Interlingua Wiki

ba ZN

1 (ontlasting) cacata, (urine) pipi
-- doen = facer cacata/pipi
2
zonder boe of -- te zeggen = sin dicer un sol parola


ba! VW

1 bah!


baadje ZN

1 jaco
op zijn -- krijgen = esser bastonate


baai ZN

1 (GEOGR) baia, golfo
de Engelse kust heeft vele --en = le costa de Anglaterra ha multe baias
2 tabaco de Maryland, sorta de tabaco a/de/pro pipa


baaierd ZN

1 chaos, confusion


baaitabak ZN

1 Zie: baai-2


baak ZN

1 (SCHEEP) boia
(FIG) hij was voor mij een -- op de levenszee = ille esseva pro me un boia super le mar del vita
2 (LANDM) picchetto, jalon


baakaflezing ZN

1 (LANDM) (le) leger del distantia inter duo picchettos/jalones


baakafstand ZN

1 (LANDM) distantia inter duo picchettos/jalones


baakzetten WW

1 (SCHEEP) poner/mitter boias/un boia


baal ZN

1 (zak) balla, sacco
-- hooi = balla de feno
-- koffie = balla de caffe
-- rijst = balla de ris
-- tabak = balla de tabaco
-- katoen = balla de coton
--en koopwaar = ballas de mercantia
-- meel = balla/sacco de farina
-- suiker = balla/sacco de sucro
(FIG) ergens de --en van hebben = esser disgustate de un cosa
2 (papiermaat) dece rismas, cinque milles folios


Baäl ZN EIGN

1 (zonnegod) Baal


baalgoed ZN

1 jute (E)
2 merces in jute (E)


baälsaanbidder ZN

1 servitor de Baal, baalita


baälsdienaar ZN

1 Zie: baälsaanbidder


Baälsdienst ZN

1 culto de Baal


Baälspriester ZN

1 sacerdote/prestre de Baal


baalzak ZN

1 balla/sacco de jute (E)


baan ZN

1 (ASTRON)
-- van een planeet = orbita de un planeta
-- geostationari = geostationaire baan
-- om de aarde = orbita circumterrestre
elliptische -- = orbita elliptic
cirkelvormige -- = orbita circular
een -- om de aarde beschrijven = describer un orbita circum le terra
een cirkelvormige -- beschrijven = orbitar
een satelliet in zijn -- brengen = poner un satellite in orbita
geen volledige -- beschrijvend = suborbital
2 (NAT) orbita
de --en van de elektronen = le orbitas del electrones
3 (aangelegde weg) via, cammino
-- breken = 1. (LETT) aperir se un passage, 2. (FIG) aperir nove vias
iemand ruim -- geven = dar carta blanc a un persona
dit is van de -- = isto ha passate al historia
op de lange -- schuiven = differer, morar/ajornar al calendas grec, eternisar, tergiversar
4 (van kogel/raket etc.) trajectoria
rechtlijnige -- = trajectoria rectilinee
5 (LUCHTV) pista
6 (SPORT) pista
snelle -- = pista rapide
7 (werkkring) function, placia, empleo, occupation, job (E), posto
tijdelijke -- = empleo temporari
ondergeschikt --tje = empleo subalterne
goed/vet --tje = empleo lucrative
de beste --tjes = le melior postos
zonder vaste -- = sin empleo fixe
iemand een -- bezorgen = procurar un empleo a un persona
zijn -- verliezen = perder su placia
een -- vinden voor = placiar
8 (strook op ijs/sneeuw) pista
9 (strook stof/behang) banda
10 (van kledingstuk) pannello


baanbrekend BN

1 que aperi un nove via, innovator, initiator
--e onderzoekingen = recercas/investigationes innovator/innovative
-- zijn = facer epocha


baanbreker ZN

1 pionero, initiator, novator, innovator, precursor, protagonista


baancommissaris ZN

1 (bijv. van een ijsbaan) commissario de pista


baanderij ZN

1 corderia


baanfiets ZN

1 bicycletta de pista


baanherstel ZN

1 creation de nove postos de travalio/labor


baanhoek ZN

1 angulo de trajectoria


baanloos BN

1 disoccupate, sin empleo


baanrace ZN

1 cursa super pista


baanrechter ZN

1 Zie: baancommissaris


baanrecord ZN

1 record (E) del pista


baanrenner ZN

1 cyclista super pista


baanruimer ZN

1 Zie: baanveger


baanschouwer ZN

1 (SPOORW) inspector del linea ferroviari


baanschuiver ZN

1 (SPOORW) chassapetras {sj}


baansnelheid ZN

1 velocitate de trajectoria


baanspin ZN

1 (NAT) spin (E) de orbita


baansport ZN

1 sport (E) de pista


baanvak ZN

1 section de linea/de via


baanvegen WW

1 (mbt ijsbaan) mundar le pista


baanveger ZN

1 (mbt ijsbaan) mundapista(s)


baanvergelijking ZN

1 equation del trajectoria


baanvlak ZN

1 plano orbital


baanvlucht ZN

1 volo orbital


baanwachter ZN

1 guardavia, guardalinea


baanwachtershuisje ZN

1 casetta/guarita de guardavia/guardalinea


baanwachterswoning ZN

1 casa de guardavia/guardalinea


baanwedstrijd ZN

1 cursa (cyclistic) super pista


baanwerker ZN

1 obrero de ferrovias


baanwijs BN

1
iemand -- maken = metter un persona al currente


baar ZN

1 (staaf edelmetaal) barra, lingoto
-- goud = barra/lingoto de auro
2 (draagtoestel) lectiera
3 (golf) unda
de woeste --en = le undas salvage
de --en der levenszee = le periculos menaciante
4 (HERALD) barra
5 (lijkbaar) feretro


baar BN

1
-- geld = moneta contante/liquide, numerario
overmaking in -- geld = invio/remissa in moneta contante, invio in species
2
--e leugen = pur mentita


baarbalans ZN

1 balancia pro lingotos de auro


baard ZN

1 barba
volle -- = barba integre
ruige -- = barba hirsute
woeste -- = barba inculte
valse -- = barba facticie
met -- = barbate, barbute
zonder -- = sin barba, imberbe
een -- krijgen = barbar
een -- laten staan = lassar crescer le barba, barbar
om 's keizers -- spelen = jocar pro le honor
de -- in de keel hebben = cambiar le voce
2 (PLANTK) arista
3 (van walvis) fanon


baardaap ZN

1 macaco


baardbrandertje ZN

1 Zie: neuswarmertje


baarddracht ZN

1 ordinantia del barba


baarddrager ZN

1 homine con barba


baardeloos BN

1 disbarbate, sin barba, (ook FIG) imberbe
-- gezicht = visage/facie sin barba


baardgier ZN

1 gypeto/vulture barbate/barbute


baardgras ZN

1 polypogon
Indisch -- = spicanardo


baardgroei ZN

1 (crescita del) barba
dichte -- = barba spisse
overmatige -- = hirsutismo


baardhaar ZN

1 pilo de barba


baardig BN

1 barbate, barbute


baardman ZN

1 homine con (grande) barba, homine barbate/barbute, barbato, barbuto


baardmos ZN

1 usnea barbate


baardrager ZN

1 portator de lectiera, (van lijkbaar) portator de feretro


baardrob ZN

1 erignatho barbate


baardscheerder ZN

1 barbero


baardschimmel ZN

1 eczema facial, sycosis


baardschurft ZN

1 scabie


baardvin ZN

1 Zie: baardschimmel


baardwalvis ZN

1 mysticeto


baardzeehond ZN

1 Zie: baardrob


baargeld ZN

1 moneta liquide/contante, numerario


baarkleed ZN

1 drappo mortuari


baarlijk BN

1 (zich onbedekt vertonend) nude
2
(FIG) de --e duivel = le diabolo personificate/incarnate/in persona
3
dit is --e nonsens = isto es pur nonsenso, isto es nonsenso absolute


baarmoeder ZN

1 utero, matrice
van de -- = uterin
uitzakking van de -- = prolapso del utero


baarmoederbloeding ZN

1 hemorrhagia uterin, metrorrhagia


baarmoederextirpatie ZN

1 hysterectomia


baarmoedergezwel ZN

1 tumor de utero


baarmoederhals ZN

1 collo/cervice uterin/del utero


baarmoederhalskanker ZN

1 cancere cervical/del collo/cervice uterin/del utero


baarmoederholte ZN

1 cavitate uterin


baarmoederinvolutie ZN

1 involution uterin


baarmoederkanker ZN

1 cancer uterin/del utero


baarmoederkapje ZN

1 pessario


baarmoederkoek ZN

1 placenta


baarmoedermond ZN

1 orificio/apertura del utero, bucca uterin


baarmoederontsteking ZN

1 inflammation del utero, metritis


baarmoederring ZN

1 pessario


baarmoederslijmvlies ZN

1 endometrio
ontsteking van het -- = endometritis


baarmoedersnede ZN

1 hysterotomia


baarmoederverzakking ZN

1 prolapso uterin/del utero


baarmoederwand ZN

1 pariete uterin/del utero


baarmoederziekte ZN

1 maladia uterin


baars ZN

1 perca
zwarte -- = perca nigre


baarsachtig BN

1 perciforme, percomorphe


baarsachtigen ZN MV

1 percomorphos


baarshaak ZN

1 hamo pro percos


baarstoel ZN

1 sedia de parto


baarsvisser ZN

1 piscator de percas


baarsvisserij ZN

1 pisca de percas


baarvlies ZN

1 (ANAT) annion


baarzen WW

1 piscar percas con canna


baas ZN

1 maestro, capite, chef (F)
-- van een hond = maestro de un can
iemand de -- blijven = dominar un persona
iemand de -- zijn = superar un persona
(beteugelen) de -- worden = jugular
moeilijkheden de -- worden = superar/vincer/surmontar difficultates
zijn hartstochten de -- blijven = resister a/vincer/maestrar su passiones
hier in huis is mijn vrouw de -- = in iste casa mi spo(n)sa commanda
eigen -- = laborator/travaliator independente
eigen -- zijn = esser independente, non depender de nemo, laborar/travaliar pro su proprie conto
2 (eigenaar) proprietario
3 (iemand die zeer bedreven is in iets) asse
4
(kanjer) een -- van een snoek = un lucio enorme


baasachtig WW

1 autoritari


baat ZN

1 (nut, voordeel) beneficio, profito, utilitate, avantage
de gelegenheid te -- nemen = profitar del occasion
-- vinden/hebben bij iets = traher profito/beneficio de un cosa
dat komt hem te -- = isto le da avantage
2 (geldelijk voordeel) profito, beneficio
--en afwerpen = dar profito/beneficio
ten --e van = a(l) profito/beneficio de
ten eigen --e = pro se ipse
kosten-batenanalyse = analyse (-ysis) costos-beneficios
3 (lichamelijke vooruitgang) (a)melioration
ik heb er -- bij gevonden = io es satisfacte del resultato


baatbelasting ZN

1 imposto super le beneficios


baatziek BN

1 Zie: baatzuchtig


baatzucht ZN

1 egoismo, interesse personal, aviditate, cupiditate, egocentricitate, egocentrismo


baatzuchtig BN

1 interessate, egoista, egoistic, cupide, avide, egocentric


baatzuchtigheid ZN

1 Zie: baatzucht


baba ZN

1 (CUL) baba


babbel ZN

1 (mond) bucca, becco
zijn -- staat nooit stil = ille parla continuemente/sin arresto
hou je --! = tace!
2
een vlotte -- hebben = haber le parola facile, esser un bon parlator
3 (persoon) persona/typo loquace/garrule, garrulator, confabulator


babbelaar ZN

1 (persoon) persona/typo loquace/garrule, garrulator, confabulator
2 (snoepje) bonbon, caramello (a base de butyro e sucro)


babbelachtig WW

1 garrule, loquace


babbelarij ZN

1 garrulada, confabulation


babbelen WW

1 (veel praten) garrular, confabular
het -- = garrulada, confabulation
2 (converseren) conversar


babbelkous ZN

1 femina loquace/garrule, garrulatrice


babbelkousig BN

1 garrule, loquace


babbelpraatje ZN

1 garrulada


babbeltje ZN

1 conversation (informal)
een -- maken met de nieuwe buurman = haber un conversation con le nove vicino


babbelziek BN

1 garrule, loquace


babbelzucht ZN

1 garrulitate, loquacitate


Babel ZN EIGN

1 Babel
van -- = babelic
de torenbouw van -- = le construction del turre de Babel


Babels BN

1 de Babel, babelic


babesiosis, babesiose ZN

1 (ziekte bij honden en katten) babesiosis


babipangang ZN

1 babipangang (Ch)


babiroesa ZN

1 babirussa


baboesje ZN

1 (soort oosterse slof) babucha {sj}


baby ZN

1 neonato, baby (E), bebe, infante


babybeer ZN

1 urso neonate


babybroekje ZN

1 (parve) pantalon(es) de bebe/de baby (E)


babydoll ZN

1 baby-doll (E), camisola


babyfoon ZN

1 babyphono


babygoed ZN

1 Zie: babykleertjes


babygorilla ZN

1 gorilla neonate


babykamer ZN

1 camera de baby (E)/bebe


babykleertjes ZN MV

1 vestimentos de bebe/baby (E)


Babylon ZN EIGN

1 Babylon
de hangende tuinen van -- = le jardines suspendite de Babylon
de hoer van -- = le prostituta de babylon


Babylonië ZN EIGN

1 Babylonia


Babylonisch BN

1 babylonian
--e ballingschap = captivitate babylonian/de Babylon
--e spraakverwarring = confusion babylonian


babyolifant ZN

1 elephante neonate


babyoppas ZN

1 Zie: babysitter


babypiano ZN

1 parve piano


babysit ZN

1 Zie: babysitter


babysitten WW

1 facer le baby-sitter (E)


babysitter ZN

1 baby-sitter (E), guarda de infantes


babyvoeding ZN

1 nutrimento/alimentos/alimentation pro le bebe/baby (E)/neonatos


babyweegschaal ZN

1 bascula pro bebes/babies (E), pesabebe


babyzeehond ZN

1 phoca neonate


babyzeep ZN

1 sapon pro babies (E)/bebes/neonatos


babyzuigfles ZN

1 biberon


babyzwijntje ZN

1 porco neonate


baccalaureaat ZN

1 baccalaureato


baccalaureaatsgraad ZN

1 grado de baccalaureato


baccalaureus ZN

1 baccalaureo


baccarat ZN

1 (kaartspel) baccarat


baccaratspeler ZN

1 jocator de baccarat


baccarattafel ZN

1 tabula de baccarat


bacchanalen ZN MV

1 Zie: bacchanaliën


bacchanaliën ZN MV

1 festas bacchic, bacchanales, bacchanalia
de -- vieren = bacchar
2 orgia tumultuose


bacchanalisch BN

1 bacchanal


bacchante ZN

1 (priesteres van Bacchus) menade


bacchantisch BN

1 bacchic, bacchanal


Bacchisch BN

1 bacchic, bacchanal


Bacchus ZN EIGN

1 Baccho
van -- = bacchic, bacchanal
aan -- offeren = facer libationes a Baccho
feest ter ere van -- = bacchanal


Bacchusbeeld ZN

1 statua de Baccho


Bacchusbroeder ZN

1 Zie: dronkaard


Bacchusfeesten ZN MV

1 festas bacchic, bacchanales, bacchanalia


Bacchuslied ZN

1 canto bacchic


Bacchuspriesteres ZN

1 bacchante


Bacchusstaf ZN

1 thyrso


bachtrompet ZN

1 clarino


bacil ZN

1 (staafvormige bacterie) bacillo
door --len veroorzaakt = bacillar
2 (bacterie) bacillo, bacterio, microbio


bacillair BN

1 bacillar
--e infectie = infection bacillar
--e dysenterie = dysenteria bacillar


bacillencultuur ZN

1 cultura de bacillos, bacillicultura


bacillendragend BN

1 bacillifere


bacillendrager ZN

1 portator de bacillos


bacillendysenterie ZN

1 dysenteria bacillar


bacillenvrees ZN

1 Zie: bacteriënvrees


bacilliform BN

1 bacilliforme, in forma de bacillo


bacilvormig BN

1 Zie: bacilliform


back ZN

1 (SPORT) defensor
--s = defensa


backen WW

1 (SPORT) esser le defensa, jocar in le defensa
2 (steunen) appoiar, sustener
3 (MUZ) (begeleiden) accompaniar


background ZN

1 antecedentes


background information ZN (ENGELS)

1 Zie: achtergrondinformatie


backhand ZN

1 (TENNIS) backhand (E), colpo reverse


backing ZN

1 (steun) appoio, susteno, sustenimento
2 (MUZ) (begeleiding) accompaniamento


backlash ZN

1 (mbt een tandrad) succussa
2 (reactie, terugwerking) reaction, resistentia


backpacker ZN (ENGELS)

1 Zie: rugzaktoerist


back-up ZN

1 back-up (E)


baco ZN

1 clave adjustabile/anglese


bacon ZN

1 lardo fumate, bacon (E)


bacter(i)urie ZN

1 bacter(i)uria


bactericide BN

1 bactericida, bactericidal


bactericide ZN

1 producto/agente bactericida, bactericida


bacterie ZN

1 bacterio, microbio
septische --n = bacterios septic
aërobe -- = bacterio aerobie, aerobio


bacteriecultuur ZN

1 Zie: bacteriekweek


bacteriedodend BN

1 bactericida, bactericidal
-- middel = producto bactericida, bactericida


bacterieel BN

1 bacterial, bacterian
-- onderzoek = recercas bacterial
--e waarnemingen = observationes bacterial
--e infecties = infectiones bacterial/causate per bacterios
--e corrosie = corrosion bacterial


bacteriefilter ZN

1 filtro pro bacterios


bacteriekweek ZN

1 cultura bacterial/bacterian/bacteric/de bacterios


bacteriëndodend BN

1 antibacterial


bacteriëndrager ZN

1 portator/vector de bacterios


bacteriënvrees ZN

1 bacteriophobia


bacteriënziekte ZN

1 maladia causate per bacterios


bacterievrij BN

1 sin bacterios, sterile, sterilisate


bacteriocide BN

1 Zie: bactericide


bacteriofaag ZN

1 bacteriophago


bacteriofagie ZN

1 bacteriophagia


bacteriofobie ZN

1 bacteriophobia


bacteriologie ZN

1 bacteriologia, microbiologia


bacteriologisch BN

1 bacteriologic, microbic
-- onderzoek = recerca bacteriologic
--e oorlog = guerra bacteriologic
--e wapens = armas bacteriologic
--e analyse = analyse (-ysis) bacteriologic


bacterioloog ZN

1 bacteriologo, bacteriologista


bacteriolyse ZN

1 bacteriolyse (-ysis)


bacteriolysine ZN

1 bacteriolysina


bacteriolytisch BN

1 bacteriolytic


bacterioscopie ZN

1 bacterioscopia


bacteriostase ZN

1 bacteriostase


bacteriostatisch WW

1 bacteriostatic
-- antibioticum = antibiotico bacteriostatic


bacteriotherapie ZN

1 bacteriotherapia


bacteriotoxine ZN

1 bacteriotoxina


B-acteur ZN

1 actor de secunde categoria, actor inferior


bad ZN

1 banio, balneo
(hete of minerale) --en = banios, balneos
thermale --en = banios thermal
geneeskrachtige --en = banios medical
Turks -- = banio turc
een -- klaarmaken = preparar un banio
een -- geven = baniar
een kind in -- doen = baniar un infante
een -- nemen, in -- gaan = prender un banio, baniar se
2 (SCHEI, TECHN) banio
3 (badkuip) alveo/cupa de banio, banio
het -- vol laten lopen = plenar le banio
4 (zwembad) piscina


badartikelen ZN MV

1 articulos de banio


badborstel ZN

1 brossa de banio


badcabine ZN

1 Zie: badhokje


badcel ZN

1 Zie: badhokje


badderen WW

1 (van kinderen) jocar in le aqua


baddoek ZN

1 Zie: badhanddoek


baddokter ZN

1 medico balneari


baden WW

1 (een bad geven) baniar, (een bad nemen) baniar se
een kind -- = baniar un infante
het -- = banio, balneo
-- in zijn bloed = baniar se in su (proprie) sanguine
in weelde -- = natar in le abundantia


bader ZN

1 baniator


badgast ZN

1 baniator


badge ZN

1 badge (A), insignia


badgeiser ZN

1 geyser de banio


badgelegenheid ZN

1 loco pro baniar


badgoed ZN

1 Zie: badkleding


badhanddoek ZN

1 toalia de banio


badhandje ZN

1 guanto pro lavar


badhokje ZN

1 cabina/cubiculo de banio/de ducha {sj}


badhotel ZN

1 hotel (F) balneari


badhuis ZN

1 (OUDH) thermas
2 establimento/casa de banios (public), banio public


badiaan ZN

1 badiana


badineren WW

1 Zie: gekscheren


badinrichting ZN

1 establimento/casa de banios (public)
open -- = banio al aere libere


badjas ZN

1 Zie: badmantel


badjuffrouw ZN

1 superintendente (feminin) del banio


badkachel ZN

1 estufa/calefactor de banio


badkachel ZN

1 estufa pro le calefaction del aqua (del banio)


badkamer ZN

1 camera/sala de banio


badkamerameublement ZN

1 mobiliario de camera/sala de banio


badkamerartikelen ZN MV

1 articulos pro le camera/sala de banio


badkamerdeur ZN

1 porta del camera/sala de banio


badkamereczeem ZN

1 Zie: zwemmerseczeem


badkamerkachel ZN

1 estufa del camera/sala de banio


badkamerkrukje ZN

1 scabello de camera/sala de banio


badkamermeubel ZN

1 mobile de camera/sala de banio


badkamerverwarming ZN

1 calefaction del camera/sala de banio


badkamervloer ZN

1 pavimento (del camera/sala) del banio


badkleding ZN

1 vestimentos de banio


badkoets ZN

1 cabina de banio rolante


badkostuum ZN

1 costume de banio


badkuip ZN

1 alveo/cupa de banio


badkuur ZN

1 cura thermal/balneari, balneotherapia


badlaken ZN

1 drappo de banio, toalia de banio


badlamp ZN

1 lampa de banio


badmantel ZN

1 sortita/roba de banio


badmat ZN

1 matta/tapis (F)/tapete de banio


badmeester ZN

1 superintendente del banio


badminton ZN

1 badminton (E)
-- spelen = jocar al badminton/al volante


badmintonbal ZN

1 volante


badmintonclub ZN

1 club (E) de badminton (E)


badmintonkampioen ZN

1 campion de badminton (E)


badmintonkampioenschap ZN

1 campionato de badminton (E)


badmintonnen WW

1 jocar al badminton (E)/al volante


badmintonner ZN

1 jocator de badminton (E)


badmintonspeler ZN

1 Zie: badmintonner


badmintonwedstrijd ZN

1 match (E)/partita de badminton (E)


badmode ZN

1 moda del baniatores


badmuts ZN

1 bonetto/cofia/tocca de banio


badolie ZN

1 oleo de banio


badpak ZN

1 costume de banio


badplaats ZN

1 (aan zee) station balneari, (bij bron) station thermal


badschoen ZN

1 scarpa/calceo de banio


badschuim ZN

1 scuma/spuma de banio


badseizoen ZN

1 saison (F) balneari/de(l) banio(s)


badslip ZN

1 slip (E) de banio


badslipper ZN

1 calceolo de banio


badspons ZN

1 spongia de banio


badstoel ZN

1 sedia de banio
2 sedia de plagia


badstof ZN

1 texito spongia


badstof BN

1 de texito spongia
een -- broekje = un slip (E) de texito spongia


badstoffen BN

1 de texito spongia


badstrand ZN

1 plagia


badtas ZN

1 sacco de banio


badteil ZN

1 Zie: badkuip


badthermometer ZN

1 thermometro de banio


badverwarming ZN

1 calefaction de banio


badwater ZN

1 aqua de banio
het kind met het -- wegwerpen = monstrar/facer troppo de zelo


badzeep ZN

1 sapon pro le/de banio


badzout ZN

1 sal de banio


bagage ZN

1 (reisgoed) bagage
lichte -- = bagage legier
vrachtvrije -- = bagage gratuite
2 (FIG) bagage, cognoscentias, cognoscimentos
iemands culturele -- = le bagage cultural de un persona
zijn wetenschappelijke -- is practisch nihil = su bagage scientific es quasi nulle


bagageaanhanger ZN

1 portabagages


bagageafdeling ZN

1 Zie: bagagebergplaats


bagageband ZN

1 (bijv. op vlieghaven) carosello (rotative)


bagagebergplaats ZN

1 deposito de bagages, consigna


bagagebewijs ZN

1 ticket (E)/bulletin/billet de bagage(s)


bagagebiljet ZN

1 Zie: bagagebewijs


bagagebureau ZN

1 Zie: bagagedepot


bagagecontrole ZN

1 controlo de bagages


bagagedepot ZN

1 deposito de bagages, consigna


bagagedrager ZN

1 portabagages


bagagekar ZN

1 carro de/pro bagages


bagagekluis ZN

1 consigna automatic


bagagelabel ZN

1 etiquetta {kè} de bagages


bagagelijst ZN

1 lista de bagages


bagagemandje ZN

1 paniero de bicycletta


bagagemeester ZN

1 chef (F) del bagages


bagagenet ZN

1 rete a/de/pro bagages, portabagages


bagagepunt ZN

1 (in tent) apside pro bagages


bagagereçu ZN

1 Zie: bagagebewijs


bagagerek ZN

1 Zie: bagagenet


bagagerijtuig ZN

1 Zie: bagagewagen


bagageruim ZN

1 cala a/de bagages


bagageruimte ZN

1 (in auto) coffro a/de(l) bagages


bagagespin ZN

1 tenditor pro bagages


bagagetrein ZN

1 traino de bagages


bagageverzekering ZN

1 assecurantia de bagages


bagagewagen ZN

1 wagon/furgon de bagages


bagagezak ZN

1 sacco pro bagages


bagasse ZN

1 bagasse


bagatel ZN

1 bagatella, minutia, cosa insignificante, futilitate


bagatelle ZN

1 (MUZ) bagatelle (F)


bagatelliseren WW

1 bagatellisar, minimisar, trivialisar
het -- = bagatellisation, minimisation
het belang van de gebeurtenis -- = minimisar le importantia del evento


bagatellisering ZN

1 bagatellisation, minimisation


bagger ZN

1 fango, limo


baggeraar ZN

1 persona qui draga, dragator


baggerbak ZN

1 Zie: baggeremmer


baggerbedrijf ZN

1 interprisa/compania de dragage


baggerbeugel ZN

1 draga de mano


baggerdreg ZN

1 Zie: baggerbeugel


baggereiland ZN

1 draga flottante, platteforma de dragage


baggeremmer ZN

1 situla de dragage


baggeren WW

1 dragar
het -- = dragage
2 (mbt turf) excavar, extraher
turf -- = excavar/extraher turba/turfa
3 (waden) vadar
wij moesten door de modder -- = nos debeva vadar in le fango


baggerlaars ZN

1 botta alte


baggermaatschappij ZN

1 interprisa/compania de dragage


baggermachine ZN

1 draga


baggermolen ZN

1 draga flottante, dragator


baggerpomp ZN

1 pumpa de dragage


baggerschip ZN

1 nave de dragage


baggerschuit ZN

1 gabarra de dragage


baggerturf ZN

1 turba/turfa extrahite/excavate/dragate


baggervet BN

1 multo grasse


baggerwerk ZN

1 dragage


baggerwerken ZN MV

1 labores de dragage, dragages


baggerwerktuig ZN

1 draga


baggerzuiger ZN

1 draga de suction


bagijn ZN

1 Zie: begijn


bagijnhof ZN

1 Zie: begijnhof


bah ZN

1 (urine) pipi
2 (ontlasting) cacata


bah! TW

1 bah!


bahaïsme ZN

1 bahaismo


Bahama's ZN EIGN MV

1 Bahamas


Bahama-eilanden ZN MV

1 Bahamas


Bahamiaan ZN

1 bahamiano


Bahamiaans BN

1 bahamian


Bahasa Indonesia ZN

1 (taal) Bahasa Indonesia


bahco ZN

1 Zie: baco


Bahrein ZN

1 Bahrein


Bahreins BN

1 de Bahrein
de --e munteenheid is de dinar = le unitate monetari de Bahrein es le dinar


Bailey ZN EIGN

1 Bailey


baileybrug ZN

1 ponte Bailey


bain-marie ZN

1 banio-maria
iets au -- bereiden = preparar alco al banio-maria


baisse ZN

1 (BEURS) bassa, cadita del precio(s)
à la -- = à la baisse (F), al bassa, bassista


baisseaankoop ZN

1 compra de bassa


baissebeweging ZN

1 movimento al bassa


baissemarkt ZN

1 mercato de bassa


baissepositie ZN

1 position de bassa


baissepremie ZN

1 premio de bassa


baissespeculant ZN

1 speculator al bassa, bassista


baissespeculatie ZN

1 speculation al bassa


baissestemming ZN

1 tendentia al bassa


baissetransactie ZN

1 transaction de bassa


baisseverkoop ZN

1 vendita de bassa


baissier ZN

1 Zie: baissespeculant


bajadère ZN

1 (tempeldanseres) bayadera


bajes ZN

1 prision, carcere


bajesboot ZN

1 nave prision


bajesklant ZN

1 delinquente, criminal


bajonet ZN

1 bayonetta


bajonetaanval ZN

1 attacco/carga al bayonetta


bajonetboom ZN

1 yucca


bajonetfitting ZN

1 Zie: bajonetsluiting


bajonetgevecht ZN

1 combatto al bayonetta


bajonetschede ZN

1 vaina de bayonetta


bajonetschermen ZN

1 scherma a bayonetta


bajonetsluiting ZN

1 clausura/fixation a bayonetta


bajonetsteek ZN

1 colpo de bayonetta


bajonetvatting ZN

1 Zie: bajonetsluiting


bak ZN

1 recipiente, cisterna, bassino, cupa, cassa, alveo, vasculo, vaso
in --ken doen = invasar
2 (PEJ) grande auto
3 (mop) burla
een -- vertellen = lancear un burla
4 (gevangenis) prision, carcere
5
aan de -- komen = trovar un labor/travalio


bakaal ZN

1 anguilla pro frir/friger


bakbanaan ZN

1 banana pro cocer


bakbeest ZN

1 animal/objecto enorme, monstro, colosso
een -- van een kast = un armario enorme


bakblik ZN

1 placa de pastisseria


bakbokking ZN

1 haringo legiermente fumate


bakboord ZN

1 babordo


bakboordlicht ZN

1 luce/lumine/foco de babordo


bakboordmotor ZN

1 motor de babordo


bakboordzijde ZN

1 latere de babordo, babordo


bakeliet ZN

1 bakelite


bakelieten BN

1 de bakelite


baken ZN

1 (SCHEEP) (boei) boia
2 (vuurtoren) pharo
3 (stok) jalon
(FIG) de --s zijn verzet = le situation ha cambiate


bakenen WW

1 (SCHEEP) provider de/poner boias/pharos
2 (met stokken) jalonar


bakenlicht ZN

1 luce/lumine de boia


bakenlijn ZN

1 linea de boia


bakenstok ZN

1 jalon
--ken zetten = jalonar
het zetten van --ken = jalonamento


bakenwezen ZN

1 servicio del pharos


baker ZN

1 obstetrice


bakeren WW

1 guardar un infante neonate/un neonato
heet gebakerd zijn = haber un character irascibile


bakergeld ZN

1 salario del obstetrice


bakermat ZN

1 (FIG) patria, (pais de) origine, fonte
de -- van de filmkunst = le pais de origine del arte cinematographic
van de -- af = desde le plus tenere infantia


bakerpenning ZN

1 Zie: bakergeld


bakerpraatje ZN

1 (geroddel) commatrage
--s rondstrooien/verkopen = commatrar


bakersprookje ZN

1 Zie: bakerpraatje


bakfiets ZN

1 tricyclo de carga


bakharing ZN

1 haringo fresc


bakje ZN

1 (huurrijtuig) fiacre
2
-- koffie = tassa de caffe


bakkebaarden ZN MV

1 barbas lateral/genal


bakkeleien WW

1 (vechten) batter se, combatter, luctar, rixar, (twisten) disputar


bakken WW

1 (gaar maken in de oven) cocer (in le furno)
brood -- = cocer pan
2 (in vet bereiden) rostir, frir, friger
het -- = rostimento, fritura
aardappelen -- = friger patatas
3 (door verhitting hard laten worden) cocer
klei -- = cocer argilla


bakkenist ZN

1 (meerijder in het zijspan) persona qui va in le sidecar (E)
2 radioamator


bakker ZN

1 (broodbakker) panetero
er zijn maar enkele --s in deze buurt = le paneteros son rar in iste quartiero
2 (winkel) paneteria


bakkerij ZN

1 paneteria


bakkerij-artikelen ZN MV

1 articulos de paneteria


bakkerijmachine ZN

1 machina de paneteria


bakkerijprodukt ZN

1 producto de paneteria


bakkerijtentoonstelling ZN

1 exposition de productos de paneteria


bakkersbedrijf ZN

1 commercio de un panetero
2 (zaak) paneteria


bakkersbroek ZN

1 pantalon(es) de panetero


bakkerseczeem ZN

1 eczema de panetero


bakkersgast ZN

1 Zie: bakkersknecht


bakkersgilde ZN

1 guilda/corporation del paneteros


bakkersgist ZN

1 levatura de pan/de panification


bakkerskar ZN

1 carro/carretta de panetero


bakkersknecht ZN

1 garson (de) panetero


bakkersleerling ZN

1 apprentisse (de) panetero


bakkersmand ZN

1 corbe de panetero


bakkersoven ZN

1 furno de panetero


bakkersschop ZN

1 pala de panetero


bakkersschotel ZN

1 Zie: bakkersschop


bakkerstor ZN

1 blatta


bakkerstrog ZN

1 recipiente pro impastar


bakkersvrouw ZN

1 panetera


bakkerswagen ZN

1 Zie: bakkerskar


bakkerswinkel ZN

1 paneteria


bakkerszaak ZN

1 paneteria


bakkes ZN

1 (gezicht) facie
2 (mond) bucca
houd je --! = claude tu bucca!, tace!


bakkie ZN

1 (aanhangwagentje) remolco
2 radioemissor (de amateur (F))
3
-- koffie/leut = tassa de caffe


bakkruid ZN

1 (sleutelbloem) primula
2 (pijpbloem) arislochia


baklap ZN

1 trencho {sj} de bove (pro rostir/frir/friger)


baklicht ZN

1 Zie: bakboordslicht


baklucht ZN

1 odor de fritura


bakmeel ZN

1 farina (panificabile)
zelfrijzend -- = farina con levatura


bako ZN

1 Zie: baco


bakoven ZN

1 furno


bakpan ZN

1 fritoria, frigitoria


bakplaat ZN

1 placa de furno


bakpoeder ZN

1 levatura chimic/in pulvere, pulvere de levatura


bakschelp ZN

1 (DIERK) tridacna


bakschol ZN

1 platessa pro frir/friger


baksel ZN

1 (het gebakkene) lo que on ha cocite/frite/frigite/rostite, producto del paneteria
2 (hoeveelheid die in de oven gebakken wordt) furnata


bakspel ZN

1 trictrac


bakspier ZN

1 (SCHEEP) tangon


baksteen ZN

1 bricca
een uit rode -- opgetrokken gebouw = un edificio de briccas rubie
zinken als een -- = affundar se como un petra


baksteenarchitectuur ZN

1 architectura con briccas


baksteenbouw ZN

1 construction in/con briccas


baksteenbouwwerk ZN

1 Zie: baksteenbouw


baksteenconstructie ZN

1 Zie: baksteenbouw


baksteenfabriek ZN

1 fabrica de briccas, briccheria


baksteenfabrikant ZN

1 fabricante de briccas


baksteenformaat ZN

1 formato de bricca


baksteenindustrie ZN

1 industria de briccas


baksteenmetselwerk ZN

1 masoneria de briccas


baksteenrelief ZN

1 relievo de briccas


bakstenen BN

1 de bricca(s)
-- huis = casa de briccas


baktemperatuur ZN

1 temperatura de cocer/rostir/frir/friger


baktong ZN

1 solea pro frir/friger


baktrog ZN

1 recipiente pro impastar, alveo de impastar


bakvet ZN

1 grassia de cocina/pro frir/a frir/pro friger/a friger


bakvis ZN

1 (vis om te bakken) pisce pro le fritura, (gebakken vis) pisce frite
2 (jong meisje) adolescenta, juvenetta


bakvissentaal ZN

1 linguage de adolescentas


bakvorm ZN

1 forma/modulo a/de pastisseria


bakzeilhalen WW

1 (terugkrabbelen) retirar se


bakzootje ZN

1 fritura


bal ZN

1 (kleine bal) balla
met de -- gooien = lancear le balla
de -- missen/misslaan/mistrappen = mancar le balla
met de -- spelen = jocar al balla
2 (grote bal) ballon
met de -- spelen = jocar al ballon
aan de -- zijn = tener le ballon
de -- aanspelen/doorspelen = passar le ballon
de -- terugspelen = reinviar le ballon
de -- in het net trappen = inviar/tirar le ballon in le rete
de bal missen/misslaan/mistrappen = mancar le ballon
de bal miste het doel = le ballon ha mancate le goal (E)
3 (tot een ronde bol gevormde massa) bolla, bolletta
- gehakt = bolletta de carne hachate {sj}
- garen = bolla/pelota de filo
4 (ANAT, PLANTK, etc.) glomere
5 (testikel) testiculo, colion
6 (persoon) snob (E), posator
7 (van de hand) eminentia thenar
8 (danspartij) ballo
gecostumeerd -- = ballo costumate
-- in de open lucht = ballo campestre
gemaskerd -- = ballo mascate/de mascaras
een -- geven = dar un ballo
9
(BILJ) rode -- = carambola
een -- maken = facer un carambola


Balaam ZN EIGN

1 Balaam


balalaïka ZN

1 balalaika (R)


balalaïkamuziek ZN

1 musica de balalaika (R)


balalaïkaorkest ZN

1 orchestra de balalaika (R)


balanceerlijn ZN

1 corda de balanciamento


balanceerstok ZN

1 (van koorddanser) pertica de balanciamento, balanciero, contrapeso


balanceren WW

1 (zich in evenwicht houden) balanciar, tener se in equilibrio
op het slappe koord -- = balanciar super le corda laxe
op de rand van een bankroet -- = esser al bordo/orlo del bancarupta
2 (TECHN) (wielen) balanciar, equilibrar
3 (besluiteloos zijn) hesitar, vacillar, dubitar, esser indecise
tussen twee meningen -- = hesitar inter duo opiniones differente


balancering ZN

1 balanciamento, equilibration


balanitis ZN

1 balanitis, eikelontsteking


balans ZN

1 (HAND) balancio
het actief en het passief van een -- = le activo e le passivo de un balancio
-- die een tekort aanwijst = balancio deficitari
fiscale -- = balancio fiscal
voorlopige -- = balancio provisori
verkorte -- = extracto de balancio
de -- opmaken = establir/facer le balancio, (FIG) analysar le situation
de -- afsluiten = clauder le balancio
2 (weegschaal) balancia
Romeinse -- = balancia roman
analytische -- = balancia analytic
nauwkeurige -- = balancia fidel
gevoelige -- = balancia sensibile
gevoeligheid van een -- = sensibilitate de un balancia
het ijken van de -- = le controlo del balancia
wijzer van de -- = agulia del balancia
3 (evenwicht) balancia, equilibrio
akoestische -- = balancia acustic
in -- zijn = esser in balancia/in equilibrio
iets in -- houden = mantener un cosa in equilibrio
uit -- raken = perder le equilibrio
hydrostatische -- = balancia hydrostatic


balansanalyse ZN

1 analyse (-yis) de balancio


balansarm ZN

1 bracio de balancia


balansas ZN

1 axe de balancia


balansboek ZN

1 libro de balancios


balanscijfers ZN MV

1 cifras de balancio


balanscontrole ZN

1 controlo de balancio


balansjuk ZN

1 jugo de balancia


balanskraan ZN

1 grue a balancia


balansopruiming ZN

1 liquidation total del inventario


balansschakelaar ZN

1 push-pull (E)


balanstransformator ZN

1 transformator de balancia


balansuitverkoop ZN

1 Zie: balansopruiming


balansveer ZN

1 (in uurwerk) spiral


balanswaarde ZN

1 valor in balancio, valor de inventario


balanus ZN

1 (soort zeepok) balano


balata ZN

1 balata


balata-industrie ZN

1 industria de balata


balatazool ZN

1 solea de balata


balatazweep ZN

1 flagello de balata


balatum ZN

1 balata


balbehandeling ZN

1 (SPORT) technica


balbeheersing ZN

1 Zie: balcontrole


balbezit ZN

1 (SPORT) possession del ballon/balla


balboa ZN

1 (munteenheid van Panama) balboa


balboekje ZN

1 libretto/carnet (F) de ballo, programma del dansas


balcontact ZN

1 (SPORT) contacto con le ballon/balla


balcontrole ZN

1 (SPORT) controlo del ballon/balla


baldadig BN

1 vandalic


baldadigheid ZN

1 (acto(s) de) vandalismo


baldakijn ZN

1 baldachino


baldakijngraf ZN

1 tumba a baldachino


Balearen ZN EIGN MV

1 Baleares


balein ZN

1 (van korset, paraplu) balena
2 (van walvis) fanon


baleinen BN

1 de osso de balena, de balena


baleinkorset ZN

1 corset (F) con balenas


baleinwalvis ZN

1 mysticeto


balen WW

1 esser disgustate
ze baalt van haar werk = illa es disgustate de su labor/travalio
--d ging ze weg = illa partiva con mal humor


balg ZN

1 (FOTO, etc.) folle


balgevoel ZN

1 Zie: balbehandeling


balgewaad ZN

1 costume/vestimentos de ballo


balgpomp ZN

1 pumpa a folle


balhoofd ZN

1 (kogelgewricht) juncto/junctura spheric/a sphera
2 (mbt fiets) testa de furca
3 (ANAT, FOTO) rotula


Bali ZN EIGN

1 Bali


balie ZN

1 (toonbank) reception
2 (lening) balustrada, parapetto
3 (JUR) barra
4 (rechtbank) tribunal, corte


baliebediende ZN

1 Zie: balie-employé


balie-employé ZN

1 receptionista


baliefunctie ZN

1 function de receptionista


baliekluiven WW

1 esser otiose


baliekluiver ZN

1 Zie: leegloper


baliemedewerker ZN

1 Zie: balie-employé


baliepersoneel ZN

1 personal del reception


baliewelsprekendheid ZN

1 eloquentia de barra/del advocatos


Balinees ZN

1 (bewoner) balinese
2 (taal) balinese


Balinees BN

1 balinese


baljapon ZN

1 Zie: baljurk


baljurk ZN

1 habito/roba de ballo


baljuw ZN

1 bailivo, bailo


balk ZN

1 trabe, trave
ijzeren -- = trabe/trave de ferro
huis met gouden -- = casa hypothecate
het geld over de -- gooien = dispensar multe moneta
2 (TECHN) arbore
3 (WISK) parallelepipedo rectangule
4 (notenblak) pentagramma
5 (rechte band) banda, linea
er lopen --en over het beeld = bandas transversa le imagine
6 (rangonderscheiding) galon


Balkan ZN

1 (gebergte) Balkanes
van de -- = balkanic
2 (gebied) peninsula del Balkanes


Balkanbewoner ZN

1 habitante del Balkanes


balkanisatie ZN

1 balkanisation


balkaniseren WW

1 (opsplitsen) balkanisar
het -- = balkanisation


balkanisering ZN

1 Zie: balkanisatie


balkanistiek ZN

1 balkanistica


balkanker ZN

1 ancora de trabe/trave


Balkanoorlogen ZN MV

1 guerras balkanic


Balkanschiereiland ZN EIGN

1 Peninsula balkanic/del Balkanes


Balkanstaten ZN MV

1 Statos balkanic, Balkanes


balkapsel ZN

1 pectinatura pro le ballo


balken WW

1 bramar, critar


balkenhaven ZN

1 porto del ligno


balkhoofd ZN

1 (BOUWK) mutulo


balkhout ZN

1 ligno pro trabes/traves


balkkop ZN

1 Zie: balkhoofd


balkon ZN

1 (van huis) balcon
2 (in schouwburg) balcon
3 (in bus/tram/trein) platteforma


balkondeur ZN

1 porta del balcon


balkonhek ZN

1 grillia de balcon


balkonkamer ZN

1 camera con balcon


balkonplaats ZN

1 (in theater) placia al balcon


balkonplant ZN

1 planta pro le balcon


balkonraam ZN

1 fenestra de balcon


balkonvenster ZN

1 Zie: balkonraam


balkostuum ZN

1 costume/vestimentos de ballo


balkspiraal ZN

1 (ASTRON) galaxia spiral/a spiral


ballade ZN

1 ballada


balladedichter ZN

1 poeta de balladas


balladevorm ZN

1 forma de ballada


ballast ZN

1 ballast, last, (FIG) bagage inutile, peso morte
-- innemen = prender ballast/last
van -- voorzien = lastar
-- uit een schip laden = discargar ballast
2 (SPOORW) ballast
met -- bedekken = ballastar


ballastbed ZN

1 terrapleno, ballast


ballasten WW

1 (SCHEEP) (van ballast voorzien) lastar
2 (SPOORW) (ballast aanbrengen) ballastar


ballastreis ZN

1 viage sin carga


ballaststof ZN

1 (mbt voedsel) materias non digestibile
2 (FARM) excipiente


ballasttank ZN

1 tank (E) de last (liquide)


ballastwater ZN

1 aqua de last


ballastzak ZN

1 (van luchtballon) sacco de last


ballen WW

1 (met de bal spelen) jocar al ballon/al balla
2
zijn vuisten -- = serrar/clauder le pugnos


ballenjongen ZN

1 collector de ballones/ballas


ballenmeisje ZN

1 collectrice de ballones/ballas


ballenvanger ZN

1 rete (de protection)


ballerina ZN

1 ballerina


ballerino ZN

1 ballerino


ballet ZN

1 ballet (F)
modern -- = ballet moderne
klassiek -- = ballet classic
het -- van de Parijse Opera = le ballet del Opera de Paris
aan -- doen = facer ballet
een -- uitvoeren = exequer/representar un ballet


balletdanser ZN

1 ballerino, dansator de ballet (F)


balletdanseres ZN

1 ballerina, dansatora de ballet


balletfilm ZN

1 film (E) de ballet (F)


balletgezelschap ZN

1 compania de ballet (F)


balletgroep ZN

1 gruppo de ballet (F)


balletje ZN

1 grano, bolletta
een -- ergens over opgooien = alluder un cosa, tastar le terreno


balletjessoep ZN

1 suppa con bollettas


balletkunst ZN

1 choreographia


balletleider ZN

1 Zie: balletmeester


balletles ZN

1 lection de ballet (F)


balletmeester ZN

1 maestro/director de ballet (F)


balletmuziek ZN

1 musica de ballet (F)


balletonderricht ZN

1 instruction de ballet (F)


balletopera ZN

1 opera ballet (F)


balletorkest ZN

1 orchestra de ballet (F)


balletrokje ZN

1 gonnella de ballet (F), tutu


balletschoen ZN

1 scarpino


balletschool ZN

1 schola de ballet (F)


balletstijl ZN

1 stilo de ballet (F)
klassieke -- = stilo classic de ballet


balletsuite ZN

1 suite (F) de ballet (F)


balling ZN

1 exiliato, proscripto, expatriato


ballingschap ZN

1 bannimento, exilio, expatriation
zelfverkozen/vrijwillige -- = exilio voluntari(e)
eeuwige -- = exilio perpetue
in -- leven = viver in exilio
in -- gaan = ir in exilio, exiliar se, expatriar se
tot -- veroordelen = condemnar al exilio
iemand in -- sturen/zenden = inviar un persona in exilio, exiliar un persona
2 captivitate
Babylonische -- = captivitate babylonian/de Babylon


ballingsoord ZN

1 loco/pais de exilio, exilio


ballista ZN

1 ballista, petrario


ballistiek ZN

1 ballistica


ballistisch BN

1 ballistic
-- projectiel = projectil ballistic
--e raket = missile ballistic
--e vlucht = volo ballistic
--e slinger = pendulo ballistic
--e galvanometer = galvanometro ballistic
--e transistor = transistor ballistic
--e vliegbaan = trajectoria ballistic


ballon ZN

1 ballon
de -- steeg op = le ballon se elevava in le celo/in alto
een -- opblazen = sufflar un ballon
bestuurbare -- = aerostato, dirigibile
(FIG) een --netje oplaten = lancear prudentemente un idea
2 (lamp) ampulla, globo


ballonband ZN

1 pneu(matico) ballon


balloncatheter ZN

1 catheter a ballon


balloncatheterisatie ZN

1 catheterisation a ballon


ballondoek ZN

1 tela de ballon


ballonfok ZN

1 foc/vela ballon, grande trinchetto, spinnaker (E)


ballonhulsel ZN

1 inveloppe del ballon


ballonmand ZN

1 corbe de ballon


ballonmouw ZN

1 manica ballon


ballonnenverkoper ZN

1 venditor/mercante de ballones


ballonnet ZN

1 rete de ballon


ballonnetje ZN

1 parve ballon
een -- doorprikken = monstrar le realitate


ballonopstijging ZN

1 ascension de/in ballon


ballonpassagier ZN

1 passagero {zj} de/in ballon


ballonpomp ZN

1 pumpa pro ballones


ballonreis ZN

1 viage de ballon


ballonreiziger ZN

1 Zie: ballonvaarder


ballontent ZN

1 tenta ballon


ballontocht ZN

1 Zie: ballonreis


ballonvaarder ZN

1 viagiator de/in ballon


ballonvaart ZN

1 navigation aerostatic, aerostation, ascension in ballon


ballonvaren WW

1 viagiar navigar/montar in ballon, volar con un ballon


ballonversperring ZN

1 barrage de ballones


ballonvlucht ZN

1 Zie: ballonvaart


ballonwedstrijd ZN

1 concurso de ballones


ballonzijde ZN

1 seta de ballon


ballotage ZN

1 ballotage, votation super le admission de un persona


ballotagecommissie ZN

1 commission de ballotage


ballote ZN

1 (PLANTK) ballota


balloteren WW

1 ballottar, votar super le admission de un persona
het -- = ballottage, votation super le admission de un persona
iemand -- = ballottar un persona, submitter un persona a (un) ballottage


ballottade ZN

1 ballottada


ballpoint ZN

1 stilo/penna a bolla/a sphera


bal-masqué ZN

1 ballo mascate/de mascaras


balmuziek ZN

1 musica de ballo


balneologie ZN

1 balneologia


balneologisch BN

1 balneologic


balneotherapie ZN

1 balneotherapia


balnet ZN

1 rete


balorig WW

1 (onwillig) recalcitrante, de mal voluntate, (opstandig) rebelle, (dwars) obstinate
2 (ontevreden) malcontente, grunnion, de mal humor


balorigheid ZN

1 (onwilligheid) recalcitration, mal voluntate
2 (ontevredenheid) mal humor


balpen ZN

1 stilo/penna a bolla/a sphera


balpuntpen ZN

1 Zie: balpen


balroos ZN

1 viburno


balsa ZN

1 balsa


balsa BN

1 de balsa
-- dobber = flottator de balsa


balsahout ZN

1 balsa


balsamenienfamilie ZN

1 Zie: balsemienfamilie


balsamicoazijn ZN

1 aceto balsamic


balsamiek BN

1 balsamic
--e geuren = odores balsamic


balsamien ZN

1 (PLANTK) balsamina


balsamienfamilie ZN

1 Zie: balsemienfamilie


balsavlot ZN

1 rate de balsa


balschoen ZN

1 scarpetta de ballo, scarpino


balsem ZN

1 (FARM) balsamo
-- voortbrengend = balsamifere
-- uitademen = exhalar odores balsamic
2 (FIG) balsamo, consolation
-- in de wonde gieten = versar balsamo in le vulnere, alleviar un dolor
dat is -- voor de ziel = isto es balsamo pro le anima


balsemachtig BN

1 balsamic


balsemden ZN

1 pino balsamifere


balsemdruppel ZN

1 gutta de balsamo


balsemen WW

1 imbalsamar
het -- = imbalsamento, imbalsamation
2 (smart lenigen) alleviar, appaciar, consolar


balsemer ZN

1 imbalsamator


balsemgeur ZN

1 perfumo/odor balsamic/de balsamo


balsemhars ZN

1 resina de balsamo


balsemiek BN

1 balsamic


balsemien ZN

1 balsamina


balsemien ZN

1 Zie: balsamien


balsemienfamilie ZN

1 balsaminaceas


balsemienzaad ZN

1 semines de balsamina


balsemig BN

1 balsamic


balseming ZN

1 (het balsemen) imbalsamento
2 (FIG) (verzachting) alleviation, consolation, appaciamento


balsemkamer ZN

1 camera de imbalsamento


balsemkruid ZN

1 balsamita
2 Zie: watermunt


balsemlucht ZN

1 Zie: balsemgeur


balsemolie ZN

1 oleo /essentia de balsamo


balsempopulier ZN

1 poplo balsamifere, tacama(ha)ca


balsemspar ZN

1 Zie: balsemden


balsemwormkruid ZN

1 (PLANTK) balsamita


balspel ZN

1 joco de balla/de ballon


balsport ZN

1 sport (E) de balla/ballon


balsturig WW

1 (ongezeglijk) obstinate, recalcitrante, indocile, intractabile, pervicace
2 (grillig) capriciose
het --e lot = le fato capriciose


balsturigheid ZN

1 (ongezeglijkheid) obstination, recalcitration, indocilitate, intractabilitate, pervicacia
2 (grilligheid) capriciositate


Balt ZN

1 balto


baltechniek ZN

1 (SPORT) technica del/con le ballon


Balthasar ZN EIGN

1 Balthasar


Baltisch BN

1 baltic
--e talen = linguas baltic
--e Staten = Statos Baltic
--e Zee = Mar baltic, Baltico


baltistiek ZN

1 studio del linguas baltic


baltoilet ZN

1 Zie: balkostuum


balto-slavisch BN

1 baltoslavic


balts ZN

1 paradas nuptial


baltsen WW

1 facer paradas nuptial, esser in calor


baltsgedrag ZN

1 Zie: balts


baltstijd ZN

1 saison (F) del paradas nuptial


baltsvlucht ZN

1 volo nuptial


baltsvorm ZN

1 forma del paradas nuptial


baluster ZN

1 balustro


balustrade ZN

1 balustrada
geprofileerde --s = balustradas modulate


balustreren WW

1 provider de un balustrada


balvaardig WW

1 (SPORT) habente un bon technica del/con le ballon


balverlies ZN

1 perdita del ballon


balzaal ZN

1 sala de ballo/de dansa


balzak ZN

1 bursa (scrotal), scroto
van de -- = scrotal


balzakbreuk ZN

1 hernia scrotal, scrotocele


balzakvormig BN

1 scrotiforme


bamboe ZN

1 bambu


bamboebeer ZN

1 Zie: reuzenpanda


bamboebeton ZN

1 beton armate de bambu


bamboebos ZN

1 bosco/foreste de bambu


bamboebrug ZN

1 ponte de bambu


bamboefluit ZN

1 flauta de bambu


bamboegordijn ZN

1 cortina de bambu


bamboehuis ZN

1 casa de bambu


bamboekoker ZN

1 vaina de bambu


bamboeladder ZN

1 scala de bambu


bamboepaal ZN

1 palo de bambu


bamboeplant ZN

1 planta de bambu


bamboerotting ZN

1 Zie: bamboestok


bamboespeer ZN

1 javelotto de bambu


bamboestaak ZN

1 Zie: bamboestok


bamboestengel ZN

1 pedunculo de bambu


bamboestoel ZN

1 sedia de bambu


bamboestok ZN

1 canna/baston de bambu


bamboesuiker ZN

1 sucro de bambu


bamboetafel ZN

1 tabula de bambu


bamboevezel ZN

1 fibra de bambu


bamboevlechtwerk ZN

1 tressage de bambu


bami ZN

1 bami


bamibal ZN

1 bolletta/croquette (F) de bami


bamihapje ZN

1 buccata/rondo de bami


bamikroket ZN

1 Zie: bamibal


bamischijf ZN

1 rondo de bami


ban ZN

1 (straf) banno, bannimento, proscription
in de -- doen = proscriber
2 (excommunicatie) excommunication, anathema
in de -- doen = excommunicar, anathemisar, pronunciar/fulminar le anathema
Luther werd in de -- gedaan = Luther esseva excommunicate
3 (betovering) charme (F), fascino, fascination, incantation, incantamento, sortilegio
in de -- van = fascinate per
4 (GESCH) (rechtsgebied) jurisdiction


banaal BN

1 banal, trivial, prosaic, platte, insignificante, ordinari
--e opmerking = observation banal/trivial
-- maken = render banal, banalisar


banaan ZN

1 (boom) bananiero
2 (vrucht) banana
kam/tros --en = racemo de bananas
het kweken van --en = bananicultura


banaanboom ZN

1 bananiero


banaanijs ZN

1 gelato al banana


banaansoort ZN

1 sorta de banana


banaanstekker, banaansteker ZN

1 cavilia a banana


banaanvezel ZN

1 fibra de banana


banaanvorm ZN

1 forma de banana


banaanvormig BN

1 in forma de banana


banaliseren WW

1 banalisar


banalisering ZN

1 banalisation


banaliteit ZN

1 banalitate, vulgaritate, trivialitate, prosaicitate, platitude (F), cliché (F)


bananenblad ZN

1 folio de bananiero


bananenboom ZN

1 Zie: banaanboom


bananenexport ZN

1 exportation de bananas


bananenexporteur ZN

1 exportator de bananas


bananenkweker ZN

1 bananicultor, bananiero


bananenmeel ZN

1 farina de bananas


bananenplantage ZN

1 bananeto, bananicultura


bananenrepubliek ZN

1 republica banana


bananenschil ZN

1 pelle de banana
uitglijden over een -- = glissar super un pelle de banana


bananensmaak ZN

1 gusto de bananas


bananensoort ZN

1 sorta de bananas


bananensorbet ZN

1 sorbet al/de bananas


bananenteelt ZN

1 bananicultura


bananentros ZN

1 racemo de bananas


bananenuitvoer ZN

1 exportation de bananas


bananenvlieg ZN

1 drosophila


banbliksem ZN

1 anathema, excommunication, fulmine papal
de -- slingeren naar iemand = fulminar contra un persona


banbreuk ZN

1 ruptura del excommunication


banbrief ZN

1 bulla de excommunication


bancair BN

1 bancari
-- geldverkeer = traffico monetari bancari
-- krediet = credito bancari


band ZN

1 corda, cordon, (riem) corregia
2 (strip, strook) banda
3 (transportband) catena, banda
lopende -- = catena de montage/de fabrication, banda rolante/continue
produktie aan de lopende -- = production (standardisate) al catena
werk aan de lopende -- = labor/travalio (standardisate) al catena
4 (om de arm als herkenningsteken) bracial
5 (ANAT) chorda
6 (ANAT) (riem) frenulo, brida
7 (bindweefselvezels) ligamento
8 (van boek) ligatura
perkamenten -- = ligatura de pergamena
boek in leren -- = libro in ligatura de corio
9 (boekdeel) tomo, volumine
10 (COM) banda (de frequentia)
11 (magneetband) banda (magnetic)
12 (HERALD) banda
13 (autoband, fietsband) pneumatico, pneu
lekke -- = pneu(matico) disinflate, punctura in un pneu(matico)
een -- om een wiel leggen = poner un pneu(matico) a un rota
een -- verwisselen = cambiar un pneu(matico)
14 (rand als afscheiding) bordo, bordatura
15 (wat rondom iets wordt bevestigd) banda, anulo, circulo, cingula
16 (hoofd/haarband) filetto
17 (lintvormig weefsel) galon
18 (nauwe betrekking) ligamine, vinculo
--en des bloeds = ligamines/vinculos del sanguine
onverbrekelijke --en = ligamines/vinculos indissolubile
de --en verbreken = rumper le ligamines/vinculos
--en van vriendschap = ligamines/vinculos de amicitate
de --en nauwer aanhalen = stringer le ligamines
19
de vrijheid aan --en leggen = incatenar le libertate
de pers aan -- leggen = jugular le pressa
iemand aan --en leggen = bridar un persona
uit de -- springen = ultrapassar le limites
20
door de -- = habitualmente, generalmente
21 (MUZ) (orkest) banda (musical)


bandaal ZN

1 leptocephalo


bandafnemer ZN

1 levator de pneu(matico)(s), levapneumatico(s), dismontator de pneu(matico)(s)


bandafstemming ZN

1 syntonisation del banda


bandage ZN

1 (zwachtel, windsel) bandage
2 (breukband) bandage


bandagist ZN

1 bandagista


bandapparaat ZN

1 Zie: bandrecorder


bandbreedte ZN

1 (breedte van een band) largor de banda
2 (TELECOMM) amplitude del banda


bandbreuk ZN

1 (lekke band) pneumatico/pneu disinflate, punctura in un pneu(matico)


bandceramiek ZN

1 ceramica de bandas


banddefect ZN

1 defecto de pneu(matico)


banddiagram ZN

1 diagramma de barras horizontal, graphico a bandas


banddikte ZN

1 largor de pneu(matico)


bandelier ZN

1 banderola, bandoliera


bandeloos BN

1 indisciplinate, sin disciplina, licentiose


bandeloosheid ZN

1 indisciplina, licentiositate


bandenbedrijf ZN

1 Zie: bandenfabriek


bandendruk ZN

1 pression del pneu(matico)s


bandenfabriek ZN

1 fabrica de pneu(matico)s


bandenfabrikant ZN

1 fabricante de pneu(matico)s


bandenhandel ZN

1 commercio de pneu(matico)s


bandenlichter ZN

1 Zie: bandafnemer


bandenmerk ZN

1 marca de pneu(matico)


bandenpech ZN

1 panna de pneu(matico)


bandenplak ZN

1 colla a/pro pneu(matico)s


bandenspanning ZN

1 pression del pneu(matico)s
de -- controleren = controlar le pression del pneu(matico)s


bandenspectrum ZN

1 spectro a/de bandas


bandentheorie ZN

1 theoria del bandas


bandenwipper ZN

1 Zie: bandlichter


bandera ZN

1 (vlag) bandiera
2 (Spaans Vreemdelingenlegioen) bandera (S)


banderen WW

1 provider de bandas de adresse


banderilla ZN

1 banderilla (S)


banderillero ZN

1 banderillero (S)


banderole ZN

1 bandierola


banderolebelasting ZN

1 imposto de bandierola


banderoleren BN

1 provider de bandierolas


banderolewaarde ZN

1 valor de bandierola


bandfilter ZN

1 filtro a/de banda


bandgeheugen ZN

1 (COMP) memoria magnetic


bandiet ZN

1 bandito, brigante, gangster (E), malfactor


bandietenbende ZN

1 banda de banditos


bandietenhoofdman ZN

1 chef (F) de banditos


bandietenpak ZN

1 banditos


bandietenstreek ZN

1 acto de banditismo


bandietentroep ZN

1 truppa de banditos


bandijk ZN

1 dica principal, dica de hiberno
de wederzijdse --en van de Lek = le dicas principal a ambe lateres del Lek


bandijzer ZN

1 lista de ferro


banditisme ZN

1 banditismo, brigantage, gangsterisme, criminalitate


bandjir ZN

1 bandjir


bandkeramiek ZN

1 Zie: bandceramiek


bandleider ZN

1 chef (F) de banda/orchestra


bandlezer ZN

1 (COMP) lector de bandas


bandlichter ZN

1 Zie: bandafnemer


bandmaat ZN

1 mesura de pneu(matico)


bandoneon ZN

1 bandonion


bandopname ZN

1 (van geluid) registration super banda


bandopnameapparaat ZN

1 Zie: bandrecorder


bandopnemer ZN

1 Zie: bandrecorder


bandrecorder ZN

1 magnetophono


bandrecorderband ZN

1 banda magnetic


bandrem ZN

1 freno super pneu(matico)


bandreparatie ZN

1 (handeling) reparation de un pneu(matico)
2 (materiaal) material de reparation


bandrob ZN

1 histriophoca fasciate


bandruis ZN

1 ruitos del banda (magnetic)


bandsnelheid ZN

1 velocitate del banda (magnetic)


bandspanning ZN

1 pression del pneu(matico)


bandspectrum ZN

1 spectro de bandas


bandstaal ZN

1 aciero a banda/in bandas


bandstructuur ZN

1 structura de banda


bandsysteem ZN

1 systema del banda rolante/continue


bandtekening ZN

1 designo de ligatura


bandteller ZN

1 (van bijv recorder) contator de banda


bandtransporteur ZN

1 Zie: transportband


bandversiering ZN

1 decoration del ligatura


bandvink ZN

1 amadina fasciate


bandvogel ZN

1 Zie: bandvink


bandvormig BN

1 de/in forma de banda
2 (BIOL) fasciate


bandvorming ZN

1 (BIOL) fasciation


bandwier ZN

1 conjugata


bandwipper ZN

1 Zie: bandlichter


bandworm ZN

1 bothricephalo late


bandzaag ZN

1 Zie: lintzaag


banen WW

1
het schip baande zich een weg dwars door het ijs = le nave se aperiva un cammino/un via a transverso le glacie
de weg voor iemand -- = preparar le cammino pro un persona


banengroei ZN

1 augmento del numero de empleos


banenkrant ZN

1 jornal del empleos


banenmarkt ZN

1 mercato/bursa del empleos/del labor/del travalio


banenplan ZN

1 plano de creation de empleos


bang BN

1 pavorose, timorose, anxie, anxiose, angustiose, apprehensive
-- maken = espaventar, intimidar, terrer, terrificar
-- worden = espaventar se, prender pavor
-- zijn voor iets = haber pavor de un cosa, timer un cosa
--e dagen = dies de angustia


bang! TW

1 bang!


bangbroek ZN

1 Zie: bangerd


bangelijk BN

1 pavorose, timorose, pusillanime


bangerd ZN

1 coardo


bangerik ZN

1 Zie: bangerd


bangeschijter ZN

1 Zie: bangerd


bangheid ZN

1 pavor, angustia, anxietate, timor, apprehension


bangig BN

1 anxie, pavorose, timorose, timide


bangigheid ZN

1 Zie: bangheid


Bangladesch ZN EIGN

1 Bangladesh


bangmaker ZN

1 intimidator
2 alarmista


bangmakerij ZN

1 intimidation


banier ZN

1 bandiera, standardo
onder iemands -- = sub le bandiera de un persona
de -- hoog houden = tener alte le bandiera
de -- ontplooien = displicar le baniera/standardo
2 (GESCH) gonfalon, vexillo, insignia


banierdrager ZN

1 portator de bandiera, portabandiera, portastandardo
2 (GESCH) gonfalonero, vexillario


banistiek ZN

1 studio del bandieras, vexillologia


banjo ZN

1 banjo


banjomuziek ZN

1 musica de banjo


banjospeler ZN

1 banjoista


banjovereniging ZN

1 club (E) de banjoistas


bank ZN

1 (financiële instelling) banca
particuliere -- = banca private
van de --(en) = bancari
zaken doen met een -- = bancar
een rekening hebben bij een -- = bancar
de -- laten springen = facer saltar le banca
2 (om op te zitten) banco
ijzeren -- = banco de ferro
stenen -- = banco de petra
door de -- genomen = generalmente
3 (werkbank) banco (de labor)
4 (ondiepte, plaat) banco


bankaandeel ZN

1 action/titulo (de un instituto) bancari


bankaangelegenheden ZN MV

1 operationes bancari


bankaanwijzing ZN

1 (lastgeving van de bank) ordine de pagamento


bankabel BN

1 bancabile, negotiabile


bankaccept ZN

1 acceptation bancari
2 littera de cambio acceptate


bankactie ZN

1 Zie: bankaandeel


bankafschrift ZN

1 extracto de conto


bankagio ZN

1 agio bancari


bankassignatie ZN

1 assignation bancari


bankautomaat ZN

1 distributor automatic de billetes de banca


bankbeambte ZN

1 Zie: bankbediende


bankbediende ZN

1 commisso/empleato bancari/de banca


bankbedrijf ZN

1 banca


bankberoving ZN

1 robamento de un banca


bankbiljet ZN

1 billet/nota bancari/de banca
--ten uitgeven = emitter notas de banca
uitgifte van --ten = emission de notas de banca
--ten vervalsen = falsificar billetes


bankbiljettencirculatie ZN

1 circulation de billetes/notas bancari/de banca, circulation fiduciari


bankbiljettenpers ZN

1 pressa de billetes/notas bancari/de banca


bankbiljettenuitgifte ZN

1 emission de notas/billetes bancari/de banca


bankboekje ZN

1 libretto de conto


bankbreker ZN

1 Zie: bankbreukige


bankbreuk ZN

1 bancarupta
bedrieglijke -- = bancarupta fraudulente/culpabile
eenvoudige -- = bancarupta simple/simplice


bankbreukig BN

1 culpabile de bancarupta


bankbreukige ZN

1 bancaruptero, fallito


bankbrief ZN

1 effecto bancari


bankcheque ZN

1 cheque (E) bancari/de banca


bankcombinatie ZN

1 combination de bancas


bankconcern ZN

1 Zie: bankconsortium


bankconsortium ZN

1 consortium/gruppo bancari/de bancas


bankconto ZN

1 conto bancari


bankcrisis ZN

1 crise/crisis bancari


bankdeposito ZN

1 deposito bancari


bankdirecteur ZN

1 director de banca, banchero


bankdirectie ZN

1 direction de banca


bankdisconto ZN

1 disconto bancari, taxa de disconto


bankdividend ZN

1 dividendo bancari


bankeigenaar ZN

1 proprietario de un banca


bankemployé ZN

1 empleato/commisso bancari/de banca


bankenfusie, bankfusie ZN

1 fusion de bancas


banket ZN

1 (diner) banchetto, festino
een -- geven/aanbieden = dar/offerer un banchetto
aan een -- deelnemen/aanzitten = banchettar
iemand die aanzit/deelneemt aan een -- = banchettator
2 (gebak) pastisseria (a pasta) de amandolas


banketbakken WW

1 pastissar


banketbakker ZN

1 pastissero


banketbakkerij ZN

1 pastisseria


banketbakkersknecht ZN

1 garson de pastissero


banketbakkersmuts ZN

1 tocca/bonetto blanc de pastissero


banketbakkersprodukt ZN

1 producto de pastisseria


banketbakkersroom ZN

1 crema de pastissero


banketbakkersspijs ZN

1 imitation/succedaneo de pasta de amandolas


banketbakkerswaar ZN

1 productos de pastisseria


banketbakkerswinkel ZN

1 pastisseria


banketletter ZN

1 littera de pastisso de amandolas


banketspijs ZN

1 Zie: banketbakkersspijs


banketteerder ZN

1 banchettator


banketteren WW

1 banchettar


banketwinkel ZN

1 pastisseria


bankfaillissement ZN

1 fallimento del banca


bankfederatie ZN

1 federation bancari/de bancas


bankfiliaal ZN

1 succursal/filial bancari/de banca


bankfirma ZN

1 firma bancari


bankfonds ZN

1 fundo bancari


bankfusie ZN

1 fusion bancari/de bancas


bankgarantie ZN

1 garantia bancari/de banca


bankgebouw ZN

1 edificio bancari, banca


bankgeheim ZN

1 secreto bancari


bankgeld ZN

1 moneta bancari


bankgiro ZN

1 giro bancari


bankgirocentrale ZN

1 central de giro bancari


bankharing ZN

1 haringo del Banco de Dogger


bankhervorming ZN

1 reforma bancari


bankhouder ZN

1 (in spel) banchero


bankhypotheek ZN

1 hypotheca de banca


bankier ZN

1 banchero


bankieren WW

1 facer operationes bancari


bankiersconsortium ZN

1 Zie: bankconsortium


bankiersfamilie ZN

1 familia de bancheros


bankiersfirma ZN

1 Zie: bankfirma


bankiershuis ZN

1 casa bancari/de banca, banca


bankierskrediet ZN

1 credito bancari/de banca


bankiersvereniging ZN

1 association de bancheros, societate bancari


bankinstelling ZN

1 institution/establimento bancari/de banca, (grande) banca


bankinterest ZN

1 Zie: bankrente


bankivahoen ZN

1 Zie: boshoen


bankje ZN

1 (kleine bank) parve banco, (krukje) scabello
2 (bankbiljet) billet/nota de banca
een -- van duizend = un billet/nota de mille (florinos/francos, etc.)


