ZN
- 1 articulo de importation
invoerbaar BN
- 1 importabile
invoerbelasting ZN
- 1 taxa de importation
invoerbelemmering ZN
- 1 Zie: invoerbeperking
invoerbepaling ZN
- 1 disposition del importationes
invoerbeperking ZN
- 1 restriction/reduction del importationes
invoercertificaat ZN
- 1 certificato de importation
invoercijfer ZN
- 1 cifra de importation
invoercontingent ZN
- 1 contingente/quota de importation
invoerder ZN
- 1 (iemand die importeert) importator
- 2 (iemand die introduceert) introductor
invoeren WW
- 1 (importeren) importar
- het -- = importation
- weder -- = reimportar
- iets clandestien -- = importar clandestinmente un cosa
- 2 (instellen) introducer, stabilir, establir, instaurar, instituer, adoptar
- het -- = introduction, stabilimento, instauration, institution, adoption, implantation
- nieuwe ideeën -- = introducer nove ideas
- een belasting -- = stabilir/establir un imposto
- een reglement -- = stabilir/establir un regulamento
- een nieuwe mode -- = instaurar/introducer/implantar un nove moda
- nieuwigheden -- = implantar innovationes
- een gebruik/gewoonte -- = instaurar un costume/usage
- weer -- = reintroducer, restablir, restabilir, restaurar
- een gebruik/gewoonte weer -- = restaurar un costume
- 3 (TECHN) (ergens inbrengen) mitter in, introducer
- papier in een kopieermachine -- = introducer/poner papiro in le (photo)copiator
- (COMP) gegevens -- = introducer datos
- 4 (ten tonele voeren) introducer, presentar
invoergegevens ZN MV
- 1 datos de entrata
invoergoederen ZN MV
- 1 mercantias de importation
invoerhandel ZN
- 1 commercio de importation
invoerhandelaar ZN
- 1 importator
invoerhaven ZN
- 1 porto de importation
invoerheffing ZN
- 1 taxa de importation
invoering ZN
- 1 introduction, implantation, instauration, institution, adoption
- de -- van een nieuw controlesysteem = le institution de un nove systema de controlo
invoeringsdatum ZN
- 1 data de introduction
invoerland ZN
- 1 pais que importa/de importation
invoerlijst ZN
- 1 lista de importationes
invoermarkt ZN
- 1 mercato de importation
invoeroverschot ZN
- 1 excesso/excedente/surplus (F) de importation
invoerpremie ZN
- 1 premio de importation
invoerprijs ZN
- 1 precio de importation
invoerprodukten ZN MV
- 1 importationes, articulos de importation
invoerquotum ZN
- 1 Zie: invoercontingent
invoerrechten ZN MV
- 1 derectos de importation, doana
- vrijstellen van -- = exonerar de derectos de importation
- vrijstelling/vrijdom van -- = exoneration de derectos de importation
- vrij van -- = exempte de doana, exempte de derectos de importation
- inclusief -- = disdoanate
invoerstop ZN
- 1 arresto del importationes
invoertarief ZN
- 1 tarifa de importation
invoerverbod ZN
- 1 prohibition/interdiction de importation/importar
- een -- instellen = prohiber/interdicer le importation
invoervergunning ZN
- 1 permisso/licentia/autorisation de importation/importar
invoerwaarde ZN
- 1 valor de importation
invoerwaren ZN MV
- 1 mercantias/merces de importation
involutie ZN
- 1 (ook WISK, MED) involution
involutieziekte ZN
- 1 maladia de involution
involveren WW
- 1 involver, implicar
invorderaar ZN
- 1 incassator
invorderbaar BN
- 1 exigibile, recovrabile, recuperabile, (belasting) perceptibile
- --e schuld = debita exigibile
invorderbaarheid ZN
- 1 exigibilitate
- -- van een schuld = exigibilitate de un debita
invorderen WW
- 1 (betaling eisen van) demandar/exigir le pagamento de
- 2 (innen) perciper, incassar, recovrar, recuperar
invordering ZN
- 1 perception, incassamento
invorderingskosten ZN MV
- 1 costos de incassamento
invouwen WW
- 1 (naar binnen vouwen) plicar, replicar
- 2 (insluiten) includer
invreten WW
- 1 roder, eroder, corroder, morder
- ingevreten ijzerwerk = ferro corrodite
invretend BN
- 1 caustic, erosive, corrosive, mordace
- -- middel = corrosivo
- --e kracht = causticitate
- 2 (MED) phagedenic
invreting ZN
- 1 erosion, corrosion
- 2 (MED) phagedenismo
invriezen WW
- 1 (in een vaarwater vast komen te zitten) esser claudite in/per le glacie
- 2 (gedeeltelijk stukvriezen) esser destruite per le gelo
- 3 (mbt conserveren) congelar
- kun je aardbeien goed --? = esque on pote congelar ben fragas?
