Interlingua Wiki

ja ( =jam) adv

1 reeds, al
2 dadelijk, meteen
3 daarnet, zoëven


+ jaborandi sub

1 BOTANICA jaborandi (heester uit Zuid-Amerika)


+ jacaranda sub

1 BOTANICA jacaranda (trompetboomachtige)


+ jacea sub

1 BOTANICA knoopkruid


jacer v

1 liggen
ille jace in su lecto = hij ligt in zijn bed
-- exanime al solo = dood op de grond liggen
(op graf) hic jace = hier rust


jachetta sub

1 buis, jekkertje, jasje, colbert
-- sportive/de sport (A) = sportjasje
-- de frac = rokjas
-- de fortia = dwangbuis


jacimento sub

1 GEOLOGIA afzetting, laag
-- de mineral = ertslaag
-- carbonifere/de carbon (fossile) = steenkoolbedding
-- de lignite = bruinkoolbedding
-- de gas natural = gasveld, gasbel
-- de auro = goudhoudende laag, goudafzetting
-- de plumbo = loodlaag
-- de argento = zilverafzetting
-- salifere = zouthoudende laag
-- petrolifere = olieveld
-- diamantifere = diamantveld
--s neritic = neritische afzettingen


+ jackpot sub ANGLESE

1 jackpot


jaco sub

1 buis, jak, jas


jacobin adj

1 dominicaans
2 HISTORIA jacobijns


jacobinismo sub

1 jacobinisme


jacobino sub

1 Dominicaan
2 HISTORIA Jacobijn
club (A) de --s = Jacobijnenclub


jacobita sub

1 HISTORIA Jakobiet


jacobitismo sub

1 HISTORIA jakobitisme


Jacobo sub n pr

1 Jacobus, Jacob
scala de -- = Jacobsladder


jacular v

1 werpen, gooien, wegslingeren


jaculation sub

1 het werpen, het gooien, het wegslingeren


jaculatori adj

1 kort en vurig
precaria/oration -- = schietgebed


+ jaculatoria sub

1 schietgebed


jada sub

1 jade
statuetta de -- = beeldje van jade


+ jaguar sub

1 ZOOLOGIA jaguar


+ jalnastre adj

1 geelachtig, gelig


jalne adj

1 geel
-- aurate = goudgeel
-- clar/pallide = lichtgeel
racia -- = gele ras
febre -- = gele koorts
Mar Jalne = Gele Zee
PHOTOGRAPHIA filtro -- = geelfilter
periculo -- = gele gevaar
SPORT carta -- = gele kaart
guida --, paginas -- = gouden gids


+ jalne sub

1 (het) geel, gele kleurstof
tubo de -- = tube gele verf


jalnessa sub

1 het geel zijn
2 geelzucht
3 AGRICULTURA vergelingsziekte (bijv. bij bieten)


+ jalnette adj

1 gelig, geelachtig


+ jalnimento sub

1 het vergelen, vergeling


+ jalnir v

1 vergelen


+ jalon sub

1 bakenstok, jalon, richtvaan
-- de agrimensor = meetstok
alinear --es = bakenstokken op een rij zetten


+ jalonamento sub

1 het afbakenen


+ jalonar v

1 bakenstokken zetten, afbakenen
-- un terreno = een terrein afperken/afpalen


+ jalonator sub

1 persoon die bakenstokken uitzet


jalousie sub FRANCESE

1 (zonne)blind, jaloezie


jam adv

1 reeds, al
2 dadelijk, meteen
3 daarnet, zoëven


+ Jamaica sub n pr

1 Jamaïca


+ jamaican adj

1 Jamaïcaans


+ jamaicano sub

1 Jamaïcaan


+ jamboree sub ANGLESE

1 jamboree


jammais adv

1 ooit
non ... -- = nooit
--! = nooit!


+ jam-session sub ANGLESE

1 jam-session


+ janissaro sub

1 HISTORIA janitsaar (Turkse soldaat)


Jano sub n pr

1 RELIGION ROMAN Janus
capite/testa de -- = Januskop
templo de -- = Janustempel


+ jansenismo sub

1 RELIGION jansenisme


+ jansenista sub

1 RELIGION jansenist


+ jansenista adj

1 RELIGION jansenistisch
doctrina -- = jansenistische leer


+ janta sub

1 velg
-- de rota = radvelg
banda de -- = velglint
freno al/super le -- = velgrem
largor de -- = velgbreedte
spissor de -- = velgdikte
profilo de -- = velgprofiel
ruptura de -- = velgbreuk


januario sub

1 januari
le mense de -- = de maand januari


Japhet sub

1 BIBLIA Jafet


+ japhetic adj

1 jafetisch
theoria -- = jafetische theorie


Japon sub n pr

1 Japan


japonese adj

1 Japans, Japanees
lingua -- = Japanse taal
flotta -- = Japanse vloot
flabello -- = Japanse waaier
laccas -- = Japans lakwerk


japonese sub

1 Japanner
2 Japans (taal)


+ japoneseria sub

1 japonaiserie, japannerie


+ japonisar adj

1 Japans maken, een Japans karakter geven aan


+ japonisation sub

1 het geven van een Japans karakter aan, het Japans maken


jardin sub

1 tuin
le -- de Eden = de hof van Eden
-- public = park, plantsoen
-- botanic = botanische tuin
-- de rosas = rozentuin
-- de flores = bloementuin
-- de legumines/verduras = groentetuin
-- de fructos = boomgaard
-- ornamental = sierplant
-- aquatic = watertuin
-- de hiberno = wintertuin
-- zoologic = dierentuin
-- del schola = schooltuin
-- de hiberno = wintertuin
cisorios de -- = tuinschaar
mobiles de -- = tuinmeubelen
tabula de -- = tuintafel
haga/sepe del -- = tuinhaag/heg
laborar/travaliar in le -- = in de tuin werken
plantar un -- = een tuin aanleggen


jardinage sub

1 het tuinieren
amateur de -- = tuinliefhebber
utensiles/material de -- = tuingereedschap
facer le -- = tuinieren


jardinar v

1 tuinieren


jardineria sub

1 (het) tuinieren


jardinero sub

1 tuinier, tuinman, hovenier


jardiniera sub

1 bloembak, jardinière


jargon sub FRANCESE

1 brabbeltaal, koeterwaals, jargon, bargoens
2 vaktaal
-- de fures = dieventaal
-- commercial/de affaires (F) = handelstaal
-- cynegetic/de chassatores {sj} = jagerstaal


jargonar v

1 een jargon praten, brabbelen, koeterwaals spreken
-- un lingua estranie = een vreemde taal brabbelen