bankkaart ZN

1 carta de cheques (E)


bankkapitaal ZN

1 capital bancari/de banca


bankkassier ZN

1 cassero de banca


bankkluis ZN

1 camera cuirassate, cassa forte


bankkosten ZN MV

1 costos bancari


bankkrediet ZN

1 credito bancari/de banca
onherroepelijk -- = credito bancari irrevocabile


banklening ZN

1 presto bancari


bankloper ZN

1 incassator


bankmoratorium ZN

1 moratorio bancari


banknoot ZN

1 Zie: bankbiljet


bankoctrooi ZN

1 monopolio del notas/billetes bancari/de banca


bankonderneming ZN

1 interprisa bancari


bankoperatie ZN

1 operation bancari


bankoverschrijving ZN

1 transferentia/transferimento bancari


bankoverval ZN

1 attacco (de banca) a mano armate


bankovervaller ZN

1 attaccator de un banca


bankpapier ZN

1 billetes/notas bancari/de banca, papiro moneta


bankpas ZN

1 Zie: betaalpas


bankpersoneel ZN

1 personal de banca


bankpolitiek ZN

1 politica bancari


bankpostpapier ZN

1 papiro a/de scriber de qualitate superior


bankpresident ZN

1 presidente de banca


bankprovisie ZN

1 commission bancari/de banca


bankreferentiën ZN MV

1 referentias bancari


bankrekening ZN

1 conto bancari/in banca
een -- blokkeren = blocar un conto in banca


bankrekeningnummer ZN

1 numero del conto bancari/in banca


bankrelatie ZN

1 relation bancari


bankrente ZN

1 interesse bancari


bankreserve ZN

1 reserva bancari


bankroet ZN

1 bancarupta, fallimento
frauduleus/bedrieglijk -- = bancarupta fraudulente/culpabile
-- gaan = facer bancarupta, faller
op de rand van een -- balanceren = esser al bordo del bancarupta
iemand die -- is = bancaruptero, fallito
(FIG) het -- van het fascisme = le fallimento del fascismo


bankroet BN

1 fallite


bankroetier ZN

1 bancaruptero, fallito


bankroof ZN

1 robamento de un banca


bankrover ZN

1 robator/attaccator de un banca


banksaldo ZN

1 saldo bancari/de banca/in banca


bankschaaf ZN

1 plana de banco de travalio


bankschandaal ZN

1 scandalo de banca


bankschroef ZN

1 tenalia a vite


bankschuld ZN

1 debita bancari


banksector ZN

1 sector bancari


bankspeler ZN

1 jocator de reserva, reserva, reimplaciante, substituto


bankstaat ZN

1 stato/situation (del contos) bancari/del banca


bankstel ZN

1 banco con sedias


bankstelsel ZN

1 Zie: banksysteem


banksyndicaat ZN

1 syndicato de bancas


banksysteem ZN

1 systema de operationes bancari/de banca


banktaal ZN

1 linguage bancari


banktegoed ZN

1 saldo bancari positive, saldo positive in banca, deposito in banca


bankterm ZN

1 termino bancari


banktransactie ZN

1 transaction/operation bancari


bank-van-lening ZN

1 domo de pignores, monte de pietate


bankveen ZN

1 turfa/turba del superficie


bankvereniging ZN

1 societate bancari


bankverkeer ZN

1 transactiones/operationes bancari/de banca


bankverslag ZN

1 reporto del banca


bankvisserij ZN

1 pisca super le bancos


bankvoorschot ZN

1 avantia bancari


bankwaarden ZN MV

1 valores bancari


bankwerker ZN

1 tornator


bankwerkersgereedschap ZN

1 utensiles de tornator


bankwerkershamer ZN

1 martello de tornator


bankwet ZN

1 lege bancari


bankwetgeving ZN

1 legislation bancari


bankwezen ZN

1 systema bancari, banca
het particuliere -- = le banca private


bankwissel ZN

1 littera bancari/de cambio, tratta bancari


bankzaken ZN MV

1 transactiones/operationes bancari/de banca


bankzitter ZN

1 Zie: wisselspeler


banneling ZN

1 exiliato, proscripto, expatriato


bannelingschap ZN

1 Zie: banning-1


bannen WW

1 (verdrijven) bannir, proscriber, exiliar, expulsar, expeller
het -- = bannimento, proscription
ban de bom! = banni le bomba!
iemand uit het land -- = exiliar/expulsar/expeller un persona de su pais
2 (door bezwering verdrijven) exorcisar
de duivel/boze -- = exorcisar le diabolo/demonio
3 (bezweren) conjurar, incantar
het -- = conjuration, incantation, incantamento


banning ZN

1 bannimento, proscription, exilio
2 (verdrijving door bezwering) exorcismo
3 (bezwering) conjuration, incantation, incantamento


bantamgewicht ZN

1 (klasse) peso bantam
2 (persoon) peso bantam


Bantoe ZN

1 bantu


bantoeïstiek ZN

1 bantuistica


Bantoetaal ZN

1 lingua bantu


banvloek ZN

1 anathema, excommunication, sententia fulminatori
de -- uitspreken = anathemisar, fulminar/lancear le anathema contra
afkondiging van de -- = fulmination


banvloeken WW

1 excommunicar, anathemisar


banvonnis ZN

1 sententio fulminatori/de bannimento/de expulsion/de excommunion, anathema
het -- over iemand uitspreken = anathemisar/excommunicar un persona


baobab ZN

1 baobab


baptisme ZN

1 baptismo


baptist ZN

1 baptista


baptistenpredikant ZN

1 predicante de baptistas


baptisterium ZN

1 baptisterio


baptistisch BN

1 baptista
--e leer = doctrina baptista


bar ZN

1 bar (E)
rijdende -- = bar mobile
2 (NAT) bar
meteorologische -- = bar meteorologic


bar BN

1 (kaal) aride, desolate, sterile, sic
--re woestijn = deserto aride
2 (koud) aspere, rigorose, inclemente
-- en boos = terribile, abominabile, execrabile
het --re noorden = le nord rigorose


bar BW

1 multo, terribilemente
het artikel is -- slecht = le articulo es multo mal
ik heb het -- druk = io es multo occupate
het was -- koud = il faceva un frigido atroce/siberian


barak ZN

1 barraca
grote -- = barracon


barakkenkamp ZN

1 campo de barracas


baratterie ZN

1 barateria


barbaar ZN

1 (GESCH) barbaro
invallen der --en = irruptiones/invasiones barbaric/del barbaros
2 (onbeschaafd mens) barbaro, bruto
3 (wreedaard) barbaro, bruto


barbaars BN

1 barbare, barbaric
--e gebruiken/gewoonten = usantias/costumes barbaric
--e misdaad = crimine barbare
-- maken/worden = barbarisar
het slachtoffer was op --e wijze verminkt = le victima ha essite brutalmente mutilate


barbaarsheid ZN

1 barbaria, barbarismo, barbaritate
2 acto de barbarismo


barbarakruid ZN

1 barbarea
gewoon -- = barbarea vulgar


barbarij ZN

1 barbarismo, barbaritate, barbaria
terugvallen in de -- = recader in le barbaria


Barbarije ZN EIGN

1 le Statos Barbaresc, Barbaria


Barbarijs BN

1 barbaresc
--e zeerovers = piratas barbaresc
--e paarden = cavallos barbaresc


barbariseren WW

1 barbarisar


barbarisme ZN

1 (TAAL) barbarismo


barbecue ZN

1 barbacoa, barbecue (E)


barbecueën WW

1 organisar/facer un barbacoa/barbecue (E)


barbecuefeest ZN

1 festa de barbacoa/de barbecue (E)


barbecuesaus ZN

1 sauce (F) de barbacoa/de barbecue (E)


barbecuevlees ZN

1 carne de barbacoa/de barbecue (E)


barbediende ZN

1 servitor de bar (E), barman (E)


barbeel ZN

1 barbo


barbeelhaak ZN

1 hamo de barbo/pro barbos


barbeellijn ZN

1 linea de barbo


barbiepop ZN

1 pupa Barbie


barbier ZN

1 barbero


barbieren WW

1 rasar le barba


barbiersbekken ZN

1 platto a barba


barbiersgilde ZN

1 guilda/corporation del barberos


barbiersvak ZN

1 mestiero de barbero


barbierswinkel ZN

1 barberia


barbierszaak ZN

1 barberia


barbituraat ZN

1 barbiturato
verslaving aan --en = barbiturismo


barbiturisme ZN

1 barbiturismo


barbituurverbinding ZN

1 composito barbituric


barbituurzuur ZN

1 acido barbituric


barcarolle ZN

1 barcarola (I)


Barcelona ZN EIGN

1 Barcelona
van/uit -- = barcelonese
bewoner van -- = barcelonese


barcode ZN

1 (COMP) codice a barras


bard ZN

1 bardo
Keltische -- = bardo celtic


bardame ZN

1 Zie: barmeisje


bardenkoor ZN

1 choro de bardos


bardenlied ZN

1 canto bardic/del bardos


baren WW

1 (ter wereld brengen) parer, parturir, filiar
het -- = parto, parturition, filiation
2 (veroorzaken) causar, occasionar, suscitar, producer, crear
verdriet -- = causar affliction/tristessa
zorg -- = inquietar
opzien -- = facer/causar/producer sensation


barend BN

1 parturiente


barensnood ZN

1 dolores del parto
in -- verkeren = suffrer le dolores del parto


barensteel ZN

1 (HERALD) lambel


barensweeën ZN MV

1 dolores del parto


Barentszee ZN

1 Mar de Barents


baresthesie ZN

1 baresthesia


baret ZN

1 beret (F), berretto, bonetto
de Groene Baretten = le Berrettos Verde


baretembleem ZN

1 emblema de beret (F)/de berretto


baretgesp ZN

1 bucla de beret (F)/de berretto


baretlint ZN

1 banda de beret (F)/berretto


bargoens ZN

1 jargon (F), argot (F), slang (E)


barheid ZN

1 (kaalheid, dorheid) ariditate, sterilitate
2 (guurheid) rigor, asperitate, inclementia
de -- van het klimaat = le rigor del climate


barhouder ZN

1 proprietario de un bar (E)


baribal ZN

1 (beer) euarcto american


bariet ZN

1 baryta, hydroxydo de barium


barietwater ZN

1 aqua/solution barytic/de baryta


barietwit ZN

1 blanco de baryta


barietzout ZN

1 sal barytic


baring ZN

1 parto, parturition


baringleer ZN

1 tocologia


baringspijn ZN

1 dolor del parto/parturition


barion ZN

1 (NAT) barion


bariton ZN

1 (stem) barytono
2 (zangpartij) barytono
3 (zanger) barytono
4 (blaasinstrument) barytono


baritonhobo ZN

1 oboe barytono


baritonpartij ZN

1 parte de barytono


baritonsolo ZN

1 solo de barytono


baritonzanger ZN

1 barytono


barium ZN

1 barium


bariumcarbonaat ZN

1 carbonato de barium


bariumhydroxyde ZN

1 hydroxydo de barium


bariumoxyde ZN

1 oxydo de barium


bariumpap ZN

1 pappa de barium, barium


bariumsulfaat ZN

1 sulfato de barium


bariumverbinding ZN

1 composito de barium


bariumzout ZN

1 sal de barium


barjuffrouw ZN

1 Zie: barmeisje


bark ZN

1 barca


barkas ZN

1 barcassa, lancha {sj}


barkeeper ZN

1 Zie: barman


barkelner ZN

1 servitor del bar (E)


barkruk ZN

1 scabello/tabouret (F) de bar (E)


barm ZN

1 (vis) barbo


barman ZN

1 barman (E)


barmeisje ZN

1 barmaid (E), servitrice (del bar (E))


barmeubel ZN

1 mobile bar (E)


barmhartig BN

1 misericorde, misericordiose, caritabile, clemente
--e daad = action misericorde/misericordiose
de Barmhartige Samaritaan = le Bon Samaritano


barmhartigheid ZN

1 misericordia, caritate, compassion, clementia
christelijke -- = misericordia/caritate christian
werken van -- = obras/operas de misericordia
iemand -- bewijzen = monstrar se plen de misericordia pro un persona


barmsijsje ZN

1 carduelo/acanthis flammee


barn ZN

1 (barnsteen) succino, ambra
2 (ATOOMFYSICA) (eenheid van oppervlakte) barn (E)


barnabiet ZN

1 barnabita


barnevelder ZN

1 gallina de Barneveld


Barnevelder ZN

1 habitante de Barneveld


barnsteen ZN

1 ambra jalne, succino


barnsteenhars ZN

1 resina de succino/de ambra jalne


barnsteenkleur ZN

1 color de succino, color de ambra jalne


barnsteenkleurig BN

1 de color de succino, de color de ambra jalne


barnsteenolie ZN

1 oleo de succino, oleo de ambra jalne


barnsteentinctuur ZN

1 tinctura de succino/de ambra jalne


barnsteenvernis ZN

1 vernisse de succino/de ambra jalne


barnsteenvisser ZN

1 piscator de succino/de ambra jalne


barnsteenvisserij ZN

1 pisca de succino/de ambra jalne


barnsteenzuur ZN

1 acido succinic


barnsteenzuurzout ZN

1 succinato


barnstenen BN

1 de succino, de ambra jalne


barograaf ZN

1 barometrographo, barographo


barogram ZN

1 barogramma, curva barometric


barok BN

1 baroc
--ke kunst = arte baroc
--ke kerk = ecclesia baroc
2 (FIG) baroc, extravagante
-- taalgebruik = linguage baroc


barok ZN

1 baroco


barokarchitectuur ZN

1 architectura baroc


barokauteur ZN

1 Zie: barokschrijver


barokbeeldhouwkunst ZN

1 sculptura baroc


barokbouwmeester ZN

1 architecto baroc


barokcantate ZN

1 cantata baroc


barokcello ZN

1 violoncello baroc


barokcomponist ZN

1 compositor baroc


barokconcert ZN

1 concerto baroc


barokdichter ZN

1 poeta baroc


barokengel ZN

1 angelo baroc


barokgebouw ZN

1 edificio baroc


barokkast ZN

1 armario baroc


barokkerk ZN

1 ecclesia baroc


barokkunst ZN

1 arte baroc


barokkunstenaar ZN

1 artista baroc


barokliteratuur ZN

1 litteratura baroc


barokmuziek ZN

1 musica baroc


barokopera ZN

1 opera baroc


barokpaleis ZN

1 palacio baroc


barokperiode ZN

1 periodo del baroc


barokschilder ZN

1 pictor baroc


barokschilderkunst ZN

1 pictura baroc


barokschrijver ZN

1 autor/scriptor baroc


barokstijl ZN

1 stilo baroc/del baroco


baroktijd ZN

1 Zie: barokperiode


baroktoneel ZN

1 theatro baroc


baroktuin ZN

1 jardino baroc


barokviool ZN

1 violino baroc


barologie ZN

1 barologia


barometer ZN

1 barometro
aneroïde -- = barometro aneroide
de -- gaat omhoog = le barometro monta
de -- daalt/zakt = le barometro descende/bassa
de -- staat op mooi weer = le barometro indica bon tempore
de -- staat op storm = le barometro indica tempesta
(FIG) de politieke -- = le barometro politic


barometerbak ZN

1 cupetta de barometro


barometerbuis ZN

1 tubo de barometro


barometerdruk ZN

1 pression barometric


barometerhoogte ZN

1 Zie: barometerstand


barometerkromme ZN

1 curva barometric


barometerschaal ZN

1 scala barometric


barometerschommelingen ZN MV

1 variationes barometric


barometerstand ZN

1 altor/altura/stato barometric/del barometro
wat is de --? = que indica le barometro?


barometrisch BN

1 barometric
--e gradiënt = gradiente barometric
-- maximum = maximo barometric
-- minimum = minimo barometric
--e waarnemingen = observationes barometric
--e bepaling = determination barometric


barometrograaf ZN

1 barometrographo


barometrografie ZN

1 barometrographia


baron ZN

1 baron
de (gezamelijke) --nen = le baronage
titel van -- = baronage
gebied van een -- = baronia


barones ZN

1 baronessa


baronet ZN

1 (Engelse titel) baronetto


baronie ZN

1 baronia
Baronie van Breda = Baronia de Breda


baronnenkroon ZN

1 corona de baron


baronnentitel ZN

1 titulo de baron


baronschap ZN

1 dignitate de baron


baroreceptor ZN

1 (MED) baroreceptor


baroscoop ZN

1 baroscopio


barothermograaf ZN

1 barothermographo


barothermohygrograaf ZN

1 barothermohygrographo


barothermometer ZN

1 barothermometro


barotrauma ZN

1 barotrauma


barotroop BN

1 barotrope, barotropic


barotropie ZN

1 barotropia


baroxyton ZN

1 (muziekinstrument) baroxyton


barpersoneel ZN

1 personal del bar (E)


barpianist ZN

1 pianista del bar (E)


barracuda ZN

1 (vis) barracuda


barrage ZN

1 (versperring) barrage, barriera
2 (spervuur) foco/tiro de barrage
3 (SPORT) barrage


barrel ZN

1 barril
-- bier = barril de bira
2
aan --s slaan = rumper totalmente


barrel ZN

1 barrel (A)


barrevoets BN

1 discalceate, (BW) a pedes nude


barricade ZN

1 barricada
--n oprichten/opwerpen = eriger/levar/formar barricadas
de --n opgaan = ir/montar al barricadas


barricadegevecht ZN

1 combatto de barricada


barricadenoorlog ZN

1 guerra de barricadas


barricaderen WW

1 barricadar, clauder con barricadas
de deur -- = barricadar le porta
de studenten hebben de straat gebarricadeerd = le studentes ha barricadate le strata


barricadering ZN

1 barrage per medio de barricadas


barrière ZN

1 barriera, obstaculo, barrage
zijn eisen vormen een onoverkomelijke -- = su exigentias constitue un barriera insuperabile/insurmontabile
--s opwerpen = eriger/levar/formar barrieras


barrièrerif ZN

1 barriera corallin/de corallo


Barrièretractaat ZN

1 Tractato del Barrieras (1714)


bars BN

1 rude, brusc, dur, rebarbative, torve
een -- antwoord = un responsa brusc
een --e stem = un voce rude
-- bejegenen/behandelen = bruscar


barsheid ZN

1 bruscheria, rudessa, torvitate


barst ZN

1 fissura, ruptura, (in schilderij) craquelure (F)
diepe -- in het ijs = fissura profunde in le glacie
dat helpt geen -- = isto es totalmente in van


barst! TW

1 va al diabolo!


barsten WW

1 (scheuren, splijten, gespleten worden) finder se
2 (uit elkaar springen) explodar, erumper
het -- = explosion, eruption


barstensvol BN

1 multo plen, plenissime


barstoel ZN

1 sedia de bar (E)


barstvorming ZN

1 formation de fissuras


Bartholomeus ZN EIGN

1 Bartholomeo


Bartholomeusnacht ZN

1 massacro del Sancte Bartholomeo


Bartjens

1
volgens -- = logicamente


barycentrum ZN

1 barycentro


baryon ZN

1 baryon


barysfeer ZN

1 barysphera


bas ZN

1 (mannenstem) basso, (hoofdstem in een muziekstuk) basso, (zanger, speler) basso
becijferde -- = basso cifrate
2 (contrabas) contrabasso


basaal BN

1 (behorend of gelegen aan of bij de basis) basal
-- membraan = membrana basal
--e breuk = fraction basal del cranio
--e cellen = cellulas basal
-- deel van een orgaan = parte basal de un organo
2 (fundamenteel) basal
de betrekkelijke eenvoud van de --e biologische mechanismen = le simplicitate relative del mechanismos biologic basal
--e metabolie/metabolisme = metabolismo basal


basaalmembraan ZN

1 membrana basal


basaalmetabolisme ZN

1 metabolismo basal


basaaltemperatuur ZN

1 (ochtendtemperatuur) temperatura corporee basal


basalt ZN

1 basalto


basalt(steen)slag ZN

1 Zie: basaltsplit


basaltachtig BN

1 basaltic


basaltblok ZN

1 bloco basaltic/de basalto


basalten BN

1 basaltic, de basalto


basaltgesteenten ZN MV

1 roccas basaltic/de basalto


basaltisch BN

1 Zie: basalten


basaltkei ZN

1 petra basaltic/de basalto


basaltlava ZN

1 lava basaltic


basaltmuur ZN

1 muro basaltic/de basalto


basaltrots ZN

1 rocca basaltic/de basalto


basaltsplit ZN

1 gravella basaltic/de basalto


basaltsteen ZN

1 (stofnaam) basalto
2 pecia de basalto


basaltzuil ZN

1 columna/colonna basaltic/de basalto


basaniet ZN

1 (steensoort) basanite


bas-aria ZN

1 aria pro basso


bas bariton ZN

1 basso barytono


basbazuin ZN

1 trompetta basse, ophicleide


basblokfluit ZN

1 flauta dulce basse


bascule ZN

1 (brugbalans) bascula


basculebrug ZN

1 ponte bascular/basculante/de bascula/de balancia


basdoofheid ZN

1 surditate pro le tonos basse


base ZN

1 (SCHEI) base
meerwaardige -- = base plurivalente
zoutvormende -- = base salificabile
omzetten in een -- = basificar
omzetting in een -- = basification


baseball ZN

1 baseball (E)


baseballcap ZN

1 Zie: baseballpet


baseballen WW

1 jocar al baseball (E)


baseballer ZN

1 jocator de baseball (E)


baseballknuppel ZN

1 bat (E) de baseball (E)


baseballpet ZN

1 bonetto de baseball (E)


Basedow ZN EIGN

1 Basedow
ziekte van -- = maladia de Basedow, struma exophthalmic
lijder aan de ziekte van -- = basedowiano


basedowisme ZN

1 basedowismo


Basel ZN EIGN

1 Basel


baseline ZN

1 (SPORT) linea de fundo, baseline (E)


basement ZN

1 basamento


baseren WW

1 basar, fundar
zich -- op = basar se/fundar se super


basfluit ZN

1 flauta basse


basgitaar ZN

1 guitarra {gi}/gitarra basse


bashoorn ZN

1 corno basse


basiciteit ZN

1 basicitate


basiciteitsgraad ZN

1 grado de basicitate


basidiomyceten ZN MV

1 (steeltjeszwammen) bacidiomycetos


basidiospore ZN

1 basidiospora


basiditeit ZN

1 basicitate


basidium ZN

1 basidio


basilicaal BN

1 basilical
--e kruiskerk = ecclesia cruciforme basilical


basilicum ZN

1 basilico


basilicumsaus ZN

1 sauce (F) de basilico


basiliek ZN

1 basilica
van een -- = basilical
kathedrale -- = basilica cathedral
hemicyclus van een -- = hemicyclo de un basilica


basiliekruid ZN

1 basilico


basiliekstijl ZN

1 stilo de basilica


basiliscus ZN

1 basilisco


basilisk ZN

1 (MYTH) basilisco
2 (DIERK) (boomhagedis) basilisco


basinstrument ZN

1 basso


basipetaal BN

1 basipete, basipetal


basis ZN

1 (fundament) base, fundamento, pede, appoio, supporto, (BOUWK) fundation
-- van een piramide = base de un pyramide
2 (FIG) (grondslag) base, fundamento
wettelijke -- = base legal
een slechte -- voor verdere onderhandelingen = un mal base pro negotiationes ulterior
de -- voor iets leggen = poner le base de un cosa
als -- voor iets dienen = servir de base a un cosa
aan de -- van iets liggen = esser al base de un cosa
tot de -- behorend = basic
op -- van = a base de
op commerciële -- = con fines lucrative
mensen aan de -- = gente del base
3 (hoofdbestanddeel) base
4 (MIL) base, puncto de appoio
militaire -- = base militar
5 (WISK) base
-- van een driehoek = base de un triangulo
-- van een logaritme = base de un logarithmo
6 (TAAL) (grondvorm) thema


basisaanpak ZN

1 methodo de base


basisakkoord ZN

1 accordo de base


basisbegrip ZN

1 concepto/notion basic/fundamental/de base
2 (FIL) categoria


basisbehandeling ZN

1 tractamento/therapia basic/de base


basisbehoeften ZN MV

1 besonios elementari/elemental/basic/de base


basisch BN

1 basic, alcalin
-- zout = sal basic
--e grond = solo basic
--e reactie = reaction alcalin/basic
--e gesteenten = roccas basic/alcalin
-- maken = alcalisar, basificar
-- reageren = dar/monstrar un reaction alcalin/basic


basischemicaliën ZN MV

1 productos chimic de base


basisconcept ZN

1 concepto basic


basiscursus ZN

1 curso elementari/elemental/de base


basisdiffusie ZN

1 diffusion de base


basiseducatie ZN

1 instruction primari/elementari/elemental


basiseenheid ZN

1 unitate de base


basiselektrode ZN

1 electrodo de base


basiselement ZN

1 elemento de base


basisfunctie ZN

1 prime function, function fundamental/essential


basisgedachte ZN

1 idea/concepto fundamental/de base


basisgegeven ZN

1 dato essential/fundamental/de base


basishoek ZN

1 angulo de base


basisidee ZN

1 Zie: basisgedachte


basisindustrie ZN

1 industria basic/de base


basisinformatie ZN

1 information essential/de base


basisjaar ZN

1 anno basic/de base


basiskenmerk ZN

1 characteristica basic


basiskennis ZN

1 cognoscentia(s)/cognoscimento(s) fundamental/basic/de base


basiskleur ZN

1 color elementari/elemental/fundamental/primitive


basislijn ZN

1 linea basic/de base


basisloon ZN

1 salario/paga fundamental/basic/de base


basismethode ZN

1 methodo basic


basismodulus ZN

1 modulo basic


basisonderwijs ZN

1 inseniamento/instruction primari/elementari/elemental/de base


basisonderzoek ZN

1 recerca/investigation fundamental


basisopleiding ZN

1 formation basic/de base


basisopstelling ZN

1 (SPORT) selection de base


basisorganisatie ZN

1 organisation basic


basispakket ZN

1 pacchetto basic/de base


basispensioen ZN

1 pension elementari/elemental/basic/de base


basispersoneel ZN

1 personal de base


basispremie ZN

1 premio basic/de base


basisprincipe ZN

1 principio basic/fundamental/de base


basisprodukt ZN

1 producto basic/de base


basispunt ZN

1 (WISK) puncto de base


basisquotum ZN

1 quota basic


basisrente ZN

1 interesse basic


basissalaris ZN

1 Zie: basisloon


basisschool ZN

1 schola primari/elementari/elemental/de base


basisspeler ZN

1 jocator de base


basisstructuur ZN

1 structura basic/fundamental/de base


basistarief ZN

1 tarifa de base


basistekst ZN

1 texto original/fundamental/basic/de base


basisvector ZN

1 vector de base


basisvocabulaire ZN

1 vocabulario basic/de base


basisvoorwaarde ZN

1 condition minimal


basisvoorzieningen ZN MV

1 equipamento/servicios/facilitates basic


basiswedde ZN

1 Zie: basisloon


basiswoord ZN

1 parola/vocabulo basic/de base


basiswoordenboek ZN

1 dictionario basic/de base


Bask ZN

1 basco, euscaro


baskant ZN

1 latere basse (de un piano, etc.)


Baskenland ZN

1 le Pais Basc


basketbal ZN

1 basketball (E)


basketbalbond ZN

1 liga de clubs (E) de basketball (E)


basketbalclub ZN

1 club (E) de basketball (E)


basketbalcoach ZN

1 coach (E) de basketball (E)


basketbalcompetitie ZN

1 competition de basketball (E)


basketballen WW

1 jocar al basketball (E)


basketballer ZN

1 Zie: basketballspeler


basketbalploeg ZN

1 equipa de basketball (E)


basketbalschoen ZN

1 scarpa de basketball (E)


basketbalspel ZN

1 joco de basketball (E)


basketbalspeler ZN

1 jocator de basketball (E)


basketbalveld ZN

1 campo/terreno de basketball (E)


basketbalwedstrijd ZN

1 match (E) de basketball (E)


Baskisch BN

1 basc, euscare
de --e afscheidingsbeweging = le movimento independentista basc
--e taal = lingua euscare


Baskisch ZN

1 (taal) basco, euscaro


basklarinet ZN

1 clarinetto basse


basklok ZN

1 (luiklok) bordon


basluit ZN

1 lut basse


basofiel BN

1 basiphile, basophile


basofilia ZN

1 basophilia


baspartij ZN

1 (partita/voce de) basso


basregister ZN

1 registro basse


bas-reliëf ZN

1 basse-relievo, anaglypho
sculptuur in -- = sculpturo in basse-relievo


bas-reliëffotografie ZN

1 photographia in basse-relievo


bassen WW

1 (blaffen) latrar
2 (te keer gaan) critar, fulminar


bassethoorn ZN

1 corno de bassetto, bassetto


bassin ZN

1 (waterbekken) bassino, recipiente, vaso
klein -- = bassinetto
2 (zwembad) bassino, piscina


bassinbreedte ZN

1 largessa/largor del bassino


bassindiepte ZN

1 profunditate del bassino


bassist ZN

1 contrabassista


bassleutel ZN

1 clave de basso/de fa


bassnaar ZN

1 chorda de basso


basso continuo ZN

1 basso continuo (I)


basstem ZN

1 (voce de) basso


bast ZN

1 (schors) cortice, pelle, rhytidoma
de -- afhalen van = decorticar, pellar, disgranar, disfructar
2 (weefsel tussen schors en hout) alburno
3 (lichaam) corpore
in zijn blote -- = nude


basta! TW

1 basta!, stop!
en daarmee --! = e isto es le fin!


bastaard ZN

1 (onwettig kind) bastardo
2 (rasloos dier) bastardo
3 (door vermenging van verwante soorten ontstaan dier) bastardo, hybrido
4 (nieuwe plantenvorm) hybrido
5 (mindere kwaliteit) bastardo


bastaardapen ZN MV

1 lemuridos


bastaardboterbloem ZN

1 ranunculo hybride


bastaardbroeder ZN

1 fratre bastarde/natural


bastaarderen WW

1 hybridar
het -- = hybridation


bastaardering ZN

1 (BIOL) hybridation, mesticiage
2 (TAAL) contamination


bastaardgeneratie ZN

1 generation hybride


bastaardgenre ZN

1 genere hybride


bastaardhartebeest ZN

1 damalisco


bastaardhond ZN

1 can bastarde


bastaardij ZN

1 bastardia


bastaardiseren WW

1 mesticiar


bastaardkind ZN

1 infante bastarde/natural


bastaardklaproos ZN

1 papavere hybride


bastaardklaver ZN

1 trifolio hybride


bastaardmuur ZN

1 cerastio trivial


bastaardplant ZN

1 planta hybride, hybrido


bastaardras ZN

1 racia bastarde/hybride


bastaardsmaragd ZN

1 peridot, olivina


bastaardsoort ZN

1 specie bastarde/hybride


bastaardtaal ZN

1 lingua bastarde


bastaardvijl ZN

1 lima bastarde


bastaardvloek ZN

1 blasphemia deformate/attenuate


bastaardvorm ZN

1 (BIOL) hybrido
2 (TAAL) forma bastarde/hybride


bastaardwederik ZN

1 epilobio


bastaardwikke ZN

1 vicia hybride


bastaardwoord ZN

1 vocabulo/parola hybride, barbarismo


bastaardzoon ZN

1 filio bastarde/natural


bastaardzuster ZN

1 soror bastarde/natural


bastachtig BN

1 cortical


bastachtigheid ZN

1 character cortical


bastcel ZN

1 cellula cortical


basteloos BN

1 sin cortice, gymnocarp


basterdklaver ZN

1 Zie: bastaardklaver


basterdsuiker ZN

1 sucro blanc/brun molle


bastille ZN

1 bastille (F)


bastion ZN

1 bastion


bastioneren WW

1 provider de bastiones


bastlaag ZN

1 strato cortical


bastonnade ZN

1 bastonada


bastrom ZN

1 tambur basse


bastrompet ZN

1 trompetta basse


bastrot ZN

1 putrefaction cortical


bastuba ZN

1 tuba basse


bastvezel ZN

1 fibra cortical/liberian


bastweefsel ZN

1 liber, phloema


basviola ZN

1 violon


basviool ZN

1 violino basse


baszanger ZN

1 basso


bat ZN

1 (TAFELTENNIS) bat (E), paletta


Bataaf ZN

1 batavo


Bataafs BN

1 batave
Bataafse Republiek = Republica Batave


bataat ZN

1 (zoete aardappel) batata


bataljon ZN

1 battalion
sterkte van het -- = effectivo del battalion


bataljonsarts ZN

1 medico de battalion


bataljonscommandant ZN

1 commandante de battalion


Batavia ZN

1 Batavia


Bataviaan ZN

1 bataviano, habitante de Batavia


Bataviaans BN

1 batavian, de Batavia
--e bank = banca batavian


Batavier ZN

1 batavo


Batavisch BN

1 batave


bate ZN

1
ten -- van = al/in profito/beneficio de, in favor de


bateleur ZN

1 Zie: buitelarend


baten WW

1 servir (a), profitar (a), esser utile (a)
daarmee ben ik niet gebaat = isto non me trahe del embarasso
baat het niet, het schaadt ook niet = tentar non noce


bathometer ZN

1 bathymetro


bathyaal BN

1 bathyal
--e zone = zona bathyal


bathygrafie ZN

1 bathygraphia


bathygrafisch BN

1 bathygraphic
--e metingen = mesurationes bathygraphic


bathymetrie ZN

1 bathymetria


bathymetrisch BN

1 bathymetric


bathypelagisch BN

1 bathypelagic
--e zone = zona bathypelagic


bathyscaaf ZN

1 bathyscapho


bathysfeer ZN

1 bathysphera


batig BN

1 favorabile, avantagiose
-- saldo = saldo active/favorabile/positive/beneficiari


batik ZN

1 batik


batikfabriek ZN

1 fabrica de batik


batikken WW

1 batikar
het -- = batik


batikker ZN

1 batikator


batikkerij ZN

1 fabrica de batik


batikkunst ZN

1 arte batik


batikkunstenaar ZN

1 batikator


batiktechniek ZN

1 batik


batikwerk ZN

1 batik


batist ZN

1 batista


batisten BN

1 de batista


batistlinnen ZN

1 lino de batista


batrachomyomachie ZN

1 batrachomyomachia


bats ZN

1 pala curvate


batten WW

1 (SPORT) batter


batterij ZN

1 (stel kanonnen) batteria, cannoneria
drijvende -- = batteria flottante
de -- schietklaar maken = preparar le batteria
2 (accu) batteria, pila
galvanische -- = batteria galvanic
droge -- = batteria/pila sic
lege -- = batteria/pila exhauste
deze radio werkt op --en = iste radio functiona con/a pilas
de motor loopt op --en = le motor va a pilas
3 (groep gelijksoortige eenheden) batteria
-- schrijfmachines = batteria de machinas a/de scriber


batterijcommandant ZN

1 commandante de batteria


batterijei ZN

1 ovo de gallina de batteria


batterijflitser ZN

1 flash (E) de/con batteria


batterijkip ZN

1 gallina de batteria


batterijlamp ZN

1 lampa de batteria/pila


batterijontsteking ZN

1 accendimento/ignition per batteria/pila(s)


batterijontvanger ZN

1 receptor con/per batteria/pilas


batterijoplader ZN

1 cargator de batteria


batterijvoeding ZN

1 alimentation per batteria/pila(s)


batterijvuur ZN

1 foco de batteria


battologie ZN

1 battologia


baud ZN

1 (COMP) baud


bauméschaal ZN

1 scala de Baumé


bauxiet ZN

1 bauxite
rode -- = bauxite rubie


bauxietbedrijf ZN

1 interprisa de bauxite


bauxietcement ZN

1 cemento de bauxite


bauxieterts ZN

1 mineral de bauxite


bauxietmijn ZN

1 mina de bauxite


bauxietproduktie ZN

1 production de bauxite


bauxietwinning ZN

1 extraction de bauxite


baviaan ZN

1 babuino, cynocephalo


Bayesschatting ZN

1 estimation de Bayes


Bayes-test ZN

1 test (E) de Bayes


Bayonne ZN EIGN

1 Bayona, Bayonne


baza(a)r ZN

1 (markt in het Midden-Oosten) bazar
Perzische -- = bazar persian
2 (warenhuis) bazar
3 (liefdadigheidsbazar) bazar, vendita benific/de caritate


bazelen WW

1 dicer nonsenso, extravagar, (in koorts) delirar


bazen WW

1 dominar


bazielkruid ZN

1 Zie: basilicum


bazig BN

1 dominante, autoritari, imperiose, despotic


bazigheid ZN

1 character dominante/autoritari/imperiose/despotic


bazijn ZN

1 Zie: streepjesgoed


bazin ZN

1 maestra


bazooka ZN

1 bazooka (E)


bazuin ZN

1 (ROM GESCH) buccina
op de -- blazen = buccinar
blazer op de -- = buccinator
(FIG) de -- steken over = facer grande elogios de
2 (soort trompet) trompetta
3 (schuiftrompet) trombon
op de -- blazen/spelen = sonar le trombon


bazuinblazer ZN

1 buccinator
2 trompettista
3 trombonista


bazuinen WW

1 sonar le buccina


bazuinengel ZN

1 angelo con buccina


bazuingeschal ZN

1 sono de buccinas
2 sono de trompettas
3 sono de trombones


BB

1 (Afk.: Belgische Boerenbond) Syndicato del Agricultores


b.b.h.h.

1 (Afk.: bezigheden buitenshuis hebbend) absente le major parte del die/jorno


B.B.K. ZN

1 (Afk.: Beroepsvereniging van Beeldende Kunstenaars) Syndicato de Professionales del Arte Plastic


b.d.

1 (Afk.: buiten dienst) foras de servicio


bdelaarsgezin ZN

1 familia de mendicos/mendicantes


bdellium ZN

1 bdellio


beaaien WW

1 caressar super


beaarden WW

1 interrar, inhumar, sepelir


beaarding ZN

1 interramento, inhumation, sepelition


beachvolleybal ZN

1 volleyball (E) al plagia


beademen WW

1 (adem inblazen) insufflar
2 (behandelen met een beademingstoestel) applicar/practicar le respiration artificial a (un persona)
3 (mond op mond) facer le respiration bucca a bucca
4 (de adem laten gaan over) sufflar super, passar su sufflo/halito super


beademing ZN

1 (het inblazen van adem) insufflation
2 (behandeling met beademingstoestel) respiration artificial
3 (mond op mond) respiration bucca a bucca


beademingsapparaat ZN

1 Zie: beademingstoestel


beademingsapparatuur ZN

1 apparatos/dispositivo de respiration artificial


beademingscentrum ZN

1 centro de respiration artificial, centro de reanimation


beademingstoestel ZN

1 apparato de respiration artificial, inspirator, respirator, insufflator


beambte ZN

1 functionario, official, (employé) empleato


beamen WW

1 approbar, assentir, dar su assentimento a, esser de accordo con, subscriber
iets ten volle -- = esser plenmente de accordo


beaming ZN

1 accordo, approbation, assentimento


beangst BN

1 anxie, anxiose, angustiose, pavorose, timorose, (verontrust) inquiete
iemand -- maken = angustiar/espaventar un persona


beangsten WW

1 Zie: beangstigen


beangstheid ZN

1 anxietate, angustia, espavento, (ongerustheid) inquietude


beangstigen WW

1 (angst aanjagen) angustiar, intimidar, terrer, terrificar, espaventar, (verontrusten) alarmar, inquietar


beangstigend BN

1 angustiante


beangstiging ZN

1 Zie: beangstheid


beankeren WW

1 equipar/provider de ancoras


beantwoorden WW

1 (antwoord geven op) responder a
iemand/een brief/een vraag -- = responder a un persona/a un littera/a un question
iemands liefde -- = responder al amor de un persona
(MIL) vijandelijk vuur -- = responder al foco inimic, contrabatter
een belediging met stilzwijgen -- = responder a un insulto con silentio, ignorar un offensa
een bezoek -- = retornar un visita
2 (geheel overeenkomen met) (cor)responder (a), esser conforme (a/con), concordar (con)
aan een beschrijving -- = corresponder a un description
aan alle eisen -- = reunir tote le conditiones exigite, responder a tote le requisitos
niet -- aan = faller


beantwoorder ZN

1 (telefoon) responditor automatic


beantwoording ZN

1 responsa


beantwoordingsapparaat ZN

1 Zie: beantwoorder


bearbeiden WW

1 laborar, travaliar
hout/steen -- = laborar/travaliar ligno/petra


beargumenteren WW

1 arguer, argumentar, rationar


beassen WW

1 coperir de cineres


beat ZN

1 (MUZ) beat (E)


beatconcert ZN

1 concerto beat (E)


beatgeneration ZN

1 generation beat (E)


beatgroep ZN

1 gruppo beat (E)


beatificatie ZN

1 beatification


beatificeren WW

1 beatificar


beatmuziek ZN

1 musica beat (E)


beatnik ZN

1 beatnik (E)


Beaufortschaal ZN

1 scala de Beaufort


beaujolais ZN

1 beaujolais (F)


beauty ZN

1
een -- van een doelpunt = un goal (E) magnific


beautycase ZN

1 beautycase (E)


beazen WW

1 escar


bebakenen WW

1 (SCHEEP) poner boias
2 (bakenstokken plaatsen) poner jalones, marcar per jalones


bebakening ZN

1 (het plaatsen van bakenstokken) jalonamento, (met boeien) boiage
2 (bakenstokken) jalones, (boeien) boias


bebladerd, beblaard BN

1 foliate, coperte de folios


bebladeren WW

1 coperir de folios


bebloed BN

1 insanguinate, sanguinolente, coperte/coperite de sanguine


bebloeden WW

1 insanguinar, coperir de sanguine


bebloemd BN

1 coperte/coperite de flores


bebloemen WW

1 coperir de flores


beboetbaar BN

1 mulctabile


beboetbaarheid ZN

1 mulctabilitate


beboeten WW

1 mulctar, infliger/imponer un mulcta, condemnar a un mulcta
beboet worden = incurrer un mulcta


beboeting ZN

1 infliction de un mulcta, condemnation a un mulcta


beboomd BN

1 coperte/plantate de arbores, con multe arbores


beboorden WW

1 bordar


bebop ZN

1 bebop (E)


bebopgroep ZN

1 gruppo de bebop (E)


bebophaar ZN

1 pectinatura bebop (E)


bebopkapsel ZN

1 pectinatura bebop (E)


bebopplaat ZN

1 disco bebop (E)


bebopstijl ZN

1 stilo bebop (E)


beborstweren WW

1 circumferer/coperir de parapettos


bebossen WW

1 forestar, coperir de (juvene) arbores, plantar boscos
beboste streek = region/area forestate


bebossing ZN

1 (handeling) plantation de boscos, (resultaat) foreste(s), bosco(s)


bebost BN

1 forestate, boscose, silvan, silvose


beboteren WW

1 unctar/coperir de butyro, butyrar


bebouting ZN

1 (van een machine, stoomketel, etc.) tote le bulones


bebouwbaar BN

1 (geschikt om bebouwd te worden) cultivabile, arabile
2 (geschikt om erop te bouwen) apte pro constructiones, edificabile


bebouwd BN

1 (met gewassen beplant) cultivate, plantate
2 (met huizen, etc. bezet) coperite/coperte de casas/edificios/constructiones
--e kom = centro del village


bebouwen WW

1 (met gewassen beplanten) cultivar
de grond -- = cultivar le terra
2 (met gebouwen bezetten) coperir de/construer constructiones/edificios/casas


bebouwing ZN

1 (verbouw) cultura, cultivation
2 (met huizen, etc.) construction
stedelijke -- = zona urban


bebouwingsdichtheid ZN

1 numero de casas per hectar


bebrild BN

1 con berillos


bebroeden WW

1 incubar
het -- = incubation
eieren -- = incubar ovos


bebroeding ZN

1 incubation


béchamelsaus ZN

1 sauce (F) de bechamel


Bechterew ZN EIGN

1 Bechterew
ziekte van -- = maladia de Bechterew


becijferen WW

1 (door rekenen uitmaken) calcular, (schatten) estimar
het -- = calculo, calculation, (het schatten) estimation
de schade valt niet te -- = il es impossibile de calcular le damnos
2 (door cijfers aanwijzen) cifrar, numerar
3 (MUZ) cifrar
becijferde bas = basso cifrate


becijfering ZN

1 (berekening) calculo, calculation, (schatting) estimation
2 (het aangeven dmv cijfers) numeration, (van pagina's) pagination


becommentariëren ZN

1 provider de commentarios, commentar, dar commentarios de


becommentariëring ZN

1 commentario, commentos


beconcurreren WW

1 facer concurrentia con, concurrer con, competer con, esser in competition con
de banken beconcurreren elkaar scherp = il ha un competition violente inter le bancas


becquerel ZN

1 becquerel


becquerelstraling ZN

1 radiation/radioactivitate Becquerel


bed ZN

1 (slaapplaats) lecto
hard -- = lecto dur
hemel van -- = celo de lecto
het -- houden = guardar le lecto, allectar
in -- liggen = esser in le lecto, esser allectate
het -- opmaken = facer le lecto
het -- afhalen = disfacer le lecto
het -- van het bed = le disfacta del lecto
naar -- gaan = ir al lecto, allectar se
in zijn -- blijven liggen = remaner/restar in su lecto
iemand van zijn -- lichten = arrestar un persona in le nocte
zijn --je is gespreid = ille ha un futuro assecurate, on ha pensate a su futuro
scheiding van tafel en -- = separation de corpore e benes
dat is ver van mijn -- = le cosa non me reguarda
hij staat er mee op en hij gaat er mee naar -- = ille pensa a illo del matino al vespere
2 (onderlaag van een weg) lecto
3 (bedding van rivier) lecto
4 (in tuin) quadro, quadrato, (bloembed) plattebanda
-- sla = quadro de salata
5
zalmmousse op een --je van sla = mousse (F) de salmon super un lecto de salata


bed(de)deken ZN

1 copertura de lecto


bedaagd BN

1 (niet jong meer) de etate/annos avantiate
2 (afgeleefd) decrepite


bedaagdheid ZN

1 etate avantiate


bedaard BN

1 calme, seren, placide, tranquille, quiete, phlegmatic, ponderate
iemand -- aanhoren = ascoltar un persona calmemente
-- optreden = ager calmemente


bedaardheid ZN

1 calma, placiditate, serenitate, tranquillitate, quietude, phlegma, ponderation
zijn -- verliezen = perder le calma


bedacht BN

1 (van plan) habente le intention (de)
op eigen voordeel -- zijn = cercar su proprie beneficio/avantage
2 (voorbereid) preste (a), preparate (a)
hij is op alles -- = ille es preparate a toto, ille lassa nihil al hasardo, ille pensa a toto, ille es preparate a omne eventualitate
wees er op -- dat = non oblida que
3 (verzonnen) fictive, ficticie, imaginari
-- verhaal = historia ficticie


bedachtzaam BN

1 (omzichtig) circumspecte, caute, avisate, considerate, prudente, reflexive
-- antwoord = responsa caute
heel -- te werk gaan = ager con grande cautela/circumspection
2 (weloverwogen) deliberate, ben ponderate, ben premeditate


bedachtzaamheid ZN

1 (omzichtigheid) circumspection, precaution, cautela, prudentia
met uiterste -- = con extreme cautela
2 (weloverwogenheid) deliberation, ponderation


bedaking ZN

1 (dak) tecto
het huis is op de -- na klaar = le casa es preste al exception del tecto


bedakken WW

1 coperir de un tecto


bedammen ZN

1 Zie: bedijken


bedamming ZN

1 construction de un dica, clausura con un dica


bedampen WW

1 coperir de vapores


bedankbrief ZN

1 (waarin men zijn dank betuigt) littera de regratiamento/de gratitude/de recognoscentia
2 (waarin men iets afwijst) littera de refusa


bedanken WW

1 (zijn dank betuigen) regratiar
2 (niet aannemen) declinar, non acceptar, refusar, rejectar
voor een kandidatuur -- = declinar un candidatura
voor de eer -- = declinar/refusar le honor
3 (ontslaan) dimitter, congedar
4 (zijn lidmaatschap opzeggen) dar su dimission, retirar se
als lid van de partij -- = abandonar le partito
5 (opzeggen) disdicer, cancellar, annullar
voor een abonnement -- = disdicer un abonamento
-- voor een tijdschrift = disabonar se a un revista, cancellar/annullar le subscription a un revista


bedanking ZN

1 (ontslag) congedo, dimission
2 (weigering) refusa


bedankje ZN

1 (dankbetuiging) regratiamento, (brief) littera de regratiamento, (dankwoord) parolas de regratiamento
2 (beleefde weigering) refusa gentil


bedankt! TW

1 gratias!
reuze/hartelijk --! = mille gratias!


bedaren WW

1 (tot bedaren komen) calmar se, appaciar se, placar se, tranquillisar se
2 (tot bedaren brengen) calmar, appaciar, placar, tranquillisar


bedaring ZN

1 appaciamento
tot -- brengen = calmar, appaciar, placar, tranquillisar


bedauwen WW

1 molliar/coperir de rore/ros, irrorar
bedauwde dageraad = alba irrorate


bedauwing ZN

1 irroration


bedbank ZN

1 sofa lecto, divan lecto


beddeken ZN

1 copertura de lecto


beddencapaciteit ZN

1 capacitate de lectos


beddenfles ZN

1 Zie: beddenkruik


beddengaanstijd ZN

1 Zie: bedtijd


beddengoed ZN

1 pannos de lecto, drappos e coperturas de lecto
het -- afhalen = disfacer le lecto


beddenkleedje ZN

1 tapete de lecto


beddenkruik ZN

1 bottilia de lecto


beddenkussen ZN

1 cossino de lecto


beddenlaken ZN

1 drappo de lecto


beddenlinnen ZN

1 lino de lecto


beddenmaker ZN

1 facitor de lectos


beddenpan ZN

1 (ondersteek) bassino hygienic, urinal
2 (beddenwarmer) calefacelecto


beddenpisser ZN

1 infante qui urina in le lecto, (FAM) pissa-in-lecto, (MED) enuretico


beddenplank ZN

1 Zie: bedplank


beddensprei ZN

1 coperilecto


beddentijk ZN

1 tela de matras


beddenveren ZN MV

1 plumas de lecto


beddenwarmer ZN

1 calefacelecto


beddenwinkel ZN

1 magazin de lectos


bedding ZN

1 (van een rivier) lecto
(FIG) iets in goede -- leiden = ducer un cosa in le bon direction
2 (onderlaag voor zware dingen) supporto, fundation, platteforma
3 (laag erts) jacimento (de mineral)


beddingerosie ZN

1 erosion de lecto


bede ZN

1 (bede tot God) prece, precaria
2 (verzoek) requesta, petition, demanda
-- om hulp = petition de adjuta
3 (smeekbede) imploration, supplication


bededag ZN

1 Zie: biddag


bedeelde ZN

1 povre/paupere assistite, assistito


bedeesd BN

1 timide, verecunde, pudente, vergoniose
--e stem = voce timide


bedeesdheid ZN

1 timiditate, verecundia


bedegang ZN

1 Zie: bedevaart


bedehuis ZN

1 loco de oration, casa/loco de precaria, ecclesia, templo


bedekken WW

1 (aan het oog onttrekken) coperir, mascar, dissimular, teger, occultar
zijn naaktheid -- = coperir su nuditate
bloemen bedekten het graf = flores coperiva le tumba
bedek de zuurkool met een paar plakken ham = coperi le sauerkraut (D) con alicun trenchos {sj} de gambon
weer/opnieuw -- = recoperir
met as -- = cinerar
2 (ASTRON) (eclipseren) eclipsar, occultar
3 (bekleden) revestir


bedekking ZN

1 (dek) copertura, coperta
de -- nemen van = discoperir
2 (bekleding) revestimento
3 (verhulling) occultation
4 (ASTRON) eclipse (-ipsis), occultation


bedekkingsgraad ZN

1 (ASTRON) grado de occultation


bedeklokje ZN

1 angelus


bedeksel ZN

1 lo que coperi, copertura


bedekt BN

1 (niet open) coperte, velate
--e lucht/hemel = celo coperte/velate
half -- = semicoperte
2 (verborgen) secrete, coperte, occulte, velate
--e weg = cammino coperte
--e batterij = batteria blindate
--e toespeling = allusion velate
een --e toespeling op iets maken = alluder velatemente a un cosa
in --e termen = con parolas coperte/occulte, con allusiones/in terminos velate, vagemente
3 (indirect) indirecte
--e kritiek = critica indirecte
-- aangeven = subintender


bedektbloeiend BN

1 cryptogame, acotyledone
--e plant = cryptogamo


bedektelijk BW

1 copertemente, velatemente, secretemente, clandestinmente
-- te kennen geven = insinuar


bedektkieuwigen ZN MV

1 tectibranchiates


bedektzadig BN

1 angiosperme
--e plant = angiosperma


bedektzadigen ZN MV

1 angiospermas


bedelaar ZN

1 mendico, mendicante
uitgehongerde -- = mendicante famelic
tot een -- maken = reducer al mendicitate


bedelaarachtig BN

1 mendic


bedelaarsgespuis ZN

1 canalia de mendicos/mendicantes


bedelaarsgesticht ZN

1 asylo pro mendicos/mendicantes


bedelaarsgezin ZN

1 familia de mendicos/mendicantes


bedelaarskind ZN

1 infante de mendico/mendicante


bedelaarskolonie ZN

1 colonia de mendicos/de mendicantes


bedelaarsplunje ZN

1 vestimentos de mendico/mendicante


bedelaarsvolk ZN

1 Zie: bedelvolk


bedelachtig BN

1 mendic


bedelares ZN

1 mendica, mendicanta


bedelarij ZN

1 mendication, mendicitate


bedelarm BN

1 multo povre/paupere, povrissime, pauperissime


bedelarmband ZN

1 bracialetto con medalias


bedelbrief ZN

1 littera pro peter un succurso, littera mendicante/de mendication, littera petente pecunia, supplica


bedelbroeder ZN

1 Zie: bedelmonnik


bedelbrood ZN

1 pan mendicate/de caritate
het -- eten = viver de almosnas


bedelen WW

1 mendicar
het -- = mendication


bedelen WW

1 (voorzien) provider, dotar
ruim bedeeld met aardse goederen = largemente providite de benes terrestre, opulente
hij is rijk bedeeld = ille es multo ben dotate
iemand ruim -- = dar generosemente a un persona, dotar un persona generosemente
2 (bijstand verlenen) assister, succurrer


bedelend BN

1 mendic, mendicante


bedeling ZN

1 beneficentia public, caritate
in de -- zijn = viver del beneficentia
ik ben niet van de -- = io non es un instituto caritabile/de caritate


bedeljongen ZN

1 juvene mendico/mendicante


bedelkind ZN

1 (kind dat bedelt) infante mendicante/qui mendica
2 (kind uit bedelaarsgezin) infante mendico/mendicante


bedelkruid ZN

1 clematis


bedelman ZN

1 Zie: bedelaar


bedelmonnik ZN

1 monacho/fratre mendicante


bedelnap ZN

1 cuppella de mendico/mendicante


bedelnon ZN

1 monacha mendicante


bedelorde ZN

1 ordine mendicante


bedelstaf ZN

1 baston de mendico/de mendicante
iemand tot de -- brengen = reducer un persona al mendicitate/al miseria/al fame/al indigentia/al povressa/al paupertate, ruinar un persona


bedelstand ZN

1 mendicitate


bedeltroep ZN

1 truppa de mendicos/mendicantes


bedelven WW

1 coperir (de terra/de roccas, etc.), interrar
bedolven worden = esser interrate
iemand onder complimenten -- = coperir un persona de complimentos


bedelving ZN

1 interramento


bedelvolk ZN

1 mendicos, mendicantes, gente mendicante


bedelvrouw ZN

1 Zie: bedelares


bedelzak ZN

1 sacco de mendico/de mendicante


bedenk ZN

1 reflexion, consideration
iemand iets in -- geven = submitter un cosa a un persona, proponer/suggerer un cosa a un persona


bedenkdag ZN

1 die necessari pro reflecter


bedenkelijk BN

1 (ongerustheid uitdrukkend) inquietante, grave, serie, spinose
--e situatie = situation inquietante
-- geval = caso serie
er -- uitzien = esser de mal augurio
2 (gevaarlijk) periculose, riscate, critic, precari
--e speculatie = speculation periculose
--e ziekte = maladia precari
3 (nadenken/twijfel uitdrukkend) dubitose, hesitante, incerte, indecise
een -- geval = un caso dubitose


bedenkelijkheid ZN

1 character inquietante/grave/critic, etc.


bedenken WW

1 (uitdenken) inventar, crear, imaginar, conciper, idear, excogitar
een uitvlucht -- = inventar un subterfugio/un pretexto, fabricar se un alibi
een raadsel -- = inventar un enigma
een oplossing -- = conciper un solution
een plan -- = forgiar un plano
in der haast -- = improvisar
ik heb iets leuks bedacht = un belle cosa me ha venite in mente
2 (beramen) arrangiar, ordir
3 (uitbroeden) elucubrar
4 (als geschenk doen toekomen aan) legar, lassar, facer donos/presentes a
iemand in zijn testament -- = legar un cosa a un persona per testamento
iemand met iets -- = lassar un cosa a un persona, regalar un persona
wij werden ruim bedacht = nos recipeva multe presentes
de kinderen met snoepgoed -- = dar cosas dulce al infantes
5 (denken over) reflecter, considerar
bedenk, wat de gevolgen zullen zijn! = reflecte al consequentias!
6
(nadenken over) zich -- = reflecter (a)
zonder mij te -- gaf ik toestemming = io ha date le permission sin reflecter
7
(aarzelen) zich -- = hesitar, vacillar
zonder zich een ogenblik te -- = sin vacillar un sol momento
8
(van mening veranderen) zich -- = cambiar idea


bedenker ZN

1 inventor, creator, excogitator


bedenking ZN

1 (bezwaar) objection, (aarzeling) hesitation, (twijfel) dubita, reserva
tegen iets --en hebben = haber/opponer objectiones contra un cosa
2 (het bedenken) consideration
iets in -- geven = dar un cosa in consideration
in -- houden = guardar in consideration, considerar


bedenksel ZN

1 (idee) idea
2 (verdichtsel) invention, fiction, excogitation, fabula
3 (uitbroedsel) elucubration


bedenktijd ZN

1 tempore/margine de reflexion/pro reflecter
-- geven = accordar tempore pro reflecter
hij heeft drie dagen -- gekregen = on le ha date tres dies pro reflecter


bederf ZN

1 (verrotting) putrefaction, putrescentia, alteration, corruption, decomposition, infection, maladia, vitiation, deterioration
-- van het vlees = corruption del carne
onderhevig aan/vatbaar voor -- = corruptibile, putrescibile, vitiabile, deteriorabile
vatbaarheid voor -- = putrescibilitate
niet aan -- onderhevig = imputrescibile, incorruptibile
het niet onderhevig zijn aan -- = imputrescibilitate, incorruptibilitate
2 (zedelijk bederf) corruption, decomposition, gangrena, degeneration, degenerescentia, decadentia, derogation, perversion, pervertimento


bederfaanbrengend BN

1 septic, infectiose


bederfelijk BN

1 deteriorabile, corruptibile, peribile, putrescibile
-- produkt = producto deteriorabile


bederfelijkheid ZN

1 putrescibilitate, corruptibilitate


bederfwerend BN

1 preservative, antiseptic, antiputride
--e watten = watta antiseptic


bederfzwam ZN

1 germine de putrefaction


bederven WW

1 (tot bederf doen overgaan) deteriorar, alterar, corrumper, decomponer, putrefacer, vitiar
het -- = deterioration, alteration, corruption, putrefaction, vitiation
de warmte bederft het vlees = le calor altera/corrumpe/decompone le carne
2 (zedelijk bederven) corrumper, depravar, perverter, vitiar, gangrenar
het -- = corruption, depravation, pervertimento
de zeden -- = depravar/corrumper le mores
de smaak -- = depravar/corrumper/perverter le gusto
de jeugd -- = perverter le juventute
3 (defect maken) guastar, deteriorar, demolir, avariar
de markt -- = guastar le mercato
4 infectar
de lucht -- = infectar le aere


bedervend BN

1 putrefacte, putrescente, putride


bederver ZN

1 guastator, depravator, corruptor


bederving ZN

1 Zie: bederf


bedestond ZN

1 hora de precarias


bedevaarder ZN

1 Zie: bedevaartganger


bedevaart ZN

1 pelegrinage, peregrination
ter -- gaan = pelegrinar, peregrinar


bedevaartganger ZN

1 peregrino, pelegrino


bedevaartkapel ZN

1 cappella de pelegrinage/de peregrination


bedevaartkerk ZN

1 ecclesia de pelegrinage/de peregrination


bedevaartplaats ZN

1 Zie: bedevaartoord


bedevaartsoord ZN

1 loco de pelegrinage/de peregrination


bedgang ZN

1 distantia inter duo lectos


bedgeheim ZN

1 secreto(s) del camera a dormir


bedgenoot ZN

1 companion de lecto


bedgordijn ZN

1 cortina de lecto


bedhemel ZN

1 celo/baldacchino de lecto


bedienaar ZN

1 (iemand die bedient) servitor
2 (REL) ministro
-- des Woords = ministro del Evangelio, (PROT) predicante, (R.K.) prestre
3
-- van begrafenissen = empleato del pompas funebre


bediend BN

1
(R.K.) hij is -- = ille ha recipite le (ultime) sacramentos


bediende ZN

1 (employé, beambte) empleato
2 (winkelbediende) commisso
3 attendente
4 (persoonlijke bediende) servitor, serviente, domestico, valletto, camerero
trouwe -- = servitor fidel


bedienen WW

1 (dienen, helpen) servir
klanten -- = servir clientes
zich -- van = servir se de, usar, emplear
zich van Interlingua -- = servir se de Interlingua
iemand op zijn wenken -- = servir un persona punctualmente, satisfacer tote le desiros/desiderios de un persona
--d personeel = personal de servicio
2 (mbt de horeca) servir
3 (zorg dragen voor) occupar se de
de telefoon -- = occupar se del telephono
4 (van gereedschap, apparaten, etc.) manear, actionar, operar, commandar, manipular, manovrar
een schakelbord -- = actionar un tabula de distribution
een installatie met de hand -- = actionar un apparato a mano
de wissels -- = manovrar le agulias
eenvoudig te -- = de un maneamento simple
een apparaat -- = manear un apparato
iemand die apparaten, etc. bedient = operator
5 (R.K.) administrar le oleo sancte/le ultime unction/le ultime sacramentos


bediening ZN

1 (mbt de horeca) servicio
vlotte -- = servicio rapide
tien procent --(sgeld) = dece per cento de servicio
-- inbegrepen, inclusief -- = servicio includite/inclusive
2 (het doen functioneren) commando, maneamento, actionamento, manipulation, manovra
de -- van een apparaat = maneamento de un apparato
de -- van een sluis = le commando de un esclusa
de -- van een sein = le commando de un signal
3 (kerkelijke functie) ministerio, carga, officio
4 (R.K.) administration del oleo sancte/del ultime unction/del sacramentos


bedienings(vak)man ZN

1 manipulator


bedieningsbrug ZN

1 ponte de servicio


bedieningsfout ZN

1 error de commando/de maneamento


bedieningsgeld ZN

1 servicio
-- inbegrepen, inclusief -- = servicio includite/inclusive
exclusief -- = servicio excludite/exclusive


bedieningsgemak ZN

1 facilitate de maneamento, maneabilitate


bedieningshefboom ZN

1 levator de commando


bedieningsinrichting ZN

1 Zie: bedieningsinstallatie


bedieningsinstallatie ZN

1 installation/dispositivo de commando/de maneamento/de controlo


bedieningsknop ZN

1 button de commando/de maneamento/de controlo


bedieningsmachinist ZN

1 operator


bedieningsman ZN

1 operator


bedieningsmechanisme ZN

1 mechanismo de commando/de maneamento/de manovra


bedieningspaneel ZN

1 pannello/tabula de commando/de maneamento/de controlo, consola


bedieningsplaats ZN

1 Zie: bedieningspost


bedieningspost ZN

1 posto de commando/maneamento/controlo


bedieningsvoorschriften ZN MV

1 instructiones de commando/de maneamento


bedijken WW

1 circumferer de un dica, proteger per un dica, clauder con un dica
bedijkt gebied = terra circumferite de/protegite per un dica


bedijker ZN

1 persona qui claude per un dica


bedijking ZN

1 (het bedijken) construction de un dica
2 (bedijkt land) terra circumferite de/protegite per un dica, (polder) polder (N)
de Alblasserwaard is één van de oudste --en = le Alblasserwaard es un del plus ancian polders
3 (geheel van aangelegde dijken) insimul de dicas


bedilal ZN

1 Zie: bediller


bedilgeest ZN

1 Zie: bediller


bedillen WW

1 (zich teveel bemoeien) inmiscer se (troppo)
2 (aanmerkingen maken op) criticar, censurar


bediller ZN

1 (iemand die alles wil regelen) persona qui se inmisce (troppo)
2 (vitter) criticastro


bedilzucht ZN

1 tendentia a decider pro alteres


beding ZN

1 condition, clausula, stipulation
ontbindend -- = clausula resolutori
arbitraal -- = clausula de (submission a) arbitrage
onder -- van = sub/a condition de (+ inf.)


bedingen WW

1 stipular, conditionar
voorwaarden -- = stipular conditiones
bijzondere voordelen -- = stipular avantages particular
bedongen loon = salario stipulate


bedinging ZN

1 (het bepalen) stipulation
2 (wat bepaald is) stipulation, clausula, condition


bediscussiëren WW

1 discuter de, disserer de, dissertar de


bediscuteren WW

1 Zie: bediscussiëren


bedisputeren WW

1 disputar de


bedisselaar ZN

1 persona qui regula/qui arrangia


bedisselen WW

1 regular, arrangiar


bedisseling ZN

1 regulation, arrangiamento


bedjasje ZN

1 déshabillé (F), jachetta de lecto


bedkruik ZN

1 bottilia de aqua cal(i)de/de lecto, (elektrisch) calefacelecto electric


bedlampje ZN

1 parve lampa de lecto/de nocte


bedlectuur ZN

1 lectura que on lege in le lecto


bedlegerig BN

1 malade in lecto, confinate al lecto, allectate
-- zijn = guardar le lecto, esser allectate