invriezing ZN
- 1 (mbt conserveren) congelation
invrijheidstelling ZN
- 1 liberation
- voorwaardelijke -- = liberation conditional
- vervroegde -- = liberation anticipate
invulbiljet ZN
- 1 Zie: invulformulier
invulformulier ZN
- 1 formulario, scheda
invullen WW
- 1 impler, reimpler, plenar, completar
- de weggelaten woorden -- = completar le parolas omittite
- een formulier -- = completar/plenar un formulario
- vul de bon in voor een gratis catalogus = completa le bono pro un catalogo gratuite
invulling ZN
- 1 action de impler/reimpler/plenar, completion
- -- van een formulier = completion de un formulario
- 2 (interpretatie) interpretation
- een geheel eigen -- geven aan = dar un interpretation multo personal a
invuloefening ZN
- 1 exercitio a completar/de completamento
invultest ZN
- 1 test (E) a completar/de completion/de completamento
inwaaien WW
- 1 (stuk waaien) rumper se per le vento
- de ruiten zijn ingewaaid = le vitros se ha rumpite per le vento, le vento ha rumpite le vitros
- 2 entrar portate per le vento
inwaarts BW
- 1 verso le interior
- -- draaien = girar/tornar verso le interior
inwachten WW
- 1 attender
inwalsen WW
- 1 (met een wals in elkaar drukken) laminar
- 2 (met een wals aanbrengen) laminar
- ingewalst patroon = patrono laminate
inwandelen WW
- 1 entrar in
- hij wandelde het bos in = ille entrava in le bosco
inwateren WW
- 1 (van water doortrokken worden) esser imbibite de aqua
- 2 (water doorlaten) infiltrar se
inwatering ZN
- 1 (het doorlaten van water) infiltration
inweefsel ZN
- 1 trama
inwegen WW
- 1 pesar in plus, dar peso extra
inweken WW
- 1 mollificar, macerar
inweking ZN
- 1 mollification, maceration
inwendig BN
- 1 interne, interior
- -- orgaan = organo interne
- klier met --e secretie = glandula a secretion interne
- --e kneuzingen/kwetsuren = lesiones interne
- --e bloeding = hemorrhagia interne, hematocele
- --e pijn = dolor interior
- --e diameter = diametro interior
- --e structuur = structura interne
- --e mens = homine interior
- medicijn voor -- gebruik = medicamento pro uso interne
- 2 (GEOL, PLANTK, etc.) endogene
inwendige ZN
- 1 interior
inwerken WW
- 1 (in een materie thuis laten worden) initiar, orientar, familiarisar, poner/mitter al currente
- zich ergens -- = familiarisar se con un cosa
- nieuwe medewerkers -- = initiar/instruer nove collegas
- 2 (gladstrijken) lisiar
- de voegen van een muur -- = lisiar le junctiones de un muro
- 3 (uitwerking hebben op) ager, reager, influer
- zwavelzuur werkt in op ijzer = le acido sulfuric age super le ferro
- op elkaar -- = interager
- op iets/op iemand -- = reager super un cosa/un persona
- de realiteit op zich laten -- = render se conto del realitate de un situation
- (FOTO) -- op = impressionar
inwerking ZN
- 1 action, effecto, influentia, impacto, impression
- wederzijdse -- van A en B = interaction de A e B
inwerkingtreding ZN
- 1 entrata in vigor/action
- de -- van een wet = le entrata in vigor de un lege
inwerkperiode ZN
- 1 Zie: inwerktijd
inwerktijd ZN
- 1 periodo initial/de rodage
inwerpen WW
- 1 (stukgooien) rumper
- 2 (naar binnen werpen) jectar in, lancear in, (in automaat) insertar, introducer
- een muntstuk -- = introducer un moneta
- 3 (inbrengen tegen) objectar (contra), opponer (a)
- 4 (SPORT) (re)mitter/poner in joco
- de rechtsbuiten werpt in = le exterior de dextra remitte le ballon in joco
inweven WW
- 1 (mbt weven) texer (in)
- bloemen -- = texer un motivo floreal
- 2 (FIG) (invoegen) interlaciar, interlardar, intercalar
- hij wist in zijn rede vermakelijke anecdotes in te weven = ille sapeva intercalar anecdotas amusante in su discurso
inwijdeling ZN
- 1 initiato
inwijden WW
- 1 (plechtig in gebruik nemen) inaugurar, dedicar, (REL) consecrar, benedicer
- een huis -- = inaugurar un casa
- een kerk/een tempel -- = consecrar/dedicar/inaugurar un ecclesia/un templo
- een priester -- = consecrar un prestre
- 2 (deelgenoot maken) initiar
- iemand -- in de kunst van iets = initiar un persona in le arte de un cosa
- -- in een geheim = initiar a/in un secreto
inwijding ZN
- 1 (plechtige ingebruikneming) inauguration, (van een kerk) dedication, consecration
- 2 (mbt personen) initiation
- -- in een geheim = initiation in un secreto
- -- in de vrijmetselarij = initiation al/in le masoneria
inwijdingsfeest ZN
- 1 festa/ceremonias inaugural/inaugurative/inaugurator/de inauguration, inauguration
- 2 festa de initiation
inwijdingsplechtigheid ZN
- 1 ceremonia/solemnitate inaugural/inaugurative/inaugurator/de inauguration
inwijdingsrede ZN
- 1 discurso inaugural/inaugurative/inaugurator
inwijdingsritueel ZN
- 1 ritos de initiation
inwikkelen WW
- 1 involver, inveloppar
- 2 (inpakken) impaccar, pacchettar, impacchettar, inveloppar
- iets in papier -- = inveloppar un cosa in papiro