+ jarovisation sub

1 Vide: vernalisation


jarra sub

1 aarden dikbuikige kruik, pot, kan
-- de vino = kan wijn
-- de bira = kan bier


+ jasione sub

1 BOTANICA
-- maritime/montan = zandblauwtje


jasmin sub

1 BOTANICA jasmijn
-- nudiflor/de hiberno = winterjasmijn
-- odorante = welriekende jasmijn
flor de -- = jasmijnbloem
arbusto de -- = jasmijnstruik
perfumo/aroma de -- = jasmijngeur
the al -- = jasmijnthee


+ jaspe sub

1 MINERALOGIA jaspis
-- nigre = zwarte jaspis
-- sanguinee = bloedjaspis
-- lactose = melksteen


+ Java sub n pr

1 Java
Banco de -- = Javase Bank
ris de -- = javarijst
caffe de -- = javakoffie


+ javanese sub

1 Javaan
2 Javaans (taal)


+ javanese adj

1 Javaans


+ javelina sub

1 (lange, dunne) werpspies


+ javelotto sub

1 werpspies, speer
lancear le -- = speerwerpen
le lanceamento del -- = het speerwerpen
lanceator del -- = speerwerper


jazz sub ANGLESE

1 jazz
musica de -- = jazzmuziek
orchestra de -- = jazzorkest
compositor de -- = jazzcomponist
trumpettista de -- = jazztrompetist
pianista de -- = jazzpianist
rhythmo de -- = jazzritme
disco de -- = jazzplaat
improvisation de -- = jazzimprovisatie
gitarra/guitarra de -- = jazzgitaar
ballet de -- = jazzballet
sonator de -- = jazzspeler


+ jazz-band sub ANGLESE

1 jazz-band


+ jazzificar {e} v

1 verjazzen


+ jazzista adj

1 jazz...
orchestra -- = jazzorkest


jazzistic adj

1 jazz...


+ jeans sub ANGLESE

1 spijkerstof
costume de -- = spijkerpak
mantello de -- = spijkerjas
gonnella de -- = spijkerrok
jachetta de -- = spijkerjasje
blue-jeans (A) = spijkerbroek


+ jectabile adj

1 wegwerp...
articulo -- = wegwerpartikel
accenditor -- = wegwerpaansteker


jectar v

1 werpen, gooien
-- in basso = neergooien
-- in aere = in de lucht gooien
-- a terra = neergooien, op de grond gooien
-- se al pedes de un persona = voor iemand neervallen
-- se super le inimico = zich op de vijand storten
-- le prime petra = de eerste steen werpen
-- le confusion in le spiritos = verwarring zaaien in de geesten


+ jectata sub

1 pier, havendam, havenhoofd


+ jectator sub

1 werper


+ jecto sub

1 (het) werpen, worp
a un -- de petra = op een steenworp
-- de datos = teerlingworp
2 straal (water, etc.)
motor a -- = straalmotor
avion a -- = straalvliegtuig
propulsion a -- = straalaandrijving
tubo a -- = spuitstuk
-- de flamma = steekvlam
-- de sablo/arena = zandstraal
-- de aqua = waterstraal
-- de aere = luchtstraal


+ jeep sub ANGLESE

1 jeep


Jehovah sub n pr

1 RELIGION Jehova
testes de -- = Jehova's getuigen


jejun adj

1 nuchter (met een lege maag)


+ jejunal adj

1 mbt de nuchtere darm


jejunar v

1 niet eten, vasten


+ jejunator sub

1 vaster
-- professional = hongerkunstenaar


jejuno (I) sub

1 het vasten
jorno de -- = vastendag


jejuno (II) sub

1 ANATOMIA nuchtere darm, jejunum
van de -- = jejunal


jelose adj

1 jaloers, afgunstig
amor -- = liefde waarin voor anderen geen plaats is
2 zeer gehecht (aan), erg gesteld (op), verlangend (naar),

angstvallig wakend (voor)

esser -- del libertate = zeer gehecht zijn aan de vrijheid


jelosia sub

1 jaloezie, afgunst
esser devorate de -- = door afgunst verteerd worden


jentaculo sub

1 ontbijt
-- legier = licht ontbijt
-- substantial = stevig ontbijt
camera/lecto con -- = logies met ontbijt
prender le -- = ontbijten


jentar v

1 ontbijten


jentar sub

1 ontbijt
-- legier = licht ontbijt
-- substantial = stevig ontbijt
camera con -- = logies met ontbijt
prender le -- = ontbijten


Jeremia sub n pr

1 BIBLIA Jeremia


jeremiade sub

1 jeremiade, jammerklacht, geklaag, klaagzang


Jericho sub n pr

1 Jericho


+ jerrycan sub ANGLESE

1 jerrycan


+ jersey sub ANGLESE

1 jersey
-- de football (A) = voetbaltrui/shirt


Jerusalem sub n pr

1 Jerusalem


jesuita sub

1 CATHOLICISMO Jezuïet
patre -- = jezuïetenpater
ecclesia de --s = jezuïetenkerk
monasterio de --s = jezuïetenklooster
2 hypocriet, huichelaar


jesuita adj

1 jezuïtisch
2 hypocriet, huichelachtig


+ jesuitic adj

1 CATHOLICISMO jezuïtisch
2 huichelachtig, hypocriet
moral -- = jezuïetenmoraal


jesuitismo sub

1 jezuïtisme, leer der Jezuïeten
2 huichelachtig gedrag


Jesus sub n pr

1 Jezus
fanatico de -- = Jezusfreak
-- es le salvation = Jezus redt


+ jetlag sub ANGLESE

1 jetlag


+ jeton sub FRANCESE

1 munt(je) (voor automaat)
-- de telephono = telefoonmunt


+ jet set sub ANGLESE

1 jet-set


+ jet-stream sub ANGLESE

1 METEO jet-stream (snelle stroming in de troposfeer)


jiga sub

1 horlepijp (danswijsje)