Bedoeïn ZN

1 beduin


Bedoeïnenkamp ZN

1 campo de beduines


Bedoeïnenleger ZN

1 armea de beduines


Bedoeïnenstam ZN

1 tribo de beduines


Bedoeïnentent ZN

1 tenta de beduines


Bedoeïnenvolk ZN

1 populo de beduines


bedoeken WW

1
een schilderij -- = provider un pictura de un nove tela


bedoeld BN

1 in question, alludite
de --e persoon = le persona in question
goed -- = ben intentionate
het is goed -- = le intention es bon


bedoelen WW

1 (willen zeggen) voler dicer
2 (met een bedoeling doen) intender
het goed -- = facer/dicer un cosa con bon intention
het was goed bedoeld = le intention esseva bon
zo was het niet bedoeld = iste non esseva mi intention
stilzwijgend -- = subintender
3 (ten doel hebben, beogen) visar (a)
wat bedoelt uw komst? = qual es le objecto de vostre visita?
4 (trachten aan te duiden) alluder a, facer allusion a
het huis dat u bedoelt = le casa in question


bedoeling ZN

1 intention, intento, objecto, objectivo, motivo, fin, scopo, proposito, tenor
onzuivere --en = intentiones dishoneste
geheime -- = intention secrete
met goede --en = ben intentionate
met slechte/kwade --en = mal intentionate
met de beste --en = con le melior intentiones
zijn --en kenbaar maken = facer cognoscer su intentiones
de -- hebben = intender
wat is de --? = qual es le scopo?
iemands --en doorzien = discerner/penetrar le intentiones de un persona
dat was niet mijn -- = isto non esseva lo que io voleva facer, isto non esseva mi intention
2 (zin, strekking) senso, signification
je hebt de -- van dit artikel niet begrepen = tu non ha comprendite le senso de iste articulo
de -- van deze woorden = le senso de iste parolas


bedoen WW

1
zich -- = macular se, polluer se


bedoening ZN

1 (gedoe, drukte) agitation
2 (bedrijfje) parve interprisa, (boerderijtje) parve ferma, parve exploitation {plwa} agricole


bedolven BN

1 (bedekt) coperite (de), (begraven) interrate (sub)
die papieren lagen onder het stof -- = iste papiros se trovava sub un strato de pulvere


bedompt BN

1 irrespirabile
--e atmosfeer = atmosphera irrespirabile
2 mal aerate
--e kamer = camera mal aerate


bedomptheid ZN

1 manco/mancantia de aere fresc


bedonderd BN

1 (gek) folle, insan, lunetic, alienate
2 (beteuterd) perplexe
3 (verbaasd) surprendite, stupefacte


bedonderen WW

1 dupar, fraudar, defraudar, mystificar, deciper, illuder, deluder, captar
het -- = mystification, deludimento, captation


bedorven BN

1 (verrot) corrupte, vitiate, putrefacte, putride, putrite, deteriorate
-- lucht = aere vitiate
-- water = aqua putride
-- vlees = carne putrefacte/putride
-- kaas = caseo putrite
-- vis = pisces putrite
2 (zedelijk bedorven) corrupte, depravate


bedorvenheid ZN

1 putriditate


bedotten WW

1 Zie: bedriegen


bedotter ZN

1 mystificator, deceptor


bedotterij ZN

1 duperia, mystification, captation, deludimento, fumisteria


bedotting ZN

1 Zie: bedotterij


bedpeluw ZN

1 cossino del lecto


bedplank ZN

1 planca del lecto


bedplassen WW

1 urinar in le lecto, (FAM) facer pipi al lecto


bedplassen ZN

1 incontinentia de urina, enuresis


bedplasser ZN

1 infante qui urina in le lecto, (FAM) pissa-in-lecto, (MED) infante enuretic, enuretico


bedrading ZN

1 (voorziening met draden) systema de filos electric
2 (draden van een toestel) filos electric, circuito


bedrag ZN

1 summa, amonta
fabelachtig -- = summa fabulose
respectabel -- = summa/amonta respectabile/considerabile, forte summa de moneta
vast -- = summa fixe
ten --e van = de un amonta de
een -- afronden = (ar)rotundar un summa
over een zeker -- beschikken = haber un certe summa a su disposition, disponer de un certe summa


bedragen WW

1 esser
de afstand bedraagt 100 meter = le distantia es 100 metros
2 (van geld) amontar a
de verhuiskosten bedragen 1000 gulden = le expensas pro le cambio de casa amonta a mille florinos


bedrand ZN

1 bordo del lecto


bedreigd BN

1 menaciate
hij voelt zich -- = ille se senti menaciate


bedreigen WW

1 menaciar, (intimideren) intimidar
een land -- = menaciar un pais, esser/constituer un menacia a un pais
met boete -- = menaciar de mulcta
met de dood -- = menaciar de morte
het straf -- = menaciar de punition
een land -- = menaciar un pais, esser un menacia pro un pais
bedreigd worden door = esser sub le menacia de
dat lot bedreigt ons allen = iste fato pende super nos totes


bedreigend BN

1 menaciante, comminatori


bedreiger ZN

1 persona qui menacia


bedreiging ZN

1 menacia, (intimidatie) intimidation
onmiddellijke -- = menacia instante
voortdurende -- = menacia permanente
-- met de dood = menacia de morte
een ernstige -- vormen voor = constituer un grave menacia pro
onder -- met = sub menacia de
iets onder -- verkrijgen = obtener un cosa mediante menacias
de nationaal-socialistische politiek was een voortdurende -- voor de vrede = le politica nationalsocialista esseva un menacia constante pro le pace


bedremmeld BN

1 confuse, confundite, embarassate


bedremmeldheid ZN

1 confusion, embarasso


bedremmelen WW

1 confunder, embarassar


bedremmeling ZN

1 Zie: bedremmeldheid


bedreven BN

1 experte, experimentate, habile, dextere, dextre, versate
-- in het schermen = versate in le arte del scherma


bedrevenheid ZN

1 habilitate, dexteritate, experientia
grote -- = virtuositate


bedriegen WW

1 dupar, illuder, deluder, captar, mystificar, deciper, fraudar, defraudar, prestigiar
het -- = mystification, captation, deludimento
schijn bedriegt = le apparentias illude/es deceptive


bedrieger ZN

1 impostor, deceptor, fraudator, defraudator, charlatan (F), prestigiator
een -- ontmaskeren = dismascar un impostor


bedriegerij ZN

1 impostura, duperia, deception, fraude


bedrieglijk BN

1 deceptive, fraudulente, speciose, captiose
--e bankbreuk = bancarupta fraudulente
--e handelingen = actiones/activitates fraudulente
--e redenering = rationamento speciose
2 (leugenachtig) mendace
3 (misleidend) delusori, illusori, fallace
--e beloften = promissas illusori


bedrieglijkheid ZN

1 character fraudulente/illusori/fallace, fallacia, fraudulentia, speciositate, artificiositate
-- van een redenering = speciositate de un rationamento


bedrijf ZN

1 (werking) action, activitate, functionamento, marcha {sj}
in -- zijn = esser in action/in marcha/in functionamento, functionar
in -- stellen = mitter/poner in action/in functionamento/in marcha, connecter
buiten -- stellen = mitter/poner foris de action/de functionamento
buiten -- zijn = non functionar
2 (onderneming, zaak) interprisa, compania, exploitation {plwa}, industria, manufactura
middelgroot -- = interprisa median
marginaal -- = interprisa marginal
gemengd -- = interprisa mixte
renderend -- = interprisa rentabile
3 (beroepswerkzaamheid) mestiero, profession
4 (TONEEL) acto
het eerste -- = le prime acto
treurspel in vijf --en = tragedia in cinque actos
5
onder de --en door = in mesme tempore


bedrijfsaansprakelijkheid ZN

1 responsabilitate legal del interprisa


bedrijfsadministrateur ZN

1 administrator del interprisa/del compania


bedrijfsadministratie ZN

1 administration del interprisa/de interprisas/del compania/de companias


bedrijfsadviseur ZN

1 consiliero de interprisa(s)/compania(s)


bedrijfsanalyse ZN

1 analyse (-ysis) del interprisa/compania, studio del structura del interprisa/compania


bedrijfsapparatuur ZN

1 apparatura de interprisa/compania


bedrijfsarchief ZN

1 archivo del interprisa/compania


bedrijfsarchivaris ZN

1 archivista del interprisa/compania


bedrijfsarts ZN

1 medico del interprisa/compania


bedrijfsauto ZN

1 auto(mobile) del interprisa/compania, vehiculo commercial


bedrijfsbeëindiging ZN

1 clausura del interprisa/compania


bedrijfsbegroting ZN

1 budget (E) del interprisa/compania


bedrijfsbeheerder ZN

1 gerente del interprisa


bedrijfsbeleid ZN

1 Zie: bedrijfspolitiek


bedrijfsbeveiliging ZN

1 protection del interprisa


bedrijfsbezetting ZN

1 occupation de un interprisa/compania


bedrijfsbibiotheek ZN

1 bibliotheca del interprisa/compania


bedrijfsbibliothecaris ZN

1 bibliothecario del interprisa/compania


bedrijfsboekhouder ZN

1 contabile del interprisa/compania


bedrijfsboekhouding ZN

1 contabilitate del interprisa/compania


bedrijfsbond ZN

1 liga industrial


bedrijfsbos ZN

1 foreste de exploitation {plwa} industrial


bedrijfsbrandweer ZN

1 servicio de incendios del interprisa/compania


bedrijfschap ZN

1 syndicato
Bedrijfschap voor Siergewassen = Syndicato de Productores de Plantas Ornamental


bedrijfschef ZN

1 chef (F) del interprisa/compnaia


bedrijfscommissie ZN

1 commission del interprisa/compania


bedrijfsconcentratie ZN

1 concentration industrial/de interprisas/de companias


bedrijfscorrespondentie ZN

1 correspondentia commercial


bedrijfscursus ZN

1 curso del interprisa/compania


bedrijfsdoorlichting ZN

1 radiographia del interprisa/compania, analyse (-ysis) del interprisa/compania, studio del structura del interprisa/compania


bedrijfseconometrie ZN

1 econometria industrial/de interprisa/de compania


bedrijfseconomie ZN

1 economia industrial/de interprisa/de compania


bedrijfseconomisch BN

1 relative al economia industrial/de interprisa/de compania


bedrijfseconoom ZN

1 economista industrial/de interprisa/de compania


bedrijfservaring ZN

1 experientia in le practica de un interprisa/compania


bedrijfsfusie ZN

1 fusion de interprisas


bedrijfsgebouw ZN

1 edificio del interprisa/compania


bedrijfsgeheim ZN

1 secreto del interprisa/compania


bedrijfsgeneeskundige ZN

1 Zie: bedrijfsarts


bedrijfshoofd ZN

1 chef (F) de interprisa/compania


bedrijfshuishoudkunde ZN

1 economia industrial/de interprisa/de compania


bedrijfsinkomsten ZN MV

1 receptas de un interprisa/compania


bedrijfsinstallatie ZN

1 installation industrial/technic


bedrijfsinvestering ZN

1 investimento in le interprisa/compania


bedrijfsjaar ZN

1 anno de exercitio


bedrijfskader ZN

1 quadro del interprisa/compania


bedrijfskapitaal ZN

1 capital de exploitation {plwa}


bedrijfsklaar BN

1 operational, preste al empleo/pro le servicio


bedrijfskleding ZN

1 vestimentos de labor/de travalio


bedrijfskosten ZN MV

1 costos/expensas de exploitation {plwa}


bedrijfskunde ZN

1 management (E)


bedrijfskundig BN

1 relative al management (E)


bedrijfslaboratorium ZN

1 laboratorio del interprisa/compania


bedrijfsleer ZN

1 management (E)


bedrijfsleider ZN

1 gerente/chef (F)/superintendente/director de interprisa/compania


bedrijfsleiding ZN

1 direction/gerentia del interprisa/compania


bedrijfsleven ZN

1 industria e commercio, vita economic
in het -- gaan = dedicar se al mundo del interprisa


bedrijfsmanagement ZN

1 gestion industrial, gestion/organisation del interprisa/compania, management (E)


bedrijfsmateriaal ZN

1 material de exploitation {plwa}


bedrijfsmiddelen ZN MV

1 fundos, capital disponibile/investite
2 medios de production/de exploitation {plwa}


bedrijfsnaam ZN

1 nomine del interprisa/compania


bedrijfsonderdeel ZN

1 parte del interprisa/compania


bedrijfsongeval ZN

1 accidente de labor/de travalio


bedrijfsontvangsten ZN MV

1 receptas del interprisa/compania


bedrijfsoppervlakte ZN

1 superfacie de exploitation {plwa}


bedrijfsorganisatie ZN

1 organisation del interprisa/compania


bedrijfspand ZN

1 Zie: bedrijfsgebouw


bedrijfspensioen ZN

1 pension del interprisa/compania


bedrijfspensioenfonds ZN

1 fundo del pension del interprisa/compania


bedrijfspersoneel ZN

1 personal (del interprisa/compania), mano de obra


bedrijfsplan ZN

1 plano de exploitation {plwa}, planning (E)


bedrijfspolitiek ZN

1 politica de gestion/de exploitation {plwa}, strategia de management (E)


bedrijfspsychologie ZN

1 psychologia industrial/del labor/del travalio


bedrijfspsychologisch BN

1 relative al psychologia industrial/del labor/del travalio


bedrijfspsycholoog ZN

1 psychologo del interprisa/compania


bedrijfsraad ZN

1 consilio/committee (E) del interprisa/compania


bedrijfsresultaten ZN MV

1 resultatos economic/de exploitation {plwa}


bedrijfsrisico ZN

1 risco del interprisa/compania


bedrijfsruimte ZN

1 loco de exploitation {plwa}, local commercial/professional


bedrijfssanering ZN

1 reorganisation del interprisa/compania


bedrijfsschade ZN

1 damnos de exploitation {plwa}


bedrijfssector ZN

1 sector/branca industrial, (LANDB) sector/branca de agricultura


bedrijfssluiting ZN

1 clausura de un interprisa/compania


bedrijfssociologie ZN

1 sociologia industrial/del labor/del travalio


bedrijfsspion ZN

1 spion industrial


bedrijfsspionage ZN

1 spionage industrial


bedrijfsstoornis ZN

1 Zie: bedrijfsstoring


bedrijfsstoring ZN

1 panna, functionamento defectuose, mal functionamento


bedrijfsstructuur ZN

1 structura del interprisa/compania


bedrijfstak ZN

1 sector/branca industrial


bedrijfstechnicus ZN

1 technico del interprisa/compania


bedrijfsterrein ZN

1 terreno del interprisa/compania


bedrijfsuitkomsten ZN MV

1 resultatos de exploitation {plwa}


bedrijfsveiligheid ZN

1 securitate del labor/del travalio


bedrijfsvergunning ZN

1 permisso de fundar un interprisa/compania


bedrijfsvoering ZN

1 gestion industrial, organisation/gestion/gerentia/direction del interprisa/compania, management (E)
zelfstandige -- = gestion autonome


bedrijfsvoetbal ZN

1 football (E) inter interprisas/companias


bedrijfsvoorlichter ZN

1 informator de un interprisa/compania


bedrijfsvoorraad ZN

1 stock (E) del interprisa


bedrijfsvorm ZN

1 forma del interprisa/compania


bedrijfswagen ZN

1 Zie: bedrijfsauto


bedrijfswinkel ZN

1 magazin del interprisa/compania


bedrijfswinst ZN

1 profito del interprisa/compania


bedrijfszeker BN

1 secur


bedrijfszekerheid ZN

1 securitate de exploitation {plwa}/de functionamento/de empleo


bedrijfszetel ZN

1 sede del interprisa/compania


bedrijven WW

1 facer, practicar, exercer, complir
struisvogelpolitiek -- = facer/practicar le politica de avestruthio
liefdadigheid -- = facer/practicar le caritate
afgoderij -- = practicar le idolatria
de liefde -- = facer le amor
kusthandel -- = cabotar
2 (plegen) facer, perpetrar, committer
het -- = perpetration
kwaad -- = facer mal
een misdaad -- = perpetrar/committer un crimine
zonde -- = committer le peccato, peccar


bedrijven

1
onder de -- door = inter un cosa e le altere


bedrijvencombinatie ZN

1 combination de interprisas


bedrijvend BN

1 (TAAL) active
--e vorm = forma/voce active


bedrijvenpark ZN

1 parco/terreno de interprisas/companias


bedrijventerrein ZN

1 Zie: bedrijvenpark


bedrijver ZN

1 (dader) autor, perpetrator
-- van een misdaad = autor/perpetrator de un crimine
de -- van het kwaad = le autor/perpetrator del mal, le malfactor


bedrijvig BN

1 (werkzaam) diligente, active, dynamic, (hard werkend) industriose, laboriose
een -- type = un typo active/dynamic/industriose
-- leven = vita active/laboriose
--e stad = urbe laboriose
2 (druk, levendig) active, vive, animate
-- kind = infante active
--e stad = urbe animate


bedrijvigheid ZN

1 (het werkzaam zijn) activitate, action, laboriositate, diligentia
koortsachtige/gonzende -- = activitate febril
-- in de lucht = activitate aeree
2 (drukte, levendigheid) activitate, animation
economische -- = activitate economic
koortsachtige -- = activitate febril


bedrinken BN

1
zich -- = inebriar se


bedroefd BN

1 triste, attristate, affligite
-- maken = attristar, affliger, contristar
diep -- = desolate, disconsolate
diep -- zijn = desolar


bedroefdheid ZN

1 tristessa, affliction, pena
diepe -- = affliction profunde, desolation


bedroeven WW

1 (bedroefd maken) affliger, attristar, penar
zeer -- = desolar, contristar


bedroevend BN

1 (droefheid wekkend) affligente, attristante, desolante
-- nieuws = novas attristante
-- schouwspel = scena affligente, spectaculo desolante
2 (armzalig) lamentabile, miserabile, triste
--e resultaten = resultatos lamentabile
3 (slecht) mal
-- slecht = multo mal


bedroeving ZN

1 affliction, tristessa, desolation


bedrog ZN

1 (bedriegerij) duperia, impostura, fraude, defraudation, deception, delusion, fallacia
-- plegen = dupar, fraudar, defraudar, deciper, deluder
2 (JUR) subreption, surreption
door -- verkregen = subrepticie, surrepticie
3 (bedrieglijke voorstelling) illusion
optisch -- = illusion optic


bedrogen BN

1 dupate
2
-- echtgenoot = marito cornute


bedrogene ZN

1 dupe, dupato


bedroppelen WW

1 Zie: bedruipen-1


bedroppen WW

1 Zie: bedruipen-1


bedruipen WW

1 coperir gutta a gutta, asperger
met vet -- = asperger con grassia
2
zichzelf kunnen -- = esser capabile de pagar su proprie cosas


bedruiping ZN

1 aspersion


bedruiplepel ZN

1 coclear pro asperger


bedrukken WW

1 (door drukken bedekken) imprimer
een stof -- = imprimer un stoffa
bedrukt papier = papiro imprimite
2 (kwellen) tormentar


bedrukking ZN

1 impression


bedrukt BN

1 abattite, triste, affligite, deprimite


bedruktheid ZN

1 abattimento, tristessa, affliction


bedruppelen WW

1 Zie: bedruipen-1


bedruppen WW

1 Zie: bedruipen-1


bedrust ZN

1 reposo in lecto
tot -- dwingen = constringer al lecto, facer guardar le lecto, allectar
-- voorschrijven = prescriber reposo in lecto


bedscène ZN

1 scena erotic/de lecto


bedschakelaar ZN

1 commutator de lecto


bedscherm ZN

1 paravento


bedsok ZN

1 calcetta de lecto


bedsprei ZN

1 coperilecto


bedstee, bedstede ZN

1 lecto-armario, alcova


bedsteedeur ZN

1 porta del lecto-armario/alcova


bedsteegordijn ZN

1 cortina del lecto-armario/alcova


bedsteetrap ZN

1 scala del lecto-armario/alcova


bedstel ZN

1 matras e cossinos


bedstro ZN

1 palea de lecto
2 (PLANTK) asperula


bedtijd ZN

1 hora de dormir, tempore pro le lecto, tempore/hora de ir al lecto


beducht BN

1 apprehensive, pavorose
-- zijn voor iets/voor iemand = timer un cosa/un persona


beduchten WW

1 timer, apprehender
dat is/staat te -- = isto es a timer/apprehender


beduchtheid ZN

1 timor, pavor, apprehension, apprehensibilitate


beduiden WW

1 (aanwijzen) indicar, designar, denotar
2 (betekenen) significar, voler dicer
een hart beduidt liefde = un corde significa amor
wat heeft dat te --? = que significa isto?
3 (gebaren) facer signo de
4 (betekenis hebben) haber importantia, haber valor
deze zaak heeft weinig te -- = iste cosa es de pauc/poc importantia
5 (aan het verstand brengen) explicar, facer comprender, dar a intender
6 (voorspellen) presagir, predicer, augurar, annunciar, portender


beduidend BN

1 importante, considerabile, significante
--e verliezen = perditas considerabile
--e som = summa importante
het gaat -- beter = il va multo/considerabilemente melio


beduidenis ZN

1 signification


beduimeld BN

1 maculate per le digitos
een -- boek = un libro maculate per le digitos


beduimelen WW

1 macular per/con le digitos


beduimeling ZN

1 maculation per/con le digitos


beduusd BN

1 confuse, disconcertate
-- zijn/staan = esser confuse


beduusdheid ZN

1 confusion, disconcertamento


beduveld BN

1 (verbluft) stupefacte, disconcertate, perplexe, confuse
2 Zie: beduvelen


beduvelen WW

1 dupar, mystificar


bedverpleging ZN

1 tractamento in lecto


bedvriend ZN

1 amico/companion de lecto


bedwang ZN

1 controlo
in -- houden = tener sub controlo, controlar, continer, dominar, retener, reprimer, constringer


bedwants ZN

1 cimice


bedwateraar ZN

1 Zie: bedplasser


bedwateren WW

1 urinar in le lecto, suffrer de enuresis (nocturne)
het -- = enuresis, incontinentia de urina
aan -- lijdend = enuretic


bedwelmen WW

1 esturdir, stupefacer, narcotisar
het -- = esturdimento, stupefaction, narcotisation
2 (FIG) inebriar
zich -- = inebriar se


bedwelmend BN

1 stupefactive, stupefaciente, hypnotic, anesthetic, narcotic, (dronken makend) inebriante
-- middel = stupefaciente, hypnotico, narcotico


bedwelming ZN

1 (handeling) stupefaction, esturdimento, narcotisation
2 anesthesia, narcose (-osis)
3 (bedwelmingsstoestand) narcotismo, stupor


bedwelmingsmiddel ZN

1 narcotico, stupefaciente, droga


bedwingbaar BN

1 reprimibile, repressibile, coercibile


bedwingbaarheid ZN

1 coercibilitate


bedwingen WW

1 (onderdrukken) subprimer, reprimer, comprimer, opprimer, submitter, subjugar, frenar, refrenar
een opstand -- = reprimer/comprimer un revolta/sedition
2 (in bedwang houden) continer, dominar, retener, constringer, controlar
zijn hartstochten -- = constringer su passiones
zijn ongerustheid -- = supprimer/continer su inquietude
3 (veroveren, innemen) conquirer, expugnar
een stad -- = expugnar un citate
4 (verslaan) batter, vincer
de vijand -- = batter/vincer le inimico


bedwinger ZN

1 (onderdrukker) repressor, oppressor, suppressor


bedwinging ZN

1 (onderdrukking) repression, oppression, suppression


bedzeil ZN

1 Zie: hospitaallinnen


beëdigd BN

1 jurate
--e verklaring = declaration jurate/sub juramento
-- taxateur = taxator jurate
-- vertaler/translateur = traductor/interprete jurate
-- getuige = teste jurate
--e getuigenis = testimonio jurate


beëdigen WW

1 (eed afnemen) facer prestar juramento, prender juramento
beëdigd worden = prestar juramento
2 (door een eed bekrachtigen) affirmar/confirmar/ratificar per (un) juramento


beëdiging ZN

1 (bekrachtiging door een eed) affirmation/confirmation/ratification per (un) juramento
2 (het afnemen van een eed) prestation de juramento


beëdigingsplechtigheid ZN

1 ceremonia de juramento


beefaal ZN

1 Zie: sidderaal


beefangst ZN

1 tremophobia


beefvis ZN

1 Zie: siddermeerval


beëindigbaar BN

1 terminabile


beëindigen WW

1 (een einde maken aan) finir, terminar, ultimar, concluder, clauder, clausurar, poner fin a, finalisar, (voltooien) completar
een werk -- = finalisar un labor/un travalio
een vriendschap -- = terminar un amicitate
een reis -- = finir un viage
een geschil -- = terminar un querela
een discussie -- = concluder un discussion
2 (dmv een overeenkomst tot een einde komen) regular, arrangiar, (afbreken) discontinuar
een abonnement -- = discontinuar/cancellar un subscription
de huur -- = stoppar le location


beëindiging ZN

1 fin, clausura, termination, ultimation, conclusion
2 expiration


beek ZN

1 rivo
een -- van tranen = un fluxo de lacrimas


beekafzetting ZN

1 formation sedimentari de rivo


beekbezinking ZN

1 Zie: beekafzetting


beekbodem ZN

1 fundo de rivo


beekdal ZN

1 valle de rivo


beekje ZN

1 rivetto
een glashelder -- = un rivetto limpidissime


beeknimf ZN

1 hyade


beekoever ZN

1 ripa de rivo


beekprik ZN

1 parve lampreda de riviera


beeld ZN

1 (driedimensionale af/uitbeelding) statua, sculptura
marmeren -- = statua de marmore
bronzen -- = statua de bronzo
wassen -- = figura de cera
een -- uithakken = sculper un sculptura
2 (tweedimensionale afbeelding) imagine, illustration
zich buiten -- afspelen = haber loco foras de imagine
in -- en geschrift = con texto e illustrationes
in -- komen = entrar in imagine
3 (voorstelling in de geest) imagine, idea, representation in le mente
zich een -- van iets vormen = formar se un imagine de alco
een -- schetsen = esbossar un imagine
een -- geven van = pinger
een vertekend -- geven = dar un idea deformate
-- oproepend = suggestive
4 (gelijkenis) imagine, similantia
5 (toonbeeld) modello
een -- van een hoed = un meravilia de cappello
6 (zinnebeeld) imagine, symbolo
7 vision
-- van de toekomst = vision del futuro
8 (FOTO, OPTICA) imagine
negatief -- = imagine negative
positief -- = imagine positive
latent -- = imagine latente
virtueel -- = imagine virtual
stereoscopisch -- = imagine stereoscopic/in relievo
25 --en per seconde = 25 imagines per secunda


beeldaanbidder ZN

1 Zie: beeldenaanbidder


beeldafstand ZN

1 (afstand tot het beeld) distantia inter le telespectator e le schermo, distantia del schermo
2 (mbt lenzen) distantia focal/del imagine


beeldband ZN

1 Zie: videoband


beeldbandopname ZN

1 registration super banda video


beeldbandopnemer ZN

1 Zie: videorecorder


beeldbepalend BN

1 que domina/determina le imagine


beeldbeschrijving ZN

1 iconographia


beeldbuis ZN

1 (elektronenstraalbuis) tubo cathodic/de imagine
2 (televisietoestel) televisor
de hele avond voor de -- zitten = passar tote le vespere/vespera ante le televisor


beeldcompositie ZN

1 composition del imagine


beeldcultuur ZN

1 cultura visual, civilisation del imagine


beelddiagonaal ZN

1 diagonal del imagine


beelddrager ZN

1 supporto de imagine(s)


beeldelement ZN

1 elemento de imagine


beeldelijk BN

1 metaphoric


beelden WW

1 figurar


beeldenaanbidder ZN

1 iconolatra


beeldenaar ZN

1 (op munt) effigie


beeldenbeschrijver ZN

1 iconographo


beeldenbeschrijving ZN

1 iconographia


beeldend BN

1 figurative, plastic
--e kunst = arte plastic/figurative
-- kunstenaar = artista plastic
Beroepsvereniging voor Beeldende Kunstenaars, B.B.K. = Syndicato de Professionales del Artes Plastic, S.P.A.P.
iets zeer -- omschrijven = describer un cosa con grande plasticitate
2 evocatori, evocative, expressive, suggestive
--e stijl = stilo evocatori
--e taal = linguage expressive/evocative/evocatori
het -- vermogen van een schrijver = le capacitate expressive de un autor/scriptor


beeldendienaar ZN

1 Zie: beeldenaanbidder


beeldendienst ZN

1 iconolatria


beeldenexpositie ZN

1 exposition/exhibition de sculpturas/de statuas


beeldengalerij ZN

1 galeria de sculpturas/de statuas


beeldengroep, beeldgroep ZN

1 gruppo sculptural/statuari


beeldenleer ZN

1 iconologia


beeldenpark ZN

1 parco de sculpturas/de statuas


beeldenpraal ZN

1 profusion de imagines/metaphoras


beeldenreeks ZN

1 serie de sculpturas
2 serie de imagines


beeldenrij ZN

1 Zie: beeldenreeks


beeldenrijk BN

1 ric/abundante in imagines/in metaphoras


beeldenrijkdom ZN

1 ricchessa/abundantia de imagines/de metaphoras


beeldenstorm(erij) ZN

1 iconoclasma, furia/furor iconoclastic


beeldenstormend BN

1 iconoclastic


beeldenstormer ZN

1 iconoclasta


beeldenstrijd ZN

1 (GESCH) controversia iconoclastic (byzantin)


beeldententoonstelling ZN

1 Zie: beeldenexpositie


beeldentuin ZN

1 jardin de sculpturas


beeldenvereerder ZN

1 iconolatra


beeldenverering ZN

1 iconolatria


beelderig BN

1 Zie: beeldig


beeldfeuilleton ZN

1 feuilleton (F)/roman(ce) serial in imagines


beeldformaat ZN

1 (FOTO) formato del imagine


beeldfrequentie ZN

1 videofrequentia


beeldgieter ZN

1 funditor de sculpturas, (van standbeelden) funditor de statuas


beeldgieterij ZN

1 fundition de sculpturas, (van standbeelden) fundition de statuas


beeldgrafiek ZN

1 graphico visual


beeldgroep ZN

1 Zie: beeldengroep


beeldherkenning ZN

1 identification de imagine


beeldhoek ZN

1 angulo optic


beeldhouwen WW

1 sculper
het -- = sculptura


beeldhouwer ZN

1 sculptor, (van standbeelden) statuario


Beeldhouwer ZN

1 (ASTRON) Sculptor


beeldhouwerij ZN

1 atelier (F)/studio de sculptor


beeldhouwersatelier ZN

1 Zie: beeldhouwerij


beeldhouwersbeitel ZN

1 cisello de sculptor


beeldhouwersleerling ZN

1 apprentisse de sculptor


beeldhouwerstekening ZN

1 designo de sculptor


beeldhouwerswerkplaats ZN

1 Zie: beeldhouwerij


beeldhouwkunst ZN

1 sculptura, arte sculptural
gotische -- = sculptura gothic
moderne -- = sculptura moderne
de -- betreffend = sculptural, sculpturesc
2 (van standbeelden) arte statuari, statuaria


beeldhouwster ZN

1 sculptrice


beeldhouwwerk ZN

1 (kunstwerk) sculptura
2 (versiering) relievo
halfverheven -- = basse-relievo
pilaren met -- = pilares con relievos


beeldig BN

1 belle, bellette, gratiose
een -- hoedje = un cappelletto gratiose


beeldinstelling ZN

1 adjustamento del imagine


beeldinversie ZN

1 inversion de imagine


beeldje ZN

1 figurina, statuetta
-- van jade = statuetta de jada


beeldkast ZN

1 posto/cabina de radar


beeldkromming ZN

1 (OPTICA) Zie: beeldveldkromming


beeldkwaliteit ZN

1 qualitate del imagine


beeldlijn ZN

1 linea del imagine


beeldmanipulatie ZN

1 manipulation del imagine
digitale -- = manipulation digital del imagine


beeldmateriaal ZN

1 material visual


beeldmerk ZN

1 marca figurative, logo(typo), emblema


beeldmontage ZN

1 montage (del film (E))


beeldmooi BN

1 Zie: beeldschoon


beeldomvormer ZN

1 convertitor de imagine


beeldopbouw ZN

1 composition del imagine


beeldoppervlakte ZN

1 superficie del imagine


beeldoverbrenging ZN

1 transmission de un imagine


beeldplaat ZN

1 disco video, videodisco


beeldprojectie ZN

1 projection de imagines


beeldpunt ZN

1 puncto de imagine


beeldradio ZN

1 phototelegraphia


beeldresolutie ZN

1 resolution de imagine


beeldrestauratie ZN

1 reatauration del imagine


beeldrijk BN

1 ric in imagines/metaphoras, metaphoric, figurate, figurative
--e stijl = stilo figurate
--e taal = linguage metaphoric


beeldrijkheid ZN

1 ricchessa in imagines/in metaphoras


beeldroman ZN

1 historia/conto in imagines


beeldruimte ZN

1 spatio del imagines


beeldscherm ZN

1 consola visual/de visualisation, display (E), schermo
-- van een computer = display de un computator/computer (E)


beeldschermtafel ZN

1 unitate de visualisation


beeldscherpte ZN

1 nitiditate/nettitate del imagine


beeldschoon BN

1 belle como un statua, bellissime


beeldschoonheid ZN

1 beltate sculptural


beeldschrift ZN

1 scriptura ideographic, ideographia, pictographia, scriptura pictographic


beeldsignaal ZN

1 signal video/de imagine


beeldsnijden WW

1 sculper in ligno
het -- = sculptura in ligno


beeldsnijder ZN

1 sculptor in ligno, xylographo, gravator in lignno


beeldsnijkunst ZN

1 sculptura in ligno, xylographia


beeldspraak ZN

1 (taalvorm) linguage figurate/figurative/metaphoric, metaphora
2 (beeld) imagine


beeldstatistiek ZN

1 statistica figurate


beeldsteken WW

1 Zie: beeldsnijden


beeldsynchroon BN

1 (ben) synchronisate


beeldtaal ZN

1 linguage in imagines
surrealistische -- = linguage surrealistic in imagines


beeldtechnicus ZN

1 technico del imagine


beeldteken ZN

1 ideogramma


beeldtelefoon ZN

1 videotelephono, videophono


beeldtelegrafie ZN

1 telephotographia, telecopia, phototelegraphia
toestel voor -- = telephoto


beeldveld ZN

1 campo visual, (FOTO) campo del imagine


beeldveldkromming ZN

1 curvatura de campo


beeldvenster ZN

1 display (E)


beeldverbetering ZN

1 (a)melioration de qualitate de imagine


beeldverhaal ZN

1 historia/conto in imagines


beeldverschuiving ZN

1 displaciamento de imagine


beeldverslag ZN

1 reportage filmate
2 Zie: televisiereportage


beeldversterker ZN

1 intensificator de imagine


beeldvervorming ZN

1 deformation del imagine


beeldverwerking ZN

1 (COMP) tractamento de imagines


beeldvlak ZN

1 plano focal/del imagine


beeldvorm ZN

1 forma del imagine


beeldvorming ZN

1 formation/creation de un imagine/de un reputation/de un idea
bijdragen aan een bepaalde -- = adjutar al formation de un certe imagine


beeldwerk ZN

1 sculptura, obra sculpite/de sculptura, ornamentos de sculptura


beeldwoordenboek ZN

1 dictionario in imagines


beeldzijde ZN

1 facie, obverso


beeldzoeker ZN

1 (FOTO) visor


beeldzuil ZN

1 pedestallo


beeltenis ZN

1 portrait (F), imagine
2 (op munt, etc.) effigie
in -- = in effigie


Beëlzebub

1 beelzebub
dat is een echte -- = ille es un ver demone


beemd ZN

1 prato, prateria, pastura


beemdboksbaard ZN

1 (PLANTK) tragopogon


beemdgras ZN

1 herba del prato, poa


beemdhaver ZN

1 avena pratense


beemdklaver ZN

1 trifolio pratense/agrari


beemdlangbloem ZN

1 festuca pratense


beemdooievaarsbek ZN

1 (PLANTK) geranio pratense


beemdvossestaart ZN

1 (PLANTK) alopecuro pratense


been ZN

1 (lichaamsdeel) gamba
houten -- = gamba de ligno
kromme --en = gambas curve
o-benen = gambas distorte/arcate
met o-benen = valge
met x-benen = var
dunne --en = gambas minute
met de staart tussen de --en = con le cauda inter le gambas
korte --en hebben = esser curte de gambas
de --en over elkaar leggen/slaan = cruciar le gambas
zijn --en laten ontharen/epileren = facer epilar se le gambas
een -- breken = fracturar se/rumper se un gamba
de --en strekken = exercitar le gambas
een -- in het graf hebben = haber un pede in le fossa
op de -- zijn = esser in pedes
op de -- blijven = tener se in pedes
met beide --en op de grond staan = haber le duo pedes super le terra
pijn in de --en = scelalgia
op eigen --en staan = volar per su proprie alas
een leger op de -- brengen = reunir/formar/levar/mobilisar un armea
(FIG) geen -- hebben om op te staan = non haber necun medio pro justificar se
ergens geen -- in zien = non haber scrupulos, non facer se scrupulos, non haber objectiones
2 (bot) osso
schuitvormig -- = osso navicular
door merg en -- = usque al medulla del ossos
dat gaat me door merg en -- = isto me finde le anima
een -- afknagen = roder un osso
in -- doen overgaan = ossificar
in -- overgaan, tot -- worden = ossificar se
de --deren nemen uit = disossar
versteend -- = osteolitho
3 (mbt voorwerp) branca
--en van een passer = brancas de un compasso
4 (WISK) latere
de --en van een driehoek = le lateres de un triangulo


beenaandoening ZN

1 maladia ossose


beenachtig BN

1 ossee, ossose, osteoide


beenader ZN

1 saphena


beenafsnijding ZN

1 osteotomia


beenafzetting ZN

1 Zie: beenamputatie


beenamputatie ZN

1 amputation del gamba


beenbedekking ZN

1 Zie: beenbekleding


beenbederf ZN

1 osteitis (septic), inflammation del ossos


beenbekleding ZN

1 gambiera, calcea


beenbeschermer ZN

1 protector del gamba, gambiera, (SPORT) guardagamba


beenbeschrijving ZN

1 osteologia


beenbeweging ZN

1 movimento del gamba


beenblok ZN

1 entrave


beenboor ZN

1 trepano


beenbrand ZN

1 inflammation del osso


beenbreek ZN

1 (PLANTK) narthecio


beenbreuk ZN

1 fractura de un gamba
2 (botbreuk) fractura/ruptura ossee/de un osso
gecompliceerde -- = fracturas multiple


beencel ZN

1 cellula ossose, osteocyto


beenderas ZN

1 cinere de osso


beenderbeschrijving ZN

1 osteographia


beendergestel ZN

1 Zie: beenderstelsel


beendergruis ZN

1 pulvere de ossos


beenderkenner ZN

1 osteologo, osteologista


beenderkool ZN

1 carbon animal/de ossos


beenderleer ZN

1 osteologia
van de -- = osteologic


beenderlijm ZN

1 colla de osso(s), gelatina ossee


beendermeel ZN

1 pulvere/farina de ossos, ossos pulverisate


beendermerg ZN

1 Zie: beenmerg


beendermergontsteking ZN

1 osteomyelitis


beenderolie ZN

1 oleo animal


beenderstelsel ZN

1 systema ossee/ossose, ossatura


beendertering ZN

1 Zie: beendertuberculose


beendertuberculose ZN

1 tuberculose (-osis) ossose


beendervet ZN

1 grassia de osso


beendervissen ZN MV

1 teleosteos


beenderziekte ZN

1 osteopathia


beeneter ZN

1 carie ossose/del ossos


beenfractuur ZN

1 fractura de un gambo
2 (botbreuk) fractura/ruptura ossee/de un osso


beenfragment ZN

1 fragmento de osso
--en in een wond = fragmentos de osso in un vulnere


beengewricht ZN

1 articulation del gamba


beengewrichtstuberculose ZN

1 tuberculose (-osis) osteoarticular


beengezwel ZN

1 Zie: beentumor


beenglas ZN

1 opalina


beenholte ZN

1 spatio medullar, cavitate de osso


beenhoudend BN

1 ossifere


beenhouwer ZN

1 (slager) macellero


beenhouwerij ZN

1 Zie: slagerij


beenhouwersknecht ZN

1 Zie: slagersknecht


beenkap ZN

1 protector del gamba, gambiera


beenkleur ZN

1 color de osso


beenkleurig BN

1 de color de osso


beenkluister ZN

1 Zie: kluister


beenlichaampje ZN

1 Zie: beencel


beenloos BN

1 sin gamba


beenmerg ZN

1 medulla ossee/ossose


beenmergbank ZN

1 banca de medulla ossose/ossee


beenmergcel ZN

1 cellula de medulla ossose/ossee, myelocyto


beenmergkanker ZN

1 cancer del medulla ossose/ossee


beenmergontsteking ZN

1 infection del medulla ossee/ossose, osteomyelitis


beenmergpunctie ZN

1 punction medullar


beenmergtransplantatie ZN

1 transplantation de medulla ossose/ossee


beenmes ZN

1 Zie: slagersmes


beenmoedercel ZN

1 osteoblasto


beenontsteking ZN

1 (botontsteking) osteitis, inflammation del osso(s)


beenpijp ZN

1 gamba de pantalon
2 protegegamba


beenplaatje ZN

1 lamina de osso


beenpoeder ZN

1 pulvere de osso


beenruimte ZN

1 (in auto) spatio pro le gambas


beenscheur ZN

1 fissura/scissura del osso


beenslag ZN

1 (bij het zwemmen) movimento del gambas


beenspalk ZN

1 planchetta pro le gamba


beenspier ZN

1 musculo del gamba


beensplinter ZN

1 clasma de osso


beenstand ZN

1 position del gambas


beenstelsel ZN

1 Zie: beendergestel


beenstof ZN

1 substantia ossose, osseina


beenstuk ZN

1 gambiera


beenteer ZN

1 Zie: beenderolie


beentje ZN

1 (klein been) parve gamba, gambetta
2 (botje) parve osso, ossiculo


beentransplantatie ZN

1 transplantation ossose


beentuberculose ZN

1 tuberculose (-osis) ossose


beentumor ZN

1 tumor ossose, osteoma, osteosarcoma


beenuitsteeksel ZN

1 apophyse (-ysis)


beenuitwas ZN

1 (bij paardenen MED) exostose (-osis)


beenverharding ZN

1 sclerose (-osis) del osso, osteosclerose (-osis)


beenversterf ZN

1 necrose (-osis)/gangrena del osso


beenverweking ZN

1 osteomalacia


beenvissen ZN MV

1 teleosteos, pisces ossose


beenvlies ZN

1 periosteo


beenvliesontsteking ZN

1 periostitis


beenvormend BN

1 ossific, ossificante
-- kraakbeen = cartilagine que se ossifica


beenvormig BN

1 ossiforme


beenvorming ZN

1 (vorming van beenweefsel) ossification, osteogenese (-esis)


beenvreter ZN

1 Zie: beeneter


beenweefsel ZN

1 texito/substantia ossee/ossose


beenwindsel ZN

1 banda sural


beenwoekering ZN

1 Zie: beenuitwas


beenwond ZN

1 vulnere de gamba


beenwording ZN

1 Zie: beenvorming


beenzwart ZN

1 carbon/nigro animal, carbon de ossos


beenzwartfabriek ZN

1 fabrica de carbon de ossos


beenzweer ZN

1 ulcere de gamba


beer ZN

1 (roofdier) urso
van de -- = ursin
2 (ASTRON) Ursa
Grote Beer = Ursa Major, Septentrion
Kleine Beer = Ursa Minor
3 (mannetjesvarken) verre
4 (menselijke uitwerpselen) feces, materias fecal, excrementos
5 (schuld) debita
--en hebben = haber debitas
6 (schoor) contraforte


beerbak ZN

1 reservoir (F)/tank (E) de excrementos


beerbig ZN

1 porchetto mascule


beerhouder ZN

1 possessor de un urso


beerkar ZN

1 carro de excrementos


beerkuip ZN

1 cupa de excrementos


beerput ZN

1 deposito de excrementos, puteo de privata/de latrina


beerputtenstelsel ZN

1 systema de depositos de excrementos


beerton ZN

1 barril de excrementos


beërven WW

1 hereditar, esser herede/hereditario de
het koninkrijk der hemelen -- = hereditar le regno del celo/de Deo


beërving ZN

1 hereditage


beerwagen ZN

1 Zie: beerkar


beest ZN

1 bestia, animal
2 (onmens) bestia, bruto
een -- van een kerel = un ver bruto


beestachtig BN

1 bestial, animal, brute, brutal, vil, abjecte, basse
een --e moord = un homicidio bestial
een -- leven leiden = viver como un bruto


beestachtig BW

1 (als van een beest) bestialmente, como un bestia, vilmente, brutalmente
zich -- gedragen = comportar se bestialmente/como un bestia
2 (verschrikkelijk) terribilemente, horribilemente


beestachtigheid ZN

1 bestialitate, brutalitate, animalitate


beestenbende ZN

1 Zie: beestenboel


beestenboel ZN

1 porcheria


beestendokter ZN

1 veterinario


beestenkoopman ZN

1 Zie: veehandelaar


beestenmarkt ZN

1 Zie: veemarkt


beestenspel ZN

1 circo


beestenstal ZN

1 (stal voor het vee) stabulo, stalla
2 (smeerboel) porcheria


beestenvoeder beestenvoer ZN

1 Zie: veevoer


beestenwagen ZN

1 carro/furgon/wagon pro le bestias


beestenweer ZN

1 multo mal tempore, tempore de canes


beestje ZN

1 (klein beestje) parve bestia/animal
2 (BIOL) animalculo
3 (vlo) pulice


beestmens ZN

1 homine bestia, bruto


beet ZN

1 (daad van bijten) colpo de dentes, morsura, (van insekt) piccatura
een -- in een appel doen = morder in un pomo/un malo
2 (wond) morsura, (van insekt) piccatura
3 (afgebeten stuk) buccata, morsello
4 (biet) betarapa


beet! TW

1 le pisce morde!


beetgrijpen WW

1 Zie: beetpakken


beethebben WW

1 (vasthebben) haber, tener
2 (bedriegen) dupar, mystificar
3 (te pakken hebben van straf, ziekte, etc.) haber attrappate
4
(bij het vissen) ik heb beet = le pisce morde


beethouden WW

1 tener, haber


beetje ZN

1
een -- = un pauco, un poco
een -- water = un pauco/un poco de aqua
een -- geduld = un pauco/un poco de patientia
bij --s = pauco a pauco, poco a poco
alle --s helpen = toto adjuta/servi
2 (in enige mate) aliquanto, alquanto
3 (hap) buccata, morsello
de lekkerste --s = le melior buccatas/morsellos


beetkrijgen WW

1 (vastkrijgen) sasir, attrappar
2 (beginnen te begrijpen) comenciar a comprender
3
(bij het vissen) ik krijg beet = le pisce morde


beetnemen WW

1 (beetpakken) sasir, attrappar, prender
een leerling bij de kraag -- = sasir un alumno al collar
bij de mouw -- = sasir al manica
2 (bij de neus nemen) dupar, mystificar
zich laten -- = lassar se dupar


beetpakken WW

1 sasir, caper, attrappar, impugnar


beetsuiker ZN

1 sucro de beta


beetwortel ZN

1 beta de sucro


beetworteloogst ZN

1 recolta del betas de sucro


beetwortelspiritus ZN

1 spirito de betas de sucro


beetwortelstroop ZN

1 sirop de betas de sucro, melassa


beetwortelsuiker ZN

1 sucro de beta


beetwortelsuikerfabricage ZN

1 fabrication de sucro de betas


beetwortelsuikerfabriek ZN

1 fabrica de sucro de betas


beetwortelsuikerfabrikant ZN

1 fabricante de sucro de betas


beetwortelzaad ZN

1 semine(s) de betas de sucro


bef ZN

1 collo, collar


befaamd BN

1 famose, celebre, reputate, renominate, illustre


befaamdheid ZN

1 celebritate, renomine, fama, famositate


beflijster ZN

1 turdo torquate


befloersen WW

1 (met een waas overtrekken) velar
een befloerste blik = un reguardo velate


begaafd BN

1 (talentvol) talentose, dotate, de talento
een -- jongmens = un juvene homine talentose/intelligente
een -- redenaar = un orator de grande talento
hij is een -- pianist = ille ha multe talento pro le piano
2 (bedeeld) dotate
met rede -- = dotate de ration, rational


begaafdheid ZN

1 talento, dono, disposition(es), ingenio, aptitude, habilitate, (intelligentie) intelligentia


begaan WW

1 (bedrijven) facer, committer, perpetrar
het -- = perpetration
een overtreding -- = committer un transgression/infraction
een ernstige fout -- = committer un error grave
een misdaad -- = committer/perpetrar un crimine
een moord -- = committer homicidio/assassinato
een laagheid -- = committer un bassessa
een zonde -- = committer un peccato
een onvoorzichtigheid -- = committer un imprudentia
een onbeleefdheid -- = committer un impolitessa
2
(zijn gang gaan) iemand stil laten -- = lassar facer un persona, lassar un persona ager a su guisa {gi}


begaan BN

1
-- zijn met = haber compassion de


begaanbaar BN

1 practicabile, viabile
een -- weg = un cammino practicabile
slecht -- = a pena practicabile
niet -- = impracticabile


begaanbaarheid ZN

1 practicabilitate, viabilitate
-- van een weg = practicabilitate de un cammino


begapen WW

1 reguardar con le bucca aperte


begaving ZN

1 dono, talento


begeerbaar BN

1 Zie: begeerlijk


begeerbaarheid ZN

1 Zie: begeerlijkheid


begeerlijk BN

1 desirabile, desiderabile, appetibile


begeerlijkheid ZN

1 (wenselijkheid) desirabilitate, desiderabilitate
de -- van de matigheid = le desirabilitate del temperantia
2 (bekoring) seduction, charme (F), appetibilitate, (verzoeking) tentation
-- des vlezes = tentation del carne
de wereld en haar --en = le mundo e su tentationes, le seductiones del mundo


begeerte ZN

1 desiro, desiderio, aviditate, appetentia, sete
zinnelijke -- = desiro carnal, concupiscentia
hevige -- = rabie
oplaaiing van een -- = exacerbation de un desiro
2 (hebzucht) invidia


begeesterd BN

1 enthusiasmate, enthusiasta, enthusiastic


begeesteren ZN

1 enthusiasmar


begeestering ZN

1 enthusiasmo


begeleiden WW

1 (vergezellen) accompaniar, ducer, conducer, (met eerbetoon/bescherming) escortar
iemand naar huis -- = accompaniar un persona a casa
2 (konvooieren) conviar, convoyar, escortar
3 (met raad en daad bijstaan) guidar, consiliar
4 (MUZ) accompaniar
iemand op de piano -- = accompaniar un persona al piano


begeleidend BN

1 (concomitant) concomitante
--e oorzaak = causa concomitante
(REL) --e gratie = gratia concomitante
2 accompaniante
--e omstandigheden = circumstantias accompaniante
het -- schrijven = le scripto/littera adjuncte/accompaniante/de accompaniamento


begeleider ZN

1 (iemand die vergezelt) accompaniante, accompaniator, companion
de hond was zijn trouwe -- = le can esseva su fidel companion
2 (MUZ) accompaniator
3 (iemand die met raad en daad bijstaat) guida, consiliero
4 (galante begeleider) cavallero
5 (ASTRON) satellite


begeleiding ZN

1 (het vergezellen) accompaniamento, conducta, (MIL) escorta
2 (het bijstaan) assistentia, consilio
3 (konvooiering) convio, escorta
4 (MUZ) accompaniamento


begeleidingsbrief ZN

1 littera accompaniante


begeleidingscommissie ZN

1 commission de assistentia


begeleidingsdienst ZN

1 servicio de assistentia


begeleidingsverschijnsel ZN

1 phenomeno accompaniante/accessori, effecto secundari
2 (FIL) epiphenomeno
3 (MED) phenomeno concomitante


begelukzaligen WW

1 beatificar


begelukzaliging ZN

1 beatification


begenadigd BN

1 dotate, de (grande) talento
-- schilder = pictor de talento
-- kunstenaar = artista multo dotate


begenadigde ZN

1 amnestiato


begenadigen WW

1 (met genade begiftigen) gratiar, facer gratia a, (amnestie verlenen) amnestiar


begenadiging ZN

1 gratia, (amnestie) amnestia


begeren WW

1 (sterk wensen) desirar, desiderar, appeter, invidiar
zinnelijk -- = concupiscer


begerenswaard(ig) BN

1 desirabile, desiderabile, appetibile, (benijdenswaardig) invidiabile


begerenswaardigheid ZN

1 desirabilitate, desiderabilitate, appetibilitate, (benijdenswaardigheid) invidiabilitate


begerig BN

1 (sterk verlangend) avide, desirose, desiderose, appetente, (hartstochtelijk) passionate, (zinnelijk) concupiscente
--e blikken = reguardos/oculos avide
2 (gulzig) vorace
--e blik = reguardo vorace
3 (hebzuchtig) cupide, avaritiose


begerigheid ZN

1 (sterk verlangen) desiro, desiderio, aviditate, appetentia, sete, (zinnelijk verlangen) concupiscentia
2 (hebzucht) cupiditate, avaritia


begeven BN

1 (ergens heengaan) ir a/verso, diriger se a/verso
zich op weg -- = poner se/mitter se in cammino
zich op glad ijs -- = aventurar se super un cammino glissante
zich in gevaar -- = exponer se a un periculo
2 (verlaten) abandonar
mijn krachten begeven het = mi fortias me abandona
3 (kapotgaan) rumper se, ceder, (instorten) collaber
de muur begaf het = le muro cedeva/collabeva
4 (schenken) conferer, attribuer, decerner


begieren WW

1 versar stercore liquide super, stercorar con stercore liquide


begieten WW

1 rigar, (bevloeien) irrigar
de bloemen -- = rigar le flores


begieting ZN

1 le rigar
2 (MED) affusion


begiftigde ZN

1 donatario


begiftigen WW

1 donar, dotar
2 (een gratificatie geven) gratificar


begiftiger ZN

1 donator


begiftiging ZN

1 dono, donation, dotation, gratification


begijn(tje) ZN

1 beguina


begijnhof ZN

1 jardin e casa del beguinas, beguinage


begijnhofkapel ZN

1 cappella del beguinage


begijnhofkerk ZN

1 ecclesia del beguinage


begin ZN

1 (allereerste deel/tijd) comencio, comenciamento, principio, initio, inception, inchoation
het prille -- = le prime comencio
-- van bewijs = comenciamento de prova/proba
-- van het nieuwe schooljaar = comencio del nove anno scholar
een -- maken met iets = comenciar un cosa
een -- van tuberculose hebben = haber un comencio de tuberculose (-osis)
schitterend -- = comencio splendide
in het -- = al comencio, al principio, initialmente
in het -- van het boek = al comencio/principio del libro
alle -- is moeilijk = omne principio es difficile
een goed -- is het halve werk = qui comencia ben es al medietate del labor/travalio
aan het -- staan van zijn loopbaan = esser al limine de su carriera
2 (oorsprong) comencio, comenciamento, principio, origine, genese (-esis), nascentia
-- van de lente = nascentia del primavera
3 (aanhef) exordio
-- van een rede = exordio de un discurso


beginaccent ZN

1 accento initial


begincursus ZN

1 curso initial


begindatum ZN

1 data de comenciamento


beginfase ZN

1 phase initial


beginfluitje ZN

1 colpo de sibilo initial


beginfout ZN

1 error/falta initial


beginjaren ZN MV

1 annos initial, prime annos
de -- van het luchtverkeer = le annos initial del aviation


beginkapitaal ZN

1 (kapitaal waarmee men een onderneming begint) capital initial
2 (hoofdletter aan het begin van een woord of een zin) majuscula initial


beginklank ZN

1 sono initial


beginklinker ZN

1 vocal initial


beginkoers ZN

1 (FIN) curso de apertura


beginletter ZN

1 littera initial, prime littera, initial


beginlettergreep ZN

1 syllaba initial


beginloon ZN

1 salario initial


beginmedeklinker ZN

1 consonante initial


beginneerslag ZN

1 precipitation initial


beginneling ZN

1 comenciante, comenciator, principiante, débutant (F), novicio


beginnelinge ZN

1 comenciante, principiante, débutante (F), novicia


beginnen WW

1 comenciar, principiar, initiar, inciper, inceptar, inchoar
weer/opnieuw -- = recomenciar, reprender
de strijd opnieuw -- = reprender le lucta
een gesprek -- = comenciar/initiar un conversation
met een boek -- = comenciar un libro
een campagne -- = initiar un campania
een proces -- = inchoar un processo
aan een maaltijd -- = initiar a mangiar
wat moet ik --? = que facer?
ergens over -- = intabular un conversation/discurso super un cosa
2 ingagiar
de strijd -- = ingagiar le lucta/le combatto
3 (debuteren) debutar
4 (een rede) exordir
een rede -- = exordir un discurso
5
een winkel -- = aperir un magazin/boteca


beginnend BN

1 comenciante, principiante, inceptive, incipiente
2 (personen) debutante
3 nascente
--e dag = jorno nascente


beginner ZN

1 Zie: beginneling


beginnerscursus ZN

1 curso pro comenciantes/principiantes, curso introductive


beginnersfout ZN

1 error de comenciante/principiante


beginnerswerk ZN

1 labor de comenciante/principante


beginperiode ZN

1 periodo initial


beginproduktie ZN

1 production initial


beginpunt ZN

1 puncto initial/de partita


beginregel ZN

1 linea initial (de un texto/pagina/etc.)


beginrijm ZN

1 rima initial, alliteration


beginsalaris ZN

1 salario initial


beginsaldo ZN

1 saldo initial


beginsegment ZN

1 segmento initial


beginsel ZN

1 (aanvang) principio, comencio
2 (principe) principio
leidende --en = principios directive
liberale --en = principios liberal
--en van goed en kwaad = principios del ben e del mal
een strijd van --en = un lucta de principios
een man van --en = un homine de principios
iemand van christelijke --en = un persona con principios christian
in -- = in principio
3 (grondbegrip) principio de base, notion elementari, rudimento, elemento, abece
--en van de algebra = notiones elementari/rudimentos del algebra
--en van het vak = abece del mestiero
4 (grondstelling) principio, fundamento
--en van het communisme = principios/fundamentos del communismo


beginselakkoord ZN

1 accordo de principio


beginselkwestie ZN

1 question de principios


beginselloos BN

1 sin principios
--ze politiek = politica sin principios


beginselpartij ZN

1 partito de principios


beginselpolitiek ZN

1 politica de principios


beginselprogramma ZN

1 Zie: beginselverklaring


beginselvast BN

1 firme in su principios, intransigente


beginselvastheid ZN

1 firmitate in su principios, intransigentia


beginselverklaring ZN

1 declaration de principio(s), programma de base, manifesto


beginsignaal ZN

1 signal initial


beginsnelheid ZN

1 velocitate initial


beginstadium ZN

1 stadio initial


beginstrofe ZN

1 strophe initial


begintemperatuur ZN

1 temperatura initial


begintoestand ZN

1 stato initial


begintraktement ZN

1 salario initial


beginuur ZN

1 hora initial


beginverhang ZN

1 gradiente initial


beginverlies ZN

1 perdita inital


beginwoord ZN

1 parola/vocabulo initial, initial


beginworp ZN

1 (bij balspel) jecto initial


beglanzen WW

1 brillar super
2 coperir de brillantia


beglazen WW

1 poner vitros, vitrar


beglazer ZN

1 vitrero


beglazing ZN

1 (le) poner de vitros
2 vitros
dubbele -- = vitros duple


begloren WW

1 Zie: beglanzen


begluren WW

1 spiar, observar


begluring ZN

1 spionage


begluurder ZN

1 spia, spion


begommen WW

1 coperir de gumma


begonia ZN

1 begonia


begoniafamilie ZN

1 begoniaceas


begoniaknol ZN

1 tubere de begonia


begoochelen WW

1 illuder, deluder, illusionar


begoocheling ZN

1 delusion, illusion, phantasmagoria, mirage


begraafplaats ZN

1 cemeterio
militaire -- = cemeterio militar
algemene -- = cemeterio public


begrafenis ZN

1 interramento, inhumation, funere, funerales, sepultura
kerkelijke -- = sepultura ecclesiastic
plechtige -- = exequias
-- met militaire eer = interramento militar
2 (stoet) interramento, convoyo funebre


begrafenisauto ZN

1 auto(mobile) de interramento


begrafenisbidder ZN

1 empleato de pompas funebre


begrafenisfonds ZN

1 fundo/cassa de interramento


begrafenisgebruik ZN

1 Zie: begrafenisgewoonte


begrafenisgewoonte ZN

1 habitude de interramento


begrafenisgezicht ZN

1 aere/visage de interramento


begrafeniskoets ZN

1 carrossa de interramento


begrafeniskosten ZN MV

1 costos/expensas funerari/del interramento


begrafenisliturgie ZN

1 Zie: dodenliturgie


begrafenismaal(tijd) ZN

1 repasto de interramento/de funerales


begrafenisondernemer ZN

1 interprenditor/director de pompas funebre


begrafenisonderneming ZN

1 interprisa de pompas funebre


begrafenisoptocht ZN

1 Zie: begrafenisstoet


begrafenisplechtigheid ZN

1 ceremonia/pompa(s) funebre/funeral, funeres, funerales, exequias, inhumation solemne, obsequias


begrafenisritueel ZN

1 ritual funebre/funeral


begrafenisstoet ZN

1 interramento, convoyo funebre


begrafenisverzekering ZN

1 Zie: uitvaartverzekering


begraven WW

1 (onder/in de aarde brengen) interrar
het -- = interramento
de strijdbijl -- = interrar le hacha {sj} de guerra/de combatto
(FIG) zich in een afgelegen dorp -- = celar se in un village remote
2 (mbt een dode) interrar, inhumar, sepelir
het -- = interramento, inhumation, sepultura
met militaire eer begraven worden = esser interrate con le honor militar


begraven BN

1 interrate
dood en -- = morte e interrate
ergens -- liggen = esser interrate alicubi


begravene ZN

1 interrato
levend -- = interrato vivente


begraving ZN

1 Zie: begrafenis
2 (slootwerk) fossatos
3 (het in de grond delven) excavation


begrazen WW

1 pascer


begreind BN

1 Zie: berijpt


begrensbaar BN

1 limitabile


begrensbaarheid ZN

1 limitabilitate


begrensd BN

1 limitate, delimitate, finite, restringite
--e ruimte = spatio limitate
-- uitzicht = vista limitate
de mogelijkheden zijn -- = le possibilitates es limitate


begrensdheid ZN

1 character limitate, limitation, restriction


begrenzen WW

1 (beperken) limitar, restringer
het -- = limitation, restriction
iemands macht -- = restringer le poter de un persona
2 (afbakenen) delimitar, demarcar
het -- = delimitation, demarcation
3 (localiseren) localisar
het -- = localisation
4 (omzomen) bordar
5 (liggen naast, grenzen aan) avicinar, confinar


begrenzing ZN

1 (beperking) limitation, restriction
2 (afbakening) delimitation, demarcation
fysiografische -- = demarcation physiographic
3 (localisering) localisation
-- van een conflict = localisation de un conflicto
4 (het grenzen aan) confinamento


begrijpelijk BN

1 (te begrijpen) comprensibile, comprehensibile, intelligibile, clar
--e houding = attitude comprensibile/comprehensibile
--e fout = error comprensibile/comprehensibile
-- maken = exclarar
2 (toegankelijk) penetrabile
3 (voorstelbaar) concipibile, imaginabile
4 (verklaarbaar) natural, obvie
5 (vlug van begrip) intelligente


begrijpelijkerwijs BW

1 comprensibilemente, comprehensibilemente, naturalmente


begrijpelijkheid ZN

1 comprehensibilitate, comprensibilitate, intelligibilitate


begrijpen WW

1 (met het verstand bevatten) comprender, comprehender, intender, conciper
dat is te -- = isto es comprensibile/toto simple
dat kan ik me -- = io pote comprender isto
2 (doorzien) penetrar
3 (omvatten, inhouden) comprender, continer, includer
daaronder begrepen = inclusivemente


begrijpen ZN

1 (FIL) intellection
2 comprension, comprehension
het onderling -- = le intercomprension/intercomprehension


begrijpend BN

1 comprensive, comprehensive


begrinden WW

1 coperir con (un strato de) gravella


begrinten WW

1 Zie: begrinden
2 (SPOORW) ballastar


begrip ZN

1 (besef, inzicht) comprension, comprehension, intelligentia, intendimento
vol -- = comprensive, comprehensive
traag van -- = dur/lente/curte de comprension/de comprehension/de intendimento/de intelligentia
-- hebben voor = comprender, comprehender
dit gaat het menselijk -- te boven = isto es superior al comprension/comprehension human
hij toont geen enkel -- voor de situatie = ille non monstra un minimo de comprension pro le situation
gebrek aan -- = incomprehension, incomprension
verkeerd -- = contrasenso
2 (concept, notie) concepto, notion, idea
versteend -- = concepto/notion figite
abstract -- = concepto/notion abstracte, abstraction
concreet -- = concepto/notion concrete
betrekkelijk -- = concepto/notion relative
rekbaar -- = concepto/notion elastic/extendibile/extensibile
negatieve --pen = ideas negative
enige --pen uit het Latijn = alicun notiones del latino
de inhoud van een -- = le contento de un concepto/notion
het -- betreffend = conceptual
geen flauw -- van iets hebben = non haber le minime notion/idea de un cosa
behorend bij het -- = notional
een -- vormen = conciper
3 (het willen/kunnen begrijpen) comprension, comprehension, tolerantia, indulgentia
hij toont geen enkel -- voor de situatie = ille non manifesta nulle comprehension pro le situation
-- tonen = indulgar
4 (samenvattende inhoud) compendio, abbreviation, abbreviamento, condensation, texto condensate, epitome, summa, résumé (F)


begrippelijk BN

1 (FIL) conceptual, abstracte


begrippenapparaat ZN

1 insimul de notiones/de conceptos


begrippenlijst ZN

1 lista de notiones/de conceptos


begrippenpaar ZN

1 copula/par de notiones/de conceptos


begrippenschrift ZN

1 ideographia


begrippenstelsel ZN

1 Zie: begrippensysteem


begrippensysteem ZN

1 systema de notiones/de conceptos


begrippentaal ZN

1 linguage de notiones/de conceptos


begrippenveld ZN

1 (TAAL) campo notional/de notiones/de conceptos


begripsassociatie ZN

1 association de notiones/de conceptos


begripsbepaling ZN

1 definition
een nadere -- = un definition plus detaliate


begripsbeperking ZN

1 restriction del senso, synecdoche


begripsfout ZN

1 contrasenso


begripsgebied ZN

1 campo notional/de notiones/de conceptos


begripsinhoud ZN

1 contento conceptual


begripsleer ZN

1 (FIL) logica
2 (FIL) ideologia


begripsnaam ZN

1 (TAAL) nomine abstracte


begripsnuance ZN

1 nuance (F) conceptual


begripsomschrijving ZN

1 definition conceptual/del concepto(s)/del notion(es)


begripsomvang ZN

1 (LOGICA) extension notional


begripsteken ZN

1 (TAAL) ideogramma


begripsveld ZN

1 (TAAL) campo notional


begripsverbinding ZN

1 synthese (-esis)


begripsvermogen ZN

1 facultate/capacitate de comprension/comprehension, intendimento, facultate conceptive
dat gaat mijn -- te boven = isto es superior a mi intendimento


begripsverwarring ZN

1 confusion de ideas/de notiones/de conceptos


begripsvorming ZN

1 (FIL) conceptualisation, ideation


begripteken ZN

1 ideogramma


begripvol BN

1 comprensive, comprehensive


begroeid BN

1 coperte de vegetation
een --e vlakte = un plana coperte de vegetation
-- zijn met gras = esser coperte de herba


begroeien WW

1 coperir (de vegetation)
met gras -- = coperir de herba
een met klimop begroeide toren = un turre coperte de hedera


begroeiing ZN

1 vegetation


begroenen BN

1 coperir de vegetation


begroeten WW

1 salutar, reciper
het -- = salutation, reception
al zijn gasten -- = reciper tote su invitatos
elkaar -- = excambiar salutes
het voorstel werd met applaus begroet = le proposition esseva salutate con applauso
iemand die begroet = salutator


begroeting ZN

1 salutation, salute, reception
eerbiedige -- = homage


begroetingsformule ZN

1 formula de salutation


begroetingsgewoonte ZN

1 habitude de salutation


begroetingswoord ZN

1 parola de salutation


begrommen WW

1 Zie: beknorren


begrootbaar BN

1 evalutabile


begrotelijk BN

1 excessivemente/troppo costose/car


begroten WW

1 (ramen) estimar, supputar, evalutar
het -- = estimation, supputation, evalutation
een werk -- = estimar un travalio/un labor
de kosten -- = dar un estimation del costos
de begrote produktie = le production estimate
2
dat begroot mij = io lo deplora


begroting ZN

1 (berekening) estimation, evalutation, supputation, budget (E)
buiten de -- om = foras del budget/estimation, extrabudgetari
hij overschreed de -- = ille excedeva/superava le budget
een -- maken = facer un estimation, establir un budget, budjetar
in de -- opnemen = budjetar
een -- sluitend maken = equilibrar/balanciar un budget
2 (stuk) budget (E)
deficitaire -- = budget deficitari
suppletoire -- = budget suppletori, additivo al budget
een -- indienen = presentar un budget
de -- ligt ter inzage = le budget pote esser consultate


begrotingsbehandeling ZN

1 tractamento del budget (E)


begrotingscalculator ZN

1 calculator del budget (E)


begrotingscijfer ZN

1 budget (E) definitive


begrotingscontrole ZN

1 controlo del budget (E)


begrotingsdebat ZN

1 debatto/discussion del/super le budget (E)


begrotingsdiscipline ZN

1 disciplina budgetari


begrotingsevenwicht ZN

1 equilibrio budgetari


begrotingsjaar ZN

1 anno/periodo budgetari, exercitio


begrotingsomvang ZN

1 volumine del budget (E)


begrotingsontwerp ZN

1 projecto budgetari/de budget (E)


begrotingsoverleg ZN

1 deliberation super le budget (E)


begrotingsoverschot ZN

1 surplus (F)/excedente de budget (E)


begrotingspolitiek ZN

1 politica budgetari


begrotingspost ZN

1 partita del budget (E)