inwikkeling ZN
- 1 inveloppamento, involution
inwilligen WW
- 1 consentir, permitter, accordar, exaudir, assentir, acceder, acquiescer
- een verzoek -- = acceder a/exaudir un petition/requesta
inwilliging ZN
- 1 assentimento, acquiescentia, consentimento, concession, permisso
inwinden WW
- 1 inveloppar, involver
inwinnen WW
- 1 (trachten te krijgen) colliger, obtener, procurar se
- iemands raad -- = prender consilio de un persona, consultar un persona
- ik zal informatie -- = io va colliger information
- bij iemand informatie -- = ir a un persona pro (haber) information
- 2 (DRUKK) ganiar
- ruimte -- = ganiar spatio
inwippen WW
- 1 (snel binnengaan) entrar rapidemente (in)
- even bij iemand -- = facer un breve visita a un persona
- 2 (inbrengen) introducer in
inwisselbaar BN
- 1 (ex)cambiabile, negotiabile, (cheques, waardepapieren) convertibile
- -- geld/valuta = moneta/valuta convertibile
- niet -- geld = moneta inconvertibile
inwisselbaarheid ZN
- 1 excambiabilitate, negotiabilitate, (cheques, waardepapieren) convertibilitate
- onderlinge -- van valuta's = convertibilitate de valutas
inwisselen WW
- 1 cambiar, excambiar, (cheques, waardepapieren) converter
- coupons -- = excambiar coupons (F)
inwisseling ZN
- 1 excambio, cambio, conversion, convertimento
inwoekeren WW
- 1 propagar se, ganiar terreno
inwonen WW
- 1 viver/habitar in le casa de (un persona), viver/habitar con (un persona)
- zijn moeder woonde bij hem in = su matre viveva con ille
inwonend BN
- 1 qui/que vive in casa de, (intern) interne
- --e leerling = scholar/alumno interne, interno
- (van ziekenhuis, etc.) -- medewerker = interno
- --e kinderen = infantes qui vive in le casa de lor parentes/genitores, infantes habitante con lor parentes/genitores
inwoner ZN
- 1 habitante, residente, nativo, regnicola
- dit land heeft twintig miljoen --s = iste pais ha un population de vinti milliones
inwonertal ZN
- 1 numero/cifra de habitantes, (bevolking) population
inwoning ZN
- 1 (het inwonen) cohabitation, sublocation
- kost en -- = pension complete
- 2 (het wonen binnen een bepaald gebied) residentia
- plaats van iemands -- = loco de residentia de un persona
- 3 (inwonend persoon) sublocatario
- zij hebben -- = illes ha sublocatarios
inworp ZN
- 1 (handeling) introduction, insertion
- -- drie gulden = introducer/insertar tres florinos
- 2 (ingeworpen geld) summa/moneta insertate
- 3 (SPORT) remissa in joco
- verkeerde/foute -- = mal remisso in joco
inwortelen WW
- 1 inveterar se
- diep ingewortelde gewoonte = habitude inveterate
inwrijven WW
- 1 (in-/op-/aanbrengen) fricar, (met zalf) frictionar, unguer, unctar, (met was) cerar
- 2 (verwijten) reprochar {sj} (asperemente)
inwrijving ZN
- 1 fricamento, friction, (met zalf) unction
inzaaien WW
- 1 seminar
- het -- = semination
- het koren -- = seminar le grano
inzaaiing ZN
- 1 semination
inzage ZN
- 1 inspection, (JUR) compulsation
- -- nemen van = prender cognoscentia/cognoscimento de
- na -- van de stukken = post haber examinate le documentos
- (JUR) -- krijgen in = compulsar
- ter -- leggen = deponer pro inspection
- hierbij zenden wij u een copie ter -- = hic juncto nos vos invia un copia pro inspection
inzagen WW
- 1 (snee/kerf maken) insecar, intaliar, incisar, facer un incision/intalio/sectura
- deze balk is niet diep genoeg ingezaagd = iste trabe/trave non ha essite intaliate satis profundemente
inzake VZ
- 1 quanto a, concernente, in materia de, con respecto a
- -- uw verdere opmerkingen, verwijzen wij u naar ... = quanto a vostre altere remarcas, nos vos refere a ...
- zijn standpunt -- het racisme = su attitude concernente le racismo
inzakken WW
- 1 (doorbuigen) flecter se/ceder sub le peso de
- 2 (invallen) laber, collaber
inzakking ZN
- 1 (instorting) collapso
- 2 (HAND) cadita
inzalving ZN
- 1 inunction
inzamelaar ZN
- 1 collector, collectionator
inzamelen WW
- 1 (ophalen, collecteren) colliger, collectar
- giften -- = collectar donationes
- 2 (oogsten, vergaren) recoltar
- honing -- = recoltar melle
- 3 recuperar
- glas -- voor hergebruik = recuperar vitro pro recyclar lo
inzameling ZN
- 1 collecta
- een -- houden = facer un collecta
- 2 (KERK) collecta, questa
inzamelingsactie ZN
- 1 collecta
inzegenen WW
- 1 benedicer, (inwijden) consecrar
- een kerk -- = consecrar un ecclesia
- het huwelijk -- = dar le benediction nuptial
- een huwelijk kerkelijk -- = benedicer un matrimonio/maritage pro le ecclesia
inzegening ZN
- 1 benediction, consecration
- kerkelijke -- van het huwelijk = benediction nuptial
inzegeningsformule ZN
- 1 formula de benediction/consecration
inzegeningsplechtigheid ZN
- 1 solemnitate/ceremonia de benediction/de consecration
inzegeningsritueel ZN
- 1 ritual de benediction/de consecration
inzeilen WW
- 1 entrar in
inzenden WW
- 1 inviar