jigar v

1 de horlepijp dansen/hopsen


+ jihad sub

1 jihad


+ job sub ANGLESE

1 job, baan


+ Job sub n pr

1 Job
povre/paupere como -- = zo arm als Job


jocar v

1 spelen
-- al datos = dobbelen
-- al cartas = kaarten
-- al chacos {sj} = schaken
-- al damas = dammen
-- al football (A) = voetballen
-- al hockey (A) = hockeyen
-- al tennis (A) = tennissen
-- (le) duple joco = dubbel spel spelen
-- un joco periculose = een gevaarlijk spel spelen
2 gokken
3 toneelspelen
-- le rolo/parte de Badeloch = de rol van Badeloch spelen
-- al mercante = winkeltje spelen
-- al soldato = soldaatje spelen


jocator sub

1 speler
mal -- = slecht verliezer
-- de cartas = kaartspeler
-- de flauta = fluitspeler
-- de chaco = schaakspeler, schaker<BR<
SPORT
-- professional = beroepsspeler
-- professional de football (A) = beroepsvoetballer
-- de reserva = reservespeler
2 gokker
spelunca de --es = speelhol
-- fraudulente = valsspeler


jockey sub ANGLESE

1 jockey


joco sub

1 spel (van kinderen, van voetballers, etc.), spel (muziek, toneel),

(schaak/etc.-)spel

pan e --s = brood en spelen
--s olympic = Olympische Spelen
-- de flechettas {sj} = dartspel, darts
-- de celamento = verstoppertje
-- de pignores = pandspel, pandverbeuren
-- de societate = gezelschapsspel
-- de tabuliero = bordspel
-- de feria = kermisspel
-- de hasardo = kansspel, hazardspel
-- amorose = liefdesspel
-- de lineas = lijnenspel
-- del imagination = spel der verbeelding
le -- del vento e del undas = het spel van wind en golven
le -- del umbra e del lumine = het spel van licht en schaduw
SPORT foris de/foras de -- = buitenspel
nivello/qualitate del -- = spelpeil
sala de --(s) = speelzaal
hall (A) de --s = automatenhal
campo/terreno de --(s) = speelterrein
director del --(s) = spelleider
regula de -- = spelregel
mitter in -- le vita de un persona = iemands leven op het spel zetten
2 het spelen
-- infantil/infantin = kinderspel
3 het gokken
demonio/demone del -- = speelduivel
tabula de -- = speeltafel
casa de -- = speelhuis
casa de -- clandestin = speelhol
4 spel (set van dingen om een spel te spelen)
-- de oca = ganzebord
-- de cartas = stel kaarten
5 stel, set
-- de casseroles = set pannen
-- de buttones = knopengarnituur
-- de utensiles = gereedschapsset
6 TECHNICA speling
-- regulabile = verstelbare speling
haber -- = speling hebben
iste corda non ha bastante -- = dit touw heeft niet genoeg speling
-- del cylindro = speling in de cilinder
7 scherts, kwinkslag, grap
-- de parolas = woordspeling


jocose adj

1 grappig, kluchtig, schertsend
observation -- = grappige/schertsende opmerking


+ jocositate sub

1 grappigheid, olijkheid, guitigheid


jocular adj

1 grappig, snaaks, guitig, olijk


jocular v

1 jongleren, goochelen
-- con cifras = goochelen met cijfers
FIGURATE on non debe -- con un troppo grande numero de bollas = je moet niet te veel hooi op de

vork nemen

joculator sub

1 jongleur, goochelaar


joculeria sub

1 het jongleren, het goochelen, gegoochel


joculo sub

1 grapje, mopje, aardigheidje
2 stuk speelgoed
-- strepente = rammelaar
--s = speelgoed
--s inoffensive = ongevaarlijk speelgoed
--s dismontabile = demontabel speelgoed
fabrica de --s = speelgoedfabriek
fabricante de --s = speelgoedfabrikant
fabrication de --s = speelgoedfabricage
industria de --s = speelgoedindustrie
armario de --s = speelgoedkast
esser le -- del fortuna = de speelbal der fortuin zijn


+ joggar v

1 joggen


+ jogger sub ANGLESE

1 jogger


+ jogging sub ANGLESE

1 jogging, het joggen
practicar le/facer -- = joggen
scarpa/calceo de -- = trimschoen


Johanna sub

1 Johanna


Johannes sub n pr

1 Johannes


+ johannique adj

1 van Johannes
Evangile -- = evangelio johannic


johannita sub

1 Johannieter (lid van de orde der Johannieters)


+ johannita adj

1 johannieter
-- orde = ordine johannita


+ joia sub

1 vreugde, blijdschap
le -- e le dolor = vreugde en verdriet
-- del travalio/del labor = arbeidsvreugde
le --s del mundo = aardse vreugden
le --s del vita = de geneugten des levens
manifestationes de -- = uitingen van vreugde
canto de -- = vreugdezang
foco de -- = vreugdevuur
-- interior = binnenpret
-- intense = intense vreugde
esser folle de -- = gek van vreugde zijn
transportate de -- = buiten zichzelf van vreugde
-- exuberante = uitgelaten vreugde
-- celeste = hemelse vreugde
exteriorisar su = zijn vreugde uiten
radiar de -- = glunderen/stralen van blijdschap


joiel sub

1 juweel, sieraad
--es del corona = kroonjuwelen
coffretto pro --es = juwelenkistje
fur/robator de --s = juwelendief
furto/robamento de --s = juwelendiefstal
realisar un -- in auro = een sieraad in goud uitvoeren


joieleria sub

1 juweliersvak
2 juwelierszaak
3 juwelierswerk
4 handel in juwelen


joielero sub

1 juwelier


+ joint sub ANGLESE

1 drugsigaret, joint, stikkie
fumar un -- = een stikkie roken, blowen


+ joiose adj

1 blij, vrolijk, opgewekt, opgeruimd
cantos -- = vrolijke liederen
menar un vita -- = een leven van plezier leiden