begrotingsprobleem ZN

1 problema budgetari


begrotingsramingen ZN MV

1 previsiones budgetari


begrotingssysteem ZN

1 systema budgetari


begrotingstechnisch BN

1 budgetarimente


begrotingstekort ZN

1 deficit budgetari/del budget (E)


begrotingsvoorstel ZN

1 proposition budgetari/de budget (E)


beguichelen WW

1 Zie: misleidfen


begum ZN

1 (Indiase titel) begum


begunstigde ZN

1 beneficiario


begunstigen WW

1 favorar, favorir, avantagiar, beneficiar, proteger, patronisar, patrocinar
de kunsten -- = favorar/favorir/proteger le artes
niet meer -- = disfavorar
2 (begiftigen) gratificar


begunstiger BN

1 protector, patrono, patrocinator, benefactor
-- van de kunst = protector/patrono del artes, mecenas


begunstiging ZN

1 favor, protection, (sponsoring) patrocinio
een samenleving gebaseerd op -- van de rijken = un societate que favora/avantagia le ricos
stelsel van -- = favoritismo
onder -- van de duisternis = con le/a favor del obscuritate/del tenebras


beha ZN

1 sustenepectore
-- met schoudersluiting = sustenepectore con clausura super le spatula
voorgevormde -- = sustenepectore preformate


behaaglijk BN

1 agradabile, confortabile
-- gevoel = sentimento agradabile/confortabile/de benesser
--e warmte = calor agradabile
-- warm = confortabilemente cal(i)de


behaagziek BN

1 desirose/desiderose de placer, coquette
--(e) meisje/vrouw = coquetta
-- zijn = coquettar


behaagzucht ZN

1 desiro/desiderio de placer, coquetteria


behaagzuchtig BN

1 Zie: behaagziek


behaard BN

1 (lichaamshaar) pilose, coperte de pilos, villute
--e hand = mano pilose
--e armen = bracios villute
de huid is daar -- = illac le pelle es coperte de pilos
het -- zijn = pilositate
2 (hoofdhaar) capillute, capillacee, (ruig) hirsute
3 (PLANTK) villute, (donzig) pubescente, tomentose, (stekelig) hispide
het -- zijn = pubescentia
--e vruchten = fructos pubescente
-- breukkruid = herniaria pubescente
--e stengel = pedunculo hirsute
--e zegge = carex/carice tomentose


behaardheid ZN

1 (met lichaamshaar) pilositate
2 (van planten) pubescentia, (van planten/insekten) villositate


behagen WW

1 agradar, placer, complacer, esser agradabile (a)
trachten te -- = coquettar


behagen ZN

1 placer, complacentia, satisfaction, benesser
-- scheppen in = complacer, gustar, trovar gusto/delecto in


behalen WW

1 facer, obtener, realisar, ganiar, acquirer
successen -- = obtener successos
winsten -- = facer/realisar beneficios
de overwinning -- = ganiar le victoria, esser victoriose, triumphar, vincer
het kampioenschap -- = ganiar le campionato
de eerste prijs -- = ganiar/obtener le prime premio
de meestertitel -- = obtener le titulo de maestro
roem -- = ganiar gloria
veel punten -- = totalisar multe punctos
een universitaire graad -- = reciper un grado universitari
lof -- = reciper elogios
daar is geen eer aan te -- = le effortio non essera recompensate


behaling ZN

1 obtenimento, obtention, acquisition


behalve VZ

1 (uitgezonderd) minus, excepte, exceptate, con/a(l) exception de, salvo, a(l) exclusion de, preter
ik weet niets van hen -- dat hij rookt = io non sape nihil de ille, excepte que ille fuma
allen -- hij = totes minus ille
alles -- dat = toto excepte illo
2 (benevens) ultra, in addition a
-- de voorzitter zijn er zeven leden = ultra le/in addition al presidente il ha septe membros
-- dat = ultra que


behameren WW

1 martellar


behamering ZN

1 martellamento


behandelen WW

1 (omgaan met) manear, manipular
een instrument -- = manear/manipular un instrumento
2 (MED) tractar, medicar, curar
het -- = tractamento, curation
iemand medisch -- = tractar un persona medicamente
een zieke -- = tractar un malado
een wond -- = medicar un vulnere
3 (bejegenen) tractar
iemand uit de hoogte -- = tractar un persona dispreciativemente/con disprecio/con disdigno
slecht -- = maltractar
4 (uiteenzetten) tractar, exponer
een onderwerp -- = tractar/exponer un subjecto/un thema
iets uitputtend -- = tractar un cosa exhaustivemente/a fundo
iets klassikaal -- = tractar un cosa in classe
uitvoerig -- = disserer, dissertar
5 (afhandelen) tractar, regular
6 (TECHN) tractar
7
in een centrifuge -- = centrifugar
met was -- = cerar


behandelend BN

1 curante
-- geneesheer = medico curante, medico qui tracta un persona


behandeling ZN

1 (MED) cura, curation, tractamento, therapia, therapeutica
medische -- = tractamento medical, cura medic, medication
-- met medicijnen = tractamento medicamentose
-- tegen hondsdolheid = tractamento antirabic
een -- voorschrijven = prescriber un tractamento
in -- zijn = esser in tractamento
zich onder -- stellen = poner se sub tractamento
zich aan een -- onderwerpen = submitter se a un tractamento
2 (het omgaan met) maneamento, manipulation, manovra
3 (bejegening) tractamento
slechte -- = maltractamento
schandelijke -- = tractamento ignominiose
4 (het afhandelen) discussion, examine, tractamento
iets in -- nemen = comenciar a tractar un cosa
-- van een wetsontwerp = discussion de un projecto de lege


behandelingskosten ZN MV

1 costos de tractamento


behandelingswijze ZN

1 maniera de tractamento


behandelkamer ZN

1 camera del medico


behandelmethode ZN

1 methodo de tractamento


behandelplan ZN

1 plano de tractamento


behandelstoel ZN

1 (bij tandarts) sedia del dentista


behang ZN

1 papiro mural, tapis (F)/tapete de papiro
-- plakken = collar papiro mural


behangen WW

1 (met behang bekleden) coperir de papiro mural, tapissar con papiro, (plakken) collar papiro mural
2 (bedekken) coperir
hij was met medailles behangen = ille era coperte/coperite de medalias


behanger ZN

1 tapissero


behangerij ZN

1 magazin de un tapissero


behangersartikelen ZN MV

1 articulos de tapissero


behangersborstel ZN

1 brossa de tapissero


behangersgereedschap ZN

1 utensiles de tapissero


behangershamer ZN

1 martello de tapissero


behangersjongen ZN

1 Zie: behangersknecht


behangersknecht ZN

1 adjuta del tapissero


behangerskwast ZN

1 pincel de tapissero


behangerslijm ZN

1 colla a/de tapissar


behangerslinnen ZN

1 tela a/de tapissar


behangersrekening ZN

1 nota/factura del tapissero


behangerstafel ZN

1 tabula del tapissero


behangersterm ZN

1 termino de tapissero


behangerswinkel ZN

1 Zie: behangerij


behangerszaak ZN

1 Zie: behangerij


behangsel ZN

1 Zie: behang


behangselfabriek ZN

1 fabrica de papiros mural


behangsellinnen ZN

1 Zie: behangerslinnen


behangselpapier ZN

1 papiro mural


behappen WW

1
iets kunnen -- = 1. poter facer un cosa in un vice, 2. esser capabile de complir un cosa


beharen WW

1 provider de pilos
strijkstokken -- = provider archettos de pilos


beharing ZN

1 (lichaamshaar) pilo, pilositate
-- van de schaamstreek = pilo pubic
2 (van planten) pubescentia, (van planten/insekten) villo, villositate


behartenswaardig BN

1 Zie: behartigingswaardig


behartigen WW

1 defender, gerer, servir, cargar se de
iemands belangen -- = defender/proteger le interesses de un persona


behartiger ZN

1 defensor, protector
de -- van onze belangen = le defensor/protector de nostre interesses


behartiging ZN

1 defensa, protection, gestion
iemand de -- van zijn belangen opdragen = cargar un persona de su interesses, confider a un persona su interesses
een organisatie ter -- van de belangen van de consument = un organisation pro le protection del interesses del consumitor


behartigingswaard(ig) BN

1 digne de consideration
--ige woorden = parolas digne de consideration


behaviorisme ZN

1 behaviorismo {biehee}


behaviorist ZN

1 behaviorista {biehee}


behavioristisch BN

1 behaviorista {biehee}, behavioristic {biehee}


beheer ZN

1 (het beheren van andermans eigendom) administration, gerentia, gestion, intendentia
-- van gelden = administration de fundos
uitgave in eigen -- = edition pro le conto del autor
geïntegreerd -- = gestion integrate
iets in -- hebben = haber un cosa in gestion
iets bij iemand in -- geven = dar in gestion un cosa a un persona
raad van -- = consilio de administration
het -- voeren over = administrar, gerer
iets onder gemeentelijk -- brengen = municipalisar un cosa
dat is onder zijn -- gebeurd = isto habeva loco sub su gerentia
2 (gezag) administration, controlo


beheerder ZN

1 (mbt andermans eigendom) administrator, gerente, gestor, intendente, syndico
een -- betreffend = syndical
2 (mbt erfenis) curator
3 (gevolmachtigde) procurator
van de -- = procuratori


beheersbaar BN

1 controlabile
de kosten zijn -- = le costos es controlabile


beheersbaarheid ZN

1 controlabilitate
-- van de situatie = controlabilitate del situation


beheerschap ZN

1 (over een gebied) mandato
onder -- van de Verenigde Naties = sub mandato del Nationes Unite


beheersen WW

1 (in bedwang houden) continer, dominar, maestrar
het -- = domination
zijn hartstochten -- = dominar/maestrar su passiones
de menigte -- = dominar le massa
2 (grondig kennen) dominar, maestrar, posseder
het -- = domination, maestria, possession
de stof -- = dominar/posseder le materia
zijn onderwerp -- = esser maestro de/maestrar/dominar/posseder su subjecto
Interlingua -- = dominar/posseder Interlingua
zijn ontroering -- = maestrar su emotion
3 (feilloos kunnen uitvoeren) maestrar
een techniek -- = maestrar un technica
er zijn maar weinig dansers die deze sprong -- = il ha pauc/poc dansatores qui domina iste salto
4 (heersen over) maestrar, controlar, haber (le) controlo de, (domineren) dominar
zich weten te -- = saper controlar se
de alles --de kwestie = le question dominante
die gedachte beheerst zijn leven = iste pensata domina su vita
prijzen -- = controlar precios
de Japanners beheersen de markt = le Japoneses controla/domina le mercato
taxis beheersen het straatbeeld = taxis domina le stratas
(MIL) een terrein -- = controlar un terreno
de toestand -- = haber le situation sub controlo, haber le controlo del situation


beheersend BN

1
de alles --e kwestie = le question predominante


beheersfunctie ZN

1 function de administration/de gestion/de gerentia


beheersing ZN

1 controlo
de -- over zichzelf verliezen = perder le controlo de se ipse/mesme
2 maestria, domination, possession
-- van Interlingua = maestria/domination/possession de Interlingua


beheersinstituut ZN

1 instituto de administration/de gestion/de gerentia


beheerskosten ZN MV

1 costos de administration/de gestion/de gerentia


beheersmaatregel ZN

1 mesura de administration/de gestion/de gerentia


beheersorgaan ZN

1 organo de administration/de gestion/ de gerentia


beheersovereenkomst ZN

1 accordo de administration/de gestion/de gerentia


beheersprocedure ZN

1 procedura administration/de gestion/de gerentia


beheersraad ZN

1 consilio de administration/de gestion/de gerentia


beheerst BN

1 maestro de se ipse, controlate
hij is erg -- in zijn reacties = ille es multo controlate in su reactiones
2 (gematigd) mesurate, moderate, continente


beheerstheid ZN

1 maestria de se ipse


beheersvorm ZN

1 forma de administration/de gestion/de gerentia


beheksen WW

1 incantar
het -- = incantamento


beheksing ZN

1 incantamento


behelpen WW

1
zich -- met = accommodar se a, adjutar se con, auxiliar se con, recurrer a


behelzen WW

1 continer, comprender, comprehender, caper, includer, comportar
het voorstel behelst de volgende punten = le proposition comprende le punctos sequente
de brief behelst dat = le littera dice que


behendig BN

1 dextere, dextre, agile, preste, habile
-- jongen = puero habile
--e tactiek = tactica habile


behendigheid ZN

1 prestessa, habilitate, agilitate, dexteritate


behendigheidoefening ZN

1 exercitio de dexteritate/habilitate


behendigheidsgymnastiek ZN

1 gymnastica de dexteritate/habilitate


behendigheidsspel ZN

1 joco de dexteritate/habilitate


behendigheidswedstrijd ZN

1 concurso de dexteritate/habilitate


behept BN

1 subjecte (a), marcate (de), providite (de)


beheren WW

1 (het beheer hebben over) administrar, gerer
het -- = administration, gestion, gerentia
de kas -- = tener le cassa
--d vennoot = socio gerente
2 (leiden, exploiteren) administrar, diriger, conducer
3 (regeren over) governar
het -- = governamento


behering ZN

1 administration, gestion, gerentia


behoeden WW

1 preservar, proteger, guardar, custodiar
God behoede ons! = que Deo nos preserva/protege/guarda!
een diersoort voor uitsterven -- = preservar un specie animal del disparition


behoeder ZN

1 preservator, protector, guardator


behoeding ZN

1 preservation, protection, guarda


behoedzaam BN

1 caute, circumspecte, considerate, prudente, prudential, discrete, mesurate
-- te werk gaan = proceder cautemente/con cautela/con prudentia


behoedzaamheid ZN

1 cautela, circumspection, precaution, prudentia
zich met uiterste -- bewegen = mover se con extreme prudentia


behoefte ZN

1 besonio, necessitate, requirimento
-- aan liefde = besonio de affection
-- aan geld = besonio de moneta
-- aan verandering = besonio de cambiamento
-- aan rust = besonio de reposo
honger is de uiting van een -- = le fame es le expression de un besonio
dringende -- = besonio urgente
nijpende -- = besonio stringente
elementaire --n van de mens = besonios elementari del homine
natuurlijke --n = besonios natural
zijn --n doen = facer su besonios/necessitates, excretar
al naar -- = secundo le besonios
--n scheppen = crear besonios
in iemands --n voorzien = fornir/provider in le besonios de un persona
in zijn eigen --n voorzien = subvenir in su besonios, esser autosufficiente
inspelen op een -- = responder a un besonio/necessitate
-- hebben aan = haber besonio de, besoniar
de --n bevredigen = satisfacer le besonios
bevrediging der --n = satisfaction del besonios
bevredigde -- = besonio satisfacte


behoeftebevrediging ZN

1 satisfaction de un necessitate/de un besonio


behoefteniveau ZN

1 nivello del besonio


behoeftig BN

1 indigente, destituite, necessitose, inope, paupere, povre, misere, miserabile
sterven in --e omstandigheden = morir in le indigentia


behoeftigheid ZN

1 indigentia, paupertate, povressa, penuria, miseria, miserabilitate


behoeve ZN

1
ten -- van = al profito/beneficio de, in favor de, in function de, al/pro uso de, pro


behoeven WW

1 besoniar, necessitar, requirer, haber besonio de
nodig vervanging -- = necessitar urgentemente esser reimplaciate
hulp -- = besoniar adjuta/auxilio, haber besonio de adjuta/auxilio
dat behoeft een verklaring = isto demanda un explication


behoorlijk BN

1 (fatsoenlijk, juist) correcte, decente, convenibile, conveniente, decorose, (BW) (zoals het behoort) debitemente, como il conveni, convenibilemente, decentemente
--e behandeling = tractamento conveniente
-- gedrag = conducta/comportamento correcte
zich -- gedragen = comportar se correctemente/convenibilemente
zich zeer -- in Interlingua uitdrukken = exprimer se multo convenibilemente in Interlingua
2 (aanvaardbaar) acceptabile
-- werk = travalio/labor acceptabile
3 (toonbaar) presentabile
4 (bruikbaar) utilisabile
5 (tamelijk groot, flink) respectabile, considerabile
hij heeft een -- kapitaal = ille possede un capital considerabile
een -- aantal = un numero respectabile


behoren WW

1 (toebehoren) pertiner (a), appertiner (a), esser (a)
deze pen behoort mij = iste penna me appertine
2 (vereist worden) deber, esser necesse/necessari
3 (betamen, passen) convenir, esser convenibile, esser conveniente
naar --, zoals het behoort = como il conveni, convenibilemente, como es debite, debitemente
4 (onderdeel uitmaken) esser/facer/formar parte
Texel behoort tot ons land = Texel face parte de nostre pais
dat behoort niet tot zijn bevoegdheid = isto non es de su competentia
5 (zijn plaats hebben/vinden) haber su placia
6 (gerekend worden) appertiner, pertiner
dit behoort tot het verleden = isto pertine al passato
dit behoort tot de zeldzaamheden = isto es exceptional, isto occurre rarmente


behorend BN

1 pertinente (a), appertinente (a), inherente (a)


behoud ZN

1 (bewaring) conservation, mantenimento, preservation
-- van arbeidsvermogen = conservation del energia
-- van de soort = mantenimento del specie
behoud van 1000 arbeidsplaatsen = mantenimento/preservation de 1000 postos de travalio/labor
vakantie met -- van salaris = vacantias pagate
met -- van = conservante
2 (redding) salute, salvation
3 (schild, toeverlaat) palladio
4 (in de politiek) politica conservatori, conservatismo


behouden WW

1 (bewaren) conservar, servar, mantener, retener
iets voor zich zelf -- = retener alicun cosa pro se ipse
zijn betrekking -- = conservar/mantener su posto
zijn plaats -- = mantener su position
zijn glans -- = conservar su brillantia/lustro
behoud het goede = retene lo que es bon
iemand die iets behoudt = mantenitor
2 (niet opgeven) mantener
3 (in leven houden) salvar
het -- = salvamento


behouden BN

1 (mbt personen) salve, san e salve, indemne
2 (mbt zaken) intacte, in bon stato
dat glaswerk is -- aangekomen = iste vitreria ha arrivate intacte
in -- haven zijn = esser in securitate, esser foras de periculo


behoudend BN

1 conservatori, conservative, misoneista, (PEJ) reactionari
hij behoort tot de --e vleugel van de partij = ille (ap)pertine al ala/section conservatori del partito
-- persoon = conservator, misoneista
(SPORT) met -- spel proberen te winnen = essayar de ganiar jocante un joco defensive


behoudenis ZN

1 preservation
2 (redding) salute, salvation


behoudens VZ

1 (met behoud van) salvo
-- goedkeuring van = salvo approbation de
-- onvoorziene omstandigheden = salvo circumstantias impreviste
-- tegenbericht = salvo aviso contrari
-- vergissingen en weglatingen = salvo error e omission
2 (behalve) excepte, con exception de
-- nadere goedkeuring = excepte approbation ultime
-- enkele wijzigingen werd het plan goedgekeurd = con exception de alicun modificationes on ha approbate le projecto


behouder ZN

1 (instandhouder) mantenitor, conservator
2 (redder) salvator


behoudsgezind BN

1 Zie: behoudend


behoudsgezinde ZN

1 conservator, (PEJ) reactionario


behoudzucht ZN

1 spirito conservative/conservatori/de immobilismo, conservatismo, misoneismo


behoudzuchtig BN

1 conservative, conservatori, misoneista, (PEJ) reactionari


behouwen WW

1 taliar
steen -- = taliar petra


behuild BN

1 lacrimose
-- gezicht = visage lacrimose


behuisd BN

1
ruim/klein -- zijn = habitar un grande/parve casa


behuizing ZN

1 casa (con annexos), domo (con annexos), habitation (con annexos)
een schamele -- = un humile habitation


behulp ZN

1 adjuta, adjuva, auxilio, succurso
met -- van = con (le) adjuta/auxilio de, adjutate de


behulpzaam ZN

1 servicial, adjuvante, officiose, cooperative, obligante
iemand -- zijn = adjutar/auxiliar/assister un persona


behulpzaamheid ZN

1 servicialitate


behuwd BN

1 affin


behuwdbroeder ZN

1 fratre affin


behuwddochter ZN

1 filia affin


behuwdmoeder ZN

1 matre affin


behuwdoom ZN

1 oncle/avunculo affin


behuwdtante ZN

1 amita affin


behuwdvader ZN

1 patre affin


behuwdzoon ZN

1 filio affin


behuwdzuster ZN

1 soror affin


behuwen WW

1 acquirer per le maritage/matrimonio


bei ZN

1 (titel) bey
de -- van Tunis = le bey de Tunis
van de -- = beylical
2 Zie: bes


beiaard ZN

1 carillon (F)


beiaardbespeling ZN

1 carillonamento


beiaardconcert ZN

1 concerto de carillon (F)


beiaarddrager ZN

1 Zie: beiaardier


beiaarden WW

1 carillonar


beiaardier ZN

1 sonator del carillon (F), carillonator


beiaardklavier ZN

1 claviero de un carillon (F)


beiaardklok ZN

1 campana de carillon (F)


beiaardschool ZN

1 schola de carillon (F)


beiaardspel ZN

1 carillon (F)


beide VNW

1 ambes, tote (le) duo
--n = ambes, tote (le) duo
geen van --n = necuno del duo
wie van --n? = qual de illos?
wij met ons --n = nos duo juncte
één van --n = uno del duo


beide BN

1 ambe
-- personen ken ik = io cognosce ambe personas
zijn -- zusters = su duo sorores


beiden WW

1 attender
zonder -- = sin tardar


beiderlei BN

1 ambe
van -- kunne = de ambe/duo sexos


beiderzijds BW

1 de ambe lateres
--e belangen = interesses de ambe lateres


Beier ZN

1 bavaro, bavarese


beieraar ZN

1 Zie: beiaardier


beieren WW

1 (luiden) sonar
2 (klokkenspel bespelen) carillonar


Beieren ZN EIGN

1 Bavaria


Beiers BN

1 bavare, bavarese
--e Alpen = Alpes Bavarese
--e dialekt = dialecto bavarese


Beiers BN

1 bavarese


beierwerk ZN

1 carillon (F)


beige BN

1 beige (F)


beige ZN

1 beige (F)


beignet ZN

1 beignet (F)


beijveraar ZN

1 persona qui se applica/se effortia, homine plen de zelo


beijveren WW

1
zich -- om = applicar se a, effortiar se a, consecrar se a


beijvering ZN

1 effortio, application, zelo


beijzeld BN

1 coperite/coperte de gelo
--e velden = campos coperte de gelo
--e wegen = camminos gelate


beijzelen WW

1 coperir de gelo
de beijzelde velden = le campos coperite de gelo


beinkten WW

1 coperir de tinta


beïnvloedbaar BN

1 impressionabile, suggestibile


beïnvloeden WW

1 influer super, influentiar, exercer influentia super
iemand -- = influer super un persona
zich door iemand/door iets laten -- = facer se/lassar se influentiar de un persona/de un cosa
de openbare mening -- = influentiar le opinion public
elkaar wederzijds -- = interager, interpenetrar, compenetrar
makkelijk te -- = multo influentiabile


beïnvloeding ZN

1 influentia, influentiation
-- van de openbare mening = influentiation del opinion public
wederzijdse -- = interpenetration


beitel ZN

1 cisello
holle -- = gubia
met een -- bewerken = cisellar


beitelaar ZN

1 persona qui cisella, cisellator


beitelblad ZN

1 lamina de un cisello


beitelboor ZN

1 trepano


beitelen WW

1 cisellar, travaliar al cisello


beitelhals ZN

1 collo de un cisello


beitelhouder ZN

1 portacisello


beiteling ZN

1 cisellatura


beitelslag ZN

1 colpo de cisello


beitelsnede ZN

1 (snijvlak van de beitel) talia del cisello
2 (insnijding door de beitel) incision/intalio de cisello


beitelstaal ZN

1 aciero del cisello


beitelvorm ZN

1 forma de cisello


beitelvormig BN

1 in/de forma de cisello


beitelwerk ZN

1 cisellatura


beits ZN

1 vernisse transparente colorate
dekkende -- = vernisse non-transparente/opac


beitsbad ZN

1 banio de vernisse transparente colorate


beitsen WW

1 colorar con vernisse transparente colorate


beitskleurstof ZN

1 colorante de vernisse transparente


beitsmiddel ZN

1 Zie: beits


bejaard BN

1 vetule, vetere, de etate avantiate, avantiate in etate


bejaarde ZN

1 persona vetule/vetere/de etate avantiate


bejaardenavond ZN

1 vspere/vespera pro vetule/vetere personas


bejaardencentrum ZN

1 Zie: bejaardentehuis


bejaardenclub ZN

1 club (E) pro vetule/vetere personas


bejaardenflat ZN

1 (gebouw) edificio a/de appartamentos pro vetule/vetere personas
2 (één woning) appartamento pro vetule/vetere personas


bejaardenhelper ZN

1 adjuta geriatric


bejaardenhelpster ZN

1 adjuta geriatric


bejaardenhuisvesting ZN

1 allogiamento de vetule/vetere personas


bejaardenhulp ZN

1 Zie: bejaardenhelper


bejaardenmishandeling ZN

1 maltractamento de vetule/vetere personas


bejaardenoord ZN

1 Zie: bejaardentehuis


bejaardenpas ZN

1 passaporto pro vetule/vetere personas


bejaardenprobleem ZN

1 problema del vetule/vetere personas


bejaardentehuis ZN

1 hospitio, casa/home (E)/asylo pro vetule/vetere personas


bejaardenverpleegster ZN

1 infirmera geriatric


bejaardenverzekering ZN

1 assecurantia pro vetule/vetere personas


bejaardenverzorger ZN

1 infirmero geriatric, adjuta geriatric


bejaardenvraagstuk ZN

1 Zie: bejaardenprobleem


bejaardenwerk ZN

1 adjuta al vetule/vetere personas


bejaardenwoning ZN

1 habitation/casa pro vetule/vetere personas


bejaardenzorg ZN

1 curas al vetule/vetere personas


bejaardheid ZN

1 vetulessa, etate avantiate


bejag ZN

1 aspiration diligente (a)
dat is mijn -- niet = isto non es mi aspiration


bejagen WW

1 chassar {sj}


bejammeren WW

1 (jammeren over) lamentar super, miserar se
het -- = lamentation
zijn lot -- = lamentar super su destino/sorte
2 (jammer vinden) deplorar, miserar
dat is te -- = isto es a deplorar


bejammering ZN

1 (het jammeren) lamentation
2 (het betreuren) deploration


bejegenen WW

1 tractar
iemand slecht -- = tractar mal un persona
iemand welwillend -- = tractar un persona con benevolentia
iemand onheus/onvriendelijk -- = rebuffar un persona


bejegening ZN

1 tractamento
voorkomende -- = tractamento benevole, obsequio
onaangename -- = tractamento disagradabile, rebuffo
smadelijke -- = contumelia


bejubelen WW

1 ovar, ovationar, acclamar, applauder


bek ZN

1 (snavel) becco, rostro
2 (mond) bucca, (VULG) becco, buccacia
een grote -- hebben = esser insolente
zijn -- dichthouden = tener le becco/buccacia clause
breek me de -- niet open = non me constringe a parlar, non me face parlar
3 (waterspuwer) gargola


bekaaid BN

1 dupate
er -- afkomen = sortir mal de (un cosa)


bekabelen WW

1 equipar/provider de cablos, cablar
de hele stad is bekabeld = tote le urbe ha television per cablo


bekaden WW

1 incassar
het -- = incassamento
bekade havenkom = bassino portuari incassate


bekading ZN

1 incassamento


bekaf BN

1 extenuate, exhauste


bekakken WW

1 defecar super


bekakt BN

1 (bevuild) merdose
2 (gemaakt) affectate
-- praten = parlar con affectation


bekalken WW

1 coperir de calce


bekampen WW

1 combatter, luctar contra, resister a


bekamping ZN

1 combatto, lucta


bekant BW

1 quasi


bekappen WW

1 (een kap maken op) coperir de/munir de/provider de un tecto
een gebouw -- = coperir un edificio de un tecto
2 (door kappen bewerken) taliar


bekapping ZN

1 construction pro le tecto, armatura
een houten -- = un armatura de ligno


bekeerbaar BN

1 convertibile


bekeerd BN

1 convertite
tot het christendom --e jood = judeo convertite


bekeerde ZN

1 converso, convertito, proselyto
nieuw -- = neophyto


bekeerder ZN

1 convertitor


bekeerlijk BN

1 convertibile


bekeerling ZN

1 Zie: bekeerde


bekeken BN

1 precise


bekend BN

1 (ter kennis gekomen) cognoscite
2 (door velen gekend) cognite, note, reputate, renominate
-- van radio en televisie = cognite per le radio e le television
-- staan als = esser reputate de, haber le reputation de
goed/slecht -- staan = haber un bon/mal reputation, esser ben/mal note
algemeen -- = notori
het algemeen -- zijn = notorietate
hij komt me -- voor = il pare que io le cognosce
3 (kennis hebbende van) informate, al currente
dat is mij niet -- = io lo ignora
4 (vertrouwd) familiar
-- zijn met = esser familiar con, cognoscer


bekende ZN

1 (bekend persoon) cognoscentia, cognoscito
een -- van mij = un de mi cognoscitos, un cognoscito mie
een oude -- van de politie = un vetule cognoscentia/cognoscito del policia


bekendheid ZN

1 (het bekend zijn met iets) cognoscentia, cognoscimento, familiaritate, experientia
-- met tekstverwerkende apparatuur = familiaritate con/experientia de apparatos de tractamento de textos
2 (het gekend worden) cognoscentia, cognoscimento, revelation, divulgation
-- geven aan iets = revelar/divulgar un cosa, dar publicitate a un cosa, facer cognoscer un cosa
3 (vermaardheid) celebritate, fama, renomine, reputation, notorietate
-- krijgen = devenir celebre, facer se un nomine
pas laat -- krijgen = attinger le fama tardivemente


bekendmaken WW

1 annunciar, proclamar, publicar, notificar, promulgar, communicar, divulgar, (wat geheim was) revelar
het -- = annunciation, proclamation, publication, notification, promulgation, communication, divulgation, revelation
zich -- = presentar se


bekendmaker ZN

1 annunciator, notificator, proclamator, promulgator


bekendmaking ZN

1 notification, promulgation, annuncio, annunciation, declaration, aviso, proclamation, publication, divulgation, (onthulling) revelation


bekendstaan WW

1 esser cognite/reputate (como)
gunstig -- = haber un bon reputation/nomine
slecht -- = haber un mal reputation/nomine


bekennen WW

1 (voor de rechter) confessar, recognoscer
hij bekent dat hij medeplichtig is = ille confessa esser complice, ille confessa que ille es involvite in le crimine, ille recognosce su complicitate
volledig -- = facer un plen confession
2 (toegeven) recognoscer, admitter, confessar
ik moet -- dat ik er geen raad mee wist = io debe recognoscer/admitter que io non sapeva que facer
openlijk -- = facer un confession public
kleur -- = (bij het kaartspel) dar color, (FIG) esser franc
3 (bespeuren) discerner, distinguer, perciper, apperciper, deteger
er is geen mens te -- = il non ha nemo


bekentenis ZN

1 confession
gerechtelijke -- = confession judicial/judiciari
buitengerechtelijke -- = confession extrajudicial/extrajudiciari
volledige -- = plen confession
een -- doen/afleggen = facer/render un confession
iemand een -- afdwingen = facer confessar un persona per le fortia, extorquer un confession a un persona


bekentenisroman ZN

1 roman(ce) autobiographic


beker ZN

1 (drinkbeker) cuppa, bicario
--tje = cuppella
2 (als prijs van sportwedstrijden) cuppa
de -- winnen = ganiar/vincer le cuppa
3 (kelk) calice
(BIJBEL) le -- der grimmigheid = le calice del amaritude
4 (PLANTK) ascidia


bekercompetitie ZN

1 competition de cuppa


bekerduel ZN

1 Zie: bekerwedstrijd


bekeren WW

1 (tot een (andere) godsdienst doen overgaan) converter
een volk tot het christendom -- = christianisar un populo
zich tot het christendom -- = converter se al christianismo
tot het katholieke geloof -- = catholicisar
2 (tot andere inzichten brengen) converter


bekeren WW

1 (SPORT) disputar un cuppa/un match (E) de cuppa, jocar le cuppa


bekerfinale ZN

1 final del cuppa


bekerfinalist ZN

1 finalista del cuppa


bekerglas ZN

1 bicario


bekerhouder ZN

1 tenitor del cuppa


bekering ZN

1 (het (doen) overgaan tot een (andere) godsdienst) conversion
-- tot het christendom = christianisation
2 (het tot andere inzichten brengen/komen) conversion, (inkeer) repententia


bekeringsdrang ZN

1 Zie: bekeringsijver


bekeringsgeschiedenis ZN

1 historia de un conversion
2 historia del christianisation


bekeringsijver ZN

1 proselytismo


bekeringspoging ZN

1 tentativa de conversion


bekeringszucht ZN

1 Zie: bekeringsijver


bekerkorstmos ZN

1 Zie: bekermos


bekerkwal ZN

1 stauromedusa


bekermos ZN

1 cladonia


bekerpaddestoel ZN

1 Zie: bekerzwam


bekerplant ZN

1 nepenthe
familie van de --en = nepenthaceas
Oostindische -- = nepenthe distillatori


bekerstrijd ZN

1 Zie: bekerwedstrijd


bekertje ZN

1 cuppella


bekertoernooi ZN

1 torneo pro le cuppa


bekervoetbal ZN

1 football (E) pro le cuppa


bekervorm ZN

1 forma de cuppa


bekervormig BN

1 de/in forma de cuppa, (BIOL) cotyloide


bekervrucht ZN

1 (besanjelier) cucubalo bacifere


bekerwedstrijd ZN

1 partita/match (E) de cuppa


bekerwinnaar ZN

1 ganiator del cuppa
-- worden = ganiar le cuppa


bekerzwam ZN

1 peziza


bekeurde ZN

1 mulctato


bekeuren WW

1 mulctar, dar un mulcta/un contravention


bekeuring ZN

1 mulcta, contravention
een -- betalen = pagar un mulcta/un contravention
een -- geven = mulctar, dar/imponer un mulcta/un contravention
een -- krijgen/oplopen = esser mulctate


bekfluit ZN

1 flauta a becco


bekiezeld BN

1 coperte/coperite de gravella


bekijk ZN

1
veel --s hebben = (at)traher (a se) tote le reguardos, retener/(at)traher le attention


bekijken WW

1 (met aandacht kijken naar) reguardar attentemente, ocular, examinar
2 (bezichtigen) visitar, examinar
3 (onderzoeken) examinar, perspicer
goed -- = inspectar, scrutar
opnieuw -- = revider, reexaminar
het opnieuw -- = revista, reexamination
in detail -- = perscrutar
4 (overwegen) considerar, studiar, examinar, pesar
alles wel bekeken = toto considerate
5 (klaarspelen) arrangiar, regular
6
het is een bekeken zaak = le caso es clause


bekisten WW

1 revestir de plancas (de ligno)


bekisting ZN

1 revestimento con plancas (de ligno)


bekistingshout ZN

1 ligno de revestimento


bekistingsmateriaal ZN

1 material de revestimento


bekken ZN

1 (kom) bassino, cupetta, recipiente, reservoir (F)
2 (GEOGR) bassino
orografisch -- = bassino orographic
Aquitaans -- = bassino aquitan
3 (MUZ) cymbalo
Chinese --s = cymbalos chinese
4 (ANAT) bassino, pelve
van het -- = pelvic
-- van een nier = pelve renal


bekkenader ZN

1 vena pelvic


bekkenbeen ZN

1 osso pelvic


bekkenbreuk ZN

1 fractura pelvic/del pelve/del bassino


bekkeneel ZN

1 (hersenpan) cranio, cassa cranian


bekkeneelnaad ZN

1 sutura del cranio


bekkeneelvlies ZN

1 pericranio


bekkenfotografie ZN

1 pelvigraphia


bekkenfractuur ZN

1 Zie: bekkenbreuk


bekkengordel ZN

1 cinctura/cincturon pelvic


bekkenholte ZN

1 cavitate pelvic
grote/kleine -- = grande/parve cavitate pelvic


bekkeninstabiliteit ZN

1 symphysiolyse (-ysis)


bekkenist ZN

1 cymbalero, cymbalista


bekkenmeter ZN

1 pelvimetro


bekkenmeting ZN

1 pelvimetria


bekkenslag ZN

1 colpo de cymbalo


bekkenslagader ZN

1 arteria pelvic


bekkenslager ZN

1 Zie: bekkenist


bekkenspier ZN

1 musculo pelvic


bekkentje ZN

1 bassinetto


bekkentrekken WW

1 grimassar


bekkentrekken WW

1 facer grimasses, grimassar


bekkentrekker ZN

1 persona qui face grimasses


bekkenvliesontsteking ZN

1 pelviperonitis


bekkenvormig BN

1 pelviforme


beklaagde ZN

1 accusato, inculpato, imputato
een -- vrijspreken = absolver un accusato


beklaagdenbank ZN

1 banco del accusates (-os, -as)/imputates (-os, -as)


beklaaglijk BN

1 digne de compassion


bekladden WW

1 (bevlekken) macular
2 (belasteren) calumniar, diffamar, infamar, detraher, denigrar
het -- = calumniation, diffamation, infamation, detraction, denigration
iemands goede naam -- = denigrar le reputation de un persona


bekladder ZN

1 (iemand die besmeurt) maculator
2 (kwaadspreker) maledicente, calumniator, diffamator, infamator, detractor, denigrator


bekladderen WW

1 macular


bekladding ZN

1 (besmeuring) maculation
2 (belastering) calumniation, diffamation, infamation, detraction, denigration


beklag ZN

1 reclamation
zijn -- doen = reclamar, protestar (contra)


beklagcommissie ZN

1 commission del reclamationes


beklagen WW

1 (weeklagen over) deplorar, lamentar
het -- = deploration, lamentation
zich -- = lamentar se
iemands dood -- = lamentar le morte de un persona
2 (medelijden uiten) haber pietate de, commiserar
3 (een klacht indienen) protestar


beklagenswaard(ig) BN

1 deplorabile, lamentabile, lamentose, lacrimabile, miserabile, misere, digne de compassion, pietose
--e figuur = figura lamentabile
in een --e toestand verkeren = esser in un situation deplorabile


beklaging ZN

1 (klacht) plancto, reclamation


beklampen WW

1 provider de juncturas


beklant BN

1
goed --e winkel = magazin con multe clientes


beklauteren WW

1 Zie: beklimmen


beklautering ZN

1 Zie: beklimming


bekleden WW

1 (bedekken) revestir, coperir, tapissar
een stoel -- = revestir/tapissar un sedia
met skai bekleed = tapissate con skai
2 (omhullen) drappar, inrobar
3 (uitoefenen, bezetten) occupar, exercer, revestir
een functie -- = occupar un function
een leerstoel -- = haber/occupar un cathedra
de bisschoppelijke waardigheid -- = revestir le dignitate de episcopo
4 (opdragen) investir, cargar
iemand met een ambt -- = investir un persona con un carga


bekleder ZN

1 (van ambt, etc.) titular


bekleding ZN

1 (bekleedsel) revestimento, camisa, inveloppe
2 (van functie) exercitio
-- van een functie = exercitio de un function


bekledingsmarmer ZN

1 marmore de revestimento


bekledingsplank ZN

1 planca de revestimento


bekledingsstof ZN

1 tela de revestimento


bekleedsel ZN

1 (bekleding) revestimento, inveloppe, camisa
2 (BIOL) integumento


beklemd BN

1 (vastgeklemd) blocate
2 (beangst, benauwd) angustiate, opprimite, serrate
een -- gevoel = un sentimento de oppression/de angustia
een -- gevoel hebben = sentir se opprimite
3 (MED) strangulate
--e breuk = hernia strangulate


beklemdheid ZN

1 (benauwdheid) oppression, angustia
2 (gedruktheid) abattimento, depression


beklemmen WW

1 (vastklemmen) serrar, stringer, constringer
2 (benauwen) opprimer, angustiar, suffocar
3 (MED) strangular


beklemmend BN

1 (vernauwend) constrictive, constringente
2 (benauwend) opprimente, oppressive, angustiante, suffocante
een -- gevoel = un sentimento opprimente/de oppression


beklemming ZN

1 (MED) (vernauwing) constriction, strangulation
2 (benauwing) oppression, angustia
een gevoel van -- = hebben = haber un sentimento de oppression
last hebben van -- op de borst = patir de oppression in le pectore


beklemtonen WW

1 (de klemtoon leggen op) (ook FIG) accentuar, mitter/poner le accento/emphase (-asis) super


beklemtoning ZN

1 accentuation, emphase (-asis)


beklemtoonbaar BN

1 accentuabile


beklemtoond BN

1 accentuate, tonic
--e lettergreep = syllaba accentuate/tonic
--e klinker = vocal accentuate/tonic


bekletsen WW

1 parlar/dicer mal (de), calumniar, denigrar


beklijven WW

1 subsister, durar, restar in mente


beklijving ZN

1 lo que subsiste


beklimbaar BN

1 ascendibile, scalabile


beklimmen WW

1 montar, ascender, facer le ascension de, (rotsen/bergen OOK) scalar
het -- = scalada
de trap -- = montar le scala
bergen -- = ascender/scalar montanias
een muur -- = montar/scalar un muro


beklimmer ZN

1 persona qui ascende/monta/scala, scalator, (berg--) alpinista, ascensionista, scalator


beklimming ZN

1 ascension, montata, (van rotsen/bergen OOK) scalada
-- van een berg = ascension/scalada de un montania


beklinken WW

1 (vast afspreken) concluder, regular, decider, fixar
de zaak is beklonken = le cosa es concludite, isto es un cosa decidite
2 (met klinknagels) fixar con rivetes, rivetar
3 (inzakken) comprimer se


beklinkerd BN

1 pavite con clinkers (E)/briccas
-- binnenplaatsje = parve cortil pavite con clinkers/briccas


beklodderen WW

1 coperir de maculas, macular


beklonteren WW

1 coperir de grumos de fango, etc.


bekloppen WW

1 (kloppen op) percuter
2 (MED) palpar, percuter
het -- = palpation
de borst -- = percuter le pectore


beklopping ZN

1 (MED) palpation, percussion


bekluisd BN

1 voltate
een --e kelder = un cellario voltate


bekluizen WW

1 voltar


bekn. BN

1 (afkorting) Zie: beknopt


beknabbelen WW

1 roder


beknabbeling ZN

1 rodimento


bekneld BN

1 (vast) serrate
2 (benauwd) opprimite, angustiate
3 (MED) strangulate
--e breuk = hernia strangulate


beknellen WW

1 (vastklemmen) serrar, stringer, constringer
2 (benauwen) opprimer, angustiar
3 (MED) strangular


beknelling ZN

1 (MED) strangulation


beknibbelen WW

1 (geld inhouden/uitsparen) economisar, diminuer plus de lo que es necessari
op alles -- = economisar in toto
2 (afdingen) requirer/obtener un rebatto


beknibbeling ZN

1 (het geld inhouden/besparen) economisation
2 (afdinging) obtention de un rebatto


beknopt BN

1 concise, compendiose, dense, succincte, summari, breve
--e stijl = stilo concise/dense
--e inleiding = curte introduction
--e vertelling = narration compendiose
--e uitleg = explication summari
--e uitgave = edition abbreviate
een -- antwoord, alsublieft = un responsa breve, per favor
-- overzicht = summario, compendio, résumé (F), synopse (-opsis)
zich -- uitdrukken = exprimer se con concision
-- samenvatten = resumer


beknoptheid ZN

1 concision, brevitate, laconismo
-- van de stijl = concision del stilo


beknorren WW

1 reprender/reprehender/reprobar/blasmar con acrimonia


beknotten WW

1 restringer, reducer, diminuer, truncar, limitar
iemands vrijheid -- = restringer le libertate de un persona
de spreektijd -- = reducer le tempore de parola
de uitgaven -- = reducer le expensas


beknotting ZN

1 reduction, restriction, diminution, limitation


bekocht BN

1 dupate
wij zijn -- = on nos ha dupate
zich -- voelen = sentir se dupate
ik ben eraan -- = io ha pagate un troppo alte precio
daar ben je niet aan -- = isto esseva un bon compra


bekoekeloeren WW

1 spiar


bekoelen WW

1 (koeler worden) refrigerar se, refrescar se
2 (koeler maken) refrigerar, refrescar


bekogelen WW

1 lancear a
iemand met tomaten -- = lancear tomates a un persona
iemand met stenen -- = lancear petras a un persona, lapidar un persona


bekogeling ZN

1 lanceamento


bekokstoven WW

1 complotar, intrigar, intricar, tramar, machinar, insidiar, cabalar


bekomen WW

1 (verkrijgen) obtener, haber, acquirer, reciper
antwoord -- = obtener/haber un responsa
2 (bijkomen, zich herstellen) restab(i)lir se
3
(gevolgen hebben voor) die wijn is mij niet goed -- = io ha mal supportate iste vino


bekoming ZN

1 (het verkrijgen) abtention, acquisition


bekommerd BN

1 sollicite, inquiete, intranquille, preoccupate


bekommerdheid ZN

1 sollicitude, inquietude, preoccupation


bekommeren WW

1
zich -- om = 1. (toezien op) respicer, 2. (zorg dragen voor) (pre)occupar se de, facer caso de


bekommering ZN

1 sollicitude, inquietude, preoccupation


bekommernis ZN

1 Zie: bekommering


bekomst ZN

1 satietate
zijn -- eten = mangiar a satietate
hij heeft zijn -- gehad = ille ha habite su parte


bekonkelen WW

1 machinar, intrigar, intricar, tramar, insidiar, cabalar, complotar


bekonkeling ZN

1 machination, intriga, cabala, complot, (JUR) collusion


bekoorlijk BN

1 gratiose, elegante, attractive, attrahente, seducente


bekoorlijkheid ZN

1 gratia, gratiositate, elegantia, attractivitate, charme (F)


bekopen WW

1 (boeten) pagar pro
duur -- = pagar car
iets met de dood -- = pagar pro un cosa con su vita, pagar pro un cosa con su proprie morte


bekoperen WW

1 coperir de folios de cupro


bekoren WW

1 (aantrekken) incantar, attraher, captivar
het -- = incantamento
een week in Lutjebroek kan mij absoluut niet -- = un septimana in Lutjebroek non me attrahe del toto
2 (verleiden) seducer
het -- = seduction, seducimento
te -- = seducibile
3 (REL) (tot zonde) tentar
het -- = tentation


bekoring ZN

1 incantamento, seduction, attraction, fascination, charme (F), magia, prestigio
hij komt onder de -- van het landschap = le paisage le incanta
de -- van het buitenleven = le incantamento del vita al aere libere
2 (REL) (tot zonde) tentation


bekorsten WW

1 (met een korst bedekken) incrustar


bekorsting ZN

1 incrustation


bekorten WW

1 abbreviar, accurtar, (tekst, gesproken woord) condensar
een tekst -- = accurtar un texto
een hoofdstuk tot de helft -- = reducer un capitulo usque al medietate


bekortend BN

1 abbreviative


bekorting ZN

1 abbreviation, abbreviamento, accurtamento


bekostigen WW

1 pagar pro, financiar
het -- = financiamento
ik kan dat niet -- = io non me lo pote permitter, io non pote permitter me lo, io non pote pagar lo


bekostiger ZN

1 pagator, financiator


bekostiging ZN

1 financiation, financiamento


bekrachtigen WW

1 (bevestigen) confirmar, consecrar
het -- = confirmation, consecration
2 (officieel erkennen) validar, facer valide, ratificar
een contract -- = validar/ratificar un contracto
iemand die bekrachtigt = ratificator
3 (legaliseren) legalisar
het -- = legalisation
4 (sanctioneren) sanctionar, sancir
een wet -- = sanctionar un lege
5 (ELEKTR) excitar
een dynamo -- = excitar un dynamo


bekrachtigend BN

1 (bevestigend) confirmative, confirmatori


bekrachtiger ZN

1 confirmator, corroborator


bekrachtiging ZN

1 (bevestiging) confirmation, consecration
2 (JUR) exequatur
3 (officiële erkenning) validation, ratification, sanction, legislation
-- van een contract = validation/ratification de un contracto
-- van een wet = legislation de un lege
4 (ELEKTR) excitation
-- van een dynamo = excitation de un dynamo


bekrachtigingsakte ZN

1 acto de ratification/de validation


bekrachtigingsdynamo ZN

1 dynamo de excitation


bekrachtigingsoorkonde ZN

1 documento de ratification/de validation


bekrachtigingsstroom ZN

1 (ELEKTR) currente de excitation


bekransen WW

1 coronar, guirlandar {gi}
het -- = coronamento


bekrassen WW

1 coperir de excoriationes, rader


bekrassing ZN

1 excoriation


bekreunen WW

1
zich niet -- om = non (pre)occupar se de, non inquietar se de


bekrijten WW

1 Zie: bewenen


bekrimpen WW

1 reducer (le costos)
zich -- = reducer se
zich -- in zijn uitgaven = reducer se in su expensas


bekritiseren WW

1 criticar, censurar
iemand scherp -- = criticar un persona durmente/violentemente


bekritisering ZN

1 criticas, censuras


bekrompen BN

1 (kleingeestig) pusille, meschin, illiberal, stricte
-- geest = spirito stricte
-- denkbeelden = ideas meschin
2 (niet ruim) stricte, exigue, parve, limitate
-- middelen = medios limitate
-- woning = casa exigue
3 (armoedig) povre, paupere, miserabile


bekrompenheid ZN

1 strictessa de spirito, pusillitate, meschinitate, meschineria, illiberalitate, philisteria, philisteismo


bekronen WW

1 (een prijs toekennen) attribuer/conferer/conceder un premio a, coronar, premiar
een boek -- = coronar/premiar un libro
2 (een goed einde geven aan) coronar
zijn inspanningen werden met succes bekroond = su effortios esseva coronate de successo
3 (van boven bedekken) coronar
een kasteel bekroonde de heuvel = un castello coronava le collina


bekroning ZN

1 (toekenning van een prijs) attribution (de un premio)
2 (toegekende prijs) premio
3 (gelukkige voltooiing) coronation, coronamento
de -- van iemands werk vormen = esser/constituer le coronation/le coronamento del obra de un persona, coronar le obra de un persona
4 (versierende top) coronamento


bekroond BN

1 (met een kroon) coronate
2 (mbt een prijs) coronate, premiate, (alleen mbt personen) laureate
een -- werk = un obra premiate
een --e schrijver = un scriptor laureate


bekroonde ZN

1 coronato, laureato, premiato


bekroosd WW

1 coperte/coperite de lemna
--e vijver = stagno coperte de lemna


bekruipen WW

1 (heimelijk naderen) rampar verso, approximar se/approchar {sj} rampante
2 (mbt gevoelens) venir a, ganiar, invader
het verlangen bekroop mij = le desiro/desiderio me invadeva


bekruisen WW

1 marcar con un cruce
zich -- = signar se


bekvechten WW

1 querelar, disputar


bekvechter ZN

1 querelator, disputator


bekwaam BN

1 (kundig) capabile, capace, habile, competente, qualificate, experte, experimentate
een --e ambtenaar = un functionario competente
2 (in staat tot) capabile (de), apte (a)
3 (doelmatig, gepast) proprie, appropriate, adequate
met --e spoed = con tote le velocitate possibile
4 (JUR) (bevoegd) competente


bekwaamheid ZN

1 aptitude, capabilitate, capacitate, competentia, habilitate, sufficientia, maestria
bewijs van -- = certificato/diploma de aptitude/capabilitate/competentia
2 (JUR) (bevoegdheid) competentia


bekwaamheidsdiploma ZN

1 diploma/certificato de aptitude/de capabilitate/de competentia


bekwaamheidseis ZN

1 exigentia de aptitude/de capabilitate/de competentia


bekwamen WW

1 preparar, exercitar, (kwalificeren) qualificar
zich -- tot iets = preparar se pro un cosa
zich verder -- = perfectionar se
zich -- in Interlingua = familiarisar se con Interlingua


bekwaming ZN

1 preparation, (kwalificering) qualification


bekwijlen WW

1 macular con saliva/bava, salivar (super), bavar (super)


bel ZN

1 (schel) campana, campanetta
de -- gaat = le campana/campanetta sona
aan de -- trekken = tirar le campanetta
op de -- drukken = premer le button del campanetta
de -- voor de laatste ronde = le signal del ultime torno
de -- niet halen (op het allerlaatst verliezen) = perder in le ultime momento
2 (veebel) sonalia
de koe had een -- om haar nek = le vacca habeva un sonalia al collo
3 (blaasje in vloeistof, etc.) bulla
-- lucht = bulla de aere
--len blazen = facer bullas de sapon
4 (eenheid van geluidsintensiteit) bel
5
een -- cognac = un cuppa/un grande vitro de cognac (F)
6
(FIG) met allerlei toeters en --len = con grande apparato e pompa


belabberd BN

1 disagradabile, horribile, misere, miserabile
-- weer = tempore horribile


belachelijk BN

1 ridicule, risibile, irrisori, derisori, grottesc, absurde
--e (lage) prijs = precio ridicule
-- (laag) loon = salario irrisori
--e maatregel = mesura absurde
--e argumenten = argumentos irrisori/derisori
-- maken = render ridicule, ridiculisar, irrider, derider, ludificar
iets --s, --e toestand = ridiculo
iets in het --e trekken = ridiculisar un cosa


belachelijkheid ZN

1 ridiculo, ridiculessa, ridiculitate, risibilitate


beladen WW

1 cargar, incargar, (bevrachten) fretar
2 (bezwaren, drukken) onerar


beladen BN

1 cargate
een -- onderwerp = un thema de carga emotional
een -- sfeer = un ambiente tense
een zwaar -- wagen = un carro excessivemente cargate
een te zwaar -- wagen = un carro troppo cargate, un carro supercargate
zwaar -- (vrucht)bomen = arboles cargate de fructos
met zonde -- = cargate de peccato
met schulden -- = indebitate


belader ZN

1 cargator


belading ZN

1 (het beladen) cargamento
2 (vracht) carga


belagen WW

1 (zich verdringen rond) assediar
de minister werd belaagd door journalisten = le ministro esseva assediate de jornalistas
2 (bedreigen) menaciar, impericular, insidiar


belager ZN

1 assediator, insidiator, attaccator, attaccante, aggressor, inimico


belanden WW

1 arrivar
ik ben benieuwd waar hij -- zal = ik es curiose de saper ubi ille arrivara


belang ZN

1 (iets dat iemand raakt ivm voordeel/voorspoed) interesse
gemeenschappelijk/algemeen -- = interesse public/commun/general
persoonlijk -- = interesse personal
in iemands -- = in le interesse de un persona
in het -- van de wet = in le interesse del lege
ondergeschikt -- = interesse accessori/subalterne/secundari
botsing van/botsende --en = collision/conflicto de interesses
strijdige/tegengestelde --en = interesses inconciliabile/contrari/opposite/adverse, divergentia de interesses
gevestigde --en = interesses establite
van plaatselijk -- = de interesse local
in zijn eigen -- handelen = ager in function de su interesses
iemands --en behartigen = defender/gerer le interesses de un persona
iemands --en dienen = servir le interesses de un persona
-- hebben bij = esser interessate in
op eigen -- uit = interessate
2 (belangstelling) interesse
-- stellen in = interessar se a
-- inboezemen/wekken/doen stellen = inspirar/suscitar interesse, interessar
geen -- meer stellen in = disinteressar se de
3 (belangrijkheid) importantia, significantia
van ondergeschikt -- = de importantia marginal
van het allergrootste -- = de prime/primari importantia
van vitaal -- = de importantia vital
niets van -- = nihil de importantia
van -- zijn = esser importante/de importantia, importar
-- hechten aan = dar/conceder importantia a
het -- van zijn onderzoekingen = le importantia de su recercas
het is van -- dat = il importa que


belangeloos BN

1 (gratis) gratuite
2 (onbaatzuchtig) disinteressate, altruistic, benevole, oblative
--e hulp = adjuta disinteressate


belangeloosheid ZN

1 disinteresse, disinteressamento


belangenbehartiging ZN

1 protection de interesses


belangencoalitie ZN

1 Zie: belangengemeenschap


belangenconcentratie ZN

1 concentration de interesses


belangenconflict ZN

1 conflicto de interesses


belangengemeenschap ZN

1 communitate/coalition de interesses


belangengroep ZN

1 gruppamento/gruppo de interesses/de pression, lobby (E)


belangengroepering ZN

1 Zie: belangengroep


belangenorganisatie ZN

1 organisation que perseque objectivos concrete


belangenpolitiek ZN

1 politica de interesses


belangensfeer ZN

1 sphera de interesses


belangenstrijd ZN

1 lucta/conflicto del interesses


belangentegenstelling ZN

1 opposition de interesses


belangenvereniging ZN

1 Zie: belangengroep


belangenvermenging ZN

1 mixtion de interesses


belangenverstrengeling ZN

1 interlaciamento de interesses


belangenvertegenwoordiging ZN

1 representation de interesses


belanghebbend BN

1 (betrokken bij) interessate
--e partijen = partes interessate
2 (TAAL) indirecte
-- voorwerp = complemento/objecto indirecte


belanghebbende ZN

1 interessato
het contract moet door alle --n getekend worden = le contracto debe esser signate per tote le interessatos


belanghebber ZN

1 interessato


belangrijk BN

1 (van grote betekenis) importante, de importantia, significante, momentose
--e gebeurtenis = evento importante/significante
--e beslissingen = decisiones momentose
uiterst -- = primordial, crucial
niet -- = inimportante
iets -- vinden = estimar que un cosa es importante, considerar un cosa importante
2 (groot) importante, considerabile, notabile, grande, significative, significator
--e vooruitgang = progresso importante/notabile/significative
--e som = summa importante
3 (invloedrijk) considerabile, grave, de peso
-- iemand = persona de peso
4 (rijk van inhoud) substantial
--e voordelen = avantages substantial


belangrijkheid ZN

1 importantia, significantia, gravitate


belangrijkst BN

1 le plus importante, capital, cardinal, major, principal, essential
--e bestanddeel = componente/ingrediente principal
het --e deel = le essential
2 (overheersend) predominante


belangstellend BN

1 interessate, plen de interesse, curiose, attente, attentive
--e toehoorder = auditor interessate
ze waren heel geïnteresseerd = illes esseva multo interessate/attentive, illes monstrava un grande interesse


belangstellende ZN

1 persona interessate, interessato
alle --n zijn welkom = tote le interessatos es benvenite


belangstelling ZN

1 interesse, attention
gespeelde/niet gemeende -- = interesse composite
bewijs van -- = monstra/marca/prova/proba de interesse
-- hebben voor iets = interessar se pro un cosa
-- opwekken/inboezemen = suscitar/inspirar/eveliar interesse, interessar
-- tonen voor = monstrar/demonstrar interesse pro
met -- iets aanhoren = ascoltar un cosa con interesse
in het midden van de -- staan = esser al centro/foco del interesse/attention
iemand met -- aanhoren = ascoltar un persona con interesse
voor dit artikel bestond grote -- = iste articulo suscitava un vive interesse
de -- verliezen voor = disinteressar se de
geen -- hebbend = disinteressate
louter uit -- = pro mer interesse
gebrek aan -- = manco de interesse, incuriositate
zonder --, niet de -- opwekkend = incuriose


belangstellingscentrum ZN

1 centro de interesse


belangwekkend BN

1 interessante, digne de interesse, de interesse, conspicue, prominente
--e figuur = persona conspicue/prominente


belangzucht ZN

1 Zie: zelfzucht


belangzuchtig BN

1 Zie: zelfzuchtig


belast BN

1 (met een last bezwaard) cargate
te zwaar -- = excessivemente cargate, supercargate
-- en beladen = multo cargate
2 (als toegewezen taak hebbend) cargate, incargate, responsabile
hij is -- met de verkoop = ille es cargate del vendita
-- zijn met de vertegenwoordiging = esser incargate del representation
3 (met belasting) imponite
4 (GENETICA) defective
erfelijk -- zijn = haber un hereditate cargate, haber taras/defectos hereditari


belastbaar ZN

1 (beladen kunnende worden) capace de portar un certe carga
2 (waarvan belasting mag worden geheven) imponibile, taxabile, cargabile de impostos
--e goederen = merces/mercantias taxabile


belasten WW

1 (gewichten plaatsen op) cargar
een brug -- om de draagkracht te testen = cargar un ponte pro testar su fortia portative
2 (als prestatie vergen van) cargar
een motor te zwaar -- = supercargar un motor
de leidingen zijn te zwaar belast = le conductos es supercargate
3 (opdracht geven) cargar, incargar
iemand met iets -- = cargar/incargar un persona de un cosa
zich -- met iets = cargar se de un cosa, assumer le responsabilitate de un cosa
4 (bezwaren met een verplichting) imponer, gravar
met een hypotheek -- = gravar con un hypotheca, hypothecar
5 (belasting leggen op) imponer, taxar, cargar de impostos
extra -- = supertaxar
6 (drukken op) pesar super
zijn geweten -- = pesar super le conscientia
7 (SCHEEP) (ballasten) lastar


belastend BN

1 (drukkend) onerose
2 (ongunstig) disfavorabile, incriminante
--e verklaring = testimonio incriminante


belasteren WW

1 calumniar, diffamar, detraher, infamar, vilificar, nigrar, denigrar
het -- = calumniation, diffamation, detraction, infamation, vilification, denigration


belastering ZN

1 calumniation, diffamation, detraction, infamation, vilification, denigration


belasting ZN

1 (verplichte bijdrage aan de overheidskas) imposto, taxa, contribution
directe -- = imposto directe
indirecte -- = imposto indirecte
extra -- = supertaxa
-- volgens vast percentage = imposto proportional
drukkende -- = imposto onerose
-- op de toegevoegde waarde, BTW = taxa super le valor adjuncte/adjungite, TVA
-- betalen = pagar imposto(s), contribuer
-- heffen = imponer, taxar, cargar de impostos
-- ontduiken = (de)fraudar le fisco
een -- instellen/invoeren = establir un imposto
vrijstellen van -- = exonerar de imposto(s)
vrijstelling/vrijdom van -- = exoneration de imposto(s)
in de -- aangeslagen worden = esser imponite
in de -- vallen = esser imponibile
opgelegde -- = imposition
ambtenaar die de -- vaststelt = taxator
2 (belastingdienst) fisco
iets voor de -- verzwijgen = dissimular un cosa al fisco
3 (druk door een last) carga, pression
te zware -- = supercarga
dode -- = carga morte
verdeelde -- = carga repartite
maximum toelaatbare -- = maximo de carga
hydrodynamische -- = carga hydrodynamic
4 (psychische druk) carga, pression
de studie is een te grote -- voor haar = le studio es un (troppo grande) carga pro illa
5 (GENETICA) tara (hereditari), defectuositate hereditari


belastingaangifte ZN

1 declaration fiscal/de imposto(s)


belastingaanslag ZN

1 evalutation del impostos, imposition, notification fiscal
voorlopige -- = notification fiscal provisional/provisori


belastingadministratie ZN

1 administration fiscal/de impostos


belastingadvies ZN

1 consilio fiscal


belastingadviseur ZN

1 consiliero fiscal


belastingaftrek ZN

1 deduction fiscal


belastingambtenaar ZN

1 functionario del fisco


belastingbetaler ZN

1 pagator de impostos, contributor, contribuente


belastingbetaling ZN

1 pagamento de impostos


belastingbiljet ZN

1 (formulario del) declaration fiscal, folio de impostos


belastingboekhouding ZN

1 contabilitate fiscal


belastingcijfers ZN MV

1 cifras del impostos


belastingconsulent ZN

1 consiliero fiscal


belastingcontroleur ZN

1 controlator fiscal/del impostos


belastingdeskundige ZN

1 experto fiscal


belastingdienst ZN

1 fisco, impostos
inspecteur van de -- = inspector fiscal/del impostos


belastingdruk ZN

1 cargas/pression fiscal, fiscalitate
zware -- = fiscalitate oppressive


belastingfaciliteiten ZN MV

1 facilitates fiscal


belastingformulier ZN

1 Zie: belastingbiljet


belastingfraude ZN

1 fraude/evasion fiscal


belastinggebouw ZN

1 edificio del impostos


belastinggelden ZN MV

1 impostos


belastinggids ZN

1 guida del impostos


belastinggrens ZN

1 limite del impostos


belastinggroep ZN

1 gruppo/categoria de impostos


belastinghaven ZN

1 Zie: belastingparadijs


belastingheffing ZN

1 imposition, taxation


belastinghervorming ZN

1 reforma fiscal


belastingherziening ZN

1 Zie: belastinghervorming


belastinginkomsten ZN

1 receptas fiscal


belastinginner ZN

1 Zie: belastingontvanger


belastinginning ZN

1 perception del impostos


belastinginspecteur ZN

1 inspector fiscal/del impostos, controlator de contributiones


belastingjaar ZN

1 anno fiscal


belastingkantoor ZN

1 officio fiscal


belastingkohier ZN

1 registro fiscal/del impostos


belastingmaatregel ZN

1 disposition fiscal


belastingmeevaller ZN

1 avantage fiscal non expectate


belastingmisdrijf ZN

1 crimine fiscal


belastingmoraal ZN

1 moralitate fiscal


belastingniveau ZN

1 nivello del impostos


belastingontduiker ZN

1 (de)fraudator fiscal/del fisco, evasor fiscal


belastingontduiking ZN

1 fraude/evasion fiscal


belastingontheffing ZN

1 exoneration/exemption de imposto(s)


belastingontvanger ZN

1 perceptor/receptor de impostos


belastingopbrengst ZN

1 ingressos/receptas fiscal, total del impostos


belastingoverdracht ZN

1 transferentia/transferimento fiscal/de impostos


belastingpachter ZN

1 (ROM GESCH) publicano


belastingparadijs ZN

1 refugio/paradiso fiscal


belastingpeil ZN

1 Zie: belastingniveau


belastingplichtig BN

1 subjecte a impostos, taxabile


belastingplichtige ZN

1 contributor/contribuente de impostos, tributario


belastingpolitiek ZN

1 politica fiscal


belastingquote ZN

1 quota fiscal


belastingrecht ZN

1 derecto fiscal


belastingrechter ZN

1 judice fiscal


belastingrechtspraak ZN

1 justitia fiscal


belastingregime ZN

1 Zie: belastingstelsel


belastingsbetaler ZN

1 pagator de impostos


belastingschijf ZN

1 scala fiscal


belastingschroef ZN

1 vite fiscal
de -- aanzetten/aandraaien = serrar le vite fiscal, augmentar le impostos


belastingschuld ZN

1 debita fiscal


belastingsdiagram ZN

1 diagramma/graphico de carga


belastingsgrafiek ZN

1 Zie: belastingsdiagram


belastingsgrens ZN

1 limite de carga


belastingsimpedantie ZN

1 impedantia de carga


belastingskromme ZN

1 curva del graphico de carga


belastingsplaat ZN

1 placa portante


belastingsproef ZN

1 prova/proba de carga


belastingstelsel ZN

1 systema/regime (F) fiscal/de impostos


belastingsverdeling ZN

1 repartition del cargas


belastingsweerstand ZN

1 resistentia de carga


belastingsysteem ZN

1 Zie: belastingstelsel


belastingtabel ZN

1 tabella fiscal/de impostos


belastingtarief ZN

1 tarifa fiscal/de impostos


belastingterm ZN

1 termino fiscal


belastingtoeslag ZN

1 imposto additional


belastingtruc ZN

1 truco fiscal


belastingvereenvoudiging ZN

1 simplification fiscal


belastingverhoging ZN

1 augmento/augmentation fiscal/del imposto(s)


belastingverlaging ZN

1 reduction fiscal/del imposto(s)


belastingverlichting ZN

1 alleviation/reduction fiscal/del imposto(s)


belastingverlies ZN

1 perdita fiscal


belastingverplichting ZN

1 obligation fiscal


belastingverzwaring ZN

1 Zie: belastingverhoging


belastingvlucht ZN

1 evasion fiscal


belastingvoordeel ZN

1 avantage fiscal


belastingvoorstel ZN

1 proposition fiscal


belastingvrij BN

1 libere/exempte de impostos
-- winkelen = comprar articulos exempte de impostos
--e invoer = admission libere de impostos


belastingvrijdom ZN

1 exemption de impostos, franchitia fiscal


belastingvrijheid ZN

1 Zie: belastingvrijdom


belastingweigeraar ZN

1 contributor/contribuente refractari


belastingwet ZN

1 lege fiscal/de impostos


belastingwetenschap ZN

1 scientia (del legislation) fiscal


belastingwetgeving ZN

1 legislation fiscal


belastingzegel ZN

1 timbro fiscal


belatafeld BN

1 folle, insan, lunetic


belatafelen WW

1 dupar, mystificar


belatten WW

1 coperir con lattes


belazerd BN

1 (gek) folle, insan, lunetic
2 (erg slecht) disastrose, multo mal


belazeren WW

1 dupar, deciper, fraudar, defraudar


belboei ZN

1 boia de campana


belbus ZN

1 autobus a petition/requesta telephonic


bel canto ZN

1 bel canto (I)


beledigen WW

1 offender, insultar, injuriar, ultragiar, affrontar, diffamar, facer un affronto a, piccar
zich beledigd voelen = sentir se offendite
iemand die beledigt = offensor, offenditor, insultator, diffamator, injuriator, affrontator


beledigend BN

1 insultante, offensive, offendente, injuriante, injuriose, injuriator, diffamatori, ultragiose
--e benaming = appellation injuriose
-- woord = parola injuriose, injuria
--e taal = linguage injuriose, injurias


belediger ZN

1 insultator, offensor, offenditor, diffamator, injuriator, affrontator


belediging ZN

1 offensa, insulto, injuria, ultrage, affronto, affrontamento
grove --en = insultos grossier
een -- afzwakken = attenuar un offensa
afschuwelijkheid van een -- = enormitate de un insulto


beleefd BN

1 polite, cortese, complacente, urban, deferente, civil, civilisate, ben educate
kruiperig -- = obsequiose
een uitnodiging -- afslaan = declinar un invitation cortesemente
-- tegen iemand zijn = tractar un persona con cortesia
zo -- willen zijn om = haber le amabilitate de, esser tanto amabile de


beleefdelijk BW

1 politemente, cortesemente


beleefdheid ZN

1 politessa, cortesia, complacentia, civilitate, urbanitate, attention, obsequio
kruiperige -- = obsequiositate
de burgerlijke -- in acht nemen = observar le regulas del cortesia
louter uit -- = pro mer cortesia
hij is de -- zelve = ille es un modello de politessa, ille es le politessa ipse


beleefdheidsapplaus ZN

1 applauso de cortesia/de politessa


beleefdheidsbetuiging ZN

1 testimonio/demonstration de cortesia/politessa, complimento


beleefdheidsbezoek ZN

1 visita de cortesia/de politessa


beleefdheidsformule ZN

1 formula de cortesia/de politessa, formula polite/cortese


beleefdheidsfrase ZN

1 phrase de cortesia/de politessa


beleefdheidsgebaar ZN

1 gesto de cortesia/de politessa


beleefdheidshalve BW

1 per politessa, per cortesia


beleefdheidsregel ZN

1 regula de cortesia/de politessa


beleefdheidsuitdrukking ZN

1 expression de cortesia/de politessa


beleefdheidsvisite ZN

1 Zie: beleefdheidsbezoek


beleefdheidsvorm ZN

1 forma de cortesia/de politessa
--en = etiquetta
de --en in acht nemen = observar/respectar le formas de contesia, observar/respectar le etiquetta


beleenbaar BN

1 (van roerend goed) pignorabile, (van onroerend goed) hypothecabile
-- goed = ben pignorabile


beleenbaarheid ZN

1 (van onroerend goed) pignorabilitate


beleenbank ZN

1 (hypotheekbank) banca hypothecari
2 (lommerd) domo de pignores, monte de pietate


beleenbriefje ZN

1 certificato de pignoration


beleensom ZN

1 summa de pignoration


beleenwaarde ZN

1 valor de pignoration


beleg ZN

1 (belegering) assedio, assediamento
de staat van -- afkondigen = proclamar le stato de assedio
de staat van -- opheffen = levar le stato de assedio
het -- slaan voor = poner/mitter le assedio ante
het -- opbreken = levar/abandonar le assedio
2 (broodbeleg) per lo que on guarni su sandwich (E), lo que on mitte/pone super su trencho {sj} de pan: caseo, salsicia, confitura, etc.