- een verzoekschrift -- = inviar/presentar un petition
- kunstvoorwerpen -- voor een tentoonstelling = presentar objectos de arte pro un exposition
inzender ZN
- 1 (mbt tentoonstelling) expositor, exhibitor
- 2 (mbt wedstrijd) participante del concurso
inzending ZN
- 1 invio
inzendingstermijn ZN
- 1 termino de invio
inzepen WW
- 1 saponar
- (FIG) we zullen hem even -- = nos va fricar su facie in le nive
inzeper ZN
- 1 persona qui sapona
inzet ZN
- 1 (inspanning) effortio, ardor, enthusiasmo, application, devotion
- 2 (inleg bij het spel) moneta/summa riscate
- 3 (inleg bij het wedden) moneta/summa spondite
- 4 (eerste bod) primari offerta
- 5 (begin) comenciamento, principio
- de -- vormen van = initiar
- 6 (MUZ) (aanhef) intonation
- valse -- = intonation false
- zuivere -- = intonation juste
- 7 thema central
- de ontwapening werd de -- van de verkiezingen = le disarmamento se converteva in le thema central del electiones
inzetbaar BN
- 1 usabile, empleabile, (beschikbaar) disponibile, operational, mobilisabile
inzetbaarheid ZN
- 1 usabilitate, (beschikbaarheid) disponibilitate
- de -- van extra personeel = le disponibilitate de personal extra/supplementari
inzetten WW
- 1 (aanbrengen) mitter in, poner in, montar, includer, introducer, inserer, insertar
- een ruit -- = montar un vitro
- 2 (beginnen) lancear, comenciar, initiar
- een aanval -- = lancear un attacco
- een eindsprint -- = comenciar un sprint (E)
- 3 (in actie laten komen) mitter in action
- troepen -- = mitter truppas in action
- de trainer zette beide wisselspelers in = le trainer (E)/trainator faceva entrar in joco le duo jocatores de reserva
- 4 (MUZ) intonar
- een toon -- = intonar un tono
- het volkslied -- = intonar le hymno national
- 5 (inbouwen) incastrar
- het -- = incastratura
- 6 (van textiel/leer) repeciar
- het -- = repeciamento
- 7
- (zijn best doen) zich -- voor = effortiar se pro, facer un effortio pro
- alle deelnemers hebben zich volledig ingezet = tote le participantes se ha effortiate al maximo
inzetting ZN
- 1 (het tussenzetten) insertion
inzicht ZN
- 1 (begrip, visie) compre(he)nsion, idea, vista, notion, opinion
- verschil van -- = differentia de vistas/opiniones
- iemands --en kennen = cognoscer le vistas de un persona
- tot het -- komen dat = compre(he)nder que
- 2 (doorzicht) intelligentia, perspicacia, perspicacitate, sagacitate
- -- hebben in = haber intelligentia de
inzichtelijk BN
- 1 compre(he)nsibile
inzichtelijkheid ZN
- 1 compre(he)nsibilitate
inzien WW
- 1 (een blik in iets werpen) jectar un reguardo in
- de stukken -- = jectar un reguardo in le documentos, (JUR) compulsar le documentos
- 2 (beseffen) dar se conto de, prender conscientia de, (begrijpen) comprender, comprehender, (snappen) vider
- de noodzaak -- van iets = esser consciente del necessitate de un cosa
- het nut van iets niet -- = non vider le utilitate de un cosa
- iets niet willen -- = negar le evidentia de un cosa
- hij wilde maar niet -- dat = ille non voleva compre(he)nder que
- 3 (erkennen) recognoscer
- 4 (houden voor) considerar (como)
inzien ZN
- 1
- bij nader -- = post reflexion (matur)
- mijns --s = a mi aviso, in mi opinion
inzinken WW
- 1 (onder water gaan) submerger se
- het schip zonk de diepte in = le nave se affundava
- 2 (lager komen te liggen) bassar se
inzinking ZN
- 1 (instorting, depressie) collapso, crise, crisis, depression
- een -- te boven komen = recuperar se de/superar un depression
- 2 (AARDR) (plaats) depression
- 3 (EC) recession, depression, marasmo
- 4 (holte, gat) cavo
inzitten WW
- 1 (zitten in iets) esser (sedite) in
- een salarisverhoging zit er niet in = il es pauco/poco probabile que il ha un augmento salarial, un augmento del salario(s) es pauco/poco probabile
- 2 (bezorgd zijn) esser inquiete (de), inquietar se (de)
inzittende ZN
- 1 occupante, (passagier) passagero, (reiziger) viagiator
inzoet BN
- 1 multo/extrememente dulce, dulcissime
inzonderheid BW
- 1 particularmente, in particular, (speciaal) specialmente, (vooral) super toto, (voornamelijk) principalmente
inzoomen WW
- 1 facer un zoom (E) (super)
inzouten BN
- 1 salar, insalar, salmuriar
- vlees/haringen -- = (in)salar/salmuriar carne/haringos
inzouting ZN
- 1 salatura
in zover(re) VW
- 1 in tanto que
inzuigen WW
- 1 (door inademen) aspirar, inhalar
- de rook van een sigaar -- = aspirar/inhalar le fumo de un cigarro
- 2 (met de mond) suger, aspirar
- 3 (door capillaire werking) absorber, imbiber se de, impregnar se de
- de spons zuigt het water in = le spongia absorbe le aqua
inzuiging ZN
- 1 (inademing) aspiration, inhalation
- 2 (met de mond) suction, aspiration
- 3 (opslurping) absorption, imbibition, impregnation
inzulten WW
- 1 marinar
inzuur BN
- 1 multo/extrememente acide, acidissime
inzwachtelen WW
- 1 bandar, inveloppar, involver