+ joiositate sub

1 blijheid, vrolijkheid, opgewektheid, opgeruimdheid


+ joker sub

1 joker
jocar al -- = jokeren


Jonas sub n pr

1 Jonas


+ jonkheer sub NEDERLANDESE

1 jonkheer
titulo de -- = jonkheerstitel


+ Jordan sub n pr

1 Jordaan (rivier)
le ripa west del -- = de westelijke Jordaanoever


+ Jordania sub n pr

1 Jordanië


+ jordanian adj

1 Jordaans


+ jordaniano sub

1 Jordaniër


jornal sub

1 dagboek
-- intime = dagboek
scriber su -- = zijn dagboek schrijven
roman in forma de -- = roman in dagboekvorm
2 dagblad, krant, blad
-- del matino = ochtendblad
-- del vespera/vespere = avondblad
-- luminose = lichtkrant
-- mural = muurkrant
-- de schola = schoolkrant
-- regional = streekblad
articulo de -- = krantenartikel
lector de -- = krantenlezer
redaction de -- = kranteredactie
venditor de --es = krantenverkoper
livrator de --es = krantenbezorger, krantenjongen
retalio de -- = kranteknipsel
kiosque (F) de --es = krantenkiosk
papiro a/de --es = krantepapier
photo(graphia) de -- = krantefoto
3 tijdschrift
-- de moda = modeblad
-- sportive/de sport (A) = sportkrant/blad
-- illustrate = geïllustreerd tijdschrift
4 NAVIGATION E CONSTRUCTION DE NAVES journaal
-- de navigation/de bordo = scheepsjournaal, logboek
5 COMMERCIO journaal
inscriber in le -- = in het journaal boeken
6 RADIO TELEVISION jornal
-- parlate = radiojournaal
-- televisate = televisiejournaal


+ jornalero sub

1 dagloner


jornalismo sub

1 journalistiek
2 pers


jornalista sub

1 journalist
-- sportive = sportjournalist
-- scientific = wetenschapsjournalist
linguage de --s = journalistentaal
circulo de --s = journalistenkring
devenir -- = in de journalistiek gaan


jornalistic adj

1 journalistiek, journalistisch
linguage -- = journalistieke taal
stilo -- = krantenstijl
carriera -- = journalistieke carriëre
activitates -- = journalistieke werkzaamheden


jornata sub

1 periode van een dag, dag
-- de travalio/de labor = arbeidsdag
-- cargate = drukke dag
-- memorabile = gedenkwaardige dag
-- frigide = koude dag
-- triste = droevige dag
viver al -- = bij de dag leven
viver su ultime --s = in zijn laatste dagen zijn
durante --s integre = dagen achtereen
excursion de un -- = dagexcursie, dagtocht
billet/carta pro le -- = dagkaart
obrero al -- = dagloner, los werkman
travalio/labor al -- = los werk
programma del -- = dagprogramma
2 dagreis


jorno sub

1 dag (tgov nacht), daglicht
-- e nocte = dag en nacht
nocte e -- = dag en nacht
astro del -- = zon
crema de -- = dagcrème
servicio de -- = dagdienst
lumine/luce del -- = daglicht
equipa de -- = dagploeg
schola de -- = dagschool
infirmero de -- = dagverpleger
infirmera de -- = dagzuster
il se face -- = het schemert, het wordt licht
2 dag (24 uur)
-- de travalio/de labor = werkdag
-- de reposo = rustdag
-- festive/de festa = feestdag
-- del Senior = Dag des Heren
-- del ultime judicio/judicamento = dag des oordeels
-- astronomic/sideral = sterredag
-- nefaste/disastrose/fatal/funeste = ongeluksdag
a --s alterne = om de andere dag
bon --! = goedendag!
platto del -- = dagschotel
precio del -- = dagprijs
tarifa del -- = dagtarief
battalia naval de tres --s = driedaagse zeeslag
sanctos del ultime --s = heiligen der laatste dagen


Joseph sub n pr

1 Josef


Josephina sub n pr

1 Josefien


+ joste sub

1 HISTORIA steekspel, toernooi


Josue sub n pr

1 Jozua


Joule {zjoel} sub

1 PHYSICA joule, wattseconde


Joule,(JamesPrescott--) sub n pr

1 Joule
lege de -- = wet van Joule
effecto -- = Joule-effect


Jove sub n pr

1 RELIGION ROMAN Jupiter
2 ASTRONOMIA jupiter


jovedi sub

1 donderdag
Jovedi Sancte = Witte Donderdag


jovial adj

1 joviaal, opgeruimd, vrolijk, blijmoedig
tono -- = joviale toon
temperamento -- = vrolijk temperament
manieras -- = joviale manieren
indole -- = opgeruimd karakter


jovialitate sub

1 jovialiteit, opgeruimdheid, vrolijkheid, blijmoedigheid


+ joy-rider sub ANGLESE

1 joy-rider


+ joy-riding sub ANGLESE

1 joy-riding


jubilante adj

1 jubelend


jubilar v

1 jubelen, juichen, zich verblijden, grote vreugde tonen


jubilar adj

1 jubel..., jubileum...
anno -- = A. jubeljaar, heilig jaar, B. jubileumjaar
indulgentia -- = jubilee-aflaat
festa -- = jubileumfeest


jubilation sub

1 gejubel, gejuich, jubelende stemming
tono de -- = juichtoon
ambiente de -- = jubelsfeer, jubelstemming


jubilator sub

1 iemand die jubelt/juicht/zich verblijdt


jubileo sub

1 jubelfeest (Joods feest)
2 CATHOLICISMO jubeljaar, jubilee
3 gouden jubileum


jubilo sub

1 uitgelaten vreugde, jubel
ambiente de -- = jubelsfeer, jubelstemming
critos de -- = gejuich


Juda sub n pr

1 BIBLIA Juda (een zoon van Jacob)
2 BIBLIA Juda (stam)
le Leon de -- = de leeuw uit de stam Juda
3 BIBLIA Juda (koninkrijk)


judaic adj

1 joods
religion -- = godsdienst van de joden, judaïsme
usos/costumes -- = joodse gebruiken
lege -- = joodse wet


+ judaicitate sub

1 (het) joods-zijn


judaisar v

1 de joodse gebruiken volgen
2 joods maken, de joodse gebruiken invoeren


judaismo sub

1 judaïsme, joodse geloof


judaista sub

1 judaïst, aanhanger van het judaïsme


+ Judas sub

1 BIBLIA Judas (schrijver van de brief in het N.T.)
2 BIBLIA Judas (Judas Iscariot)
basio/osculo de -- = judaskus
rolo de -- = judasrol
riso de -- = judaslach
3 (verraderlijk mens) judas