belegen BN

1 assatis vetule, matur
-- kaas = caseo assatis vetule


belegeraar ZN

1 assediante, assediator


belegerde ZN

1 assediato


belegeren WW

1 assediar, investir, incircular
een stad -- = assediar/investir un citate
de ministers werden na de conferentie door journalisten belegerd = post le conferentia le ministros esseva incirculate de jornalistas


belegering ZN

1 assedio, investimento, incirculamento
de -- van Leiden in 1573 = le assedio de Leiden in 1573


belegeringsartillerie ZN

1 artilleria de assedio


belegeringsbatterij ZN

1 batteria de assedio


belegeringsgeld ZN

1 moneta obsidional


belegeringsgeschut ZN

1 Zie: belegeringsartillerie


belegeringskunst ZN

1 arte obsidional


belegeringsleger ZN

1 armea de assedio/de investimento


belegeringsmunt ZN

1 moneta obsidional


belegeringsstelsel ZN

1 systema de assedio


belegeringstaktiek ZN

1 tactica de assedio/investimento


belegeringstoren ZN

1 turre de assedio


belegeringstroepen ZN MV

1 truppas de assedio/de investimento


belegeringswerktuig ZN

1 instrumento de assedio


beleggen WW

1 (geldw.) investir
het -- = investimento
een kapitaal -- = investir un capital
in effecten -- = investir in titulos/valores
2 (bijeenroepen) convocar, reunir, organisar
een vergadering -- = convocar/organisar un reunion
3 (bedekken) coperir, revestir
een vloer met tegels -- = revestir un solo de quadrellos
4 (vastmaken) ammarrar, attachar {sj}


belegger ZN

1 (geldw.) investitor
particuliere -- = investitor private
institutionele -- = investitor institutional


beleggersbelang ZN

1 interesse del investitores


beleggerstaal ZN

1 linguage de investitores


belegging ZN

1 (wat dient om een oppervlak te beleggen) revestimento (del solo)
2 (bijeenroeping) convocation
-- van een vergadering = convocation de un reunion
3 (geldw.) investimento
-- van een kapitaal = investimento de un capital
-- op lange termijn = investimento a longe termino
veilige -- = investimento secur


beleggingsaankoop ZN

1 compra de investimento


beleggingsadvies ZN

1 consilio de investimento


beleggingsadviseur ZN

1 consiliero de investimento


beleggingsanalyst ZN

1 analysta/analysator de investimentos


beleggingsbeleid ZN

1 Zie: beleggingspolitiek


beleggingscertificaat ZN

1 certificato de investimento


beleggingsclub ZN

1 club (E) de investitores


beleggingsconstructie ZN

1 construction de investimento


beleggingsdeskundige ZN

1 Zie: beleggingsexpert


beleggingsdiamant ZN

1 diamante (como objecto) de investimento


beleggingsexpert ZN

1 experto de investimento


beleggingsfonds ZN

1 fundo/compania/societate de investimento


beleggingsgelden ZN MV

1 moneta/capital(es) investite


beleggingsklimaat ZN

1 climate de investimento


beleggingsmaatschappij ZN

1 compania/societate de investimentos


beleggingsmarkt ZN

1 mercato de investimentos


beleggingsobject ZN

1 objecto de investimento, investimento


beleggingsopbrengst ZN

1 rendimento de un investimento/de investimentos


beleggingspand ZN

1 casa/edificio (como objecto) de investimento


beleggingspolitiek ZN

1 politica de investimentos


beleggingsrisico ZN

1 risco de investimento


beleggingsspecialist ZN

1 Zie: beleggingsexpert


beleggingsstrategie ZN

1 strategia de investimentos


beleggingstrust ZN

1 trust (E) de investimentos, societate fiduciari de investimentos


beleggingsvoordeel ZN

1 avantage de investimento


beleggingsvorm ZN

1 forma de investimento


beleggingswaarde ZN

1 valor de investimento


belegsel ZN

1 (boordsel) galon, orlo, guarnitura, guarnition


beleid ZN

1 (wijze van behandeling) politica, linea politic, strategia, (management) gestion
financieel -- = politica financiari
een -- voeren = conducer un politica, poner in practica un politica
een -- uitstippelen = definir/formular un politica/un strategia
2 (overleg) prudentia, circumspection, cautela
met veel -- te werk gaan = proceder con multe cautela, ager con multe prudentia/circumspection


beleidsadvies ZN

1 consilio re le politica a sequer


beleidsadviseur ZN

1 consiliera re le politica a sequer


beleidsambtenaar ZN

1 Zie: beleidsbepaler


beleidsbepaler ZN

1 formulator del politica a sequer


beleidsbepaling ZN

1 formulation del politica a sequer


beleidsbeslissing ZN

1 decision re le politica a sequer


beleidsfout ZN

1 error de politica


beleidshandhaving ZN

1 mantenimento del politica


beleidsinstrument ZN

1 instrumento de politica


beleidskwestie ZN

1 question de politica


beleidslijn ZN

1 strategia/linea politic, politica


beleidsmaatregel ZN

1 disposition/mesura de politica


beleidsmatig BN

1 conforme/relative al politica, in accordo con le politica


beleidsnota ZN

1 nota stipulante/super le politica a sequer


beleidsombuiging ZN

1 (wijziging van beleid) reorientation/cambio del politica
2 (bezuiniging) politica de sparnio


beleidsplan ZN

1 plano (stipulante le politica a sequer)


beleidsruimte ZN

1 margine de action/de manovra politic


beleidssuggestie ZN

1 proposition del politica a sequer


beleidsverschil ZN

1 differentia de politica


beleidsvoering ZN

1 politica


beleidsvoorbereiding ZN

1 preparation del politica a sequer


beleidsvoorlichter ZN

1 informator re le politica a sequer


beleidsvorm ZN

1 forma de politica


beleidsvorming ZN

1 formation de politica, determination de un politica


beleidsvraag ZN

1 question super le politica a sequer


beleidvol BN

1 prudente, plen de tacto


belekken WW

1 (lekkende bevochtigen) rigar gutta a gutta
2 (belikken) leccar


belemmeraar ZN

1 obstructor


belemmeren WW

1 obstruer, incombrar, barrar, impedir, obstar, blocar
de doorgang -- = obstruer/blocar le passage
het -- van de doorgang = le obstruction del passage
het verkeer -- = obstruer le traffico
het -- van het verkeer = le obstruction del traffico
het uitzicht -- = interrumper/obstruer/impedir le vista
de rechtsgang -- = obstruer le procedura/procedimento juridic
iemand die iets belemmert = obstructor
2 (PSYCH) inhiber


belemmering ZN

1 (handeling) obstruction, impedimento
een -- vormen voor = constituer un impedimento pro
2 (middel) obstaculo, impedimento, incombramento
wettelijke -- = impedimento legal
een -- uit de weg ruimen = remover un obstaculo
3 (PSYCH) inhibition


belemniet ZN

1 belemnita


belenden WW

1 esser adjacente/contigue/limitrophe a, confinar a, toccar a


belendend BN

1 adjacente, contigue, limitrophe, contermine
--e percelen = casas/edificios adjacente
-- vertrek = camera contigue


belending ZN

1 adjacentia, contiguitate
zonder gevaarlijke --en = sin adjacentias periculose


belenen WW

1 (door de lener van) prender un presto super, (door de lener aan) dar un presto super
2 (roerende goederen) pignorar
het -- = pignoration
3 (onroerende goederen) hypothecar
4 (GESCH) infeudar


belener ZN

1 prestator


belening ZN

1 presto
2 (van roerende goederen) pignoration
3 (van onroerende goederen) hypotheca
4 (GESCH) infeudation


beleningsbank ZN

1 Zie: beleenbank


beleningscontract ZN

1 contracto hypothecari


beleningskrediet ZN

1 credito hypothecari


beleningsobject ZN

1 objecto hypothecari


beleningsschuld ZN

1 debita hypothecari


beleningsschuldige ZN

1 debitor hypothecari


beleren WW

1 instruer


belerend BN

1 pedante, pedantesc, professoral
--e toon = tono professoral


belet ZN

1 impedimento
-- hebben = non reciper (le visita de un persona)


bel-etage ZN

1 etage (F) principal


beletsel ZN

1 obstaculo, impedimento
een -- uit de weg ruimen = levar un obstaculo
een -- vormen = obstar
(JUR) verhinderend -- = impedimento dirimente
wettelijk -- = impedimento legal


beletten WW

1 impedir, precluder, prevenir, prohiber, opponer se a
het -- = impedimento, preclusion
iemand de doorgang -- = impedir a un persona le passage
iemand het spreken -- = impedir que un persona parla, impedir un persona de parlar


belettend BN

1 impeditive, preclusive


beletting ZN

1 impedimento


beleven WW

1 (meemaken) viver, vider, esser teste de, assister a, (ervaren) experimentar
mooie dagen -- = viver belle dies
avonturen -- = viver aventuras
moeilijke tijden -- = viver/passar dies difficile, viver in tempores difficile
iets weer -- = reviver un cosa
hij beleeft vreugde aan zijn kinderen = su infantes le da satisfaction
2 (lang genoeg leven om iets mee te maken) viver usque a, viver assatis longe tempore pro vider, attinger
dat zal ik niet meer -- = io non lo videra
zijn negentigste verjaardag -- = attinger su novanta annos


belevenis ZN

1 experientia, aventura


beleving ZN

1 experientia, perception


belevingsinhoud ZN

1 contento de un experientia


belevingsvorm ZN

1 forma de experientia


belevingswereld ZN

1 (mundo del) experientia, universo mental


belevingswijs ZN

1 maniera de experientia


belezen BN

1 qui ha legite multo, litterate, erudite
een zeer -- man = un homine de vaste lecturas


belezen WW

1 (bezweringsformule uitspreken, bezweren) exorcisar
2 (overreden) convincer, persuader


belezenheid ZN

1 erudition, cognoscentias litterari
zijn -- in de klassieken = su cognoscentia del classicos


belezer ZN

1 (duiveluitbanner) exorcista


belezing ZN

1 (bezwering) exorcismo, exorcisation


belfort ZN

1 campanario, campanil


belfroot ZN

1 Zie: belfort


Belg ZN

1 belga


belgicisme ZN

1 expression belge, belgicismo


belgicist ZN

1 belgicista


België ZN EIGN

1 Belgio, Belgica


Belgisch BN

1 belge, belgic


belgitude ZN

1 mentalitate belgic, stilo belgic


Belgrado ZN EIGN

1 Belgrad


belhamel ZN

1 (ram die de bel draagt) ariete que porta le sonalia
2 (baldadige jongen, deugniet) puerastro, pueracio


belichamen WW

1 materialisar, incarnar, (als persoon) personificar
Erasmus was het belichaamd gezond verstand van zijn eeuw = Erasmus esseva le bon senso personificate de su seculo


belichaming ZN

1 representation concrete, materialisation, incarnation, (als persoon) personification
hij is de -- van het kwaad = ille es le personification del mal


belichten WW

1 (licht laten vallen op) exclarar, illuminar
het -- = exclaration, illumination
2 (uiteenzetten) exponer, elucidar, clarificar, (toelichten) illustrar
het -- = exposition, elucidation, clarification
een kwestie van verschillende kanten -- = presentar un question desde perspectivas distincte
3 (FOTO) exponer
het -- = exposition
een film -- = exponer un film (E)/un pellicula


belichter ZN

1 illuminator


belichting ZN

1 (verlichting) exclaramento, illumination
2 (uiteenzetting) exposition, elucidation, clarification
3 (FOTO) posa, exposition
dubbele -- = exposition duple


belichtingsduur ZN

1 Zie: belichtingstijd


belichtingsmeter ZN

1 exposimetro, luxmetro
camera met ingebouwde -- = camera con exposimetro incorporate


belichtingssterkte ZN

1 intensitate del exposition, radiantia


belichtingstabel ZN

1 tabella de expositiones/de posas


belichtingstechnicus ZN

1 illuminator


belichtingstijd ZN

1 durata/duration/tempore de exposition/posa, posa


beliegen WW

1
iemand -- = dicer mendacios/mentitas a un persona, mentir a un persona


belieger ZN

1 mentitor


believen WW

1 (behagen aan) placer (a), complacer, agradar (a)
als het God belieft = si il place a Deo
als het U belieft (alstublieft) = si il vos place, per favor
2 (willen hebben/doen) desirar, desiderar, voler, (geneigd zijn om) esser disposite a
wat belieft U, koffie of thee? = que desira vos prender, caffe o the?
wat belieft U, mijnheer? = 1. que dice vos, senior?, 2. (in een winkel) que desira vos, senior?


believen ZN

1 (welbehagen) gusto, placer, satisfaction
is alles naar --? = es toto a/de vostre gusto?
2 (goeddunken) discretion, voluntate
dat hangt van Uw -- af = isto depende de vostre discretion
naar -- = a discretion, a voluntate, ad libitum, ad lib. (L)


belijden WW

1 (uitkomen voor) confessar, admitter, recognoscer
zijn zonden -- = confessar su peccatos
zijn schuld -- = confessar/admitter su culpa
2 (een geloof aanhangen) professar, practicar
een godsdienst -- = professar/practicar un religion
3 (een (geloofs)overtuiging uitdragen) dar testimonio de su fide, confessar su fide
iets met de mond -- = dar un approbation de pur forma a un cosa


belijdend BN

1 practicante
-- katholiek = catholico practicante


belijdenis ZN

1 (bekentenis) confession
2 (R.K.) profession de fide, credo
-- doen = facer profession de fide
3 (PROT) confession
-- doen = facer confession de fide
4 (leerstellingen) confession, religion, credentia
tot een -- behoren = appertiner a un confession
tot welke -- hoort U? = qual es vostre religion?
de Augsburgse -- = le confession de Augsburg


belijder ZN

1 (aanhanger van een geloof) credente
2 (aanhanger van een leer) adepto, adherente
3 (heilige) confessor
Eduard de Belijder = Eduardo le Confessor


belijmen WW

1 coperir con/de colla


belijnen WW

1 (liniëren) linear
2 (omschrijven) definir
scherp -- = precisar


belikken WW

1 leccar, lamber


belinstallatie ZN

1 dispositivo de campanas/campanettas


Belisarius ZN EIGN

1 Belisario


Belizaan ZN

1 belizano


Belizaans BN

1 belizan


Belize ZN EIGN

1 Belize


belklank ZN

1 sono de campana/campanetta


belknop ZN

1 button de campana/campanetta


belkoord ZN

1 corda de campana/de campanetta


belkruk ZN

1 Zie: belknop


belladonna ZN

1 belladonna


bellefleur ZN

1 (soort appel) bellefleur (F)
een kleur als een -- hebben = haber un aere san e fresc


bellen WW

1 (door bellen oproepen) sonar
wil je even de verpleegster --? = vole tu sonar le infirmera?
2 (bellend een signaal geven) sonar
er is gebeld = on ha sonate
3 (telefoneren) telephonar
er wordt gebeld = le telephono sona
ik wil mijn broer -- = io vole telephonar mi fratre


bellenbeluchting ZN

1 aeration per bulla


bellenblazen WW

1 facer bullas de sapon


bellengeheugen ZN

1 (COMP) memoria magnetic accessibile


bellenirrigatie ZN

1 irrigation per bulla


bellenkoord ZN

1 Zie: belkoord


bellenman ZN

1 homine orchestra


bellenplant ZN

1 fuchsia


bellentrekker ZN

1 Zie: belknop


bellettrie ZN

1 belle litteras, belles-lettres (F), belletristica


bellettrist ZN

1 homine de litteras


bellettristiek ZN

1 Zie: bellettrie


bellettristisch BN

1 belletristic, litterari
--e studiën = studios belletristic


belligerent BN

1 belligerente


beloega ZN

1 beluga


beloerder ZN

1 reguardator secrete
2 spia, spion


beloeren WW

1 (loeren op) reguardar/mirar secretemente
de kat beloert de muis = le catto reguarda le mus/mure secretemente
2 (bespieden) spiar, spionar


beloering ZN

1 (bespieding) spionage


belofte ZN

1 promissa, promission
onvoorwaardelijke -- = promissa absolute
schone --en = belle promissas
loze -- = promissa van
mondelinge -- = promissa verbal
-- voor de toekomst = promissa pro le futuro
plechtige -- = promissa solemne, voto
een -- afleggen/doen = facer un promissa, promitter
zijn -- houden/nakomen = complir/mantener su promissa
een -- intrekken/herroepen = retractar/retirar un promissa
zijn -- niet houden/niet nakomen = mancar a/rumper/non complir su promissa, mancar al parola date
een -- inhoudend = promissori
land van -- = terra de promissa/de promission
2 (toezegging) assecurantia


beloftenis ZN

1 promissa, promission


beloftevol BN

1 Zie: veelbelovend


beloken BN

1
-- pasen = (dominica de) Quasimodo
2 triste
er -- uitzien = haber le aere triste
3 claudite, clause


belokt BN

1 coperte/coperite de buclas, buclate


belomantie ZN

1 belomantia


belommerd BN

1 Zie: beschaduwd


belommeren WW

1 Zie: beschaduwen


belommering ZN

1 Zie: beschaduwing


belonen WW

1 (betalen) pagar, remunerar, retribuer, (met een prijs) premiar
het -- = paga, pagamento, remuneration, retribution
de inspanning -- = premiar le effortio
te -- = remunerabile
niet te -- = irremunerabile
iemand die beloont = pagator, remunerator
2 (voldoening geven aan) recompensar, gratificar
het -- = recompensa
iemand die beloont = recompensator
de deugd beloont zichzelf = le virtute trova su recompensa in se ipse


belonend BN

1 remunerative, remuneratori


beloner ZN

1 remunerator


beloning ZN

1 recompensa, remuneration, gratification, retribution, premio
passende -- = recompensa conveniente/appropriate
een -- uitloven = promitter/offerer un recompensa
als -- voor = in recompensa de, como recompensa pro
2 (verdienste) emolumento


beloodsen WW

1 regular le pilotage


beloodsing ZN

1 pilotage


beloofd BN

1 promittite
--e land = terra promittite/de promission/de promissa


beloop ZN

1 (ontwikkeling, gang) curso, marcha {sj}, evolution
het -- van de oorlog = le curso del guerra
iets op zijn -- laten = lassar un cosa sequer su curso, non intervenir in un cosa
dat is 's werelds -- = iste es le curso del cosas terrestre
naar -- van zaken = secundo le circumstantias
2 (richting, vorm) curso, direction
het -- van een lijn = le curso/direction de un linea
3 (EC) (bedrag) amonta
een bedrag ten --e van = le amonta de
4 (talud) talud, declivitate
deze dijk heeft een -- van 30 procent = iste dica ha un declivitate de 30 percentos


belopen BN

1 injectate
met bloed -- ogen = oculos injectate de sanguine, oculos sanguinee


belopen WW

1 (lopen over) marchar {sj} super, passar super, camminar super
die weg is haast niet te -- = iste cammino es quasi impracticabile
2 (lopende afleggen) percurrer/facer a pede
die afstand is niet in één dag te -- = on non pote percurrer a pede tote iste distantia in un sol jorno, il es impossibile facer a pede tote iste distantia in un sol jorno
3 (bedragen) amontar a, elevar se a
het beloopt honderd gulden = il amonta/se eleva a cento florinos, il face cento florinos
4 (zich verbreiden over) extender se


beloven WW

1 (toezeggen) promitter
ik beloof U het boek te kopen = io vos promitte de comprar le libro
gouden bergen -- = promitter montes de auro/montes e meravilias
iemand die iets belooft = promissor
2 (doen verwachten) promitter, presagir
dat belooft niet veel goeds = isto non promitte/presagi nihil de bon, isto es de mal augurio
veel goeds -- = esser de bon augurio
het belooft een mooie dag te worden = le jornata promitte esser belle
3 (in het vooruitzicht stellen) promitter, assecurar, garantir


belover ZN

1 persona qui promitte, promissor


belroos ZN

1 erysipela, rosa


belroosachtig BN

1 erysipelatose


belt ZN

1 (vuilnisbelt) cumulo/deposito de immunditias/de residuos
2 (kleine hoogte) collinetta


Belt ZN EIGN

1 (GEOGR) Belt
Kleine -- = Parve Belt
Grote -- = Grande Belt


beltransformator ZN

1 transformator de campana/campanetta


beluchten WW

1 aerar, ventilar


beluchting ZN

1 aeration
normale -- = aeration normal
geforceerde -- = aeration fortiate
irrigatie door -- = irrigation per aeration


beluchtingsbekken ZN

1 bassino de aeration


beluchtingscoëfficiënt ZN

1 coefficiente de aeration


beluchtingsfilter ZN

1 filtro de aeration


beluchtingsklep ZN

1 valvula/valva de aeration


beluchtingsperiode ZN

1 periodo de aeration


beluchtingsrotor ZN

1 rotor de aeration


beluchtingstoestel ZN

1 aerator


beluiken WW

1 provider/munir de contrafenestras/persianas


beluisteraar ZN

1 ascoltator
2 (MED) auscultator


beluisterbaar BN

1 ascoltabile


beluisteren WW

1 ascoltar
het programma is iedere zondag te -- = on pote ascoltar le programma cata dominica
te -- = ascoltabile
2 (MED) auscultar
iemands borst -- = auscultar le thorace de un persona
3
de vijand -- = ascoltar (clandestinmente) le inimico, spiar le inimico, interceptar le communicationes del inimico


beluistering ZN

1 ascoltation
2 (MED) auscultation


belust BN

1 avide (de), desirose (de), desiderose (de), assetate (de)
-- op macht = avide/assetate de poter
-- op wraak = assetate de vengiantia


belustheid ZN

1 aviditate


belvedère ZN

1 belvedere, mirador


bema ZN

1 (JOODS) bema
2 (R.K.) bema


bemachtigen WW

1 (te pakken krijgen) obtener, procurar se
een zitplaats -- = procurer se un sedia
2 (zich meester maken van) sasir, capturar, prender possession de, acquirer
een nieuw afzetgebied -- = capturar un nove mercato
de troon (onrechtmatig) -- = sasir/usurpar le throno (illegitimemente)
een stad -- = capturar/conquirer un citate, prender possession de un citate
een diploma -- = acquirer un diploma


bemachtiger ZN

1 (verkrijger) obtentor
2 (veroveraar) conquisitor, conquirente


bemachtiging ZN

1 (verkrijging) obtention
2 (verovering) conquesta


bemalen WW

1 drainar {e}, escolar, disaquar
een polder -- = disaquar un polder (N)


bemaling ZN

1 drainage {e}, escolamento, disaquamento, pumpage
indirecte -- = pumpage indirecte
-- van een polder = disaquamento de un polder (N)


bemalingsbelasting ZN

1 imposto de pumpage


bemalingskosten ZN MV

1 costos de pumpage


bemalingswerktuig ZN

1 instrumento de pumpage


bemannen WW

1 (van personeel voorzien) munir de personal, (SCHEEP) equipar
een karwei niet kunnen -- = non haber bastante personal pro un labor/travalio


bemanning ZN

1 (SCHEEP) equipage, membros del equipage
een -- van honderd koppen = un equipage de cento homines


bemanningslid ZN

1 membro del equipage


bemantelen WW

1 celar, dissimular, occultar, mascar
om zijn hebzucht te -- = pro dissimular su rapacitate
hij trachtte zijn luiheid te -- = ille essayava de dissimular su pigressa/pigritia


bemanteling ZN

1 dissimulation, camouflage {oe}, occultation
-- van zijn luiheid = dissimulation de su pigritia/pigressa


bemasten WW

1 provider de un mast/de mastes


bematten WW

1 coperir de mattas


bemeeld BN

1 infarinate


bemensen WW

1 munir de personal


bemergelen WW

1 marnar


bemerkbaar BN

1 perceptibile


bemerkbaarheid ZN

1 perceptibilitate


bemerken WW

1 constatar, remarcar, perciper, apperciper, observar


bemerking ZN

1 observation, remarca


bemestbaar BN

1 fertilisabile


bemesten WW

1 (met kunstmest) fertilisar, (met natuurlijke mest) stercorar
het -- = fertilisation, stercoration


bemesting ZN

1 (met kunstmest) fertilisation, (met natuurlijke mest) stercoration


bemestingsmiddel ZN

1 fertilisante


bemeten BN

1
ruim -- = mesurate largemente


bemeten WW

1 mesurar


bemeubelen WW

1 provider de mobiles, mobilar


bemiddelaar ZN

1 arbitro, arbitrator, conciliator, reconciliator, mediator, intermediario, intercessor
als -- optreden = servir de intermediario, intervenir, interponer se, mediar
2 (trooster) paracleto


bemiddelbaar BN

1 empleabile


bemiddeld BN

1 ric, pecuniose


bemiddeldheid ZN

1 ricchessa


bemiddelen WW

1 mediar, intervenir, interceder, interponer se, servir de intermediario, arbitrar, conciliar
in een twist -- = interponer se/intervenir in un disputa
-- in een geschil = arbitrar un litigio


bemiddelend BN

1 mediator, conciliatori, reconciliatori
-- optreden = jocar un rolo de mediator, mediar, intermediar


bemiddeling ZN

1 mediation, intermediation, intervention, intercession, conciliation, interposition, arbitrage
door -- van derden = per personas interponite
de -- inroepen van = recurrer al intervention de
zijn -- aanbieden = offerer/proponer su mediation
-- verlenen = intervenir
door -- van = per mediation de, per intervention de


bemiddelingsaanbod ZN

1 offerta de mediation/de arbitrage


bemiddelingsbureau ZN

1 agentia de mediation/de arbitrage


bemiddelingscentrum ZN

1 centro de mediation/de arbitrage


bemiddelingskantoor ZN

1 Zie: bemiddelingscentrum


bemiddelingsovereenkomst ZN

1 accordo de mediation/de arbitrage


bemiddelingspoging ZN

1 effortio/tentativa de mediation/de conciliation/de arbitrage


bemiddelingsvoorstel ZN

1 proposition mediator/conciliatori/de conciliation/de arbitrage


bemind BN

1 car, amate
zich -- maken = facer se amar, ingratiar se


beminde ZN

1 amata
2 futura


beminnaar ZN

1 amante, amator
-- van de schone kunsten = amante/amator del belle artes


beminnelijk BN

1 amabile, affabile, amene, affectuose, adorabile


beminnelijkheid ZN

1 amabilitate, affabilitate, amenitate, affectuositate, adorabilitate


beminnen WW

1 amar
een vrouw -- = amar un femina
het toneel -- = esser amante/amator del theatro


beminnenswaard(ig) BN

1 digne de esser amate, amabile


beminnenswaardigheid ZN

1 dignitate de esser amate, amabilitate


bemodderd BN

1 coperite/coperte de fango


bemodderen WW

1 coperir de fango


bemoederen WW

1 ager como un matre, esser un matre pro, tractar maternemente


bemoedigen WW

1 (aanmoedigen) incoragiar, dar corage a
2 (troosten) consolar, confortar, reconfortar


bemoedigend BN

1 incoragiante, reconfortante, consolante, consolabile, consolatori
--e woorden = parolas incoragiante
weinig -- = poco/pauco incoragiante, discoragiante
de eerste resultaten zijn -- = le prime resultatos es incoragiante


bemoediging ZN

1 (aanmoediging) incoragiamento
2 (troost) consolation, confortation, reconforto


bemoeial ZN

1 persona qui se inmisce in toto


bemoeien WW

1
zich -- met = occupar se de, immiscer se in, ingerer se in, intervenir in, intromitter in
zich met alles -- = mitter le naso in omne cosas


bemoeienis ZN

1 intervention, immixtion, ingerentia, intromission
-- met iets hebben = occupar se de un cosa, immiscer se in un cosa, ingerer se in un cosa, intervenir in un cosa


bemoeiing ZN

1 Zie: bemoeienis


bemoeilijken WW

1 render plus difficile, poner trabes/traves a, complicar, obstruer


bemoeiziek BN

1 officiose, indiscrete


bemonsteren WW

1 accompaniar de monstra(s)
een bemonsterde offerte = un offerta accompaniate de monstra(s), un offerta con monstra(s)


bemonstering ZN

1 accompaniamento de monstras


bemorsen WW

1 macular


bemorsing ZN

1 maculation


bemost BN

1 muscose, coperte/coperite de musco


bemuren WW

1 circumferer de un muro, murar
een stad -- = murar un citate


bemuring ZN

1 circumferentia de un muro


ben ZN

1 corbe


benadelen WW

1 (bedriegen) dupar, fraudar, defraudar
2 (afbreuk doen aan) disfavorar, disavantagiar, disservir, handicapar, nocer, damnificar, prejudicar, prejudiciar
iemand/iets -- = nocer a un persona/a un cosa
zijn gezondheid -- = nocer a su sanitate
iemand in zijn eer -- = calumniar un persona
een erfgenaam ten gunste van een andere -- = disavantagiar un herede/hereditario al profito de un altere


benadeling ZN

1 prejudicio, action de nocer (a), (JUR) lesion


benaderbaar BN

1 approchabile {sj}, accessibile


benaderd BN

1 approximative, approximate
--e waarde = valor approximative/approximate, approximation


benaderen WW

1 (nader komen tot) approximar (se), approchar {sj}, venir a, avicinar
onze redactie is benaderd door de heer P. = Senior P. ha venite a nostre redaction
2 (contact zoeken met) avicinar
iemand met een verzoek -- = avicinar un persona con un requesta
moeilijk te -- persoon = persona de accesso difficile
3 (bekijken, aanpakken) tractar
een probleem voorzichtig -- = tractar un problema cautemente
wij moeten dit probleem anders -- = nos debe trovar un altere approche {sj} a iste problema
4 (WISK) calcular per approximation, calcular le valor approchate {sj} de
5 (beslag leggen op) confiscar, sasir


benaderend BN

1 approximative


benadering ZN

1 (het naderen) approximation, approche {sj}
de -- van een ideaal = le approximation/approche de un ideal
wijze van -- = modo de approche
2 (schatting) (ook WISK) approximation
bij -- = per approximation, approximativemente
3 (beslaglegging op) confiscation


benaderingsgetal ZN

1 numero approximative


benaderingskromme ZN

1 curva approximative


benaderingsmethode ZN

1 Zie: benaderingswijze


benaderingsoplossing ZN

1 solution approximative


benaderingswaarde ZN

1 valor approximative


benaderingswijze ZN

1 maniera/methodo de approximation/approche {sj}


benadrukken WW

1 insister, accentuar, punctuar, mitter/poner le emphase (-asis)/accento super, sublinear
het -- = insistentia, accentuation, emphase (-asis)
een probleem -- = mitter/poner le accento super un problema
ik zou de ernst van de situatie willen -- = io volerea sublinear le gravitate del situation


benadrukking ZN

1 insistentia, accentuation, emphase (-asis)


benagelen WW

1 Zie: bespijkeren


benaming ZN

1 nomine, appellation, denomination, designation
beledigende -- = appellation injuriose
2 (van rang/ambt/waardigheid, etc.) titulo


benard BN

1 critic, difficile, spinose, (gevaarlijk) periculose
--e tijden = tempores difficile
--e situatie = situation spinose/periculose
iemand uit een --e positie bevrijden = salvar un persona de un position difficile


benardheid ZN

1 stato critic/difficile/spinose, difficultate


benauwd BN

1 (belemmerd in de ademhaling) opprimite
2 (de adem belemmerend) opprimente, suffocante, oppressive
-- gevoel = oppression
het -- krijgen = sentir se opprimite
vreselijk -- worden = suffocar
3 (angstig) angustiose, anxiose
een --e droom = un sonio angustiante
-- maken = angustiar, intimidar
het -- krijgen = sentir se anxiose
--e tijden = tempores difficile
4 (nauw) stricte, exigue


benauwdheid ZN

1 (benauwd gevoel) oppression, suffocation
2 (ademnood) difficultate respiratori/de respirar
3 (angst) angustia, anxietate


benauwen WW

1 (benauwd maken) opprimer, (verstikken) suffocar
2 (angstig maken) angustiar, (verontrusten) inquietar
die gedachte benauwt me = iste pensata me angustia


benauwend BN

1 (benauwd makend) suffocante, oppressive
--e warmte = calor suffocante
2 (angstig makend) angustiante, (verontrustend) inquietante
--e droom = sonio angustiante


benauwenis ZN

1 Zie: benauwing


benauwing ZN

1 oppression
2 (angst) angustia


bende ZN

1 (troep) banda, grege
tuchteloze -- = banda indisciplinate
2 (misdadigersbende) banda, gang (E)
de Bende van Vier = le Gang/Banda de Quatro
3 (wanorde) disordine, chaos
wat een --! = que disordine!
het is een -- = toto es in disordine
4 (groot aantal) grande numero, multitude, massa


bendehoofd ZN

1 Zie: bendeleider


bendeleider ZN

1 leader (E)/chef (F) de banda/gang (E)


bendelid ZN

1 membro del banda/gang (E), gangster (E)


bendeoorlog ZN

1 guerra inter bandas/gangs (E)


bendevorming ZN

1 formation/constitution de un banda/de un gang (E)


bendewezen ZN

1 gangsterismo


beneden BW

1 in basso, infra, subtus
hij woont -- = ille habita in basso
naar -- = a basso
naar -- gooien = jectar in basso, precipitar
naar -- kijken = reguardar/mirar in basso
van boven naar -- = de alto a basso
naar -- gaan/komen = descender
weer naar -- gaan/komen = redescender
naar -- drukken = deprimer
naar -- laten = bassar
(FIG) iemand naar -- halen = nigrar/denigrar un persona


beneden VZ

1 inferior a, infra, sub
-- het gemiddelde = inferior al media
-- de zeespiegel = sub le nivello del mar


benedenachterkamer ZN

1 camera de detra in le etage (F) inferior/basse


benedenbewoner ZN

1 habitante/locatario del etage (F) inferior/basse


benedenbuur(man) ZN

1 vicino del etage (F) inferior/basse, vicino de in basso


benedendeel ZN

1 parte inferior/basse


benedendek ZN

1 ponte inferior/basse


benedendeks BW

1 al ponte inferior/basse


benedendijks BW

1 al pede del dica


Beneden-Donau ZN EIGN

1 Danubio Inferior


benedendorp ZN

1 parte inferior/basse del village, village inferior/basse


Beneden-Egypte ZN EIGN

1 Egypto Inferior


benedeneind(e) ZN

1 parte/extremitate inferior/basse


benedenetage ZN

1 etage (F) inferior/basse


benedengang ZN

1 corridor del etage (F) inferior/basse


benedengedeelte ZN

1 parte inferior/basse


benedengevel ZN

1 parte basse/inferior de un faciada


benedengrens ZN

1 limite inferior/basse


benedenhoek ZN

1 angulo inferior/basse


benedenhuis ZN

1 etage (F) inferior/basse


benedenkamer ZN

1 camera inferior/basse


benedenkant ZN

1 latere/parte inferior/basse


benedenlangs BW

1 Zie: onderlangs


benedenlip ZN

1 labio inferior, (van orchidee) labello


benedenloop ZN

1 (van rivier) curso inferior


benedenmaats BN

1 Zie: ondermaats


benedenpand ZN

1 (van een kanaal) section/parte inferior/basse


benedenraam ZN

1 fenestra inferior/basse


benedenrand ZN

1 bordo inferior/basse


Beneden-Rijn ZN EIGN

1 curso inferior del Rheno, Rheno Inferior


benedenrivier ZN

1 curso inferior/basse (de un fluvio)


benedenruimte ZN

1 spatio inferior/basse


benedenstad ZN

1 parte basse/inferior del citate, citate basse/inferior


benedenstraat ZN

1 strata inferior/basse


benedenstrooms BW

1 a valle


benedentand ZN

1 dente inferior


benedenvenster ZN

1 Zie: benedenraam


benedenverdieping ZN

1 etage (F) inferior/basse/de infra


benedenvertrek ZN

1 Zie: benedenkamer


benedenvoorkamer ZN

1 camera anterior in le etage (F) basse


benedenwaarts BN

1 verso le basso
--e beweging = movimento verso le basso


benedenwaarts BW

1 verso le basso


benedenweg ZN

1 cammino/via inferior/basse


benedenwinds BN

1 sub le vento
de Benedenwindse Eilanden = le Insulas Sub le Vento


benedenwoning ZN

1 etage (F) inferior/basse


benedenzaal ZN

1 sala inferior


benedenzijde ZN

1 parte/latere inferior


benedictie ZN

1 benediction
iemand de -- geven = dar le benediction a un persona, benedicer un persona


benedictijn ZN

1 benedictino
orde van de --en = ordine del benedictinos


benedictijnenabdij, benedictijnerabdij ZN

1 abbatia de benedictinos


benedictijnenabt, benedictijnerabt ZN

1 abbate de benedictinos


benedictijnenklooster, benedictijnerklooster ZN

1 monasterio de benedictinos


benedictijnenorde, benedictijnerorde ZN

1 ordine de Sancte Benedicto


benedictijner BN

1 benedictin


benedictijner BN

1 de Sancte Benedicto
-- orde = ordine de Sancte Benedicto


benedictijns BN

1 benedictin


benedictine ZN

1 (soort likeur) benedictino


benedictines ZN

1 benedictina


Benedictus ZN EIGN

1 Benedicto
orde van -- = ordine de Sancte Benedicto


benedictuskruid ZN

1 geo


benefice ZN

1 beneficio
ter -- van = al beneficio de


beneficevoorstelling ZN

1 Zie: benefietvoorstelling


beneficiair BN

1 beneficiari
-- erfgenaam = herede beneficiari, beneficiario


beneficiant ZN

1 beneficiario


benefietconcert ZN

1 concerto al beneficio de ...


benefietveiling ZN

1 auction al beneficio de ...


benefietvoorstelling ZN

1 representation al beneficio de ...


benefietwedstrijd ZN

1 match (E) al beneficio de ...


benefit of the doubt ZN

1 beneficio del dubita
iemand de -- geven = dar le beneficio del dubita a un persona


Benelux ZN EIGN

1 Benelux


benemen WW

1 (ontnemen) prender de, privar de
iemand de moed -- = privar un persona de corage, demoralisar un persona
iemand de adem -- = suffocar le halito a un persona, impedir a un persona de respirar
zich het leven -- = suicidar se
2 (innemen) occupar multe spatio/placia


beneming ZN

1 (ontneming) privation


benen BN

1 de osso, ossee
een -- kam = pectine de osso


benen WW

1 ir a pede, marchar {sj} (rapidemente/a grande passos)
geërgerd beende hij weg = irritate ille se allontanava a grande passos


benenwagen ZN

1
met de -- gaan = ir a pede


benepen BN

1 (benauwd, beklemd) opprimite, angustiose
2 (benauwd, bang) timide, anxiose
hij zette een -- gezicht = su facia prendeva un expression anxiose
3 (bekrompen) meschin
een -- gedachte = un pensata/pensamento/idea meschin
4 (angstvallig, overvoorzichtig) timorate
5 (kleinmoedig) pusillanime


benepenheid ZN

1 (beklemdheid) oppression, angustia
2 (van karakter) meschineria, meschinitate
3 (verlegenheid) timiditate
4 (kleinmoedigheid) pusillanimitate


beneveld BN

1 (met nevel overdekt) nebulose, brumose
2 (dronken) ebrie, inebriate, avinate


benevelen BN

1 (met nevel bedekken) coperir de nebula, annebular
2 (bedwelmen) obscurar (le spirito), obnubilar, (dronken maken) inebriar
het -- = obnubilation, inebriation
3 (verduisteren) offuscar, obscurar
het -- = offuscation
de geest -- = offuscar le mente
4 (verbergen) obscurar, velar, mascar
de waarheid -- = velar le veritate


beneveling ZN

1 (FIG) offuscation, offuscamento, obscuration
-- van de geest = offuscation/offuscamento del mente


benevens VZ

1 con, incluse, conjunctemente con
een goed salaris -- vrije woning = un bon salario con allogio gratuite


benevolent BN

1 benevolente


benevolentie ZN

1 benevolentia, favor, (toegevendheid) indulgentia


beng ZN

1 colpo forte


Bengaal ZN

1 Zie: Bengalees


Bengaals ZN

1 (taal) bengali, bengalese


Bengaals BN

1 de Bengala, bengalese
-- vuur = foco de Bengala
--e tijger = tigre bengalese


Bengalees ZN

1 bengali, bengalese


Bengalen ZN EIGN

1 Bengala
Golf van -- = Golfo de Bengala


bengaline ZN

1 (soort textiel) bengalina


bengel ZN

1 (klepel) battente
2 (kwajongen) puero rude, pueracio


bengelen WW

1 (bungelen) oscillar, balanciar, pender
er bengelt een druppel aan zijn neus = il pende un gutta de su naso
wat hangt daar te -- ? = que balancia illac?
2 (luiden) sonar


bengelkruid ZN

1 Zie: bingelkruid


benieuwd BN

1 curiose
-- naar de uitslag = curiose del resultato
ik ben -- wie het gedaan heeft = io es curiose de saper qui lo ha facite
ik ben -- naar zijn plannen = io es curiose de/pro saper su planos
ik ben -- of hij komt = io me demanda si ille va venir


benieuwen WW

1 excitar le curiositate, suscitar le interesse, intrigar
het zal mij -- of hij komt = io es curiose de saper si ille veni


benig BN

1 ossose, ossee, ossute, (BIOL) osteoide
--e knobbel = nodositate ossose/ossee
--e vingers = digitos ossee/ossute


benijdbaar BN

1 Zie: benijdenswaard(ig)


benijden WW

1 invidiar, esser invidiose/jelose de
iemand iets -- = invidiar un cosa a un persona


benijdenswaard(ig) BN

1 invidiabile, digne de invidia
-- lot = sorte invidiabile
zij is nog -- fit voor haar leeftijd = illa possede un vitalitate/forma invidiabile pro su etate


benijdenswaardigheid ZN

1 character invidiabile


benijder ZN

1 persona invidiose/jelose


benijding ZN

1 invidia


Benin ZN EIGN

1 Benin


benjamin ZN

1 benjamin
de -- van het gezin = le benjamin del familia


Benjamin ZN EIGN

1 Benjamin


bennetje ZN

1 parve corbe, corbetta


benodigd BN

1 necesse, necessari, indispensabile, requirite, requisite
-- kapitaal = capital necessari
-- gereedschap = utensiles requirite/necessari
de daarvoor --e tijd = le tempore requirite pro isto


benodigdheden ZN MV

1 articulos necessari, material, equipamento, utensiles, fornituras, (CUL) ingredientes


benodigdheid ZN

1 requirimento


benoembaar BN

1 (benoemd kunnende worden) apte a esser nominate/designate
2 (waaraan men een naam kan geven) qualificabile, descriptibile
dat gevoel is niet -- = on non pote qualificar iste sentimento, iste sentimento es indescriptibile


benoemd BN

1 nominate
voor het leven -- = nominate pro le vita, inamovibile


benoemen WW

1 (noemen) nominar, denominar, designar
iemand die iets benoemt = nominator, denominator
2 (een naam gevn aan) dar un nomine a
3 (aanstellen, aanwijzen) appunctar, nominar, designar, constituer
een commissie -- = constituer un commission
iemand tot director -- = nominar un persona director
iemand vast -- = nominar un persona a/in un posto fixe
weer -- = renominar
4
zinsdelen -- = facer le analyse (-ysis) logic/syntactic


benoemer ZN

1 (naamgever) nominator, denominator


benoeming ZN

1 (aanstelling) nomination, designation, appunctation, appunctamento
akte van -- = acto de nomination/de appunctamento
2 (benaming) denomination


benoemingsakte ZN

1 acto de nomination/de appunctamento


benoemingsbeleid ZN

1 politica de nomination/appunctamento


benoemingsbesluit ZN

1 decision de nomination/de appunctamento


benoemingscommissie ZN

1 commission de nomination/de appunctamento


benoemingsformule ZN

1 formula de nomination/de appunctamento


benoemingsprocedure ZN

1 procedura de nomination/de appunctamento


benoemingsrecht ZN

1 derecto de nomination/de appunctamento


benoemingsvoorstel ZN

1 proposition de nomination/de appunctamento


benoemingswijze ZN

1 maniera de nomination/de appunctamento


benoorden VZ

1 a(l) nord/septentrion de
-- de Moerdijk = al nord del grande fluvios


bent ZN

1 gruppo


bentheimersteen ZN

1 gres de Bentheim


benthisch BN

1 benthic, pelagic
--e zone = zona benthic


benthos ZN

1 benthos


bentoniet ZN

1 bentonite


bentonietinjectie ZN

1 injection de bentonite


benul ZN

1 notion, idea
hiervan heeft hij niet het minste -- = ille non ha le minime notion/idea de isto
slijtage van -- = debilitate senil


benummeren WW

1 provider de numeros
2 distinguer per numeros


benutten WW

1 utilisar, facer uso de, profitar de, exploitar {plwa}, traher profito de
gunstige omstandigheden -- = profitar de circumstantias favorabile
een strafschop -- = converter un penalty (E)


benzaldehyde ZN

1 benzaldehyde


benzamidase ZN

1 benzamidase


benzamide ZN

1 benzamido


benzedrine ZN

1 benzedrina


benzeen ZN

1 benzene


benzeenfabriek ZN

1 fabrica de benzene


benzeenkern ZN

1 nucleo benzenic


benzidine ZN

1 benzidina


benzine ZN

1 benzina, gasolina
gewone -- = benzina/gasolina normal
loodarme -- = benzina/gasolina povre in plumbo
loodvrije -- = benzina/gasolina sin plumbo
witte -- = benzina/gasolina a precio reducite
milieuvriendelijke -- = benzina/gasolina ecologic/verde
blik -- = bidon/latta de benzina/gasolina
de auto loopt op -- = le auto(mobile) functiona con benzina


benzineaccijns ZN

1 accisia de benzina/de gasolina


benzineblik ZN

1 bidon/latta a/de benzina/gasolina


benzinebom ZN

1 bomba a/de benzina/gasolina


benzinebon ZN

1 bono de benzina/gasolina


benzinebrand ZN

1 incendio de benzina/gasolina


benzinebrander ZN

1 becco a benzina/gasolina


benzinebuis ZN

1 Zie: benzineleiding


benzinedamp ZN

1 vapor de benzina/gasolina


benzinedepot ZN

1 deposito de benzine/gasolina


benzinedistributie ZN

1 distribution de benzina/gasolina


benzinedruk ZN

1 pression de benzina/gasolina


benzine-explosie ZN

1 Zie: benzineontploffing


benzinefilter ZN

1 filtro a/de benzina/gasolina


benzinehouder ZN

1 Zie: benzinereservoir


benzinelamp ZN

1 lampa de benzina/gasolina


benzineleiding ZN

1 tubo de benzina/gasolina


benzinelucht ZN

1 odor de benzina/gasolina


benzinemengsel ZN

1 mixtura de benzina/gasolina


benzinemotor ZN

1 motor a/de benzina/gasolina


benzineontploffing ZN

1 explosion de benzina/gasolina


benzineopslagplaats ZN

1 Zie: benzinedepot


benzinepomp ZN

1 (benzinestation) distributor de benzina/gasolina, pumpa a/de benzina/gasolina
2 (brandstofpomp) pumpa a/de benzina/gasolina


benzineprijs ZN

1 precio del benzina/gasolina


benzinerekening ZN

1 conto de benzina/gasolina


benzinereservoir ZN

1 deposito de benzina/gasolina
2 (in auto) reservoir (F)/tank (E) a/de benzina/gasolina


benzineschaarste ZN

1 scarsitate/penuria de benzina/gasolina


benzinesoort ZN

1 sorta de benzina/gasolina


benzinestank ZN

1 mal odor de benzina/gasolina


benzinestation ZN

1 station de benzina/gasolina/de servicio, distributor de benzina/gasolina, posto de benzina/gasolina
-- met zelfbediening = station (de) libere servicio


benzinetank ZN

1 (in auto) reservoir (F)/tank (E)a/de benzina/gasolina
de -- vullen = plenar le reservoir de benzina


benzinetekort ZN

1 carentia de benzina/de gasolina


benzinetoevoer ZN

1 approvisionamento de benzina/gasolina


benzinetoevoerleiding ZN

1 tubo pro le approvisionamento de benzina/gasolina


benzinetrechter ZN

1 infundibulo de benzina/gasolina


benzinevat ZN

1 barril de benzina/gasolina


benzineverbruik ZN

1 consumo/consumption de benzina/de gasolina
auto met laag -- = auto(mobile) de basse consumo (de benzina/de gasolina)


benzinevergasser ZN

1 carburator


benzinevergiftiging ZN

1 intoxication per benzina/gasolina


benzinevoorraad ZN

1 stock (E)/reserva de benzina/gasolina


benzoaat ZN

1 benzoato


benzoë ZN

1 (reukhars) benzoe, benzoin


benzoëbalsem ZN

1 balsamo de benzoe


benzoëbloemen ZN MV

1 acido benzoic crystallisate


benzoëboom ZN

1 benzoe, benzoin


benzoëhars ZN

1 resina de benzoe


benzoëtinctuur ZN

1 tinctura de benzoe


benzoëzuur ZN

1 acido benzoic


benzoïen ZN

1 benzoin


benzol ZN

1 benzol


benzolfabriek ZN

1 fabrica de benzol


benzolvergiftiging ZN

1 intoxication per benzol, benzolismo


benzopurperine ZN

1 benzopurperina


benzopyridine ZN

1 benzopyridina


benzylalcohol

1 s. alcohol benzylic


beoefenaar ZN

1
-- van een ambacht = artisano
-- van een kunst = artista
-- van de letterkunde = homine de litteras, litterato
-- van de muziek = musico
-- van de sport = sportista, sportivo
-- van de wetenschap = homine de scientia, scientista


beoefenen WW

1 practicar, facer, studiar, (beroepsmatig) professar
het -- = practica
een kunst -- = practicar un arte, dedicar se a un arte
een sport -- = practicar un sport (E)
de deugd -- = practicar le virtute


beoefening ZN

1 exercitio, exercitation, practica, studio
-- van de letterkunde = studio del litteratura


beogen WW

1 visar a, tender a, haber pro scopo, persequer
een doel -- = persequer un scopo
het --e resultaat = le resultato desirate/desiderate


beoging ZN

1 scopo, objectivo


beoordelaar ZN

1 judicator, judice, appreciator, critico, censor, arbitro


beoordelen WW

1 judicar, appreciar, (e)valutar
als buitenstaander -- = judicar del exterior
fout -- = judicar erroneemente
iemands kwaliteiten -- = (e)valutar le qualitate de un persona
2 (recenseren) criticar, facer un critica de
een boek -- = facer le critica de un libro


beoordeling ZN

1 judicamento, judicio, appreciation, critica
iemand iets ter -- voorleggen = submitter un cosa al judicamento/judicio de un persona


beoordelingscommissie ZN

1 jury (E)


beoordelingscriterium ZN

1 Zie: beoordelingsmaatstaf


beoordelingsfout ZN

1 error de judicamento/de judicio/de appreciation


beoordelingsmaatstaf ZN

1 criterio/norma de judicio/judicamento/appreciation


beoordelingsnorm ZN

1 Zie: beoordelingsmaatstaf


beoordelingsprocedure ZN

1 procedura de judicamento/de judicio/de appreciation


beoorlogen WW

1 facer le guerra a/contra, combatter


beoorloging ZN

1 guerra


beoosten VZ

1 al est de
-- de Kaap = al est del Capo de Hornos


Beotië ZN EIGN

1 Beotia


Beotiër ZN

1 beotio


Beotisch BN

1 beotic


bepaalbaar BN

1 definibile, determinabile
2 (in cijfers uit te drukken) quantificabile
3 (aanwijsbaar) assignabile


bepaalbaarheid ZN

1 (aanwijsbaarheid) assignabilitate


bepaald BN

1 (aangewezen) determinate, definite, specific
een --e persoon = un persona determinate
een -- terrein = un dominio determinate/specific
een -- verschijnsel = un phenomeno determinate/specific
-- onmogelijk = totalmente impossibile
2 (vastgesteld) determinate, definite, establite, fixe, fixate
een --e prijs = un precio fixe/determinate
een --e som = un summa determinate/fixe
het --e uur = le hora determinate/fixate
een -- percentage = un determinate tanto per cento
3 (TAAL) definite, determinate
-- lidwoord = articulo definite/determinate
4 (beslist) categoric, formal
een -- antwoord = un responsa categoric
5 (een of ander, sommige) certe
op een -- uur = a un certe hora
--e mensen = certe personas
een -- probleem = un certe problema


bepaaldelijk BW

1 (uitdrukkelijk, stellig) explicitemente, expressemente, formalmente
iemand iets -- verbieden = prohibir explicitemente un cosa a un persona
2 (vooral) particularmente


bepaaldheid ZN

1 (het onderscheiden zijn) character determinate
2 (stelligheid) character categoric
3 precision, exactitude
4
lidwoord van -- = articulo determinate/definite


bepakken WW

1 cargar, incargar
het -- = cargamento


bepakking ZN

1 (daad) cargamento
2 carga, bagages


bepakt BN

1
-- en bezakt = cargate de tote le bagages


bepalen WW

1 (voorschrijven) prescriber, determinar, stipular, fixar
het artikel bepaalt dat = le articulo stipula que
het contract bepaalt dat = le contracto stipula que
2 (concentreren) concentrar, centrar
de aandacht bij iets -- = centrar/concentrar le attention a un cosa
ik probeer mijn gedachten te -- = io essaya de concentrar me
het midden -- van = centrar
3 (vaststellen) determinar, definir, fixar, assignar, establir
een standpunt -- = definir su position, definir su puncto de vista
een datum -- = fixar un data
een tijd -- = fixar un hora
de prijs van de boter -- = fixar le precio del butyro
het zuurstofgehalte in de lucht -- = determinar le proportion de oxigeno in le aere
de oorsprong van een woord -- = determinar le origine de un parola
de afstand -- = determinar le distantia
van te voren -- = prefiger, prefixar, preestablir, predefinir, predeterminar
4 (oorzaak zijn van) determinar, decider de, causar, occasionar
toevalligheden die de uitslag van de verkiezingen -- = coincidentias que decide del resultato del electiones
5 (omgrenzen) circumferer
6
zich -- tot = limitar se a, restringer se a, reducer se a
ik bepaal me tot de hoofdzaken = io me limita al factos principal


bepalend BN

1 determinante, determinative, (doorslaggevend) decisive
-- element = determinante
2 (TAAL) determinative
-- woord = parola determinative, determinante
3 (TAAL) determinate, definite
-- lidwoord = articulo determinate/definite


bepaling ZN

1 (omschrijving) definition, characterisation
een nauwkeurige -- van iets geven = definir un cosa exactemente/con precision
2 (paragraaf, artikel) articulo
3 (voorschrift) disposition, ordinantia
statutaire -- = disposition statutari
wettelijke -- = disposition legal/de lege
bezwarende --en = dispositiones aggravante
--en van de grondwet = ordinantias del constitution
4 (beding) condition, clausula, stipulation
beperkende -- = clausula restrictive
opschortende -- = clausula suspensive
--en van een contract = clausulas/stipulationes de un contracto
-- die in de afschaffing van iets voorziet = clausula abrogabile
5 (vaststelling) determination, fixation
-- van het soortelijk gewicht = determination del peso specific
-- van de lengte = determination del longor
-- van de boterprijs = fixation del precio del butyro
6 (TAAL) complemento, adjuncto
bijvoeglijke -- = complemento attributive/adjectival
bijwoordelijke -- van plaats = complemento de loco


bepalingaankondigend BN

1 determinative
-- voornaamwoord = pronomine determinative


bepantserd ZN

1 blindate, cuirassate
-- voertuig = vehiculo blindate/cuirassate


bepantseren WW

1 blindar, cuirassar


bepantsering ZN

1 blinda, blindage, cuirassamento, cuirasse
van -- voorzien = blindar, cuirassar


beparelen WW

1 ornar de perlas
met ochtenddauw bepareld = ornate del ros/rore del matino


bepeinzen WW

1 meditar super, reflectar super


bepeinzing ZN

1 meditation, reflexion


bepekelen WW

1 adder/admiscer salmuria


bepekken WW

1 coperir de pice, piciar


beperelen WW

1 Zie: beparelen


beperkbaar BN

1 limitabile


beperkbaarheid ZN

1 limitabilitate


beperken WW

1 (met een grens afsluiten) limitar, restringer, circumscriber
iemand in zijn vrijheid -- = limitar le libertate de un persona
de geldhoeveelheid -- = limitar/restringer le amonta de moneta
2 (zekere maat niet laten overschrijden) limitar, restringer, reducer
de schade -- = limitar/reducer le damno(s)
het aantal is beperkt tot vijf = le numero se limita a cinque
tot een minimum -- = reducer al minimo
3 (kleiner in omvang maken) limitar, reducer, restringer, moderar
iets tot het uiterste -- = reducer un cosa al essential
de mogelijkheden -- = restringer/reducer le possibilitates
de uitgaven -- = reducer/restringer/moderar le expensas
zich tot speciale studies -- = specialisar se


beperkend BN

1 restrictive, limitative, limitar
--e maatregel = mesura restrictive
--e bepaling = clausula restrictive, restriction
--e voorwaarde = condition restrictive
--e bijzin = proposition restrictive


beperking ZN

1 (het binnen bepaalde grenzen houden) limitation, restriction, confinamento
-- van het aantal bezoekers = limitation del numero de visitatores
zich --en opleggen = imponer se restrictiones
bijwoordelijke bijzin van -- = proposition restrictive
2 (inkrimping) limitation, reduction
-- van de snelheid = limitation del velocitate
-- van de vrijheid = limitation del libertate
-- van de uitgaven = reduction del expensas
3 (maat, grens) limite, limitation
zijn --en kennen = cognoscer su limites/limitationes
4 (het begrenzen) limitation, delimitation, confinamento


beperkingsregel ZN

1 regula restrictive


beperkt BN

1 limitate, restringite, reducite, exigue
--e middelen = medios/ressources {oe} exigue
--e afzetmogelijkheden = possibilitates de vendita limitate
--e keuze = selection limitate
-- in zijn tijd zijn = non haber multe tempore
-- in zijn oordeel zijn = haber un opinion restringite
2 (van verstand) limitate, de mente debile, pauco/poco intelligente, curte de intelligentia
--e geest = spirito limitate


beperktheid ZN

1 (gebrek aan uitgestrektheid) inextension, limitation
2 (van tijd) brevitate
3 (van inkomen) modicitate
4 (van de geest) strictessa de mente, pauc/poc intelligentia


bepikken WW

1 Zie: bepekken


bepimpeld BN

1 ebrie, inebriate


bepinnen WW

1 provider de cavilias


bepissen WW

1 pissar super/contra/in
zijn bed -- = pissar in su lecto


beplakken WW

1 collar super, glutinar super
met behang -- = tapissar con papiro mural


beplanken WW

1 coperir de plancas, revestir con plancas


beplanking ZN

1 (handeling) le coperir de plancas
2 (planken beschot/afdekking) revestimento de plancas


beplanten WW

1 plantar
het -- = plantation
weer -- = replantar
het weer -- = replantation
die/dat opnieuw beplant kan worden = replantabile


beplanting ZN

1 (handeling) plantation
-- van een terrein met bomen = plantation de un terreno de arbores
2 (gewassen) plantation, plantas


beplating ZN

1 revestimento metallic


bepleisteren WW

1 stuccar, revestir de stucco, ingypsar
2 (pleisters doen op) emplastrar


bepleistering ZN

1 revestimento de gypso, ingypsamento, stuccatura


bepleiten WW

1 plaidar, plaitar, defender, (aanbevelen) recommendar, (voorstaan) propugnar
een zaak in het openbaar -- = defender un cosa in publico
de noodzakelijkheid -- van = propugnar le necessitate de
een kwade zaak -- = esser le advocato del diabolo


bepleiter ZN

1 propugnator, campion, advocato, defensor


bepleiting ZN

1 defensa


beploegbaar BN

1 arabile


beploegen WW

1 arar
een akker -- = arar un campo


beploeger ZN

1 arator


beploeging ZN

1 aratura


beplooien WW

1 coperir de plicas/de un plica, plicar
een scheur -- = celar un laceration sub un plica/inter le plicas
(FIG) een zaak voor iemand -- = regular/arrangiar un cosa pro un persona


bepluimd BN

1 implumate


bepluimen WW

1 provider/ornar de plumas, implumar


bepoederen, bepoeieren WW

1 (met suiker/meel, etc.) pulverar
2 (met talk) talcar


bepolderen WW

1 Zie: inpolderen


bepoldering ZN

1 Zie: inpoldering


bepoten WW

1 plantar


bepoting ZN

1 plantation


bepraten WW

1 (bespreken) parlar de, discuter de, tractar de, discurrer super
2 (overreden) persuader, convincer
iemand -- om iets niet te doen = dissuader un persona
zich laten -- = lassar se persuader/convincer
listig -- = circumvenir


beprating ZN

1 (bespreking) discussion
2 (overreding) persuasion


bepreken WW

1 sermonar, moralisar


beproefbaar BN

1 testabile


beproefbaarheid ZN

1 testabilitate


beproefd BN

1 experimentate, provate, probate, (zeker) secur
--e methode = methodo probate
een man van --e trouw = un homine de loyalitate/fidelitate probate
zwaar -- = durmente provate


beproeven WW

1 (proberen) essayar, probar, provar, tentar, experimentar, experir, testar, submitter a un test (E)
al het mogelijke -- = probar/provar tote le possibile
opnieuw -- = reprobar
een geneesmiddel -- = experimentar un remedio
het geluk -- = probar/provar/tentar le fortuna
2 (op de proef stellen) probar, provar, testar
iemands trouw -- = poner a proba/prova le fidelitate de un persona
3 (aanwenden) essayar, emplear, servir se de
verschillende middelen -- = emplear distincte medios
4
(kwellen) zwaar -- = tribular


beproeving ZN

1 (proef) proba, prova, essayo
2 (REL) tentation, calvario
-- van de Heilige Antonius = tentation del Sancte Antonio
3 (bezoeking, kwelling) tribulation


bepuist BN

1 plen de buttones/pustulas, pustulose


beraad ZN

1 (overleg) deliberation, consideration, (beraadslaging) consultation
het recht van -- = le derecto de deliberation
na rijp -- = post deliberation/reflexion matur
de zaak is nog in -- = le cosa es ancora in deliberation, on studia ancora le cosa
in -- houden = considerar un cosa, reservar su decision, suspender un judicio/judicamento
2 (overweging) reflexion, consideration
enige dagen -- krijgen = obtener alicun dies/jornos de reflexion
iets in -- nemen = prender un cosa in consideration
3 (gesprekken) discussion
4
pastoraal -- = consilio pastoral


beraadslagen WW

1 deliberar, conferer, consultar


beraadslagend BN

1 deliberante, deliberative


beraadslager ZN

1 deliberante


beraadslaging ZN

1 deliberation, discussion, debatto, consultation
aan de --en deelnemen = participar al/in le debattos
de -- onderbreken = suspender le debatto
de -- sluiten = clauder le debatto


beraamd BN

1 premeditate, (vastbesloten) resolute


beraden BN

1 avisate, prudente, circumspecte, caute
zijn -- optreden = su conducta circumspecte


beraden, zich -- WW

1 (raad inwinnen) deliberar
2 (bij zichzelf overleggen) considerar, reflecter (super)
3 (van besluit veranderen) cambiar su decision


beradenheid ZN

1 (bezonnenheid) prudentia, circumspection, cautela
2 (vastberadenheid) resolution, determination


beramen WW

1 preparar, meditar, premeditar, tramar, forgiar, machinar, ordir, projectar, concertar, arrangiar
een aanslag -- = preparar/forgiar/ordir un attentato
een moord -- = premeditar un homicidio
middelen tot een vlucht -- = tramar/preparar un evasion
een samenzwering/komplot -- = machinar un conspiration/complot, complotar, cabalar
2 (begroten) calcular, estimar, evalutar, supputar
de kosten van iets -- = estimar/calcular le costos de un cosa


beraming ZN

1 (het ontwerpen, ontwerp) preparation, premeditation
-- van plannen = preparation de projectos
-- van een moord = premeditation de un homicidio
2 (begroting) calculo, estimation, supputation, evalutation, (budgettaire raming) budget (E)


berapen WW

1 Zie: bepleisteren


beraping ZN

1 Zie: bepleistering


Berber ZN

1 berbere


berberid(ac)eeën ZN MV

1 berberidaceas


berberine ZN

1 berberina


berberis ZN

1 berberis
gewone -- = berberis vulgar


berberisachtigen ZN MV

1 berberidaceas


berberisfamilie ZN

1 Zie: berberisachtigen


berberishaag ZN

1 haga/sepe de berberis


berberisstruik ZN

1 arbusto de berberis


berbertapijt ZN

1 tapete berbere


berceuse ZN

1 (MUZ) berceuse (F)


berd ZN

1
iets te --e brengen = mitter/poner un cosa super le tapete, intabular un cosa
bezwaren te --e brengen = sublevar/facer objectiones


berechtbaar BN

1 justitiabile


berechten WW

1 (rechtspreken) judicar, processar
een misdadiger -- = judicar un criminal
2 (laatste sacramenten toedienen) administrar/dar le (ultime) sacramentos/le extreme unction


berechting ZN

1 judicio, judicamento
-- van oorlogsmisdadigers = judicio de criminales de guerra
2 (R.K.) administration del sacramentos/del extreme unction


beredden WW

1 Zie: beredderen


beredderen WW

1 arrangiar, regular
hij weet alles te -- = ille sape trovar un solution a toto


bereddering ZN

1 regulation
2 (drukte) tumulto
dat gaf veel -- = isto ha causate multe tumulto


bereden BN

1 montate, a cavallo
-- politie = policia montate/a cavallo
-- artillerie = artilleria montate


beredeneerd BN

1 rationate, argumentative
--e grammatica = grammatica rationate
een -- verslag = un reporto motivate
een -- antwoord geven = dar un responsa con rationes/argumentos


beredeneren WW

1 rationar, ratiocinar, analysar/explicar rationalmente
een standpunt -- = analysar rationalmente un puncto de vista


beredenerend BN

1 discursive, ratiocinative
het --e denken = le pensata discursive


beredenering ZN

1 rationamento, ratiocination


beregenen WW

1 (ir)rigar/molliar (per aspersion)


beregening ZN

1 irrigation per aspersion, (le) rigar


beregeningsinstallatie ZN

1 installation de irrigation per aspersion, rigatorio automatic
verplaatsbare -- = rigatorio automatic mobile


beregeningsintensiteit ZN

1 intensitate de irrigation per aspersion


beregeningssysteem ZN

1 systema de irrigation per aspersion


beregoed BN

1 multo bon, bonissime, phantastic


bereid BN

1 preste (a), disposite (a)
-- zijn iets te doen = esser preste/disposite a facer un cosa
-- zijn om te helpen = esser disposite a adjutar
tot alles -- = disposite a toto
tot wederdienst -- zijn = esser disposite a prestar alicun servicio reciproc


bereiden ZN

1 (van voedsel) preparar, apprestar, cocer, cocinar, confectionar
het -- = preparation, appresto
iemand die iets bereidt = preparator
spijzen -- = preparar/apprestar alimentos
een maaltijd -- = preparar/apprestar un repasto
2 (voor iets geschikt maken) preparar, apprestar
de weg -- = preparar le via
leer -- = preparar corio
3 (fabriceren) fabricar
het -- = fabrication