inzwak BN
- 1 multo/extrememente debile, debilissime
inzwelgen WW
- 1 inglutir, devorar
inzwemmen WW
- 1 (naar binnen zwemmen) natar in
IOC
- 1 (Afk.: Internationaal Olympisch Comité) C.I.O (Comité International Olympic)
ion ZN
- 1 ion
- negatief -- = ion negative, anion
- positief -- = ion positive, positron
ionen(uit)wisselaar ZN
- 1 (ex)cambiator ionic/de iones
ionenantagonisme ZN
- 1 antagonismo ionic/de iones
ionenbeschieting ZN
- 1 Zie: ionenbombardement
ionenbombardement ZN
- 1 bombardamento ionic/de iones
ionenbuis ZN
- 1 tubo de iones
ionenconcentratie ZN
- 1 concentration ionic/de iones
ionenemissie ZN
- 1 emission de iones
ionenevenwicht ZN
- 1 balancia/equilibrio ionic/de iones
ionenflux ZN
- 1 currente/fluxo ionic/de iones
ionengeleiding ZN
- 1 conduction ionic
ionenkristal ZN
- 1 crystallo ionic/de iones
ionenluidspreker ZN
- 1 altoparlator ionic
ionenmicrofoon ZN
- 1 microphono ionic
ionenpomp ZN
- 1 pumpa ionic
ionenraket ZN
- 1 missile a/con propulsion ionic
ionenreactie ZN
- 1 reaction ionic/de iones
ionenstroom ZN
- 1 Zie: ionenflux
ionentemperatuur ZN
- 1 temperatura ionic
ionentheorie ZN
- 1 theoria ionic/del iones
ionentransport ZN
- 1 transporto de iones
ionenwolk ZN
- 1 nube de iones
Ionië ZN EIGN
- 1 Ionia
ionisatie ZN
- 1 ionisation
- meervoudige -- = ionisation multiple
- elektrolytische -- = ionisation electrolytic
- thermische -- = ionisation thermal/thermic
ionisatie-energie ZN
- 1 energia de ionisation
ionisatiegraad ZN
- 1 grado de ionisation
ionisatiekamer ZN
- 1 camera de ionisation
ionisatiepotentiaal ZN
- 1 potential de ionisation
ionisatiestraling ZN
- 1 radiation ionisante
ionisatievat ZN
- 1 Zie: ionisatiekamer
ionisator ZN
- 1 ionisator
Ionisch BN
- 1 ionic
- Ionische Zee = Mar Ionic
- --e zuil = columna/colonna ionic
- --e bouworde = ordine ionic
- -- kapiteel = capitello ionic
- -- dialect = dialecto ionic
- --e kolonie = colonia ionic
Ionisch ZN
- 1 (taal) ionico, dialecto ionic
ioniseerbaar BN
- 1 ionisabile
- -- gas = gas ionisabile
ioniseren WW
- 1 ionisar
- het -- = ionisation
ioniserend BN
- 1 ionisante
- --e straling = radiation ionisante
ionisering ZN
- 1 ionisation
ionium ZN
- 1 (element 90) ionium
ionogram ZN
- 1 ionogramma
ionometer ZN
- 1 ionometro
ionometrie ZN
- 1 ionometria
ionometrisch BN
- 1 ionometric
ionosfeer ZN
- 1 ionosphera
ionosferisch BN
- 1 ionospheric
- --e laag = strato ionospheric
iota ZN
- 1 (Griekse letter) iota
iotacisme ZN
- 1 iotacismo
ipecacuanha ZN
- 1 ipecacuanha
ipecacuanhastroop ZN
- 1 sirop de ipecacuanha
ipecacuanhatinctuur ZN
- 1 tinctura de ipecacuanha
Iphigenie ZN EIGN
- 1 Iphigenia
ipso facto ZN
- 1 ipso facto (L)
ipso jure
- 1 ipso jure (L)
IQ
- 1 (Afk.: intelligentiequotiënt) Q.I. (quotiente intellectual/de intelligentia)
Iraaks BN
- 1 irakian
- --e olie = oleo irakian
Iraans BN
- 1 iranian
- --e taal = lingua iranian
- --e bevolking = population iranian
Irak ZN EIGN
- 1 Irak
Irakees ZN
- 1 irakiano
Irakees BN
- 1 irakian
- --e bevolking = population irakian
Iran ZN EIGN
- 1 Iran
Iraniër ZN
- 1 iraniano
irascibiliteit ZN
- 1 irascibilitate
irenisch BN
- 1 irenic
iridectomie ZN
- 1 (MED) iridectomia, iridotomia
iridescent BN
- 1 iridescente
iridescentie ZN
- 1 iridescentia
iridium ZN
- 1 iridium
iridiumverbinding ZN
- 1 composito iridic/de iridium
iridotomie ZN
- 1 iridotomia
Iris ZN EIGN
- 1 Iride, Iris
iris ZN
- 1 (van het oog) iride, iris
- 2 (PLANTK) iride, iris
irisatie ZN
- 1 irisation
irisdiafragma ZN
- 1 diaphragma (a/de) iride/iris
irisdruk ZN
- 1 impression irisate
iriseren WW
- 1 irisar
- het -- = irisation
- het zonlicht iriseert de slijpvlakjes van een kristal = le luce/lumine solar irisa le faciettas de un crystallo
iriserend BN
- 1 irisante, iridescente
irisering ZN
- 1 irisation
irish coffee ZN
- 1 irish coffee (E)
irisverwijdering ZN
- 1 iridectomia, iridotomia
iritis ZN
- 1 iritis
Irokees BN
- 1 iroquese
Irokees ZN
- 1 iroquese
ironie ZN
- 1 (FIL) ironia
- Socratische -- = ironia socratic
- 2 ironia
- bittere -- = ironia amar
- hij zei dat met een vleugje -- = ille lo diceva con un nuance (F) de ironia
- -- van het lot = ironia del sorte/fato/destino
ironisch BN
- 1 ironic
- --e glimlach = surriso ironic/de ironia
- -- schrijver = ironista
- in --e zin = in un senso ironic
- de brief was -- bedoeld = le littera habeva un intention ironic
- -- glimlachen = surrider ironicamente
- -- genoeg werd hij gearresteerd door zijn beste vriend = ironicamente su melior amico le ha arrestate
ironiseren WW
- 1 ironisar
irradiatie ZN
- 1 (optisch bedrog) irradiation
- 2 (uitstraling van pijn) irradiation
- 3 (NAT, MED) (bestraling) irradiation, radiation
- 4 (FIG) irradiation
irrationaal BN
- 1 irrational
- --e vergelijking = equation irrational
- -- getal = numero irrational