Judea sub n pr

1 Judea


judee adj

1 joods
populo -- = jodendom, joodse volk
cemeterio -- = jodenkerkhof
quartiero -- = jodenbuurt/wijk/hoek
fide -- = jodengeloof
infante -- = jodenkind


judeo sub

1 jood
persecution del --s = jodenvervolging
question del --s = jodenvraagstuk


+ judeochristiano sub

1 christenjood


judeoespaniol adj

1 Joods-Spaans


judeoespaniol sub

1 Joods-Spaans (taal), Ladino


judeogerman adj

1 Duits-Joods


judeogermano sub

1 Duitse Jood


judicamento sub

1 oordeel, beoordeling, mening
le ultime -- = het laatste oordeel
le jorno del ultime -- = dag des oordeels
-- dur = hard oordeel
-- negative = negatief oordeel
-- positive = positief oordeel
-- de Salomon = Salomonsoordeel
-- de Deo = godsoordeel
submitter un cosa al -- de un persona = iemand iets ter beoordeling voorleggen
-- equitabile/juste = billijk oordeel
error de -- = beoordelingsfout
-- de valor = waardeoordeel
-- matur = rijp oordeel
-- partial = partijdig oordeel
-- subjective = subjectief oordeel
-- prudente = bezonnen oordeel
maturitate de -- = rijpheid van oordeel
2 het oordelen, het rechtspreken, vonnis, uitspraak
-- definitive = definitieve uitspraak
-- interlocutori = interlocutoir vonnis
exprimer/emitter/enuciar/pronunciar un -- = een uitspraak doen


judicar v

1 oordelen, beoordelen, een mening geven (over)
-- justemente = juist oordelen
-- un cosa secundo su meritos = een zaak op zijn merites beoordelen
a -- per su parolas = naar zijn woorden te oordelen
-- necessari = het nodig achten
2 JURIDIC rechtspreken, uitspraak doen
-- un causa = rechtspreken in een zaak


judicative adj

1 oordelend


judicator sub

1 oordelaar, beoordelaar


judicatori adj

1 gerechtelijk, rechterlijk


judicatura sub

1 rechtersambt, judicatuur
2 rechterlijke macht


judice sub

1 rechter
-- de instruction = onderzoeksrechter, rechtercommissaris
-- civil = burgerlijke rechter
-- criminal = strafrechter
-- militar = militaire rechter
-- conciliator/de pace = vrederechter
-- pro infantes = kinderrechter
-- inferior = lagere rechter
-- superior = hogere rechter
-- supreme = Opperste Rechter (God)
-- impartial = onpartijdige rechter
-- auster = gestrenge rechter
comparer ante le -- = voor de rechter verschijnen, terechtstaan
recurrer al -- = naar de rechter gaan/stappen
justificar se ante le -- = zich voor de rechter verantwoorden
le -- le ha declarate culpabile = de rechter heeft hem schuldig verklaard
esser -- in su proprie causa, esser su proprie -- = rechter in eigen zaak zijn
2 arbiter, scheidsrechter, beoordelaar
3 BIBLIA richter
--s = Richteren (bijbelboek)


judicial adj

1 rechterlijk, gerechtelijk, justitieel
sententia -- = gerechtelijk vonnis
poter -- = rechterlijke macht
decision -- = gerechtelijke beslissing
ordine -- = rechtelijk bevel
medicina -- = gerechtelijke geneeskunde
vendita -- = gerechtelijke verkoop
procedura/procedimento -- = rechtspleging
sententia -- = rechterlijk vonnis
organisation -- = rechterlijke organisatie
costos -- = gerechtskosten
accordo -- = gerechtelijk akkoord
error -- = gerechtelijke dwaling
embargo -- = gerechtelijk embargo
functionario -- = rechtelijk ambtenaar
proceder judicialmente contra = gerechtelijk vervolgen


judiciari adj

1 rechterlijk, gerechtelijk
sententia -- = gerechtelijk vonnis
assistentia -- = rechtsbijstand
poter -- = rechterlijke macht
error -- = gerechtelijke dwaling
inquesta -- = gerechtelijk onderzoek
vendita -- = gerechtelijke verkoop
practica -- = rechtspractijk
persecution -- = rechtsvervolging
passato -- = strafblad


judicio sub

1 oordeel, vonnis, uitspraak
-- de Salomon = Salomonsoordeel
-- definitive = eindoordeel
-- equitabile/juste = billijk oordeel
-- dur = hard oordeel
-- arbitral = arbitraal vonnis
-- absolutori = vrijspraak
-- de Deo = godsgericht, godsoordeel
die del -- = dag des oordeels
-- ultime/final = laatste oordeel
le die del ultime -- = de jongste dag
ajornar un cosa al die del -- final = iets tot sint-juttemis uitstellen
exprimer/emitter/enunciar un -- = een oordeel uitspreken
PHILOSOPHIA -- categoric = categorisch oordeel
2 mening, oordeel
-- prudente = bezonnen oordeel
maturitate de -- = rijpheid van oordeel
con -- preconcipite = vooringenomen
3 vermogen om te oordelen, gezond verstand
le etate del -- = de jaren des onderscheids
4 rechtbank
-- per juratos = juryrechtbank
5 berechting, proces
in -- = onder de rechter


judiciose adj

1 oordeelkundig, verstandig, slim, schrander
critica -- = scherpzinnige kritiek
remarca -- = schrandere opmerking


+ judo sub

1 judo
prisa de -- = judogreep
cinctura de -- = judoband
schola de -- = judoschool
practicar le/facer -- = judoën