bereidheid ZN

1 disposition, disponibilitate, (geneigdheid) inclination


bereiding ZN

1 (van voedsel) preparation, confection
-- van spijzen = preparation de alimentos
2 composition
-- van een geneesmiddel = composition de un medicina
3 (vervaardiging) confection, (fabricering) fabrication


bereidingsfase ZN

1 phase de preparation/fabrication


bereidingsmethode ZN

1 methodo/procedimento de preparation, methodo de fabrication


bereidingsvoorschrift ZN

1 prescription/instruction de preparation


bereidingswijze ZN

1 modo de preparation, processo de fabrication


bereids BW

1 ja, jam


bereidvaardig BN

1 servicial, complacente, officiose, disposite (a), disponibile
--e man = homine servicial
hij is altijd even -- = sempre/semper ille es disposite a prestar un servicio, ille es multo servicial


bereidvaardigheid ZN

1 complacentia, officiositate, bon voluntate, disponibilitate


bereidverklaring ZN

1 accordo, consentimento, assentimento, declaration de voluntate


bereidvol BN

1 completemente disposite (a)


bereidwillig BN

1 Zie: bereidvaardig


bereidwilligheid ZN

1 Zie: bereidvaardigheid


bereik ZN

1 (gebied dat bestreken kan worden) portata, (actieradius) radio de action
-- van een antenne = portata de un antenna
-- van een zender = portata de un emissor
buiten het -- van = foris del portata de
binnen het -- van = a portata de
binnen ieders -- = al portata de totes
2 (meetgebied, frequentiegebied) campo
3 (interval) intervallo
4 (FIG) (kring van invloed) orbita


bereikbaar BN

1 accessibile, attingibile
waar bent u -- ? = ubi pote vos esser attingite?, ubi pote nos trovar vos?
ik ben telefonisch -- = on pote attinger me per telephono
gemakkelijk --e plaats = loco de accesso facile
moeilijk --e plaats = loco de accesso difficile
-- voor iedereen = a portata de totes


bereikbaarheid ZN

1 accessibilitate
-- van een plaats = accessibilitate de un loco


bereiken WW

1 (aankomen in, komen tot) attinger, arrivar a, ganiar, pervenir
een doel -- = attinger un scopo
een plaats -- = attinger/ganiar un loco
een hoog niveau -- = attinger un alte nivello
de grens van zijn geduld -- = arrivar al limite de su patientia
weer -- = reganiar
2 (contact krijgen met) entrar in contacto con
iemand niet kunnen -- = non poter haber contacto con un persona
3 (verkrijgen) obtener, adir
gunstige resultaten -- = obtener resultatos favorabile
4 (verwezenlijken) realisar
een ideaal -- = realisar un ideal


bereiking ZN

1 (verkrijging) obtention
2 (verwezenlijking) realisation


bereikte ZN

1 attingimento


bereisbaar BN

1
ubi on pote viagiar, --e gebieden = regiones ubi on pote viagiar


bereisd BN

1
een -- man = un persona/homine qui ha multo viagiate, un persona/homine qui ha vidite multe paises, un viagiator experte
een druk --e streek = un region multo frequentate/visitate


bereizen BN

1 viagiar in, (doortrekken) percurrer, transversar, (bezoeken) visitar
een land -- = viagiar in un pais
klanten -- = visitar clientes


berekenaar ZN

1 calculator, computista
2 (van levensverzekering) actuario


berekenbaar BN

1 calculabile, computabile
niet -- = incalculabile


berekenbaarheid ZN

1 calculabilitate


berekend BN

1 (geschikt voor) apte (a), proprie (a), (adekwaat) adequate, (bekwaam) capace
voor zijn taak -- zijn = esser capace de facer su carga, haber le qualitates pro facer su carga
de zaal was niet -- voor zoveel mensen = le sala non esseva facite pro tante personas
2 (uit berekening voortvloeiend) calculate, (sluw) astute
op effect -- zijn = esser calculate pro le effecto


berekenen WW

1 calcular, computar
een bedrag -- = calcular un amonta/un summa
opnieuw -- = recalcular
de schade -- = calcular/quantificar le damnos


berekenend BN

1 calculator
een --e egoïst = un egoista calculator


berekening ZN

1 calculation, calculo, computation, operation arithmetic
logaritmische -- = calculo logarithmic
foutieve -- = calculo incorrecte/erronee
een -- uitvoeren/maken = executar/effectuar/facer un calculo/un operation arithmetic
grove -- = calculo/calculation approximative
naar mijn -- = secundo mi calculos


berekeningswijze ZN

1 modo/maniera de calculo/de calculation


beren WW

1 (met beer bemesten) stercorar (con excrementos human)


berendans ZN

1 dansa de urso


berendruif ZN

1 arctotaphylos


Bereneiland ZN

1 Insula del Urso


berengebrom ZN

1 grunnimentos de urso


berenhol ZN

1 Zie: berenkuil


berenhuid ZN

1 Zie: berenvel


berenjacht ZN

1 chassa {sj} de ursos


berenjong ZN

1 juvene urso


berenklauw ZN

1 (sierplant) acantho, (WETENSCH) heracleo


berenkop ZN

1 testa/capite de urso


berenkuil ZN

1 fossa/cavia de ursos


berenleider ZN

1 domator/conductor de urso(s)


berenmuts ZN

1 bonetto de pilo, (MIL) colback


berenoor ZN

1 (oor van een beer) aure de urso
2 (PLANTK) auricula, aure de urso


berenpoot ZN

1 pata de urso


berentand ZN

1 dente de urso


berenvangst ZN

1 captura de urso(s)


berenvel ZN

1 pelle de urso


berenvet ZN

1 grassia de urso


beresterk BN

1 tremendemente forte, forte como un urso/leon/bove


berg ZN

1 (verheffing van de aardoppervlakte) monte, montania
kale -- = monte calve
--je = monticulo
van de -- = montan
boven op een -- = al summitate de un monte/un montania
vuurspuwende -- = montania que sputa foco, vulcano
ontoegankelijke --en = montanias inaccessibile
de hoogte van een berg = le altor de un monte
beklimming van een -- = ascension de un montania
gouden --en beloven = promitter montes de auro
over --en en dalen = per montes e per valles
in de --en levend/groeiend = monticola
een -- beklimmen = scalar un montania
de --en overtrekken = transversar le montanias
--en verzetten = mover montanias, facer le impossibile
ik zie als een -- tegen het examen op = le examine es pro me un difficultate insurmontabile
als de -- niet tot Mohammed wil komen, dan moet Mohammed naar de -- gaan = si le montania non va a Mohammed, Mohammed va al montania
2 (grote hoeveelheid/aantal) grande quantitate, grande numero, massa
3 (stapel) pila
-- hout = pila de ligno


bergaarde ZN

1 ochre, ocre


bergachtig BN

1 montan, montaniose, montuose
-- land = pais montaniose


bergachtigheid ZN

1 character montaniose/montuose, montuositate


bergaf(waarts) BW

1 descendente, a valle
meer -- = plus a valle
-- gaan = descender, (FIG) declinar, deperir, periclitar


bergahorn ZN

1 acere


bergaluin ZN

1 alun del montanias


bergamasque

1 (MUZ) bergamasca


Bergamo ZN EIGN

1 Bergamo
van/uit -- = bergamasc
bewoner van -- = bergamasco


bergamot(peer) ZN

1 bergamota


bergamotcitroen ZN

1 bergamota


bergamotcitroenboom ZN

1 bergamoto


bergamotolie ZN

1 essentia de bergamota


bergartillerie ZN

1 artilleria de montania


bergbatterij ZN

1 batteria de montania


bergbeek ZN

1 rivo de montania, torrente


bergbeklimmen WW

1 scalar le roccas/le montanias, practicar le alpinismo


bergbeklimmer ZN

1 scalator de roccas/de montanias, alpinista, ascensionista


bergbeklimming ZN

1 ascension de un montania, excursion de montania


bergbeschrijver ZN

1 descriptor de montanias, orographo


bergbeschrijving ZN

1 description del montanias, orographia


bergbestijger ZN

1 Zie: bergbeklimmer


bergbestijging ZN

1 Zie: bergbeklimming


bergbevolking ZN

1 population/gente de montania, montanieros


bergbewoner ZN MV

1 montaniero
--s = gente/population de montania


bergcentaurie ZN

1 (PLANTK) centaurea montan


bergdal ZN

1 valle de montania


bergdorp ZN

1 village de montania


bergdravik ZN

1 bromo erecte


bergdrift ZN

1 Zie: bergbeek


bergeend ZN

1 tadorna


bergen WW

1 (opbergen) rangiar, immagazinar
het -- = immagazinage
2 (inhouden) continer, haber capacitate pro
3 (SCHEEP) salvar, recuperar
een wrak -- = recuperar un nave naufragate
4 (in veiligheid brengen) salvar, mitter/poner in un loco secur


bergengte ZN

1 passo de montania, stricto


berger ZN

1 (SCHEEP) (persoon, schip) recuperator de naves


bergereprijs ZN

1 veronica montan/del montanias


bergersloon ZN

1 Zie: bergloon


bergetappe ZN

1 etape (F)/cursa de montania


bergflank ZN

1 flanco de montania


bergfluiter ZN

1 Zie: wulp


bergformatie ZN

1 (bergvorming) formation de montanias, orogenese (-esis)
2 (gebergte) catena de montanias, massivo


berggebied ZN

1 region montaniose/montuose


berggeel ZN

1 oche, ocre


berggeest ZN

1 gnomo


berggeit ZN

1 capra de montania


berggeld ZN

1 Zie: bergloon


berggeschut ZN

1 Zie: bergartillerie


berggezicht ZN

1 vista/panorama de montania


berggids ZN

1 guida de montania


bergglas ZN

1 Zie: bergkristal


berggod ZN

1 deo/divinitate del montanias


berggodin ZN

1 dea del montanias, oreade


berggroen ZN

1 cinere verde, malachite


berggroep ZN

1 massivo (de montanias)


berghaan ZN

1 (soort arend) helotarso ecaudate


berghelling ZN

1 costa/flanco de montania, declivitate


berghok ZN

1 deposito, remissa, hangar (F)


berghotel ZN

1 hotel (F) de montania


berghut ZN

1 refugio/cabana de montania


bergiep ZN

1 ulmo montan/glabre


berging ZN

1 (opslag) immagazinage
2 (terugwinning) recuperation
-- van een raket = recuperation de un missile
3 (SCHEEP) salvamento, recuperation
4 (bergruimte) deposito, remissa, hangar (F)


bergingsbedrijf ZN

1 Zie: bergingsmaatschappij


bergingscontract ZN

1 contracto de salvamento/de recuperation


bergingshulp ZN

1 adjuta de salvamento/de recuperation


bergingskosten ZN

1 costos/precio de salvamento/recuperation


bergingsloon ZN

1 Zie: bergloon


bergingsmaatschappij ZN

1 compania/interprisa de salvamento/recuperation


bergingsmateriaal ZN

1 material de salvamento/recuperation


bergingsoperatie ZN

1 operation de salvamento/recuperation


bergingsovereenkomst ZN

1 Zie: bergingscontract


bergingsploeg ZN

1 equipa de salvamento/de recuperation


bergingsschip ZN

1 nave recuperator/de salvamento


bergingsteam ZN

1 Zie: bergingsploeg


bergingsvaartuig ZN

1 Zie: bergingsschip


bergingsvoorwaarden ZN MV

1 conditiones de salvamento/de recuperation


bergingswerken ZN MV

1 operationes de salvamento/recuperation


bergingswerkzaamheden ZN MV

1 Zie: bergingswerken


bergje ZN

1 parve monte, monticula


bergkaart ZN

1 mappa/carta orographic


bergkam ZN

1 cresta/crista de montania
getande -- = crista/cresta dentate/dentelate


bergkast ZN

1 armario, (voor kleren) guardaroba, (ingebouwd) armario incastrate


bergketel ZN

1 valle crateriforme


bergketen ZN

1 catena montaniose/montuose/de montanias, cordillera (S)


bergklassement ZN

1 classamento/classification del (etapes de (F)) montania


bergklimaat ZN

1 climate de montania


bergklokje ZN

1 (PLANTK) campanula rhomboidal


bergkloof ZN

1 ravina


bergknoop ZN

1 nodo, massivo central


bergknop ZN

1 (PLANTK) sedo acre


bergkristal ZN

1 crystallo de rocca, quarz hyalin


bergkruin ZN

1 Zie: bergkam


bergkurk ZN

1 suber fossile/de montania


bergland ZN

1 pais montaniose/montuose/de montanias


berglandschap ZN

1 paisage montuose/montaniose/de montanias


bergleeuw ZN

1 puma, caguar


bergleeuwerik ZN

1 eremophila alpestre


berglijster ZN

1 turdo torquate


berglook ZN

1 (PLANTK) allio carinate


bergloon ZN

1 costos/precio/cargas de salvamento/recuperation


berglucht ZN

1 aere de montania
gezonde -- = aere salubre del montania


bergmassief ZN

1 massivo (de montanias)


bergmeer ZN

1 laco de montania


bergmeubel ZN

1 Zie: opbergmeubel


bergmispel ZN

1 amelanchier oval


bergmos ZN

1 Zie: rendiermos


bergmuis ZN

1 lemming


bergmus ZN

1 passere montan


bergnimf ZN

1 nympha del montes, oreade


bergoorlog ZN

1 guerra del montania


bergop(waarts) BW

1 (de berg op) ascendente, a monte
-- gaan = montar
2 (steeds beter) cata vice melior


bergpad ZN

1 sentiero de montania


bergpanorama ZN

1 panorama de montania


bergpas ZN

1 passo de montania, stricto


bergpek ZN

1 asphalto, bitumine


bergplaats ZN

1 deposito, remissa


bergplant ZN

1 planta de montania


bergplateau ZN

1 plateau (F) de montania


bergplooi ZN

1 plica de montania


bergrand ZN

1 bordo del montania


bergrat ZN

1 marmotta


Bergrede ZN EIGN

1 Sermon super le/del Montania


bergreis ZN

1 viage de montania


bergrijst ZN

1 ris de montania


bergrit ZN

1 etape (F)/cursa de montania


bergrivier ZN

1 riviera de montania, torrente


bergrug ZN

1 cresta/crista/dorso de montania


bergruimte ZN

1 (ruimte om iets in op te bergen) deposito, remissa
2 (hoeveelheid ruimte, capaciteit) capacitate


bergrund ZN

1 yak


bergschoen ZN

1 scarpa de montania


bergschuur ZN

1 Zie: bergplaats


bergsijsje ZN

1 regulo


bergsleuf ZN

1 Zie: bergengte


bergspelonk ZN

1 spelunca/cava/caverna/grotta de montania


bergspits ZN

1 vertice/cyma/cuspide/summitate/picco de montania


bergspleet ZN

1 fissura (in le montania)


bergspoor(weg) ZN

1 ferrovia funicular/de montania


bergsport ZN

1 sport(s) (E) de montania, alpinismo


bergsportplaats ZN

1 centro/station de sports (E) de montania/de alpinismo


bergstam ZN

1 tribo de montania


bergstation ZN

1 station (ferroviari) de montania


bergsteen ZN

1 petra de montania


bergstelsel ZN

1 systema montaniose/de montanias


bergstok ZN

1 baston de montania/de alpinista, alpenstock


bergstreek ZN

1 region montaniose/montuose


bergstroom ZN

1 torrente (de montania)


bergtalk ZN

1 cera fossile, ozocerite


bergterrein ZN

1 terreno de montania


bergtijdrit ZN

1 etape (F) contra le horologio in montania


bergtocht ZN

1 excursion de/in montania


bergtoerisme ZN

1 tourismo {oe} de montania


bergtop ZN

1 Zie: bergspits


bergvakantie ZN

1 vacantias in le montania


bergvesting ZN

1 fortalessa de montania


bergvlas ZN

1 (steenvlas) amianto
2 (PLANTK) thesio


bergvlier ZN

1 sambuco racemose


bergvoet ZN

1 pede de montania


bergvolk ZN

1 populo de montania, montanieros


bergvorming ZN

1 Zie: gebergtevorming


bergvrees ZN

1 orophobia


bergwand ZN

1 pariete (de un montania)


bergwandelen WW

1 facer excursiones de montania


bergwandeling ZN

1 excursion de montania


bergwas ZN

1 cera fossile, ozocerite


bergwedstrijd ZN

1 (wielrennen) cursa de montania


bergweg ZN

1 cammino de montania


bergweide ZN

1 pastura/prato/prateria montan/de montania


bergwoud ZN

1 foreste de montania


bergzebra ZN

1 zebra de montania


bergziekte ZN

1 mal de montania


bergzolder ZN

1 deposito sub le tecto


bergzout ZN

1 sal gemma


beriberi ZN

1 beriberi
lijder aan -- = beriberico


beriberilijder ZN

1 beriberico


beriberistreek ZN

1 region de beriberi


bericht ZN

1 (mededeling) communication, annuncio, message, nova, aviso, notitia
nadere --en = notitias/communicationes ulterior
sensationeel -- = notitia/nova sensational
schriftelijk -- = message/communication scripte
telefonisch -- = message/communication telephonic
vals -- = nova false
-- van ontvangst = aviso de reception
(in krant) laatste --en = ultime notitias/hora
-- krijgen van iemand = reciper notitias de un persona
-- geven van = informar, communicar
een -- verspreiden = render public un notitia
volgens de laatste --en = secundo le ultime notitias
2 (onderricht) notitia, aviso, advertentia, instruction
belangrijk -- aan het publiek = aviso importante al publico
-- aan de lezer = notitia/advertentia al lector
-- van toewijzing = aviso de adjudication
-- van verzending = aviso de expedition


berichten WW

1 informar, communicar, notificar, facer saper, facer cognoscer, relatar
per kabel -- = cablar
de ontvangst -- van = accusar reception de


berichtendienst ZN

1 servicio de informationes/de notitias/de messages


berichtgever ZN

1 communicator, informator, informante
2 (van een krant) reporter (E), correspondente


berichtgeving ZN

1 information
vrije -- = libertate de information
-- over de verkiezingen = information super le electiones


berijdbaar BN

1 (van een weg) practicabile, viabile
--e weg = cammino practicabile
2 (mbt een voertuig) utilisabile
--e fiets = bicycletta utilisabile


berijdbaarheid ZN

1 (van een weg) practicabilitate, viabilitate


berijden WW

1 (rijden op) montar
een paard -- = montar un cavallo, cavalcar
2 (rijden over) practicar, percurrer
een weg -- = practicar/percurrer un cammino
een ijsbaan -- = patinar super un patinatorio


berijder ZN

1 (van paard) cavallero, (van fiets) cyclista, (van motor) motorcyclista


berijdster ZN

1 (van paard) amazona, (van fiets) cyclista, (van motorfiets) motorcyclista


berijmd BN

1 rimate
--e psalmen = psalmos rimate


berijmen WW

1 (in of op rijm zetten) rimar, (in versvorm zetten) versificar
het -- = versification
2 (met rijm of rijp bedekken) coperir de pruina, pruinar


berijmer ZN

1 rimator, versificator


berijming ZN

1 version rimate, rima, versification


berijpen WW

1 coperir de pruina, pruinar


berijpt BN

1 coperte/coperite de pruina, pruinate


beril ZN

1 (edelgesteente) beryllo
2 (steen) beryllo


berimpelen WW

1 coperir de rugas, rugar
berimpeld voorhoofd = fronte rugate


berin ZN

1 ursa


beringen WW

1 (versieren met ringen) guarnir/ornar de anellos
beringde vingers = digitos guarnite/ornate de anellos
2 (met een dijk omgeven) cinger/circumferer con un dica


Beringzee ZN EIGN

1 Mar de Bering


berispelijk BN

1 reprehensibile, reprochabile {sj}, blasmabile, accusabile, censurabile, criticabile, incriminabile, condemnabile, damnabile, demeritori, vituperabile


berispelijkheid ZN

1 character reprehensibile, etc., accusabilitate


berispen WW

1 reprobar, reprehender, reprender, reprimendar, dar un reprimenda, blasmar, infliger un blasmo a, admoner, admonestar, corriger, censurar, vituperar, objurgar


berispend WW

1 reprehensive, admonitori, vituperative, objurgatori


berispenswaardig BN

1 Zie: berispelijk


berisping WW

1 reprimenda, reprehension, blasmo, monition, admonition, admonestation, correction, censura, exhortation, animadversion, vituperation, objurgation
een -- geven = dar un reprimenda, reprimendar
een officiële -- krijgen = reciper un reprimenda official


berk ZN

1 betula
zwarte -- = betula nigre
witte/ruwe -- = betula albe/verrucose


berkelium ZN

1 berkelium


berken BN

1 Zie: berkenhouten


berkenbast ZN

1 cortice de betula


berkenbastolie ZN

1 oleo del cortice de betula


berkenblad ZN

1 folio de betula


berkenboleet ZN

1 boleto scabre


berkenboom ZN

1 Zie: berk


berkenbos ZN

1 bosco de betulas, betuleto


berkenfamilie ZN

1 betulaceas


berkenhout ZN

1 ligno de betula, betula


berkenhouten BN

1 (de ligno) de betula
een -- stoel = un sedia de betula


berkenkamfer ZN

1 betulina


berkenloof ZN

1 folios de betula


berkenrijs ZN

1 rametto/branchetta de betula


berkenschors ZN

1 cortice de betula


berkensijsje ZN

1 Zie: barmsijs


berkenstam ZN

1 trunco de betula


berkentak ZN

1 branca/ramo de betula


berkenzwam ZN

1 polyporo betulin


Berlijn ZN EIGN

1 Berlin
--se Muur = Muro de Berlin


Berlijner ZN

1 berlinese


Berlijns BN

1 berlinese, de Berlin
--e muur = muro berlinese/de Berlin


Berlijns-blauw ZN

1 blau de Prussia/de Berlin


Berlijns-rood ZN

1 rubie de Prussia


berlijnszilver ZN

1 alpaca


berline ZN

1 (soort rijtuig) berlina


Berliner BN

1 de Berlin
-- bol = bolla de Berlin


Berlitz ZN EIGN

1 Berlitz
methode -- = methodo Berlitz


berlitzmethode ZN

1 methodo Berlitz


Berlitzschool ZN

1 schola Berlitz


berm ZN

1 (FORTIF) berma
2 bordo/bordatura del cammino/del via
zachte -- = bordatura non stabilisate


bermbeplanting ZN

1 plantation del bordo/bordatura del cammino


bermfauna ZN

1 fauna del bordo/bordatura del cammino


bermflora ZN

1 flora del bordo/bordatura de cammino


bermlamp ZN

1 (van auto) pharo mobile/orientabile


bermlicht ZN

1 Zie: bermlamp


bermprostituée ZN

1 prostituta del bordo/bordatura del cammino


bermprostitutie ZN

1 prostitution del bordo/bordatura del cammino


bermtippelaarster ZN

1 Zie: bermprostituée


bermtoerisme ZN

1 tourismo {oe} del bordo del cammino


bermtoerist ZN

1 tourista {oe} del bordo del cammino


Bermuda's ZN EIGN MV

1 le Bermudas


Bermudaan ZN

1 bermud(i)ano


Bermudaans BN

1 bermud(i)an


Bermudadriehoek ZN

1 triangulo del Bermudas


Bern ZN EIGN

1 Bern
van/uit -- = bernese


bernage, bernagie ZN

1 borragine


Bernard ZN EIGN

1 Bernardo


Bernardijn ZN

1 bernardino, (fratre) cisterciense


Bernardijns BN

1 bernardin, cisterciense


bernardshond ZN

1 (can de) Sancte Bernardo


bernardskreeft ZN

1 paguro


Berner BN

1 de Bern, bernese
-- Alpen = Alpes Bernese
-- Conventie = Convention de Bern


bernouilli-effect ZN

1 effecto Bernouilli


Bernoulli-getallen ZN MV

1 numeros bernoullian/de Bernoulli


bernsteen ZN

1 Zie: barnsteen


beroemd BN

1 famose, celebre, renominate, reputate, de fama, illustre, insigne, prestigiose
de Franse keuken is -- = le cocina francese es renominate
de --e Nachtwacht van Rembrandt = le famose Ronda de Nocte de Rembrandt
-- persoon = celebritate
-- prediker = predicator de fama
-- maken = illustrar
het -- maken = illustration


beroemdheid ZN

1 celebritate, renomine, notorietate, reputation, grande fama
2 (beroemd persoon) persona celebre, celebritate, star (E), superstar (E)


beroemen WW

1
zich -- op = vantar se de, vangloriar se de, inorgoliar se de, glorificar se de


beroep ZN

1 (JUR) appello, appellation, recurso
hof van -- = corte de appello
raad van -- = consilio de appello
in -- gaan tegen, -- aantekenen tegen = appellar contra
tegen iemand in -- gaan = recurrer contra un persona
geen -- toelatend = inappellabile
-- in cassatie = recurso de cassation
2 (verzoek om bijstand) appello
een -- doen op iemand = appellar a un persona, facer appello a un persona
een -- doen op iemands verantwoordelijkheidsgevoel = appellar al/facer appello al sentimento/senso de responsabilitate de un persona
3 (betrekking) mestiero, profession, function, occupation, empleo
-- van advocaat = profession de advocato
hij is arts van -- = ille es medico de (su) profession
vrije --en = professiones liberal
intellectuele --en = professiones intellectual
paramedisch -- = profession paramedical
verschillende --en betreffend = interprofessional
een -- uitoefenen = exercer un profession
4 (benoeming) nomination, designation


beroepbaar BN

1 qui pote esser designate/eligite, designabile


beroepen WW

1
zich -- op = invocar, referer se a, allegar
zich op een precedent -- = invocar un precedente
zich op een artikel van de wet -- = allegar un articulo del lege
2 (met de stem bereiken) critar a
te -- = a portata de voce
3 (benoemen) nominar, designar
iemand als predikant -- naar = nominar/designar un persona como predicator pro


beroepenclassificatie ZN

1 classification del professiones


beroepencode ZN

1 Zie: beroepenclassificatie


beroepene ZN

1 persona designate


beroepengids ZN

1 (gids met beroepen) guida de professiones
2 (telefoongids) guida/paginas jalne


beroepenlijst ZN

1 lista de professiones


beroepenvoorlichting ZN

1 Zie: beroepsvoorlichting


beroeping ZN

1 designation


beroeps BN

1
-- zijn in iets = esser un professional in/de un cosa


beroeps(kracht) ZN

1 professional
-- worden = facer se/devenir un professional


beroeps(toneel)speler ZN

1 actor professional


beroepsaansprakelijkheid ZN

1 responsabilitate professional


beroepsacteur ZN

1 actor professional


beroepsactiviteit ZN

1 activitate professional


beroepsagitator ZN

1 agitator professional


beroepsanalyse ZN

1 analyse (-ysis) de un profession


beroepsarbeid ZN

1 labor/travalio professional


beroepsartiest ZN

1 artista professional


beroepsbedelaar ZN

1 mendico professional/de profession


beroepsbekwaamheid ZN

1 Zie: beroepsgeschiktheid


beroepsbevolking ZN

1 population active


beroepsbezigheid ZN

1 activitate/occupation professional
zijn --en hervatten = reprender su activitates professional


beroepsbokser ZN

1 boxator professional


beroepsbrandweer ZN

1 servicio professional de incendios


beroepsbroeder ZN

1 collega


beroepscode ZN

1 codice deontologic


beroepscommissie ZN

1 commission de appello


beroepsconsul ZN

1 consule professional/de carriera


beroepscriticus ZN

1 critico de profession


beroepsdanser ZN

1 dansator professional


beroepsdeformatie ZN

1 deformation professional


beroepsdiplomaat ZN

1 diplomate de carriera


beroepseer ZN

1 ethica/probitate professional


beroepselftal ZN

1 equipa professional


beroepsethiek ZN

1 ethica professional, deontologia


beroepsfotograaf ZN

1 photographo professional


beroepsfunctie ZN

1 function professional


beroepsgeheim ZN

1 secreto professional
het -- schenden = violar le secreto professional


beroepsgenoot ZN

1 collega


beroepsgeschiktheid ZN

1 aptitude/capabilitate/competentia professional


beroepsgewoonten ZN MV

1 habitos professional


beroepsgoederenvervoer ZN

1 transporto professional de merces, transporto per cammino/per camion


beroepsgroep ZN

1 gruppo/categoria professional


beroepsgrond ZN

1 (JUR) motivo de appello


beroepshalve BW

1 ex professo (L), a titulo professional, professionalmente, in virtute de su functiones


beroepshandel ZN

1 commercio professional


beroepshandelaar ZN

1 commerciante/negotiante professional


beroepshiërarchie ZN

1 hierarchia de professiones


beroepshof ZN

1 corte de appello


beroepsijver ZN

1 zelo professional


beroepsinbreker ZN

1 effractor professional


beroepsinstantie ZN

1 autoritate de appello


beroepskader ZN

1 (MIL) quadro de carriera


beroepskennis ZN

1 cognoscentia(s)/cognoscimento(s) professional


beroepskeuze ZN

1 selection de un profession
2 orientation/selection professional


beroepskeuzeadviseur ZN

1 consiliero de orientation professional


beroepskeuzetest ZN

1 test (E) de orientation/selection professional


beroepsklasse ZN

1 (sociale klasse) categoria socio-professional
2 (SPORT) division del professionales


beroepskleding ZN

1 vestimentos de labor/de travalio, uniforme


beroepskracht ZN

1 empleato/laborator/travaliator remunerate


beroepsleger ZN

1 armea (de militares) professional/de mestiero/de carriera


beroepsleven ZN

1 vita professional


beroepsmatig BW

1 Zie: beroepshalve


beroepsmilitair ZN

1 militar professional/de carriera/de mestiero


beroepsmisdadiger ZN

1 delinquente/criminal professional/de profession


beroepsmisvorming ZN

1 Zie: beroepsdeformatie


beroepsmobiliteit ZN

1 mobilitate professional


beroepsmogelijkheid ZN

1 (JUR) possibilitate de appello


beroepsmoordenaar ZN

1 assassino professional/de profession


beroepsmuzikant ZN

1 musico professional


beroepsnaam ZN

1 nomine professional


beroepsnijd ZN

1 invidia professional


beroepsofficier ZN

1 officiero professional/de carriera/de profession


beroepsomschrijving ZN

1 description del profession


beroepsonderwijs ZN

1 inseniamento/instruction professional
school voor -- = schola professional


beroepsopleiding ZN

1 formation professional


beroepsorganisatie ZN

1 organisation professional


beroepsplicht ZN

1 obligation/deber professional


beroepsploeg ZN

1 Zie: beroepselftal


beroepspoliticus ZN

1 politico professional/de profession


beroepsprestige ZN

1 prestigio professional


beroepsprocedure ZN

1 procedura de appello/de recurso


beroepsraad ZN

1 consilio de appello


beroepsrecht ZN

1 derecto de appello/de recurso


beroepsrenner ZN

1 curritor cyclista professional


beroepsrijder ZN

1 (op de fiets) curritor cyclista professional, professional, (op de schaats) patinator professional


beroepsrisico ZN

1 risco professional


beroepsschilder ZN

1 pictor professional


beroepsschrijver ZN

1 scriptor professional


beroepssoldaat ZN

1 soldato professional/de mestiero/de carriera


beroepsspeculant ZN

1 speculator professional


beroepsspeler ZN

1 (TONEEL) actor professional, professional
2 (SPORT) jocator professional, professional


beroepsspelerschap ZN

1 profesionalismo


beroepssport ZN

1 sport (E) professional


beroepsstand ZN

1 categoria professional


beroepsstructuur ZN

1 structuro socioprofessional


beroepstaal ZN

1 linguage professional, sociolecto


beroepstermijn ZN

1 periodo pro appello


beroepstic ZN

1 deformation professional


beroepstoneel ZN

1 theatro professional


beroepstrots ZN

1 orgolio professional


beroepsuitoefening ZN

1 exercitio professional


beroepsverandering ZN

1 cambio de profession


beroepsverbod ZN

1 prohibition/interdiction professional


beroepsvereniging ZN

1 syndicato
Beroepsvereniging van Beeldende Kunstenaars, BBK = Syndicato del Professionales del Arte Plastic, APAP


beroepsvertaler ZN

1 traductor/translator professional


beroepsvervoer ZN

1 transporto professional de merces, transporto per cammino/per camion


beroepsvervoerder ZN

1 transportator


beroepsvisser ZN

1 piscator professional


beroepsvoetbal ZN

1 football (E) professional


beroepsvoetballer ZN

1 jocator professional de football (E), footballista {oe}/footballero {oe} professional


beroepsvoorlichter ZN

1 orientator professional


beroepsvoorlichting ZN

1 orientation professional


beroepswerk ZN

1 travalio/labor professional


beroepswerkzaamheid ZN

1 activitate professional


beroepsworstelaar ZN

1 luctator professional


beroepszanger ZN

1 cantator/cantor professional/de profession


beroepsziekte ZN

1 maladia professional


beroepszorgen ZN MV

1 deberes inherente a su functiones


beroerd BN

1 (naar) miserabile, (lamlendig) indolente
het ziet er -- uit = le situation/cosa es difficile
2 (ziek) malade, indisposite, mal
een --e dag hebben = haber un mal die
zich -- voelen = sentir se mal
3 (terneergeslagen) abattite
4
er -- aan toe zijn = viver in le miseria
een --e zaak = un historia multo triste
niet te -- zijn om iets te doen = esser disposite a facer alco


beroerdheid ZN

1 miseria


beroerdigheid ZN

1 miseria


beroeren WW

1 (verontrusten) inquietar, agitar, turbar, perturbar, disturbar, commover
2 (even aanraken) toccar/tanger legiermente, lamber


beroering ZN

1 (onrust, opschudding) effervescentia, sensation, agitation, commotion, turbation, perturbation, conflagration
in -- brengen = agitar, turbar, perturbar, disturbar, mitter in agitation/in effervescentia
de gemoederen in -- brengen = excitar le animas
-- wekken = facer/causar/producer sensation
2 (aanraking) contacto, tocca, tocco


beroerling ZN

1 individuo miserabile/vil/abjecte


beroerte ZN

1 (MED) attacco de apoplexia, apoplexia, hemorrhagia/congestion cerebral, colpo apoplectic/de apoplexia/de sanguine, ictus apoplectic/cerebral
door een -- getroffen = colpate de apoplexia
2 (rustverstoring) disordine, disturbantia
Raad der Beroerten = Consilio del Disordines


beroesten WW

1 coperir se de ferrugine


beroeten WW

1 coperir de fuligine


beroken WW

1 (met rook behandelen) fumigar, suffumigar, impregnar de fumo
het -- = fumigation, suffumigation
iemand die berookt = fumigator


beroking ZN

1 fumigation, suffumigation
voor -- dienend = fumigatori


berokkenaar ZN

1 causator, occasionator, facitor


berokkenen WW

1 causar, occasionar, facer
iemand schade -- = causar damnos a un persona


berokkening ZN

1 causation


beroofd BN

1 destituite (de), private (de), disproviste (de)


berooid BN

1 povre, paupere, sin moneta, impecuniose, indigente, inope, destituite
een --e beurs = un bursa vacue


berooidheid ZN

1 povressa, pauperate, indigentia, impecuniositate


berookt BN

1 fumose
het lampeglas is -- = le vitro/globo de lampa es fumose
--e gordijnen = cortinas fumose, cortinas nigre de fumo


berouw ZN

1 remorso, repententia, regret, (REL) resipiscentia
tranen van -- = lacrimas de remorso/repententia/regret
oprecht -- = remorso/repententia sincer
-- hebben over = repentir se de, doler se de
(R.K.) innig -- = compunction
(R.K.) innig -- hebben/voelen = compunger
(R.K.) onvolmaakt -- = attrition
(R.K.) volmaakt -- = contrition
(R.K.) volmaakt -- hebbend = contrite


berouwen WW

1 repentir se de, deplorar, regrettar
die daad berouwt hem = ille se repenti de iste acto, ille deplora/regretta iste action


berouwhebbend BN

1 Zie: berouwvol


berouwvol BN

1 plen de remorso, repentente, compungite
2 (REL) penitente, repentente, contrite, attrite
--le zondaar = peccator repentente/contrite
zich -- tonen = monstrar se contrite


beroven WW

1 (door roof wegnemen) robar, rapinar, disposseder, spoliar, despoliar, piliar
het -- = piliage, spoliamento, spoliation
een bank -- = robar un banca
2 (beschikking over iets doen missen) privar
het -- = privation
iemand van zijn vrijheid -- = privar un persona de su libertate
iemand van zijn rechten -- = privar un persona de su derectos
iemand van het leven -- = privar un persona del vita, occider un persona
zich van het leven -- = suicidar se, occider se
3 (ontdoen van) destituer, disprovider
in deze versie is het verhaal van al zijn charme beroofd = in iste version le conto ha perdite tote su charme (F)


berovend BN

1 (JUR) privative


beroving ZN

1 furto, robamento, rapina, spoliamento, spoliation, despoliamento, privation, destitution


berrie ZN

1 lectiera


berriedrager ZN

1 portator de lectiera


berst ZN

1 Zie: barst


bersten ZN

1 (scheuren, splijten) finder se
2 (uit elkaar springen) exploder, erumper
het -- = eruption


bertram (wilde --) ZN

1 (PLANTK) achillea ptarmic


berucht BN

1 de mal reputation, de mal fama, malfamate, mal notate
-- persoon = persona de mal fama
de --e Heydrich = le Heydrich malfamate
--e buurt = quartiero malfamate
-- proces = processo que ha facite scandalo


beruchtheid ZN

1 mal fama, mal reputation


berusten WW

1 (steunen op) reposar (super), fundar se (super), esser fundate (super), basar se (super), esser basate (super)
deze conclusie berust op onjuiste gegevens = iste conclusion reposa/es fundate/es basate super datos inexacte/erronee
op waarheid -- = fundar se super le veritate
2
(zich schikken in) -- in = resignar se a, acceptar con resignation
zij berusten in het verlies van hun kind = illes accepta con resignation le morte de lor infante
3 (in bezit/bewaring zijn van) esser in possession (de), esser conservate (de), esser inter/in le manos (de)
de verzegelde stukken berusten bij een notaris = le documentos sigillate es in le manos de un notario


berustend BW

1 con resignation


berusting ZN

1 (schikking) resignation
met -- zijn lot dragen = resignar se a su sorte, suffrer su sorte con resignation
kalme -- = resignation tranquille
in stille -- = in resignation quiete, con un resignation mute
2 (bewaring) possession, custodia, deposito
onder -- stellen van = dar in custodia a
iets onder -- hebben = haber un cosa in deposito
de papieren zijn onder -- van de notaris = le papiros es in le manos/le custodia del notario


berylaarde ZN

1 glucinum


beryllium ZN

1 beryllium


berylliumlegering ZN

1 alligato de beryllium


berylliumoxyde ZN

1 oxydo de beryllium


berylliumverbinding ZN

1 composito de beryllium


bes ZN

1 baca
2 (aalbes - struik-) ribes
zwarte -- = ribes nigre
3 (aalbes - vrucht-) baca de ribes
4 (MUZ) si bemol


besachtig BN

1 baciforme


bes-anjelier ZN

1 cucubalo bacifere


besausen WW

1 coperir de sauce (F)


beschaafd BN

1 (keurig, net) ben educate, polite, cortese, civil, culte
een -- man = un homine ben educate
het --e publiek = le publico culte
in --e termen = in terminos cortese
--e manieren = manieras polite
-- eten = haber bon manieras de tabula
2 (niet meer in natuurstaat levend) civilisate
--e volken = populos civilisate
3 (juist) correcte
--e uitspraak = pronunciation correcte
het algemeen -- Nederlands = le nederlandese correcte/standard (E)


beschaafd ZN

1
het algemeen -- = le nederlandese correcte/standard (E), lingua correcte


beschaafdheid ZN

1 (welgemanierdheid) politessa, cortesia, civilitate, bon education, bon manieras
2 (verfijning) cultura, civilisation


beschaamd BN

1 (vervuld van schaamte) avergoniate, vergoniose
-- maken = avergoniar
-- zijn = haber vergonia
met --e kaken = toto vergoniose
2 (schuchter) timide


beschaamdheid ZN

1 (schaamte) vergonia
2 (schuchterheid) timiditate


beschadigd BN

1 damnificate, avariate, deteriorate, defectuose, guastate
ernstig -- = multo damnificate
--e goederen = mercantias damnificate/avariate


beschadigen WW

1 damnificar, deteriorar, avariar, guastar
de goederen zijn door zeewater beschadigd = le mercantias ha essite damnificate per le aqua del mar


beschadiger ZN

1 guastator


beschadiging ZN

1 (kapotte plek) damno, deterioration, (van een schip) avaria
-- van een mechanisme = deterioration de un mechanismo


beschaduwd BN

1 umbrate, adumbrate, obumbrate


beschaduwen WW

1 facer unbra super, umbrar, adumbrar, obumbrar
de bomen beschaduwen het plein = le arbores (ad)umbra le placia
een beschaduwde plaats = un loco in le umbra


beschaduwing ZN

1 umbra, adumbration


beschamen WW

1 (tot schaamte brengen) avergoniar, render vergoniose, inspirar vergonia a
zijn edelmoedigheid heeft mij beschaamd = su generositate me ha avergoniate
2 (teleurstellen) disappunctar, frustrar, trair, deluder
iemands vertrouwen -- = trair le confidentia/fiducia de un persona
zij werden in hun verwachtingen beschaamd = illes esseva disappunctate in lor expectationes


beschamend BN

1 (vernederend) humiliante, vergoniose, ignominiose
--e vertoning = situation humiliante/vergoniose
2 (teleurstellend) disappunctante, frustrante
-- resultaat = resultato disappunctante


beschaming ZN

1 vergonia


beschansen WW

1 circumferer de vallos/fortificationes, circumvallar


beschansing ZN

1 circumvallation


beschaven WW

1 (ontwikkelen) civilisar, cultivar, disveloppar, humanisar
een volk -- = civilisar un populo
niet te -- = incivilisabile
2 (glad schaven) planar


beschaver ZN

1 civilisator


beschaving ZN

1 (toestand van beschaafdheid) civilisation, cultura
antieke -- = civilisation antique/classic
Iberische -- = civilisation iber
westerse -- = civilisation occidental
hoogontwikkelde -- = civilisation avantiate
innerlijke -- = civilisation/cultura innate
een hoge trap van -- = un alte grado/nivello de civilisation
de dageraad/het ontwaken van de -- = le aurora del civilisation
uitwassen van de -- = excrescentias del civilisation
ondergang van een -- = declino de un civilisation
voor -- vatbaar = civilisabile
2 (het beschaafd zijn) politessa, cortesia, bon education, civilitate, urbanitate
iemand enige -- bijbrengen = polir le education de un persona
3 (het beschaven) civilisation


beschavingscentrum ZN

1 centro de civilisation


beschavingscrisis ZN

1 crise/crisis del civilisation


beschavingsgeschiedenis ZN

1 historia del civilisation/del cultura


beschavingskring ZN

1 circulo de civilisation


beschavingsnorm ZN

1 norma de civilisation


beschavingspatroon ZN

1 patrono de civilisation


beschavingspeil ZN

1 nivello de civilisation/cultura, nivello cultural


beschavingsperiode ZN

1 periodo de civilisation


beschavingsproces ZN

1 processo de civilisation


beschavingstoestand ZN

1 stato de civilisation


beschavingsvorm ZN

1 forma de civilisation


beschavingswerk ZN

1 Zie: beschavingsarbeid


beschavingsziekte ZN

1 maladia del civilisation moderne


bescheid ZN

1 (inlichting) communication, information
-- geven = dar information(es), informar, instruer
2 (geschreven stuk) documento, acto, (MV ook) dossier (F)
echte --en = documentos/actos authentic/original
iemand de --en doen toekomen = inviar le documentos a un persona
3 (antwoord) responsa
-- geven = responder, dar un responsa
4 (weerwoord) replica
-- geven = replicar, dar un replica
5 (ontbieding) convocation, invitation
op uw -- ben ik hier = io es hic a vostre convocation/invitation


bescheiden BN

1 (niet aanmatigend) modeste, discrete
je bent al te -- = tu es troppo modeste
zich -- terugtrekken = retirar se discretemente
2 (bedeesd) pudente, verecunde
3 (nederig) humile
naar mijn -- mening = secundo mi humile opinion
4 (discreet) discrete
een -- gebruik maken van iemands inlichtingen = facer un uso discrete del informationes de un persona
5 (niet groot) parve, mediocre, modic, modeste, exigue
-- salaris = salario/paga mediocre/modic/modeste
-- bedrag = summa exigue
een -- ingerichte woning = un habitation modestemente mobilate


bescheiden WW

1 (toewijzen) impartir, conceder
2 (ontbieden) convocar, appellar


bescheidenheid ZN

1 (het niet aanmatigend zijn) modestia, discretion
valse -- = modestia false/affectate/fingite
-- daargelaten = modestia a parte
met gepaste -- = con le debite discretion
in alle -- wil ik opmerken = con tote le respecto debite io vole remarcar
2 (beleefdheid) modestia, politessa, cortesia
3 (discretie) discretion
aan iemands -- iets toevertrouwen = lassar un cosa al discretion de un persona
4 (geringheid) parvitate, modicitate


bescheidenlijk BW

1 con modestia


beschenken WW

1 dar presentes a, donar, presentar, conferer


bescheren WW

1 reservar, destinar
het ons beschoren lot = nostre destino, nostre sorte
het geluk was hem beschoren dat = ille habeva le fortuna que


beschermballon ZN

1 ballon de protection


beschermbeeld ZN

1 palladio


beschermdoos ZN

1 cassa de protection


beschermdop ZN

1 capsula de protection


beschermeling ZN

1 protégé (F), favorito, patrocinato
2 (ROM GESCH) (van een Patriciër) cliente
--en (van een Patriciër) = clientela


beschermen WW

1 (behoeden) proteger, defender, preservar, (tegen kwaad OOK) premunir
tegen gevaar -- = proteger contra periculo
iemand tegen zijn aanvallers -- = proteger un persona contra su assaltatores
2 (bevorderen) favorar, favorir, promover, patronisar
de schone kunsten -- = promover/patronisar le belle artes
3 (protegeren) proteger, defender
de textielindustrie -- = proteger le industria textile
4 (rugdekking geven) coperir
5 (van elektrische apparaten, etc.) blindar


beschermend BN

1 protector, protective, de protection
--e maatregel = mesura de protection
--e laag = strato protective/de protection
--e traliewerk = grilliage protective/de protection
--e buis = tubo protective/de protection
--e zonnebrandcreme = crema solar protective
2 (behoedend) custodial, tutelar


beschermengel ZN

1 angelo tutelar/custode/guardiano


beschermer ZN

1 (ROM GESCH) preside
2 (behoeder) protector, preservator
3 (begunstiger) protector, defensor, patrono, patrocinator
-- van de kunsten = protector del artes, mecenas, mecenato
4 (voorwerp dat beschermt) protector, protege...


beschermgeest ZN

1 genio tutelar


beschermglas ZN

1 vitro protective/de protection


beschermgod ZN

1 deitate/deo tutelar


beschermheer ZN

1 patrono, patrocinator, protector
-- zijn voor = patronisar


beschermheerschap ZN

1 protection, patronato, patronage, protectorato, patrocinio, auspicios, egide
onder -- van = sub le auspicios/egide de, sub patrocinio de


beschermheilige ZN

1 (sancte) patrono, (VR) (sancte) patrona
de -- van de jagers = le patrono del chassatores {sj}/venatores


beschermhoes ZN

1 copertura/camisa/inveloppe/etui (F) protective/de protection


bescherming ZN

1 (hoede) protection, defensa, custodia, tutela
de -- van de nationale nijverheid = le protection del industria national
in -- nemen = proteger, defender, prender le defensa de
onder -- van de duisternis = protegite per le/con favor del/a favor del obscuritate
2 (beschermheerschap) protection, patronato, patronage, patrocinio, egide, auspicios
onder de -- van = sub le auspicios/egide de, sub patrocinio de


beschermingsfactor ZN

1 factor de protecton


beschermingskap ZN

1 Zie: beschermingsmasker


beschermingskleuren ZN MV

1 colores de protection


beschermingslaag ZN

1 strato de protection


beschermingsmasker ZN

1 masca/mascara de protection


beschermingsmiddel ZN

1 medio de protection


beschermingsnet ZN

1 rete de protection


beschermkap ZN

1 copertura/camisa protective


beschermlaag ZN

1 strato de protection


beschermmiddel ZN

1 (amulet) phylacterio


beschermvrouw(e) ZN

1 protectrice, patrona, patronessa
-- zijn voor = patronisar


beschermvrouwschap ZN

1 patronato, patronage, protectorato, patrocinio


bescheten BN

1 (met drek bevuild) merdose
2
dat loopt -- af = isto termina mal


bescheuren WW

1
zich -- van het lachen = torquer se de rider


bescheurkalender ZN

1 calendario humoristic


beschieten WW

1 facer foco super, tirar a, bombardar, (met kanonnen) cannonar, (met mitrailleurs) mitraliar
de vijand -- = facer foco super le inimico
2 (beschoeien, bedekken) revestir con ligno, guarnir/coperir de plancas/de lattes
een wand -- = revestir un pariete con ligno
3 (afsluiten) clauder per un pariete de plancas


beschieting ZN

1 foco, (het schieten) bombardamento, (met kanonnen) cannonada, (met geweren) fusilada, (met mitralleurs) mitralia
2 (bekleding) revestimento
3 (beschot) pariete de plancas/lattes


beschijnen WW

1 exclarar, illuminar, dar luce a, brillar super


beschijning ZN

1 exclaration, illumination


beschijten WW

1 (schijten op/in) cacar super/in
2 (bedriegen) dupar, mystificar


beschik ZN

1 direction


beschikal ZN

1 Zie: bemoeial


beschikbaar BN

1 disponibile, libere, vacante
--e voorraad = stock disponibile
--e arbeidskrachten = mano de obra disponibile
--e gelden = fundos disponibile
--e kapitaal = capital disponibile/liquide
-- saldo = saldo disponibile
alle --e middelen aanwenden = usar tote le medios disponibile
de --e ruimte was klein = le spatio disponibile esseva limitate
niet veel tijd voor iets -- hebben = non haber multe tempore disponibile pro un cosa
het -- zijn = disponibilitate
niet -- = indisponibile
het niet -- zijn = indisponibilitate
zich -- stellen voor een post = render se disponibile/offerer se pro un posto
op afroep -- = disponibile a demanda


beschikbaarheid ZN

1 disponibilitate


beschikken WW

1 (beslissen) disponer, decider
over iemands lot -- = disponer del sorte de un persona, decider super le destination de un persona
de mens wikt, God beschikt = le homine propone, Deo dispone
2 (bezitten) disponer (de), posseder, haber
over een auto -- = disponer de un auto(mobile)
over een groot vermogen -- = disponer de un grande fortuna
U kunt over het bewuste bedrag -- = vos pote disponer del summa in question
3 (bestemming geven aan) disponer (de), destinar
-- over een bedrag ten gunste van het Rode Kruis = destinar un summa de moneta al Cruce Rubie


beschikkend BN

1 (voorschriften gevend) dispositive


beschikking ZN

1 (macht om over iets te beschikken) disposition, disponibilitate
ter -- staan = esser disponibile/al disposition
iets aan iemand ter -- stellen = mitter/poner un cosa al disposition de un persona, commodar un cosa a un persona
de -- hebben over een auto = disponer de un auto(mobile)
de vrije -- hebben over = disponer liberemente de, haber le libere disposition de
2 (besluit) disposition, decision
testamentaire --en = dispositiones testamentari
bij ministeriële -- = per disposition ministerial


beschikkingsbevoegdheid ZN

1 competentia de disposition


beschikkingsrecht ZN

1 derecto de disposition, derecto de disponer (de)


beschikkingsvrijheid ZN

1 libertate de disposition


beschilderen WW

1 (voorstellingen schilderen op) pinger, depinger
beschilderd porselein = porcellana depingite
2 (verven, kleuren) pinger, colorar


beschildering ZN

1 (handeling) pictura
2 (resultaat) pictura


beschimmeld BN

1 mucite, mucide
-- brood = pan mucide
(FIG) --e papieren = papiros mucide


beschimmelen WW

1 mucer
in die kast beschimmelt alles, zo vochtig is die = toto muce in iste armario a causa del humiditate


beschimpen WW

1 insultar, injuriar, invectivar, vituperar, affrontar, ultragiar, offender, denigrar, vilipender


beschimper ZN

1 insultator, injuriator, offensor, affrontator, denigrator, vituperator, contemptor


beschimping ZN

1 insulto, injuria, invectiva, offensa, affronto, affrontamento, ultrage, contumelia


beschoeien WW

1 guarnir de plancas, revestir con ligno o petras


beschoeiing ZN

1 revestimento con ligno o petras, (wand) pariete de sustenimento


beschonken BN

1 ebrie, inebriate, (door wijn) avinate
-- maken = inebriar, (door wijn) avinar
-- worden = inebriar se, (door wijn) avinar se


beschonkene ZN

1 persona ebrie/inebriate/in stato de ebrietate, inebriato


beschonkenheid ZN

1 ebrietate


beschoren WW

1 Zie: bescheren


beschot ZN

1 (houten bekleedsel) revestimento de/in ligno
2 (afscheiding) pariete divisori/de plancas
3 (LANDB) (opbrengst) producto, rendimento


beschotwerk ZN

1 revestimento de/in ligno/de plancas


beschouwelijk BN

1 contemplative, meditative, reflective, speculative
hij heeft een --e aard = ille ha un natura/temperamento contemplative


beschouwelijkheid ZN

1 character contemplative/reflective/meditative/speculative, contemplativitate


beschouwen WW

1 (beoordelen) considerar, judicar
2 (houden voor) considerar (como), reguardar (como), creder
iets als zijn plicht -- = considerar/reguardar un cosa como su deber
hij beschouwt zich als intelligent = ille se crede intelligente
alles wel beschouwd = toto ben considerate
achteraf beschouwd = reguardate in retrospectiva
3 (overdenken) contemplar, meditar
het -- = contemplation, meditation
iemand die iets beschouwt = contemplator, meditator
4 (bekijken) considerar, examinar, observar, reguardar
iets afzonderlijk -- = considerar un cosa isolatemente
iets aandachtig -- = examinar un cosa attentivemente/con attention, observar un cosa minutiosemente
iets nader -- = examinar un cosa plus a fundo
iets op zich zelf -- = considerar un cosa in se (ipse/mesme)
op de keper beschouwd = precisemente considerate
5 (ambtshalve keuren) examinar, inspectar
dijken -- = inspectar dicas


beschouwend BN

1 contemplative, contemplator, meditative, reflective, theoretic
(REL) --e orden = ordines contemplative


beschouwer ZN

1 contemplator, considerator, spectator, observator


beschouwing ZN

1 (beoordeling) consideration, judicamento, judicio, opinion, vista
iets in -- nemen = prender un cosa in consideration
iets buiten -- laten = non prender un cosa in consideration, non considerar un cosa, facer abstraction de un cosa
een al te optimistische -- = un judicio troppo optimistic/optimista
2 (geuite overweging) exposition, enunciato
hij hield een -- over de gevaren van de grote stad = ille ha facite un exposition super le periculos del grande urbes
(POL) de algemene --en = le discussion general
3 (het gadeslaan) consideration, observation, contemplation
in aandachtige -- verdiept = submergite in minutiose observationes
4 (inspectie) examine, inspection
5 (verhandeling) tractato
6 (overdenking) contemplation, meditation
wijsgerige -- = meditation philosophic


beschouwingswijze ZN

1 modo de vider, puncto de vista


beschrijfbaar BN

1 (waarvan een beschijving kan worden gegeven) descriptibile


beschrijven WW

1 (schrijven op) scriber super
2 (een beschrijving geven van) describer, facer/dar le description de
het -- = description
een landschap -- = describer un paisage
een zaak uitvoerig -- = describer in cosa in detalio, detaliar/specificar un cosa
het is niet te -- = isto es indescriptibile
3 (inventariseren) inventariar, enumerar
de inboedel -- = facer le inventario
4 (mbt het verloop van een gebogen lijn) describer
-- in = inscriber
-- om = circumscriber
een cirkel -- = describer un circulo
een baan om de aarde -- = describer un orbita circa/circum le terra
de bochten die de rivier beschrijft = le sinuositates que discribe le riviera
5 (schriftelijk samenroepen) convocar per scripto/per littera
6
beschreven recht = derecto scripte


beschrijvend BN

1 descriptive
--e anatomie = anatomia descriptive
--e poëzie = poesia descriptive
--e meetkunde = geometria descriptive
--e taalkunde/taalwetenschap/linguïstiek = linguistica descriptive


beschrijver ZN

1 descriptor


beschrijving ZN

1 description
een -- geven van = describer, facer un description de
volledige -- = description complete/exhaustive
nauwkeurige -- = description exacte
uitvoerige -- = description minute
gedetailleerde -- = description detaliate, specification
karikaturale/satirische -- = description caricatural/satiric, caricatura
in de -- van = sub le penna de
dat gaat alle -- te boven = isto excede qualcunque description, isto es indescriptibile
2 (mbt het verloop van een gebogen lijn) description
-- om = circumscription


beschrijvingsbrief ZN

1 agenda (extense) del reunion


beschrijvingskunst ZN

1 arte del description


beschroomd BN

1 pudente, timide


beschroomdheid ZN

1 pudor, timiditate


beschuimd BN

1 coperite/coperte de scuma/de spuma


beschuit ZN

1 biscocto
-- met muisjes = biscocto con butyro e granos de anis (F)


beschuitbakkerij ZN

1 Zie: beschuitfabriek


beschuitblik ZN

1 Zie: beschuitbus


beschuitbus ZN

1 latta pro biscoctos


beschuitdeeg ZN

1 pasta pro biscoctos


beschuitfabriek ZN

1 biscocteria


beschuitkruim ZN

1 micas de biscocto


beschuitkruimel ZN

1 mica de biscocto


beschuitpap ZN

1 pappa de biscoctos


beschuittrommel ZN

1 Zie: beschuitbus


beschuldigd BN

1 accusate, inculpate


beschuldigde ZN

1 accusato, inculpato, incriminato


beschuldigen WW

1 accusar, culpar, inculpar, imputar, criminar, incriminar
iemand van diefstal -- = accusar/inculpar un persona de furto/de robamento
iemand van een misdaad -- = imputar un crimine a/criminar/incriminar un persona


beschuldigend BN

1 accusatori, denunciatori, denunciative, (wederzijds) recriminatori
--e blik = reguardo accusatori


beschuldiger ZN

1 accusator, denunciator


beschuldiging ZN

1 accusamento, accusation, inculpation, imputation, (van misdaad OOK) crimination, incrimination
ongegronde -- = accusation gratuite
valse -- = accusation false
--en over en weer = recriminationes mutual
akte van -- = acto de accusation
iemand in staat van -- stellen = mitter/poner un persona in stato de accusation
--en inbrengen tegen = portar accusationes contra
een -- staven = validar un accusation
een -- weerleggen, een -- van zich afwerpen = refutar un accusation
iemand een -- naar het hoofd slingeren = jectar un accusation al testa/capite de un persona


beschut BN

1 protegite
-- tegen de felle zon door een strohoed = protegite contra le sol intense per un cappello de palea
een -- plekje zoeken = cercar un loco secur


beschutband ZN

1 banda protectori


beschutsheer ZN

1 Zie: beschermheer


beschutsvrouw ZN

1 beschermvrouw


beschutten WW

1 proteger, defender
het -- = protection, defensa


beschuttend BN

1 protective


beschutter ZN

1 protector


beschutting ZN

1 protection, defensa
-- bieden = offerer protection
-- zoeken = cercar protection


beschuttingsmuur ZN

1 muro de protection


besdragend BN

1 bacifere
--e plant = planta bacifere


besef ZN

1 (begrip) conscientia, comprehension, idea
geen goed -- hebben van iets = non haber bon conscientia de un cosa
in het volle -- van zijn verantwoordelijkheid = in plen conscientia de su responsabilitate
2 (bewustzijn) conscientia, notion, idea
-- van tijd = notion de tempore
een vaag -- = un vage notion/idea
alle -- van tijd kwijt zijn = haber perdite omne notion del tempore
in het volle -- van = consciente de


beseffen WW

1 esser consciente de, haber conscientia de, haber (le) idea de, comprender, comprehender, dar se conto de, haber notion de, perciper, realisar
niet -- wat men heeft verloren = non dar se conto de lo que on ha perdite


beseibelen WW

1 dupar, mystificar


besetend BN

1 bacivore


besgal ZN

1 galla, cecidio


besheester ZN

1 arbusto baccifere


besheide ZN

1 empetro nigre


besingelen WW

1 munir de/provider de cingulas


besje ZN

1 vetule femina


besjeshuis ZN

1 home (E) pro vetule feminas


besjoemelarij ZN

1 duperia, mystification


besjoemelen WW

1 dupar, mystificar


beslaan WW

1 (met een waas overtrokken worden) coperir se de vapor
toen ik binnenkwam, besloeg mijn bril = quando io entrava, mi berillos se coperiva de vapor
2 (bekleden) guarnir (de), revestir (de)
dijkwerken -- = revestir le superficies de un dica in construction
3 (mbt paarden) ferrar
een paard -- = ferrar un cavallo
het -- = ferratura
4 (aanmengen met een vloeistof) diluer, miscer
meel -- = diluer farina
5 (innemen) occupar, coperir
de hele muur -- = coperir tote le muro
100 vierkante meter -- = occupar 100 metros quadrate
ruimte -- = occupar spatio
deze kast beslaat de halve kamer = iste armario occupa le medietate del camera


beslag ZN

1
veel tijd in -- nemen = prender/occupar/consumer/absorber multe tempore
(voortdurend bezighouden) geheel in -- nemen = preoccupar
zich (uitsluitend) -- houden met = preoccupar se de
deze zaak legt te zeer -- op mij = iste cosa me absorbe troppo
zijn vele activiteiten nemen hem geheel in -- = su multiple activitates le absorbe integremente
2 (JUR) (beslaglegging) confiscation, sequestro, sequestration, embargo (S)
het -- opheffen = levar le sequestro
-- leggen op, in -- nemen = confiscar, sequestrar, mitter/poner un embargo a
-- leggen op iemands goed = confiscar le benes de un persona
-- leggen op een schip = poner embargo a un nave
3 (rekwisitie) requisition
in -- nemen = requisitionar
4 (deeg) pasta
5 (metalen belegsel) guarnitura metallic, (van paard) ferratura
6 (oeverbekleding) revestimento
7 (oogstopbrengst) rendimento, producto
8
zijn -- krijgen = realisar se


beslag(ring) ZN

1 virola


beslagen BN

1 (bekleed) coperte, guarnite
2 (met ijzer) ferrate
3 (met een waas) coperte de vapor
4 (MED) saburral
-- tong = lingua saburral
5
goed -- ten ijs komen = venir ben preparate


beslagkom ZN

1 bassino pro facer le pasta


beslaglegger ZN

1 confiscator


beslaglegging ZN

1 confiscation, sequestro, sequestration, embargo (S)


beslagname ZN

1 Zie: beslaglegging


beslagprocedure ZN

1 procedura/procedimento de confiscation


beslapen WW

1 dormir in/super (un lecto)


beslechten WW

1 (tot een oplossing komen) conciliar, regular, decider, resolver
het -- = conciliation, regulation
een onenigheid -- = conciliar un disputa
een geschil -- = regular un querela/un litigio/disputa
het pleit is beslecht = le causa es clause
2 (vlak maken) applanar, equalisar
het -- = applanamento, equalisation


beslechter ZN

1 arbitro


beslechting ZN

1 regulation, arbitrage, (verzoening) conciliation
-- van geschillen = regulation/conciliation de conflictos


beslijken WW

1 coperir de fango


beslijkt BN

1 coperite/coperte de fango, fangose
--e weg = cammino fangose


beslisbaar BN

1 decidibile


beslisbaarheid ZN

1 decidibilitate


besliskunde ZN

1 scientia de prender decisiones, scientia del decision, theoria del decisiones


beslissen WW

1 decider, prender un decision, resolver, determinar, decretar, disponer
het parlement beslist = le parlamento decide
over een voorstel -- = prender un resolution/decider super un proposition


beslissend BN

1 decisive, concludente, conclusive, crucial, definitive, determinante, peremptori, preponderante
--e strijd = combatto decisive
--e slag = colpo decisive
--e overwinning = victoria decisive/definitive
-- ogenblik = momento decisive/crucial
--e fase = phase conclusive
het --e woord = le parola definitive
de voorzitter heeft een --e stem = le presidente ha un voto preponderante/decisive, le voto del presidente es decisive
in --e mate = in mesura decisive


beslisser ZN

1 persona qui decide, deciditor


beslissing ZN

1 decision, determination, deliberation, resolution, partito
administratieve -- = decision administrative
een -- nemen = prender un decision/determination/partito, decider
een voorstel aan de -- van de vergadering onderwerpen = submitter un proposition al decision del assemblea
onherroepelijke -- = decision irrevocabile
gerechtelijke -- = decision/resolution judicial
definitieve -- = decision definitive
snelle/snelgenomen -- = decision rapide
een -- uitlokken = provocar un decision
de -- is gevallen = on ha prendite le decision
het ingrijpen van de luchtmacht gaf de -- = le intervention del aviation ha essite decisive


beslissingsbevoegdheid ZN

1 competentia/derecto de decider/d decision


beslissingsfase ZN

1 phase de decision


beslissingsmacht ZN

1 poter de decision


beslissingsprobleem ZN

1 problema de decision


beslissingsrecht ZN

1 Zie: beslissingsbevoegdheid


beslissingswedstrijd ZN

1 ludo/partita/incontro decisive/eliminatori, match (E) de barrage


beslist BN

1 decidite, decisive, decise, resolute, determinate, firme, categoric
een -- antwoord = un responsa categoric


beslist BW

1 (zeker) certemente, securmente, sin (alicun) dubita
2 (vastberaden) firmemente, resolutemente, categoricamente


beslistheid ZN

1 decision, determination, resolution
met -- optreden = ager firmemente/con decision


beslommeringen ZN MV

1 preoccupationes
dagelijkse -- = preoccupationes quotidian/de cata die


besloten BN

1 (gesloten) clause, private
-- ruimte = spatio clause
-- testament = testamento sigillate
-- vennootschap = societate a responsabilitate limitate
-- zitting/vergadering = session clause/secrete/private/a portas clause
-- club = club (E) private
2 (vast van plan) decidite, resolute, determinate
3 intime
in -- kring = in intime compania


besloten WW

1 circumferer de fossatos


beslotenheid ZN

1 (vastberadenheid) resolution, determination
2 (het afgesloten zijn) intimitate, character clause
-- van het gezin = intimitate del familia
-- van een club = intimitate de un club (E), character exclusive de un club (E)
-- van een rusthuis = intimitate de un casa de reposo
-- van een leefgemeenschap = character clause de un communitate
3 (afzondering) isolation
4 (beschutting) protection


besluipen WW

1 approximar se/approchar {sj} subrepticiemente/surrepticiemente/furtivemente/sin ruito
2
de vrees besluipt ons = le timor nos invade


besluit ZN

1 (einde) fin, conclusion
een gebed tot -- = un precaria pro terminar/concluder
2 (beslissing) decision, resolution, determination, deliberation, partito
rampzalig -- = decision nefaste
overijld -- = decision prematurate
vast -- = decision/resolution firme
onwankelbaar -- = decision immutabile
een -- nemen = prender un determination/un decision/un resolution/un partito, decider
een kloek -- nemen = prender un firme decision
bij een -- blijven = persister in/mantener un resolution
3 (maatregel) mesura, resolution, (overheidsbesluit) decreto
ministerieel -- = decreto ministerial
Koninklijk Besluit, K.B. = Decreto Regal/Royal
4 (gevolgtrekking) conclusion, illation
tot het -- komen dat = pervenir al conclusion que


besluiteloos BN

1 irresolute, incerte, indecise, hesitante, vacillante
-- karakter = character irresolute/indecise
-- in zijn gedrag = indecise in su conducta
-- zijn = hesitar, vacillar, balanciar
2 (in verwarring) perplexe, disconcertate


besluiteloosheid ZN

1 indecision, irresolution, indetermination, incertitude, vacillation, vacillamento
ogenblik van -- = momento de indecision
2 (verwardheid) perplexitate


besluiten WW

1 (beëindigen) terminar, finir, concluder, clauder, clausurar
hiermee besluiten wij onze uitzending = hic termina nostre emission
2 (een besluit nemen) decider, resolver, determinar
tot iemands ondergang -- = resolver le perdita de un persona
er toe -- iets te doen = determinar se a facer un cosa
de scheidsrechter besloot dat er niet verder kon worden gespeeld = le arbitro decideva que le incontro non poteva esser continuate
3 (afleiden) concluder, deducer, inferer
uit uw woorden besluit ik dat = io conclude de vostre parolas que
4 (omsluiten) continer
het ligt in zijn woorden besloten = su parolas lo contine


besluitvaardig BN

1 prompte a decider, qui ha le spirito del decision, decisive, resolute


besluitvaardigheid ZN

1 promptitude del decision, spirito del decision


besluitvorming(sproces) ZN

1 processo de decision


besluitvormingsmodel ZN

1 modello del processo de decision


besmelde ZN

1 chenopodio capitate


besmeren WW

1 (bestrijken) coperir, unguer, (met boter) butyrar
een beschuit met boter -- = butyrar un biscocto, unguer un biscocto con butyro
2 (bevuilen) macular


besmet BN

1 (ziektekiemen dragend) contaminate, infectate, contagiate
--te melk = lacte contaminate
niet -- = incontaminate
2 (bevuild) maculate
met bloed -- = maculate con sanguine
3
--te lading = carga con possibile contrabando