irrationalisme ZN
- 1 irrationalismo
irrationalistisch BN
- 1 irrationalista
irrationaliteit ZN
- 1 (onredelijkheid) irrationalitate
- 2 (WISK) irrationalitate
irrationeel BN
- 1 irrational, irrationabile, disrationabile
- -- gedrag = comportamento irrational
- --e angst = pavor irrational
irrealis ZN
- 1 modo irreal
irrealistisch BN
- 1 irrealista
irrealiteit ZN
- 1 irrealitate
irrecusabel BN
- 1 irrecusabile
irredenta ZN
- 1 irredenta (I)
irredentisme ZN
- 1 irredentismo
- het -- voorstaand = irredentista
irredentist ZN
- 1 irredentista
irredentistisch BN
- 1 irredentista
irreductibel BN
- 1 irreductibile, irreducibile
irreëel ZN
- 1 irreal
- 2 chimeric
irrefutabel BN
- 1 irrefutabile
irregulariteit ZN
- 1 irregularitate
irregulier BN
- 1 (onregelmatig) irregular
- op --e tijden = a intervallos irregular
- 2 (ongeregeld) irregular
- --e troepen = truppas irregular
irrelevant BN
- 1 irrevelante, non pertinente, impertinente
- --e opmerking = observation/remarca irrelevante/non pertinente
- --e feit = facto irrelevante, irrelevantia
irrelevantie ZN
- 1 irrelevantia, impertinentia
irreligieus BN
- 1 irreligiose
irremediabel BN
- 1 irremediabile
irreparabel BN
- 1 irreparabile
irresistibel BN
- 1 irresistibile
irresoluut BN
- 1 irresolute
irreverent BN
- 1 irreverente
irreversibel BN
- 1 irreversibile
irreversibiliteit ZN
- 1 irreversibilitate
- -- van de evolutie = irreversibilitate del evolution
irrevocabel BN
- 1 irrevocabile
irrigatie ZN
- 1 (kunstmatige bevloeiing) irrigation
- -- door beluchting = irrigation aerate/per aeration
- -- door infiltratie = irrigation per infiltration
- 2 (MED) irrigation
irrigatiebuis ZN
- 1 Zie: irrigatieslang
irrigatiegemaal ZN
- 1 station/installation de pumpage pro le irrigation
irrigatiehevel ZN
- 1 siphon de irrigation
irrigatie-intensiteit ZN
- 1 intensitate de irrigation
irrigatie-interval ZN
- 1 intervallo inter irrigationes
irrigatiekanaal ZN
- 1 canal irrigatori/de irrigation
- netwerk van --en = rete de canales de irrigation
irrigatiekanalenstelsel ZN
- 1 systema de canales irrigatori/de irrigation
irrigatienet ZN
- 1 Zie: irrigatiesysteem
irrigatiepeil ZN
- 1 nivello de irrigation
irrigatieperiode ZN
- 1 periodo de irrigation
irrigatieprocédé ZN
- 1 procedura de irrigation
irrigatieproject ZN
- 1 projecto de irrigation
irrigatieput ZN
- 1 puteo de irrigation
irrigatieslang ZN
- 1 tubo irrigatori/de irrigation
irrigatiesloot ZN
- 1 fossato de irrigation
irrigatiesluis ZN
- 1 esclusa irrigatori/de irrigation
irrigatiesysteem ZN
- 1 systema/rete irrigatori/de irrigation
irrigatiewater ZN
- 1 aqua de irrigation
irrigatiewaterkwaliteit ZN
- 1 qualitate del aqua de irrigation
irrigatiewerken ZN
- 1 installationes de irrigation
irrigator ZN
- 1 irrigator
irrigeerbaar BN
- 1 irrigabile
irrigeren WW
- 1 (bevloeien) irrigar
- het -- = irrigation
- 2 (MED) irrigar
- het -- = irrigation
irritabel BN
- 1 (ook BIOL) irritabile
irritabiliteit ZN
- 1 irritabilitate
- 2 (BIOL) irritabilitate, excitabilitate
irritant BN
- 1 irritante
- --e opmerking = observation irritante
- -- persoon = persona irritante
irritatie ZN
- 1 (ergernis) irritation, vexation
- 2 (het prikkelen) irritation
- 3 (FYSIOL) irritation
- de huid wordt door die zeep geïrriteerd = iste sapon irrita le pelle
irritatiegrens ZN
- 1 limine de irritation
irriteren WW
- 1 irritar, piccar, vexar, enoiar
- het -- = irritation, vexation
- iemand die irriteert = irritator, vexator
- jouw gedrag irriteert me = tu conducta me irrita
- 2 (sterk prikkelen) irritar
- het -- = irritation
- deze zeep irriteert de huid = iste sapon causa irritation del pelle
irriterend BN
- 1 irritante
- (ook MED) -- middel = irritante
Isaäc ZN EIGN
- 1 Isaac
isagoge ZN
- 1 isagoge
isagogisch BN
- 1 isagogic
isallobaar BN
- 1 isallobare
isallobaar ZN
- 1 isallobaro
isallotherm ZN
- 1 isallotherma
ISBN
- 1 (Afk.: internationaal standaard-boeknummer) ISBN ( International Standard Book Number) (E)
ischemie ZN
- 1 ischemia
ischemisch BN
- 1 ischemic
- --e necrose = necrose (-osis) ischemic
ischias ZN
- 1 sciatica
- --patiënt = malado de sciatica
ischiaspatiënt ZN
- 1 malado de sciatica
ischiosacraal BN
- 1 sacrosciatic
isentropisch BN
- 1 isentropic
isgelijkteken ZN
- 1 signo equal/de equalitate
Isisdienst ZN
- 1 culto isaic
Isismysteriën ZN MV
- 1 mysterios isaic
Isispriester ZN
- 1 isaico
islam ZN
- 1 islam
- de wereld van de -- = le mundo islamic
- tot de -- bekeren = islamisar
- het bekeren tot de -- = islamisation
islamiet ZN
- 1 islamita
islamiseren WW
- 1 islamisar
islamisering ZN
- 1 islamisation
islamisme ZN
- 1 islamismo
islamitisch BN
- 1 islamic, islamita, islamitic, musulman, mohammedan, moslem, mahometan
- -- fundamentalisme = fundamentalismo islamic
islamkenner ZN
- 1 islamologo
islamoloog ZN
- 1 islamologo
i.s.m.