+ judogi sub

1 judogi


+ judoista sub

1 judoka, judoër


+ judoka sub

1 judoka, judoër


+ jugal adj

1 ANATOMIA juk...
osso -- = jukbeen


+ jugendstil sub GERMANO

1 Jugendstil


+ juglandaceas sub pl

1 BOTANICA juglandaceae, juglandaceeën, okkernootfamilie


jugo sub

1 juk (voor ossen, etc.), juk (voor het dragen van emmers, etc.), juk (van

balans)

balancia con -- = jukbalans
2 juk (van roer)
3 knechtschap, slavernij
succuter/rumper le -- del sclavitude = het juk van de slavernij van zich afschudden


jugular v

1 de hals/keel afsnijden
2 FIGURATE stopzetten, in de kiem smoren, beteugelen, de baas worden
-- un morbo/maladia = een ziekte stuiten
-- un revolta = een opstand de kop indrukken
-- le pressa = de pers aan banden leggen
-- le inflation = de inflatie een halt toeroepen


jugular adj

1 ANATOMIA hals..., keel...
glandula -- = keelklier, halsklier
vena -- = keelader, halsader, strotader
arteria -- = keelslagader
plexo -- = halszenuwknoop
corregia/banda -- = kinband


jugulo sub

1 ANATOMIA sleutelbeen
2 keel, hals


jujube sub FRANCESE

1 borstbezie, jujube
2 jujube (hoestmiddel)


jujutsu sub JAPONESE

1 jiujitsu


+ juke-box sub ANGLESE

1 juke-box


Julia sub n pr

1 Julia


julian adj

1 Juliaans
calendario -- = Juliaanse kalender
anno -- = Juliaans jaar
stilo -- = Juliaanse stijl


Juliano sub n pr

1 Julianus


Julietta sub n pr

1 Juliette


Julio sub n pr

1 Julius


julio sub

1 juli
monarchia de -- = julimonarchie


+ jumbo adj

1 jumbo..., reuze..., kolossaal


+ jumbojet sub ANGLESE

1 jumbo(straal)vliegtuig, jumbojet


+ junca sub

1 jonk (schip)


+ juncaceas sub pl

1 BOTANICA juncaceae, juncaceeën, russenfamilie


+ juncaginaceas sub pl

1 BOTANICA juncaginaceeën, zoutgrasfamilie


+ juncheto sub

1 biesbos


+ junchiera sub

1 rietveld, rietakker


+ junciforme adj

1 in de vorm van een riethalm


+ junco sub

1 BOTANICA bies, rus, riet, rietstengel
-- conglomerate = vijverbies
-- tenue = tengere rus
-- articulate = waterrus
-- diffuse = wijdgetakte rus
-- maritime/glauc = zeerus
-- baltic = noordse rus
-- bulbose = moerasrus
-- obtusiflor = padderus
-- acutiflor/sylvatic = bosrus
-- filiforme = draadrus
-- de India = rotan
(stok) canna de -- = rotting
-- pro sedias = mattenbies
sedias de -- = biezen stoelen
mattas de -- = biezen matten
corbetta de -- = biezen mandje


juncte adj

1 samengevoegd, verenigd, verbonden
effortios -- = vereende krachten
session -- = verenigde vergadering/zitting
viagiar junctemente = gezamenlijk reizen
laborar/travaliar junctemente = gezamenlijk werken
2 toegevoegd, bijgevoegd, ingesloten
nota explicative -- a un apparato = gebruiksaanwijzing bij een apparaat
hic/ci juncto = hierbij (ingesloten)


junction sub

1 het verbinden, het samenvoegen, verbinding, vereniging, aaneenvoeging, aansluiting
-- per un canal = kanaalverbinding
canal de -- = verbindingskanaal
2 verbindingspunt, samenkomst, samenvloeiing, aansluiting, knooppunt
-- de cauchu = rubberpakking


+ juncto sub

1 verbinding, las, naad
-- universal/homocinetic/a Cardan = kruiskoppeling
-- bifurcate = gaffelverbinding
-- rivetate = klinknaad
-- metallic = metaalverbinding
-- collate = lijmverbinding
-- hermetic = luchtdichte verbinding
--s de un casco = geledingen van een helm
2 voeg
-- longitudinal = legervoeg, langsvoeg
-- platte = platvoeg
-- diagonal = diagonale voeg
-- vertical = verticale voeg
-- transverse/transversal = dwarsvoeg
-- perimetric = omtrekvoeg
-- principal = hoofdvoeg
-- de contraction = krimpvoeg
-- de construction = constructievoeg
-- de dilatation = ditalatatievoeg
-- in V = V-voeg
3 gewricht
-- del genu/geniculo = kniegewricht


junctura sub

1 verbinding, vereniging, samenvoeging, aaneenvoeging, aansluiting
2 verbindingsstuk, voeg, naad, las
obturator de -- = pakking
anulo/anello de -- = pakkingring
-- cardanic = cardanische verbinding
3 gewricht
-- del digitos = knokkels
-- del genu/geniculo = kniegewricht


junger v

1 samenvoegen, samenbrengen, verbinden, verenigen, verzamelen
isthmo que junge duo continentos = landengte die twee continenten verbindt
-- le effortios = de krachten bundelen
-- le manos in prece = de handen vouwen in gebed
2 toevoegen, voegen bij


jungla sub

1 jungle, rimboe, wildernis
inferno del -- = groene hel
lege del -- = wet van de jungle
-- impenetrabile = ondoordringbare jungle


junio sub

1 juni
mense de -- = junimaand


junior adj

1 junior, jongere
Van Dam -- = Van Dam junior
boy-scout (A)-- = welp


+ junior sub

1 junior


junipero sub

1 BOTANICA jeneverbes (struik)
baca de -- = jeneverbes (vrucht)


+ junk sub

1 NAVIGATION E CONSTRUCTION DE NAVES jonk


junker sub GERMANO

1 Junker


+ junta sub ESPANIOL

1 junta, generaalsbewind


Jupiter sub n pr

1 RELIGION ROMAN Jupiter
2 ASTRONOMIA Jupiter


juramento sub

1 eed
-- suppletori = suppletoire eed
-- promissori = promissoire eed
-- confirmatori = confirmatoire eed
-- decisori = decisoire eed
-- assertori = assertoire/assertorische eed
-- professional = ambtseed
-- de cavallero = riddereed
-- false = valse eed, meineed
formula de -- = eedsformule
facer/prestar -- = de eed afleggen
facer prestar le -- = de eed afnemen
prestation de -- = eedsaflegging
rumper/violar su -- = zijn eed breken/schenden
disligar/dispensar un persona del -- = iemand van zijn eed ontheffen
confirmar sub -- = onder ede bevestigen
declarar sub -- = onder ede verklaren
ratificar un declaration con un
-- = een verklaring met een eed bevestigen


jurar v

1 zweren, de eed afleggen, onder ede bevestigen
traductor jurate = beëdigd translateur
-- super le biblia = een eed op de bijbel afleggen