besmettelijk BN

1 contagiose, infective, transmissibile, virulente
--e ziekte = maladia/morbo contagiose/infectuose/infective/transmissibile, contagion
2 (FIG) communicative
3 (wat gemakkelijk vuil wordt) maculabile
wit is erg -- = le blanco se macula facilemente


besmettelijkheid ZN

1 contagiositate, infectiositate, infectivitate, virulentia, transmissibilitate
-- van cholera = contagiositate del cholera
-- van een ziekte = transmissibilitate de un morbo


besmetten WW

1 (aansteken) (ook FIG) infectar, contaminar, transmitter, contagiar
besmet worden met een virus = esser contaminate per/con un virus
opnieuw -- = reinfectar
het opnieuw -- = reinfection
2 (bevlekken) macular


besmettend BN

1 contaminante, infectante


besmetter ZN

1 contaminator


besmetting ZN

1 infection, contamination, contagion
een -- opdoen = contaminar se
radio-actieve -- = contamination radioactive
ratten brengen de -- over = le rattos transmitte/communica le infection
-- van water door bacteriën = contamination de aqua per bacterios
hernieuwde -- = reinfection
-- werend = antiseptic
immuun voor -- = immun al contagion


besmettingsangst ZN

1 rupophobia


besmettingsbron ZN

1 Zie: besmettingshaard


besmettingsgevaar ZN

1 periculo/risco de contagion/infection


besmettingshaard ZN

1 foco/focar infectuose/infective/de infection/de contagion


besmettingskans ZN

1 chance/possibilitate de contagion/de infection


besmettingsvermogen ZN

1 infectivitate, contagiositate


besmeuren WW

1 coperir de maculas, macular


besmoezelen WW

1 Zie: beduimelen


besmoezen WW

1 regular/arrangiar in secreto


besmuikt BN

1 subrepticie, surrepticie, furtive, dissimulate
-- lachje = parve riso dissimulate


besnaard BN

1
fijn -- = multo sensibile, delicate, raffinate


besnaren WW

1 provider/munir de chordas, tender chordas a, mitter/poner chordas a
een fijn besnaard gemoed = un anima delicate


besneden BN

1 (door snijden gevormd) taliate, cisellate
fijn -- = ben taliate
2 (de besnijdenis ontvangen hebbend) circumcise


besnedene ZN

1 persona circumcise/circumcidite, circumcidito, circumciso


besneeuwd BN

1 coperte/coperite de nive, nivate


besneeuwen WW

1 coperir de nive


besnijden WW

1 (door snijden vormen) taliar
ivoor -- = taliar ebore
2 (de voorhuid wegnemen) remover le preputio, circumcider
het -- = circumcision


besnijdenis ZN

1 circumcision


besnijder ZN

1 persona qui circumcide


besnijding ZN

1 Zie: besnijdenis


besnoeien WW

1 (inkorten) accurtar, abbreviar
2 (verminderen) reducer, restringer, diminuer, (bezuinigen) economisar
het -- = reduction, restriction
de uitgaven -- = reducer/restringer le expensas
iemands macht -- = reducer le poter de un persona
het -- van de uitgaven = reduction/restriction del expensas
3 (door snoeien bewerken) taliar


besnoeiing ZN

1 (inkorting) accurtamento, abbreviation
2 (vermindering) reduction, diminution


besnotten WW

1 coperir de muco nasal


besnotteren WW

1 Zie: besnotten


besnuffelen WW

1 (snuffelend onderzoeken) olfacer, flairar {e}
2 (doorsnuffelen) mitter le naso in toto


besodemieterd BN

1 (gek) folle, insan, lunetic
ben je --? = tu es folle?
2
er -- uitzien = haber le aere/aspecto malade


besodemieteren WW

1 Zie: bedonderen


besogne ZN

1 labor, travalio, occupation
veel --s hebben = haber multe occupationes


besommen WW

1 attinger un total de, calcular le summa de
2 (in de visserij) esser le resultato financiari del pisca


besomming ZN

1 total attingite
2 (in de visserij) resultato financiari del pisca


bespannen WW

1 (overspannen) coperir, revestir
2 (van racket) cordar
3
een viool met snaren -- = munir/provider un violino de chordas, mitter chordas a un violino
4 (een wagen) junger le cavallos a
een wagen met twee paarden -- = attachar {sj} duo cavallos a un carro


bespanning ZN

1 (dat wat over/in iets gespannen) revestimento, copertura
2 (van racket) cordage, cordas
3 (mbt muziekinstrument) chordas


bespanten WW

1 provider de trabes/traves


besparen WW

1 (uitsparen) sparniar, economisar
geld -- = economisar moneta
ruimte -- = economisar spatio
2 (niet belasten met) sparniar, evitar
iemand iets -- = sparniar un cosa a un persona


besparing ZN

1 sparnio, economia, economisation
-- van tien gulden = sparnio de dece florinos
dat geeft een belangrijke -- = isto significa un grande economia
ter -- van ruimte = pro economisar spatio


besparingsmaatregel ZN

1 mesura de sparnio/de economisation


besparingsplan ZN

1 plano de sparnio/de economisation


besparingsprogramma ZN

1 programma de sparnio/de economisation


besparingsvoorstel ZN

1 proposition de sparnio/de economisation


bespatten WW

1 asperger, (met modder) jectar fango super, sparger de fango


bespeelbaar BN

1 (SPORT) practicabile
-- terrein = terreno practicabile
2
(MUZ) gemakkelijk/moeilijk -- instrument = instrumento facile/difficile de sonar
3
deze videoband is aan beide zijden -- = on pote registrar super ambe lateres de iste banda video


bespekken WW

1 lardar


bespelen WW

1 (SPORT) jocar super
een terrein -- = jocar super un terreno
2 (een muziekinstrument) sonar
de harp -- = sonar le harpa
3 (een schouwburg) dar representationes in (un theatro)
4
(invloed uitoefenen op) = manear, manipular
iemand weten te -- = saper manear/manipular un persona


bespeler ZN

1 (van muziekinstrument) sonator


bespeuren WW

1 perciper, apperciper, remarcar, discerner, notar
onenigheid -- = perciper discordo
onraad -- = perciper periculo
een lichte ergernis -- = notar un irritation legier


bespieden WW

1 (onderzoeken) scrutinar
2 (bespioneren) spiar, spionar, observar


bespieder ZN

1 spia, spion, observator


bespieding ZN

1 spionage


bespiegelaar ZN

1 contemplator


bespiegelen WW

1 specular, meditar, contemplar
het -- = speculation, meditation, contemplation


bespiegelend BN

1 speculative, meditative, contemplative, contemplator, theoretic
--e filosofie = philosophia speculative/theoretic, theoretica
--e geest = spirito speculative


bespiegeling ZN

1 speculation, meditation, contemplation
onvruchtbare --en = speculationes sterile
metafysische --en = speculationes metaphysic
--en omtrent de godsdienst = speculationes/meditationes relative al religion


bespijkeren WW

1 fixar con clavos, clavar
2 guarnir de clavos


bespikkelen WW

1 coperir de maculettas, maculettar
2 marmorar, marmorisar


bespioneren WW

1 spiar, spionar
de vijand -- = spionar le inimico


bespoedigen WW

1 celerar, accelerar, precipitar, hastar, activar
de werkzaamheden -- = accelerar le travalios/le labores
een ontwikkeling -- = accelerar un disveloppamento
dit heeft zijn ondergang bespoedigd = isto ha precipitate su ruina


bespoedigend BN

1 accelerator, accelerative


bespoediging ZN

1 acceleration, precipitation


bespottelijk BN

1 ridicule, risibile, irrisori, derisori, grottesc, extravagante, burlesc
-- (lage) prijs = precio ridicule/derisori
zich -- aanstellen = haber un comportamento ridicule
-- maken = render ridiculo, ridiculisar, derider, irrider, ludificar
-- voorstellen = caricaturar


bespottelijkheid ZN

1 ridiculessa, ridiculitate, risibilitate


bespotten WW

1 render ridicule, ridiculisar, ludificar, irrider, derider, mocar


bespotter ZN

1 irrisor


bespotting ZN

1 irrision, derision, ludification
een voorwerp van -- = un objecto de derision


bespraakt BN

1 eloquente, volubile, (praatzuchtig) loquace


bespraaktheid ZN

1 eloquentia, volubilitate, (praatzucht) loquacitate


bespreekbaar BN

1 que pote esser discutite, susceptibile de esser discutite, negotiabile
arbeidsduurverkorting is nu ook -- = le reduction del durata/duration de travalio es actualmente anque un thema discutibile


bespreekbaarheid ZN

1 negotiabilitate
-- van een overeenkomst = negotiabilitate de un accordo


bespreekbureau ZN

1 agentia/officio de tickets (E)


bespreken WW

1 (spreken over) parlar (de), discuter (de)
nog eens -- = rediscuter
2 (behandelen) tractar
een onderwerp -- = tractar un subjecto
3 (beoordelen) recenser, analysar, criticar
een boek = recenser un libro
4 (reserveren) locar, reservar
het -- = reservation
een reis -- = reservar un viage
een tafel -- in een restaurant = reservar un tabula in un restaurante/restaurant (F)


bespreking ZN

1 (het bespreken, het besproken worden) discussion, conversation
-- van een les = discussion de un lection
vruchtbare --en = conversationes fructifere
inleidende --en = conversationes preliminar
diplomatieke --en = conversationes diplomatic
--en op het hoogste niveau = conversationes al maxime nivello
onderwerp van -- zijn = esser thema de discussion
2 (onderhoud, beraadslaging) conferentia, colloquio, interlocution
in -- zijn = esser in conferentia
geheime -- = conciliabulo
3 (recensie) analyse (-ysis), critica, recension, commentario
-- van een boek = recension de un libro
4 (het reserveren) reservation, location
-- van een reis = reservation de un viage


besprenkelen WW

1 asperger, irrorar, sparger
met wijwater -- = asperger con aqua sancte
het -- = aspersion, irroration


besprenkeling ZN

1 aspersion, irroration


bespringen WW

1 (springen op) saltar/salir super, jectar se super
de kat besprong de muis = le catto se jectava super le mus/mure
2 (onverhoeds overvallen) assalir, assaltar
3 (dekken) coperir, montar
een merrie laten -- = facer montar un cavalla


besprinkelen WW

1 Zie: besprenkelen


besprinkeling ZN

1 Zie: besprenkeling


besproeien WW

1 (sproeiend begieten) asperger, rigar, sparger
het -- = aspersion
2 (LANDB) irrigar
het -- = irrigation
de rijstvelden -- = irrigar le risieras


besproeier ZN

1 Zie: besproeiingstoestel


besproeiing ZN

1 (het besproeien) aspersion
2 (bij het doopsel) affusion
3 (LANDB) irrigation


besproeiingsinstallatie ZN

1 installation de irrigation


besproeiingskanaal ZN

1 (LANDB) canal de irrigation


besproeiingsstelsel ZN

1 (LANDB) systema de irrigation


besproeiingstoestel ZN

1 (LANDB) apparato de irrigation, irrigator
2 (tuinsproeier) spargitor


besproeiingswagen ZN

1 camion irrigator


bespugen WW

1 Zie: bespuwen


bespuiten WW

1 rigar


bespuwen WW

1 spuer/sputar super/contra


Besselfuncties ZN MV

1 functiones de Bessel


bessemer ZN

1 Bessemer


bessemerpeer ZN

1 convertitor Bessemer


bessemerproces ZN

1 processo Bessemer


bessemerstaal ZN

1 aciero Bessemer


bessen ZN

1 Zie: bessenjenever


bessenboompje ZN

1 Zie: bessenstruik


bessengelei ZN

1 gelea de ribes rubie


bessenglasvlinder ZN

1 sesia tipuliforme


bessenjam ZN

1 confectura/confitura de ribes rubie


bessenjenever ZN

1 gin (E) al ribes nigre


bessennat ZN

1 Zie: bessensap


bessenpluk ZN

1 recolta de bacas


bessensap ZN

1 sirop de ribes rubie
2 sirop de ribes nigre


bessenstruik ZN

1 ribes rubie


bessenteelt ZN

1 cultura de bacas


bessenwijn ZN

1 vino de (bacas de) ribes rubie


best ZN

1
zijn -- doen = effortiar se, facer le possibile, facer un effortio, (op middelen zinnen) ingeniar se
je moet beter je -- doen = tu debe effortiar te plus
een lied ten --e geven = cantar un canto


best BN

1 (de overtreffende trap van 'goed') le plus bon, le melior, optime, optimal
de --e (leerling) van de klas = le melior alumno del classe
hij is mijn --e vriend = ille es mi melior amico
de --e mogelijkheden = le possibilitates optime/optimal
alles -- vinden = non haber preferentias
het --e = le optimo
2 (van uitstekende kwaliteit) multo bon, excellente, perfecte
--e aardappels = patatas excellente
3 (braaf) bon
4 (bij aanspreekwoorden) car
--e vriend = car amico


best BW

1 (overtreffende trap van 'goed') le plus ben, le melio
de -- betaalde banen = le empleos le melio pagate
2 (uitstekend) multo ben, perfectemente
ik kan -- buiten een auto = io pote multo ben privar me de un auto(mobile)
ik heb me -- geamuseerd = io me ha amusate multo ben
het is -- mogelijk dat = il es multo possibile que
dat zou -- kunnen = isto es multo probabile
je weet het -- = tu lo sape perfectemente
3 (stellige overtuiging) certemente, securmente, sin alicun dubita
hij weet het -- = ille lo sape sin alicun dubita


best! TW

1 bon!


bestaan WW

1 (er zijn) esser, exister, (nog bestaan) subsister
(FIL) het -- = le esser
-- vóór, vooraf -- = preexister
blijven -- = subsister, perdurar
ik denk, dus ik besta (Cartesius) = io pensa, dunque io existe (Cartesio)
ergens geen misverstanden over laten -- = non lassar subsister alicun equivoco
2 (inhouden) consister (in), componer se (de), comprender, comprehender
dit woordenboek bestaat uit twee delen = iste dictionario comprende duo partes
de cursus bestaat uit 10 lessen = le curso se compone de dece lectiones
3 (rondkomen) viver
hij bestaat van zijn winkeltje = ille vive de su parve boteca
4 (mogelijk zijn) esser possibile, esser imaginabile
dat bestaat niet! = isto non es possibile!, isto es inimaginabile/incredibile!
5 (wagen) riscar, hasardar


bestaan ZN

1 (het er zijn) existentia, presentia, realitate
het -- van God = le existentia de Deo
ongerijmdheid van het -- = absurditate del existentia
reden van -- = ration de existentia
aards -- = existentia terrestre
vijfjarig -- = quinte anniversario, prime lustro
twintigjarig -- = vintesime anniversario
tweehonderjarig -- = bicentenario
2 (leven) existentia, vita
marginaal -- = existentia marginal
zwervend -- = vita ambulante
ellendig -- = existentia/vita misere/miserabile
strijd om het -- = concurrentia vital, lucta pro le existentia/vita
een eenzaam -- leiden = menar un vita solitari
3 (levensonderhoud) vita, subsistentia, existentia
middelen van -- = medios de existentia/de subsistentia/de vita


bestaanbaar BN

1 que pote exister, possibile, plausibile
(FIG) -- met = compatibile con
2 (WISK) real
--e en onbestaanbare wortels = radices real e irreal


bestaanbaarheid ZN

1 possibilitate, plausibilitate


bestaand BN

1 existente, real, concrete
--e wetten = leges existente
--e tarieven = tarifas existente
-- geval = caso existente/real/concrete
--e toestand = situation existente
de thans --e rassen = le racias actualmente existente
niet -- = inexistente, irreal
vooraf -- = preexistente
een reeds --e structuur = un structura preexistente
2 (voortbestaand) subsistente
3 establite, in vigor
--e gebruiken = usages establite/in vigor


bestaansangst ZN

1 angustia existential


bestaansbasis ZN

1 base de existentia


bestaansgrond ZN

1 Zie: betaansreden


bestaansmiddel ZN

1 medio de existentia/de subsistentia/de vita


bestaansminimum ZN

1 minimo vital/existential


bestaansmogelijkheid ZN

1 medio de vita


bestaansniveau ZN

1 nivello de subsistentia


bestaansrecht ZN

1 derecto de exister/de existentia


bestaansreden ZN

1 ration de esser/de exister/de existentia


bestaansvoorwaarden ZN MV

1 conditiones de existentia


bestaansvorm ZN

1 forma de exister/del existentia


bestaanszekerheid ZN

1 securitate de subsistentia


bestaken WW

1 jalonar


bestaking ZN

1 jalonamento


bestand ZN

1 (wapenstilstand) tregua, armisticio, cessation/suspension del hostilitates
Twaalfjarig Bestand = Tregua de Dece-duo Annos
schending van een -- = violation de un tregua
einde van een -- = expiration de un tregua
een -- schenden = violar un tregua
een -- opzeggen = denunciar un tregua
2 (werkelijk voorhanden zijnd aantal) effectivo
-- van een partij = effectivo de un partito
3 (verzameling gegevens) banca de datos, stock (E), archivo, (van computer) file (E)


bestand BN

1 (bestendig) resistente, resistive, a prova/proba de
-- tegen vuur = resistente al foco, a prova/proba del foco
-- tegen vorst = resistente al gelo
-- tegen slecht weer = resistente al intemperie
-- zijn tegen = resister a, supportar
het wegdek is niet -- tegen zware vrachtwagens = le pavimento non supporta camiones pesante


bestanddeel ZN

1 constituente, ingrediente, componente, substantia componente, elemento/parte constitutive/integrante
belangrijkste -- = ingrediente/componente principal
vreemde --en = componentes/elementos estranie
een aanzienlijk -- van de bevolking = un parte considerabile del population
2 (programmapunt) item


bestandsbeveiliging ZN

1 (COMP) protection del filas (E)


bestandslijn ZN

1 linea de tregua/de demarcation


bestandsnaam ZN

1 (COMP) nomine de file (E)


bestandsovereenkomst ZN

1 accordo/pacto de tregua


bestandsschending ZN

1 violation de tregua


bestandsvoorstel ZN

1 proposition de tregua


beste BN

1 (in aanhef van brief) car
-- Frits = car Frits


beste ZN

1 flor, crema, élite (F)
het -- der natie = le crema del nation
hij is niet de eerste de -- = ille non es uno qualcunque
2
het/de -- = le melior


besteden WW

1 (inzetten voor een doel) consecrar, dedicar, emplear, prestar
veel aandacht aan iets -- = prestar/dedicar multe attention a un cosa
2 (mbt geld) expender, dispender, emplear
geld -- = expender moneta
daar is veel geld aan besteed = on ha empleate multe moneta in illo
3 (mbt tijd) consecrar, emplear
ik kan mijn tijd wel beter -- = io pote facer/dar un melior empleo de mi tempore


besteding ZN

1 (mbt tijd) empleo, uso
2 (mbt geld) empleo, dispensa, expensa


bestedingsbeperking ZN

1 restriction/reduction del expensas, moderation del consumo(s)


bestedingspakket ZN

1 pacchetto de expensas, budget (E)


bestedingspatroon ZN

1 patrono de expensas, structura del consumos/consumptiones


bestedingspolitiek ZN

1 politica budgetari


besteedbaar BN

1 disponibile
-- inkomen = receptas disponibile


bestek ZN

1 (eetgerei) coperto, (mes, vork en lepel) cultello, furca e coclear
zilveren -- = coperto de argento
2 (beschrijving van uit te voeren werk) estimation del costos, specificationes
3 (beschrijving van maatregelen) projecto, plano, programma, schema
4 (begrensde ruimte) spatio
iets in kort -- uiteenzetten = exponer un cosa brevemente
5 (opzet) quadro, plano, projecto, schema
6
(SCHEEP) gegist -- = estima
scheepvaart op gegist -- = navigation al estima


bestekamer ZN

1 cabinetto, privata, toilette (F)


bestekbak ZN

1 Zie: bestekcassette


bestekcassette ZN

1 cassetta de copertos


besteken WW

1
-- met bloemen = guarnir de flores


bestekhout ZN

1 ligno serrate secundo specification


bestektekening ZN

1 plano


bestel ZN

1 ordine (existente), organisation, structura, systema
het heersende -- = le ordine establite
het maatschappelijk -- = le structura social


bestelauto ZN

1 auto(mobile) de livration, camionetta, furgonetta


bestelbaar BN

1 livrabile, distribuibile


bestelbiljet ZN

1 Zie: bestelbon


bestelboek ZN

1 libro/quaderno de ordines/commandas


bestelbon ZN

1 bono/bulletin/folio de ordines/commandas


bestelcatalogus ZN

1 Zie: bestelboek


besteldatum ZN

1 data de ordine


besteldienst ZN

1 servicio de expedition, messageria


besteldistrict ZN

1 (van de post) districto postal


bestelen WW

1 robar de, furar de
iemand -- = robar/furar de un persona


bestelfiets ZN

1 bicycletta de livration


bestelformulier ZN

1 Zie: bestelbon


bestelhuis ZN

1 expedition central, messageria


besteling ZN

1 furto, robamento


bestellen WW

1 (een bestelling doen) ordinar, commandar, (laten komen) facer venir
boeken -- = ordinar/commandar libros
ik heb twee koffie besteld = io ha ordinate duo caffees
een timmerman -- = facer venir un carpentero
2 (aan huis bezorgen) livrar (a domicilio), (post) distribuer
de post -- = distribuer le currero
3 (reserveren) reservar, retener, ordinar
ik wil twee broden voor morgen -- = io vole ordinar duo panes pro deman
4
iemand ter aarde -- = inhumar/sepelir/interrar un persona


besteller ZN

1 (bezorger) portator, livrator, (van brieven) distributor de litteras
2 (iemand die goederen laat komen) persona qui ordina, committente


bestelling ZN

1 (het thuis bezorgen) livration (a domicilio)
vertraging in de -- = retardo de livration
-- van brieven = distribution de litteras
2 (order) ordine, commanda
een -- doen/plaatsen = facer un ordine/commanda
--en opnemen = prender ordines/commandas
een -- afzeggen = disdicer/annullar un ordine/commanda
3 (bestelde goederen) ordine, commanda
--en afleveren = livrar ordines/commandas


bestellingenboek ZN

1 libro de ordines/commandas


bestelmonster ZN

1 monstra de ordine/commanda


bestelnota ZN

1 nota de ordine/commanda


bestelnummer ZN

1 numero de ordine/commanda


bestelorder ZN

1 ordine, commanda


bestelwagen ZN

1 auto(mobile) de livration, camionetta, furgonetta


bestemmen WW

1 (bedoelen) destinar
het -- = destination
treinen bestemd voor troepenvervoer = trainos destinate al transporto/transportation de truppas
bestemd voor uitwendig gebruik = pro uso externe
2 (reserveren) reservar
geld bestemd voor de vakantie = moneta reservate pro le vacantias


bestemming ZN

1 (bedoeling) destination, empleo, utilisation
de oorspronkelijke -- van dit gebouw = le destination initial/originari de iste edificio
2 (doel, eindpunt) destination, scopo, fin
plaats van -- = loco de destination
haven van -- = porto de destination
reizigers met -- Bilthoven = viagiatores a destination de Bilthoven
3 (levensdoel) destination, destino, sorte
's mensen -- = le destino human
4 (aanwijzing) designation


bestemmingshaven ZN

1 porto de destination


bestemmingsverkeer ZN

1 traffico/circulation local


bestempelen WW

1 (een naam geven) qualificar (de/como), nominar, designar (como)
dat bestempel ik als oplichting = io lo nomina duperia, io lo designa como duperia
2 (een stempel drukken op) poner un timbro super, timbrar
3 (afstempelen mbt postzegels) obliterar


bestempeling ZN

1 (naam die men aan iets geeft) qualification


bestendig BN

1 (in stand blijvend) stabile, immutabile, constante, durabile, perdurabile, fixe, perpetue, perpetual, immutabile, inalterabile, stationari, perenne
--e toestand = stato stationari
--e vrede = pace durabile
--e vriendschap = amicitate durabile
-- weer = tempore stabile/invariabile
-- duur = perpetuitate, perpetualitate
2 (bestand tegen) resistente
3 (sterk, taai) tenace


bestendigen WW

1 facer durar, mantener, continuar, perpetuar, consolidar, render stabile, render permanente
het -- = continuation, perpetuation, consolidation
de voorlopige toestand wordt bestendigd = on mantene le stato actual del cosas
zijn macht -- = consolidar su poter


bestendiger ZN

1 consolidator, (instandhouder) perpetuator


bestendigheid ZN

1 durabilitate, perdurabilitate, constantia, fixitate, permanentia, immutabilitate, inalterabilitate, persistentia, invariabilitate, stabilitate
de -- van het weer = le character constante del tempore
-- van de vrede = durabilitate del pace
-- van de vriendschap = durabilitate del amicitate
2 (sterkte) resistentia, tenacitate


bestendiging ZN

1 stabilisation, conservation, immuabilitate, (voortzetting) perpetuation, continuation


bestendiglijk BW

1 constantemente


besterd BN

1 stellate


besterven WW

1 (sterven) morir
dat woord bestierf hem op de lippen = iste parola le moriva super le labios
het woord 'dictatuur' is hem in de mond bestorven = le parola 'dictatura' non abandona su labios
2 (mbt vlees) mortificar
3 (doodsbleek worden) pallidir
4 (door sterven erven) heredar, acquirer per via de succession


besterving ZN

1 (MED) (mbt vlees) mortification


bestiaal BN

1 bestial


bestialiseren WW

1 bestialisar


bestialiteit ZN

1 bestialitate


bestiarium ZN

1 bestiario


bestiarius ZN

1 bestiario, gladiator roman


bestieren WW

1 governar, diriger


bestijgen ZN

1 (klimmen op) montar super, (de troon) ascender a
een paard -- = montar super un/a cavallo
2 (mbt een berg) montar/ascender super, facer le ascension de, scalar


bestijging ZN

1 ascension, scalada


bestikken WW

1 brodar (de)
een mantel met zilverdraad -- = brodar un mantello de filos de argento


bestikking ZN

1 broderia


bestippelen WW

1 coperir de maculettas, maculettar


bestippen WW

1 Zie: bestippelen


bestoft BN

1 coperte/coperite de pulvere, impulverate, pulverose
-- maken = coperir de pulvere, impulverar
een --e tafel = un tabula coperte de pulvere


bestoken WW

1 (aanvallen) attaccar, aggreder, assalir, assaltar
2 (beschieten) tirar super, cannonar, mitraliar
3 (lastig vallen) importunar, fatigar, fastidiar, incommodar, tormentar


bestolene ZN

1 robato


bestoppeld BN

1 coperte/coperite de stupulas


bestormen WW

1 assalir, assaltar, attaccar, jectar se super, prender de assalto
met ladders -- = scalar
een vesting -- = assalir/assaltar un forte
de stadswallen -- = prender de assalto le muros del citate
de minister werd bestormd door journalisten = le ministro esseva assalite per jornalistas
ik heb hem met vragen bestormd = io le ha assalite de questiones


bestormer ZN

1 assalitor, assaltator, attaccator


bestorming ZN

1 assalto, carga, attacco
-- met ladders = scalada


bestorven BN

1
-- vlees = carne mortificate


bestoven BN

1 coperte/coperite de pulvere, pulverose, impulverate
2 (PLANTK) pulverulente, pollinisate
3 un pauco/poco ebrie


bestrafbaar BN

1 punibile


bestraffen WW

1 (straf doen ondergaan) punir, castigar
het -- = punition, castigation
2 (berispen) reprimendar, censurar, vituperar, reprobar
3 (straf geven voor) punir, castigar, penalisar, sanctionar
een overtreding -- = punir un infraction
het kwaad -- = punir/castigar le mal
de ondeugd -- = punir le vitio


bestraffer ZN

1 punitor, castigator


bestraffing ZN

1 punition, pena, castigation, castigamento, sanction, (ook SPORT) penalisation
voorbeeldige -- = castigation/castigamento exemplar
2 (berisping) vituperation, censura, reprobation, reprimenda


bestralen WW

1 (stralen op iets werpen) jectar radios super, illuminar, irradiar
de zon bestraalt de aarde = le sol irradia le terra
2 (MED) radiar, irradiar, tractar/curar con/per radios, submitter a radiotherapia
de patient moet bestraald worden = le patiente debe esser submittite a radiotherapia


bestraling ZN

1 illumination
2 (MED) radiation, irradiation, tractamento con/per radios, cura radiotherapic, radiotherapia


bestralingsinstituut ZN

1 instituto radiotherapic/de radiotherapia


bestralingstherapie ZN

1 radiotherapia, actinotherapia


bestraten WW

1 pavir, pavimentar
een weg -- = pavir un cammino
het -- = pavage, pavimentation


bestrating ZN

1 (handeling) pavage, pavimentation
2 (materiaal) pavimento


bestreept BN

1 coperte de strias


bestrijdbaar BN

1 disputabile, discutibile, contestabile, impugnabile
2 (JUR) opponibile


bestrijden WW

1 (vechten tegen) combatter, luctar contra
een ziekte -- = luctar contra/combatter un maladia/un morbo
het alcoholisme -- = combatter le alcoholismo
de oppositie -- = combatter le opposition
2 (ingaan tegen) contrariar, antagonisar
3 (betwisten) combatter, luctar contra, contestar, contradicer, impugnar, oppugnar
een theorie -- = combatter un theoria
de echtheid van een document -- = contestar/impugnar le authenticitate de un documento
4 (betalen) pagar
de kosten -- = pagar le costos


bestrijdend WW

1
met eigen middelen -- = retorsive


bestrijder ZN

1 adversario, oppugnator, contradictor, opponente, antagonista


bestrijding ZN

1 (het strijden tegen) combatto, lucta, impugnation
-- van ziekten = lucta contra le maladias/morbos
2 (betwisting) contestation, contradiction, impugnation, oppugnation
-- van een theorie = oppugnation de un theoria


bestrijdingsmiddel ZN

1 (LANDB) pesticida, (mbt onkruid, ook) herbicida, (mbt insekten) insecticida, (mbt ziektekiemen) germicida, (mbt schimmels) fungicida


bestrijken WW

1 (kunnen bereiken) attinger, coperir
deze oplage bestrijkt de hele regio = iste edition coperi tote le region
2 (MIL) (kunnen beschieten) dominar, coperir
3 (besmeren) (met zalf) unguer (de), (met vet) ingrassar, (met teer) catranar, (met boter) butyrar, (met behulp van een kwast) pincelar
4 (met de hand) passar con le mano (super)


bestrooien WW

1 expander super, coperir de, (met suiker) sucrar, (met zand) sablar, (met meel) infarinar, (met poeder) pulverar, (met mergel) marnar


bestseller ZN

1 best-seller (E)


best-sellerlijst ZN

1 lista de best-sellers (E)


bestudeerd BN

1 studiate
een weinig -- onderwerp = un subjecto pauco studiate
2 (gemaakt) studiate, affectate
met --e beleefdheid = con politessa studiate
--e glimlach = surriso studiate/affectate


bestuderen WW

1 (met aandacht lezen) studiar
2 (een studie maken van) studiar
3 (onderzoeken) studiar, examinar, explorar, investigar, recercar
een kwestie -- = studiar/explorar un question
iets grondig -- = studiar un cosa exhaustivemente


bestudering ZN

1 studio
-- van de natuur = studio del natura
2 (onderzoek) exploration, examine, analyse (-ysis)
-- van het onderbewuste = exploration del subconsciente


bestuiven WW

1 coperir de pulvere
2 (PLANTK) pollinisar
het -- = pollinisation
-- van vijgebomen = caprificar


bestuiving ZN

1 (PLANTK) pollinisation, fecundation per le polline
-- door de wind = pollinisation per le vento
-- door insekten = pollinisation per le insectos


besturen WW

1 (de leiding hebben) diriger, ducer
het -- = direction
een vereniging -- = diriger un association
een fabriek -- = diriger un fabrica
2 (beheren) administrar, gerer
3 reger, governar
een land -- = governar un pais
4 (als een regent) regentar
5 (mbt een voertuig/vaartuig) conducer, guidar, (schip, OOK) governar, navigar, (mbt vliegtuig/auto, OOK) pilotar
een auto -- = conducer/guidar/pilotar un auto(mobile)
een vliegtuig -- = pilotar un avion
bevoegdheid om een motorrijtuig te -- = derecto de conducer un vehiculo a motor
draadloos/op afstand -- = teleguidar, telecommandar
op afstand bestuurd vliegtuig = avion teleguidate
6 (mbt een werktuig) manovrar, controlar
het -- = manovra
een hijskraan -- = manovrar un grue


besturend BN

1 directive, directori


besturing ZN

1 (stuurinrichting) commando
auto met dubbele -- = auto(mobile) con duple commando
2 (het besturen, wijze van besturing) conducta, pilotage, (schip, ook) navigation
automatische -- = pilota/pilotage automatic
3 (het beheersen) controlo


besturingseenheid ZN

1 Zie: besturingsorgaan


besturingsorgaan ZN

1 (COMP) unitate de controlo, organo de commando


besturingssysteem ZN

1 systema de controlo/de commando


bestuur ZN

1 (het leiden) direction, gestion, administration
het openbaar -- = le administration public
2 (gezag, regeringssysteem) governamento, régime (F)
centraal -- = governamento central
wijziging in het -- = cambiamento de systema governamental
3 (lichaam, college) direction, (van vereniging) consilio/committee (E) (directive/directori), directores
-- van de Union Mundial pro Interlingua = consilio del Union Mundial pro Interlingua
tweehoofdig -- = direction bicephale
algemeen -- = consilio general
dagelijks -- = consilio executive
het plaatselijk -- = le autoritates local
in het -- zitten = esser membro del direction
4 regno
onder het -- van Lodewijk XIV = sub le regno de Ludovico Dece-Quatro


bestuurbaar BN

1 (bestuurd kunnende worden) manovrabile, maneabile, pilotabile, (luchtschip) dirigibile
--e ballon = aerostato, dirigibile
2 (geleid/geregeerd kunnende worden) governabile, administrabile


bestuurbaarheid ZN

1 (regeerbaarheid) governabilitate
2 (van werktuigen, etc.) manovrabilitate, maneabilitate, dirigibilitate


bestuurder ZN

1 (van auto) conductor, automobilista, chauffeur (F), (van race auto/vliegtuig) pilota, (van tram/bus/trein, ook) conductor
2 (iemand die bestuur voert) director, dirigente, administrator, gerente
3 (van instelling, vereniging) membro del consilio, consiliero (executive/general), director


bestuurderscabine ZN

1 cabina, placia del conductor


bestuurdersplaats ZN

1 placia del conductor


bestuurdersruimte ZN

1 Zie: bestuurderscabine


bestuurlijk BN

1 administrative
--e scheiding = separation administrative
--e verantwoordelijkheden hebben/dragen = haber responsabilitates administrative
--e vernieuwing = innovation administrative
een --e eenheid = un unitate administrative


bestuursambtenaar ZN

1 functionario administrative


bestuursapparaat ZN

1 apparato administrative


bestuursbesluit ZN

1 decision administrative


bestuursbevoegdheid ZN

1 competentia administrative


bestuurscentrum ZN

1 centro administrative


bestuurscollege ZN

1 consilio de administration


bestuurservaring ZN

1 experientia administrative


bestuursfunctie ZN

1 function in le direction
2 (van vereniging) function in le committee (E)/consilio directive/directori, director


bestuurshervorming ZN

1 reforma administrative


bestuurskamer ZN

1 sala del direction/del directores
2 sala del committee (E)/consilio directive/directori, camera del directores


bestuurskosten ZN MV

1 costos administrative


bestuurskracht ZN

1 fortia administrative


bestuurskunde ZN

1 scientias administrative


bestuurslid ZN

1 membro del direction
2 (van vereniging) membro del committee (E)/consilio directive/directori


bestuursorgaan ZN

1 organo directive/directori


bestuursrecht ZN

1 derecto administrative


bestuursschool ZN

1 schola de studios administrative


bestuursstelsel ZN

1 systema administrative


bestuursstructuur ZN

1 structura administrative


bestuurstafel ZN

1 tabula del direction
2 (van vereniging) tabula del committee (E)/consilio directive/directori


bestuursvergadering ZN

1 reunion del direction
2 (van vereniging) reunion del committee (E)/consilio directive/directori


bestuursverkiezing ZN

1 election del direction
2 (van vereniging) election del committee (E)/consilio directive/directori


bestuursvorm ZN

1 modo/typo/forma de administration, forma/typo de governamento


bestuurswetenschap ZN

1 Zie: bestuurskunde


bestuurszetel ZN

1 sede in le direction
2 sede in committee (E)/consilio directive/directori


bestwil ZN

1
het is om je eigen -- = il es pro tu proprie ben
een leugentje om -- = mendacio officiose


besuikeren WW

1 sucrar, saccharar
ben je besuikerd? = tu es folle?


besvormig BN

1 bacciforme


besvrucht ZN

1 bacca


beta ZN

1 (Griekse letter) beta


beta-actief BN

1 beta-active


betaalautomaat ZN

1 cassa automatic


betaalbaar BN

1 (niet te duur) que non costa troppo, rationabile, accessibile
kwaliteit voor een --e prijs = qualitate pro un precio rationabile/accessibile
2 (mogelijk om te betalen) pagabile
-- aan toonder = pagabile al portator
-- op zicht = pagabile a vista
3 (disconteerbaar) bancabile


betaalbaarstelling ZN

1 (HAND) domiciliation


betaalcheque ZN

1 cheque (E) certificate/garantite


betaald BN

1 (waarvoor betaald wordt/is) pagate
-- antwoord = responsa pagate
--e liefde = prostitution
2 (beroeps) professional
-- voetbal = football (E) professional
3 (gehuurd) locate
4
iemand iets -- zetten = vengiar se/vindicar se de un persona de un cosa, pagar a un persona un cosa con le mesme moneta


betaaldag ZN

1 jorno/die de paga/de pagamento


betaalkaart ZN

1 cheque (E) de giro garantite/certificate


betaalkantoor ZN

1 cassa


betaalkas ZN

1 cassa de pagamentos


betaalkrachtig BN

1 qui pote pagar


betaalmeester ZN

1 pagator, tresorero


betaalmethode ZN

1 methodo de pagar/pagamento


betaalmiddel ZN

1 medio de pagar/pagamento, moneta
wettig -- = medio legal de pagamento, moneta/valuta legal


betaalpas ZN

1 carta de cheque (E) certificate/garantite


betaalpenning ZN

1 jeton (F)


betaalplicht ZN

1 obligation de paga/de pagamento


betaalstaat ZN

1 libro de paga, lista de salarios


betaaltelevisie ZN

1 television pagante


betaaltijd ZN

1 termino de pagamento


betablokker ZN

1 betablocator, betablocante


betadeeltje ZN

1 particula beta


bètadisintegratie ZN

1 disintegration beta


bètafaculteit ZN

1 facultate del scientias natural/exacte


bètafunctie ZN

1 function beta


betaïne ZN

1 (SCHEI) betaina


betalen WW

1 pagar, (vergoeden) retribuer (van personen) remunerar
het -- = pagamento, retribution, remuneration
geld -- = pagar moneta
de huur -- = pagar le location
de taxi -- = pagar le taxi
een tientje voor het boek -- = pagar dece florinos pro le libro
-- met een briefje van honderd = pagar con un billet de cento (florinos)
elektronisch -- = pagar per via electronic
in natura -- = pagar in natura
contant -- = pagar in specie/in moneta contante/liquide
bij gedeelten -- = pagar per partes/per ratas
gedwongen -- = pagar per fortia
vooruit -- = anticipar un/le pagamento, prepagar
met gelijke munt -- = repagar del mesme moneta
een roekeloosheid met zijn leven -- = pagar con su vita un imprudentia
te -- = pagabile
weer/opnieuw -- = repagar
het opnieuw -- = repagamento


betaler ZN

1 pagator
kwade -- = mal pagator


betaling ZN

1 paga, pagamento
staking van de --en = cessation del pagamentos
de --en uitstellen = prorogar/differer le pagamentos
de --en staken = suspender le pagamentos
een -- vervroegen = anticipar un pagamento
vervroegde -- = pagamento anticipate
de --en spreiden = scalonar le pagamentos
geen -- krijgen = non esser pagate
--en ontvangen = reciper pagamentos
gespreide -- = pagamento scalonate
achterstallige -- = pagamento arretrate
volledige -- = pagamento integral
gedeeltelijke -- = pagamento partial
maandelijkse -- = pagamento mensual
elektronische -- = pagamento per via electronic
wijze van -- = methodo de pagamento
gelijke -- = paga equal
bewijs van -- = quitantia
bevel(schrift) tot -- = ordine/mandato de pagamento
bij gebrek aan -- = in caso de non-pagamento
bij -- binnen een week = si pagate intra un septimana
2 (loon) salario, remuneration, retribution
goed betaalde baan = travalio ben remunerate


betalingsachterstand ZN

1 retardo del pagamentos


betalingsakkoord ZN

1 accordo de pagamentos


betalingsbalans ZN

1 balancia del pagamentos
evenwicht op de -- = equilibrio del balancia del pagamentos
tekort op de -- = deficit in le balancia de pagamentos, deficit commercial


betalingsbalansmechanisme ZN

1 mechanismo del balancia del pagamentos


betalingsbalanstheorie ZN

1 theoria del balancia del pagamentos


betalingsbevel ZN

1 ordine/mandato de pagamento, injunction de pagar


betalingsbewijs ZN

1 quitantia


betalingscircuit ZN

1 circuito del pagamentos


betalingsclausule ZN

1 clausula de pagamento


betalingscondities ZN MV

1 Zie: betalingsvoorwaarden


betalingscontingent ZN

1 contingente de pagamento


betalingsdiscipline ZN

1 disciplina de pagamento


betalingsdocument ZN

1 documento de pagamento


betalingsfaciliteiten ZN MV

1 facilitates de pagamento


betalingsgedrag ZN

1 comportamento de pagamento


betalingsgewoonten ZN MV

1 habitudes de pagamento


betalingsmandaat ZN

1 mandato de pagamento


betalingsmiddel ZN

1 medio de pagamento


betalingsopdracht ZN

1 ordine de pagamento


betalingsovereenkomst ZN

1 accordo de pagamento


betalingsprobleem ZN

1 problema de pagamento


betalingsregeling ZN

1 regulation del pagamento


betalingsschema ZN

1 schema de pagamento


betalingssysteem ZN

1 systema de pagamentos


betalingssysteem ZN

1 systema de pagamento


betalingstermijn ZN

1 termino de pagamento


betalingsunie ZN

1 union de pagamentos
Europese Betalingsunie = Union Europee de Pagamentos


betalingsverdrag ZN

1 accordo de pagamentos


betalingsverkeer ZN

1 traffico de pagamentos


betalingsverplichting ZN

1 obligation de paga/de pagamento


betalingsverzoek ZN

1 requesta de pagamento


betalingsvoorwaarden ZN MV

1 conditiones de paga/de pagamento
gemakkelijke -- = facilitates de pagamento


betalingswijze ZN

1 modo de pagamento


betamax ZN

1 (merknaam) betamax


betamelijk BN

1 correcte, conveniente, decorose, decente
-- gedrag = comportamento/conducta correcte/decente


betamelijkheid ZN

1 convenientia, decentia
inbreuk op de -- = offensa contra le decentia


betamen WW

1 convenir, esser conveniente
dat is niet zoals het betaamt = isto non es conveniente/decente


betanen WW

1 impregnar de tanno


bètareceptor ZN

1 betareceptor


betascoop ZN

1 betascopio


betastbaar BN

1 palpabile


betasten WW

1 palpar, tastar, toccar per le digitos
het -- = palpation, tacto, tastamento, tocca, tocco
de blinde betast een voorwerp om het te herkennen = le ceco palpa en objecto pro recognoscer lo
2 (MED) palpar
het -- = palpation


betasting ZN

1 palpation, tacto, tastamento, tocca, tocco


bètastraal ZN

1 radio beta


bètastraling ZN

1 radiation beta


bètatherapie ZN

1 betatherapia


bètatron ZN

1 betatron, accelerator de particulas


bètaverdeling ZN

1 distribution beta


bètaverval ZN

1 disintegration beta


bètawetenschappen ZN MV

1 scientias natural/exacte


bête BN

1 stupide, idiote, stulte


bete ZN

1
een -- broods = un buccata/morsello de pan


beteerd BN

1 catranate


betegelen WW

1 pavir/pavimentar (de quadrellos), revestir de quadrellos, poner quadrellos
het -- = pavage, pavimentation


betekenen WW

1 (de aanduiding in een woord zijn voor) significar, voler dicer, designar
2 (te kennen geven) significar, voler dicer, exprimer, representar
rood licht betekent stoppen = le foco rubie significa que on debe stoppar
wat betekent dat gebaar? = que significa iste gesto?
3 (een bepaalde waarde hebben) significar, esser importante/de importantia, haber valor/importantia
dat heeft niets te -- = isto non es importante, isto es sin importantia, isto significa nihil
wat heeft dit te --? = que significa isto?
die baan betekent veel voor haar = iste empleo es importante pro illa
4 (met zich meebrengen) significar, implicar, equivaler a, constituer
een bedreiging -- = constituer un menacia
de vernedering die deze straf betekent = le humiliation que iste castigation implica
dit betekent een grote opoffering = isto implica un grande sacrificio
5 (JUR) (aanzeggen) significar, notificar
een dagvaarding -- = notificar un citation


betekenend BN

1 significative


betekening ZN

1 (JUR) signification, notification


betekenis ZN

1 (begrip/inhoud van een woord) signification, significato, senso, acception
gewone -- van een woord = acception/signification/senso currente de un parola
eigenlijke -- = acception proprie
figuurlijke -- = acception figurate/figurative
verborgen -- = senso celate
letterlijke -- = senso litteral
etymologische -- = senso etymologic
vele --sen hebbend = multisense, multivoc
van grote -- = significante, significative
in de ruimste -- van het woord = in le senso maxime extense del parola
zonder -- = disproviste de senso
2 (strekking) signification, senso, portata, tenor
3 (belangrijkheid) importantia, valor, peso, interesse, significantia, notabilitate, gravitate
van nationale -- = de interesse national
een zaak van grote -- = un cosa de grande importantia/valor
een aanzienlijke -- krijgen = acquirer/prender un importantia considerabile
weinig -- aan iets hechten = attribuer/dar/attachar {sj} poc/pauc importantia/peso/valor a un cosa
een man van -- = un homine de grande importantia
niets van -- = nihil de importantia


betekeniscombinatie ZN

1 combination de significationes


betekenisgroep ZN

1 gruppo de signification


betekenisinhoud ZN

1 contento de signification


betekeniskern ZN

1 nucleo de signification


betekenisleer ZN

1 semantica, (logica) semasiologia


betekenisloos BN

1 sin signification
2 (zinloos) inan


betekenisloosheid ZN

1 (zinloosheid) inanitate


betekenisnuance ZN

1 nuance (F) de signification


betekenisomschrijving ZN

1 description/definition del signification


betekenisonderscheiding ZN

1 Zie: betekenisverschil


betekenisontwikkeling ZN

1 disveloppamento del signification


betekenisovergang ZN

1 transition de signification


betekenisschakering ZN

1 diversitate/varietate del signification


betekenisstructuur ZN

1 structura del signification


betekenisveld ZN

1 campo de signification


betekenisverandering ZN

1 cambio/cambiamento/modification del signification
leer van de -- = semasiologia


betekenisverdichting ZN

1 contraction del signification


betekenisverschil ZN

1 differentia del signification


betekenisvol BN

1 (van grote betekenis) plen de senso/de signification, significative
2 (vol uitdrukking) expressive


betekeniswijziging ZN

1 Zie: betekenisverandering


betel ZN

1 betel


betelblad ZN

1 folio de betel


betelnoot ZN

1 nuce de betel/de areca


betelpalm ZN

1 palma de areca


betengelen WW

1 coperir de lattes stricte


beter BN

1 (vergrotende trap van 'goed') plus bon, melior, superior
-- dan = melior que, superior a
2 (genezen) sanate
een zieke -- maken = sanar/curar un malado
3
(verbeteren) -- maken = (a)meliorar, emendar


beter BW

1 (vergrotende trap van 'goed') plus ben, melio
des te -- = tanto melio
bij gebrek aan -- = in mancantia de melio


beteren WW

1 catranar
het dak -- = catranar le tecto


beteren WW

1 (beter worden) ir melio
2 (verbeteren) corriger, (a)meliorar, emendar
zich --, zijn leven -- = corriger se, (a)meliorar se, emendar se


beterhand ZN

1
aan de -- zijn = esser meliorante, restablir se de un maladia, esser in convalescentia, convalescer


betering ZN

1 (mbt ziekte) convalescentia
2 (a)melioration


beterschap ZN

1 (verbetering in de gezondheid) convalescentia, restablimento, restabilimento
2 (verbetering van het gedrag) (a)melioration, emendation
-- beloven = promitter de emendar se/meliorar se


beterweten ZN

1 conscientia
tegen -- in = contra su conviction


beteugelen WW

1 bridar, refrenar, supprimer, reprimer, jugular, continer, domar, controlar
het kwaad -- = reprimer le mal
zijn ongeduld -- = refrenar/controlar su impatientia
zijn driften -- = reprimer su passiones
een oproer -- = supprimer/reprimer un motin
de inflatie -- = continer le inflation, tener sub controlo le inflation
iemand die beteugelt = repressor
niet te -- = irrepressibile, irreprimibile
2
(matigen) iemands agressiviteit -- = temperar le aggressivitate de un persona


beteugeling ZN

1 repression, suppression, refrenamento


beteunie ZN

1 (PLANTK) betonica


beteuterd BN

1 confundite, confuse


beteuterdheid ZN

1 confusion


Bethlehem ZN EIGN

1 Bethlehem
inwoner van -- = bethlemita
ster van -- = stella de Bethlehem, (plant) campanula isophylle


beticht BN

1 accusate, incriminate, inculpate


betichten WW

1 accusar, inculpar, incriminar, imputar
het -- = accusation, incrimination, inculpation, imputation
iemand van luiheid -- = accusar un persona de pigritia/pigressa


betichter ZN

1 accusator


betichting ZN

1 accusation, inculpation, incrimination, imputation


betijen WW

1
iemand laten -- = lassar ager/facer un persona


betimmeren WW

1 (van timmerwerk voorzien) revestir de ligno, guarnir de plancas
een wand met schrootjes -- = revestir/guarnir un pariete con lattes


betimmering ZN

1 revestimento de ligno


beting ZN

1 (SCHEEP) bitta


betingbout ZN

1 (SCHEEP) bulon de bitta


betingelen WW

1 Zie: betengelen


betitelen WW

1 (van een titel voorzien) dar un titulo, titular, intitular
het -- = intitulation
2 (noemen) qualificar (de/como), dar le titulo de, describer


betiteling ZN

1 intitulation, titulo


betoeterd BN

1 folle, insan, lunetic
ben je --? = tu es folle?


betogen WW

1 (demonstreren) manifestar, participar a un manifestation, demonstrar
-- voor de vrede = manifestar pro le pace
2 (trachten aan te tonen) arguer, argumentar, rationar, (tentar de) demonstrar


betoger ZN

1 manifestante, demonstrante, demonstrator
de --s stromen van alle kanten het plein op = le manifestantes afflue de tote partes al placia


betoging ZN

1 manifestation, demonstration
een -- houden = demonstrar, manifestar


betokkelen WW

1 (MUZ) pizzicar {ts}


betomen WW

1 bridar, supprimer, reprimer, refrenar, continer, domar, controlar
zijn woede -- = supprimer/domar/continer su rabie


betoming ZN

1 suppression, repression


beton ZN

1 beton, concreto
droog -- = beton/concreto sic
fijn -- = beton/concreto fin
hard -- = beton/concreto dur
poreus -- = beton/concreto porose
gewapend -- = beton/concreto armate
een muur met -- versterken = betonar un muro
van -- = betonate
-- storten = versar beton/concreto


betonarchitectuur ZN

1 architectura de beton/concreto


betonbalk ZN

1 trabe/trave de beton/concreto (armate)


betonbedrijf ZN

1 interprisa de beton/concreto


betonbekleding ZN

1 revestimento de beton/concreto


betonblok ZN

1 bloco de beton/concreto


betonbokkenbekleding ZN

1 revestimento in blocos de beton/concreto


betonboor ZN

1 forator a/de beton/concreto


betonbouw ZN

1 construction in beton/concreto


betonbuis ZN

1 tubo de beton/concreto


betonconstructie ZN

1 Zie: betonbouw


betondak ZN

1 tecto de beton/concreto (armate)


betondam ZN

1 barrage in beton/concreto


betonen WW

1 (betuigen) monstrar, demonstrar
zich grootmoedig -- = monstrar se grandanime
iemand dankbaarheid -- = demonstrar gratitude/recognoscentia a un persona
2 (benadrukken) accentuar, sublinear
3 (te kennen geven) manifestar
zich als een man van karakter -- = revelar se como un homine de character


betonfabriek ZN

1 fabrica de beton/concreto


betonfabrikant ZN

1 fabricante de beton/concreto


betonfundament ZN

1 Zie: betonfundering


betonfundering ZN

1 fundation/substructura de beton/concreto, betonage


betongewelf ZN

1 volta de beton/concreto


betonie ZN

1 (PLANTK) betonica


betoniebloem ZN

1 flor de betonica


betonijzer ZN

1 ferro a beton/concreto


betonijzeren BN

1 de ferro a beton/concreto


betonindustrie ZN

1 industria de beton/concreto


betonkanker ZN

1 Zie: betonrot


betonlaag ZN

1 strato de beton/concreto


betonmengsel ZN

1 mixtura de beton/concreto


betonmixer ZN

1 Zie: betonmolen


betonmolen ZN

1 betoniera, machina a/de beton/concreto, malaxator (giratori) a/de beton/concreto/de mortero
vaste -- = betoniera fixe
verplaatsbare -- = betoniera mobile
-- met meerdere rotoren = betoniera a rotores multiple


betonmortel ZN

1 Zie: betonspecie


betonmuur ZN

1 muro de beton/concreto


betonnen WW

1 boiar
het -- = boiage
een haven -- = boiar un porto


betonnen BN

1 (facite) de beton/concreto


betonneren WW

1 betonar
het -- = betonage


betonning ZN

1 boiada


betonningsvaartuig ZN

1 nave de boiada


betonpaal ZN

1 palo/poste de beton/concreto


betonpijler ZN

1 Zie: betonpaal


betonplaat ZN

1 placa de beton/concreto


betonplastiek ZN

1 plastica de beton/concreto


betonrock ZN

1 hard-rock (E)


betonrot ZN

1 corrosion del beton/concreto


betonsamenstelling ZN

1 composition del beton/concreto


betonschade ZN

1 Zie: betonrot


betonskelet ZN

1 skeleto de beton/concreto


betonsoort ZN

1 typo de beton/concreto


betonspecie ZN

1 mortero de beton/concreto, beton/concreto fresc


betonstaal ZN

1 aciero pro beton/concreto


betontechnologie ZN

1 technologia del beton/concreto


betontegel ZN

1 quadrello de beton/concreto


betonvloer ZN

1 solo de beton/concreto


betonvrachtauto ZN

1 camion malaxator


betonwand ZN

1 Zie: betonmuur


betonweg ZN

1 via/cammino betonate/de beton/de concreto


betonwerker ZN

1 travaliator de beton/concreto, betonista


betonzaag ZN

1 serra de beton/concreto


betonzand ZN

1 sablo/arena pro beton/concreto


betoog ZN

1 (redevoering) discurso
verward/warrig -- = discurso confuse/incoherente
helder -- = discurso lucide
wijdlopig -- = discurso copiose
welsprekend -- = discurso eloquente
rechtlijnig -- = discurso linear
2 (redenering) argumentation, demonstration, exposition
een -- houden = presentar un exposition
een goed gestructureerd -- = un argumentation ben structurate
geen -- behoeven = esser evidente, esser superflue a dicer, esser manifeste, esser clar como le luce del sol
deze gedachtengang ligt aan zijn -- ten grondslag = iste rationamento es al base de su argumentation


betoogkracht ZN

1 fortia demonstrative/persuasive


betoogstijl ZN

1 Zie: betoogtrant


betoogtrant ZN

1 modo/maniera de argumentar/de argumentation, argumentation


betoon ZN

1 demonstration, marca, manifestation
een -- van dankbaarheid = un demonstration de gratitude


betoudovergrootmoeder ZN

1 matre quarte


betoudovergrootvader ZN

1 patre quarte


betoveren WW

1 (beheksen) incantar, cambiar (un cosa) per incantamento
2 (bekoren) incantar, fascinar, captivar
het -- = incantamento, incantation, fascination
iemand die betovert = fascinator


betoverend BN

1 incantator
2 (FIG) incantator, fascinante, captivante
--e schoonheid = beltate incantator/seducente


betovergrootmoeder ZN

1 granmatre tertie


betovergrootvader ZN

1 granpatre tertie


betovering ZN

1 (ook FIG) incantamento, incantation, magia, sortilegio
de -- van de liefde = le magia del amor
2 (FIG) fascination, fascino
de -- wegnemen = rumper le fascination, disincantar


betr.

1 concernente
2 relative


betraand BN

1 plen de lacrimas, lacrimose
--e ogen = oculos plen de lacrimas
--e wangen = genas lacrimose


betrachten WW

1 observar, practicar, complir
clementie -- = monstrar clementia
enige gematigdheid -- = practicar un pauco de moderation
zijn plicht -- = facer su deber
de deugd -- = practicar le virtute, menar un vita virtuose


betrachting ZN

1 observation, practica


betraliën WW

1 provider/munir de barras/grillias, mitter/poner barras/grillias, grilliar


betrappen WW

1 surprender, attrappar
een dief -- = surprender un fur/robator
iemand op heterdaad -- = (sur)prender un persona in flagrante delicto


betreden WW

1 (de voet zetten op) mitter le pede super/in, fullar
2 (zich begeven in/op) entrar in
een gevaarlijk terrein -- = entrar in un terreno periculose
3 (bewandelen) sequer
het pad der deugd -- = sequer le sentiero/cammino del virtute


betreding ZN

1 entrata


betreffen WW

1 concerner, reguardar, toccar, tractar
de eerste hoofdstukken betreffen de prehistorie = le prime capitulos tracta del prehistoria
dit betreft jou = isto te concerne/reguarda
wat betreft = con respecto a, quanto a
wat mij betreft = quanto a me, pro me
het betreft een oude legende = il se tracta de un vetere legenda


betreffende VZ

1 re, sur, super, quanto a, concernente, relative(mente) a


betreffende BN

1 (betrekking hebbend op) concernente, relative a
geruchten de kabinetsformatie -- = rumores concernente le formation de un governamento
2 (desbetreffende) concernite, in question
de --e minister = le ministro concernite/in question


betreft ZN

1
wat -- = Zie: betreffende VZ


betrekkelijk BN

1 relative
-- voornaamwoord = pronomine relative
--e bijzin = proposition relative
--e meerderheid = majoritate relative
--e begrippen = notiones/conceptos relative
-- karakter = relativitate
-- eenvoudig = relativemente simple/simplice
alles is -- = toto es relative
(BW) het is -- dichtbij = isto es relativemente vicin


betrekkelijkheid ZN

1 relativitate
de -- van een oordeel = le relativitate de un judicio/judicamento


betrekken WW

1 (erbij halen) associar (a), implicar, includer, involver
iemand in een schandaal -- = implicar un persona in un scandalo
een land in een oorlog -- = implicar un nation in un guerra
hij is bij die zaak betrokken = ille es associate a iste cosa
nauw bij iets betrokken zijn = esser multo implicate/involvite in un cosa
iemand in een gesprek -- = includer un persona in un conversation
ik wil jou er niet bij -- = io non vole miscer te in isto
hij wenst er niet bij betrokken te worden = ille non desira/desidera esser involvite in illo
2 (zich vestigen) installar se in, occupar, entrar in
een nieuw kantoor -- = installar se in un nove officio
wanneer kunnen we het huis --? = quando potera nos entrar in/installar nos in le casa?
onmiddellijk te -- = occupation immediate
3 (kopen bij) comprar, acquirer, fornir se de, procurar
een artikel rechtstreeks van de fabrikant -- = comprar/acquirer un articulo directemente del fabricante
iets uit het buitenland -- = fornir se de/procurar un cosa del extero
4 (bewolkt raken) coperir se, obscurar se
de lucht betrekt = le celo se coperi/se obscura


betrekking ZN

1 (functie, baan) empleo, function, posto, placia, occupation, carga
tijdelijke -- = empleo temporari
volledige -- = empleo complete
vaste -- = empleo fixe
vakante -- = posto vacante
een -- op een kantoor = un posto in un officio
zijn -- verliezen = perder su placia
een -- vinden voor = placiar
voor een -- bedanken = rejectar un posto
2 (band, verband) relation
de -- tussen de verschijnselen = le relation inter le phenomenos
vriendschappelijke --en = relationes de amicitate
hartelijke --en = relationes cordial
diplomatieke --en = relationes diplomatic
intermenselijke --en = relationes human
politieke --en = relationes politic
culturele --en = relationes cultural
onderlinge -- = correlation
goede --en onderhouden met = mantener bon relationes con
alle --en met iemand verbreken = rumper tote le relationes con un persona
--en aanknopen met = entrar in relationes con
-- hebben op = concerner, referer se a
-- hebbend op, met -- tot = concernente, relative a
3 (bloedverwant) parente, familia
zijn naaste --en = su proxime parentes


betrekkingsvorm ZN

1 Zie: naamvalsvorm


betrekkingzoekende ZN

1 persona qui cerca un empleo


betreuren WW

1 regrettar, deplorar, lamentar, miserar
het -- = deploration, lamentation
een vergissing -- = regrettar/lamentar un error
het verlies -- van = deplorar le perdita de
er zijn veel slachtoffers te -- = on deplora/lamenta multe victimas
te -- = deplorabile, lamentabile


betreurenswaard(ig) BN

1 digne de compassion, regrettabile, deplorabile, lamentabile, lamentose, lacrimabile, pietose


betroeven WW

1 Zie: aftroeven


betrokken BN

1 (in iets gemoeid) in question, interessate, concernite, implicate, involvite
de -- persoon = le persona interessate/in question
de -- ambtenaar = le functionario cargate del dossier (F)
de -- instanties = le autoritates concernite
-- zijn bij = esser implicate/involvite in
2 (met wolken bedekt) coperte
-- lucht/hemel = celo coperte
3 (somber, treurig) sombre, triste
een -- gezicht = un visage sombre
4 (flets) pallide, livide
5 (van belang) relevante
de -- stukken = le documentos relevante


betrokkene ZN

1 interessato, persona involvite/in question


betrokkenheid ZN

1 (het gemoeid zijn in iets) implication
2 (bewolktheid) nebulositate
3 (somberheid) tristessa
4 (fletsheid) pallor, lividitate


betrouwbaar BN

1 (mbt personen) digne de fide, digne de fiducia, digne de confidentia
-- persoon = persona de fiducia
2 (mbt inlichtingen/berichten/geschriften) digne de fide, credibile, veridic, verace
--e inlichting = information digne de fide
van --e zijde, uit --e bron = de fonte digne de fide
3 (mbt zaken) secur, solide
een -- voorbehoedsmiddel = un contraceptivo secur
4 fidel
-- geheugen = memoria fidel


betrouwbaarheid ZN

1 credibilitate, veridicitate, veracitate
-- van de berichten = credibilitate del informationes
2 (nauwkeurigheid) fidelitate
-- van het geheugen = fidelitate del memoria
3 soliditate, securitate


betrouwbaarheidsinterval ZN

1 (STAT) intervallo/margine de confidentia


betrouwen WW

1 Zie: vertrouwen
2 Zie: toevertrouwen
3 (door trouwen verwerven) acquirer per maritage/matrimonio


betten WW

1 humectar, molliar, tamponar
het -- = humectation, molliatura, molliamento, tamponamento
een wond -- = tamponar un vulnere


betting ZN

1 humectation, molliamento, tamponamento


betuigen WW

1 testimoniar, manifestar, monstrar, exprimer, presentar
iemand zijn vriendschap -- = testimoniar/exprimer su amicitate a un persona
zijn instemming -- met iets = dar su adhesion a un cosa, manifestar su accordo con un cosa
zijn dankbaarheid -- = exprimer su recognoscentia/su gratitude
iemand zijn deelneming -- = presentar/exprimer su condolentias a un persona
zijn leedwezen -- = exprimer su regretes
2 (plechtig verzekeren) protestar, asseverar
zijn onschuld -- = protestar su innocentia
3 (de verzekering geven) assecurar


betuiging ZN

1 testimonio, demonstration, manifestation, expression
--en van vriendschap = testimonios/demonstrationes de amicitate
-- van sympathie = testimonio de sympathia
-- van instemming = demonstration de assentimento
2 (plechtige verzekering) protestation, asseveration
3 assecuration


betuline ZN

1 betulina


betuttelaar ZN

1 (regelaar) regulator
2 (kritikaster) criticastro, cavillator


betuttelen WW

1 poner/mitter le punctos super le i's, cavillar


betweter ZN

1 pedante, argutiator


betweterig BN

1 pedante, pedantesc


betweterij ZN

1 pedanteria, pedantismo


betwijfelbaar BN

1 dubitabile


betwijfelen BN

1 dubitar (de), mitter/poner in dubita
de waarheid van iets -- = dubitar del veracitate de un cosa
ik betwijfel of ik dit gezegd heb = io dubita haber dicite isto


betwijfeling ZN

1 dubita


betwist BN

1 contestate, controverse, litigiose, disputate
-- gebied = territorio contestate/disputate


betwistbaar BN

1 disputabile, discutibile, questionabile, controvertibile, contestabile, debattibile, contentiose, arguibile, recusabile, impugnabile
--e beweringen = affirmationes controvertibile
-- vonnis = sententia impugnabile
een --e schoonheid = un beltate questionabile


betwistbaarheid ZN

1 character discutibile/contestabile, contestabilitate, discutibilitate, disputabilitate, impugnabilitate, controvertibilitate, recusabilitate
-- van een vonnis = impugnabilitate de un sententia


betwisten WW

1 (over het bezit strijden) disputar, discuter
2 (tegenspreken) contestar, contradicer, impugnar, negar, denegar, recusar
een stelling -- = contestar un these/thesis
3 (ontzeggen) interdicer, refusar, contestar, impugnar
iemand een recht -- = contestar un derecto a un persona
iemand de toegang -- = interdicer/refusar le entrata a un persona


betwister ZN

1 contestante, impugnator


betwisting ZN

1 contestation, impugnation


beu BN

1
iets -- zijn = esser fatigate de un cosa


beugel ZN

1 (metalen band) arco, circulo
2 (TECHN) (hangijzer) cremaliera, (van tram/trolleybus) arco de contacto, trolley (E)
3 (voor gebit) apparato orthodontic, corrector de dentatura
4 (toestel tegen het kromgroeien) apparato orthopedic
5 (stijgbeugel) staffa
6
dat kan niet door de -- = isto es intolerabile


beugelfles ZN

1 bottilia con clausura de pression


beugelsluiting ZN

1 clausura de pression


beugelspel ZN

1 croquet (E)


beugelzaag ZN

1 serra a/de arco


beuk ZN

1 (PLANTK) fago
2 (BOUWK) nave
3
de -- erin! = al labor!, manos al obra!, a tote vapor!