- 1 (Afk.: in samenwerking met) in collaboration con
Ismaëliet ZN
- 1 ismaelita
Ismaëlitisch BN
- 1 ismaelita
isme ZN
- 1 ismo
iso-agglutinatie ZN
- 1 isoagglutinisation
isobaar ZN
- 1 linea/curva isobare/isobaric, isobaro
isobaat ZN
- 1 linea/curva isobatha, isobatha
isobarisch BN
- 1 isobare, isobaric
- -- oppervlak = superficie isobare
isobarometrisch BN
- 1 isobarometric
- --e lijnen = lineas isobarometric, isobaros
isocaëder ZN
- 1 isocahedro
isocellulair BN
- 1 isocellular
isochoor BN
- 1 isochore
isochromatisch BN
- 1 isochromatic
- --e lens = lente isochromatic
isochronie ZN
- 1 isochronismo
isochronisme ZN
- 1 isochronismo
isochroom ZN
- 1 isochomatic
isochroon BN
- 1 isochrone
- --e trillingen = oscillationes isochrone
isoclinaal BN
- 1 isoclinal
- --e plooi = plica isoclinal
- --e breuk = fallia isoclinal
isocline ZN
- 1 linea isocline, isoclino
isoclinisch BN
- 1 isocline
- --e lijn = linea isocline
isocoagulabiliteit ZN
- 1 isocoagulabilitate
isodiametrisch BN
- 1 isodiametric
isodynaam ZN
- 1 linea isodynamic
isodynamie ZN
- 1 isodynamia
isodynamisch BN
- 1 isodynamic
iso-elektrisch BN
- 1 isoelectric
isofoon BN
- 1 isophone
isogaam BN
- 1 isogame
isogameet ZN
- 1 isogameta
isogamie ZN
- 1 isogamia
isoglosse ZN
- 1 isoglossa, linea isoglosse
isogonaal BN
- 1 isogone, isogonal, isogonic
- --e baan = trajectoria isogonal
isogonisch BN
- 1 Zie: isogonaal
isogoon ZN
- 1 linea isogone/isogonal/isogonic
isogoon BN
- 1 Zie: isogonaal
isohyeet ZN
- 1 isohyete
isohyetenkaart ZN
- 1 carta del isohyetes
isohypse ZN
- 1 linea isohypse, isohypsa
isolatie ZN
- 1 (ook ELEKTR, etc.) insulamento, insulation, isolamento, isolation
- akoestische -- = isolation acustic
- diëlektrische -- = isolation dielectric
- 2 (materiaal) material isolante/insulante
isolatieband ZN
- 1 banda isolante/insulante
isolatiebuis ZN
- 1 tubo de isolation
isolatiegen ZN
- 1 gen de isolation
isolatiekamer ZN
- 1 camera de isolamento/insulamento
isolatielaag ZN
- 1 strato isolante/insulante
isolatiemateriaal ZN
- 1 material isolante/insulante/de isolation/de insulation
isolatieplaat ZN
- 1 placa isolante/insulante
isolationisme ZN
- 1 isolationismo
isolationist ZN
- 1 isolationista
isolationistisch BN
- 1 isolationista
isolator ZN
- 1 (ELEKTR, etc.) insulator, isolator
isoleerbaar BN
- 1 isolabile, insulabile
isoleercel ZN
- 1 cella de isolation/insulation
isoleerkan ZN
- 1 Zie: thermosfles
isoleervertrek ZN
- 1 camera de isolation/insulation
isolement ZN
- 1 isolamento, confinamento
- in een -- leven = viver in un isolamento
- het -- doorbreken = rumper le isolamento
- zich uit zijn -- losmaken = abandonar su isolamento
- in mijn -- ligt mijn kracht = mi isolamento es mi fortia
isoleren WW
- 1 isolar, insular, confinar, claustrar, recluder
- het -- = insulamento, isolamento, isolation
- iemand die of iets dat isoleert = isolator
- hij isoleert zich te veel = ille se isola troppo
- (mbt ziekte) iemand -- = mitter un persona in quarantena
- 2 (uit een geheel halen) isolar, separar
- een virus -- = isolar un virus
- 3 (ELEKTR, etc.) insular, isolar
- het -- = insulamento, insulation, isolamento, isolation
isolerend BN
- 1 isolante, isolator
- --e taal = lingua isolator
isolering ZN
- 1 (ook ELEKTR, etc.) insulamento, insulation, isolamento, isolation
isoleucine ZN
- 1 isoleucina
isoloog BN
- 1 isologe
isomeer ZN
- 1 isomero
isomeer BN
- 1 Zie: isomerisch
isomerie ZN
- 1 isomeria
isomerisatie ZN
- 1 isomerisation
isomerisch BN
- 1 isomere, isomeric
- --e waarde = valor isomeric
- --e kern = nucleo isomeric
- --e overgang = transition isomeric
isomeriseren WW
- 1 isomerisar
isometrie ZN
- 1 isometria
isometrisch BN
- 1 isometric
- --e kristallen = crystallos isometric
- -- perspectief = perspectiva isometric
- --e ruimten = spatios isometric
isomorf BN