+ jurassic adj

1 GEOLOGIA jura...
periodo -- = jura(tijd)
formation -- = juraformatie
fauna -- = dierenwereld van de juratijd


+ jurassico sub

1 GEOLOGIA jura(tijd)


jurate adj

1 gezworen
fidelitate -- = gezworen trouw
inimico -- = gezworen vijand
2 beëdigd
teste -- = beëdigd getuige
testimonio -- = beëdigd getuigenis
taxator -- = beëdigd taxateur
traductor -- = beëdigd vertaler
judice non -- = onbeëdigde rechter


jurato sub

1 JURIDIC gezworene, jurylid
--s = jury
jurisdiction per --s = juryrechtspraak
verdicto del --s = uitspraak van de jury


juratori adj

1 onder ede, bij ede, op eed
caution -- = onder ede gedane belofte, bij ede gegeven borg(tocht)


jure sub

1 recht, rechtswetenschap
de -- = van rechtswege, rechtens
de -- e de facto = rechtens en feitelijk


juridic adj

1 gerechtelijk, rechts..., gerechtelijk, juridisch
persona -- = juridische persoon, rechtspersoon
personalitate -- = rechtspersoonlijkheid
procedimento -- = rechtspleging
contraversia -- = rechtsgeding
argumento -- = rechtsgrond
situation -- = rechtspositie
philosophia -- = rechtsfilosofie
equalitate/paritate -- = rechtsgelijkheid
inequalitate -- = rechtsongelijkheid
securitate -- = rechtszekerheid
insecuritate -- = rechtsonzekerheid
distinction -- = rechtsonderscheid
ordine -- = rechtsorde
scientia -- = rechtswetenschap
formas -- = rechtsvorm
tradition -- = rechtstraditie
vacuo -- = rechtsvacuüm
problema -- = rechtsprobleem
sphera -- = rechtssfeer
systema -- = rechtsstelsel
linguage/terminologia -- = rechtstaal, wetstaal
termino -- = rechtsterm
tradition -- = rechtstraditie
consiliero -- = rechtskundig adviseur
norma/standard (A) -- = rechtsnorm
regula -- = rechtsregel
assistentia -- = rechtskundige/juridische bijstand
studios -- = rechtsgeleerde studiën
historia -- = rechtsgeschiedenis
institution -- = rechtsinstelling
consequentia/effecto -- = rechtsgevolg
de un puncto de vista -- = uit een rechtskundig oogpunt


+ juridicitate sub

1 juridisch karakter
le -- de un disposition = het juridisch karakter van een be-schikking


jurisconsulto sub

1 rechtsgeleerde, jurist, rechtskundige, jurisconsultus


jurisdiction sub

1 rechtspraak, rechterlijke bevoegdheid, rechtsmacht, jurisdictie
-- ecclesiastic = kerkelijke rechtsspraak
-- per juratos/un jury (A) = juryrechtspraak
-- contentiose = contentieuze rechtspraak
declinar le -- = de rechtsmacht afwijzen
2 rechtsgebied, jurisdictie


jurisdictional adj

1 tot de rechtsmacht of het rechtsgebied behorend, rechterlijk, rechts...
poter/competentia -- = rechtsmacht, rechtsbevoegd-heid


jurisprudente adj

1 de jurisprudentie betreffend


jurisprudentia sub

1 rechtsgeleerdheid, rechtswetenschap, rechtsfilosofie, jurisprudentie
2 rechtscheppend vonnis
unitate de -- = eenheid van rechtspraak


jurisprudential adj

1 op de rechtsspraak betrekking hebbend
2 uit de rechtspraak voortvloeiend, rechtscheppend
precedente -- = precedent in de rechtspraak


jurista sub

1 jurist, rechtskundige, rechtsgeleerde


jury sub ANGLESE

1 gezworenen, jury
-- de honor = ereraad
membro del -- = jurylid
jurisdiction per un -- = juryrechtspraak
verdicto del -- = uitspraak van de jury


+ justa sub

1 HISTORIA steekspel, toernooi


juste adj

1 rechtvaardig, eerlijk, onpartijdig, juist
recompensa -- = juiste beloning
salario -- = rechtvaardig loon
pace -- = eerlijke/rechtvaardige vrede
2 precies, nauwkeurig, juist
-- medio = gulden middenweg
pagar con moneta -- = met gepast geld betalen
mi horologio non es -- = mijn horloge gaat niet gelijk
estimar un servicio a su -- valor = een dienst op zijn juiste waarde schatten


justessa sub

1 juistheid, nauwkeurigheid, precisie
le -- de un hypothese (-esis) = de juistheid van een hypothese
le -- de un calculo = de nauwkeurigheid van een berekening
contestar le -- de un rationamento = de juistheid van een redenering in twijfel trekken


justificabile adj

1 te rechtvaardigen, te verdedigen, verdedigbaar


+ justificante adj

1 rechtvaardigmakend
RELIGION gratia -- = rechtvaardigmakende genade


justificar adj

1 rechtvaardigen, verdedigen, bewijzen, verantwoorden
-- se ante le judice = zich voor de rechter verantwoorden
le practica lo justifica = dat is door het gebruik gewettigd
le fin justifica le medios = het doel heiligt de middelen
isto non pote esser justificate = dat valt niet goed te praten
2 TYPOGRAPHIA (ad)justeren, op de juiste regellengte brengen, opvullen (tot

regels)

justificate adj

1 gerechtvaardigd, terecht
absentia -- = geoorloofd (school)verzuim
absentia non -- = ongeoorloofd (school)verzuim
-- pedagogicamente = pedagogisch verantwoord
dubita -- = gerechtvaardigde twijfel


justification sub

1 rechtvaardiging, verantwoording, verdediging
dar le -- de su conducta = verantwoording afleggen voor zijn gedrag
-- valide = geldige rechtvaardiging
-- acceptabile = aanvaardbare rechtvaardiging
2 TYPOGRAPHIA het (ad)justeren


justificative adj

1 als bewijs dienend, justificatoir, bewijs..., rechtvaardigend, rechtvaardigings...
documento -- = bewijsstuk, justificatoir bescheid
exemplar -- = bewijsexemplaar


justificator sub

1 iemand die rechtvaardigt, rechtvaardiger
2 TYPOGRAPHIA uitvuller (handzetter die de regels uitvult), justeerder