beukelaar ZN

1 fago


beuken WW

1 massar, ferir, batter
het -- = ferimento, battimento
de golven beukten het strand = le undas batteva le plagia


beuken BN

1 de ligno de fago, de fago
een -- deur = un porta de fago


beukenbast ZN

1 cortice de fago


beukenblad ZN

1 folio de fago


beukenblok ZN

1 bloco de (ligno de) fago


beukenboom ZN

1 fago


beukenbos ZN

1 bosco de fagos, fageto


beukenhaag ZN

1 haga/sepe de fagos


beukenheester ZN

1 carpino


beukenhout ZN

1 ligno de fago, fago


beukenhouten BN

1 de (ligno de) fago


beukenlaan ZN

1 allée (F) de fagos


beukennoot ZN

1 fructo del fago


beukenschors ZN

1 cortice de fago


beukenstam ZN

1 trunco de fago


beukentak ZN

1 branca/ramo de fago


beukenwoud ZN

1 foreste de fagos


beuker ZN

1 Zie: beukhamer


beukhamer ZN

1 massa, malleo


beukvaren ZN

1 phegopteris


beukwortelzwam ZN

1 xerula radicate


beul ZN

1 executor, carnifice


beulen WW

1 exhaurir se


beulenwerk ZN

1 labor/travalio multo dur


beuling ZN

1 salsicia


beulsbijl ZN

1 hacha {sj} de carnifice


beulshanden ZN MV

1 manos de carnifice


beulsknecht ZN

1 assistente del carnifice


beulswerk ZN

1 Zie: beulenwerk


beulszwaard ZN

1 spada de carnifice


beun ZN

1 (viskaar) vivario
2 (open ruim) cala aperte


beunhaas ZN

1 (zwartwerker) laborator/travaliator/obrero clandestin/nigre
2 (onbevoegde) laborator/travaliator/obrero non qualificate


beunhazen WW

1 (zwart werken) facer un labor/travalio clandestin
2 (onbevoegd werken) facer un labor/travalio non qualificate


beunhazerij ZN

1 (zwart werk) labor/travalio clandestin/nigre
2 (onbevoegd werk) labor/travalio non qualificate


beuninhoud ZN

1 contento de vivario


beurder ZN

1 perceptor


beuren WW

1 (optillen) sublevar, levar
het -- = sublevamento
2 (innen) incassar, perciper, reciper
geld -- = incassar moneta


beuring ZN

1 incassamento, recepta


beurs ZN

1 (gebouw) bursa
2 (handel) bursa
levendige -- = bursa animate
zwakke -- = bursa pauco/poco animate
ineenstorting van de -- = cadita del bursa, crac
3 (tentoonstelling) exposition, salon
4 (portemonnee) bursa, portamoneta
in de -- tasten = aperir le bursa
zijn -- te voorschijn halen/trekken = tirar su bursa
in de -- steken = imbursar
met gesloten --en betalen = pagar a bursa claudite/clause
5 (ANAT) bursa
6 (studiebeurs) bursa


beurs BN

1 troppo matur


beursaffaire ZN

1 operation/transaction de bursa


beursagent ZN

1 agente de bursa


beursband ZN

1 (ANAT) capsula articular


beursbediende ZN

1 empleato de bursa


beursbelasting ZN

1 imposto super le operationes/transactiones de bursa


beursbericht ZN

1 bulletin de bursa


beursblad ZN

1 bulletin de bursa


beurscombinatie ZN

1 combination de bursa


beursconditie ZN

1 condition de bursa


beurscrisis ZN

1 crise/crisis de bursa


beursdag ZN

1 die/jorno de bursa


beursganger ZN

1 frequentator de bursa


beursgebouw ZN

1 bursa


beursgeldmarkt ZN

1 mercato monetari de bursa


beurshandel ZN

1 commercio de bursa


beurshandelingen ZN MV

1 operationes/transactiones de bursa


beursindex ZN

1 indice/index de bursa


beursjeskruid ZN

1 capsella


beurskoers ZN

1 curso del bursa


beurskrach ZN

1 cadita del bursa, crac


beurskwestie ZN

1 question de bursa


beursmakelaar ZN

1 agente de bursa


beursnotering ZN

1 quotation de bursa


beursoperatie ZN

1 operation/transaction de bursa


beursopleving ZN

1 animation de bursa


beurspaniek ZN

1 panico de bursa


beursplein ZN

1 placia de bursa


beurspolis ZN

1 polissa de bursa


beursprijs ZN

1 precio de bursa


beursreglement ZN

1 regulamento de bursa


beursschandaal ZN

1 scandalo de bursa


beursspeculant ZN

1 speculator de bursa, agiotator


beursspeculatie ZN

1 speculation de bursa


beursterm ZN

1 termino de bursa


beurstransactie ZN

1 Zie: beursoperatie


beursusantie ZN

1 usantia de bursa


beursverlies ZN

1 perdita de bursa


beursverordening ZN

1 regulamento del bursa


beurswaarde ZN

1 valor de bursa


beurszaken ZN MV

1 operationes de bursa


beurszwam ZN

1
gewone -- = volvaria


beurt ZN

1 torno, vice
ieder/elk op zijn -- = cata uno a su torno
ik ben aan de -- = il es mi torno
wie is aan de --? = a qui le torno?, qui seque?
om de -- = alternativemente
te -- vallen = devolver
een grote -- van de machine = revision general (de functionamento) del machina
de kamer een goede -- geven = nettar/mundar ben le camera


beurtboot ZN

1 Zie: beurtschip


beurtelings BN

1 alternate, alternative
--e opeenvolging = alternantia


beurtgesprek ZN

1 dialogo


beurtgezang ZN

1 Zie: beurtzang


beurtschip ZN

1 nave de servicio regular


beurtschipper ZN

1 batellero de un nave de servicio regular


beurtvaart(dienst) ZN

1 servicio regular (de naves)


beurtvaartbedrijf ZN

1 interprisa de servicio regular


beurtwisseling ZN

1 alternation


beurtzang ZN

1 (GRIEKSE LIT) strophe
2 canto alternative/alternate/antiphonal, antiphono


beurzenmaker ZN

1 bursero


beurzensnijder ZN

1 secabursas, pickpocket (E)


beurzenstelsel ZN

1 systema de bursas


beurzig BN

1 Zie: beurs


beuzelachtig BN

1 frivole, futile, trivial, insignificante, sin importantia, nescie


beuzelachtigheid ZN

1 futilitate, frivolitate, trivialitate, cosa insignificante/sin importantia, nescietate


beuzelarij ZN

1 Zie: beuzelachtigheid


beuzelen WW

1 occupar se de cosas insignificante/futile


beuzelkraam ZN

1 garrulada
2 collection de objectos de pauc valor


beuzelpraatje ZN

1 garrulada


beuzeltaal ZN

1 garrulada


bevaarbaar BN

1 navigabile, practicabile
--e rivier = fluvio navigabile
-- maken = facer navigabile, canalisar


bevaarbaarheid ZN

1 navigabilitate, practicabilitate


bevaarbaarmaking ZN

1 canalisation


bevallen WW

1 (aanstaan, behagen) agradar, placer
niet -- = disagradar, displacer
je gedrag bevalt me niet = tu comportamento non me place
iemand niet -- = displacer a un persona
jouw kapper is me niet goed bevallen = tu perruchero non me ha satisfacite multo
2 (baren) parer, parturir
zij is van een dochter bevallen = illa ha parturite un filia
ontijdig -- = abortar


bevallig BN

1 grate, gratiose, elegante, venuste
een --e houding = un postura gratiose


bevalligheid ZN

1 gratia, gratiositate, elegantia, finessa, venustate, charme (F)


bevalling ZN

1 parto, parturition, nascentia
pijnloze -- = parto/parturition sin dolor
voorspoedige -- = parto/parturition sin problemas/sin complicationes
de arts heeft de -- gedaan = le medico ha delivrate le femina
natuurlijke -- = parto/parturition natural
ontijdige -- = parto/parturition prematur/precoce, aborto, abortamento
moeilijke -- = parto/nascentia difficile/penibile
pijnloze -- = parto/nascentia sin dolores
angst voor de -- = tocophobia
bij een -- assisteren = assister/adjutar durante un parto


bevallingsverlof ZN

1 permisso pro maternitate


bevangen BN

1 (schuchter) timide
2 (benauwd) opprimite
hij is -- op de borst = ille es opprimite in le pectore
3 (gevoelloos, versuft) torpide
-- zijn = torper


bevangen WW

1 supervenir


bevangenheid ZN

1 (schuchterheid) timiditate
2 (benauwdheid) oppression
3 (gevoelloosheid, versuftheid) torpiditate, torpor


bevaren WW

1 navigar super, percurrer
alle zeeën -- = navigar super/percurrer tote le mares
te -- = navigabile


bevaring ZN

1 navigation


bevatron ZN

1 (NAT) bevatron


bevattelijk BN

1 (begrijpelijk) comprensibile, comprehensibile, intelligibile, penetrabile, lucide, clar
--e tekst = texto comprensibile
--e uiteenzetting = explanation comprehensibile/lucide
2 (vlug van begrip) apprehensibile, intelligente, perspicace
een -- kind = un infante perspicace


bevattelijkheid ZN

1 (begrijpelijkheid) comprensibilitate, comprehensibilitate, intelligibilitate, claritate, luciditate
de -- van een betoog = le claritate/luciditate de un argumentation
2 (vlugheid van begrip) intelligentia, perspicacia, perspicacitate, penetration


bevatten WW

1 (inhouden) continer, comprender, comprehender, includer, caper, imbraciar
deze bus bevat suiker = iste latta contine sucro
het rapport bevatte diverse suggesties voor verbeteringen = le reporto contineva/includeva plure suggestiones pro ameliorationes
de brief bevat weinig nieuws = il non ha multe novas in le littera
dat boek bevat een schat aan informatie = iste libro es un tresor de information
2 (begrijpen) conciper, comprender, comprehender, apprehender, penetrar
niet te -- = incomprehensibile
ik kan het niet -- = io non succede a comprender lo


bevatten ZN

1 (FIL) intellection


bevatting ZN

1 comprension, comprehension, intelligentia


bevattingsvermogen ZN

1 (facultate/capacitate de) comprension/comprehension, intelligentia, potentia conceptual


bevechten WW

1 (vechten tegen) combatter, luctar contra
de vijand -- = combatter (contra) le inimico, luctar contra le inimico
2 (verkrijgen door strijd) obtener/acquirer per combatto/per le armas, conquirer
de overwinning -- = obtener le victoria per le armas
de vrijheid -- = conquirer le libertate


bevechter ZN

1 combattente, luctator


bevechting ZN

1 combatto, lucta (contra)


bevederd BN

1 coperite/coperte de plumas, implumate


bevederen WW

1 implumar


bevedering ZN

1 plumas
de -- van deze vogel strekt zich tot de tenen uit = iste ave ha plumas usque al digitos


beveiligen WW

1 (beschermen) proteger, preservar, defender
beveiligde overweg = passage a nivello protegite/guardate/signalisate
een afdak beveiligt ons tegen de regen = un tecto nos protege contra le pluvia
2 (wapenen) premunir
zich tegen iets -- = premunir se contra un cosa


beveiliger ZN

1 protector


beveiliging ZN

1 protection, defensa, preservation, salveguarda, securitate
-- tegen besmetting = immunisation


beveiligingsbeambte ZN

1 functionario de protection/securitate


beveiligingsdienst ZN

1 servicio de protection/securitate


beveiligingsfunctionaris ZN

1 functionario de protection/securitate


beveiligingshek ZN

1 barriera de protection


beveiligingsinrichting ZN

1 Zie: beveiligingsinstallatie


beveiligingsinstallatie ZN

1 installation/dispositivo de protection


beveiligingsmaatregel ZN

1 mesura de protection/securitate


beveiligingsschakelaar ZN

1 interruptor de securitate


beveiligingssysteem ZN

1 systema de protection/securitate


bevel ZN

1 commandamento, commando, ordine
-- over het leger = commandamento del armea
-- over een leger voeren = commandar un armea
--en geven = commandar, ordinar, dar commandos/ordines
het -- voeren over = ducer, commandar
onder iemands -- staan = esser sub le commandamento de un persona
het -- op zich nemen = prender/assumer le commandamento/commando
iemands --en opvolgen/ten uitvoer brengen = complir/executar/sequer applicar le commandamentos/ordines de un persona
2 (opdracht) (ook JUR) ordine, mandato
mondeling -- = ordine verbal
rechterlijk -- = ordine judicial
-- tot inhechtenisneming = ordine/mandato de arresto
-- tot huiszoeking = ordine/mandato de perquisition
-- tot ontruiming/uitzetting = ordine/mandato de expulsion
-- tot betaling = ordine/mandato de pagamento
-- geven tot de aanval = ordinar le assalto
op -- van = per ordine de
het -- krijgen = reciper le ordine
het -- luidt = le ordine es
een -- schreeuwen = critar un ordine
uitdrukkelijk -- = injunction
-- is -- = ordine es ordine
3 consigna
4 decreto


bevelen WW

1 (het bevel geven tot) ordinar, commandar, decretar, injunger, mandar
de generaal beval de terugtocht = le general commandava le retiro
ze hebben me bevolen te zwijgen = on me ha ordinate de tacer
2 (toevertrouwen) commendar
Heer, in Uw handen beveel ik mijn geest = Senior, in vostre manos io commenda mi spirito


bevelend BN

1 imperative, autoritari, injunctive
op --e toon = con tono autoritari


bevelhebbend BN

1 qui commanda, commandante
--e generaal = general qui commanda


bevelhebber ZN

1 commandante


bevelhebberschap ZN

1 commandamento


bevelhebberstaf ZN

1 baston de commandante


bevelschrift ZN

1 ordine (scripte), ordinantia, mandato (scripte)
-- tot betaling = ordine/mandato de pagamento


bevelvoerder ZN

1 commandante


bevelvoerend BN

1 qui commanda, commandante
-- officier = officiero cargate del commandamento, officiero commandante


bevelvoering ZN

1 commandamento, commando


beven WW

1 fremer, tremer, tremular
het -- = fremito, tremulamento, tremulation
-- als een riet = tremer/tremular como un canna
-- van angst = tremer/tremular de pavor
iemand die beeft = tremulator


bevend BN

1 tremule, tremulante, trepide
met --e stem = con voce tremule


bevengezegd BN

1 Zie: bovenstaand


bever ZN

1 castor


beverbont ZN

1 pelle de castor, castor, nutria


bevergeil ZN

1 castoreo


beverhaar ZN

1 pilo de castor


beverharen BN

1 de pilo de castor


beverhol ZN

1 cubil de castor


beverhuid ZN

1 pelle de castor


beverig BN

1 tremule, tremulante, trepide
--e stem = voce tremulante
-- schrift = scriptura tremule


beverjacht ZN

1 chassa {sj} de castores


beverjager ZN

1 chassator {sj} de castores


beverjas ZN

1 Zie: bevermantel


bevermantel ZN

1 mantello de castor


bevernel ZN

1 (PLANTK) pimpinella


beverpopulatie ZN

1 population de castores


beverrat ZN

1 myopotamo, nutria


beverreservaat ZN

1 reserva de castores


bevers BN

1 de castor
--e jas = mantello de castor


beverstaart ZN

1 cauda de castor


beverstaarten ZN MV

1 tegulas plan/platte


beverval ZN

1 trappa pro castores


bevervel ZN

1 Zie: beverhuid


bevervet ZN

1 grassia de castor


bevestigbaar BN

1 (vast te maken) fixabile
2 (wat kan worden beaamd) affirmabile, confirmabile


bevestigd BN

1
volgens niet --e geruchten = secundo ruitos non confirmate


bevestigen WW

1 (vastmaken) fixar, figer, affiger, attachar {sj}, affixar, alligar, (passend bevestigen) adaptar, (als aanhangsel) appender
iets aan de muur -- = attachar un cosa al muro
met schroeven -- = fixar con vites
2 (sterker maken) reinfortiar, confirmar, (met bewijs) corroborar
mijn mening wordt hierdoor bevestigd = isto reinfortia/confirma mi opinion
uitzonderingen bevestigen de regel = exceptiones confirma le regula
een vonnis -- = confirmar un sententia
de uitkomst zal het -- = le resultato va corroborar lo
3 (zeggen dat iets zo is) affirmar, confirmar, responder affirmativemente
iets -- = affirmar/confirmar un cosa, dar confirmation a un cosa
de woordvoerder wilde het gerucht niet -- = le portavoce non voleva confirmar le rumor
onze vermoedens worden nog onvoldoende bevestigd = nos besonia confirmation ulterior de nostre suspiciones
mijn vrouw kan u -- dat ik thuis was = mi sposa pote confirmar que io esseva in casa
4 (bekrachtigen) ratificar, confirmar, validar, approbar, (met bewijs) corroborar
een verklaring met een eed -- = ratificar un declaration con un juramento
een benoeming -- = confirmar un nomination/appunctamento
een vonnis -- = confirmar un sententia
zijn gedrag bevestigt mijn veronderstellingen = su conducta confirma mi suppositiones
een telefoontje schriftelijk -- = confirmar un telephonata per un littera
iemands verklaring -- = corroborar le declaration de un persona
5 (inhuldigen) installar, instituer
6 (PROT) (inzegenen) confirmar
lidmaten -- = confirmar membros
7
de ontvangst van een brief -- = accusar le reception de un littera


bevestigend BN

1 (instemmend) affirmative, affirmatori, confirmative, confirmatori, corroborative
--e zin = proposition affirmative/positive
-- bijwoord = adverbio affirmative
-- antwoord = responsa affirmative/positive
-- antwoorden = responder affirmativemente
--e verklaring = enunciation affrmative
--e verklaring/antwoord/uitspraak, etc. = affirmativa
2 (vastmakend) fixative


bevestiger ZN

1 confirmator, corroborator


bevestiging ZN

1 (het vastmaken) fixation, (passende bevestiging) adaptation
-- van een haak = fixation de un crampa
2 (het sterker maken) reinfortiamento, confirmation, (met bewijs) corroboration
3 (het zeggen dat iets zo is) affirmation, confirmation, responsa affirmative
4 (bekrachtiging) ratification, confirmation
5 (inhuldiging) installation, (plechtige -- in ambt/waardigheid) investitura


bevestigingsbout ZN

1 bulon de fixation


bevestigingshaak ZN

1 crampa de fixation


bevestigingslat ZN

1 latte de fixation


bevestigingsmiddel ZN

1 medio de fixation


bevestigingsschroef ZN

1 vite de fixation


bevestigingsstrip ZN

1 banda de fixation


bevestigingssysteem ZN

1 systema de fixation


bevijlen WW

1 limar


bevind ZN

1 stato del cosas
naar -- van = secundo le stato de
naar -- van zaken handelen = ager secundo le circumstantias


bevindelijk BN

1 proveniente del experientia religiose


bevinden WW

1 (vaststellen, achten) establir, constatar
iemand schuldig -- = judicar que un persona es culpabile
iets deugdelijk -- = approbar le conformitate de un cosa
gezien en goed bevonden = vidite/legite e approbate
2
(zijn) zich -- = esser, trovar se
zich in gevaar -- = trovar se/esser in periculo
zich in Bilthoven -- = esser/trovar se in Bilthoven
zich in de gelegenheid -- = haber le possibilitate/le occasion
3
zich niet wel -- = non sentir se ben


bevinding ZN

1 (waarneming na onderzoek) resultato (del recercas), constatation, (ervaring) experientia, (slotsom) conclusion
ik zal u mijn --en meedelen = io vos communicara mi resultatos
tot de volgende -- komen = arrivar al sequente conclusion
2 (REL, PROT) experientia religiose
de -- van een gelovige ziel = le experientia religiose de un credente


beving ZN

1 tremor, tremulamento, tremulation, (trilling) vibration


bevingeren WW

1 (met de vingers betasten) toccar con le digitos, palpar


bevingshaard ZN

1 (van aardbeving) epicentro


bevingslijn ZN

1 (van aardbeving) linea seismic


bevissen WW

1 piscar in


bevisser ZN

1 piscator


bevissing ZN

1 pisca


bevitten WW

1 criticar


bevlaggen WW

1 ornar de bandieras


bevlekken WW

1 macular
het -- = maculation, maculamento
2
zich -- = masturbar se
het -- = masturbation


bevlekking ZN

1 maculation


bevlekt BN

1 maculate, maculose
een -- geweten = un conscientia maculate


bevleugeld BN

1 alate
--e voeten = pedes alate
--e verbeelding = imagination alate


bevleugelen WW

1 dar alas a, (versnellen) celerar, accelerar
de angst bevleugelt hem de voet = le pavor le da alas


bevliegen WW

1
een druk bevlogen route = un route (F) de intense traffico aeree


bevlieging ZN

1 desiro/desiderio subite, capricio, impulso
rare --en = capricios estranie


bevloeibaar BN

1 irrigabile
-- land = terreno/terra irrigabile
-- gebied = area/region irrigabile


bevloeien WW

1 rigar, irrigar, abiberar
het -- = irrigation
de regen bevloeit de velden = le pluvia irriga le campos


bevloeiing ZN

1 irrigation
kunstmatige -- = irrigation artificial


bevloeiingskanaal ZN

1 canal irrigatori/de irrigation


bevloeiingsstelsel ZN

1 Zie: bevloeiingssysteem


bevloeiingssysteem ZN

1 systema de irrigation


bevloeiingswater ZN

1 aqua de irrigation


bevloeiingswerken ZN MV

1 obras/installationes de irrigation


bevloeren WW

1 pavir, pavimentar
het -- = pavage, pavimentation
een met marmer bevloerde zaal = un sala pavite con marmore
2 (met planken) intabular


bevloering ZN

1 pavage, pavimentation


bevlogen BN

1 enthusiasta, enthusiastic, animate, passionate, inspirate
hij is artistiek -- = ille es artisticamente inspirate, ille ha un grande inspiration artistic


bevlogenheid ZN

1 enthusiasmo, passion, animation, inspiration


bevlotbaar BN

1 flottabile
--e rivier = fluvio flottabile


bevlotbaarheid ZN

1 flottabilitate
-- van een rivier = flottabilitate de un fluvio


bevochtigbaar BN

1 humectabile


bevochtigbaarheid ZN

1 humectabilitate


bevochtigen WW

1 humidificar, humectar, molliar, irrorar
het -- = humidification, humectation, molliatura, molliamento, irroration
zijn lippen -- = humectar se le labios


bevochtiger ZN

1 molliator, humectator, humidificator


bevochtiging ZN

1 humidification, humectation, molliatura, molliamento, irroration


bevochtigingsmiddel ZN

1 humectante


bevoegd BN

1 (gerechtigd) competente, (gemachtigd) autorisate
--e ambtenaar = functionario competente
--e autoriteiten = autoritates competente
--e rechter = judice competente
-- hof = corte competente
-- gezag = poter competente
iemand die -- is = persona competente/autorisate
-- verklaren/maken = habilitar
niet -- = incompetente
de rechtbank heeft zich -- verklaard = le tribunal se ha declarate competente
het is ons van --e zijde medegedeeld = nos ha essite informate per un persona qualificate
2 (bekwaam) qualificate, capabile, competente


bevoegde ZN

1 persona competente/autorisate


bevoegdelijk BW

1 competentemente, essente competente/autorisate


bevoegdheid ZN

1 (recht tot uitoefenen) competentia, derecto, autorisation, habilitate, facultate
--en van de burgemeester = facultates del burgomaestro
de -- hebben iets te doen = haber le facultate de facer un cosa
-- om een motorvoertuig te besturen = derecto de conducer un vehiculo a motor
zijn --en overdragen aan een opvolger = transferer/remitter su competentias a un successor
behoren tot de -- van, onder de -- vallen van = esser del competentia de, competer de
de -- van een rechtbank niet erkennen = declinar le competentia de un tribunal
2 (bekwaamheid) capacitate, competentia, aptitude, qualitate


bevoegdheidsverklaring ZN

1 Zie: bevoegdverklaring


bevoegdverklaring ZN

1 habilitation


bevoelen WW

1 palpar, tastar, toccar
het -- = palpation, tacto, tocca, tocco


bevoeling ZN

1 palpation, tacto, tocca, tocco


bevolken WW

1 popular
de aarde -- = popular le terra
iemand die een land bevolkt = populator
weer -- = repopular


bevolking ZN

1 population
dichte -- = population dense
agrarische -- = population agricole
stedelijke -- = population urban
werkende -- = population active
inheemse -- = population autochthone/indigena


bevolkingsaanwas ZN

1 augmento/augmentation/accrescimento/crescita/crescimento/crescentia/incremento demographic/del population


bevolkingsaccres ZN

1 Zie: bevolkingsaanwas


bevolkingsbeleid ZN

1 Zie: bevolkingspolitiek


bevolkingsbestanddeel ZN

1 parte del population


bevolkingscentrum ZN

1 centro de population


bevolkingscijfer ZN

1 cifra del population, numero de habitantes


bevolkingsconcentratie ZN

1 concentration demographic/del population


bevolkingsconferentie ZN

1 conferentia demographic


bevolkingsdeel ZN

1 parte del population


bevolkingsdichtheid ZN

1 densitate demographic/del population


bevolkingsdruk ZN

1 pression demographic/de population


bevolkingsevenwicht ZN

1 equilibrio demographic


bevolkingsexplosie ZN

1 explosion/boom (E) demographic


bevolkingsgroei ZN

1 Zie: bevolkingsaanwas


bevolkingsgroep ZN

1 ethnia, gruppo de population, gruppo ethnic


bevolkingsindex ZN

1 indice/index demographic


bevolkingskern ZN

1 nucleo de population


bevolkingsleer ZN

1 doctrina/theoria demographic, demographia
de -- van Malthus = demographia malthusian


bevolkingsonderzoek ZN

1 examine medic(al) del population


bevolkingsopbouw ZN

1 structura/composition demographic


bevolkingsoverschot ZN

1 excesso/surplus (F)/excedente demographic/del population


bevolkingspiramide ZN

1 pyramide demographic/del etates


bevolkingspolitiek ZN

1 politica demographic


bevolkingsprobleem ZN

1 Zie: bevolkingsvraagstuk


bevolkingsproblematiek ZN

1 problematica demographic


bevolkingsprognose ZN

1 prognose (-osis) demographic


bevolkingsregister ZN

1 registro del population/del stato civil


bevolkingsrubber ZN

1 cauchu indigena


bevolkingsstatistiek ZN

1 statistica demographic


bevolkingstheorie ZN

1 theoria demographic


bevolkingstoename ZN

1 Zie: bevolkingsaanwas


bevolkingstoeneming ZN

1 Zie: bevolkingsaanwas


bevolkingsvraagstuk ZN

1 problema demographic


bevolkt BN

1 populate, habitate
dun -- = scarsemente/pauco/poco populate/habitate
dicht -- = multo/densemente populate/habitate, populose


bevolktheid ZN

1 densitate del population


bevoogden WW

1 (zich te veel bemoeien met) esser paternalista/paternalistic con, tractar como un infante
2 (als voogd optreden) esser le tutor de, tutorar


bevoogdend BN

1 paternalista, paternalistic
hij doet altijd zo -- tegen zijn vrouw = ille es sempre/semper si paternalista/paternalistic con su sposa
-- optreden = paternalismo


bevoogding ZN

1 paternalismo
2 (JUR) (voogdijschap) tutela


bevoordelen WW

1 avantagiar, procurar avantages a, privilegiar, favorir, favorar, accordar prerogativas a, dar un tractamento privilegiate a
een erfgenaam -- = avantagiar un herede


bevoordeling ZN

1 avantage, privilegio, favor


bevooroordeeld BN

1 prejudiciate, partial, subjective
-- zijn tegen/voor iemand = haber un prejudicio contra/in favor de un persona
--e kritiek = critica subjective
iemand -- maken = prejudiciar un persona


bevooroordeeldheid ZN

1 partialitate


bevoorraden WW

1 approvisionar, alimentar, victualisar, provider de victualias
een winkel -- = approvisionar un magazin
zich -- = stockar


bevoorrading ZN

1 approvisionamento, alimentation
-- van een winkel = approvisionamento de un magazin
-- van het leger = approvisionamento del armea


bevoorradingsschip ZN

1 nave de approvisionamento


bevoorradingsvliegtuig ZN

1 avion de approvisionamento


bevoorrecht BN

1 privilegiate
de --e standen = le classes privilegiate
--e schuldeisers = creditores privilegiate
-- streek = region/area privilegiate
een --e positie innemen = esser in/occupar/haber un position privilegiate/de favor


bevoorrechten WW

1 privilegiar, avantagiar, favorir, favorar, accordar prerogativas a, dar un tractamento privilegiate a
een erfgenaam -- = avantagiar un hedere


bevoorrechting ZN

1 privilegio, favor, (voorkeursbehandeling) tractamento privilegiate/preferential/de preferentia/de favor
(JUR) -- van de mannelijke lijn = privilegio de masculinitate


bevorderaar ZN

1 promotor, protector
-- van kunsten en wetenschappen = mecenas, mecenate


bevorderen WW

1 (meewerken aan) contribuer (a)
2 (de werking/ontwikkeling begunstigen) promover, favorar, favorir, facilitar, stimular, activar, proteger, (aanmoedigen) incoragiar, stimular
de cultuur -- = promover le cultura
de groei -- = favorar/favorir le crescentia
de vooruitgang -- = facilitar le progresso
de spijsvertering -- = stimular/facilitar le digestion
de kunsten -- = proteger le artes
de regering wil het openbaar kunstbezit -- = le governamento vole stimular le particulares a collectionar arte
3 (in rang verhogen) promover, elevar a un rango/grado superior, (MIL ook) graduar
4 (op school) passar a un classe superior


bevordering ZN

1 (het vooruithelpen) promotion, avantiamento, activation, adjuta, (aanmoediging) incoragiamento, stimulation, (intensivering) intensification
de -- van de wetenschappen = le avantiamento del scientias
2 (bevordering in rang, etc.) promotion, (MIL ook) graduation
3 (op school) passage a un classe superior


bevorderingsbeleid ZN

1 politica de promotion


bevorderingskans ZN

1 possibilitate de promotion


bevorderlijk BN

1 favorabile, utile, propitie
-- zijn voor = adjutar a, favorar, favorir
lichaamsbeweging is -- voor de gezondheid = exercitio physic es bon pro su sanitate


bevrachten WW

1 (vracht inladen) cargar, incargar
het -- = cargamento
het schip wordt bevracht met = le nave sera cargate con
de te zwaar bevrachte wagen = le carro supercargate/troppo cargate
2 (SCHEEP) (charteren) fretar, affretar
het -- = fretamento, affretamento


bevrachter ZN

1 cargator, (SCHEEP) fretator, affretator


bevrachting ZN

1 cargamento
2 (SCHEEP) (af)fretamento


bevrachtingsagent ZN

1 (SCHEEP) agente de (af)fretamento


bevrachtingscontract ZN

1 (SCHEEP) contracto de (af)fretamento


bevrachtingskantoor ZN

1 agentia de (af)fretamento


bevrachtingsmarkt ZN

1 (SCHEEP) mercato de (af)fretamento


bevrachtingsovereenkomst ZN

1 accordo de (af)fretamento


bevragen WW

1 (vragen stellen) interrogar, (enquêteren) inquestar
te -- bij X = X da informationes, pro informationes ulterior diriger se a X


bevraging ZN

1 (enquête) inquesta


bevredigbaar BN

1 contentabile


bevredigd BN

1 satisfacte, saturate
--e behoefte = besonio satisfacte


bevredigen WW

1 satisfacer, contentar, satiar, saturar
zijn nieuwsgierigheid -- = contentar/satiar/saturar/satisfacer su curiositate
niet te -- nieuwsgierigheid = curiositate insatiabile
de hartstochten -- = satiar le passiones
de behoeften -- = satisfacer le besonios
2 (PSYCH) gratificar
3 (tot vrede brengen) pacificar, (sussen) appaciar, conciliar
het -- = pacification
4 (masturberen) masturbar


bevredigend BN

1 satisfaciente, satisfactori, sufficiente
-- antwoord = responsa satisfactori
--e oplossing = solution satisfactori
een -- gevoel = un sentimento de satisfaction
de toestand van de patiënt is -- = le stato del malado es satisfaciente/satisfactori
het werk dat ik doe, is heel -- = le labor que io face, me satisface multo


bevrediger ZN

1 (die vrede brengt) pacificator


bevrediging ZN

1 satisfaction, contentamento
-- van de behoeften = satisfaction del besonios
seksuele -- = satisfaction sexual
-- in iets vinden = trovar satisfaction in un cosa
2 (PSYCH) gratification
3 (pacificatie) pacification


bevreemden WW

1 parer estranie, surprender
dat kan niemand -- = isto pote surprender nemo/necuno


bevreemdend BN

1 surprendente, estranie, bizarre, peculiar


bevreemding ZN

1 surprisa
zijn -- te kennen geven = exprimer/manifestar su surprisa
het wekt -- dat = il es surprendente que
het wekte zijn -- = illo le surprendeva


bevreesd BN

1 pavorose, timorose, pavide, anxiose, angustiose, apprehensive


bevreesdheid ZN

1 pavor, timor, anxietate, angustia, apprehension, paviditate


bevriend BN

1 amic
--e natie = nation amic
-- land = pais amic
--e familie = familia amic
zij is met hem -- = illa es su amica
zich -- maken met = ganiar le amicitate de


bevriesbaar BN

1 congelabile


bevriesbaarheid ZN

1 congelabilitate


bevriesmethode ZN

1 methodo frigorific/de congelation


bevriezen WW

1 (doen bevriezen) gelar, congelar
weer -- = regelar
vlees -- = congelar carne
een krediet -- = gelar/congelar un credito
de lonen -- = gelar/congelar/blocar le salarios
2 (ijs worden) gelar (se), congelar se
het water is bevroren = le aqua ha gelate
de planten zijn bevroren = le plantas se ha congelate
3 (met een laagje ijs bedekt worden) gelar, coperir se de glacie


bevriezing ZN

1 (het bevriezen) congelation, congelamento, gelo
-- van het water = congelamento del aqua
-- van het oppervlak = gelo superficial
-- van de kredieten = congelamento del creditos
(MED) tekenen van -- vertonen = presentar symptomas de congelation/congelamento
2 (stabilisatie) congelation, congelamento, stabilisation
-- van kredieten = congelamento de creditos
-- van de prijzen = congelamento del precios
-- van het aantal kernwapens = congelation/stabilisation del numero de armas nuclear/atomic
-- van de politieke situatie = congelamento del situation politic


bevriezingsdood ZN

1 morte per hypothermia/per congelation/congelamento


bevriezingsmethode ZN

1 methodo de congelation/de congelamento


bevrijden WW

1 (vrij maken) liberar, delivrar, poner/mitter in libertate, (redden) salvar, (maatschappelijk) emancipar
een land -- = liberar un pais
een gevangene -- = liberar un prisionero, poner un prisionero in libertate
iemand uit zijn benarde positie -- = salvar un persona de su position difficile
iemand uit de slavernij -- = liberar/emancipar un persona del sclavitude
2 (ontdoen van) liberar (de), delivrar (de), disembarassar (de)
iemand van een last -- = liberar un persona de un carga
3 (verschonen, sparen) exemptar, eximir
van een verplichting -- = eximir/exemptar de un obligation


bevrijdend BN

1 liberator
2
(JUR) --e verjaring = prescription extinctive


bevrijder ZN

1 liberator
2 (van slaven) emancipator


bevrijding ZN

1 (het vrij maken) liberation, delivrantia, (redding) salvation, (maatschappelijk) emancipation
de dag van de -- herdenken = commemorar le jorno/die del liberation
2 (FIG) delivrantia
gevoel van -- = sentimento de delivrantia
3 (REL) redemption
4
-- van een verplichting = exemption de un obligation


bevrijdingsbeweging ZN

1 movimento de liberation


bevrijdingsdag ZN

1 (herdenkingsdag) anniversario de liberation
2 (dag van de bevrijding) jorno/die de liberation


bevrijdingsfeest ZN

1 festa de liberation


bevrijdingsfront ZN

1 fronte de liberation
het Palestijnse Bevrijdingsfront = le Fronte de Liberation de Palestina


bevrijdingsleger ZN

1 armea de liberation


bevrijdingsmonument ZN

1 monumento de liberation


bevrijdingsoorlog ZN

1 guerra de liberation


bevrijdingsoperatie ZN

1 operation de liberation


bevrijdingstheologie ZN

1 theologia del liberation


bevroeden WW

1 (begrijpen) comprender, conciper, facer se un idea de
2 (vermoeden) presumer, intuer, suspectar


bevroeding ZN

1 conception, comprension, comprehension


bevroren BN

1 gelate, congelate
-- vlees = carne (con)gelate
-- ruiten = vitros coperte de flores de glacie
-- kredieten = creditos congelate


bevrozen BN

1 Zie: bevroren


bevruchtbaar BN

1 fecundabile, fertilisabile


bevruchtbaarheid ZN

1 fecundabilitate
-- van een vrouwelijke gameet = fecundabilitate de un gameta feminin


bevruchten WW

1 (BIOL) fecundar, fertilisar
het -- = fecundation, fertilisation
een vrouwelijke gameet -- = fecundar un gameta feminin
een ei -- = fecundar un ovo
2 (zwanger maken) impregnar
het -- = impregnation
wat bevrucht kan worden = impregnabile
3 (insemineren) inseminar
het -- = insemination


bevruchter ZN

1 fecundator


bevruchting ZN

1 fecundation, fertilisation, insemination, conception, concipimento
kunstmatige --, K.I. = fecundation/insemination artificial
dubbele -- = fertilisation/fecundation duple


bevuild BN

1 maculate, merdose, immunde


bevuilen WW

1 macular, polluer
het -- = maculation, maculamento, pollution


bevuiling ZN

1 pollution, maculation, maculamento


bewaakster ZN

1 guardiana


bewaarband ZN

1 ligatura mobile


bewaarder ZN

1 (iemand die iets onder zijn berusting heeft) depositario
2 (iemand die iets/iemand bewaakt) guarda, guardator, guardiano, custode


bewaarengel ZN

1 angelo guardiano


bewaargeld ZN

1 costos de deposito


bewaargever ZN

1 deponente


bewaargeving ZN

1 (het in bewaring geven) deposito
2 (sequestratie) sequestration


bewaarheiden WW

1 confirmar
bewaarheid worden = confirmar se, averar se, verificar se
de voorspellingen werden ten volle bewaarheid = le prognosticos se ha confirmate in su totalitate


bewaarkool ZN

1 caule de hiberno


bewaarkosten ZN MV

1 costos de deposito


bewaarloon ZN

1 costos de deposito


bewaarmiddel ZN

1 Zie: conserveermiddel


bewaarnemer ZN

1 depositario


bewaarplaats ZN

1 deposito
ondergrondse -- = deposito subterranee


bewaarschool ZN

1 schola pro parve infantes, Kindergarten (D)


bewaarschoolhouderes ZN

1 directrice de un schola pro parve infantes


bewaarstelling ZN

1 (consignatie) consignation, deposito
2 (sequestratie) sequestration


bewaartemperatuur ZN

1 temperatura pro conservar (un cosa)


bewaartijd ZN

1 (COMP) durata de conservation del datos


bewaasd BN

1 vaporose


bewaken WW

1 guardar, surveliar, custodiar
een gevangene -- = guardar/surveliar un prisionero
de toegang -- = guardar/surveliar le entrata
de hond bewaakte het huis = le can guarda le casa
bewaakte overweg = passage a nivello guardate/protegite/signalisate
2 (een waakzaam oog houden) vigilar, surveliar
iemand streng -- = vigilar strictemente un persona, tener un persona sub stricte surveliantia
deze buurt wordt zorgvuldig door de politie bewaakt = iste quartiero es sub surveliantia stricte del policia
3 (beheersen) controlar
het budget -- = controlar le (execution del) budget (E)
zijn tong -- = controlar su parolas


bewaker ZN

1 guarda, guardator, guardiano, surveliante, surveliator, vigilator, custode
groep --s = guarda
grimmige -- = cerbero


bewaking WW

1 (beveiliging, surveillance) guarda, surveliantia, vigilantia, custodia
militaire -- = surveliantia militar
elektronische -- = surveliantia electronic
het huis staat onder -- van de politie = le policia survelia le casa
2 (het in het oog houden) vigilantia, surveliantia, controlo
-- met monitoren = vigilantia con monitores
-- van de kosten = surveliantia del costos
-- van patiënten = intensive care (E)


bewakingsafdeling ZN

1 (in ziekenhuis) intensive care (E)


bewakingsapparaat ZN

1 (MED) monitor


bewakingsdienst ZN

1 servicio de surveliantia/de controlo/de vigilantia
2 servicio de ordine


bewakingseenheid ZN

1 unitate de guarda


bewakingskorps ZN

1 corpore de guarda, guardas


bewakingskosten ZN MV

1 costos de guarda


bewakingspersoneel ZN

1 personal de guarda, guardas


bewakingstroepen ZN MV

1 truppas de guarda


bewallen WW

1 Zie: omwallen


bewalling ZN

1 Zie: omwalling


bewalmen WW

1 coperir de fuligine


bewandelen WW

1 promenar se in/super
2 (FIG) sequer
het pad der deugd -- = sequer le sentiero/curso del virtute, non abandonar le sentiero/curso del virtute
de officiële weg -- = prender le curso official
zij kunnen twee wegen -- = duo cursos es aperte pro illes


bewapenen WW

1 armar
het -- = armamento
-- met artillerie = artillar
zwaar bewapend = pesantemente armate
2 (een legermacht uitrusten) militarisar


bewapening ZN

1 (het van wapens voorzien) armamento
2 (wapens) armamento, armas
conventionele -- = armamento conventional
3 (wapening, versterking) armatura, reinfortiamento
-- van beton = armatura de beton/concreto


bewapeningsindustrie ZN

1 industria de armamentos


bewapeningsinspanning ZN

1 effortio de armamentos


bewapeningskosten ZN MV

1 costos de armamentos


bewapeningskrediet ZN

1 credito de armamentos


bewapeningsplan ZN

1 plano de armamento


bewapeningspolitiek ZN

1 politica de armamento


bewapeningsprogramma ZN

1 programma de armamentos


bewapeningsspiraal ZN

1 spiral de armamento


bewapeningsuitgaven ZN MV

1 expensas de armamentos


bewapeningswedloop ZN

1 cursa al armamentos


bewaren WW

1 (niet wegdoen) guardar, conservar, custodiar
kostbare oudheden -- = conservar ancian objectos preciose
voorwerpen van waarde -- = custodiar objectos de valor
2 (in een bergplaats hebben, opslaan) guardar, conservar, immagazinar
3 (COMP) salvar
4 (wegleggen voor later) servar, reservar
het -- = reservation
iets voor morgen -- = reservar un cosa pro deman
5 (behoeden) guardar, preservar, proteger
voor een ziekte bewaard blijven = esser preservate de un maladia
de hemel beware ons! = que Deo nos assiste!
6 (niet verliezen, handhaven) guardar, mantener, tener, retener, conservar
de sleutel -- = tener le clave
zijn kalmte -- = mantener/conservar su calma
een geheim -- = guardar un secreto
iets in zijn geheugen -- = retener/guardar un cosa in su memoria
het geduld -- = conservar le patientia
de onschuld -- = conservar le innocentia
de orde -- = guardar/mantener le ordine
de schijn -- = guardar/salvar le apparentias
het evenwicht -- = guardar/mantener le equilibrio, tener se in equilibrio
afstand -- = guardar/mantener le distantia
iemand die iets bewaart = mantenitor
7 (in acht nemen) guardar, mantener, observar, respectar


bewaring ZN

1 deposito, custodia, conservation, immagazinage
in -- houden/hebben = tener in deposito
in -- nemen = prender in deposito
(goederen, bagage) in -- geven = deponer, depositar, consignar, dar/poner/mitter in deposito/in custodia/in consignation
2 (het bewaren) guarda, conservation
3 (opsluiting) detention, custodia, arresto, incarceration, imprisionamento
huis van -- = casa/domo/carcere de detention (provisori), prision preventive
in verzekerde -- stellen = mitter in arresto, detener
4 (behoeding, handhaving) salveguarda, mantenentia, preservation


bewasemen WW

1 coperir de vapor


bewassen WW

1 (de kleren schoon houden van) lavar le vestimentos de
2 (schoon houden door wassen) lavar


bewateren WW

1 (bevloeien) aquar, irrigar
2 (wateren op) urinar super


beweegbaar BN

1 mobile, movibile
--e brug = ponte mobile
--e stuw = barrage mobile
--e delen = partes movibile
2 (vouwbaar) plicabile, plicante
3 (scharnierend, geleed) articulate
-- verbinden = articular
4 (BIOL) motile


beweegbaarheid ZN

1 mobilitate
2 (BIOL) motilitate


beweeggrond ZN

1 Zie: beweegreden


beweegkracht ZN

1 fortia motor, (fortia de) propulsion, poter motive
2 (stimulans, prikkel) impeto


beweeglijk BN

1 (levendig) vive, turbulente, agile, active, vivace, mercurial
een zeer -- kind = un infante multo active
2 (gemakkelijk draaiend) versatile
3 (verplaatsbaar) mobile, movibile
--e microfoon = microphono mobile
-- maken = mobilisar
het -- maken = mobilisation
4 (NAT) dynamic
-- evenwicht = equilibrio dynamic


beweeglijkheid ZN

1 vivacitate, agilitate, turbulentia
2 (verplaatsbaarheid) mobilitate
3 (wendbaarheid) versatilitate
4 (BIOL) (bewegingsvermogen) motilitate


beweegreden ZN

1 motivo (impellente), ration, causa, consideration
ik ken de --en van zijn gedrag niet = io non cognosce le motivos de su comportamento
een -- opleveren = motivar


beweegvermogen ZN

1 fortia motor


beweerder ZN

1 affirmator


bewegen WW

1 (in beweging zetten) mover, mitter/poner in movimento, agitar
het -- = movimento
de wind beweegt de bladeren van de bomen = le vento agita le folios del arbores
hemel en aarde -- = mover celo e terra
de foto is bewogen = le camera moveva
2 (mbt werktuigen) actionar, actuar, facer functionar, poner/mitter in motion
de veer beweegt het uurwerk = le resorto actiona le mechanismo del horologio
3 (ontroeren) emover, emotionar, commover
4 (overhalen, aanzetten) incitar, inducer, incoragiar, convincer, persuader, mover
iemand tot iets -- = inducer un persona de facer un cosa
iemand tot deelname -- = persuader/convincer un persona a participar
5
(in beweging zijn/komen) zich -- = mover se, displaciar se
de aarde beweegt zich in een baan om de zon = le terra se move in un orbita circum/circa le sol
6
zij beweegt zich in voorname kringen = illa frequenta gente/circulos importante


bewegend BN

1 movente, motive
2 (BIOL) motile


beweging ZN

1 movimento, motion
een - overbrengen = communicar un movimento
kromlijnige -- = movimento curviforme/curvilinee
rechtlijnige -- = movimento rectilinee
achterwaartse -- = movimento retrograde
voorwaartse -- = movimento in avante
parabolische -- = movimento parabolic
altijddurende -- = movimento perpetue
opwaartse/stijgende -- = movimento ascensional
eenparige -- = movimento uniforme
versnelde -- = movimento accelerate
eenparig versnelde -- = movimento uniformemente accelerate
vertraagde -- = movimento retardate
eenparig vertraagde -- = movimento uniformemente retardate
Brownse -- = movimento brownian
draaiende -- = movimento rotative/rotatori/giratori, giration, rotation
-- der hemellichamen = movimento/curso del astros
arbeidsvermogen van -- = energia cinetic/mechanic
lichte -- = movimento legier
krampachtige -- = movimento convulsive, convulsion
vlugge -- = movimento vive
(aandrijven) in -- brengen = actuar, actionar, mover, poner/mitter in movimento
een motor in -- brengen = actionar un motor
zich in -- zetten = poner se in movimento/in motion
in -- houden = tener in movimento
vrij zijn in zijn --en = haber libertate de movimento
uit eigen -- = de mi/tu/su etc. proprie impulso, sponte, spontanee, de proprie voluntate
2 (stroming, partij) movimento
revolutionaire -- = movimento revolutionari
ondergrondse -- = movimento clandestin
opstandige -- = movimento insurrectional
sociale -- = movimento social
feministische -- = movimento feminista
literaire -- = movimento litterari
expressionistische -- = movimento expressionista
3 (teken, gebaar) gesto, movimento
4 (drukte) agitation, animation
5 (beroering) agitation, tumulto


bewegingloos BN

1 sin movimento, immobile, inerte, inertial, fixe


bewegingloosheid ZN

1 immobilitate, fixitate, inertia


bewegingsconstante ZN

1 constante de movimento


bewegingsenergie ZN

1 energia cinetic/de movimento


bewegingsintegraal ZN

1 integral de movimento


bewegingsleer ZN

1 cinese, cinetica, cinematica


bewegingsmechanisme ZN

1 mechanismo de movimento


bewegingsmogelijkheid ZN

1 possibilitate de movimento


bewegingsoorlog ZN

1 guerra de movimento


bewegingsorganen ZN MV

1 organos motor


bewegingsstijl ZN

1 stilo de movimento


bewegingsstoornis ZN

1 disturbantia de movimento


bewegingstoestand ZN

1 stato de movimento


bewegingsvergelijking ZN

1 (WISK) equation de movimento


bewegingsvermogen ZN

1 (BIOL) motilitate


bewegingsverschijnsel ZN

1 phenomeno de movimento


bewegingsvrijheid ZN

1 libertate de movimento/de action/de manovra


bewegingswet ZN

1 lege de movimento


bewegingszenuw ZN

1 nervo motor


bewegingsziekte ZN

1 maladia motor


bewegwijzerd BN

1 signalisate


bewegwijzeren WW

1 munir de signales stratal, signalisar
het -- = signalisation


bewegwijzering ZN

1 signalisation


beweiden WW

1 facer pascer (in)


bewenen WW

1 plorar, deplorar, lamentar, miserar
het -- = deploration, lamentation
een verlies -- = deplorar un perdita


bewening ZN

1 deploration, lamentation
de -- van Christus = le lamentation de Christo


beweren WW

1 (zeggen dat iets zo is) affirmar, sustener, pretender, asserer, assertar
stellig -- = asseverar
weer -- = reaffirmar
hij beweert het tegendeel van wat ik beweer = ille sustene le contrario de lo que io sustene
2 (aanvoeren) allegar


bewering ZN

1 affirmation, assertion, these, thesis
stellige -- = asseveration
onbewezen -- = affirmation/assertion gratuite
ongegronde -- = assertion sin fundamento
leugenachtige --en = assertiones mendace
onhoudbare --en = affirmationes/assertiones/theses indefendibile/indefensibile
een -- logenstraffen = dismentir un affirmation
2 (aanvoering) allegation


bewerkbaar BN

1 laborabile
-- materialen = materiales laborabile


bewerkbaarheid ZN

1 laborabilitate
-- van een me-taal = laborabilitate de un metallo


bewerkelijk BN

1 que require multe labor/travalio, difficile a elaborar, laboriose


bewerken WW

1 (van grond) laborar, travaliar, coler, cultivar
het land -- = laborar le terra/le campo
2 (mbt materiaal) laborar, travaliar
ijzer -- = laborar ferro
hout -- = laborar ligno
een erts -- = tractar un mineral
een blok marmer -- = taliar/sculper un bloco de marmore
3 (met overleg/volgens de regels werken aan) elaborar
4 (herzien) revisar, revider, reelaborar
een tekst -- = revisar un texto
5 (mbt literair werk) adaptar, arrangiar
een roman -- voor de televisie = adaptar un roman(ce) pro le television
een roman voor toneel -- = transportar un roman al scena, dramatisar un roman(ce)
een toneelstuk -- = arrangiar un pecia de theatro
6 (zorgvuldig bewerken, bijschaven) polir
een tekst -- = polir un texto
7 (MUZ) transcriber
het -- = transcription
8 (teweegbrengen) facer, obtenir, realisar, producer, causar, occasionar
9 (overhalen) influentiar, persuader, convincer
iemand -- = convincer/persuader un persona


bewerker ZN

1 (aanstichter) inductor
2 (veroorzaker, dader) autor
3 (mbt teksten) redactor, rewriter (E)
4 (mbt muziek) arrangiator
5 (mbt film, toneel) (TV) adaptator
6 (mbt materialen) manipulator


bewerking ZN

1 travalio, labor, operation, tractamento, manipulation, preparation
de derde druk is in -- = le tertie edition es in preparation
2 (van de grond) cultura
3 (vervaardiging) manufactura
4 (voor toneel, etc.) adaptation
-- voor het toneel = adaptation theatral/scenic
-- voor de film = adaptation cinematographic
de -- in Interlingua van dat boek = le adaptation in Interlingua de iste libro
5 (uitwerking) elaboration
6 (WISK) operation, regula
de vier hoofd--en = le quatro regulas
de vier rekenkundige --en = le quatro operationes arithmetic
binaire -- = operation binari
7 (MUZ) arrangiamento
8 (MUZ) (transcriptie) transcription
9 (herziening) revision
een -- van een tekst = un revision de un texto


bewerkstelligen WW

1 realisar, effectuar, executar, exequer, complir, facer
het -- = realisation, effectuation, execution
een verzoening -- = arrangiar un reconciliation


bewerkstelliger ZN

1 realisator


bewerkstelliging ZN

1 realisation, effectuation, execution


bewesten VZ

1 al west de


bewettigen WW

1 legitimar


bewieroken WW

1 (in wierook hullen) incensar
het -- = incensamento, incensation
2 (FIG) incensar, adular
het -- = incensation, adulation
onderlinge -- = admiration mutual


bewieroker ZN

1 (ook FIG) incensator, (FIG) adulator


bewieroking ZN

1 (het hullen in wierook) incensamento, incensation
2 (FIG) incensamento, incensation, adulation


bewijs ZN

1 (feit, redenering) demonstration, prova, proba
afdoend -- = proba/prova decisive
onweerlegbaar/onomstotelijk/hard -- = proba/prova irrefutabile
doorslaand -- = proba/prova evidente/convincente
ontoereikend -- = proba/prova insufficiente
-- uit het ongerijmde = demonstration per le absurdo
op documenten gebaseerd -- = proba/prova documental
wettig -- = proba/prova legal
wettig en overtuigend -- = proba/prova legal e convincente
tastbaar -- = proba/prova tangibile/palpabile
direct -- = proba/prova directe
indirect -- = proba/prova indirecte
formeel -- = proba/prova formal
--en hebben = haber probas/provas
--en aanvoeren = allegar/adducer probas/provas
een -- ontzenuwen = infirmar un proba/prova
--en leveren = fornir/dar/subministrar probas/provas
het -- leveren dat = facer le proba/prova que
wegens gebrek aan -- = per manco de probas/provas
tot het -- van het tegendeel = usque al proba/prova del contrario
2 (schriftelijke verklaring) certificato, attestation
-- van onvermogen = certificato de indigentia
-- van inschrijving = certificato de inscription
-- van goed zedelijk gedrag = attestation/certificato de bon mores/de bon conducta (moral)
-- van echtheid = certificato de authenticitate
-- van herkomst = certificato de origine
-- van toegang = billet de entrata
-- van lidmaatschap = carta de membro/adherente
-- van betaling = quitantia
3 (blijk, teken) marca, prova, proba, signo, testimonio
-- van belangstelling = marca/prova de interesse
een -- van moed = un proba/prova de corage


bewijsbaar BN

1 provabile, probabile, demonstrabile
een gemakkelijk --e theorie = un theoria facilemente provabile


bewijsbaarheid ZN

1 provabilitate, probabilitate, demonstrabilitate
de -- van een stelling = le demonstrabilitate de un theorema


bewijsexemplaar ZN

1 exemplar justificative


bewijsgrond ZN

1 argumento
--en aanvoeren = adducer argumentos, arguer, argumentar


bewijsje ZN

1 (coupon) bono


bewijskracht ZN

1 fortia probante/probative/probatori/de demonstration
-- van het argument = fortia del argumento
-- hebbend = probante, probative, probatori


bewijskrachtig BN

1 probante, probatori, probative


bewijslast ZN

1 carga de provar/probar/de prova/de proba, onere del proba/prova
omkering van de -- = inversion del carga de proba


bewijsmateriaal ZN

1 material de proba/de prova


bewijsmethode ZN

1 methodo de proba/de prova


bewijsmiddel ZN

1 (medio de) proba/prova


bewijsnummer ZN

1 Zie: bewijsexemplaar


bewijsplaats ZN

1 passage citate, referentia


bewijsstuk ZN

1 documento probatori, proba, prova, pecia justificative
van --ken voorzien, met --ken staven = documentar


bewijsvoering ZN

1 (betoog) argumentation, (WISK ook) demonstration
2 (JUR) fornitura/production de probas/provas


bewijswaarde ZN

1 valor demonstrative


bewijzen WW

1 (aantonen dat iets zo is) probar, provar, demonstrar, arguer
een hypothese -- = demonstrar un hypothese (-esis)
iemands onschuld -- = provar/probar/demonstrar le innocentia de un persona, disculpar un persona
een theorie -- = probar/provar/demonstrar un theoria
het heeft zijn bestaansrecht bewezen = illo ha probate/provate su valor, illo ha justificate su existentia
2 (betuigen, betonen) render, monstrar
iemand een dienst -- = render/facer/prestar un servicio a un persona, facer un favor a un persona
iemand een slechte dienst -- = disservir un persona
uit erkentelijkheid voor bewezen diensten = in recognoscentia de servicios rendite
de kaart bewees goede diensten = le carta/mappa esseva multo utile
de laatste eer -- aan een overledene = render le ultime honores a un persona decedite


bewikkelen WW

1 bobinar


bewilligen WW

1 consentir, autorisar, conceder, accordar
een verzoek -- = consentir/conceder un requesta


bewilliging ZN

1 consentimento, autorisation, concession
met wederzijdse -- = con consentimento reciproc


bewimpelen WW

1 (van wimpels voorzien) provider/ornar de oriflammas
2 (verbloemen, verhelen) velar, dissimular, mascar, camouflar {oe}
een fout -- = camouflar un falta


bewind ZN

1 (bestuur) regime (F), governamento, poter
het voorlopig -- = le governamento provisori/provisional
het -- voeren over = governar
aan het -- komen = acceder/arrivar al poter
2 (regerende macht) governamento, cabinetto
de val van het -- = le cadita del governamento
3 regno
4 (beheer) administration, gestion, gerentia, intendentia


bewinden WW

1 (omwinden) bobinar


bewindhebber ZN

1 director, administrator, governator
--s van de Oost-Indische Compagnie = directores del Comapnia del Indias Oriental


bewindsel ZN

1 Zie: omwindsel


bewindsman ZN

1 membro del governamento/cabinetto, ministro


bewindspersoon ZN

1 Zie: bewindsman


bewindsploeg ZN

1 governamento, cabinetto


bewindsvrouw ZN

1 ministro feminin


bewindvoerder ZN

1 (gezagdrager) persona al poter, director, administrator, governator
2 (beheerder) administrator, director, syndico
een -- betreffend = syndical


bewindvoering ZN

1 direction, administration


bewitten WW

1 blanchir con (lacte de) calce


bewoelen WW

1 Zie: omwoelen


bewogen BN

1 (ontroerd) emotive, emovite, commovite, toccate
2 (vol gebeurtenissen) agitate, tumultuose, movimentate, plen de eventos
-- leven = vita agitate
een -- week = un agitate/movimentate


bewogenheid ZN

1 emotion, emotivitate
uit zijn stem sprak een diepe -- = su voce traduceva un profunde emotion, in su voce se manisfestava un profunde emotion


bewolken WW

1 coperir se de nubes
het wordt bewolkt = le celo se coperi


bewolking ZN

1 nubes, nebulositate, nubilositate
laaghangende -- = nubes/celo basse


bewolkingsgraad ZN

1 (grado de) nebulositate


bewolkingsschaal ZN

1 scala de nebulositate


bewolkt BN

1 nebulose, nubilose, coperte de nubes
--e hemel = celo coperte
wisselend -- = nebulositate variabile
zwaar -- = multo nebulose


bewonderaar ZN

1 admirator, fan (E)
vurig -- = admirator fervente
fanatiek -- = admirator fanatic


bewonderen WW

1 admirar
--de lezers = lectores admirante, admiratores, fans (E)
ik bewonder zijn inzet = io admira su effortio/dedication
wij komen jullie nieuwe huis -- = nos veni pro admirar vostre nove casa
het uitzicht -- = admirar le vista
iemand om zijn geduld -- = admirar le patientia de un persona


bewonderend BN

1 admirative
--e blikken = reguardos admirative
--e uitroep = exclamation admirative


bewonderenswaard(ig) ZN

1 admirabile, digne de admiration, meraviliose
--ige kalmte = calma admirabile
--ige zelfbeheersing = controlo admirative de se ipse/mesme
ze bleef -- kalm = illa restava/remaneva admirabilemente calme


bewondering ZN

1 admiration
gebaar van -- = gesto admirative/de admiration
-- afdwingen = imponer/causar/suscitar admiration
zijn -- uiten/tonen = manifestar su admiration
de -- van iemand opwekken = suscitar/excitar le admiration de un persona
iets met -- gadeslaan = contemplar un cosa con admiration
hij keek vol -- naar het schilderij = ille reguardava le pictura plen de admiration
vol -- = plen de admiration


bewonen WW

1 habitar, occupar, viver in, resider a/in
het -- = habitation
een plaats -- = habitar (in) un loco
de ijsbeer bewoont de poolstreken = le urso blanc vive in le regiones polar
drie van de vier kamers zijn niet bewoond = tres del quatro cameras non es occupate


bewoner ZN

1 (van land) habitante, (ingezetene) residente
(mens, dier, plant) oorspronkelijke --s = aborigines
2 (van huis) habitante, occupante


bewonerscommissie ZN

1 commission del habitantes


bewonersraad ZN

1 consilio del habitantes


bewonersvereniging ZN

1 association del habitantes


bewoning ZN

1 occupation, occupantia
-- van een huis = occupation/occupantia de un casa
geschikt voor permanente -- = adequate/apte pro un residentia permanente


bewoonbaar BN

1 habitabile
een nauwelijks -- huis = un casa a pena habitabile


bewoonbaarheid ZN

1 habitabilitate


bewoond BN

1 habitate
--e wereld = mundo habitate
naar de --e wereld terugkeren = retornar al civilisation


bewoorden WW

1 exprimer, enunciar


bewoording ZN

1 termino, (meervoud) enunciato, terminos, texto, parolas
--en van een contract = terminos de un contracto
in duidelijke --en te verstaan geven = facer intender in terminos clar, exprimer in terminos clar
in zeer vage --en = in terminos multo vage/approximative
in niet mis te verstane --en = in terminos inequivoc
in algemene --en = in terminos general
in bedekte --en = in terminos velate
tegenstelling in de --en = contradiction in le terminos
in de --en van Vondel = in le linguage de Vondel


beworteld BN

1 con radices


bewust BN

1 conscie (de), consciente (de)
zich iets -- worden = prender conscientia de un cosa
politiek -- worden = prender conscientia politic
ten volle -- zijn van = esser plenmente conscie/consciente de, render se plen conto de
zich van geen kwaad -- zijn = non sentir se culpabile del toto
2 (betreffend) in question, concernite
het --e boek = le libro in question
dat is de --e persoon = ille es le persona in question
3 (opzettelijk) intentional, deliberate
-- ongehuwde moeder = matre deliberatemente celibatari
iets -- doen = facer un cosa deliberatemente
iemand -- beledigen = offender un persona deliberatemente


bewusteloos BN

1 inconsciente, private de sensos, (MED) lethargic
-- raken = perder le sensos


bewusteloosheid ZN

1 inconscientia, perdita de sensos, (MED) lethargia, syncope
convulsieve -- = syncope convulsive


bewustheid ZN

1 (besef) conscientia, cognoscentia, cognoscimento
2 (bezit van vol besef) conscientia


bewustwording ZN

1 prisa de conscientia


bewustwordingsproces ZN

1 processo de prisa de conscientia


bewustzijn ZN

1 conscientia
zedelijk -- = conscientia moral
het -- verliezen = perder le conscientia/le sensos, cader in syncope
weer tot -- komen = recuperar/recovrar/reprender le conscientia/le sensos
2 (besef, gevoel) conscientia, sentimento
in het volle -- van = plenmente consciente de


bewustzijnsdaling ZN

1 diminution del conscientia


bewustzijnsdrempel ZN

1 limine de conscientia


bewustzijnsgraad ZN

1 grado de conscientia


bewustzijnsinhoud ZN

1 contento del conscientia


bewustzijnsniveau ZN

1 nivello (del stato) de conscientia
verlaging van het -- = diminution del nivello de conscientia


bewustzijnsstoornis ZN

1 turbation del conscientia


bewustzijnstoestand ZN

1 stato del conscientia


bewustzijnsveranderaar ZN

1 droga


bewustzijnsverenging ZN

1 Zie: bewustzijnsvernauwing


bewustzijnsverlaging ZN

1 Zie: bewustzijnsdaling


bewustzijnsvernauwing ZN

1 conscientia restringite, limitation del conscientia, psychoneurose (-osis)


bewustzijnsverruimend BN

1 psychedelic


bewustzijnsverruiming ZN

1 psychedelismo


bewustzijnsverschijnsel ZN

1 phenomeno del conscientia


bewustzijnsvorm ZN

1 forma del conscientia


bewustzijnsvorming ZN

1 formation del conscientia


beylisme ZN

1 beylismo


bezaaien WW

1 (met zaad bestrooien) seminar
het -- = semination
opnieuw -- = superseminar, reseminar
2 (overdekken met iets anders) coperir, (bestrooien) disseminar
met sterren bezaaid = constellate
met edelstenen bezaaid = plen de petras preciose
de grond lag met glasscherven bezaaid = le solo esseva coperite/coperte de fragmentos de vitro


bezaan(smast) ZN

1 (mast de) artimon


bezaansra ZN

1 virga/verga de artimon


bezaansstagzeil ZN

1 foc de artimon


bezaantopzeil ZN

1 vela de artimon


bezabbelen WW

1 molliar de (su) bava/saliva


bezadigd BN

1 ponderate, balanciate, calme, tranquille, moderate
-- gedrag = comportamento ponderate


bezadigdheid ZN

1 ponderation, calma, moderation


bezakt BN

1
bepakt en -- = cargate de tote le bagages


bezalven WW

1 coperir de unguento


bezanden WW

1 coperir de sablo/arena, sablar


bezant ZN

1 besante


bezatten WW

1
zich -- = inebriar se, (met wijn) avinar se


bezegelen WW

1 (van een zegel voorzien) applicar un sigillo a, sigillar
bezegelde brieven = litteras sigillate
2 (FIG) (bekrachtigen) sigillar, confirmar
een vriendschap -- = sigillar un amicitate
een koop -- = sigillar un compra
een belofte -- = sigillar un promissa
met een kus -- = sigillar con un basio
het lot -- van = sigillar le sorte de


bezegeling ZN

1 (FIG) (bekrachtiging) confirmation


bezeilen WW

1 (zeilen over) navigar super
de zeeën -- = navigar super le mares
2 (door zeilen bereiken) ganiar/attinger al vela
3
er is geen land met hem te -- = ille es un caso perdite, ille es intractabile


bezem ZN

1 scopa
steel van een -- = manico de un scopa
de -- erdoor halen = reorganisar radicalmente


bezembinden WW

1 facer/fabricar scopas


bezembinder ZN

1 facitor de scopas


bezembinderij ZN

1 fabrica de scopas


bezemboer ZN

1 venditor de scopas


bezemdopheide ZN

1 erica scopari


bezemen

1 scopar


bezemklas

1 classe transitori


bezemkruid ZN

1 Zie: brem


bezemmaker ZN

1 facitor de scopas


bezemsteel ZN

1 manico de scopa


bezemstok ZN

1 Zie: bezemsteel


bezemstreek ZN

1 colpo de scopa


bezemwagen ZN

1 auto(mobile) pro sportistas qui abandona


bezending ZN

1 (het gezondene) invio
2 (grote hoeveelheid) grande quantitate


bezeren WW

1 vulnerar, facer mal (a), causar dolor (a), (door slaan) ferir, (kneuzen) contusionar


bezering ZN

1 vulneration, lesion, (kneuzing) contusion


bezet BN

1 occupate
ik ben -- = io es occupate
deze plaats is -- = iste placia es occupate
-- gebied = territorio occupate
mijn tijd is zeer -- = io ha multo a facer
de zaal was geheel -- = le sala esseva plen
ik heb een druk --te dag = io ha un jornata multo cargate


bezeten ZN

1 possedite, obsedite, phrenetic, folle
-- van de duivel = possedite del diabolo
hij is -- van stripverhalen = ille es completemente obsedite de bandas designate, ille es un fanatico del bandas designate


bezetene ZN

1 possedito, obsedito, phrenetico, energumeno
een door de duivel -- = un demoniaco


bezetenheid ZN

1 possession, demonolatria, demonomania, obsession, phrenesia
leer der -- = demonologia


bezetheid

1 (mbt tijd) manco de tempore


bezetten WW

1 occupar
het -- = occupation
een land -- = occupar un pais
een gebied met behulp van het leger -- = occupar militarmente un region
een leerstoel -- = occupar un cathedra
een sterk bezet orkest = un orchestra con musicos excellente
goed bezette zaal = sala ben reimplite
vooraf -- = preoccupar
het vooraf -- = preoccupation
opnieuw -- = reoccupar
2
een ring met edelstenen -- = incastrar un anello con petras preciose


bezetter ZN

1 occupator, occupante
tegen de -- opstaan = rebellar se contra le occupante


bezetting ZN

1 (het bezetten) occupation
het -- van een fabriek = le occupation de un fabrica
2 (het bezet zijn) occupation
3 (sterkte, aantal manschappen) effectivo, guarnition
de -- van een orkest = le membros/musicos/composition de un orchestra, le numero de musicos/le effectivo de un orchestra


bezettingsactie ZN

1 action de occupation


bezettingsautoriteiten ZN MV

1 autoritates de occupation


bezettingsgraad ZN

1 grado de occupation, (van fabriek/machine) grado de utilisation del capacitate


bezettingsjaar ZN

1 anno de occupation


bezettingskosten ZN MV

1 costos de occupation


bezettingsleger ZN

1 armea de occupation


bezettingsmaatregel ZN

1 mesura de occupation


bezettingsmacht ZN

1 fortias de occupation


bezettingsperiode ZN

1 periodo de occupation


bezettingsstatuut ZN

1 statuto de occupation


bezettingstijd ZN

1 tempore de occupation


bezettingstroepen ZN MV

1 truppas occupante/de occupation


bezettingszone ZN

1 zona de occupation


bezettoon ZN

1 signal de occupate


bezeveren WW

1 molliar de (su) bava/saliva


bezichtigen WW

1 (bezoeken) visitar
een stad -- = visitar un urbe
2 (onderzoeken) examinar, inspicer, inspectar
een huis -- = ir a vider un casa
monsters -- = examinar monstras


bezichtiger ZN

1 (bezoeker) visitator
2 (onderzoeker) inspector


bezichtiging ZN

1 (bezoek) visita
iets ter -- stellen = exponer/exhiber un cosa, aperir un cosa al publico
2 (onderzoek) examine, inspection


bezie ZN

1 baca


bezield BN

1 inspirate, enthusiastic, animate, passional, plen de ardor/de enthusiasmo/de fervor, dithyrambic
--e taal = linguage animate
-- met de beste voornemens = animate del melior intentiones


bezielen WW

1 (in geestdrift brengen) animar, inspirar, enthusiasmar
2 (aandrijven) activar, inspirar
3 (leven geven aan) animar, inspirar, dar anima/vita a, vitalisar, vivificar


bezielend ZN

1 inspiratori, vivific, vivificante
--e kracht = instigator
--e woorden = parolas inspiratori/plen de vita
onder de --e leiding van = sub le conducta inspiratori de


bezieler ZN

1 inspirator, instigator, vivificator


bezieling ZN

1 inspiration, vitalisation, vivification, animation, passion, ardor, fervor, enthusiasmo, elan (F)
met -- spreken = parlar con inspiration/animation


bezien WW

1 (overwegen) vider, considerar, pesar
het nog eens -- = reconsiderar lo
2 (bekijken en onderzoeken) reguardar, examinar, observar, considerar, inspicer, inspectar
achteraf -- = reguardar in retrospectiva


bezienswaard(ig) BN

1 digne de esser vidite, curiose, interessante


bezienswaardigheid ZN

1 curiositate, attraction


bezig BN

1 occupate, active, (ijverig) industriose
--e mensen