- 1 isomorphe, isomorphic
isomorfie ZN
- 1 isomorphismo
isomorfisme ZN
- 1 isomorphismo
isoperimetrisch BN
- 1 isoperimetric
isorachie ZN
- 1 curva cotidal
isosensibilisatie ZN
- 1 isosensibilisation
isospin ZN
- 1 spin (E) isotope/isotopic
isostasie ZN
- 1 isostasia
isostatisch BN
- 1 isostatic
isosyllabisme ZN
- 1 isosyllabismo
isotherm ZN
- 1 linea isotherme/isothermic, isotherma
isothermie ZN
- 1 isothermia
isothermisch BN
- 1 isotherme, isothermic, isothermal
isotonie ZN
- 1 isotonia
isotonisch BN
- 1 isotonic
isotoon ZN
- 1 isotonic
isotoop ZN
- 1 isotopo
- radioactieve -- = isotopo radioactive
- stabiele -- = isotopo stabile
isotopenscheiding ZN
- 1 separation isotopic/del isotopos
isotopenspin ZN
- 1 spin (E) isotopic
isotopie ZN
- 1 isotopia
isotopisch BN
- 1 isotope, isotopic
- --e spin = spin (E) isotope/isotopic
isotransplantaat ZN
- 1 isotransplant
isotransplantatie ZN
- 1 isotransplantation
isotron ZN
- 1 isotron
isotroop BN
- 1 isotrope, isotropic
isotroop ZN
- 1 isotropo
isotropie ZN
- 1 isotropia
isotype ZN
- 1 isotypo
Israël ZN EIGN
- 1 Israel
- van/uit -- = israeli, israelian
Israëli ZN
- 1 israeli, israeliano
Israëliër ZN
- 1 israeli, israeliano
Israëliet ZN
- 1 israelita
Israëlisch BN
- 1 israeli, israelian
Israëlisch ZN
- 1 (taal) hebreo
Israëlitisch BN
- 1 israelita
- -- feest = festa israelita
issue ZN
- 1 thema, question, problema, subjecto
- hot -- = question/problema actual/del actualitate
istmisch BN
- 1 isthmic
- --e spelen = jocos isthmic
istmus ZN
- 1 isthmo
- de -- van Corinthe = le isthmo de Corintho
Istrië ZN EIGN
- 1 Istria
it.
- 1 (Afk.) it., id.
Italiaan ZN
- 1 italiano
Italiaans BN
- 1 italian
- --e taal = lingua italian
- -- karakter = italianitate
- -- maken = italianisar
- --e trek/uitdrukking = italianismo
- -- sprekend = italophone
- -- sprekende = italophono
italiaans ZN
- 1 (taal) italiano
Italiaanstalig BN
- 1 italophone
italianiseren WW
- 1 italianisar
italianisme ZN
- 1 italianismo
- --n gebruiken = italianisar
Italië ZN EIGN
- 1 Italia
italiek ZN
- 1 littera/character italic, italica
Italisch BN
- 1 italic
- --e taal = lingua italic
- -- recht = derecto italic
- --e volksstam = populo italic
item BW
- 1 item, idem
item ZN
- 1 (nieuwsbericht, onderwerp) question, subjecto
- 2 (punt, post) articulo, item (E)
iteratie ZN
- 1 iteration
iteratief BN
- 1 iterative
- --e methode = methodo iterative
- --e bewerking = operation iterative
- 2 (TAAL) iterative, frequentative
- -- werkwoord = verbo iterative, iterativo
iteratief ZN
- 1 verbo iterative, iterativo
itereren WW
- 1 iterar, repeter
Ithaka ZN EIGN
- 1 Ithaca
ithyfallie ZN
- 1 ithyphallia
ithyfallisch BN
- 1 ithyphallic
itinerarium ZN
- 1 itinerario
i.t.t.
- 1 (Afk.: in tegenstelling tot) in contrasto con
i.v. ZN
- 1 (Afk.: in voce) in voce
i.v.m.
- 1 (Afk.: in verband met) in connexion con
ivoor ZN
- 1 ebore
- van -- = eboree, eburnee
- -- bewerken = (draaien) tornar ebore, (insnijden) incisar/gravar ebore
ivoorachtig BN
- 1 eboree, eburnee
ivoordraaier ZN
- 1 tornator de ebore
ivoordraaierij ZN
- 1 torneria de ebore
ivoorkarton ZN
- 1 carton (de) ebore, bristol (E)
ivoorkleur ZN
- 1 color de ebore
ivoorkleurig BN
- 1 (de color de) ebore
Ivoorkust ZN EIGN
- 1 Costa de Ebore
ivoormeeuw ZN
- 1 laro eboree
ivoorwerker ZN
- 1 Zie: ivoordraaier
ivoorwit BN
- 1 de ebore
ivoren BN
- 1 eboree, eburnee, de ebore
- -- doos = cassa de ebore
- zich in zijn -- toren terugtrekken = retirar se in su turre de ebore
ivoriet ZN
- 1 corozo
Ivriet ZN
- 1 (taal) hebreo moderne
Iwan ZN EIGN
- 1 Ivan
- -- de Verschrikkelijke = Ivan le Terribile
ixia ZN
- 1 ixia
Ixion ZN EIGN
- 1 Ixion
- het rad van -- = le rota de Ixion
izabel ZN
- 1 isabella
izegrim ZN
- 1 grunnion, grunnitor, murmurator
i.z.g.st.
- 1 (Afk.: in zeer goede staat) in multo bon condition, in optime stato