+ justinian adj

1 Justiniaans
derecto -- = Justiniaans recht


+ Justiniano sub n pr

1 HISTORIA ROMAN Justinianus


justitia sub

1 rechtvaardigheid, gerechtigheid, billijkheid, recht
le idea/concepto del -- = de idee van het recht
senso/sentimento de -- = rechtsgevoel
-- immanente = immanente gerechtigheid
-- social = sociale rechtvaardigheid/gerechtigheid
-- de Deo = gerechtigheid Gods
-- distributive = verdelende rechtvaardigheid
sete de -- = dorst naar gerechtigheid
gladio del -- = zwaard der gerechtigheid
facer -- a un persona = iemand recht doen wedervaren
Justitia = Vrouw Justitia
apparentia de -- = schijn van recht
secundo le derecto e le -- = naar recht en gerechtigheid
isto es contrari al -- = dit is in strijd met de rechtvaardigheid
le -- exige que = de billijkheid eist dat
2 justitie, rechtspraak, gerecht
-- administrative = administratieve rechtspraak
-- impartial = onpartijdige rechtspraak
-- de classe = klassejustitie
administrar -- = rechtspreken
livrar un persona al -- = iemand aan het gerecht overleveren
palatio de -- = gerechtsgebouw
corte de -- = gerechtshof
Corte International de Justitia = Internationale Gerechtshof


+ Justitia sub n pr

1 RELIGION ROMAN Justitia


+ justitiabile adj

1 justitiabel, berechtbaar


justo adv

1 juist, precies, net, vlak
-- a tempore = juist op tijd
-- nunc/ora = juist nu, nu juist
-- in le medio = precies in het middel
-- supra = pal/vlak boven
-- al latere = pal/vlak naast
-- detra = vlak achter
-- in facie = vlak tegenover
ille se mitteva/se poneva -- ante mi naso = hij ging pal/vlak voor mijn neus staan


+ justo

1 rechtvaardige
dormir le somno del -- = de slaap des rechtvaardigen slapen


jute sub ANGLESE

1 jute (plant)
2 jute (textiel)
fibra de -- = jutevezel
texito de -- = juteweefsel
tela de -- = jutedoek
sacco de -- = jutezak
filatura de -- = jutespinnerij
fabricante de -- = jutefabrikant


+ jutlandese adj

1 Jutlands


+ Jutlandia sub n pr

1 Jutland


juvar v

1 helpen, bijstaan


juvene adj

1 jong
esser -- de spirito = jong van geest zijn
esser -- de corde = jong van hart zijn
Plinio le -- = Plinius de Jongere
-- familia = gezin met kleine kinderen
parer --, haber un aspecto -- = er jong uitzien
mantener -- su pelle = zijn huid jong houden
morir -- = op jeugdige leeftijd overlijden


+ juvene sub

1 jongere
vandalismo del --s = baldadigheid van de jeugd
jornal/revista/magazin pro le --s = jeugdblad/tijdschrift
film pro --s = jeugdfilm
gruppo de --s = jongerengroep
campo de --s = jongerenkamp
reunion de --s = jongerenbijeenkomst
organisation de --s = jongerenorganisatie
gang de --s = jeugdbende


juvenil adj

1 jeugdig
enthusiasmo -- = jeugdig enthousiasme
ardor -- = jeugdig vuur
criminalitate/delinquentia -- = jeugdcriminaliteit
organisation/association -- = jeugdvereniging, jeugdbond
albergo -- = jeugdherberg
annos -- = jeugdjaren
lectura -- = jeugdlectuur
amor -- = jeugdliefde
portrait (F) -- = jeugdportret
studio -- = jeugdstudie
movimento -- = jeugdbeweging
aventura -- = jeugdavontuur
bibliotheca -- = jeugdbibliotheek
film -- = jeugdfilm
sonio -- = jeugddroom
impressiones -- = jeugdindrukken
poesia -- = jeugdvers
disoccupation -- = jeugdwerkloosheid
plumage -- = jeugdkleed (van vogel)
haringo -- = kolharing, maatjesharing
haber un aspecto -- = er jeugdig uitzien


juvenilitate sub

1 jeugdigheid
le -- de su enthusiasmo = de jeugdigheid van zijn enthousiasme


juventute sub

1 jeugd
le eterne -- = de eeuwige jeugd
-- felice = gelukkige/zonnige jeugd
ideal de -- = jeugdideaal
annos de(l) -- = jeugdjaren
amico de -- = jeugdvriend
amica de -- = jeugdvriendin
peccato/error de -- = jeugdzonde
le secunde -- = de tweede jeugd
memoria/reminiscentia de -- = jeugdherinnering
follias del -- = jeugdige dwaasheden
poesia de -- = jeugdvers
desde su -- = vanaf zijn jeugd
2 jeugd, jonge mensen
-- scholar = schooljeugd
-- actual = jeugd van tegenwoordig
-- obrer = arbeidersjeugd
-- de hodie = jeugd van tegenwoordig
carta de reduction pro le -- = jeugdpaspoort
libro pro le -- = jeugdboek
albergo pro le/de -- = jeugdherberg
organisation de -- = jeugdorganisatie
association de -- = jeugdvereniging
centro pro le/de -- = jeugdcentrum
movimento del -- = jeugdbeweging
bibliotheca de -- = jeugdbibliotheek
jornal/revista/magazin pro le -- = jeugdblad/tijdschrift
adjuta social pro le -- = jeugdzorg
con le audacia del -- = met jeugdige overmoed


juxta adv

1 vlakbij, er naast (gelegen)


juxta prep

1 (vlak)bij, naast
illa se calefaceva -- un parve estufa = ze verwarmde zich aan een kacheltje


+ juxtacardial adj

1 MEDICINA juxtacardiaal


+ juxtalinear adj

1 traduction -- = (woordelijke) vertaling naast de originele tekst


juxtaponer v

1 naast elkaar plaatsen/zetten
-- duo stilos architectonic = twee architectonische stijlen naast elkaar zetten


+ juxtaponibile adj

1 die/dat naast iets anders geplaatst kan worden


juxtaposition sub

1 het naast elkaar plaatsen/zetten, het zich naast elkaar bevinden, aanvoeging, aanzetting, toevoeging
le -- de imagines = het naast elkaar zetten van afbeeldingen
2 LINGUISTICA E GRAMMATICA asyndeton